Home
-->
Overzicht Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule Deze Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule bevat informatie in een handig formaat. U vindt hier veel tekeningen, foto's en video's die u in staat stellen uw kennis op een eenvoudige wijze te vergroten. De RODE tabbladen op de menubalk zijn koppelingen naar belangrijke gedeelten van de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule. Met Home keert u terug naar deze homepage. Met Site-overzicht wordt site-overzicht van deze handleiding en training weergegeven. Met Zoeken opent u een zoekpagina waarmee u gemakkelijk de toepassingen die u nodig hebt kunt vinden. Met Index opent u de Index-pagina. Met Info over deze site geeft u een pagina weer met informatie over deze Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule. U vindt hier koppelingen naar de gebruikte symbolen en conventies en ook een lijst met ondersteunde browsers. Er zijn ook hints en tips voor het afdrukken van de pagina's van de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule. Met Hoe kunt u? opent u een pagina met een lijst koppelingen naar pagina's waarin wordt beschreven hoe opdrachten moeten worden opgezet, hoe documenten moet worden afgedrukt, hoe modules en toepassingen moeten worden gebruikt en nog veel meer. Dit is een goed punt om te beginnen. Met Rondleiding opent u een pagina met een lijst koppelingen naar foto's en beschrijvingen, en in enkele gevallen video's waarin het Xerox Nuvera-systeem en de bijbehorende modules de revue passeren. Met Problemen oplossen opent u een pagina met een lijst koppelingen naar oplossingen voor het verbeteren van de afdrukkwaliteit, het verhelpen van papierstoringen, het beperken van de papierkrul, en meer. Met Onderhoud opent u een pagina met een lijst koppelingen naar pagina's waarin wordt beschreven hoe u bepaalde verbruiksartikelen zelf kunt vervangen (tonercassettes, nietcassettes), hoe u diagnostische tests uitvoert en hoe u de instellingen van het systeem wijzigt. Ook kunt u hier algemene reinigingsprocedures en pagina's met specificaties vinden.
Xerox Nuvera® EA Digital Production System Het Xerox Nuvera EA Digital Production System is een digitaal monochroom productiesysteem voor afdrukken, dat een grote hoeveelheid publicatieconfiguraties en afwerkingsopties biedt. Het systeem is uiterst flexibel en aanpasbaar en biedt een grote hoeveelheid configuraties die aan de behoeften van midproductie, productiepublicatie en het afdrukken in grote volumes voldoen. Het basissysteem van één invoermodule en één afwerkeenheid kan worden uitgebreid met modules voor scannen, het invoegen van omslagen en optionele afwerkeenheden van derden.
Mogelijkheden en modules van het Xerox Nuvera® EA Digital Production System Voor meer informatie over de systeemmodules, licentieopties en beschikbare toepassingen, klikt u op de foto van het Xerox Nuvera EA Digital Production System en gaat u naar de rondleiding door het Xerox Nuvera EA Digital Production System.
Het Xerox Nuvera EA Digital Production System is een geavanceerd publicatiesysteem dat kan worden gebruikt om originelen vanaf uw pc te publiceren, kopieën in nieuwe documenten te veranderen, pagina's aan documenten toe te voegen, pagina's in katernen om te zetten en uw opdrachten op te slaan om ze later uit te voeren. De Xerox Nuvera is voorzien van vele toepassingen om aan uw publicatiebehoeften te voldoen. Klik op de foto van het systeem voor meer informatie.
Contact opnemen met Xerox Klik voordat u contact opneemt met Xerox op de koppeling Contact opnemen met Xerox. Zo beschikt u over informatie over de servicecodes, plaatsen waar serienummers te vinden zijn, externe services, telefoonnummers en onderdeelnummers van verbruikartikelen die door de klant kunnen worden vervangen.
Contact opnemen met Xerox
Ondersteunende documentatie De volgende documentatie bevat informatie waarmee u de productiviteit van uw Xerox Nuvera-systeem kunt optimaliseren. Adobe Acrobat Reader is benodigd om de volgende documenten te kunnen bekijken: Papierhandleiding voor het Xerox Nuvera Digital Production System Aan de slag-handleiding
De Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule afdrukken Klik op Info over deze site voor informatie over de manier waarop u de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule kunt verspreiden en hoe u een reeks pagina's kunt afdrukken. Als u de pagina wilt afdrukken, die u op dit moment bekijkt, selecteert u Bestand: Afdrukken in de menubalk van uw browser.
prInteract, Xerox Remote Services (Externe services)
Online Support-assistent Voor meer informatie over het oplossen van veelvoorkomende problemen en voor antwoorden op veelgestelde vragen, raadpleegt u de Online Supportassistent op de volgende website: www.xerox.com/support Typ "Nuvera" in het tekstvak en selecteer [zoeken]. Selecteer de link [Support] voor uw product.
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/home.htm (1 of 2)3/29/2007 1:33:02 PM
Page 1 of 231
Home
Online Help De Xerox Nuvera bevat een online Help-systeem, dat wordt geopend door op Help te klikken bovenaan het scherm van de gebruikersinterface. In de online Help vindt u meer informatie over de selecties die u in de gebruikersinterface kunt maken en het algemene gebruik van het systeem.
Feedback van de klant Feedback van onze klanten wordt altijd zeer op prijs gesteld. Als u ons uw feedback over de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule of over andere Xerox Nuvera-documentatie wilt geven, kunt u uw opmerkingen sturen naar: USA.Documentation.Comments@xerox. com
© Copyright 2007 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 2 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/home.htm (2 of 2)3/29/2007 1:33:02 PM
Home
-->
Xerox Nuvera® EA Digital Production System Het Xerox Nuvera EA Digital Production System bevat een groot aantal verschillende configuratieopties. Deze zijn gebaseerd op uw eigen afdruk- en publicatiewensen. U kunt kiezen welke soorten invoermodules en afwerkeenheden u op uw systeem wilt installeren, en een keuze uit softwarelicenties voor bepaalde functies maken.
Basisconfiguratie De basisconfiguratie van een Xerox Nuvera EA Digital Production System bestaat uit het volgende:
Aanvullende configuraties U kunt het systeem op uw eigen wensen aanpassen door aan te geven of u een geïntegreerde scanner, een tweede invoermodule of een invoegmodule wilt opnemen en door de complexiteit van uw afwerkapparaten aan te geven. Het type afwerkeenheid dat u selecteert, kan bepalen welke andere modules en licentieconfiguratieopties kunnen worden opgenomen.
Invoermodule met 4 of 2 laden
●
Bedieningspaneel
●
Afdrukgedeelte
●
●
●
Herstelmodule (niet beschikbaar als er een MFF is gemonteerd) Multifunctionele afwerkeenheid (het professionele model of de Pro Plus) of de basisafwerkeenheid (BFM) De standaard DocuSP-licenties zijn voor afdruksnelheden van 100 of 120 ppm, EAtoner, een enkele afdrukwachtrij, geen papierbibliotheek, 125 lpi halftoonrasters voor gebruik met PS/PDL, TIFF, ACSII en PCL
De software-opties die voor u beschikbaar zijn, hangen af van de licenties die tijdens de installatie van uw systeem zijn geïnstalleerd en ingeschakeld. Hierna volgt een lijst met enkele belangrijke licenties die op het systeem beschikbaar zijn. Vraag bij uw systeembeheerder na welke licenties zijn ingeschakeld.
Productiviteitspakket - wanneer deze licentie is ingeschakeld, zijn er meerdere afdrukwachtrijen (in plaats van één) beschikbaar, kunt u de papierbibliotheek beheren, worden alle Een optionele tweede invoermodule met 2 of 4 laden papierkenmerken weergegeven en deze licentie is voor twee invoermodules in totaal verplicht voor het afdrukken via LCDS IPDS. In de licentie is tevens de mogelijkheid opgenomen om het Een invoermodule met 3 laden (verplicht als er een papiergewicht, tussen 52 en 280 g/m² (bovengrens rolinvoermodule is gemonteerd) hangt af van het type afwerkeenheid), precies in te De optionele geïntegreerde documentscanner (alleen voeren voor het papier dat wordt geplaatst. beschikbaar in combinatie met de invoermodule met 4 laden) Verbeterde lijnrasters - wanneer deze licentie is Een optionele invoegmodule (een invoermodule met 2 ingeschakeld, kunnen alle geldige halftonen (85 lpi, 106 lpi, 125 lpi, 134 lpi en 156 lpi) worden afgedrukt en zijn of 4 laden) er aanvullende afdrukkwaliteitsinstellingen voor Multifunctionele afwerkeenheid (Professioneel of Pro halftonen mogelijk. Plus) PCL-licentie Een of twee standaardafwerkeenheden (BFM of BFM Plus) Ethernet-licentie - Bus & Tag zijn optioneel
De volgende modules zijn op uw systeem beschikbaar: ●
●
● ●
Gelicentieerde functies
●
●
●
●
Transportmodule van de afwerkeenheid
●
Afwerkeenheden van derden
PS-licentie DFA-licentie Opmaaklicentie LCDS-licentie IPDS-licentie VIPP-licentie (FreeFlow VI Interpreter) Licentie voor schijfoverschrijving
Uw Xerox Nuvera EA Digital Production System kan met een grote hoeveelheid verschillende modules worden geconfigureerd. Selecteer de onderstaande koppelingen voor informatie over de individuele modules die kunnen worden geïnstalleerd.
Invoermodules Papierinvoermodule met 4 laden - twee papierladen voor standaard papierformaat en twee papierladen voor groot papier.
Afwerkeenheden Professionele multifunctionele afwerkeenheid - het professionele model biedt stapelen/nieten, katernen maken en vouwen als c of z.
Volledige licentie, standaardlicentie, CPW-licentie (XPP) of licentie voor ISO-testen Snelheidslicentie - 100, 120 of 144 ppm zijn beschikbaar op systemen met een BFM/BFM Plus en/of FTM. De 100/120-licentie is voor systemen met een MFF.
Wat u moet weten Via deze koppelingen komt u op pagina's met informatie over een aantal belangrijke dingen die u moet weten over uw Xerox Nuvera-systeem.
Papier plaatsen
Papierladen programmeren Page 3 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_00.htm (1 of 3)3/29/2007 1:49:49 PM
Home
Papierinvoermodule met 2 laden - twee grote papierladen voor groot papier.
Multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus - Het model Pro Plus voegt aan de mogelijkheden van het professionele model toe door tevens perforeren en invoegen te bieden.
Afdrukkwaliteit
Papierstoringen verhelpen
Basisafwerkeenheid - uitlegtafel/nieteenheid met bovenste opvangbak.
Contact opnemen met Xerox Papierinvoermodule met 3 laden - de invoermodule met 3 laden is een variant op de invoermodule met 4 laden. Deze invoermodule kan worden gecombineerd met een module met 4 laden of met 2 laden, maar is verplicht voor de rolinvoermodule.
Basisafwerkeenheid Plus - uitlegtafel/nieteenheid met papierbaan voor overbruggingstransport.
Rolinvoermodule. - heeft een capaciteit van maximaal 25.000 vellen van 11 x 17 inch en 5 uur aan doorlopende afdruktijd zonder dat de rol hoeft te worden vervangen.
Invoegmodule - als optie kan zowel de invoermodule met 4 laden als de invoermodule met 2 laden als invoegmodule worden gebruikt.
Geïntegreerde scanner - scant dubbelzijdige documenten in één enkele afdrukgang met 120 ppm.
Transportmodule van de afwerkeenheid - maakt inline afwerking mogelijk doordat documenten kunnen worden verplaatst en dankzij de volledige DFA-ondersteuning voor DFA-compatibele afwerkeenheden.
Geïntegreerde scanner. Klik hierop.
Module na verwerking Herstelmodule - bevindt zich meteen rechts van het afdrukgedeelte. Deze module wordt gebruikt om de krulomhoog of de krul-omlaag uit het papier te verwijderen wanneer het papier vanuit het afdrukgedeelte door de module wordt gevoerd.
Optionele inline afwerkeenheden Er zijn een aantal DFA-compatibele externe afwerkeenheden beschikbaar die op het systeem kunnen worden geïnstalleerd. Er moet een transportmodule van de afwerkeenheid zijn geïnstalleerd om een inline afwerkeenheid te kunnen
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_00.htm (2 of 3)3/29/2007 1:49:49 PM
Page 4 of 231
Home
toevoegen. Xerox DS5000 High Capacity Stacker C.P Bourg BDFx Booklet Maker Xerox SQUAREFOLD Booklet Maker(SQFBM) GBC Fusion Punch 11 met Offset Stacker Xerox DB120-D Document Binder Xerox Manual and Book Factory
Controller en afdrukgedeelte Bedieningspaneel - bevat de computeronderdelen waarmee uw Xerox Nuvera-systeem wordt aangestuurd. Via de door de muis bediende gebruikersinterface heeft de gebruiker toegang tot hulpmiddelen om de opdrachten en het systeem beheren.
© Copyright 2007 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Afdrukgedeelte - xerografische module
Page 5 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_00.htm (3 of 3)3/29/2007 1:49:49 PM
Info over deze site
Info over deze site In deze online gebruikershandleiding vindt u een aantal toepassingen waarmee u vertrouwd zou moeten zijn om de informatie over de Xerox Nuvera snel op te pikken. Het belangrijkste is, dat u op de hoogte bent van de symbolen en de typconventies die in deze site zijn gebruikt om uw aandacht op belangrijke informatie te vestigen. Deze zijn specifiek gebruikt om uw fysieke veiligheid en de juiste werking van het apparaat te waarborgen. Deze site is ontwikkeld voor gebruik met alle meest gebruikte browsers. Als u problemen ondervindt bij het bekijken van de site, of als u een oudere versie van de browser heeft, de pagina met ondersteunde browsers raadplegen voor verdere informatie.
Methoden voor elektronische distributie van deze informatie Omdat deze elektronische documentatie voor de klant op HTML is gebaseerd, kan deze in een moderne browser worden bekeken. De ECD-bestanden kunnen als volgt worden geopend: ●
Rechtstreeks vanaf de cd op de pc, Mac of Unix-desktop van de gebruiker.
●
Vanaf de vaste schijf van de gebruiker.
●
Vanaf de intranet-server van de gebruiker.
De volgende basisstappen volgen om deze ECD op een lokaal station of intranet-webserver te plaatsen: 1. De directory "ecd_source_code" kopiëren. 2. De directory op een toegewijde vaste schijf plakken, ofwel lokaal of in een server. 3. Om de ECD te starten, de standaardpagina instellen op "home.htm". Uw systeembeheerder kan u helpen met de configuratie van dit systeem op een lokaal station of een intranet-server.
Onderwerpen afdrukken Hoewel de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule als een online-handleiding is ontworpen, kunt u de gewenste onderwerpen afdrukken.
De volledige handleiding of een reeks pagina's afdrukken Selecteer en open de volgende PDF van de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule. Selecteer het tabblad Bladwijzers om alle onderwerpen binnen de handleiding te zien. Selecteer [Bestand: Afdrukken] of het Afdrukpictogram in de werkbalk van uw browser. Zoek de reeks pagina's in het venster Afdrukken en selecteer Alle om de volledige handleiding af te drukken of voer een reeks pagina's in de velden Van en Tot in. Selecteer
om af te drukken.
De pagina afdrukken die u op dit moment bekijkt Als u alleen de pagina wilt afdrukken, die u op dit moment bekijkt, selecteert u gewoon [Bestand: Afdrukken] of het Afdrukpictogram in de werkbalk van uw browser. In het venster Afdrukken, selecteert u . TIP: Sommige browsers voegen standaard hun eigen kop- en voettekst aan de afdruk toe, zoals aantal pagina's, pad van het bestand, datum, enz. Als u deze informatie wilt verwijderen: 1. Klikken op [Bestand: Pagina-instelling]. 2. De tekst in de beide tekstvakken van het veld Kop- en voettekst wissen. 3. Op klikken.
Flash- en Videocomponenten Page 6 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_usedoc_00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:33:04 PM
Info over deze site
De Flash-componenten kunnen niet worden afgedrukt. De video's kunnen evenmin worden afgedrukt. Als u zich de functie van een bepaalde toets niet kunt herinneren als u voor het apparaat staat, kunt u echter altijd de online-help raadplegen.
Page 7 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_usedoc_00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:33:04 PM
Invoermodule
Invoermodules Het papier wordt in de invoermodules geplaatst en hiervandaan wordt de juiste papiersoort voor de huidige opdrachtinstellingen in het apparaat ingevoerd . Het Xerox Nuvera EA Digital Production System kan worden geconfigureerd met een invoermodule met 4, 2 of 3 laden. Uw systeem kan uit maximaal twee invoermodules bestaan: een willekeurige combinatie van 4, 2 of 3 laden. De invoermodule met 3 laden is verplicht, als er een rolinvoermodule is geïnstalleerd. De invoermodule met 2 laden heeft extra grote laden. Deze laden zijn vergelijkbaar met lade 3 en 4 van de invoermodule met 4 laden, alleen zijn deze groter en hebben een capaciteit van 1600 vellen. De specificaties van de invoermodule raadplegen. De papierinvoermodule met 2 laden en de papierinvoermodule met 4 laden kunnen als invoegmodules na de fuser worden gebruikt. De invoermodules ondersteunen het automatisch overschakelen tussen laden en de mogelijk om tijdens het afdrukken papier te plaatsen. In de onderstaande koppelingen wordt informatie gegeven over de invoermodule met 4 laden en de papierladen, mogelijkheden, toepassingen en functies ervan. De koppelingen zijn in groepen ingedeeld volgens de genummerde zones in het diagram. Specificaties van de invoermodule
Zone 1, 2 en 3 van papierbaan Papierstoringen oplossen
Zone 4 Papierladen Papier in de papierladen plaatsen Papiersoorten en ladeinstellingen configureren Papier behandelen en bewaren Speciale papiersoorten gebruiken Papierstoringen oplossen Ondersteunde papiersoorten Aanbevelingen voor papiergebruik Verwachte papierverwerking en kopieerprestaties
© Copyright 2007 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 8 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_10.htm3/29/2007 1:49:47 PM
Printer- en fusermodule
Afdrukgedeelte In het afdrukgedeelte bevinden zich de xerografische onderdelen die zorgen voor de overdracht van het digitale beeld op het papier bij de afdrukband. Vervolgens wordt de toner van een van de twee tonercontainers in de fuser op het papier aangebracht. Het afdrukgedeelte van het Xerox Nuvera EA Digital Production System ondersteunt geen MICR-afdrukken en maakt alleen gebruik van EA-toner. In de onderstaande koppelingen wordt informatie gegeven over de voorzieningen en functies van de verschillende onderdelen. Voor de specificaties van het afdrukgedeelte, raadpleegt u Printermogelijkheden.
1. Ontwikkelaarafvalcontainer Een volle ontwikkelaarafvalcontainer vervangen
2. Tonercontainer Tonercontainer vervangen
3. Papierbaan Papierstoringen oplossen
4. Fuser en ontkruller Papierstoringen oplossen De ontkruller aanpassen
5. Tonerafvalcontainer Een volle tonerafvalcontainer vervangen
Page 9 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_20.htm (1 of 2)3/29/2007 1:49:46 PM
Printer- en fusermodule
© Copyright 2007 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 10 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_20.htm (2 of 2)3/29/2007 1:49:46 PM
Interface van multifunctionele afwerkeenheid
Interface van de multifunctionele afwerkeenheid Via de interface van de professionele multifunctionele afwerkeenheid wordt de Xerox Nuvera op de multifunctionele afwerkeenheid aangesloten. In het geval van de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus is dit tevens een invoegmodule, waarin een invoeglade aan de bovenkant en een perforator plus afvalcontainer in de binnenkant zijn opgenomen.
MFF Pro Plus
Voor meer informatie over het oplossen van storingen in dit gebied, raadpleegt u Papierstoringen oplossen.
Professionele MFF
Page 11 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_30.htm (1 of 2)3/29/2007 1:49:47 PM
Interface van multifunctionele afwerkeenheid
© Copyright 2006 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 12 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_30.htm (2 of 2)3/29/2007 1:49:47 PM
Multifunctionele afwerkeenheid
Multifunctionele afwerkeenheid Dankzij de multifunctionele afwerkeenheid beschikt het Xerox Nuvera-systeem ook over publicatiemogelijkheden. De professionele multifunctionele afwerkeenheid wordt gebruikt om documenten te vouwen, katernen te maken, documenten te nieten, te sorteren en te stapelen. Als uw systeem het model MFF Pro Plus heeft, biedt Pro Plus dezelfde functionaliteit, maar voegt invoegmogelijkheden na de verwerking (omslagen, voorbedrukte vellen, tabbladen) en afwerking met gaatjes toe. Via de interface van de professionele multifunctionele afwerkeenheid wordt de Xerox Nuvera op de multifunctionele afwerkeenheid aangesloten. In het geval van de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus is dit tevens een invoegmodule, waarin een invoeglade aan de bovenkant en een perforator plus afvalcontainer in de binnenkant zijn opgenomen. In de onderstaande koppelingen wordt informatie gegeven over de voorzieningen en functies van de eenheid.
1, 2. Papierbaan Papierstoringen oplossen
3. Bovenste opvangbak Specificaties van de afwerkeenheid
4. Hoofdopvangbak / Uitlegtafel Specificaties van de afwerkeenheid Staffelen gebruiken om gestapelde documenten van elkaar te scheiden De uitlegtafel gebruiken
5. Hoofdnieteenheid Specificaties van de nieteenheid
6. Onderste opvangbak Specificaties van de afwerkeenheid
7. AVH-module Katernen maken Info over opmaakopties
Professionele MFF
Page 13 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_40.htm (1 of 2)3/29/2007 1:49:46 PM
Multifunctionele afwerkeenheid
MFF Pro Plus: invoegmodule
Voor meer informatie over de MFF-modellen en de functies ervan, raadpleegt u Specificaties afwerkeenheid. Voor meer informatie over het oplossen van storingen in dit gebied, raadpleegt u Papierstoringen oplossen.
© Copyright 2006 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 14 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_40.htm (2 of 2)3/29/2007 1:49:46 PM
Automatische originelendoorvoer (AOD)
Automatische originelendoorvoer (AOD) De automatische originelendoorvoer wordt gebruikt voor het snel scannen van stapels documenten. In de onderstaande koppelingen wordt meer informatie gegeven.
1. Glasplaat (niet getoond) Originelen scannen via de glasplaat De glasplaat reinigen
2. Origineleninvoer Originelen scannen via de AOD Papierstoringen oplossen Specificaties van de AOD en de scanner De AOD reinigen
3. Originelenopvangbak
Page 15 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_50.htm (1 of 2)3/29/2007 1:49:48 PM
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel Opdrachten worden geprogrammeerd door via het toetsenbord of met gebruik van de muis op de toetsen in het bedieningsscherm te klikken. Met de Xerox Nuvera kunt u ook opdrachten afdrukken die op cd zijn opgeslagen. In de onderstaande koppelingen wordt meer informatie gegeven over de voorzieningen en de functies.
1. Toetsenbord en muis Specificaties van toetsenbord, muis en beeldscherm De muis reinigen Het toetsenbord reinigen
2. Beeldscherm Specificaties van toetsenbord, muis en beeldscherm Het beeldscherm reinigen Schermhelderheid aanpassen
3. Cd-station Specificaties van het cd-station Afdrukken vanuit cd-station
4. Aan/uit-schakelaar Opstartprocedures
Page 16 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_60.htm (1 of 2)3/29/2007 1:49:48 PM
Bedieningspaneel
© Copyright 2006 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 17 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_60.htm (2 of 2)3/29/2007 1:49:48 PM
Invoermodule
Herstelmodule De herstelmodule op het Xerox Nuvera EA Digital Production System is een standaardonderdeel op alle configuraties, met uitzondering van configuraties met een multifunctionele afwerkeenheid. De herstelmodule bevindt zich meteen rechts van het afdrukgedeelte. De module wordt gebruikt om de krul-omhoog of de krul-omlaag uit het papier te verwijderen wanneer het papier vanuit het afdrukgedeelte door de module wordt gevoerd. Deze functie wordt automatisch door het systeem uitgevoerd wanneer de mode Auto-ontkrullen is geselecteerd. U kunt ook handmatig aanpassen in welke mate het ontkrullen op de opdracht moet worden toegepast als het ontkrullen moet worden vermeerderd. Selecteer de instellingen voor de handmatige of automatische mode op de DocuSP-controller via het menu Printer. Voor verdere informatie raadpleegt u Omgaan met gekruld papier.
Specificaties herstelmodule Hoogte: 41,5 inch Breedte: 14,25 inch Diepte: 28,25 inch Gewicht: 168 lb
© Copyright 2006 Xerox Corp. Alle rechten voorbehouden.
Page 18 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/wdtbd_70.htm3/29/2007 1:49:47 PM
Naleving van Sectie 508
Naleving van Sectie 508 / Toegankelijkheid van het toetsenbord De gebruikersinterface van de Xerox Nuvera voldoet volledig aan Sectie 508 van de Rehabilitation Act Amendments van 1998. Alle knoppen van de gebruikersinterface kunnen worden bediend via het toetsenbord of met de muis.
Navigeren in deze online gebruikershandleiding U kunt navigeren in deze online gebruikershandleiding met behulp van toetsenbord of muis. In onderstaande lijst wordt uitgelegd hoe u kunt navigeren met het toetsenbord: ●
: verplaatsen tussen koppelingen en andere hotspots in het inhoudsvenster.
●
<ENTER>: activeert de geselecteerde koppeling in zowel het inhouds- als navigatiedeelvenster.
●
+: werken als de toetsen Vorige en Volgende van de browser, zodat u terug kunt gaan naar reeds bezochte onderwerpen.
Page 19 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_10.htm3/29/2007 1:56:57 PM
Copyright-verklaringen
Copyright- en handelsmerkverklaringen Alle informatie op deze website is eigendom van Xerox Corp. en wordt beschermd door copyright, tenzij hieronder anders vermeld.
Handelsmerken ●
Microsoft® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
●
Windows® 2000 en Windows® XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
●
Internet Explorer is een door copyright beschermd programma van Microsoft Corporation.
●
Novell® en NetWare® zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell, Inc.
●
Netscape® is een gedeponeerd handelsmerk van Netscape Communications Corporation.
●
Adobe® en PostScript® zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
●
TIFF is een copyright van Adobe Systems Incorporated.
●
AppleTalk, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
●
PCL® en HP-GL® zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Corporation.
●
WinZip® is een gedeponeerd handelsmerk van Nico Mak Computing, Incorporated.
●
Digi is een handelsmerk van Digi International.
●
ACITS LPR Printing voor Windows 95 is een copyright van de Universiteit van Texas, in Austin (VS).
●
●
XEROX®, Xerox Nuvera® en "Keep the Conversation Going. Share the Knowledge." zijn handelsmerken van XEROX CORPORATION in de Verenigde Staten en andere landen. ENERGY STAR® en het ENERGY STAR-symbool zijn geregistreerde Amerikaanse handelsmerken.
Page 20 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_20.htm3/29/2007 1:56:59 PM
Typografische conventies
Typografische conventies Vet wordt gebruikt voor technische termen, waaronder applicatiespecifieke concepten en de namen van selecteerbare interfaceelementen, zoals commando's, dialoogvensters, vensters, menu's, toetsen en velden. Cursief wordt gebruikt voor nadruk. Cursieve tekst kan ook worden gebruikt voor het benadrukken van toetsen- of menunamen zonder u hier noodzakelijkerwijs naar te verwijzen. [vierkante haken met tekst in vet]: geeft navigatiekeuzen weer in een uitbreidend rolmenu. Om een nieuw browservenster te openen, zou u bijvoorbeeld [Bestand:Nieuw:Venster] kiezen. : geven een toets weer. Ofwel een toets in de software, zoals <Start>, of een toets op de apparatuur.
Page 21 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_30.htm3/29/2007 1:56:58 PM
Gebruikte symbolen
Gebruikte symbolen Overal op deze website en op het apparaat zelf worden symbolen gebruikt om uw aandacht te vestigen op belangrijke veiligheidswaarschuwingen en belangrijke informatie. Alle voorzorgsmaatregelen, gevaren en waarschuwingen nauwlettend in acht nemen. Bij onderhoudswerkzaamheden of het oplossen van papierstoringen in het apparaat, aandacht schenken aan deze symbolen waar ze ook voorkomen. Op de fuser is bijvoorbeeld op alle plaatsen waar u uw hand aan zou kunnen branden een waarschuwingspictogram aangebracht.
Waarschuwing WAARSCHUWING! Een waarschuwing is bedoeld om de gebruiker te wijzen op een bedienings- of onderhoudsprocedure, handelswijze of situatie, die indien niet nauwlettend gevolgd, zou kunnen leiden tot letsel of de dood.
Gevaarlijk - elektriciteit GEVAARLIJK - ELEKTRICITEIT! Het pictogram Gevaarlijk - Elektriciteit is bedoeld om de gebruiker te wijzen op een bedienings- of onderhoudsprocedure, handelswijze of situatie, die indien niet nauwlettend gevolgd, zou kunnen leiden tot een elektrische schok.
Voorzichtig VOORZICHTIG! Het symbool Voorzichtig wordt gebruikt om de gebruiker te attenderen op een bedienings- of onderhoudsprocedure, een handelswijze of een situatie, die, indien deze niet goed wordt opgevolgd, schade aan of vernietiging van de gegevensbestanden of de apparatuur tot gevolg kan hebben.
Opmerking OPMERKING: Een opmerking is bedoeld om de gebruiker te wijzen op belangrijke informatie over het onderwerp, de applicatie of de procedure.
Tip TIP: Een tip is bedoeld om de gebruiker te wijzen op een snellere, handigere manier om een taak te voltooien.
Page 22 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_40.htm3/29/2007 1:56:59 PM
Navigatie
Navigatie Deze website is zo ontworpen dat de exacte informatie die u nodig hebt gemakkelijk te vinden is, zonder dat u eerst door vreemde onderwerpen hoeft te klikken. Afhankelijk van uw voorkeur voor het vinden van informatie, zijn er verschillende manieren om door dit systeem te navigeren. De horizontale navigatiebalk geeft u toegang tot de hoofdinhoudssecties. Vanaf daar kunt u omlaag gaan naar de taakgeörienteerde onderwerpen met behulp van de koppelingen aan de linkerkant. TIP: Als u meer te weten wilt komen over de inhoud van de titels op de horizontale navigatiebalk, plaatst u uw cursor even boven de desbetreffende titel/koppeling. Er verschijnt aanvullende informatie over de inhoud in een popup-venster. Hetzelfde gedrag geldt voor de bovenste koppelingen in de navigatiebalk aan de linkerkant.
Snel een onderwerp vinden Als u naar een onderwerp zoekt, hebt u verscheidene opties:
Site-overzicht Het Site-overzicht biedt een lijst van alle onderwerpen in het systeem, op titel en ingedeeld op categorie. Op een van de onderstreepte items klikken om direct naar het onderwerp te gaan.
Index Indien u niet zeker weet wat de exacte titel van het gezochte onderwerp is, maar u hebt een idee waar het om gaat, kunt u de lijst met sleutelwoorden op alfabetische volgorde in de index doorlopen. Elk sleutelwoord is gekoppeld aan een bepaald onderwerp.
Zoeken in volledige tekst De zoekmachine kan worden vergeleken met de standaard zoekpagina's op het World Wide Web. De zoekfunctie in dit systeem werkt op dezelfde manier: een term invoeren en de resultaten worden in volgorde van relevantie weergegeven. Om de effectiviteit van uw zoekactie te optimaliseren, de instructies op de zoekpagina volgen. De zoekmachine is geprogrammeerd om veelvoorkomende woorden te negeren. Dit voorkomt dat er te veel resultaten worden gevonden. Als het gezochte woord geen resultaten oplevert, een synoniem invoeren en de zoekbewerking nogmaals uitvoeren.
Page 23 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_50.htm3/29/2007 1:56:58 PM
Ondersteunde browsers
Ondersteunde browsers Deze website is getest met de populairste webbrowsers, waaronder Opera 7, Internet Explorer 6 en Netscape 7.0. Internet Explorer versies 5.0+ zouden ook behoren te werken, maar zijn niet getest. Netscape 6.0 is niet getest. Browser
Weergave op site / Prestaties
Internet Explorer 6 +
Getest. Optimaal.
Internet Explorer 5 +
Niet getest, maar zou acceptabel moeten zijn.
Opera 7
Getest. Optimaal.
Netscape 7
Getest. Optimaal.
Netscape 6
Niet getest, maar zou acceptabel moeten zijn.
Netscape 4 +
Niet acceptabel. Wordt niet aangeraden.
HTML-standaarden Deze website is ontworpen om te voldoen aan de HTML 4.01 Loose DTD en CSS Level 2-specificaties van het World Wide Web Consortium. U kunt deze site het beste bekijken met een browser die deze specificaties ondersteunt.
Flash-inhoud Macromedia Flash version 6 plugin wordt vereist om interactieve inhoud en video's te bekijken.
Page 24 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_60.htm3/29/2007 1:56:54 PM
Interactieve inhoud
Interactieve inhoud Simulatie van gebruikersinterface Dit systeem is bedoeld om op een comfortabele manier kennis te maken met de mogelijkheden van de Xerox Nuvera vanuit uw bureaustoel. Door op de sectie "Rondleiding" te klikken, kunt u in uw eigen tempo u vertrouwd raken met het systeem en de bijbehorende besturingselementen. Deze sectie dient ook als snelle visuele referentie mocht u vergeten zijn waarvoor een bepaalde functie dient of als u het bedieningspaneel wilt zien terwijl u een procedure leest.
Video's Op deze site wordt, waar mogelijk, gebruik gemaakt van video en animatie om u te laten zien hoe u een taak uitvoert in plaats van dit te beschrijven. Voor mechanische taken, zoals het plaatsen van papier, het vervangen van toner en het oplossen van papierstoringen zijn er video's bij de tekst, zodat u kunt leren door te kijken. De video's zijn stapsgewijs opgezet, zodat u iedere stap van de procedure kunt bekijken zonder eerst een lange procedure te hoeven volgen. Voordat u de procedures uitvoert, dient u iedere video in volgorde te bekijken, zodat u niets belangrijks mist.
Page 25 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_70.htm3/29/2007 1:56:56 PM
Licenties van derden
Licenties van derden GNU, JDOM, Apache, J2RE Dit product bevat de volgende software van derden: ●
JDOM Project ( http://www.jdom.org )
●
Apache Software Foundation ( http://www.apache.org )
●
Free Software Foundation ( http://www.gnu.org )
●
Java 2 Runtime Environment (J2RE) ( http://www.redhat.com/licenses/thirdparty/sun_j2re.html )
GNU bron- en objectcode is onderhevig aan de voorwaarden van GNU GPL. In de bepalingen en voorwaarden van GNU GPL kunt u lezen welke beperkingen gelden bij deze licentie. Meer informatie over GNU is hier beschikbaar: http://www.gnu.org/licenses/gpl.txt . De bepalingen en voorwaarden van GNU GPL stellen als vereiste dat er een lijst van de broncode van de bovenstaande programma's beschikbaar is op de productwebsite http://www.xerox.com of kan worden besteld bij Xerox.
Page 26 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_80.htm3/29/2007 1:56:56 PM
De ontkruller aanpassen
De herstelmodule gebruiken voor het omgaan met gekruld papier Het Xerox Nuvera EA Digital Production System (met uitzondering van systemen met een MFF) is uitgerust met een herstelmodule die zich rechts van het afdrukgedeelte bevindt. Deze module is ontworpen om er automatisch voor te zorgen dat het papier in de stapel niet naar boven of naar beneden krult wanneer het vanuit het afdrukgedeelte door de herstelmodule wordt gevoerd. Als de vellen van de stapel afdrukken te veel naar boven of naar beneden krullen, moet u de instelling van de herstelmodule op de DocuSP-interface aanpassen om de vellen zo plat te krijgen als nodig is. Door ervoor te zorgen dat de vellen plat zijn, kan de herstelmodule problemen, zoals papierstoringen en scheve afdrukken, voorkomen en de afdrukprestaties verbeteren.
De mode Auto-ontkrullen instellen voor enkelzijdige en dubbelzijdige opdrachten U hoeft in de meeste gevallen alleen de mode Autoontkrullen te selecteren. Het systeem berekent automatisch in welke mate het ontkrullen op uw opdracht wordt toegepast. In deze mode kunt u nog wel een schuifregelaar gebruiken om de instelling verder aan te passen.
OPMERKING: De Xerox Nuvera-systemen beschikken ook over een knop waarmee het ontkrullen handmatig kan worden aangepast. Deze knop bevind zich vlakbij de fuser in het afdrukgedeelte. Het wordt echter aanbevolen om de herstelmodule alleen te gebruiken om papier te ontkrullen en de knop voor handmatig ontkrullen niet aan te passen. Zorg ervoor dat de knop voor handmatig ontkrullen op 2 blijft ingesteld.
Automatische of handmatige mode gebruiken
Als u bezig bent met het uitvoeren van een opdracht en wilt overschakelen tussen het gebruik van de mode Handmatig ontkrullen of Auto-ontkrullen, moet u de opdracht eerst stopzetten. 1. Open de rechterdeur van het afdrukgedeelte en controleer of de ontkrulknop die zich vlakbij zone 4 bevindt, op 2 is ingesteld. Sluit de deur. 2. Selecteer [Printer: Ontkruller aanpassen] in de menubalk. Het venster Ontkruller aanpassen wordt weergegeven.
De mate waarin door de herstelmodule gevoerd papier wordt ontkruld, wordt via het menu Printer op de interface van de DocuSP ingesteld. De herstelmodule van de DocuSP kan in twee standen worden bediend: ●
●
De mode Auto-ontkrullen (standaard) - voor optimale afdrukproductiviteit gebruikt u de mode Autoontkrullen. Wanneer deze mode wordt geselecteerd, berekent het systeem automatisch de mate waarin ontkrullen wordt toegepast met behulp van de doelwaarden in de NVM, zodat de ontkrullerrollen op de beste positie worden geplaatst en de papierladen worden geprogrammeerd. U moet de correcte papiereigenschappen in het venster Papierlade hebben ingesteld om ervoor te zorgen dat deze mode nauwkeurig werkt. De mode Handmatig ontkrullen - past de mate van ontkrullen alleen aan op de ontkrulinstelling van de gebruiker. Selecteer deze mode wanneer u de mate waarin ontkrullen wordt toegepast, handmatig wilt aanpassen.
Waarom gaat papier krullen? file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adj_10.htm (1 of 3)3/29/2007 1:56:57 PM
Page 27 of 231
De ontkruller aanpassen
●
●
●
●
●
Papier is blootgesteld aan een vochtige omgeving of wordt niet goed opgeslagen Mogelijk hebt u papier gebruikt dat minder zwaar is dan normaal papier (licht papier) of hebt u zelfkopiërend of kringlooppapier van slechte kwaliteit gebruikt. Het papier loopt vast in de afwerkeenheid, de setregistratie is onvoldoende of er zijn problemen bij het stapelen. Mogelijk moet u de instelling van de ontkruller aanpassen voor het papier dat nog in de papierlade ligt of uit de verpakking is gehaald. Bij bepaalde papiersoorten zijn de instellingen van de ontkruller voor enkelzijdige opdrachten en tweezijdige opdrachten niet hetzelfde.
OPMERKING: Wanneer papier in vochtige omstandigheden wordt bewaard, kan de papierkrul toenemen. Zie Papier behandelen en bewaren. VOORZICHTIG! Gebruik geen papier dat niet geschikt is voor het systeem. Raadpleeg Ondersteund papier voor informatie over toegestane papiersoorten.
3. Selecteer het keuzerondje voor de mode Autoontkrullen. Het systeem gebruikt de NVMwaarden en de papiereigenschappen om automatisch te berekenen in welke mate het ontkrullen op de opdracht wordt toegepast. 4. Controleer uw uitlegtafel en of de vellen goed plat zijn gemaakt. 5. Als u de berekende ontkrullerinstelling verder wilt aanpassen, verplaatst u de schuifregelaar van -1 naar - 3 om de krul omlaag te verminderen. Verplaats de schuifregelaar van 0 naar +3 om de krul omhoog te verminderen en te verwijderen. De waarde die u selecteert wordt in het tekstvak weergegeven. 6. Als u de standaardinstelling van de ontkruller (0) wilt instellen, selecteert u Standaard. 7. Selecteer OK om uw instelling toe te passen en op te slaan. De mate waarin het papier moet worden ontkruld wordt onmiddellijk toegepast op het papier dat via de papierbaan van de herstelmodule wordt doorgevoerd. 8. Controleer de uitlegtafel tijdens het uitvoeren van de opdracht. Als het gestapelde papier nog steeds is omgekruld en de instellingen van de schuifregelaar al de hoogste of laagste waarde hebben bereikt, gebruikt u de mode Handmatig ontkrullen. 9. Voordat u naar de mode Handmatig ontkrullen overschakelt, moet u de opdracht stopzetten. 10. Verplaats in het gedeelte voor de mode Handmatig ontkrullen, de schuifregelaar naar -5 om de krul omlaag te verwijderen. Verplaats de schuifregelaar naar +5 om de krul omhoog te verwijderen.
De mode Handmatig ontkrullen instellen voor enkelzijdige en dubbelzijdige opdrachten Als u bezig bent met het uitvoeren van een opdracht en wilt overschakelen tussen het gebruik van de mode Autoontkrullen of Handmatig ontkrullen, moet u de opdracht eerst stopzetten. Als u in de mode Handmatig ontkrullen verdere ontkrulaanpassingen wilt maken, volgt u onderstaande stappen. Zorg ervoor dat de ontkrulknop in het afdrukgedeelte op 2 is ingesteld. 1. Selecteer [Printer: Ontkruller aanpassen] in de menubalk. Het venster Ontkruller aanpassen wordt weergegeven.
Page 28 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adj_10.htm (2 of 3)3/29/2007 1:56:57 PM
De ontkruller aanpassen
2. Selecteer het keuzerondje voor de mode Handmatig ontkrullen. Het systeem is standaard ingesteld op +3 om tegen licht ontkrullen te compenseren. 3. Schuif de schuifregelaar van -1 naar - 5 om de krul omlaag te verminderen. Schuif de schuifregelaar van 0 naar +5 om de krul omhoog te verminderen en te verwijderen. De waarde die u selecteert wordt in het tekstvak weergegeven. 4. Als u de standaardinstelling van de ontkruller ( +3) wilt instellen, selecteert u Standaard. 5. Selecteer OK om uw instelling toe te passen en op te slaan. De mate waarin het papier moet worden ontkruld wordt onmiddellijk toegepast op het papier dat via de papierbaan van de herstelmodule wordt doorgevoerd. 6. Controleer de uitlegtafel tijdens het uitvoeren van de opdracht. Blijf de instellingen naar wens aanpassen. Als dit een opdracht met dubbelzijdige afdrukken is en het gestapelde papier na de instellingen met de schuifregelaar voor zowel de mode Auto-ontkrullen als Handmatig ontkrullen op de hoogste waarden nog steeds omhoog krult, gebruikt u de functie voor het verminderen van de krul omlaag in het venster Gebruikerstests op DocuSP. 7. Bij een opdracht met dubbelzijdige afdrukken opent u Gebruikerstests en selecteert u [Systeem: Gebruikerstests]. 8. Selecteer [Systeem: Klantinstelling systeemoptimalisatie]. 9. Schakel [Omhoog krullen verminderen voor 2zijdige opdrachten] in. Het systeem drukt zijde 2 eerst af en daarna zijde 1. Hierdoor wordt de krul in de uitlegtafel verminderd. OPMERKING: Gebruik Omhoog krullen verminderen niet bij het afdrukken van opdrachten met gesorteerd papier of met papier waarin 3 gaatjes worden geperforeerd. Het systeem negeert deze instelling in dat geval en drukt zijde 1 eerst af.
Page 29 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adj_10.htm (3 of 3)3/29/2007 1:56:57 PM
Aanpassingen
Aanpassingen De Xerox Nuvera is ontworpen voor gebruik in een digitale productieomgeving waar grote volumes worden verwerkt. Daarom kan het zijn dat het apparaat iets moet worden aangepast om ervoor te zorgen dat het goed blijft werken. Op de koppelingen links klikken voor informatie over het aanpassen van het apparaat.
Page 30 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adj_00.htm3/29/2007 1:56:57 PM
Info over pitch
Info over pitch
Video
De Xerox Nuvera is uitgerust met een xerografische band met variabele pitch. Pitch heeft betrekking op het aantal paginabeelden dat op de band kan worden geplaatst en die vervolgens op het papier worden overgebracht. Tijdens het afdrukken neemt het systeem de gevraagde papierformaten weer en optimaliseert het gebruik van de band en de papierbaan voor maximale productiviteit.
Het effect van paginabeeldgrootte op pitch
Relatie papierformaat/pitch In onderstaande overzichten kunt u zien wat de verwachte doorvoer op systeem is op basis van het formaat van de pagina's/beelden. Xerox Nuvera 100 EA Digital Production System Pitch (beelden per draaibeweging van afdrukband)
Maximale doorvoersnelheid (pagina's per minuut/PPM)
5,5 inch (140 mm) - 9,0 inch (229 mm)
5
100
9,0 inch (229 mm) - 11 inch (297 mm)
4
80
11 inch (297 mm) - 17 inch (432 mm)
3
60
17 inch (432 mm) - 18,5 inch (470 mm)
2
40
Papier/ beeldformaat (Invoerrichting) Min-Max
Xerox Nuvera 120 EA Digital Production System Pitch (beelden per draaibeweging van afdrukband)
Maximale doorvoersnelheid (pagina's per minuut/PPM)
5,5 inch (140 mm) - 9,0 inch (229 mm)
5
120
9,0 inch (229 mm) - 11 inch (297 mm)
4
96
11 inch (297 mm) - 17 inch (432 mm)
3
72
17 inch (432 mm) - 18,5 inch (470 mm)
2
48
Papier/ beeldformaat (Invoerrichting) Min-Max
Xerox Nuvera 144 EA Digital Production System Papier/ beeldformaat (Invoerrichting) Min-Max
Pitch (beelden per draaibeweging van afdrukband)
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_pitch_00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:56:55 PM
Maximale doorvoersnelheid (pagina's per minuut/PPM)
Page 31 of 231
Info over pitch
5,5 inch (140 mm) - 8,5 inch (216 mm)
6
144
8,5 inch (216 mm) - 9,0 inch (229 mm)
5
120
9,0 inch (229 mm) - 11 inch (297 mm)
4
96
11 inch (297 mm) - 17 inch (432 mm)
3
72
17 inch (432 mm) - 18,5 inch (470 mm)
2
48
Page 32 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/about_pitch_00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:56:55 PM
De helderheid van het scherm aanpassen
De helderheid van het scherm aanpassen De Xerox Nuvera is voorzien van een LCD-scherm. Zie Specificaties van toetsenbord, muis en beeldscherm voor informatie over de mogelijkheden. Afhankelijk van de locatie en/of verlichting in de werkomgeving, wilt u misschien kleine aanpassingen in de scherminstellingen maken. OPMERKING: Voor het beste kijkgemak dient u een lage (maar wel goed zichtbare) helderheidsinstelling te selecteren.
De helderheid van het scherm aanpassen (voor monitor zonder toetsen op het voorpaneel) 1. In de gebruikersinterface [Instelling: LCD-monitor] selecteren. 2. Het venster LCD-monitor verschijnt. 3. De helderheid is standaard ingesteld op Maximum. Het helderheidsbedieningspaneel verschijnt door te klikken op de pijltoets Omhoog of Omlaag. 4. Op de pijltoets Omhoog of Omlaag blijven klikken om de helderheid te verlagen of te verhogen. U ziet dat de helderheid van het scherm verandert. 5. Wanneer u tevreden bent met de nieuwe instelling, klikt u op <Sluiten>. OPMERKING:De heldherheidsniveau-indicator verdwijnt wanneer er gedurende 5 seconden geen aanpassingen zijn gemaakt.
De helderheid van het scherm aanpassen (voor monitor met toetsen op het voorpaneel)
1. De toets Menu indrukken. 2. Helderheid selecteren. 3. Op de pijltoets Omhoog of Omlaag drukken om de helderheid aan te passen.
Page 33 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adj_20.htm3/29/2007 1:56:58 PM
Systeemsoftware en -hardware beheren
Systeemsoftware en -hardware beheren Wanneer u een softwarepatch of upgrade dient te installeren of nieuwe hardware wilt aansluiten, gebruikt u het Xeroxhulpprogramma voor systeeminstallatie.
Toegang tot het Xerox-hulpprogramma voor systeeminstallatie 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Systeem: Software installeren. 2. Een keuze maken uit een van de voorzieningen. 3. De instructies op het scherm volgen. Raadpleeg de online Help van de Xerox Nuvera voor meer informatie over dit hulpprogramma. U kunt de Help rechtstreeks openen via de gebruikersinterface. 4. Klik op <Sluiten>.
Schijfoverschrijving uitvoeren Met behulp van deze procedure kan de systeembeheerder gevoelige gegevens wissen van alle vaste schijven (zoals de systeemschijf en beeldschijven). De schijfoverschrijvingsfunctie is gebaseerd op de huidige DocuSP-gegevensoverschrijvingsfunctie. Het wisalgoritme en de wispatronen voldoen aan de overschrijvingsvereisten van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. OPMERKING: Deze toepassing werkt alleen als de schijfoverschrijvingssoftware (Disk Overwrite) met bijbehorende licentie aanwezig zijn. De schijfoverschrijvingssoftware staat op een cd die deel uitmaakt van de schijfoverschrijvingsset. De software moet geïnstalleerd zijn voordat u de licentie activeert. De systeembeheerder vragen werkzaamheden met betrekking tot schijfoverschrijving uit te voeren.
Page 34 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_40.htm3/29/2007 1:24:12 PM
Tellers aflezen
Tellers aflezen Hieronder vindt u een beschrijving van wat elke teller bijhoudt. Zorgen dat u uw regio correct heeft aangegeven.
Tellerregio's Regio 1
Regio 2
Regio 3
NASG-US
FX
NASG-CAN
ESG FXAP DMO-E DMO-W China APO
Beschrijving van de tellers Tellerregistratieregio 1 Teller A - Geeft het totale aantal afgedrukte paginazijden op de afleveringsbestemming weer. Teller B - Geeft het totale aantal afgedrukte paginazijden weer voor elk beeld van de opdracht tot en met het laatste vel van de tiende set. Teller C - Geeft het totale aantal afgedrukte paginazijden weer voor alle opdrachten die een breekpuntwaarde hebben bereikt. Teller D - Geeft het totale aantal afgedrukte paginazijden weer voor alle beelden van een opdracht die een breekpuntwaarde hebben overschreden.
Tellerregistratieregio 2 Teller 1 - Totale aantal afgedrukte paginazijden op de afleveringsbestemming. Teller 2 - Totale aantal afgedrukte paginazijden op vellen die breder zijn dan 9 inch. Teller 3 - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor sets 11-18. Teller 4 - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor set 19. Teller 5 - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor alle opdrachten die een breekpuntwaarde hebben bereikt. Teller 6 - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor alle beelden van een opdracht die een breekpuntwaarde hebben overschreden.
Tellerregistratieregio 3 Teller A - Geeft het totale aantal afgedrukte paginazijden op de afleveringsbestemming weer. Teller B - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor alle opdrachten die een breekpuntwaarde hebben bereikt. Teller C - Totale aantal afgedrukte paginazijden voor alle beelden van een opdracht die een breekpuntwaarde hebben overschreden.
Page 35 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_30.htm3/29/2007 1:24:11 PM
Factureringsinformatie verkrijgen
Factureringsinformatie verkrijgen Met behulp van de factureringsfunctie kan de gebruiker Xerox-tellergegevens bekijken en afdrukken.
Wat is het nut van factureringsinformatie? Een paar voorbeelden waarom u tellergegevens nodig heeft: ●
●
●
●
U kunt gebruiksinformatie van het systeem verkrijgen om het bijbestellen van verbruiksartikelen beter te kunnen plannen. Tijdens een serviceoproep kunt u gevraagd worden tellergegevens op te halen om een servicetechnicus te helpen bij het identificeren van problemen met uw systeem. Afhankelijk van de voorwaarden van uw aankoopovereenkomst, kan het nodig zijn om tellergegevens op te halen en af te drukken voor facturering door Xerox. Als het apparaat wordt gebruikt door personeel in ploegendiensten, kunnen tellergegevens worden afgedrukt om het systeemgebruik van elke ploeg na te gaan.
Factureringsinformatie verkrijgen 1. In de gebruikersinterface klikt u op [Systeembeheer: Tellerregistratie]. Het dialoogvenster Tellerregistratie verschijnt. 2. Wanneer het dialoogvenster Tellerregistratie is geopend, kunt u de informatie afdrukken of telefonisch doorgeven aan de servicevertegenwoordiger. Meer informatie over wat elke teller registreert kunt u vinden in Tellers aflezen. 3. Op <Sluiten> klikken. OPMERKING: Afhankelijk van de beveiligingsinstelling van uw systeem, bent u al dan niet in staat om tellergegevens op te halen. Contact opnemen met uw systeembeheerder voor het aanpassen van de beveiligingsinstelling van uw systeem.
Page 36 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_20.htm3/29/2007 1:24:11 PM
Beheer van de printer
Beheer van de printer Met de toets Afdrukbeheer kunnen de algemene instellingen van de printer worden beheerd, waaronder de afdrukkwaliteit, de soorten papier die zijn geplaatst en het inschakelen/uitschakelen van de papierladen. Hieronder kunt u meer te weten komen over dit deel van de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera.
Tabbladen Afdrukbeheer Papierladen: Toont de status van alle papierladen en de papiersoorten die aan de laden zijn toegewezen. In de kolommen worden de eigenschappen van het papier getoond en de specificaties die voor de laden zijn ingesteld. Papierbibliotheek: Als de licentie van het productiviteitspakket op uw systeem is ingeschakeld, is de database van de papierbibliotheek beschikbaar. In de papierbibliotheek kunt u een complete lijst zien met de papiersoorten die op het apparaat aanwezig zijn en een lijst met alle papiersoorten die geschikt zijn voor het systeem. Via dit tabblad kunnen ook nieuwe papiersoorten worden toegevoegd. De online help raadplegen voor meer informatie. Afwerking: Dit tabblad wordt gebruikt voor het instellen of inschakelen van de beschikbare afwerkopties. Rechtsklikken op een afwerkeenheid om de eenheid in of uit te schakelen of de eigenschappen weer te geven. Stapelen: Via dit tabblad kunt u de uitlegtafel inschakelen of uitschakelen (indien aanwezig op uw systeem). Ook kunt u via de tabblad de instellingen voor alle uitlegtafels in uw systeem bekijken en beheren. Afdrukkwaliteit: Dit tabblad wordt gebruikt om de parameters voor printerdensiteit en afdrukkwaliteit voor opdrachten met bestandsindeling PostScript/PDF, PCL en TIFF te wijzigen.
Papierladen beheren Met het tabblad Papierladen kunnen de volgende handelingen worden beheerd: ●
Eigenschappen van papierladen openen
●
Papiereigenschappen instellen
●
Papierlade in- of uitschakelen
●
Papierlade bijvullen
●
Reiniging in- of uitschakelen
●
Papierformaatcontrole in- of uitschakelen
●
Papier plaatsen en programmeren
Voor meer informatie Papierladen instellen raadplegen.
Afwerkeenheden beheren Met het tabblad Afwerking kan de status van de interne en externe afwerkeenheden worden weergegeven. TIP: Klik voordat u opdrachten uitvoert op [Printerbeheer: Afwerking] om snel te bepalen welke soorten afwerkeenheden momenteel beschikbaar en geconfigureerd zijn. OPMERKING: Vraag uw systeembeheerder om de instellingen op het tabblad Afwerking te wijzigen.
Wat zijn interne en externe afwerkeenheden? Interne afwerkeenheid: bijvoorbeeld nietapparaat en onderste opvangbak/AVH-module. – Naam: geeft de naam van het apparaat weer. – Status: geeft aan of de afwerkeenheid ingeschakeld of uitgeschakeld is. Externe afwerkeenheid: externe afwerkeenheden kunnen eenheden zijn zoals DFA-overeenkomstige afwerkeenheden van andere merken, die op de printer kunnen worden aangesloten. Dit veld is niet beschikbaar als er geen externe afwerkeenheid op de printer is geïnstalleerd.
Uitlegtafels beheren Page 37 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_10.htm (1 of 2)3/29/2007 1:56:59 PM
Beheer van de printer
Met het tabblad Stapelen kan de status worden bekeken van de uitlegtafels die in het systeem zijn geconfigureerd. TIP: Klik voordat u opdrachten uitvoert op [Printerbeheer: Stapelen] om snel te bepalen welke soorten afwerkeenheden momenteel beschikbaar en geconfigureerd zijn. OPMERKING: Vraag uw systeembeheerder om de instellingen op het tabblad Stapelen te wijzigen.
Afdrukkwaliteit beheren Op het tabblad Afdrukkwaliteit in Afdrukbeheer kunnen de algemene instellingen voor densiteit en resolutie voor op het systeem ondersteunde bestandstypen worden geselecteerd. Als u herhaaldelijk te maken hebt met afdrukkwaliteitsproblemen (bijvoorbeeld, als uw opdracht te licht of te donker is), moet u de instellingen van de afdrukkwaliteit controleren op het tabblad Afdrukkwaliteit van Afdrukbeheer. Raadpleeg Afdrukkwaliteitsproblemen oplossen voor meer informatie. TIP: Klik voordat u opdrachten uitvoert op [Printerbeheer: Afdrukkwaliteit] om snel te bepalen welke algemene apparaatinstellingen voor densiteit en resolutie momenteel geconfigureerd zijn. OPMERKING: Vraag uw systeembeheerder om de instellingen voor densiteit en resolutie op het tabblad Afdrukkwaliteit te wijzigen.
Logfunctie voor de gebruikersinterface Met deze toepassing worden de handelingen van de operateur bijgehouden. De klant kan het logboek inzien en nagaan welke handelingen door de operateur zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld of er opdrachtparameters, wachtrij-instellingen, systeeminstellingen of printereigenschappen zijn gewijzigd. De Log-console inschakelen en bekijken: 1. Selecteer Systeem: Log-console. 2. Klik op Logfunctie inschakelen.
Page 38 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_10.htm (2 of 2)3/29/2007 1:56:59 PM
Systeembronnen beheren
Systeembronnen beheren Dit gedeelte bevat een overzicht van het systeembeheer en enkele van de belangrijkste configuratiehulpmiddelen, zoals Wachtrijbeheer, waarmee operateurs te maken krijgen. De Handleiding voor systeembeheerders raadplegen voor meer informatie. Beheer van de printer Factureringsinformatie verkrijgen Tellers aflezen Systeemsoftware en -hardware beheren Papierbibliotheek beheren Werken met wachtrijen DFA-configuraties beheren voor afwerkeenheden van derden
Page 39 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_00.htm3/29/2007 1:56:57 PM
De papierbibliotheek beheren
Papierbibliotheek beheren OPMERKING: Het tabblad Papierbibliotheek (in Afdrukbeheer) is alleen beschikbaar op systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is geïnstalleerd en ingeschakeld. Met behulp van het tabblad Papierbibliotheek kunt u papier toevoegen aan de groep papiersoorten waarop mag worden afgedrukt. U kunt kenmerken vastleggen voor een papier (zoals formaat, kleur, type en gewicht) en een naam toewijzen om het papier met de bijbehorende kenmerken te kunnen herkennen. De standaardpapiernamen Main, Aux en Auto zijn ook beschikbaar.
Papierbeheer Zodra een papiersoort is gedefinieerd, een naam heeft gekregen en is opgeslagen als een nieuwe papiersoort, kan hiernaar op eenvoudige wijze worden verwezen vanuit de papierlijst, die toegankelijk is vanuit veel verschillende locaties in de DocuSP-software. U kunt de volgende taken uitvoeren vanuit het tabblad Papierbibliotheek: ●
Een nieuwe papiersoort instellen in de papierlijst
●
Een papiersoort wijzigen
●
Een papiersoort kopiëren
●
Papiervariant verwijderen
●
Een papiersoort aan een papierlade toewijzen
●
Een papiersoort uit een toegewezen lade verwijderen
●
Een papiersoort aan een voorkeurslade toevoegen
●
Reiniging in- of uitschakelen
●
Papiersoorten tonen of verbergen
●
Papierinstellingen importeren of exporteren
De papierlijst De papierlijst is een scherm in de gebruikersinterface dat toegankelijk is vanuit veel verschillende locaties in de DocuSP-software. Een papier met een naam kan op eenvoudige wijze worden geselecteerd in deze lijst en in verscheidene situaties worden gebruikt. Voorbeelden van activiteiten waarbij de papierlijst wordt gebruikt zijn onder andere: ●
Een papier met een naam aan een opdracht toewijzen
●
Een papier met een naam toewijzen als standaardpapier voor een wachtrij
●
Een papier met een naam toewijzen als standaardpapier voor tussenschietvellen
●
Een papier met een naam toewijzen aan een of meer omslagen
●
Een papier met een naam aanwijzen om te worden gebruikt als speciale pagina
Papier instellen en beheren 1. Afdrukbeheer openen. 2. Het tabblad Papierbibliotheek kiezen. 3. [Nieuw papier...] selecteren in de keuzelijst Papier om het dialoogvenster Nieuw papier te openen. 4. Een naam voor het nieuwe papier invoeren in het veld Naam. 5. De lade voor dit papier selecteren met de toets [Toevoegen aan laden...] en op klikken. 6. Papiereigenschappen selecteren met de besturingselementen Formaat/Kleur, Soort/Gewicht en Coating. 7. Eventueel opmerkingen invoeren over het papier door de toets Opties te selecteren. 8. Op <Sluiten> klikken. De online help in de gebruikersinterface van het systeem raadplegen voor meer informatie over de papierbibliotheek.
Page 40 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/admin_50.htm3/29/2007 1:24:12 PM
Annotaties toevoegen
Annotaties aan opdrachten toevoegen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. De volgende informatie is zowel op afdruk- als kopieeropdrachten van toepassing. Er kunnen momenten zijn waarop u extra gegevens aan een opdracht wilt toevoegen. Met de toepassing Annotatie kunt u deze speciale aanduidingen toevoegen: ●
●
●
Paginanummers: kunnen worden geconfigureerd om overal op elke pagina te verschijnen Watermerken: geven aan de lezer van het document aan dat het document Vertrouwelijk, Concept,, enzovoort is. Het watermerk verschijnt als schaduwtekst achter de echte tekst van de pagina Datumstempels
Annotatie kan een wachtrij-instelling zijn. Elke opdracht die naar die wachtrij wordt verzonden krijgt een annotatie. Bij Xerox Nuvera-systemen die over de Productiviteitspakketlicentie beschikken, kunnen meerdere wachtrijen via Wachtrijbeheer nieuwe wachtrijen maken. Op Xerox Nuvera-systemen zonder Productiviteitspakketlicentie worden systeemvoorkeuren ingesteld. Standaard zijn alle annotaties uitgeschakeld. Afdrukopdrachten verwijzen naar opdrachten die opnieuw op het apparaat worden afgedrukt. Alle opdrachten die worden verzonden via een driver gebruiken het watermerk dat in de driver beschikbaar is. Als er een wachtrij voor annotaties is ingesteld en er een afdrukopdracht in die wachtrij binnenkomt, wordt deze in de wachtrij-eigenschappen geannoteerd.
Annotaties toevoegen aan afdruk- en kopieeropdrachten 1. Vanuit de afdruk- of kopieerservice op het tabblad Aflevering klikken. 2. Klik op Annotaties. OPMERKING: Letten op de tekst van de toets Annotaties. Deze toont welke soorten annotaties op dat moment zijn ingeschakeld. 3. Het venster Annotaties verschijnt. Een vinkje plaatsen in een of meer van de selectievakjes van annotatietypen. De selectievakjes van annotatietypen die u niet wilt gebruiken uitschakelen. 4. Klik op Kopiëren of Afdrukken als u tevreden bent met de instellingen.
Annotaties configureren 1. U kunt configureren hoe elk type annotatie moet verschijnen door op Kopieerservice te klikken. 2. Het tabblad Aflevering selecteren. 3. Op Aantekeningen klikken. 4. Op Instelling klikken. 5. Op een van de tabbladen voor annotatietypen klikken. Het venster Annotatie verschijnt. 6. Uw keuzes maken. Klik op OK als u tevreden bent met de instellingen en klik vervolgens op Kopiëren. De online Help raadplegen voor meer informatie over het werken met de besturingselementen voor annotaties.
Page 41 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_091.htm3/29/2007 1:24:14 PM
Remote Workflow-software gebruiken
Remote Workflow-software (DRW) gebruiken Met de Remote Workflow-software krijgt u vanaf een externe client (bijvoorbeeld uw eigen computer) toegang tot de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera. Dankzij de Remote Workflow-software is de functionaliteit van de Xerox Nuvera beschikbaar op een extern bureaublad, zodat de gebruiker vanaf een willekeurige computer op het netwerk alle functies van de Xerox Nuvera kan gebruiken. OPMERKING: Voor de nieuwe grote releases van DocuSP is een bijgewerkte versie van de DRW-software vereist. Controlen of u de juiste DRW-versie heeft voor uw versie van DocuSP-software. Contact opnemen met uw systeembeheerder om Remote Workflow-software op uw computer te installeren en te configureren. Raadpleeg voor alle informatie over Remote Workflow en het installeren van de software het document DocuSP Remote Workflow.
Page 42 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_090.htm3/29/2007 1:24:14 PM
Standaardsysteemopties aanpassen
Standaardsysteemopties aanpassen Als uw workflow vereist dat u apparaatinstellingen gebruikt die verschillen van de standaardinstellingen van het systeem, of wanneer u continu afdrukt op papier dat niet het standaardpapier is, kan het doorlopen van alle gebruikersinterfaceschermen voor het programmeren van uw opdrachten tijdrovend zijn. De standaardinstellingen van de Xerox Nuvera kunnen volledig door de systeembeheerder worden aangepast, waardoor het opdrachten sneller en gemakkelijker kunnen worden geprogrammeerd. Een aantal van de standaardinstellingen van het systeem die voor uw eigen werkstroom kunnen worden aangepast zijn onder andere: ●
type opdracht
●
afwerkingsopties
●
beeld bewerken
●
PDL (Page Description Language, TIFF, PostScript, etc.) resolutie-instellingen
De huidige standaardopties van de printer bekijken op systemen met een enkele wachtrij Als de Productiviteitspakketlicentie niet op uw systeem is ingeschakeld: 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Printer: Standaardinstellingen. Het venster met standaardinstellingen van de printer verschijnt. 2. In de interface met tabbladen, elk tabblad selecteren om de huidige instellingen te bekijken. 3. Contact opnemen met uw systeembeheerder om de instellingen aan te passen.
De huidige standaardopties van de printer bekijken op systemen met meerdere wachtrijen Als de Productiviteitspakketlicentie op uw systeem is ingeschakeld: 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Wachtrijbeheer klikken. Het venster Wachtrij verschijnt. 2. Klik met uw rechtermuisknop op de wachtrij en selecteer [Eigenschappen]. Het venster Eigenschappen verschijnt. 3. In de interface met tabbladen, elk tabblad selecteren om de huidige instellingen te bekijken. 4. Contact opnemen met uw systeembeheerder om de instellingen aan te passen.
Algemene systeeminstellingen aanpassen De volgende standaardinstellingen van het systeem kunnen op ieder moment door een systeembeheerder worden gewijzigd via het menu Instellingen: Voorkeursinstellingen systeem. ●
Opdrachtbeleid: bijvoorbeeld, Actie van systeem wanneer papier op is
●
Standaardfontsets gebruiken/Fonts vervangen: Ingeschakeld/Uitgeschakeld
●
Papiersoort vervangen toestaan
●
Opdrachtlocaties opslaan
●
Standaardopstartscherm (Kopiëren, Afdrukken, Opdrachtbeheer, Afdrukken uit bestand)
●
Ladebevestiging
●
Standaardinstellingen opdrachtverwerking
●
Internationale instellingen
●
Planningsmode
OPMERKING: Contact opnemen met uw systeembeheerder om de systeemvoorkeuren te configureren. OPMERKING: Raadpleeg de online Help van de Xerox Nuvera voor meer informatie over de voorkeursinstellingen van het systeem.
Page 43 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_080.htm3/29/2007 1:24:21 PM
Een opgeslagen opdracht vinden met Opdrachtbeheer
Een opgeslagen opdracht vinden om af te drukken Zoeken naar opdrachten (kopieer-, afdruk- of scanopdrachten) die op de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera zijn opgeslagen, kan op twee manieren: ●
Via de optie Opdrachtbeheer van de gebruikersinterface
●
Via de optie Afdrukken uit bestand van de gebruikersinterface
Een opgeslagen opdracht vinden in Opdrachtbeheer Met de toets Opdrachtbeheer kunt u een aantal taken op opdrachtniveau uitvoeren, zoals: ●
Voorbeeld weergeven
●
Vasthouden
●
Voorrang geven
●
Verplaatsen
●
Kopiëren
●
Doorsturen
Verder kunt u afdrukopdrachten ophalen en afdrukken die op het systeem zijn opgeslagen. 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Opdrachtbeheer. 2. Selecteer het tabblad Opgeslagen opdrachten om de lijst met opgeslagen opdrachten te openen. 3. Dubbelklik in deze lijst op de opgeslagen opdracht die u wilt afdrukken. Het venster met afdrukeigenschappen verschijnt. OPMERKING: De opdrachtkaartindeling wordt standaard gekozen, omdat dit het bestandstype is dat wordt gebruikt om de gehele opdracht af te drukken. Indien u een ander bestandstype selecteert, krijgt u niet de gehele opdracht. Bijvoorbeeld, wanneer u TIFF selecteert, drukt het systeem alleen het TIFF-beeld af. De opdracht wordt afgedrukt zonder de oorspronkelijke opdrachtprogrammeringsopties. 4. Selecteer of wijzig de gewenste programmeringsinstellingen. 5. Als u tevreden bent met de instellingen, klikt u op Afdrukken.
Een opgeslagen opdracht vinden via Afdrukken uit bestand 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Afdrukken uit bestand. 2. Het tabblad Bestanden selecteren. 3. Selecteer Bladeren om naar het bestand te gaan dat u wilt afdrukken. 4. Dubbelklik in de bestanden van het bladervenster op de gewenste opdracht. Het venster met afdrukeigenschappen verschijnt. 5. Selecteer of wijzig de gewenste programmeringsinstellingen. 6. Klik op Afdrukken als u tevreden bent met uw instellingen.
Page 44 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_060.htm3/29/2007 1:24:14 PM
Opdrachten opslaan en bewaren
Opdrachten opslaan en bewaren Opdrachten (kopieer-, scan- en afdrukopdrachten) kunnen worden verzonden en geprogrammeerd om in de map Opgeslagen opdrachten op de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera (DocuSP) te worden geplaatst. Als opdrachten eenmaal zijn opgeslagen, kunnen ze op ieder moment opnieuw worden afgedrukt. OPMERKING: Het scannen en kopiëren van opdrachten is alleen beschikbaar als uw systeem de geïntegreerde documentscanner heeft.
Opdrachten opslaan en bewaren Kopieeropdrachten 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 2. Het tabblad Geavanceerd selecteren. 3. Typ een opdrachtnaam in het tekstvak Opdrachtnaam. 4. Selecteer de bestemming van de opdracht (Afdrukken, Afdrukken en opslaan, Opslaan of Opslaan als achtergrondformulier). Indien de opdracht wordt opgeslagen, de keuzelijst Opslaglocatie gebruiken om de opslaglocatie te selecteren. 5. Indien de opdracht wordt opgeslagen, de indeling kiezen waarin u de opdracht wilt opslaan. 6. Stel de opdrachteigenschappen in. 7. Klik op als u tevreden bent met uw instellingen. Voor meer informatie raadpleegt u Een kopieeropdracht instellen.
Scannen naar bestand 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Scannen naar bestand. 2. Selecteer het tabblad Basis (dit is standaard geselecteerd). 3. Typ een opdrachtnaam in het tekstvak Opdrachtnaam. 4. De keuzelijst Opslaglocatie gebruiken om de opslaglocatie te selecteren. 5. De indeling waarin u de opdracht wilt opslaan kiezen. Voor meer informatie raadpleegt u In welke indeling moet ik opslaan? 6. Stel de opdrachteigenschappen in. 7. Klik op Scannen als u tevreden bent met de instellingen. Voor meer informatie raadpleegt u Een scanopdracht instellen.
Afdrukken vanuit bestand 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Afdrukken uit bestand. 2. Selecteer het tabblad Bestanden (dit is standaard geselecteerd). 3. Klik op Bladeren om een opdracht te zoeken en te selecteren. 4. Selecteer de map van de opdracht in het vervolgkeuzemenu Zoeken in. 5. Selecteer de bestemming van de opdracht (Afdrukken, Afdrukken en opslaan, Opslaan of Opslaan als achtergrondformulier). Indien de opdracht wordt opgeslagen, de keuzelijst Opslaglocatie gebruiken om de opslaglocatie te selecteren. 6. Indien de opdracht wordt opgeslagen, de indeling kiezen waarin u de opdracht wilt opslaan. Voor meer informatie raadpleegt u In welke indeling moet ik opslaan? 7. Stel de opdrachteigenschappen in. 8. Klik op Afdrukken als u tevreden bent met de instellingen. OPMERKING: Op het tabblad Opdrachtbeheer > Opgeslagen opdrachten worden alle opdrachten vermeld die in de map staan die door de gebruiker is opgegeven via Voorkeursinstellingen systeem. Voor meer informatie raadpleegt u Een afdrukopdracht instellen.
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_050.htm3/29/2007 1:24:13 PM
Page 45 of 231
Documenten met gemengde origineelformaten kopiëren
Documentensets met gemengde origineelformaten kopiëren OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Het kan voorkomen dat de documentenset die u wilt kopiëren uit verscheidene origineelformaten bestaat. De AOD van de Xerox Nuvera kan worden geprogrammeerd voor het doorvoeren van sets documenten die uit originelen van verschillende afmetingen bestaan. Stel dat een gebruiker verschillende originelen wil samenvoegen tot één samenhangend document. De set bestaat uit A4-originelen (8,5 x 11 inch) en A3-originelen (11 x 17 inch). De gebruiker kan deze originelen in de AOD plaatsen, zodat de 11 inch kant als eerste wordt ingevoerd. Wanneer Gemengde origineelformaten (MSO) is geselecteerd, verwerkt het systeem de documentenset. Er zijn een aantal beperkingen bij gebruik van deze toepassing. Zie de secties hieronder voor meer informatie. OPMERKING: De standaardinstelling voor MSO is UIT. De standaardinstelling van MSO kan niet worden ingesteld.
Indien Gemengde origineelformaten NIET is geselecteerd: ●
Sommige opdrachten en toepassingen werken misschien niet wanneer de toepassing Gemengde origineelformaten niet is geselecteerd.
●
Alle afdrukken worden gemaakt op het papierformaat van het grootste origineel.
●
Beelden van kleinere originelen worden in de linkerbovenhoek van het afdrukpapier geplaatst.
OPMERKING: Wanneer MSO (gemengde origineelformaten) is ingeschakeld en u plaatst een set documenten van hetzelfde formaat, wordt de opdracht verwerkt zonder fouten of waarschuwingen.
Wanneer Gemengde origineelformaten (MSO) WEL is geselecteerd: ●
De toepassingen MSO en 1 op 2-zijdig kunnen niet tegelijkertijd zijn geselecteerd.
●
Verkleinen/vergroten (V/V) moet worden ingesteld op 100%.
●
Speciale pagina's (omslagen, uitzonderingspagina's, invoegingen) kunnen niet worden gebruikt.
●
Katernen kunnen niet worden gebruikt.
●
X-op-1 kan niet worden gebruikt.
Documenten met gemengde origineelformaten kopiëren 1. De documentenset in de AOD plaatsen. De set moet zo worden geordend dat de invoerranden van alle vellen dezelfde breedte hebben. 2. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren en vervolgens op het tabblad Beeld bewerken. 3. Op het tabblad Beeld bewerken op de toets Origineelformaat klikken. 4. Het keuzerondje Gemengde origineelformaten inschakelen. Rekening houden met de beperkingen die voor deze functie gelden met betrekking tot de origineelformaten die worden geaccepteerd. 5. Op <Sluiten> klikken.
Page 46 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_040.htm3/29/2007 1:24:22 PM
Werken met opdrachtkaarten
Werken met opdrachtkaarten Opdrachtkaarten zijn verzamelingen van opgeslagen opdrachtinstellingen. Door het opslaan van opdrachtinstellingen van vorige opdrachten kan dezelfde of een andere gebruiker het apparaat snel instellen om dezelfde handelingen uit te voeren. Dit bespaart u erg veel tijd wanneer u veel originelen hebt die dezelfde opdrachtinstellingen vereisen. In plaats van uw opdrachten opnieuw te programmeren of een andere gebruiker dit te laten doen, kunt u vertrouwen op opdrachtkaarten. Deze instellingen kunnen bevatten: ●
Aantal pagina's
●
Speciale pagina's, zoals omslagen, tabbladen, etc.
●
Afdrukkwaliteitsinstellingen
●
Beeldaanpassingen (formaat aanpassen, centreren, verkleinen/vergroten, etc.)
●
Afwerkopties
Opdrachtkaarten kunnen vanaf een externe clientcomputer via FreeFlow Print Manager naar het systeem worden verzonden. Zie de van toepassing zijnde documentatie voor het maken van opdrachtkaarten met FreeFlow.
Werken met opdrachtkaarten Een opdrachtkaart openen: Als een opdracht eenmaal is verzonden naar de Xerox Nuvera en opgeslagen is, kan deze opgehaald worden en op een later tijdstip worden geopend. 1. Selecteer Opdrachtbeheer en vervolgens het tabblad Opgeslagen opdrachten. Zie Een opgeslagen opdracht vinden om af te drukken. 2. Het bestandstypefilter gebruiken om de opdrachtkaart te zoeken. 3. Dubbelklikken of rechtsklikken op het opdrachtkaartbestand dat u wilt openen en aanvullende programmeringskeuzen maken. 4. Als u tevreden bent over de instellingen, klikt u op Afdrukken onderaan het venster.
Page 47 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_030.htm3/29/2007 1:24:13 PM
Uitleg over programmering op opdracht- en segmentniveau
Uitleg over programmering op opdracht- en segmentniveau OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Programmering op opdracht- en segmentniveau wordt gebruikt in combinatie met Opbouw-opdracht. U kunt instellingen bepalen voor zowel een hele scanopdracht met meerdere segmenten als instellingen binnen kleine segmenten van een dergelijke scanopdracht.
Opdrachtprogrammering Programmering op opdrachtniveau is van toepassing op de hele opdracht. Opdrachtniveau-instellingen worden geprogrammeerd tijdens het scannen of kopiëren van het eerste segment en zijn niet beschikbaar voor programmering tijdens de rest van het opbouwopdrachtproces. Voorbeelden van opdrachtniveau-instellingen zijn: ●
Paginanummering
●
Vooromslagen
●
Annotatie
●
Nieten/afwerking
●
Aantal
●
Sets
●
Achteromslagen
OPMERKING: Aantal is een instelling op opdrachtniveau die kan worden gewijzigd tijdens volgende scans op segmentniveau.
Segmentprogrammering Toepassingen op segmentniveau gelden voor het specifieke origineel of segment van een origineel dat u wilt scannen. Voorbeelden van instellingen op segmentniveau zijn: ●
Papierkenmerken
●
Type opdracht
●
Afdrukkwaliteit
●
Invoerbron, ofwel glasplaat of AOD
●
Negatief
●
Spiegelbeeld
●
Beeldverschuiving
Nu u bekend bent met programmering op opdracht- en segmentniveau, kunt u verdergaan met Opbouw-opdracht gebruiken.
Page 48 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_025.htm3/29/2007 1:24:13 PM
Opbouw-opdracht gebruiken
Opbouw-opdracht gebruiken OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Opbouw-opdracht wordt gebruikt om meerdere scans, elk met een eigen opdrachtprogrammering, te combineren tot één, samengevoegde aflevering. Met name wordt Opbouw-opdracht gebruikt om vele verschillende documenttypen te scannen (via de AOD of de glasplaat) in aparte delen, en deze aparte scans vervolgens samen te voegen tot één afdrukopdracht.
Opbouw-opdracht wordt gebruikt om: ●
Originelen van verschillende formaten te scannen die niet tegelijkertijd kunnen worden ingevoerd en gescand.
●
Een verzameling originelen te scannen die zowel via de AOD als de glasplaat moet worden ingevoerd.
●
Meer originelen te scannen dan er tegelijkertijd in de AOD kunnen worden geplaatst (zie Specificaties van de scanner)
●
Verschillende afdrukkwaliteits- of beeldaanpassingen toe te passen op verschillende scansegmenten.
OPMERKING: Opbouw-opdracht is van toepassing op alle typen scanopdracht, maar NIET op afdrukopdrachten. Voordat u Opbouw-opdracht gebruikt, zijn er twee concepten die u moet begrijpen. Zie Uitleg over programmering op opdracht- en segmentniveau.
Opbouw-opdracht gebruiken 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. Klik vervolgens op Opbouw-opdracht in de linkerbenedenhoek van de gebruikersinterface. Het systeem bevindt zich nu in de mode Opbouw-opdracht. 2. Het eerste deel van de te scannen documentenset (Opdrachtsegment 1) in de AOD of op de glasplaat plaatsen. OPMERKING:Op dit punt dient u alle programmering op opdrachtniveau uit te voeren, aangezien deze opties niet beschikbaar zijn wanneer de overige opdrachtsegmenten worden gescand. 3. Zodra de opdrachtprogrammering is voltooid voor opdrachtsegment 1, op drukken. De overige tabbladen worden beschikbaar. Alle opties selecteren voor programmering op segmentniveau. 4. Wanneer u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op <Start>. Opdrachtsegment 1 wordt gescand. 5. Wanneer het scannen van opdrachtsegment 1 is voltooid, het tweede deel van de te scannen documentenset (opdrachtsegment 2) in de AOD of op de glasplaat plaatsen. 6. Alle opties selecteren voor programmering op segmentniveau. Onthoud dat programmering op opdrachtniveau al is ingesteld, zodat alle functies op opdrachtniveau zijn uitgeschakeld. 7. Wanneer u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op <Start>. Opdrachtsegment 2 wordt gescand. 8. Het volgende opdrachtsegment plaatsen en stappen 6, 7 en 8 uitvoeren voor de overige segmenten. 9. Om mode Opbouw-opdracht af te sluiten klikt u op <Einde Opbouw-opdracht>. De opdracht wordt afgedrukt volgens alle programmering op segment- en opdrachtniveau.
Page 49 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_020.htm3/29/2007 1:24:22 PM
Geavanceerde toepassingen
Geavanceerde publicatietoepassingen Met de Xerox Nuvera kunt u op verschillende manieren afdrukken: ●
Als uw systeem op een netwerk is aangesloten, kunt u opdrachten rechtstreeks vanaf uw bureaublad via uw internetbrowser of een hulpprogramma naar de Xerox Nuvera-printer verzenden.
●
U kunt drivers downloaden en rechtstreeks uit uw bureau-applicaties afdrukken.
●
Verder kunt u het cd-station van de Xerox Nuvera gebruiken om gegevens vanaf een cd af te drukken.
De Xerox Nuvera biedt veel publicatiegerichte opties voor het verfraaien van uw document. Als u meer wilt leren over deze mogelijkheden, gebruikt u de koppelingen links.
Page 50 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_000.htm3/29/2007 1:24:12 PM
Proefafdrukken genereren
Proefafdrukken genereren Gebruik de toepassing Proefafdruk huidige opdracht wanneer u een opdracht vrijgeeft om te worden afgedrukt of terwijl de opdracht wordt afgedrukt om te zien of de opdracht wordt afgedrukt zoals verwacht. Er wordt een enkele voorbeeldpagina van de opdracht afgedrukt, zodat u de opdrachtinstellingen kunt controleren. Met deze toepassing kunt u de afdrukkwaliteit en de geselecteerde opdrachtopties regelmatig controleren tijdens het afdrukken van de opdracht. Opdrachten die naar bepaalde afwerkeenheden worden verzonden, bijvoorbeeld naar de basisafwerkeenheid, kunnen niet worden bekeken terwijl de hoofduitlegtafel in gebruik is. Met de toepassing Proefafdruk huidige opdracht kunnen proefafdrukken naar de bovenste opvangbak van de uitlegtafel worden verzonden. Bij de toepassing Proefafdruk huidige opdracht gebeurt niet hetzelfde als wanneer u proefafdruk maakt van de hele opdracht. Wanneer u een proefafdruk van de hele opdracht maakt, wordt de hele opdracht afgedrukt en kunt u de opdracht alleen aanpassen voordat u deze naar de printer verzendt. Met de toepassing Proefafdruk huidige opdracht wordt er slechts een pagina afdrukt als voorbeeld. Bovendien kunt u de opdracht aanpassen tijdens het afdrukproces. OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar voor externe clients en is niet beschikbaar wanneer het systeem zich in de beveiligde mode bevindt. U kunt echter wel proefafdrukken maken van opdrachten met variabele gegevens.
Een proefafdruk maken van een pagina tijdens het afdrukken van de opdracht 1. Verzend een opdracht naar de wachtrij Vasthouden van de printer. 2. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht en selecteer Opdracht vrijgeven. 3. Selecteer tijdens het afdrukken van de opdracht Printer: Proefafdruk huidige opdracht. Er wordt een kopie van het volgende beeld afgeleverd in de bovenste opvangbak (net zoals wanneer u een proefafdruk maakt van de hele opdracht), terwijl de hele opdracht verder naar de uitlegtafel wordt afgedrukt. Er vallen geen delen uit de opdracht weg, want er wordt doorgegaan met het afdrukken van de opdracht. 4. Als u de eigenschappen van de opdracht wilt wijzigen, moet u met de rechtermuisknop op de opdracht klikken en Vasthouden selecteren. De opdracht wordt in de lijst met inactieve opdrachten geplaatst. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht, selecteer Eigenschappen en breng wijzigingen aan. Selecteer Vrijgeven om de opdracht terug te plaatsen in de lijst met actieve opdrachten.
Proefafdruk vanaf een client-computer Een opdracht kan niet op het client-werkstation worden geprogrammeerd tijdens het verzenden van de opdracht. Het is wel mogelijk de proefafdruk-workflow van de client te verzenden en de opdracht te laten vasthouden in een wachtrij. U kunt dan de kenmerken van de proefafdruk voor die opdracht programmeren via de gebruikersinterface van het systeem. Werken met wachtrijen raadplegen voor meer informatie.
Page 51 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/adv_092.htm3/29/2007 1:24:21 PM
De muis reinigen
De optische muis reinigen Stof en vuil dat op de Xerox Nuvera terechtkomt, kan uiteindelijk in de muis terechtkomen. Hierdoor kan het gebeuren dat de gebruiker de bsturingselementen op het beeldscherm niet meer goed kan bedienen. Afhankelijk van uw werkomgeving, dient u onderstaande stappen veelvuldig uit te voeren.
De optische muis reinigen VOORZICHTIG! Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag er geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op de Xerox Nuvera worden gegoten of gesproeid. Gebruik geen schuurmiddelen voor het reinigen van de Xerox Nuvera.
1. Reinig de buitenkant van de gehele muis met een vochtige, niet-pluizende doek. Reinig de vier kussentjes onder de muis die in contact komen met het oppervlak waarop de muis beweegt. 2. Reinig het middelste muiswiel met een vochtige, niet-pluizende doek. Rol het wiel met uw vinger om het gehele contactoppervlak te reinigen. 3. De muis oppakken en omkeren. Reinig het plastic gebied voor de plaats waar het rode licht wordt uitgezonden met een vochtig wattenstaafje. 4. Verwijder eventueel vocht dat na stap 3 is achtergebleven met een droog wattenstaafje. 5. Neem het oppervlak af waarop u de muis beweegt (de muismat of direct op de Xerox Nuvera) met een vochtige, nietpluizende doek.
Page 52 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_50.htm3/29/2007 1:24:16 PM
Het beeldscherm reinigen
Het beeldscherm reinigen Als het beeldscherm van het bedieningspaneel vuil of bevlekt raakt, deze procedure gebruiken om het te reinigen. Afhankelijk van uw werkomgeving, dient u onderstaande stappen veelvuldig uit te voeren.
Het beeldscherm reinigen VOORZICHTIG! Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag er geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op de Xerox Nuvera worden gegoten of gesproeid. Gebruik geen schuurmiddelen voor het reinigen van de Xerox Nuvera.
Aanbevolen reinigingsmaterialen: ●
Zachte, vezelvrije reinigingsdoeken.
●
Xerox glasplaat-, lens- en spiegelreiniger (onderdeel # 8R3669).
1. Een reinigingsdoek vochtig maken met Xerox glasplaat-, lens- en spiegelreiniger. 2. Het beeldscherm voorzichtig afnemen tot het vrij is van stof en vlekken. 3. Alle restanten van reinigingsmiddel verwijderen met een schone, droge doek.
Page 53 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_40.htm3/29/2007 1:24:16 PM
Gemorste toner verwijderen
Gemorste toner verwijderen Het kan gebeuren dat er toner wordt gemorst tijdens het wisselen van containers of door een lek tijdens het gebruik. Wanneer er toner wordt gemorst of per ongeluk in de papierbaan of elders in het apparaat terechtkomt, kunt u het beste het Xerox Welcome Centre bellen. Daar beschikt men over apparatuur die geschikt is om problemen met gemorste toner op te lossen. Voor infomatie raadpleegt u Contact opnemen met Xerox. WAARSCHUWING! Niet met een gewone stofzuiger proberen de toner op te zuigen. Deze typen stofzuigers zijn niet voorzien van het juiste filtersysteem.
Page 54 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_30.htm3/29/2007 1:24:15 PM
De AOD reinigen
De AOD reinigen Door het regelmatig reinigen van de AOD voorkomt u foutieve invoer. Afhankelijk van uw werkomgeving, dient u onderstaande stappen veelvuldig uit te voeren.
De AOD reinigen VOORZICHTIG! Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag er geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op de Xerox Nuvera worden gegoten of gesproeid. Gebruik geen schuurmiddelen voor het reinigen van de Xerox Nuvera.
Aanbevolen reinigingsmaterialen: ●
Zachte, vezelvrije reinigingsdoeken (onderdeel # 600S4372).
●
Xerox glasplaat-, lens- en spiegelreiniger (onderdeel # 8R3669).
Voor informatie over het bestellen van verbruiksartikelen raadpleegt u Contact opnemen met Xerox. 1. Een einde van een reinigingsdoek vochtig maken met Xerox lens- en spiegelreiniger (onderdeel # 8R3669). 2. Het bovendeksel van de documentscanner openen. De schuifrollen en alle zichtbare, zwarte oppervlakken reinigen. 3. Het bovendeksel van de documentscanner sluiten en de AOD omhoog zetten. De rollen en alle zichtbare, zwarte oppervlakken reinigen. 4. Beide delen van de glasplaat reinigen. Zie De glasplaat reinigen. 5. De AOD sluiten. OPMERKING: Het is belangrijk dat de witte schuifrollen worden gereinigd ter voorkoming van slechte papierdoorvoer, foutieve invoer en invoer van meerdere vellen.
Page 55 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_20.htm3/29/2007 1:24:20 PM
De glasplaat reinigen
De glasplaat reinigen Wanneer u kwalitatief hoogwaardige beelden wilt produceren, zonder afdrukproblemen, is het belangrijk dat u de Xerox Nuvera schoon houdt. Afhankelijk van uw werkomgeving, dient u onderstaande stappen veelvuldig uit te voeren. De glasplaat bestaat uit twee gedeelten: ●
Scanglasstrook van AOD
●
Hoofdglasplaat
Spikkels en vlekken op de scanglasstrook van de AOD kunnen zichtbaar zijn als vegen op kopieën bij gebruik van de AOD. Bovendien kan stof op de glasplaat zichtbaar zijn als spikkels op de kopieën wanneer gebruik wordt gemaakt van de glasplaat. Spikkels en stof kunnen beelddetectieproblemen veroorzaken. De scanner kan verontreiniging als deel van het beeld interpreteren en foutieve kopieën produceren.
De glasplaat reinigen VOORZICHTIG! Om schade aan het apparaat te voorkomen, geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op de Xerox Nuvera gieten of sproeien. Geen schuurmiddelen gebruiken voor het reinigen van de Xerox Nuvera.
Aanbevolen reinigingsmaterialen: ●
Zachte, vezelvrije reinigingsdoeken (onderdeel # 600S4372).
●
Xerox glasplaat-, lens- en spiegelreiniger (onderdeel # 8R3669).
Voor informatie over het bestellen van verbruiksartikelen raadpleegt u Contact opnemen met Xerox. 1. Reinigingsmiddel op de reinigingsdoek aanbrengen. 2. De gehele glasplaat schoonwrijven met een vochtige doek totdat er geen vuil of vlekken meer op de glasplaat voorkomen. 3. De scanglasstrook aan de uiterste linkerkant van de glasplaat schoonwrijven. In één richting vegen langs de tussenstrip. 4. Met een schone, droge reinigingsdoek de restanten van het reinigingsmiddel verwijderen. 5. Zie De AOD reinigen.
Page 56 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_10.htm3/29/2007 1:24:15 PM
Reinigingsprocedures
Reinigingsprocedures Om de Xerox Nuvera goed te laten blijven werken, is het belangrijk om deze met regelmatige tussenpozen schoon te maken. Afhankelijk van uw werkomgeving, is uw reinigingsschema zeer frequent of slechts af en toe. Op de koppelingen aan de linkerkant klikken voor informatie over het reinigen van het systeem.
Page 57 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_00.htm3/29/2007 1:24:15 PM
Het toetsenbord reinigen
Het toetsenbord reinigen Afhankelijk van de omgeving waar uw systeem zich bevindt, zorgt het vrijhouden van het toetsenbord van vuil en stof dat de opdrachtprogrammering snel en nauwkeurig kan gebeuren.
Het toetsenbord reinigen VOORZICHTIG! Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag er geen water of reinigingsmiddel rechtstreeks op de Xerox Nuvera worden gegoten of gesproeid. Gebruik geen schuurmiddelen voor het reinigen van de Xerox Nuvera.
Het toetsenbord kan vrij snel worden gereinigd. U wordt aangeraden de volgende handelingen uit te voeren voordat het apparaat is opgestart of nadat het apparaat volledig is uitgeschakeld aan het einde van de dag. 1. Boven een vuilnisbak het toetsenbord omkeren en voorzichtig schudden, zodat grotere vuildeeltjes eruit vallen. 2. Met behulp van een bus compressielucht (te koop bij de meeste kantoorartikelenzaken), de luchtstroom direct op de toetsen richten en eventuele stof en vuilresten wegblazen. 3. Met een licht vochtige doek het toetsenbord voorzichtig schoonwrijven, inclusief de toetsen en ieder oppervlak waarmee u contact maakt.
Page 58 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/clean_60.htm3/29/2007 1:24:20 PM
Complexe opdrachten instellen
Achtergrondformulieren gebruiken Achtergrondformulieren kunnen in afdrukopdrachten worden ingevoegd. Een achtergrondformulier is een single-page TIFF, voorbedrukte invoeging waar de afdrukopdracht op wordt gelegd. U kunt met behulp van opdrachtverzendingsinstellingen een specifiek achtergrondformulier samenvoegen met de variabele gegevens van de voorgrondopdracht. Met het gebruik van achtergrondformulieren wordt verwerkingstijd bespaard. OPMERKING: Uitzonderingspagina's en omslagen die opdrachtgegevens bevatten, worden samengevoegd en afgedrukt met achtergrondformulieren. Door het systeem gegenereerde pagina's, waaronder voorbladen, blanco omslagen/invoegingen/ uitzonderingspagina's en foutpagina's, bevatten geen opdrachtgegevens en worden derhalve niet samengevoegd en afgedrukt met het achtergrondformulier.
Een achtergrondformulier maken Als u gebruikmaakt van Kopiëren voor het maken van een achtergrondformulier (de kopieertoepassing is niet beschikbaar op het Xerox Nuvera 288 Digital Perfecting System): 1. Selecteer Kopiëren. 2. Het tabblad Geavanceerd selecteren. 3. Voer een opdrachtnaam in. 4. Selecteer onder [Bestemming]: [Opslaan als achtergrondformulier]. 5. Selecteer een opslaglocatie. De standaarddirectory voor achtergrondformulieren is: /opt/XRXnps/Resources/bf. Een opdracht afdrukken met behulp van een achtergrondformulier. 1. Selecteer Opdrachtbeheer en selecteer een opdracht. 2. Dubbelklik op de opdracht om het venster Opdrachteigenschappen te openen. 3. Selecteer het tabblad Beeld bewerken en de toets [Achtergrondformulier]. 4. Schakel het selectievakje Achtergrondformulier gebruiken in. 5. Selecteer het achtergrondformulier dat u wilt gebruiken met de toets Bladeren. 6. Selecteer een van de volgende opties: Formulierpagina's toepassen: In hele opdracht: het achtergrondformulier wordt gebruikt voor alle pagina's van de opdracht. Eén keer: het achtergrondformulier gaat een keer door de pagina's van de opdracht. Eén keer, daarna herhalen: het achtergrondformulier gaat een keer door de pagina's van de opdracht en herhaalt dit proces vanaf het punt dat u hebt ingevoerd bij Vanaf pagina. 7. Voer de horizontale en de verticale Verplaatsing in: de ingevoerde waarden veschuiven het achtergrondformulier voordat dit met het document wordt samengevoegd. De uitlijnwaarden worden links onderaan de pagina bepaald, onafhankelijk van de paginarichting. 8. Selecteer . OPMERKING: Als het beeld van het achtergrondformulier groter is dan het afdrukmateriaal, zal het systeem zoveel mogelijk van het beeld op het afdrukmateriaal afdrukken. OPMERKING: Als de beeldresolutie van het achtergrondformulier afwijkt van de opdrachtresolutie, zal het systeem de beeldgegevens van het achtergrondformulier schalen zodat de resolutie overeenkomt met die van de opdracht, voordat ze worden samengevoegd.
Als u meer te weten wilt komen over de geavanceerde taken die u kunt uitvoeren met de Xerox Nuvera, bekijk dan de koppelingen links in het venster.
Page 59 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_bf_000.htm3/29/2007 1:28:37 PM
Tabbladen gebruiken
De tabbladgeleiders van de innvoermodule gebruiken De Tabblageleiders van de invoermodule gebruiken om de invoer van tabbladen vanuit alle laden in de invoermodule te verbeteren. OPMERKING: Geen tabbladen gebruiken zonder plaatsing van de juiste tabbladgeleider in de papierlade waar de tabbladen zich bevinden. Er zijn twee tabbladgeleiders: ●
De A4/11"-tabbladgeleider
●
De A5/5,5"-tabbladgeleider
Beide tabbladgeleiders bevinden zich in steunen of in voorgevormde vakken aan de voorkant van de invoermodule.
De tabbladgeleiders van de invoermodule plaatsen 1. Uw opdracht programmeren zoals u normaal zou doen, inclusief programmering voor tabbladen als ofwel het hoofdgedeelte van de opdracht of als speciale pagina's of invoegingen. 2. Open de lade en verwijder indien nodig het papier. Plaats de papiergeleiders in de open positie, zodat ze de maat van de tabbladen kunnen aannemen. Klik hier om deze stap te bekijken. 3. Plaats de tabbladen in de lade. Het label op de lade geeft aan hoe de tabbladen moeten worden geplaatst. 4. Stel de papierladegeleiders af. Zorg ervoor dat de volledige stapel tabbladen op de juiste manier in de lade is geplaatst. Klik hier om deze stap te bekijken. 5. Leg tabbladen die verkeerd zijn geplaatst goed. Klik hier om deze stap te bekijken. 6. Zorg ervoor dat standaard, ongecoate tabbladen niet hoger worden geladen dan tenminste 12,7 mm onder de MAX-lijn. Klik hier om deze stap te bekijken. Ongeveer 100 gelamineerde of gecoate tabbladen kunnen tegelijk worden geplaatst, veel minder dus dan bij tabbladen van gewoon drukpapier. Bij een verkeerde invoer van gelamineerde of gecoate tabbladen verwijdert u een aantal tabbladen uit de lade. 7. Open de voorkant van de invoermodule. Verwijder de juiste tabbladgeleider (A4/11" of A5/5.5") uit de invoermodulesteun of het voorgevormde vak op de voorkant. Klik hier om deze stap te bekijken. 8. Plaats de juiste tabbladgeleider (A4/11" of A5/5,5"). Breng de tabbladgeleider op één lijn met de papierladegeleider. Klik hier om deze stap te bekijken. 9. Zorg dat de tabbladgeleider onder de arm van het positioneringsmechanisme van de papierladegeleider is gepositioneerd. Klik hier om deze stap te bekijken.
De tabbladgeleiders van de invoermodule verwijderen 1. Til de tabbladgeleider op totdat deze de onderkant van de arm van het positioneringsmechanisme raakt. Klik hier om deze stap te bekijken. 2. Draai de tabbladgeleider naar de tabbladen om de geleider van de arm van het positioneringsmechanisme los te maken. Klik hier om deze stap te bekijken. 3. Duw de tabbladgeleider naar voren totdat de arm van het postioneringsmechanisme los is van de geleider. Klik hier om deze stap te bekijken. 4. Verwijder de tabbladgeleider 5. Plaats de tabbladgeleider in de steun of het voorgevormde vak aan de voorkant. Zorg ervoor dat de tabbladgeleider achter de haak is geplaatst. Klik hier om deze stap te bekijken. 6. Sluit de voordeur.
Meer over het afdrukken met tabbladen en ander speciaal papier Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken raadplegen voor meer informatie.
Page 60 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_070a.htm3/29/2007 1:24:18 PM
Tabbladen gebruiken
Afdrukken/kopiëren op tabbladen en voorgesorteerd papier Vanwege de speciale procedures voor het gebruik van tabbladen, wordt u aangeraden eerst dit gedeelte te lezen voordat u op de Xerox Nuvera met tabbladen gaat werken. OPMERKING: Voor informatie over het plaatsen van tabbladen in de invoermodule, raadpleegt u De tabbladgeleiders van de invoermodule gebruiken. De tabbladgeleider moet zijn geïnstalleerd in de papierlade die de tabbladen bevat. OPMERKING: Voorgesneden tabbladen kunnen slechts aan een zijde worden bedrukt. Volledige tabbladen kunnen op beide zijden worden bedrukt, zowel enkelzijdig als dubbelzijdig.
Afdrukken of kopiëren op tabbladen Systemen met een multifunctionele afwerkeenheid ●
Gebruik aflopend gesorteerde tabbladen.
●
Plaats het papier volgens de labels van de invoerladen (5, 4, 3, 2, 1 met 5 bovenop), met de tabs aan de achterste rand.
●
Programmeer de invoerladen.
●
Selecteer afleveringsoptie N-1, met de beeldzijde omhoog.
●
●
●
●
●
●
Als u op tabbladen van formaat 8,5 x 11 inch afdrukt, moet u de tabbladen instellen als enkelzijdige uitzonderingspagina's, met een beeldverschuiving van 0,5 inch. Als u gebruikmaakt van voorbedrukte tabbladen, moet u deze toevoegen als Invoegingen. Indien de opdracht wordt afgedrukt op voorgeboorde tabbladen en voorgeboord papier, dient u ervoor te zorgen dat beide papiersoorten in de lade worden geplaatst met de voorgeboorde rand aan de invoerkant. Het systeem veronderstelt dat tabbladen "portret - rechterrand" of "landschap - onderrand" zijn. Als de opdracht anders is, dient u mogelijk 180 graden te roteren voor de hele opdracht. Als Opbouw-opdracht wordt gebruikt om de tabblad-opdracht te programmeren, selecteert u het type opbouw-opdracht: Bevat tabbladen of enveloppen. Tabbladen kunnen niet in de invoegmodule worden geplaatst.
Systemen met een afwerkeenheid van het type afwerktransportmodule/DS5000 of basisafwerkeenheid ●
Gebruik alleen oplopend gesorteerde tabbladen.
●
Plaats het papier volgens de labels van de invoerladen (1, 2, 3, 4, 5 met 1 bovenop), met de tabs aan de achterste rand.
●
Programmeer het papier van de invoerladen.
●
Selecteer afleveringsoptie N-1, met de beeldzijde omlaag.
●
●
●
●
●
●
Als u op tabbladen van formaat 8,5 x 11 inch afdrukt, moet u de tabbladen instellen als enkelzijdige uitzonderingspagina's, met een beeldverschuiving van 0,5 inch. Als u gebruikmaakt van voorbedrukte tabbladen, moet u deze toevoegen als Invoegingen. Indien de opdracht wordt afgedrukt op voorgeboorde tabbladen en voorgeboord papier, dient u ervoor te zorgen dat beide papiersoorten in de lade worden geplaatst met de voorgeboorde rand aan de invoerkant. Het systeem veronderstelt dat tabbladen "portret - rechterrand" of "landschap - onderrand" zijn. Als de opdracht anders is, dient u mogelijk 180 graden te roteren voor de hele opdracht. Als Opbouw-opdracht wordt gebruikt om de tabblad-opdracht te programmeren, selecteert u het type opbouw-opdracht: Bevat tabbladen of enveloppen. De tabbladen kunnen in de invoegmodule worden geplaatst.
OPMERKING: Als u een opdracht met voorbedrukte tabbladen afdrukt, moet u de opdracht programmeren met Uitzonderingspagina's/Invoegingen. Raadpleeg Pagina's aan uw document toevoegen voor meer informatie over afdrukken op voorbedrukte tabbladen. Voor informatie over het afdrukken op voorbedrukte tabbladen op een multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus, raadpleegt u Specificaties van de multifunctionele afwerkeenheid.
Voorgesorteerd papier instellen en gebruiken Page 61 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_070.htm (1 of 2)3/29/2007 1:24:18 PM
Tabbladen gebruiken
Voorgesorteerd papier bestaat uit meerdere vellen, zoals carbonless formulieren, meerdelig gekleurd papier, etc, die in een bepaalde volgorde moeten blijven.
Voorgesorteerd papier in de lade plaatsen 1. Klik op de toets Afdrukbeheer. 2. Dubbelklik op een rij van een volledig instelbare lade of klik er met de rechtermuisknop op. Het venster Lade-eigenschappen verschijnt. 3. Selecteer alle opties voor het papier dat u in de lade wilt plaatsen. 4. Selecteer in het menu Type de optie Voorgesorteerd papier in de lijst met papiersoorten. 5. Voer een beschrijvende naam voor het voorgesorteerde papier in (bijv., "Carbonless" of "5-delig kleur") in het tekstvak Type (de cursor zou hier automatisch naartoe moeten gaan). Deze informatie verschijnt in de kolom Type op het tabblad Laden. 6. Voer een nummer in het vak Volgorde in. Dit komt overeen met het aantal delen waaruit het voorgesorteerde papier bestaat. Als u bijvoorbeeld 3-delig carbonless papier wilt plaatsen, typt u 3 in het tekstvak Volgorde. 7. Open de volledig instelbare lade die u zojuist heeft geconfigureerd en die wordt vermeld in de kolom Type lade op het tabblad Papierladen. 8. Plaats voorgesorteerd papier dat overeenkomt met de instellingen die u heeft gemaakt in het venster Lade-eigenschappen. Voor informatie over de juiste wijze van papier plaatsen, raadpleegt u Aanbevelingen voor papiergebruik. 9. Klik op of .
Opdracht verzenden en voorgesorteerd papier kiezen Wanneer het juiste papier in de lade is geplaatst en de lade correct is geconfigureerd, kunt u een opdracht verzenden die gebruik maakt van voorgesorteerd papier. 1. Start een afdruk- of kopieeropdracht. Bij een kopieeropdracht selecteert u bijvoorbeeld Geplaatst papier uit het menu Papier op het tabblad Basis. 2. Er verschijnt een lijst van alle geplaatste papiersoorten. Kies het eerder geprogrammeerde en geplaatste papier. 3. Maak de overige programmeringskeuzes. 4. Klik op Kopiëren of Afdrukken als u tevreden bent met de instellingen. OPMERKING: Bij gebruik van tabbladen of voorgesorteerd papier geeft het systeem mogelijk aan dat u het papier opnieuw in de papierlade moet voorsorteren, wanneer er bijvoorbeeld meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd. Telkens wanneer een lade met voorgesorteerd papier is verwerkt, gaat het systeem er vanuit dat het papier in de lade op de beginpositie is teruggeplaatst.
Meer over het plaatsen van tabbladen en ander speciaal papier Plaats het papier in de richting die op de labels van de papierladen wordt aangegeven. Raadpleeg Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken voor meer informatie.
Page 62 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_070.htm (2 of 2)3/29/2007 1:24:18 PM
Meerdere papiersoorten in een enkele opdracht programmeren
Meerdere papiersoorten in een enkele opdracht programmeren U kunt nieuwe documenten maken die verscheidene papiersoorten bevatten, zoals omslagen, tabbladen, normaal papier, etc.
Een opdracht met meerdere papiersoorten programmeren OPMERKING: Ervoor zorgen dat de papierladen zijn geprogrammeerd voor het juiste geplaatste papier. Indien u een opdracht met meerdere papiersoorten wilt programmeren zonder de vereiste papiersoorten te plaatsen, genereert het systeem een aantal systeemwaarschuwingen dat het vereiste papier moet worden geplaatst. Dit vertraagt de productiviteit. Zie Papierladen instellen. 1. Stel de eigenschappen van een opdracht in via de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera. Zie Een document kopiëren of Een document afdrukken voor informatie. 2. Programmeer de papierladen voor de papiersoorten (in dit geval, omslagmateriaal, tabbladen, A4-wit, A4-blauw) die nodig zijn voor de opdracht. 3. De procedure volgen voor Pagina's aan een opdracht toevoegen. 4. Klik in de gebruikersinterface op Afdrukken.
Page 63 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_060.htm3/29/2007 1:24:19 PM
Beelden verkleinen of vergroten
Beelden verkleinen of vergroten In de mode Kopiëren kunt u de toepassing Verkleinen/vergroten gebruiken op het tabblad Basis. Met behulp van deze functie kunt u bijvoorbeeld een A3-origineel (11 x 17 inch) kopiëren en verkleinen op een standaard vel A4-papier. Het bepalen van het afdrukformaat is handig wanneer u papieren afdrukken in een bepaald papierformaat nodig heeft, terwijl de originelen verschillende formaten hebben.
Het beeld verkleinen of vergroten 1. Bepalen op welk afdrukformaat uw beeld moet worden gekopieerd. De juiste keuze maken in de keuzelijst Verkleinen/ vergroten op het tabblad Kopiëren-Basis. 2. Druk op Kopiëren OPMERKING: Het is ook mogelijk om eigen waarden in te voeren in het dialoogvenster Verkleinen/vergroten. Klikken op de menuopties Door gebruiker gespecificeerd of Onafhankelijk X-Y.
Een keuzewaarde voor Verkleinen/vergroten invoeren Indien de vooraf ingestelde verkleinings-/vergrotingswaarden niet acceptabel zijn, uw eigen waarde invoeren. 1. De optie Door gebruiker gespecificeerd of Onafhankelijk X-Y selecteren in de keuzelijst Verkleinen/vergroten. 2. De waarde van een verkleining of vergroting invoeren. Wanneer u 100% invoert, blijft de beeldgrootte ongewijzigd. Wanneer u een waarde groter dan 100% invoert, wordt het beeld vergroot. Wanneer u een waarde kleiner dan 100% invoert, wordt het beeld verkleind.
Page 64 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_040.htm3/29/2007 1:24:17 PM
Een beeld tot aan de rand van de pagina afdrukken
Een beeld tot aan de rand van de pagina afdrukken Het kan voorkomen dat u een document wilt afdrukken waarvan het beeld verderloopt dan de rand van de pagina. Een goed voorbeeld is een document met een gekleurde achtergrond die de hele pagina bedekt. Het afdrukken van dit type beeld heet "uitgevloeid" (randloze afdruk). De mogelijkheid om randloos af te drukken (volledig uitgevloeid) was voorheen alleen mogelijk door het gebruik van offset-printers. De Xerox Nuvera is geen systeem dat rand-tot-rand afdrukken ondersteunt, vanwege mogelijke afdrukkwaliteitsdefecten aan de randen van de pagina. De standaard systeeminstelling is ingesteld op een randwissing van 3 mm. Deze kan worden ingesteld op 0 mm, maar hierbij gelden afdrukkwaliteitsbeperkingen die kunnen gelden in bepaalde applicaties. OPMERKING: Wanneer u gebruik maakt van Rand-tot-rand afdrukken, is het raadzaam om Boorgatmarkeringen verwijderen uit te schakelen. Indien Boorgatmarkeringen verwijderen is ingeschakeld tijdens rand-tot-rand afdrukken en de originelen donkere randen hebben, dan bestaat de kans dat er op de afdrukken ongewenste markeringen langs de donkere rand voorkomen. Voor informatie over Boorgatmarkeringen verwijderen raadpleegt u Boorgaten uit aflevering verwijderen.
Rand-tot-rand afdrukken begint bij de client-desktop/driver en eindigt op de Xerox Nuvera Er zijn drie elementen die gezamenlijk bepalend zijn voor het inschakelen van rand-tot-rand afdrukken: ●
De juiste systeeminstellingen voor Randbehandeling op de Xerox Nuvera.
●
Een document dat is gemaakt met rand-tot-rand afdrukken.
●
De juiste instellingen voor Kantlijnen in de printerdriver.
OPMERKING: Zie Hoe kunt u afdrukken vanaf uw desktop-pc voor meer informatie over printerdrivers.
Stappen voor het inschakelen van een "volledig uitgevloeide" (randloze) afdrukopdracht: 1. Op de Xerox Nuvera op [Printer:Printerinstellingen] klikken. Het vakje Randbehandeling uit inschakelen. De randbehandeling moet uitgeschakeld zijn voordat u de afdrukopdracht verzendt. Informeren bij de systeembeheerder of het systeem op deze manier is geconfigureerd. 2. Een document maken in een pc-applicatie (Word, PhotoShop, Illustrator, etc...) dat afdrukgegevens bevat die tot de rand van de pagina doorlopen. 3. In de pc-applicatie [Bestand: Afdrukken] selecteren. Het printerdriver-venster verschijnt. 4. Op het tabblad Beeldopties klikken. Op de toets Kantlijnen klikken. De online help van de printerdriver raadplegen voor meer informatie over de instellingen. 5. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt, op klikken om het document naar de Xerox Nuvera te sturen. 6. Op de Xerox Nuvera naar Opdrachtbeheer gaan. 7. De opdracht zoeken die u zojuist heeft verzonden. Hierop dubbelklikken. Het venster Opdrachteigenschappen verschijnt. 8. Wanneer u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op . 9. Het document wordt afgedrukt en de afdrukinformatie die tot de rand van de afdrukpagina doorloopt is zichtbaar op de afdruk.
Page 65 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_030.htm3/29/2007 1:24:17 PM
Opmaakopties instellen
Opmaakopties instellen Opmaakopties of Printer spreads zijn een manier om pagina's in een andere volgorde te ordenen, zodat wanneer ze worden afgedrukt de pagina's in de juiste volgorde liggen om te worden gevouwen, ingebonden of anderszins afgewerkt. Voor meer informatie raadpleegt u Info over opmaakopties.
Opmaakopties instellen 1. Selecteer de toets Opdrachtbeheer, selecteer daarna de afdrukopdracht met opmaak en klik met de rechter muisknop om Eigenschappen te selecteren of 2. Als uw systeem over een scanner beschikt, moet u de originelen in de AOD plaatsen. 3. In het venster Eigenschappen op het tabblad Aflevering klikken en daarna de toets Opmaak selecteren. 4. Op het menu Opmaakstijl klikken. Er verschijnt een lijst van alle opmaaktypen. Opmaaktypen:
●
1, 2, 4, 6, 8, 9, 16 op één
●
Keuze X-op-1 - bepaalt automatisch het aantal beelden per vel op basis van het beeldformaat en het papierformaat
●
Katern
●
Perfect katern Andere opmaakinstellingen zijn onder meer:
●
Bindrug wissen
●
Herhaalde, opeenvolgende of afwisselende beeldplaatsing OPMERKING: Afhankelijk van het type opdracht waarmee u werkt (afdruk- of kopieeropdracht), krijgt u verschillende opmaaktypen te zien.
1. Wanneer u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op . 2. Stel eventuele andere opties in en klik, afhankelijk van uw systeem, op Kopiëren, Scannen of Afdrukken. TIP: Als u vertrouwd wilt raken met alle opmaakopties voor afdrukken en kopiëren, kunt u de online help bij de Xerox Nuvera raadplegen.
Page 66 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_020.htm3/29/2007 1:24:20 PM
Info over opmaakopties
Info over opmaakopties
Voorbeelden
Opdrachtopmaak is het proces van meerdere paginabeelden op een enkel vel plaatsen om tegelijkertijd te worden afgedrukt. Opmaak is niet van invloed op de inhoud van een paginabeeld; het is alleen van invloed op de grootte van het paginabeeld en waar de pagina's op een afdrukvel worden geplaatst.
Figuur 1
Tot de opmaakopties behoort de mogelijkheid om documenten af te drukken als 2-op-1, X-op-1 of Keuze X-op-1. Bij Keuze Xop-1 kan de gebruiker zelf opgeven hoeveel pagina's hij op één vel wil afdrukken. Het Xerox Nuvera-systeem berekent automatisch hoeveel beelden passen op papierformaat dat is geselecteerd voor de opdracht. Opmaakinstellingen kunnen worden gebruikt voor het wissen van de bindrug en het instellen van herhaalde, opeenvolgende en afwisselende beelden op afdrukken. Een katern is de naam die gegeven wordt aan een enkel vel papier of ander afdrukmateriaal dat is gevouwen. Vele boeken bestaan uit katernen. De wijze waarop katernen worden ingebonden is van invloed op de manier waarop ze moeten worden afgedrukt.
Figuur 1: (links) Geneste katernen vormen een boek met rughecht. (rechts) Gestapelde katernen vormen een perfect ingebonden boek.
Figuur 2
Voor meer informatie over het instellen van opmaakopties raadpleegt u Opmaakopties instellen.
Opmaakopties en boeken met rughecht Boeken met rughecht en kalenders bestaan uit katernen die genest zijn in één groep, waarbij er in de vouw nietjes zijn geplaatst. Wanneer katernen zijn genest, wordt de vouw of rug breder naarmate een vel verder weg is van het middenblad (zie figuur 1, links).
Figuur 2: Paginavolgorde voor een eenvoudig boek van 4 pagina's. Links zijn de originelen. Rechts staan de katernafdrukken. Nummers tussen haakjes geven de paginanummers weer op de achterkant van het katernvel.
Figuur y
OPMERKING: Het verschuiven van paginakaders gebeurt automatisch. Paginakaders moeten derhalve enigszins worden verschoven ter compensatie voor de dikte van de rug. Paginakaders worden iets van de vouw weg verschoven richting de buitenrand. Het gevolg is dat de buitenkantlijn smaller wordt. Bij een voltooid katern hebben de vellen die het dichtst bij het middenblad (met file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_010.htm (1 of 2)3/29/2007 1:24:17 PM
Page 67 of 231
Info over opmaakopties
de kleinste vouw) liggen een bredere buitenkantlijn. Wanneer een katern goed wordt gemaakt, bevinden de beelden zich op dezelfde positie op elke pagina wanneer de pagina's worden omgeslagen.
Opmaakopties en perfect ingebonden boeken
Figuur y: Paginavolgorde voor een kalenderkatern. Links zijn de originelen. Rechts staan de katernafdrukken. Nummers tussen haakjes geven de paginanummers weer op de achterkant van het katernvel.
Figuur z
Een perfect ingebonden boek bevat katernen die naast elkaar worden geplaatst, niet genest, zodat ze tezamen aan de inbindrand kunnen worden bevestigd met lijm. Pagina's worden gegroepeerd in sets van 4 (1 afgedrukt vel heeft 2 beelden op de voorkant en 2 op de achterkant). De paginabeelden worden automatisch gecentreerd binnen het paginakader. De gebruiker kan een beeldverschuiving instellen. Hierdoor wordt het gehele paginakader op de afdruk verschoven. Kantlijnen kunnen ook worden opgegeven; deze verkleinen de grootte van het paginakader. Het systeem moet vervolgens het beeld verkleinen om te passen binnen het kleinere paginakader. Wanneer beeldverschuivingen worden gecombineerd met kantlijnen, kan het beeld niet buiten het kader worden verschoven. Ieder deel van het beeld dat buiten het kader valt wordt derhalve uitgesneden.
Figuur z: (boven) Voorbeeld van katernopmaak voor een perfect ingebonden boek. (onder) Voorbeeld van katernopmaak voor een boek met rughecht. TIP: Als u vertrouwd wilt raken met alle opmaakopties voor afdrukken en kopiëren, kunt u de online help bij de Xerox Nuvera raadplegen.
Page 68 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_010.htm (2 of 2)3/29/2007 1:24:17 PM
Complexe opdrachten instellen
Complexe opdrachten instellen Naast het uitvoeren van basisopdrachten kunt u ook complexere opdrachten verwerken, zoals: ●
1-zijdige (simplex) documenten omzetten in 2-zijdige (duplex) documenten
●
Katernen maken
●
Gevouwen documenten maken
●
Afdrukken op tabmateriaal
●
Opdrachten uitvoeren met verschillende papiersoorten
●
Sets staffelen
●
Pagina's aan een document toevoegen
●
Achtergrondformulieren gebruiken
Op de koppelingen links klikken voor meer informatie over de complexere taken die de Xerox Nuvera kan uitvoeren.
Page 69 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_000.htm3/29/2007 1:24:16 PM
De invoegmodule gebruiken
Pagina's aan documenten toevoegen met de SFM-invoegmodule De SFM-invoegmodule is een invoegmodule met 2 of 4 laden die wordt gebruikt om pagina's in te voegen. Gebruik de SFMinvoegmodule om omslagen, invoegingen en tussenschietvellen aan uw documenten toe te voegen. De SFM-invoegmodule kan tussen het afdrukgedeelte (of, indien op uw configuratie van toepassing, de herstelmodule) en de afwerkeenheid worden geplaatst. OPMERKING: Als u wilt weten hoe u omslagen, voorbedrukte tabbladen of gekleurd papier in uw opdracht invoegt met behulp van de invoegmodule op de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus, raadpleegt u Specificaties van de multifunctionele afwerkeenheid. Het toevoegen van de SFM-invoegmodule heeft geen invloed op de productiesnelheid, aangezien omslagen en invoegingen in de papierbaan worden samengevoegd nadat ze zijn gemarkeerd, waardoor er geen leemte in de pitch ontstaat. Zie voor meer informatie de beschrijving van pitch.
Vellen toevoegen met de SFM-invoegmodule Selecteer een papiersoort die zich in de SFM-invoegmodule bevindt en programmeer deze op een leeg invoegvel of een lege omslag (via het dialoogvenster Speciale pagina's). Het systeem zou blanco vellen vanuit de SFM-invoegmodule moeten invoegen wanneer dit mogelijk is. OPMERKING: Als er zich een lege pagina in het document bevindt, kunnen er mogelijk geen pagina's met de SFMinvoegmodule worden toegevoegd. De software van het systeem detecteert de lege pagina's van een document niet, waardoor er geen pagina's worden ingevoegd. Als alternatief kan in beide invoerladen van de SFM-invoegmodule hetzelfde papier worden geplaatst, waardoor de productie ononderbroken kan doorgaan door het invoegen van voorbedrukt papier en het toevoegen van foto's en andere gevoelige documenten, die anders zouden kunnen worden beschadigd door de warmte van het fusergedeelte van de printer.
Page 70 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/comp_iposer_000.htm3/29/2007 1:24:19 PM
Tonerafvalcontainers vervangen
De afvalcontainer van de perforator vervangen Wanneer de afvalcontainer van de perforator in de interfacemodule van de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus de limiet heeft bereikt, verschijnt er op de gebruikersinterface een waarschuwing in het gedeelte waar de systeemberichten verschijnen. OPMERKING: Er verschijnt een waarschuwing dat de container voor 90% vol is, voordat de afvalcontainer helemaal vol is. Dit geeft u de gelegenheid om alle opdrachten die momenteel worden uitgevoerd te voltooien. Zodra de opdracht is afgedrukt, vervangt u de afvalcontainer. Als de waarschuwing verschijnt dat de container helemaal vol is, worden opdrachten pas weer door het systeem geperforeerd als de afvalcontainer is geleegd en teruggeplaatst.
De afvalcontainer van de perforator vervangen Zorg ervoor dat er geen opdrachten worden uitgevoerd. 1. Open de voorklep van de MFF-invoegmodule en zoek de zwarte afvalcontainer. 2. Verwijder de afvalcontainer door de zwarte hendel vast te pakken en de container recht naar buiten te schuiven. 3. Maak de afvalcontainer leeg. 4. Plaats de lege afvalcontainer terug. Lijn de kleine, zwarte knoppen aan beide kanten van de container uit met de bovenkant van de metalen steunen. 5. Duw de container helemaal naar binnen, totdat deze niet meer verder kan, zodat de container goed op zijn plaats zit. 6. Sluit de toegangsklep van de MFF.
Page 71 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_50.htm3/29/2007 1:29:21 PM
Nietjes in de basisafwerkeenheid vervangen
Nietjes in de basisafwerkeenheid vervangen
Video Nietcassettes in de basisafwerkeenheid vervangen
Er zijn twee formaten nietcassettes verkrijgbaar voor de basisafwerkeenheid, namelijk een nietcassette voor 30 vellen en een voor 100 vellen. U kunt de volgende procedures raadplegen voor beide soorten nietcassettes.
Figuren VOORZICHTIG! Open niet tegelijkertijd de voordeur van de basisafwerkeenheid en de deur van de nieteenheid.
Nietcassettes in de basisafwerkeenheid vervangen 1. Selecteer in de gebruikersinterface eerst [Printer en vervolgens Afwerkeenheid ontgrendelen. Het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen verschijnt. 2. Klik in het veld Lade nieteenheid op Ontgrendelen. Als het goed is, hoort u het lademechanisme klikken. 3. Trek op de basisafwerkeenheid de lade van de nieteenheid naar buiten. 4. Verwijder de te vervangen cassette door de gekleurde handgreep vast te pakken en van het nietmechanisme weg te trekken. Raadpleeg het label op de lade van de nieteenheid voor meer informatie.
Figuur 1: Nietcassette voor de basisafwerkeenheid.
5. Plaats de nieuwe cassette. 6. Duw op de basisafwerkeenheid de lade van de nieteenheid naar binnen. Als het goed is, hoort u het lademechanisme klikken. 7. In het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen moet het veld Lade nieteenheid nu Vergrendeld aangeven. 8. Selecteer in het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen de optie Sluiten. OPMERKING: De huidige software van het apparaat maakt geen onderscheid tussen de nietcassette voor 30 vellen papier en die voor 100 vellen papier. Indien de nietcassette voor 30 vellen papier in het apparaat is geplaatst en er wordt een opdracht gegeven om meer dan 30 vellen papier te nieten, dan treedt er waarschijnlijk een nietstoring op. Indien de nietcassette voor 30 vellen papier wordt gebruikt, is het de verantwoordelijkheid van de operateur ervoor te zorgen dat opdrachten voor het nieten van meer dan 30 vellen niet worden verzonden.
Page 72 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_40bfmonly.htm3/29/2007 1:29:21 PM
Nietjes vervangen in de basisafwerkeenheid
Nietjes vervangen in de basisafwerkeenheid
Video Nietcassettes in de basisafwerkeenheid vervangen
Er zijn twee formaten nietcassettes verkrijgbaar voor basisafwerkeenheid (BFM), namelijk een nietcassette voor 30 of voor 100 pagina's. De volgende procedures raadplegen voor beide soorten nietcassettes. OPMERKING: De nietcassette in de basisafwerkeenheid Plus kan worden vervangen als de overbruggingsmode van de basisafwerkeenheid Plus actief is.
Figuren
VOORZICHTIG! Open niet tegelijkertijd de voordeur van de basisafwerkeenheid en de deur van de nieteenheid.
Nietcassettes in de basisafwerkeenheid vervangen 1. In de gebruikersinterface eerst [Printer] en vervolgens [Afwerkeenheid ontgrendelen] selecteren. Het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen verschijnt. 2. In het veld Lade nieteenheid op klikken. Als het goed is, hoort u het lademechanisme klikken. 3. Op de basisafwerkeenheid de lade van de nieteenheid naar buiten trekken.
Figuur 1: Nietcassette voor de basisafwerkeenheid.
4. De te vervangen cassette verwijderen door de gekleurde handgreep vast te pakken en van het nietmechanisme weg te trekken. Het label op de lade van de nieteenheid raadplegen voor meer informatie over het verwijderen. 5. De nieuwe cassette plaatsen. 6. Duw de lade van de nieteenheid van de basisafwerkeenheid naar binnen om deze te sluiten. 7. In het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen moet het veld Lade nieteenheid nu Vergrendeld aangeven. 8. In het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen de optie <Sluiten> selecteren. OPMERKING: De huidige software in het apparaat maakt geen onderscheid tussen de nietcassette voor 30 vellen papier en die voor 100 vellen papier. Indien de nietcassette voor 30 vellen papier in het apparaat is geplaatst en er wordt een opdracht gegeven om meer dan 30 vellen papier te nieten, dan treedt er waarschijnlijk een nietstoring op. Indien de nietcassette voor 30 vellen papier wordt gebruikt, is het de verantwoordelijkheid van de operateur ervoor te zorgen dat opdrachten voor het nieten van meer dan 30 vellen niet worden verzonden.
Figuur 2: Nietcassette voor 30 vel.
Page 73 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_40.htm3/29/2007 1:29:20 PM
Nietjes vervangen
Nietjes vervangen in de afwerkeenheden Het juiste gedeelte hieronder raadplegen, afhankelijk van de configuratie van uw afwerkeenheid.
Video's Nietjes vervangen in nieteenheid in de hoofdopvangbak
Systemen met basisafwerkeenheden (BFM) Nietjes vervangen in de BFM raadplegen voor informatie over het vervangen van nietjes.
Nietjes vervangen in de katernnieteenheid
Systemen met een multifunctionele afwerkeenheid De multifunctionele afwerkeenheid beschikt over twee nieteenheden. 1. Nieteenheid in hoofdopvangbak 2. Nieteenheid in katernopvangbak Wanneer alle nietjes in een van twee nieteenheden van de Xerox Nuvera op zijn, verschijnt er een waarschuwing in het gedeelte voor systeemberichten van de gebruikersinterface. OPMERKING: De cassette van de hoofdnieteenheid moet volledig leeg zijn voordat u de oude container kunt verwijderen.
Nietjes vervangen Dubbelklikken op de systeemwaarschuwing voor informatie over de vereiste actie, evenals de locatie van de nieteenheid die uw aandacht vergt. Zie Contact opnemen met Xerox voor het juiste onderdeelnummer voor dit door de klant te vervangen onderdeel (CRU).
Nieteenheid in hoofdopvangbak 1. Als u de locatie van de nieteenheid heeft bepaald, de toegangsdeur openen en de behuizing van de nieteenheid opzoeken. Deze wordt aangeduid met een afbeelding van een nietje. 2. Het handvat van de lade van de nieteenheid vastpakken en naar u toe trekken. 3. De hendel van de nietcassette vastpakken. Om de cassette te verwijderen, de hendel omhoog bewegen en de hele cassette naar buiten trekken. 4. De volledig lege cassette omkeren. Het kapje van de nietcassette enigszins samenknijpen en vrij zetten. De cassettebehuizing draait open, waarna de lege nietcontainer zichtbaar is. 5. Erop letten hoe de container in de cassette is geplaatst. De witte hendel van de container vastpakken en de container uit de behuizing trekken. De kartonnen container weggooien. 6. De nieuwe stapel nietjes in de cassette schuiven. De witte vasthoudstrip verwijderen. 7. De cassettebehuizing terugdraaien tot deze terug op file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_30.htm (1 of 2)3/29/2007 1:24:10 PM
Page 74 of 231
Nietjes vervangen
zijn plaats zit. 8. De nietcassette terug in de nieteenheid schuiven.
Volle cassette
Laadpositie - zie de positie van de nieuwe nietcassette.
Nieteenheid in katernmodule 1. De hendel (zone 2) in de positie omhoog draaien. 2. U heeft toegang tot de katernnieteenheid (zone 4) door de katernvouwmodule in de afwerkeenheid naar buiten te trekken. 3. Rechtsonder in de module, de nieteenheid naar buiten draaien met behulp van de groene hendel. De twee nietkoppen zouden zichtbaar moeten zijn. 4. Een van de nietkoppen vastpakken en enigszins inknijpen om de lege nietcassette eruit te trekken. 5. De oude nietcassette vervangen met een nieuwe. Contact opnemen met Xerox om dit verbruiksartikel te bestellen. OPMERKING: Het oranje klemmetje verwijderen voordat u de nieuwe cassette plaatst. Dit klemmetje zorgt ervoor dat de nietjes tijdens transport en behandeling in de behuizing blijven. 6. Stappen #4 en 5 herhalen voor de tweede nietcassette. 7. De katernvouwmodule (zone 4) in de afwerkeenheid sluiten. 8. De hendel (zone 2) in de positie omlaag draaien.
Page 75 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_30.htm (2 of 2)3/29/2007 1:24:10 PM
Tonerafvalcontainers vervangen
De perforator vervangen
Perforator
Er zijn twee soorten perforatoreenheden beschikbaar met de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus: een perforator voor 3 of 4 gaatjes. De perforator wordt door een servicetechnicus van Xerox op het systeem geïnstalleerd en ingesteld. Als u op een bepaald moment wilt overschakelen naar het gebruik van een ander soort perforator, neemt u contact op met uw Xeroxvertegenwoordiger. Hij of zij kan de perforator voor 3 of 4 gaatjes bestellen. Wanneer de servicetechnicus de nieuwe perforator heeft besteld en klaar is met het uitvoeren van de NVM-instellingsprocedure, kunt u uw huidige perforator (bijvoorbeeld die voor 3 gaatjes) vervangen door de andere perforator, en de nieuwe perforator installeren.
De perforator vervangen Zie Contact opnemen met Xerox voor het juiste onderdeelnummer voor deze eenheid. Zorg ervoor dat er geen opdrachten worden uitgevoerd. U kunt ook het etiket op de binnenkant van de klep voor de MFFinvoegmodule nalezen voor verwijderinstructies. 1. Open de voorklep van de MFF-invoegmodule en zoek de perforator. 2. Zoek de zwarte hendel met de oranje strip erop. 3. Verwijder de perforator door de hendel omhoog te tillen en de perforator recht naar buiten te trekken totdat u een klik hoort. 4. Pak de bovenste, lange oranje hendel aan de bovenkant van de perforator stevig vast en gebruik de hendel om de perforator naar buiten te schuiven en uit het systeem te tillen. 5. Installeer de nieuwe perforator. Met de oranje strip naar u toe gericht en de lange oranje hendel aan de bovenkant, lijnt u de zijkanten van de perforator uit met het MFF-kanaal en schuift u de perforator recht in het kanaal. 6. Duw de perforator naar binnen totdat u een klik hoort. 7. Sluit de toegangsklep van de MFF.
Page 76 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/cru_60.htm3/29/2007 1:29:20 PM
Info over deze site
Info over deze site In deze online gebruikershandleiding vindt u een aantal toepassingen waarmee u vertrouwd zou moeten zijn om de informatie over de Xerox Nuvera snel op te pikken. Het belangrijkste is, dat u op de hoogte bent van de symbolen en de typconventies die in deze site zijn gebruikt om uw aandacht op belangrijke informatie te vestigen. Deze zijn specifiek gebruikt om uw fysieke veiligheid en de juiste werking van het apparaat te waarborgen. Deze site is ontwikkeld voor gebruik met alle meest gebruikte browsers. Als u problemen ondervindt bij het bekijken van de site, of als u een oudere versie van de browser heeft, de pagina met ondersteunde browsers raadplegen voor verdere informatie.
Methoden voor elektronische distributie van deze informatie Omdat deze elektronische documentatie voor de klant op HTML is gebaseerd, kan deze in een moderne browser worden bekeken. De ECD-bestanden kunnen als volgt worden geopend: ●
Rechtstreeks vanaf de cd op de pc, Mac of Unix-desktop van de gebruiker.
●
Vanaf de vaste schijf van de gebruiker.
●
Vanaf de intranet-server van de gebruiker.
De volgende basisstappen volgen om deze ECD op een lokaal station of intranet-webserver te plaatsen: 1. De directory "ecd_source_code" kopiëren. 2. De directory op een toegewijde vaste schijf plakken, ofwel lokaal of in een server. 3. Om de ECD te starten, de standaardpagina instellen op "home.htm". Uw systeembeheerder kan u helpen met de configuratie van dit systeem op een lokaal station of een intranet-server.
Onderwerpen afdrukken Hoewel de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule als een online-handleiding is ontworpen, kunt u de gewenste onderwerpen afdrukken.
De volledige handleiding of een reeks pagina's afdrukken Selecteer en open de volgende PDF van de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule. Selecteer het tabblad Bladwijzers om alle onderwerpen binnen de handleiding te zien. Selecteer [Bestand: Afdrukken] of het Afdrukpictogram in de werkbalk van uw browser. Zoek de reeks pagina's in het venster Afdrukken en selecteer Alle om de volledige handleiding af te drukken of voer een reeks pagina's in de velden Van en Tot in. Selecteer om af te drukken.
De pagina afdrukken die u op dit moment bekijkt Als u alleen de pagina wilt afdrukken, die u op dit moment bekijkt, selecteert u gewoon [Bestand: Afdrukken] of het Afdrukpictogram in de werkbalk van uw browser. In het venster Afdrukken, selecteert u . TIP: Sommige browsers voegen standaard hun eigen kop- en voettekst aan de afdruk toe, zoals aantal pagina's, pad van het bestand, datum, enz. Als u deze informatie wilt verwijderen: 1. Klikken op [Bestand: Pagina-instelling]. 2. De tekst in de beide tekstvakken van het veld Kop- en voettekst wissen. 3. Op klikken.
Flash- en Videocomponenten Page 77 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_usedoc_00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:33:04 PM
Info over deze site
De Flash-componenten kunnen niet worden afgedrukt. De video's kunnen evenmin worden afgedrukt. Als u zich de functie van een bepaalde toets niet kunt herinneren als u voor het apparaat staat, kunt u echter altijd de online-help raadplegen.
Page 78 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_usedoc_00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:33:04 PM
Een 2-zijdig document scannen
Een 2-zijdig document scannen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Sommige Xerox Nuvera-systemen zijn uitgerust met een scanner die voorzien is van alle functies voor het verwerken van documenten. De gebruiker kan derhalve snel grote documenten en 2-zijdige documenten scannen zonder de originelen opnieuw in de origineleninvoer te hoeven plaatsen.
Een 2-zijdig document scannen 1. Een origineel met de beeldzijde omhoog in de AOD plaatsen. 2. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Scannen naar bestand. 3. Op het tabblad Basis op de keuzelijst [Type opdracht] klikken. 4. Het 2-zijdige pictogram selecteren.
5. Klik op Scannen. Het origineel wordt door de AOD van de scanner aan beide zijden over de glasplaat gevoerd en daarna in de originelenopvangbak afgeleverd.
Page 79 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_s_050.htm3/29/2007 1:33:04 PM
Beeldresolutie instellen
Resolutie voor Scannen naar bestand instellen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Beeldresolutie heeft betrekking op de hoeveelheid gegevens of pixels die gebruikt worden bij het scannen van een beeld. Hoe hoger de beeldresolutie, hoe beter de beeldkwaliteit. Echter, afhankelijk van waar het beeld uiteindelijk wordt gebruikt, heeft u wellicht geen beeld met hoge resolutie nodig. Als een beeld bijvoorbeeld alleen op het web wordt bekeken, hoeft het geen resolutie van 1200 x 1200 pixels te hebben. Hieronder worden richtlijnen gegeven voor de beeldresoluties die geschikt zijn voor de verschillende afleveringsstijlen.
Beeldresolutie instellen 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Scannen naar bestand klikken. 2. Het tabblad Basis selecteren (standaardtabblad na het klikken op Scannen naar bestand). 3. Op de keuzelijst Resolutie klikken. 4. De uiteindelijke afleveringsbestemming van het beeld bepalen. Zie richtlijnen hieronder: ❍
❍
❍
❍
Indien het beeld voornamelijk uit tekst en/of lijntekening bestaat en de uiteindelijke bestemming is afdrukken: 1200 dpi kiezen. Indien het beeld uit foto's of halftoonbeelden bestaat en de uiteindelijke bestemming is afdrukken: 600 dpi kiezen. Indien het beeld voornamelijk uit tekst en/of lijntekening bestaat en de uiteindelijke bestemming is web of Internet: 400 dpi kiezen. Indien het beeld voornamelijk uit foto's of halftoonbeelden bestaat en de uiteindelijke afleveringsbestemming is web of Internet: 300 dpi kiezen.
OPMERKING: Dit zijn slechts gesuggereerde instellingen. 5. Overige programmeringskeuzes maken. 6. Klik op Scannen als u tevreden bent met de instellingen.
Resolutie voor Scannen naar bestand Extern kopiëren is het gebruik van Scannen naar bestand om zo opnieuw te kunnen afdrukken op een ander Xerox Nuvera-systeem. Met de functie Kopiëren wordt een lokale kopie op de Xerox Nuvera gemaakt. De lokale kopie komt overeen met een scan van 1200 x 600 dpi (voor zeer hoge productiviteit met goede afdrukkwaliteit). Aangezien 1200 x 600 dpi een asymmetrisch beeld is, hetgeen de integratie in een bestaande applicatie belemmert, is de optie 1200 x 600 niet beschikbaar voor Scannen naar bestand. Voor zeer veeleisende documenten is een lokale kopie meestal beter dan een externe kopie. De selectie bij Scannen naar bestand tussen 600 x 600 dpi en 1200 x 1200 dpi is een selectie die afhankelijk is van het document. De selectie is afhankelijk van productiviteit, archiefbestandsformaat en afdrukkwaliteitsvereisten. Aangezien de grofheid van de foutdiffusie (diffusie-dithering) voor elk van twee resoluties anders is, wordt de gebruiker aangeraden beide resoluties uit te proberen en afbeeldings- en bedrijfsgrafieken te beoordelen op digitale korreligheid en tekst te beoordelen op scherpte. De resolutie kiezen die het meest geschikt is voor uw toepassing. In het algemeen is een afdrukwwaliteit van 600 x 600 dpi het meest geschikt voor afbeeldingen en 1200 x 1200 dpi voor tekst. De voorkeur voor een bepaalde afdrukkwaliteit hangt ook af van de gebruikte mode (tekst, tekst en afbeeldingen, tekst en foto's). Het is belangrijk te weten dat ocumenten die met een hoger contrast en lichter (vervaagde achtergrond) zijn gescand, beter kunnen worden gecomprimeerd, wat de productiviteit en opslagcapaciteit ten goede komt. Voor informatie over het opslaan van scanopdrachten raadpleegt u Opdrachten opslaan en bewaren.
Page 80 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_s_040.htm3/29/2007 1:33:05 PM
Een scanbestandsindeling kiezen
Een scanbestandsindeling kiezen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. De bestandsindelingen (Printer Description Languages of PDL's) die beschikbaar zijn voor het opslaan van de scan zijn PDF (Portable Document Format) en TIFF (Tagged Image File Format). Ze bieden u de keuze uw bestanden te optimaliseren voor afdrukken of voor online weergave.
Redenen voor het opslaan van een gescand document als TIFF: Een document opslaan als TIFF als het deel moet worden van een afgedrukt document. Bovendien is het zo, dat als het document als TIFF wordt opgeslagen, dat het onmiddellijk beschikbaar is om te worden afgedrukt via de Xerox Nuvera. ●
●
Mogelijkheid het bestand op een later tijdstip te converteren in een andere indeling (in een externe applicatie, zoals PhotoShop) Mogelijkheid het beeld verder te bewerken in vrijwel iedere bitmap-editor (bijv. PhotoShop), zoals schalen, wijzigen van de beeldgrootte, enz., zonder verlies van beeldkwaliteit
Redenen voor het opslaan van een gescand document als PDF: Een document opslaan als PDF als u het wilt distribueren via het Internet; ofwel via e-mail of via een webserver. PDF kiezen als u zeker weet dat het beeld niet verder moet worden aangepast. Bovendien is het zo, dat als het document als PDF wordt opgeslagen, dat het onmiddellijk beschikbaar is om te worden afgedrukt via de Xerox Nuvera. ●
●
PDF--een bitmapindeling--is in wezen een "momentopname" van uw document. Formaat van het document, opmaak, enz., blijven alle behouden in deze indeling Aangezien PDF kan worden geopend met de gratis Acrobat Reader van Adobe®, is het mogelijk u uw documenten over het internet te delen met anderen op verschillende platforms.
OPMERKING: Indien uw origineel deel uitmaakt van een grotere set documenten, kunt u Opbouw-opdracht gebruiken om de hele set te scannen. Voor meer informatie raadpleegt u Opbouw-opdracht gebruiken.
Page 81 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_s_011.htm3/29/2007 1:33:03 PM
Een scanopdracht instellen
Een scanopdracht instellen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Het programmeren van een scanopdracht is in essentie hetzelfde als een kopieeropdracht instellen. Het verschil is dat een scanopdracht kan worden opgeslagen als een digitaal bestand in plaats van aflevering op papier.
Een scanopdracht programmeren 1. Het originele document op de glasplaat of in de AOD plaatsen. 2. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Scannen naar bestand. 3. In het tekstvak Opdrachtnaam een naam voor de scanopdracht invoeren. 4. In het tekstvak Opslaglocatie de locatie (indien bekend) typen waar u het gescande bestand wilt opslaan of op de toets Opslaglocatie... klikken en het directoryvenster gebruiken om naar de gewenste bestemming te bladeren. OPMERKING: Als uw systeem op een netwerk is aangesloten en er op het netwerk een directory is aangemaakt, is die netwerkdirectory beschikbaar voor gebruik in het menu Opslaglocatie. De systeembeheerder raadplegen voor het instellen van een netwerkdirectory voor gescande beelden. 5. Overige programmeringsopties op de volgende tabbladen instellen: ❍
Basis
❍
Afdrukkwaliteit
❍
Beeld bewerken
6. Bepalen hoe het systeem het gescande beeld moet opslaan -- als een PDF, TIFF of eigen indeling met behoud van alle opdrachtinstellingen. Voor informatie over bestandsindelingen raadpleegt u Een scanbestandsindeling kiezen. 7. Als u tevreden bent met de instellingen, klikt u op Scannen. OPMERKING: Indien uw origineel deel uitmaakt van een grotere set documenten, kunt u Opbouw-opdracht gebruiken om de hele set te scannen. Voor meer informatie raadpleegt u Opbouw-opdracht gebruiken.
Page 82 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_s_010.htm3/29/2007 1:33:03 PM
Een document scannen
Documenten scannen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft.
Met Scannen naar bestand kunt u uw originele documenten omzetten in: ●
Single-page TIFF's
●
Multi-page TIFF's
●
PDF
voor opslag op verwijderbare media, de lokale vaste schijf of een netwerkbestemming. Met Scannen naar bestand kunnen gebruikers digitale beelden maken met geprogrammeerde opties voor distributie, archivering of wijziging (beeld opslaan). Dit verschilt van de opslagoptie bij kopiëren, waarmee gebruikers digitale kopieën van opdrachten met afleveringsinstellingen kunnen maken om deze op een later tijdstip opnieuw af te kunnen drukken. Zodra het originele papieren document is geconverteerd in een elektronisch document, kunt u het document wijzigen, beheren, delen en distribueren met behulp van een groot aantal software-applicaties. Als u meer wilt leren over deze mogelijkheden, gebruikt u de koppelingen links.
Page 83 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_s_000.htm3/29/2007 1:33:03 PM
Werken met wachtrijen
Werken met wachtrijen Een printerwachtrij is een lijst afdrukopdrachten die wachten op een beschikbare printer, verdere verwerking nodig hebben, of om de een of andere reden door de operateur worden vastgehouden. OPMERKING: Xerox Nuvera-systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie niet is ingeschakeld, hebben slechts één wachtrij. Als u de eigenschappen voor deze wachtrij met behulp van de standaardinstellingen van de printer in het menu Systeem heeft ingesteld, worden alle binnenkomende opdrachten simpelweg doorgevoerd, verwerkt en voltooid. Als de Productiviteitspakketlicentie op uw systeem is geïnstalleerd en ingeschakeld, biedt het systeem meerdere wachtrijen. Op Xerox Nuvera-systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld, zijn er drie wachtrijen vooraf geïnstalleerd: HostName_Print - Opdrachten die naar deze wachtrij zijn verzonden, worden automatisch afgedrukt HostName_Save - Opdrachten die naar deze wachtrij zijn verzonden, worden opgeslagen in de map voor opgeslagen opdrachten HostName_Hold - default setting release=No. Opdrachten die naar deze wachtrij zijn verzonden, worden vastgehouden totdat ze handmatig worden vrijgegeven om te worden afgedrukt. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera wordt Wachtrijbeheer gebruikt om meerdere interne printerwachtrijen te maken die kunnen worden gebruikt om de stroom of verwerking van documenten op verschillende manieren te beheren. U kunt bijvoorbeeld één wachtrij configureren voor het vasthouden van opdrachten, waar inkomende opdrachten worden opgeslagen in een lokale aangewezen directory. Dit is handig wanneer opdrachten van elders worden verzonden, waarbij het verzendingsprogramma van de client mogelijk niet alle programmeringsopties heeft, of de verzender niet precies weet welke soorten papier op het systeem beschikbaar zijn. Opdrachten die naar de wachtrij Vasthouden worden verzonden, kunnen rechtstreeks op de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera worden geprogrammeerd voor uiteindelijke aflevering. Wachtrijen kunnen ook zodanig worden ingesteld dat afdrukopdrachten onmiddellijk worden afgedrukt. Uw werkomgeving heeft bijvoorbeeld drie soorten afdrukopdrachten: ●
●
●
Opdrachten die elders zijn verzonden. Een printerwachtrij instellen om ontvangen opdrachten op een specifieke locatie op te slaan, om deze later op te halen en verder te programmeren Opdrachten waarvoor weinig of geen programmering is vereist. Een andere printerwachtrij instellen van waaruit opdrachten onmiddellijk worden afgedrukt Opdrachten die veel speciale instellingen vereisen, zoals het invoegen van speciale pagina's, omslagen, etc. U kunt deze opdrachten eventueel naar dezelfde wachtrij versturen als die voor opdrachten die elders zijn verzonden, of u kunt een aparte wachtrij instellen voor opdrachten met speciale instellingen voor afdrukmateriaal. Op die manier kunt u alle opdrachten waarvoor papierladen moeten worden gevuld, tegelijk uitvoeren.
Een nieuwe wachtrij toevoegen aan systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Wachtrijbeheer klikken. 2. Selecteer de vervolgkeuzelijst Wachtrij. 3. Selecteer Nieuw. Het dialoogvenster Nieuwe wachtrij verschijnt. 4. In het veld Wachtrijnaam een naam van maximaal 25 tekens invoeren. De naam kan bestaan uit letters, cijfers en onderstrepingsstreepjes. 5. Een getal selecteren tussen 1 en 65500 voor het aantal opdrachtsets dat wordt afgedrukt voor alle opdrachten die naar deze wachtrij worden verzonden, tenzij de opdracht zelf een andere specificatie bevat. 6. Een prioriteit instellen tussen 1 (hoogste prioriteit) en 100 (laagste prioriteit) voor de wachtrij. 7. De invoerindeling selecteren om aan te geven op welke manier opdrachten naar de wachtrij worden verzonden. 8. Als bestemming Afdrukken, Opslaan of Afdrukken en opslaan selecteren. Bij Afdrukken wordt het document onmiddellijk vrijgegeven om te worden afgedrukt. Wanneer u Opslaan selecteert, wordt het document opgeslagen op de gespecificeerde opslaglocatie. 9. Voeg desgewenst een bericht aan het voorblad of aan de opdrachtopmerkingen toe. 10. Eventuele andere gewenste instellingen opgeven op de tabbladen Papier, Aflevering, Afdrukkwaliteit, Beeld bewerken en PDLinstellingen. 11. Decomposer (RIP) opties selecteren met de toets PostScript/PDF, Geavanceerd PostScript, TIFF, PCL, ASCII of LCDS. 12. Selecteer Wachtrij toevoegen om de nieuwe wachtrij te voltooien. 13. Selecteer Sluiten om het dialoogvenster Nieuwe wachtrij af te sluiten.
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_queuemgr_00.htm (1 of 3)3/29/2007 1:31:23 PM
Page 84 of 231
Werken met wachtrijen
14. Klik in de lijst met wachtrijen met de rechtermuisknop op de nieuwe wachtrij en selecteer Opdrachten accepteren om de wachtrij in te schakelen.
Wachtrij-eigenschappen bekijken of wijzigen wanneer de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Wachtrijbeheer klikken. 2. Een wachtrij selecteren en dubbelklikken om Eigenschappen wachtrij te openen. 3. De wachtrijeigenschappen naar wens aanpassen en op klikken om de wijzigingen door te voeren.
Wachtrij-eigenschappen van een enkele wachtrij bekijken of wijzigen (de Productiviteitspakketlicentie is niet ingeschakeld) 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera selecteert u het menu Systeem. 2. Selecteer [Printer: Standaardinstellingen...] om de Eigenschappen wachtrij te openen. 3. De wachtrijeigenschappen naar wens aanpassen en op klikken om de wijzigingen door te voeren.
Een wachtrij kopiëren wanneer de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Wachtrijbeheer klikken. 2. Met de rechtermuisknop op een wachtrij klikken. 3. Selecteer Kopiëren. De wachtrij hernoemen en nieuwe wachtrijeigenschappen instellen. 4. Selecteer [Wachtrij kopiëren]. 5. Selecteer [Sluiten]. De nieuwe wachtrij is gemaakt. OPMERKING: De toepassing Onderdrukken. Veel opties in de dialoogvensters van Wachtrijbeheer zijn voorzien van een instelling Onderdrukken. Onderdrukken alleen selecteren indien u wilt dat de wachtrij-instellingen voorrang krijgen boven eventuele eigenschappen die zijn geprogrammeerd voor individuele opdrachten. Deze instelling kan handig zijn voor opdrachten die worden verzonden door externe gebruikers die mogelijk niet op de hoogte zijn van de systeemconfiguratie.
Wachtrij Vergrendelen/ontgrendelen Een systeembeheerder kan wachtrijen vergrendelen, zodat de wachtrijeigenschappen pas kunnen worden gewijzigd nadat de systeembeheerder de wachtrij weer heeft ontgrendeld. Klik met de rechtermuisknop op een wachtrij en selecteer Vergrendelen of Ontgrendelen.
Hot Folders: wanneer en hoe te gebruiken? Hot Folders is een optie ten behoeve van de productiviteit van de opdrachtenstroom, die door de systeembeheerder op uw netwerk-pc kan worden aangesloten, ingeschakeld en uitgeschakeld. Gebruik deze toepassing om uw afdrukopdrachten beter te organiseren en de stroom van deze opdrachten vanaf de pc naar de printer beter te beheren. U kunt een Hot Folder maken voor bepaalde soorten opdrachten of voor geselecteerde gebruikers. Wanneer de toepassing Hot Folders is ingeschakeld, voert de Xerox Nuvera automatisch alle netwerkconfiguraties uit. De Hot Folder wordt naar het netwerk geëxporteerd, zodat deze zichtbaar wordt voor alle gebruikers. Vervolgens kunt u afdrukklare opdrachten snel en gemakkelijk verzenden door de opdrachten vanaf uw netwerk-pc naar de Hot Folder op de netwerkserver te slepen en daar neer te zetten. De opdrachten worden verzonden naar een specifieke wachtrij in DocuSP. Als de opdracht eenmaal naar de wachtrij is verzonden, wordt deze automatisch op het opgegeven poltijdstip afgedrukt en vervolgens uit de Hot Folder verwijderd.
Hot Folders voor een bepaalde wachtrij activeren en maken: 1. Meld u aan als Systeembeheerder. 2. Als de Productiviteitspakketlicentie op uw systeem is ingeschakeld, selecteert u Wachtrijbeheer en maakt u zo nodig een specifieke wachtrij. 3. Klik met de rechtermuisknop op de wachtrij waarin u een Hot Folder wilt activeren en selecteer [Hot Folder: Hot Folder inschakelen]. 4. Als de Productiviteitspakketlicentie niet op uw systeem is ingeschakeld, selecteert u het menu Systeem en daarna [Hot Folder inschakelen]. 5. De Hot Folder die aan de wachtrij is gekoppeld, wordt op het netwerk gemaakt. Er verschijnt een Hot Folder-pictogram bij de naam van de wachtrij. 6. Voer in de browser van de client \\ IP-adres van DocuSP in. Er wordt een venster geopend met daarin alle beschikbare Hot Folders van DocuSP. 7. Sleep de afdrukklare bestanden vanaf uw bureaublad naar de Hot Folder en zet ze daar neer. De bestanden worden automatisch afgedrukt. De eerste bestanden worden als eerste afgedrukt en de laatste bestanden als laatste.
Page 85 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_queuemgr_00.htm (2 of 3)3/29/2007 1:31:23 PM
Werken met wachtrijen
8. Als u de Hot Folders-toepassing wilt uitschakelen, klikt u met de rechtermuisknop op de wachtrij en selecteert u Hot Folder: Hot Folder uitschakelen. Of selecteer [Hot Folder uitschakelen] in het menu Systeem. DocuSP verwijdert de Hot Folder van het netwerk.
De poltijd van de Hot Folder instellen of wijzigen: De Hot Folder-toepassing is ingesteld om op een bepaald tijdstip naar opdrachten op het netwerk te zoeken en deze naar DocuSP te verzenden. Het interval tussen de tijdstippen kan worden gewijzigd of worden ingesteld vanaf een minimum van 5 seconden tot een maximum van 10.000 seconden. Als u grote opdrachten verzendt of als het netwerk traag is, moet u het interval tussen de tijdstippen dat er op nieuwe opdrachten wordt gecontroleerd, langer maken. 1. Selecteer Instellingen: Voorkeursinstellingen systeem. 2. Selecteer het tabblad Opdrachtverwerking. 3. Ga in het gedeelte Hot Folders naar het vak waarin het poltijdstip kan worden ingevoerd. Voer het gewenste interval voor het controleren op nieuwe opdrachten in seconden in. 4. Start de DocuSP-controller opnieuw op om deze wijziging in de Hot Folder-instellingen van kracht te laten worden.
Page 86 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_queuemgr_00.htm (3 of 3)3/29/2007 1:31:23 PM
Werken met IPDS
Werken met IPDS IPDS is een gegevensstroom voor printers (specifiek voor IBM) die de benodigde informatie bevat voor het identificeren, controleren en besturen van de functies van de printer. Deze informatie omvat de kenmerken van de printer, de resolutie, welke bronnen aanwezig zijn, of de printer voldoende geheugen heeft en of deze een opdracht ontvangt en afdrukt. IPDS biedt de mogelijkheid van tweewegcommunicatie tussen de printer en de printerdriver om zodoende een samenwerkend afdrukbeheersysteem te maken. IPDS is apparaatafhankelijk en is uniek voor elke printer.
De aanwezigheid van de IPDS-licentie en de Productiviteitspakketlicentie controleren Als u IPDS-opdrachten wilt afdrukken, moet u controleren of de IPDS-licentie op het systeem is geïnstalleerd en ingeschakeld. De Productiviteitspakketlicentie moet zijn ingeschakeld, zodat de papierbibliotheek en alle geldige halftoonrasters beschikbaar zijn.
IPDS-opdrachten afdrukken Dit is over het algemeen de procedure voor het instellen van de printer voor het afdrukken van een IPDS-opdracht. Bij de procedure wordt ervan uitgegaan dat de juiste IPDS-opties zijn ingevoerd met Set Option , en dat er een virtuele printer met de juiste kenmerken voor de opdracht, waaronder een lijst van media, is gemaakt. Er wordt ook aangenomen dat afdrukken en in wachtrijen plaatsen zijn gestart. 1. Show IPDS Status invoeren, zodat u weet wat de huidige systeemstatus en de status van de virtuele printer zijn. 2. Set Channel Online invoeren, indien nodig. 3. Set IPDS Virtual Printer invoeren, indien nodig. 4. Het vereiste papier in de printer plaatsen. 5. De papierladen instellen met Set Tray of Set Tray from Virtual Printer Media . 6. Start IPDS Printing invoeren, indien nodig.
Page 87 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_039_ipds.htm3/29/2007 1:31:22 PM
Ondersteuning voor VIPP
T
VIPP gebruiken De FreeFlow VI Interpreter (FF VII) is een optionele softwarelicentie die op de DocuSP is geïnstalleerd. U kunt deze licentie inschakelen om de VIPP-taal (Variable-data Intelligent PostScript Printware) te interpreteren. Veel drukkerijen en computercentra drukken nog steeds bestanden af die zijn geschreven in de taal LCDS (Line Conditioned Data Stream) van Xerox, een overblijfsel uit de dagen van mainframes en mechanische printers met kettingformulieren. Veel mensen doen zaken en produceren documenten in netwerkomgevingen op basis van PostScript. Met het oog op deze uiteenlopende realiteiten, kan dit wel eens de juiste tijd zijn om op LCDS gebaseerde documenten te converteren naar PostScript.
Wat is VIPP? Xerox Variable Data Intelligent PostScript Printware (VIPP) is een krachtig systeem van technologieën voor de productie van geïndividualiseerde documenten, die volledig voldoen aan de PostScript-standaard. De FreeFlow VI Interpreter verwijst naar de software die wordt gebruikt om VIPP-opdrachten te interpreteren. VIPP wordt gebruikt ter bespreking van alles wat te maken heeft met de VIPP-opdrachten of applicaties die op VIPP zijn gebaseerd.VIPP bestaat uit een set macro's die zich bevinden op de PostScriptinterpreter, waardoor veel van de tijdrovende stappen die horen bij traditionele werkstromen met variabele gegevens worden voorkomen door het inschakelen van DDC (Dynamic Document Construction) op de printer. Door het document dynamisch tot stand te brengen op de printer, verkort u met VIPP aanzienlijk de tijd die nodig is om documenten samen te stellen en af te drukken. Xerox VIPP is een open programmeringstaal die gebruikmaakt van de flexibiliteit van PostScript bij het samenstellen van dynamische documenten. Omdat VIPP beschikt over krachtige samenvoegingsmiddelen voor het creëren van geïndividualiseerde zakelijke documenten, kunt u hiermee in realtime variabele documenten samenstellen op de printer. Het biedt tevens mogelijkheden voor het migreren van op LCDS gebaseerde bestanden naar een netwerkomgeving gebaseerd op PostScript, met als resultaat documenten die eenvoudig kunnen worden aangepast en bijgewerkt, en die kunnen worden afgedrukt op een Xerox PostScript-afdrukapparaat in een netwerk.
Hoe het werkt VIPP maakt gebruik van dezelfde "Dynamic Document Construction"-concepten als de Xerox LCDS-printers. Fonts, formulieren en beelden bevinden zich op de printer en de opmaak wordt geregeld met een sjabloon (JDT) die door de opdracht wordt aangeroepen. De omvangrijke bronnen die op de printer zijn opgeslagen, worden op het moment van verwerken samengevoegd met de variabele gegevens. Het resultaat is een efficiënt afdrukmodel waarmee waardevolle bandbreedte op het netwerk wordt gespaard. Bij documenten op basis van VIPP worden alleen de variabele gegevens via het netwerk verzonden. Met de VIPP Thin Printer (VTP) kunnen Adobe PDF-documenten worden gegenereerd van op VIPP gebaseerde applicaties voor variabele gegevens. Mogelijkheden zijn onder andere het splitsen van PDF-bestanden in afzonderlijke PDF-sets en het toevoegen van interactieve toepassingen zoals PDF-bladwijzers, PDF-notities of URL's. De VTP ondersteunt geïndividualiseerd afdrukken en 1-op-1 marketing door de afdrukmogelijkheden uit te breiden ter ondersteuning van productie-PDF's waarmee documenten met variabele gegevens kunnen worden bekeken, gearchiveerd en op het web worden gepresenteerd.
Programmeringsopties Een VIPP-programmeur kan profiteren van de besturingstoepassingen waarmee VIPP-opdrachten kunnen worden gemaakt die de oorspronkelijke LCDS-applicatie emuleren of verbeteren zonder wijzigingen aan te brengen in de oorspronkelijke gegevensset. Er kunnen veel toepassingen worden toegevoegd om het document te moderniseren zonder het bronprogramma of gegevensbestand te wijzigen. Het gaat om de volgende toepassingen: ●
afgeronde hoeken
●
door gegevens bestuurde grafische afbeeldingen
●
opnieuw te gebruiken gegevenselementen
●
meerdere formulieropmaken
Het systeem configureren voor het uitvoeren van een VIPP-opdracht Raadpleeg uw systeembeheerder en de Handleiding voor systeembeheerders voor informatie over het uitvoeren van VIPP-opdrachten. Voor volledige informatie over de FreeFlow VI Interpreter en de VIPP-taal kunt u tevens de FreeFlow VIPP Language Reference Manual (referentiehandleiding over de FreeFlow VIPP-taal) op de documentatie-cd van de FreeFlow VI Suite raadplegen. Deze handleiding wordt met het VIPP-pakket meegeleverd.
Page 88 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_038_vipp.htm3/29/2007 1:31:23 PM
Rechtstreeks vanaf een mainframe-computer afdrukken met LCDS
Rechtstreeks vanaf een mainframe-computer afdrukken met LCDS LCDS (Line Conditioned Data Stream) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) voor mainframe naar printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van aangeroepen (op het systeem opgeslagen) en in de gegevensstroom ingebouwde commando's voor het besturen van de verwerking van afdrukopdrachten die vanaf mainframe-computers worden verzonden. De Xerox LCDS-benadering voor afdrukken zorgt voor een aanzienlijke verlaging van de vereisten die worden gesteld aan de bandbreedte door het uiteindelijke samenbrengen van documentelementen op de printer te laten plaatsvinden, waar de bronnen zijn opgeslagen. Hiermee wordt voorkomen dat complexe elementen, zoals formulieren, herhaaldelijk vanaf de host moeten worden verzonden als onderdeel van een compleet samengestelde gegevensstroom. De noodzaak om deze items die veel bandbreedte in beslag nemen bij elke opdracht mee te zenden wordt verminderd, door deze op de printer te plaatsen. Het systeem hoeft alleen de werkelijk variabele gegevens naar de printer te verzenden. Zelfs waarden die kunnen worden afgeleid, zoals het totaal van een kolom getallen, kunnen op de printer worden berekend, zodat de overdracht van gegevens tot een minimum wordt beperkt. Deze mogelijkheid is uniek in de industrie en vormt een van de redenen waarom de LCDS-gegevensstroom wordt gekozen door klanten die de vereisten ten aanzien van de bandbreedte van gegevensverzending moeten beperken in complexe gedistribueerde systemen. LCDS-printers bieden de mogelijkheid om de opmaak van het uiteindelijke product, de afgedrukte pagina, te besturen van buiten de applicatie die de variabele gegevens genereert. Deze scheiding van functies tussen de applicatie die de gegevens genereert en de printer, is altijd gangbaar geweest bij computerprinters die hoge prestaties moeten leveren. De gegevens kunnen zich op de juiste plaats bevinden, maar in naverwerkingsstappen tussen de applicatie en de printer wordt het uiteindelijke paginabeeld geproduceerd. De eenvoudigste manier om dit type afdrukken te visualiseren is te denken aan voorbedrukte formulieren waarbij de printer de variabele gegevens afdrukt op blanco gebieden van het formulier.
LCDS-afdrukken inschakelen: Overzicht Als u gebruik wilt maken van LCDS-afdrukken, moet de operateur of systeembeheerder ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: ●
De Productiviteitspakketlicentie moet zijn geïnstalleerd en ingeschakeld.
●
De LCDS-licentie moet zijn geïnstalleerd en ingeschakeld.
●
bestanden met de juiste verwerkingscommando's (zie de vergelijking met "formulieren" hierboven) zijn op het systeem geladen
●
ondersteunende bronnen (zoals formulieren en fonts) zijn op het systeem geïnstalleerd
●
de juiste licentie is op het systeem geïnstalleerd
●
er is één specifieke wachtrij gemaakt en toegewezen op het systeem voor het verwerken van LCDS (streaming) opdrachten
De selectie en de instelling van andere wachtrijparameters, die beschikbaar zijn op de verschillende tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen wachtrij..., in combinatie met de bronnen die onder LCDS-bronnen op het systeem zijn geïnstalleerd, bepalen hoe LCDS-opdrachten op de printer worden verwerkt. Werken met wachtrijen raadplegen voor meer informatie over wachtrijen.
De aanwezigheid van de LCDS-licentie en de Productiviteitspakketlicentie controleren Als u LCDS-opdrachten wilt afdrukken, moet u controleren of de LCDS-licentie is geïnstalleerd en ingeschakeld op het systeem. De Productiviteitspakketlicentie moet zijn ingeschakeld, zodat de papierbibliotheek en alle geldige halftoonrasters beschikbaar zijn.
LCDS-bronnen bekijken Ter ondersteuning van LCDS moeten bestanden die de juiste verwerkingscommando's en ondersteunende bronnen bevatten (zoals formulieren en fonts) op het systeem zijn geïnstalleerd onder LCDS-bronnen. De volgende stappen uitvoeren om te zien welke LCDSbronnen op dat moment zijn geïnstalleerd: 1. Aanmelden bij het systeem door Aanmelden… te selecteren in het menu Aanmelden. 2. Operateur (of Systeembeheerder) selecteren in de keuzelijst Gebruiker. 3. De toegangscode van operateur (of systeembeheerder) invoeren en op klikken. 4. [Beheer: LCDS-bronnen] selecteren. 5. Wanneer het venster LCDS-bronnen wordt geopend, selecteert u, indien dit nog niet is geselecteerd, de optie Systeem in de keuzelijst Bron.
Page 89 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_037.htm (1 of 2)3/29/2007 1:31:22 PM
Rechtstreeks vanaf een mainframe-computer afdrukken met LCDS
6. Er verschijnt een lijst van geïnstalleerde LCDS-bronnen. Letten op de typen bronnen die worden weergegeven onder de categorie Type. FNT staat bijvoorbeeld voor Font. FRM staat voor Formulier. JDL staat voor Job Descriptor Library (een bronbestand van gecompileerde PDL-commando's). 7. Als u de specifieke typen bronnen wilt selecteren die worden weergegeven in het venster LCDS-bronnen, klikt u op Typen... om het dialoogvenster Systeembrontypen te openen. Wanneer u de gewenste brontypen heeft geselecteerd (door vinkjes in de selectievakjes te plaatsen), klikt u op OK.
Verwante onderwerpen Raadpleeg de LCDS-afdrukdocumentatie die bij de software-cd met de LCDS-licentie is meegeleverd voor meer informatie over LCDSafdrukken met het systeem. De systeembeheerder of het Xerox Welcome Centre raadplegen om deze documentatie te verkrijgen.
Page 90 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_037.htm (2 of 2)3/29/2007 1:31:22 PM
Een opgeslagen opdracht opnieuw afdrukken
Een opgeslagen opdracht opnieuw afdrukken Een opdracht die naar een opslagwachtrij is verzonden, worden omgezet in een PDF, single-page TIFF of een multipage TIFF.
Een opgeslagen opdracht opnieuw afdrukken OPMERKING: Indien PDL-bestanden behouden actief is, wordt er een voltooide kopieeropdracht vermeld onder Opdrachtbeheer. Zo kunt u de opdracht opnieuw verzenden voor afdrukken en desgewenst eigenschappen wijzigen. 1. Selecteer Opdrachtbeheer en het tabblad Opgeslagen opdrachten of 2. Selecteer Afdrukken uit bestand. 3. Selecteer Bladeren om de opdracht te zoeken in de map waarin u opdrachten opslaat op uw systeem, op een cd of in de opslagmap van een netwerkserver. 4. De map selecteren waarin de opdracht is opgeslagen. OPMERKING: De juiste opslaglocatie vragen aan de systeembeheerder of door de Opslaglocatie in de Opslagvoorkeuren te bekijken. Het kan zijn dat er extra opslagdirectory's zijn gemaakt waarin specifieke opdrachten per gebruiker, afdeling, of andere categorie worden opgeslagen. 5. In het venster Bladeren of op het tabblad Opgeslagen opdrachten bevindt zich een lijst met opgeslagen opdrachten. De opdrachten in de lijst kunnen worden gefilterd door een specifiek bestandstype te selecteren in de keuzelijst Bestandsfilter. De beschikbare opties kunnen zijn: --Opdrachtkaart --PostScript --PCL --TIFF --ASCII --PDF --IPDS --PPML --Alle OPMERKING: De standaardweergave is ingesteld op Opdrachtkaart aangezien dit het bestand is waarin alle eerdere opdrachtselecties behouden blijven. Indien u een ander bestandstype selecteert, krijgt u niet de gehele opdracht. Bijvoorbeeld, wanneer u TIFF selecteert, drukt het systeem alleen het TIFF-beeld af. 6. Als u de opdrachteigenschappen wilt wijzigen, dubbelklikt u op de opdracht om het venster Opdrachteigenschappen te openen. 7. Stel de opdrachteigenschappen in. 8. Selecteer Afdrukken.
Page 91 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_035.htm3/29/2007 1:31:21 PM
Afdrukopdrachten beheren
Afdrukopdrachten beheren Op de Xerox Nuvera kunnen binnenkomende opdrachten worden vastgehouden totdat een operateur de instellingen programmeert en de opdrachten verzendt om ze te laten afdrukken. Op een Xerox Nuvera-systeem wordt voor deze werkstroom gewoonlijk een wachtrij gebruikt, ofwel een locatie op het apparaat waar de opdrachten als het ware in de rij staan te wachten om verder door een operateur te worden verwerkt. Op systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld, kunnen er meer dan een wachtrij voor verschillende opdrachtstatussen worden ingesteld. Xerox Nuvera-systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie niet is ingeschakeld, hebben slechts één wachtrij. Alle ontvangen opdrachten komen in deze wachtrij terecht en worden vervolgens verder verwerkt en voltooid. U kunt echter afdrukopdrachten beheren op een manier die veel lijkt op een conventionele wachtrij door de functie Niet vrijgeven te gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op de wachtrij en selecteer [Opdrachten niet vrijgeven] om te voorkomen dat opdrachten worden verwerkt of om opdrachten vast te houden totdat elke opdracht voor afdrukken wordt vrijgegeven. Dit is een uiterst nuttige workflow, vooral aangezien u met de browser- en client-driver alleen beschikt over een subset van de mogelijkheden die beschikbaar zijn op het eigenlijke systeem. Daarnaast kan het gebeuren dat er opdrachten zijn die u tot een bepaalde tijd van de dag wilt vasthouden, zoals grote afdrukopdrachten die veel verwerkingstijd en papier vereisen. OPMERKING: Opdrachten die naar een wachtrij Opdrachten niet vrijgeven zijn verzonden en op verwerking wachten, verschijnen in de lijst met inactieve opdrachten van Opdrachtbeheer met een opdrachtstatus Vastgehouden door wachtrij. De lijst met inactieve opdrachten identificeert opdrachten als Onverwerkbaar, Vastgehouden door gebruiker, Vastgehouden door operateur, Vastgehouden door wachtrij en Foutief. Opdrachten in de lijst met inactieve opdrachten kunnen op status worden gesorteerd, voor een gemakkelijke identificatie en toegang van vastgehouden opdrachten.
Meerdere opdrachten beheren die verzonden zijn vanaf een client 1. Zet de Xerox Nuvera in de status Opdrachten niet vrijgeven of maak een wachtrij Vasthouden. 2. Alle opdrachten die naar het apparaat worden gestuurd, worden aan de lijst Actieve opdrachten toegevoegd. 3. Verzend opdrachten vanuit een applicatie op een client naar de Xerox Nuvera of verzend opdrachten naar een wachtrij Vasthouden. 4. Zoek in Opdrachtbeheer de opdracht die u zojuist naar het systeem hebt gestuurd. 5. Op elke opdracht rechtsklikken en Eigenschappen selecteren. De overige programmeringsinstellingen selecteren. 6. Klik op Afdrukken als u tevreden bent met uw instellingen en selecteer zo nodig Opdrachten vrijgeven.
Besturingselementen voor basisbeheer van opdrachten Hier volgen beknopte beschrijvingen van hetgeen er gebeurt wanneer de verschillende besturingselementen voor opdrachtbeheer worden toegepast. Zie voor meer informatie over elk systeembesturingselement de online Help van de Xerox Nuvera. Wanneer en waarom u dit besturingselement moet gebruiken
Naam besturingselement
Effect op opdracht
Proefafdruk
Hiermee kunt u één afdruk maken om de programmeringsinstellingen van de opdracht te controleren en te corrigeren.
Er moeten veel kopieën van een bepaalde opdracht worden afgedrukt, maar u weet niet zeker of u de juiste kenmerken voor de opdracht heeft geselecteerd. Als de proefafdruk eenmaal is gemaakt, kan de opdracht worden vrijgegeven uit de lijst Inactieve opdrachten.
Nu afdrukken
Verplaatst de opdracht vóór alle andere opdrachten in de afdrukwachtrij.
Gebruik deze optie wanneer een afdrukopdracht een hoge prioriteit heeft.
Page 92 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_031.htm (1 of 2)3/29/2007 1:31:22 PM
Afdrukopdrachten beheren
Verwijderen
Onderbreekt de verwerking van de opdracht, blokkeert nieuwe verwerking van die opdracht, en maakt de systeembronnen die door de opdracht in beslag worden genomen weer vrij. Opdracht wordt niet toegevoegd aan de lijst Voltooide opdrachten.
Om te voorkomen dat overbodige opdrachten worden verwerkt en om systeembronnen vrij te maken voor de verwerking van andere opdrachten.
OPMERKING: Wanneer de functie Opdracht verwijderen wordt gebruikt, wordt de geselecteerde opdracht volledig uit het systeem verwijderd. U heeft dan geen toegang meer tot de onderdelen van die opdracht, zoals de opdrachtkenmerken, beelden, en andere bronnen. Als de kans bestaat dat de opdracht op een later tijdstip moet worden uitgevoerd, Annuleren selecteren.
Vasthouden
Voorkomt dat de opdracht verder wordt verwerkt totdat deze wordt vrijgegeven. OPMERKING: Wanneer een vastgehouden opdracht wordt vrijgegeven, wordt de verwerking hervat. Zorg ervoor dat de opdracht vanaf het begin wordt verwerkt.
Vrijgeven
Voor het vrijmaken van systeembronnen die gebruikt werden voor verwerking van de opdracht, zodat de volgende geplande opdracht kan worden verwerkt.
Activeert opdrachten die zijn vastgehouden, foutieve opdrachten en opdrachten in de wachtrij. OPMERKING: Wanneer een vastgehouden opdracht wordt vrijgegeven, wordt de verwerking hervat. Zorg ervoor dat de opdracht vanaf het begin wordt verwerkt.
Alle opdrachten die uitgevoerd moesten worden nadat de opdracht is vastgehouden, zijn verwerkt.
Annuleren
Onderbreekt de verwerking van de opdracht, blokkeert nieuwe verwerking van die opdracht, en maakt de systeembronnen die door de opdracht in beslag worden genomen weer vrij.
Om te voorkomen dat overbodige opdrachten worden verwerkt en om systeembronnen vrij te maken voor de verwerking van andere opdrachten.
Voorrang geven
Hiermee kunt u een opdracht in de wachtrij of meerdere opdrachten hoger in de lijst Actieve opdrachten zetten.
Er zijn meerdere opdrachten in de lijst Actieve opdrachten en een bepaalde opdracht moet onmiddellijk worden verwerkt.
Verplaatsen
Zorgt ervoor dat u de opdracht naar een andere wachtrij kunt verplaatsen.
Wanneer u de flexibiliteit nodig heeft om opdrachten tussen wachtrijen te verplaatsen.
Kopiëren
Hiermee kunt u een opgeslagen opdracht naar een cd kopiëren of opgeslagen opdrachten (die zijn ingesteld op PDL bewaren) die zich in de lijst van het tabblad Voltooide opdrachten bevinden naar een wachtrij kopiëren.
Als u een opdracht moet kopiëren en de originele opdracht met programmering wilt behouden.
Doorsturen
Hiermee kunnen opdrachten naar een andere printer worden gestuurd.
Als u een opdracht naar het systeem heeft gestuurd terwijl het systeem is uitgeschakeld, de wachtrij te lang is, of als u uw opdracht naar een ander systeem wilt sturen.
Voorbeeld en Voorbeeldreeks
Geeft een afdrukvoorbeeld van de afdrukopdracht weer voordat de opdracht wordt afgedrukt.
Als u opdrachten naar het systeem heeft gestuurd en visueel wilt controleren of de opdracht goed is geconfigureerd, gecentreerd is op de pagina, de juiste beeldkwaliteit heeft, enz. Voor verdere informatie over dit besturingselement, de online-help raadplegen.
Page 93 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_031.htm (2 of 2)3/29/2007 1:31:22 PM
Beschikbare client / printerdrivers
Ondersteuning van printerdrivers en afdrukclients De Xerox Nuvera kan opdrachten van allerhande printerdrivers en afdrukclients verwerken via een netwerk.
Ondersteuning van printerdrivers De printerdrivers zijn beschikbaar op de cd met CentreWare-printerdrivers, welke deel uitmaakt van het pakket met de handleiding voor de gebruiker en documentatie dat bij elk Xerox Nuvera-systeem wordt geleverd. De printerdrivers zijn ook verkrijgbaar via Support & Drivers op www.xerox.com.
Aangepaste Xerox-drivers Aangepaste Xerox-drivers bieden een volledig scala aan Xerox-opdrachtprogrammeringsopties, waaronder speciale pagina's. Er zijn PostScript-drivers beschikbaar voor zowel Windows als MacOS x. Bovendien zijn er PCL5e- en PCL6-drivers beschikbaar voor het Windows-platform (en niet voor Mac).
Algemene PPD's De algemene PPD's worden verschaft voor gebruik in combinatie met printerdrivers en toepassingen van derden. De programmeringsmogelijkheden via de PPD's is beperkt. In tegenstelling tot de aangepaste Xerox-drivers bieden deze geen ondersteuning voor opdrachtprogrammering via een Xerox-opdrachtkaart.
Ondersteuning van afdrukclients De Xerox Nuvera kan worden benaderd via het netwerk door het IP-adres van het Xerox Nuvera-systeem in te voeren op de adresregel van een webbrowser. Op de homepage van het Xerox Nuvera-systeem zijn er twee selecties beschikbaar. De eerste selectie is de vrij rudimentaire Opdrachtverzending; de tweede selectie is het uitgebreide Opdrachtverzendingsprogramma.
Opdrachtverzending Wanneer u Opdrachtverzending selecteert, wordt Xerox-web-interface weergegeven. Dit basale opdrachtverzendingshulpprogramma wordt gebruikt voor het rechstreeks verzenden van afdrukklare bestanden vanuit de webbrowser naar het Xerox Nuvera-systeem. De meeste opdrachtprogrammeringen worden ondersteund, met uitzondering van speciale pagina's.
Page 94 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_026.htm3/29/2007 1:31:21 PM
Een opdracht vanaf uw pc afdrukken
Opdrachten vanaf een netwerk-pc afdrukken De volgende bestandstypen kunnen rechtstreeks via uw internetbrowser of praktisch elke andere desktop-applicatie vanaf een netwerkpc naar de Nuvera 100 & 120 worden verzonden: ●
PDF
●
TIFF
●
ASCII
●
PostScript
●
PCL
Afdrukopdrachten via de webbrowser of een hulpprogramma vanaf uw pc verzenden 1. Zoek het IP-adres van de Xerox Nuvera op. Uw systeembeheerder kan u de nodige informatie geven. 2. Uw webbrowser (IE 4/ Netscape 6.2 of hoger) starten. Het IP-adres in de adresbalk van uw browser typen. 3. Na enkele momenten verschijnt de webinterface. Selecteer Opdrachtverzending om opdrachten die gereed zijn om te worden afgedrukt via de browser te verzenden of Opdrachtverzendingsprogramma om opdrachten die gereed zijn om te worden afgedrukt via FreeFlow Print Manager te verzenden, Voor de software van FreeFlow Printer Manager, de instructies op het scherm volgen om Java te installeren.
Afdrukopdrachten rechtstreeks vanuit een applicatie op een netwerk-pc verzenden Hiervoor dienen de juiste printerdrivers naar uw desktop te worden gedownload en geïnstalleerd. Vraag uw systeembeheerder de drivers te installeren die op de cd staan die bij de Xerox Nuvera is meegeleverd. Ga naar Beschikbare client- en printerdrivers voor meer informatie over beschikbare printerdrivers. Of Download de driver die u nodig hebt van de Xerox-website. Als de driver is gedownload: Volg de aanwijzingen op het scherm om het programma te installeren en de Xerox Nuvera aan de lijst met beschikbare printers toe te voegen. Als de driver is geïnstalleerd en de printer aan de lijst beschikbare printers is toegevoegd, kunt u uw afdrukopdrachten rechtstreeks vanuit elke applicatie op de desktop afdrukken. 1. Als u gereed bent uw opdracht vanuit de applicatie af te drukken [Bestand: Afdrukken] selecteren. Het afdrukvenster verschijnt. 2. De instellingen selecteren voor de gewenste aflevering van uw document. 3. Als u tevreden bent met uw instellingen, op klikken. 4. Uw document wordt naar de Xerox Nuvera gestuurd en afgedrukt.
Afdrukopdrachten beheren die vanaf een netwerk-pc zijn verzonden Als de Xerox Nuvera in de mode Stopzetten staat, kunnen afdrukopdrachten vanaf een clientwerkstation worden verzonden en op de Xerox Nuvera worden binnengehaald. Hier worden de opdrachten vervolgens verder geprogrammeerd en vrijgegeven voor afdrukken. U kunt opdrachten ook via de optie Vasthouden verzenden. De opdracht wordt dan in Opdrachtbeheer vastgehouden, zonder dat de printer hoeft te worden stopgezet. Zie voor meer informatie Afdrukopdrachten beheren.
Hot Folders vanuit Wachtrijbeheer gebruiken De toepassing Hot Folders op de gebruikersinterface van de DocuSP stelt u in staat uw afdrukklare opdrachten van uw netwerk-pc naar een een Hot Folder te slepen en daar neer te zetten. Via de Hot folder wordt de opdracht in een wachtrij geplaatst op het Xerox Nuvera-systeem. Als de opdracht eenmaal naar de wachtrij is verzonden, wordt deze automatisch op het opgegeven tijdstip afgedrukt en vervolgens uit de Hot Folder verwijderd. U kunt Hot folders inschakelen via Wachtrijbeheer. Ga naar Werken met wachtrijen voor meer informatie over Wachtrijbeheer en de manier waarop de toepassing Hot Folders moet worden gebruikt.
Page 95 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_025.htm (1 of 2)3/29/2007 1:31:21 PM
Een opdracht vanaf uw pc afdrukken
Verdere informatie over afdrukken vanaf de desktop Raadpleeg de CentreWare-handleiding voor printerdrivers op de cd met CentreWare-printerdrivers in de set met klantendocumentatie.
Page 96 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_025.htm (2 of 2)3/29/2007 1:31:21 PM
2-zijdige pagina's afdrukken
2-zijdige pagina's afdrukken Bij het verzenden van een afdrukopdracht vanaf een client of via de webinterface, kan worden ingesteld of enkelzijdig of tweezijdig moet worden afgedrukt. Soms is het echter nodig om de hiervoor ingestelde programmering via de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera te onderdrukken. Voor informatie over het verzenden van afdrukopdrachten vanaf een desktop, Vanaf de desktop afdrukken raadplegen.
Basismethode voor het wijzigen van de programmering van "Type opdracht" in de gebruikersinterface 1. Verzend een opdracht naar de Xerox Nuvera waarin het "Type opdracht" is geprogrammeerd. 2. Zoek de opdracht in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera via Opdrachtbeheer. 3. Dubbelklik in Opdrachtbeheer op de opdracht om het venster Opdrachteigenschappen te openen. 4. Klikken op het tabblad Aflevering en vervolgens op de toets Basisinstellingen. De programmering Type opdracht wijzigen en vervolgens indien van toepassing andere wijzigingen in de opdrachtprogrammering maken. 5. Klik op Afdrukken.
Page 97 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_020.htm3/29/2007 1:31:26 PM
Afdrukopdracht instellen
Afdrukopdracht instellen De Xerox Nuvera biedt een uiteenlopende reeks toepassingen, waarmee in alle werkstroombehoeften wordt voorzien. Afdrukken kunnen met gebruik van de standaardinstellingen in een printerdriver op de client, of via de tabbladen in de gebruikersinterface, worden gemaakt. Beide methoden kunnen bovendien worden gebruikt om wijzigingen aan uw document te maken. De koppelingen aan de linkerkant geven verdere informatie over de methoden voor het verzenden van afdrukopdrachten.
Een eenvoudige afdrukopdracht instellen 1. Een afdrukopdracht verzenden met een van de beschikbare methoden (zie de koppelingen "Een document afdrukken", links). 2. Wijzig de opdrachteigenschappen op ieder tabblad. ❍
Beelden bewerken
❍
Beelden vergroten/verkleinen
❍
Afdrukkwaliteit wijzigen
❍
Tussenschietvellen en speciale pagina's instellen
❍
Katernen maken
❍
Afwerkopties instellen
3. Kies het papier voor uw afdrukken op het tabblad Basis. Geplaatst papier- u selecteert een papiersoort uit de lijst met geplaatste papiersoorten Papierlijst - u selecteert een papiersoort uit de papierlijst Aangepast - u programmeert zelf een papiersoort OPMERKING: Als de opdracht in Opdrachtbeheer staat, selecteer het papier dan uit de lijst Geplaatst papier of de Papierlijst op het tabblad Papier in het venster Opdrachteigenschappen. OPMERKING: Papier wordt niet per papierlade geselecteerd. Als papierladen 1 en 2 hetzelfde papier bevatten maar lade 1 een hogere prioriteit (lager nummer) heeft, wordt het papier uit de lade met de hoogste prioriteit gebruikt. Als 2 papierladen papier van het formaat 8,5 x 11 inch (1 LKE en 1 KKE) bevatten, wordt in Geplaatst papier in de gebruikersinterface één selectieoptie voor dit papier weergegeven, met twee afdrukrichtingen waaruit u kunt kiezen. 4. Papierladen vullen met de juiste papiersoort(en), en de programmering van de laden wijzigen, indien nodig. 5. Klik op Afdrukken.
Zie ook: Voor een overzicht van complexere opdrachten en workflows, Complexe opdrachten instellen raadplegen. Voor informatie over geavanceerde toepassingen, Geavanceerde toepassingen gebruiken raadplegen.
Page 98 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_010.htm3/29/2007 1:31:25 PM
Afdrukken vanuit het cd-station
Afdrukken vanuit het mediastation Eén manier om een afdrukopdracht te verzenden is het bestand op het systeem laden vanaf een data-CD of data-dvd. Zodra het af te drukken bestand op de Xerox Nuvera is geladen, kan het worden geprogrammeerd voor aflevering en direct worden afgedrukt of worden opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt.
Afdrukken vanuit het mediastation 1. De deur van het cd-station, onderaan het midden van de digitale toren, openen. Voor informatie over het CD-station raadpleegt u Specificaties van CD-station. 2. De data-cd of data-dvd in het CD-station op de Xerox Nuvera plaatsen. 3. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Afdrukken uit bestand klikken. 4. Selecteer het tabblad Bestanden en klik op Bladeren. Het venster Bladeren wordt geopend. 5. Selecteer CD-RW0 in het vervolgkeuzemenu Zoeken in. 6. Dubbelklik op het bestand dat u wilt afdrukken in de lijst Naam en klik op OK. 7. Het afdrukbestand is nu beschikbaar voor opdrachtprogrammering via de gebruikersinterface. Extra pagina's kunnen worden ingevoegd en/of afwerkingsopties kunnen worden geprogrammeerd. 8. Selecteer Systeem: cd uitwerpen. OPMERKING: De cd niet uitwerpen voordat het afdrukken is voltooid.
Page 99 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_005.htm3/29/2007 1:31:25 PM
Overzicht van Afdrukken
Documenten afdrukken Met de Xerox Nuvera kunt u op verschillende manieren afdrukken: ●
Als uw systeem op een netwerk is aangesloten, kunt u opdrachten rechtstreeks vanaf uw bureaublad via de internetbrowser of een hulpprogramma naar de Xerox Nuvera-printer verzenden.
●
U kunt drivers downloaden en rechtstreeks uit uw bureau-applicaties afdrukken.
●
Verder kunt u gegevens afdrukken vanaf een cd die zich in het mediastation van de Xerox Nuvera bevindt.
Afhankelijk van de configuratie van uw systeem heeft de Xerox Nuvera een groot aantal krachtige mogelijkheden te bieden voor het reproduceren van documenten: ●
Katernen maken
●
Pagina's invoegen
●
Documentensets staffelen, stapelen en nieten met de basisafwerkeenheid
●
Documentensets staffelen, stapelen en nieten met de multifunctionele afwerkeenheid
●
Afdrukkwaliteit aanpassen voor verschillende origineelsoorten (foto's, halftonen, tekst)
●
Opbouwen en opdrachten online opslaan voor afdrukken op verzoek
●
Uitvloeien (beelden die gebruik maken van de hele pagina)
Uw Xerox Nuvera werkt als werkgroep-netwerkprinter en, afhankelijk van het systeem dat u hebt, ook als werkgroepscanner.
Ondersteunde bestandstypen Documenten met de volgende bestandstypen kunnen naar de printer worden verzonden vanaf uw pc of worden afgedrukt vanaf het cdstation:
●
PDF
●
TIFF
●
ASCII
●
PostScript
●
PCL
Page 100 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_p_000.htm3/29/2007 1:31:25 PM
De beste halftooninstelling kiezen
De beste halftooninstelling kiezen Als de licentie voor verbeterde lijnrasters op uw systeem is ingeschakeld, ondersteunt de Xerox Nuvera een verscheidenheid aan halftonen voor het afdrukken. Als deze licentie niet is geïnstalleerd en ingeschakeld, biedt het systeem een lijnraster van 125 lpi. Welke keuzemogelijkheden er zijn, hangt ook af van de PDL (Page Description Language) die wordt verzonden.
Een halftoon selecteren 1. Open het venster Opdrachteigenschappen. 2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Selecteer de toets Halftoon en de schermwaarde in het vervolgkeuzemenu Halftoon. OPMERKING: Systemen zonder de licentie voor verbeterde lijnrasters bieden alleen het halftoonraster van 125 lpi 53 graden. OPMERKING: Systemen waarop de licentie voor verbeterde lijnrasters is ingeschakeld, bieden halftoonrasters van 85, 106, 125, 134 en 156 lpi. Het standaard halftoonraster van 125 lpi 53 graden vertegenwoordigt 256 grijsniveaus. He standaard halftoonraster kan worden geselecteerd voor elke printerwachtrij. De standaardinstelling wordt gebruikt als een PostScript-, PDF- of TIFF-opdracht geen halftooncommando bevat. Dit zal over het algemeen het geval zijn, want de printerdrivers en het opdrachtverzendingsprogramma verzenden standaard geen halftooncommando. OPMERKING: Wanneer u een opgeslagen opdracht opnieuw wilt afdrukken, staat het systeem NIET toe dat de halftoonrasterwaarde wordt gewijzigd. Op opgeslagen opdrachten is immers al een halftoon toegepast. Vaak zal het selecteren van een andere frequentie leiden tot het veranderen van de uiteindelijke moiré-textuur in een die acceptabeler is, maar het moiré-effect verdwijnt niet helemaal. Moiré-patronen verwijderen raadplegen voor meer informatie.
Systemen met de licentie voor verbeterde lijnrasters De enorme verscheidenheid aan schermfrequenties voor deze systemen omvatten 85, 106, 125, 134 en 156 lpi en bieden de flexibiliteit die nodig is voor een grote verscheidenheid aan applicaties. De demobestanden bevinden zich in de map Proefopdrachten van het systeem. Meld u aan als systeembeheerder, open het .tiffbestand of .xpf-bestand in het juiste afdrukpapierformaat en druk het bestand af. De opdrachtkaart bevat alle nodige opdrachtinstellingen. De opdracht wordt afgedrukt op papier van Letter- of A4-formaat. De bestandsnamen zijn: screenfreqdemo_a4.tif screenfreqdemo_a4.xpf screenfreqdemo_ltr.tif screenfreqdemo_ltr.xpf
Page 101 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq90.htm3/29/2007 1:31:24 PM
De beste origineelsoort kiezen
Het beste origineelsoort selecteren (bij kopiëren of scannen) Origineelsoort is de belangrijkste instelling voor de afdrukkwaliteit bij het kopiëren van beelden. Gebruik als u een origineelsoort selecteert een standaardinstelling voor de scherpte, het contrast, de donkerheid en de achtergrondonderdrukking. Voor de beste resultaten is het belangrijk dat u uw origineel beoordeelt en bepaalt uit welke soorten beelden het document bestaat.
Een origineelsoort selecteren: 1. Selecteer Kopiëren (of Scannen naar bestand). 2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Selecteer een Origineelsoort. 4. Selecteer desgewenst een Rendering-optie.
Origineelsoorten Tekst en afbeeldingen: geschikt voor de meeste opdrachten, zakelijke afbeeldingen, diagrammen, logo's en kaarten. Bij deze instelling wordt de grijze tekst behouden, hetgeen wordt aanbevolen voor applicaties waarin de tekst centraal staat. Tekst: voornamelijk geschikt voor tekstdocumenten. Met de instelling Tekst wordt donkergrijze tekst zwart. Voor transactionele toepassingen in zwart/wit met tekst en cijfers of het kopiëren van tekst uit boeken zonder afbeeldingen kunt u het beste de mode Tekst gebruiken. Tekst en halftonen: geschikt voor afgedrukte foto's en halftonen. Aanbevolen voor applicaties waarin de afbeeldingen centraal staan. Foto: geschikt voor foto's en ongerasterde beelden Bijvoorbeeld, als het origineel een montage is of gebieden met verschillende soorten informatie bevat, is de mode Tekst en afbeeldingen het beste compromis. Een goede benadering voor het maken van de beste origineelsoortselectie is bepalen welk deel van het document het belangrijkst is. In een document dat bestaat uit tekst en beelden is wellicht het goed leesbaar maken van de tekst belangrijker dan een hoge-kwaliteit reproductie van de beelden. In dit geval zou u de mode Tekst gebruiken. De mode Foto is de enige mode waarin een halftoon wordt toegepast; in alle andere modes wordt een vorm van foutdiffusie toegepast om moiré tot een minimum te beperken. Voor opdrachten die verschillende origineelsoorten bevatten, bijvoorbeeld pagina's met tekst en pagina's met halftooninhoud, is de mode Gemengd het beste compromis. Anders kunt u met opdrachtprogrammering ook nog voor elke pagina een andere origineelsoort selecteren.
Renderingopties Welke halftonen beschikbaar voor u zijn, hangt af van of de licentie voor verbeterde lijnrasters wel of niet is ingeschakeld.
Gemengde origineelsoorten Diffusie-dithering simuleert grijswaarden door middel van verzamelingen van zwarte en witte pixels zonder scherpe randen te verstoren. Hybride combineert halftonen en diffusie op een manier die wordt bepaald door de lokale pixelclassificatie.
Tekst Diffusie-dithering simuleert grijswaarden door middel van verzamelingen van zwarte en witte pixels zonder scherpe randen te verstoren. Drempelwaarde/Hoog contrast produceert een zeer contrastrijke weergave van zwart/witte invoer.
Foto: 125 lpi voor afdrukken van hoge kwaliteit - aanbevolen instelling 106 lpi geeft afdrukken met een gemiddelde beeldkwaliteit
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq80.htm (1 of 2)3/29/2007 1:31:24 PM
Page 102 of 231
De beste origineelsoort kiezen
85 lpi voor afdrukken van lage kwaliteit De achtergrondonderdrukking moet op AAN staan als de foto niet tot aan de invoerrand van het papier reikt wanneer dit de scanner in gaat. TIP: Een van de voordelen van Opbouw-opdracht is dat de origineelsoort kan worden ingesteld per segment of pagina van de opbouwopdracht. Zie voor meer informatie over opbouwopdrachten Opbouw-opdracht gebruiken. TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.
Page 103 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq80.htm (2 of 2)3/29/2007 1:31:24 PM
Scherpte aanpassen
De scherpte aanpassen (bij scannen of kopiëren) Er zijn zeven scherpteniveaus waarmee u de weergave van fijne details in gescande beelden en kopieeropdrachten kunt bepalen. U wordt aangeraden de scherpte-instelling in kleine stappen te vergroten of te verkleinen om het beeld te verbeteren, zonder afdrukkwaliteitsproblemen te veroorzaken. Zie Info over de scherptefunctie.
Scherpte aanpassen 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Op de toets Beeldaanpassingen klikken. 4. Vergroot of verklein de scherpte door de schuifregelaar naar rechts respectievelijk naar links te verschuiven. TIP: Beoordeel de gevolgen van de scherpteregeling door een foto uit uw portefeuille te scannen en/of een lichte potloodtekening te kopiëren in de mode Foto. Scan deze originelen en maak een proefafdruk met verschillende scherpteinstellingen.
TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.
Page 104 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq60.htm3/29/2007 1:31:24 PM
Contrast aanpassen
Het contrast aanpassen (bij scannen of kopiëren) Er zijn zeven contrastniveaus waarmee u de weergave van fijne details in het uiteindelijke af te drukken beeld kunt bepalen. U wordt aangeraden de contrastinstelling in kleine stappen te vergroten of te verkleinen om het beeld te verbeteren, zonder afdrukkwaliteitsproblemen te veroorzaken. Zie Info over de contrastfunctie.
Contrast aanpassen 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Op de toets Beeldaanpassingen klikken. 4. Het contrast vergroten of verkleinen door de schuifregelaar respectievelijk naar rechts of naar links te verschuiven. TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.
TIP: Afhankelijk van uw systeemconfiguraties en licenties, kunnen de standaardwaarden van het systeem en de wachtrijinstellingen worden gebruikt om het contrast in te stellen. Zie Werken met wachtrijen.
Page 105 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq40.htm3/29/2007 1:31:23 PM
Donkerder/lichter aanpassen
Donkerder/lichter aanpassen Het aanpassen van elk van de afdrukkwaliteitsfuncties dient in kleine stappen te worden gedaan. Grote aanpassingen kunnen afdrukkwaliteitsproblemen veroorzaken. Zie Info over Donkerder/lichter.
Donkerder/lichter voor kopiëren aanpassen 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 2. Het tabblad Bestanden selecteren. 3. De licht/donkerverhouding vergroten of verkleinen door de schuifregelaar respectievelijk naar rechts of naar links te verschuiven. TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.
Donkerder/lichter voor afdrukken aanpassen 1. Ga in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera naar Afdrukbeheer en selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. Als u een waarde voor de donkerheid wilt instellen, selecteert u Instellingen en kiest u een van de volgende afdrukkwaliteitmodes: ●
●
Best - de standaardmode en aanbevolen voor de meeste opdrachten, in het bijzonder wanneer er op ongecoate papiersoorten wordt afgedrukt. In deze mode worden er subpixels aan de rand van beeldelementen, tekst, lijnen, punten en effen vlakken toegevoegd of weggehaald. Er komen geen vreemde elementen in de lijnen terecht. Aan de extreme uiteinden van het bereik kunnen er bij halftonen wel contouren verschijnen. Normaal - de aanpassing van de lijnbreedte is identiek aan de mode Best en de effecten zijn soortgelijk. Verder wordt er een lichte correctie toegepast om de randen van lijnen niet te veel te laten verspreiden. Dit kan handig zijn bij gecoate of heel zachte papiersoorten. Normaal gesproken is de aanpassing zo subtiel dat deze niet bruikbaar is voor de zwarte punten die zich op Mylar-tabs verspreiden. De mate waarin spreiding wordt tegengegaan heeft een vaste waarde voor alle donkerheidsniveaus.
OPMERKING: Als u zwarte punten verspreid bij de randen van lijnen of tekst ontdekt, moet u de tonerbesparing instellen op -3 of -2 om dit effect te verwijderen.
3. Gebruik de schuifregelaar Densiteit om de hoeveelheid zwart of wit die op alle pixels van het beeld wordt toegepast, te verhogen of te verlagen. De waarden die het dichtst in de buurt van 0 liggen, zijn bedoeld voor kleine aanpassingen in de donkerheid van tekst en foto's. Met de instellingen +/-3 bereikt u een noemenswaardig verschil bij tekst. Deze instellingen worden echter niet aanbevolen voor foto's. 4. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Mode de instelling voor de printeremulatie. Met de DocuTech 135-instelling maakt u afdrukken die er hetzelfde uitzien als die van de DT135-printer.
Page 106 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq20.htm3/29/2007 1:31:25 PM
Info over beeldverwerking
Info over Afdrukkwaliteit voor Kopiëren en Scannen naar bestand OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Welke halftonen er beschikbaar zijn, hangt tevens af van of de licentie voor verbeterde lijnrasters wel of niet is ingeschakeld. De Xerox Nuvera is een digitaal beeldvormingssysteem. De scanner converteert optische (analoge) beelden in kleur naar een grijs digitaal beeld (0-255 grijsniveaus). Met de beeldverwerkingsfuncties wordt het beeld aangepast in overeenstemming met de geselecteerde toepassingen voor afdrukkwaliteit. Het beeld dat zo ontstaat is een binair beeld dat de 'indruk van grijs' vastlegt als een verzameling punten die variëren qua onderlinge afstand en doorsnede. Deze punten bestaan uit verscheidene pixels. In een binair beeld heeft iedere pixel de waarde 1 of 0. Het aanpassen van de afdrukkwaliteit betekent het aanpassen van de tonen (donkerheid en contrast), scherpte en rendering van het gescande beeld om tot een bevredigend afdrukresultaat te komen. Voor een optimale scan van een origineel zijn de volgende typen beeldverwerking nodig: ●
Gekleurde achtergronden en achtergronden met kleurnuances opsporen en onderdrukken
●
Halftoonrasters verwijderen
●
Randen van het beeld scherper maken
●
Markeringen, grijstinten en schaduwen lichter of donkerder maken voor een beeld met goed contrast en detail
●
Nieuwe halftoonrasters toepassen op foto's en halftonen
Hoe beter de kwaliteit van het origineel, des te beter de uiteindelijke kopie. Met beeldverwerkingsaanpassingen kunt u alleen de informatie in het origineel verbeteren of de tekortkomingen in de informatie verdoezelen. Er kan geen 'nieuwe' informatie worden gemaakt. Om goede scans of kopieën op de Xerox Nuvera te kunnen maken moet u goed begrijpen hoe en welke afdrukkwaliteitstoepassingen moeten worden aangeapast. Bij digitale beeldverwerking zijn kopieën vaak van een betere kwaliteit dan het origineel. Lichte tekst kan worden verbeterd, montagelijnen kunnen worden onderdrukt en zelfs 'koffievlekken' kunnen worden verwijderd. Voor sommige toepassingen, bijvoorbeeld voor juridische documenten, is het wenselijk dat alle informatie op het origineel wordt behouden om een 'getrouwe' kopie te kunnen maken. Op de koppelingen links klikken om meer te weten te komen over afdrukkwaliteitsaanpassingen. Begin met de selectie van De beste origineelsoort kiezen. Voor hulp bij het oplossen van specifieke afdrukkwaliteitsproblemen raadpleegt u Afdrukkwaliteitsproblemen oplossen.
TIP: Als u hetzelfde soort origineel veelvuldig kopieert of scant, kunt u standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit afstemmen op dit type origineel. Als er bijvoorbeeld hoofdzakelijk donkere foto's worden gekopieerd of gescand, kunt u zich veel tijd besparen door de systeeminstellingen voor dit type origineel te programmeren. Vraag uw systeembeheerder uw systeeminstellingen af te stemmen op uw origineel.
TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.
Page 107 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_iq10.htm3/29/2007 1:29:53 PM
De transportmodule van de afwerkeenheid (FTM) gebruiken
DFA-compatibele afwerkeenheden gebruiken via de transportmodule van de afwerkeenheid (FTM) De FTM is een interface tussen het hoofdafdrukgedeelte van het Xerox Nuvera EA Digital Production System en een DFA-compatibele afwerkeenheid, zoals een nieteenheid, inbindeenheid of vouweenheid.
Wat is DFA? Document Finishing Architecture (DFA) is een set openbaar gemaakte specificaties waarmee fabrikanten van afwerkeenheden inline afwerkapparatuur kunnen ontwikkelen die compatibel is met Xerox-afdrukapparatuur. De FTM is een apparaat dat voldoet aan de DFAspecificaties.
DFA-profielen Er moet van tevoren een set standaard DFA-profielen op het systeem worden geïnstalleerd voor elk van de DFA-compatibele afwerkeenheden die op het Xerox Nuvera EA Digital Production System zijn gemonteerd. Het DFA-profiel wordt gewoonlijk door de verkoper van de afwerkeenheid geleverd en tijdens de installatie van de afwerkeenheid geïnstalleerd.
DFA-configuraties en profielen beheren Als u wilt overschakelen naar een andere DFA-configuratie op uw systeem, raadpleegt u DFA-configuraties voor afwerkeenheden van derden wijzigen Vraag uw systeembeheerder hoe DFA-profielen en configuraties moeten worden gemaakt, bewerkt en verwijderd.
Voor meer informatie ●
●
●
●
Papierstoringen oplossen raadplegen voor meer informatie en videodemonstraties over het oplossen van papierstoringen in de afwerktransportmodule. Specificaties van de afwerktransportmodule (FTM) raadplegen voor meer informatie over de specificaties van de afwerktransportmodule. De online help van het systeem raadplegen voor meer informatie over het gebruik van de afwerktransportmodule en afwerkeenheden in de gebruikersinterface. Zie Afwerkeenheden voor productiesystemen voor een overzicht van DFA-compatibele afwerkeenheden.
Als uw systeem is voorzien van een afwerkeenheid van derden, moet u contact opnemen met uw systeembeheerder of het Xerox Welcome Centre voor de bijbehorende gebruikersdocumentatie.
Page 108 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_xim_00.htm3/29/2007 1:29:52 PM
De afwerkeenheidtransportmodule gebruiken
DFA-configuraties voor afwerkeenheden van derden wijzigen Wanneer uw systeem is geïnstalleerd, gebruikt de Xerox-servicetechnicus DocuSP om een configuratie en profiel van de afwerkeenheden op uw systeem te maken. Een configuratie vertegenwoordigt de afwerkeenheid of een combinatie van geïnstalleerde afwerkeenheden. Binnen een configuratie bevinden zich profielen die specifieke bestemmingen, apparaatinstellingen en kenmerken van die configuratie vertegenwoordigen. Als u wilt overschakelen van het gebruik van de ene set afwerkeenheden naar een andere set afwerkeenheden (bijvoorbeeld van een DS5000 naar een AVH-module) of als u een andere afwerkconfiguratie wilt openen, gebruikt u de volgende instructies.
Een ander profiel inschakelen dan het profiel dat op dit moment voor een afwerkconfiguratie is ingeschakeld: 1. Selecteer Afdrukbeheer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. In het vervolgkeuzemenu Afwerkeenheden, selecteert u [Externe afwerkeenheden]. Het venster met het beheer voor de DFA-configuratie verschijnt. Er worden een of meerdere configuraties vermeld, afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheden van derden. 4. Als er voor de opdracht die u wilt uitvoeren, een andere afwerklocatie nodig is, dan de locatie die op dit moment voor die configuratie is ingeschakeld, selecteert u de configuratie die als online wordt aangegeven. 5. Selecteer een ander bestemmingsprofiel dan het profiel dat onder de configuratie word vermeld, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer [Inschakelen] om een andere profiel in te schakelen.
Het gebruik van op dit moment geïnstalleerde afwerkeenheden wijzigen en een nieuwe configuratie inschakelen: Deze procedure is voor gevallen waarbij u de configuratie van de afwerkeenheden fysiek moet wijzigen en bestaande afwerkeenheden op het systeem moet vervangen door een andere set afwerkeenheden. Raadpleeg de documentatie over de afwerking van de verkopende derde partij voor meer informatie over welke afwerkingsprofielen automatisch worden gewijzigd en welke handmatig moeten worden bijgewerkt. 1. Selecteer Afdrukbeheer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer in de configuratielijst de configuratie die op dit moment online is. 4. Schakel ongewenste profielen uit door het profiel/de profielen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Uitschakelen] te selecteren. Schakel alle gebruikte profielen uit. 5. Verwijder bestaande afwerkingsapparatuur en installeer de nieuwe apparatuur zo nodig op het systeem. Raadpleeg de documentatie over de afwerking van de derde partij over het handmatig aanpassen van de instellingen op de eenheid zelf. 6. Selecteer in het venster voor het beheer van de DFA-configuratie een profiel binnen de nieuwe configuratie die u wilt inschakelen en klik er met uw rechtermuisknop op. 7. Selecteer [Inschakelen] voor alle profielen. Eerder ingeschakelde profielen worden uitgeschakeld en offline gezet. De nieuwe configuratie is nu online en de geselecteerde profielen zijn ingeschakeld. 8. Selecteer [Sluiten].
Page 109 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_dfa_00.htm3/29/2007 1:29:52 PM
De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken
De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken De basisafwerkeenheid (BFM) beschikt over een grote uitlegtafel waarin tot 3000 vellen (met een gewicht van 20 lb/75 g/m²) kunnen worden gesorteerd en gestapeld en waarin tot 100 vellen (met een gewicht van 20 lb/75 g/m²) kunnen worden geniet.
De BFM of BFM Plus als afwerkeenheid selecteren 1. Het tabblad Aflevering selecteren in een venster met opdracht- of wachtrijeigenschappen. 2. [Nieten/afwerking: Afleveringslocatie] selecteren. 3. [Afwerkeenheid 'X'] selecteren. 4. Selecteer een van de volgende opties: Systeembepaald Auto-overschakelen Hoofduitlegtafel Bovenste opvangbak
Instellingen van de uitlegtafel en andere aanpassingen van de BFM definiëren Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de stapels en de algemene productiviteit van de BFM. U kunt bijvoorbeeld de papierkrul beperken, limieten voor de uitlegtafel instellen, het aantal papierstoringen beperken en de registratie van de afdrukken verbeteren door de bak met variabele vorm te gebruiken. In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de kwaliteit van de aflevering en de algemene productiviteit kunnen worden verbeterd.
Automatische beeldvastheid voor alle papiergewichten inschakelen of uitschakelen De Xerox Nuvera is ontworpen om het fuserproces voor alle ondersteunde papiersoorten en papiergewichten te optimaliseren. Op de BFM wordt het papiergewicht gebruikt dat bij het plaatsen van het papier is ingesteld. Zo worden registratie en compilatie geoptimaliseerd. Schakel Automatische beeldvastheid in via [Systeem: Tests] voor de beste fusertemperatuur en om de krul in de aflevering tot een minimum te beperken.
Limieten voor de uitlegtafel van de BFM instellen In de BFM kunnen tot 3000 vellen worden gestapeld, maar aanbevolen wordt om een stapellimiet in te stellen die gemakkelijker te hanteren is en niet zo groot en zwaar is om te tillen of te verplaatsen. Een hanteerbare limiet instellen helpt ook te voorkomen dat het papier gaat krullen, hetgeen vooral optreedt in grote stapels papier. Zo hoeft de operateur niet in te grijpen. De BFM detecteert wanneer de limiet van de uitlegtafel bijna is bereikt en plant het leegmaken automatisch nadat de volgende set voltooid is. Als u twee BFM's in het systeem hebt en een ervan vol raakt, schakelt het systeem automatisch over naar de tweede BFM. Volg de onderstaande stappen om unieke limieten voor alle uitlegtafels van het systeem in te stellen. 1. [Afdrukbeheer: Stapelen] selecteren. 2. Klik met de rechtermuisknop op een van de afwerkeenheden en selecteer Uitlegtafellimieten. Het venster Uitlegtafellimieten wordt weergegeven. 3. Stel de limieten in voor alle uitlegtafels van uw systeem. Hoofduitlegtafel:In dit veld wordt het maximumaantal vellen aangegeven voordat de hoofduitlegtafel van de BFM wordt leeggemaakt. Selecteer tussen de 200 en 3000 vellen. Capaciteit inbindeenheid: In dit veld wordt aangegeven hoeveel vellen in de hoofdcompiler van de BFM kunnen worden samengevoegd (uitsluitend voor onvoltooide sets). Met deze toepassing kunt u het aantal samen te voegen vellen aangeven voordat ze op de stapel terechtkomen. Selecteer tussen de 15 en 200 vellen (met een gewicht van 20 lb/75 g/m²). Als u dit veld leeg laat, is de Automatische inbindeenheid ingesteld. Het systeem berekent de dikte van de onvoltooide set in de compiler automatisch voordat de sets op de stapel worden geplaatst. Het systeem maakt gebruik van de laagste optie van de handmatige of de automatische instelling. De inbindeenheid is bij installatie op 100 ingesteld. Pas de instelling van de inbindeenheid aan: - om het krullen van het papier te verminderen (door de instelling lager te zetten) - om speciale papiersoorten, zoals gecoat papier, te beheren - om het stapelen van sommige papiersoorten te verbeteren (door de instelling lager te zetten) - om het aantal papierstoringen bij zware papiersoorten te verminderen - om het aantal BFM-fouten en verloren vellen in de compiler te verminderen (door de instelling lager te zetten) - om het aantal problemen bij opdrachten te verminderen door omlaag te gaan naar 35 vellen (indien de instelling 35 is en de opdracht uit 37 vellen bestaat, omhooggaan naar 37).
Page 110 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_bfm_00.htm (1 of 3)3/29/2007 1:29:52 PM
De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken
OPMERKING: Wanneer u kleine geniete sets (15 vel of minder) maakt, dient u de hoeveelheid tot maximaal 100 te beperken. Maak de uitlegtafel steeds leeg wanneer de hoeveelheid is voltooid.
De registratiewaarden voor de BFM instellen De papierregistratie op de BFM wordt beïnvloed door krul. Volg onderstaande stappen om de kwaliteit van de papierregistratie op de BFM voor iedere BFM van het systeem te verbeteren. Aanbevolen wordt echter dat u problemen met krul eerst oplost met de ontkruller van het afdrukgedeelte of, indien beschikbaar, met de herstelmodule (zie De ontkruller aanpassen) voordat u deze toepassing inschakelt. 1. [Afdrukbeheer: Stapelen] selecteren. 2. Klik met de rechtermuisknop op een van de afwerkeenheden en selecteer Uitlegtafellimieten. Het venster Uitlegtafellimieten wordt weergegeven. 3. Selecteer een van de volgende selectievakjes in het gebied Registratiekwaliteit instellen van het venster Setregistratie verbeteren: Als de vellen die uit het afdrukgedeelte komen te veel omhoog krullen, waardoor de BFM de vellen niet met de voorste rand naar de registratiepositie kan duwen, moet u dit selectievakje selecteren. Met deze selectie wordt de scuffer van de BFM ingeschakeld en omlaag gebracht, waardoor er druk ontstaat op het midden van een opdrachtset met twee nietjes, waardoor de plooi die tussen de nietjes bestaat tot een minimum wordt beperkt. Zo worden de vellen ook beter naar de registratiepositie geduwd. Behalve dat u hiermee de setregistratie verbetert, kunt u met deze toepassing ook het aantal storingen verminderen. Eerste paginaregistratie verbeteren binnen set: Schakel dit selectievakje in als u te maken hebt met storingen en krullend papier binnen sets. Het systeem schakelt de buffer tussen sets uit. De registratie van het papier wordt verbeterd, maar dit is wel van invloed op de productiviteit. Het systeem slaat een aantal pitches over tot de compiler klaar is voor de ontvangst van nieuwe vellen.
De bak met variabele vorm gebruiken Als het papier in de gestapelde aflevering nog steeds krult en u de kwaliteit van de stapel verder wilt verbeteren, kunt u de bak met variabele vorm op de uitlegtafel installeren. De bak met variabele vorm is beschikbaar via een accessoireskit voor alle BFM's en kan door de klant worden geïnstalleerd en verwijderd. De bak is ontworpen om mooiere stapels in de lade te kunnen maken door de vellen platter te maken. Als u te maken hebt met uitlegtafels die te vroeg leeggemaakt worden, storingen, krullend papier of slechte stapels, kunt u deze toepassing gebruiken voor papier dat lichter is dan 140 g/m², nadat u de standaard ontkrulaanpassingen hebt gemaakt. Houd er rekening mee dat sommige papiersoorten beter worden verwerkt zonder dat de lade is geïnstalleerd, helemaal als het papier niet krult. Gebruik deze toepassing niet voor papier dat zwaarder is dan 140 g/m².
De bak met variabele vorm installeren: 1. Trek de liftlade langzaam uit de BFM. 2. Plaats de bak met variabele vorm op de liftlade van de BFM. Deze past precies in de liftlade als deze in de stand voor leegmaken staat. 3. Duw de liftlade terug in de BFM. Doe dit voorzichtig, zodat het bedieningselement aan de rechterkant van de lade niet wordt beschadigd. De bak met variabele vorm verwijderen: 1. Trek de liftlade langzaam uit de BFM. 2. Maak indien nodig de uitlegtafel leeg. 3. Til de bak met variabele vorm uit de liftlade. 4. Duw de liftlade terug in de BFM. Papier uit de bak met variabele vorm verwijderen: 1. Trek de liftlade langzaam uit de BFM. Doe dit voorzichtig, zodat dit niet van invloed is op de stapel. 2. Verwijder slechts twee (2) pakken papier per keer. Doe dit voorzichtig, zodat dit niet van invloed is op de stapel. 3. Schuif voor de laatste twee pakken uw vingers onder de uitsparingen voor de nietjes aan de rechterkant van de lade. 4. Schuif uw handen terug naar het midden van de stapel; til de stapel op en verwijder deze. file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_bfm_00.htm (2 of 3)3/29/2007 1:29:52 PM
Page 111 of 231
De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken
5. Sluit de liftlade.
Via de koppelingen hieronder kunt u meer te weten komen over de mogelijkheden van de basisafwerkeenheid. Documentensets afleveren op de uitlegtafel Staffelen gebruiken om documenten in een stapel te ordenen Nietcassettes vervangen Nietstoringen oplossen Papierstoringen oplossen De uitlegtafel leegmaken
Page 112 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_bfm_00.htm (3 of 3)3/29/2007 1:29:52 PM
Gevouwen documenten maken
Gevouwen documenten maken Op de Xerox Nuvera-systemen die voorzien zijn van een multifunctionele afwerkeenheid (MFF) kan papier van 8,5 x 11 inch of A4formaat als C en als Z in drieën worden vouwen. Alles dat nodig is, is een origineel of print-ready bestand dat is geformatteerd voor dit type aflevering. Voor meer informatie over de multifunctionele afwerkeenheid raadpleegt u Mogelijkheden van de afwerkeenheid.
Een document als C vouwen tijdens het kopiëren 1. Het origineel in de AOD plaatsen, KKE, met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van het vel in de richting van de achterkant van de scanner. 2. Kopiëren selecteren. 3. Alles wissen selecteren. 4. Zonodig wit A4-papier toevoegen aan lade 3 of 4. Papier KKE plaatsen. De ladeprogrammering controleren. 5. Opdrachteigenschappen programmeren. Bijvoorbeeld: 1. In de gebruikersinterface op het tabblad Basis de optie In drieën vouwen (C) selecteren in het menu Afwerking. 2. Overige opdrachtprogrammeringskeuzes maken. 6. Als u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op Kopiëren.
Een document als Z vouwen tijdens het kopiëren 1. Het origineel in de AOD plaatsen, KKE, met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van het vel in de richting van de achterkant van de scanner. 2. Kopiëren selecteren. 3. Alles wissen selecteren. 4. Zonodig wit A4-papier toevoegen aan lade 3 of 4. Papier KKE plaatsen. De ladeprogrammering controleren. 5. Opdrachteigenschappen programmeren. Bijvoorbeeld: 1. In de gebruikersinterface op het tabblad Basis de optie In drieën vouwen (Z) selecteren in het menu Afwerking. 2. Overige opdrachtprogrammeringskeuzes maken. 6. Als u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op Kopiëren.
Een gevouwen document maken tijdens het afdrukken De stappen voor het afdrukken van een gevouwen document zijn in essentie dezelfde als voor het kopiëren. Het enige verschil is dat u op de Xerox Nuvera naar het print-ready bestand moet bladeren. Voor informatie over het afdrukken van het cd-rom-station raadpleegt u Afdrukken vanaf cd-station. Voor informatie over het afdrukken van uw pc raadpleegt u Een opdracht vanaf uw pc afdrukken.
Page 113 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_060.htm3/29/2007 1:29:51 PM
Staffelen gebruiken om documenten in een stapel van elkaar te scheiden
Staffelen gebruiken om documenten in een stapel van elkaar te scheiden Op de Xerox Nuvera kunnen grote volumes gemakkelijk worden verwerkt. Aan de andere kant kan het sorteren en het bij mensen afleveren van die documenten lastig en tijdrovend zijn als de aflevering in één grote stapel is. U kunt staffelen programmeren voor uw opdrachten als de afwerkeenheden die mogelijkheid ondersteunen. Dit is handig voor het ordenen van meerdere documentensets voor een snellere distributie. De instellingen kunnen afwijken afhankelijk van de afwerkeenheid die is geïnstalleerd.
Gehanteerde terminologie voor staffelen Het is belangrijk dat u begrijpt wat er wordt bedoeld met Sets en Stapels in het menu Staffelen. Sets: alle pagina's van een document dat uit meerdere pagina's bestaat. Met andere woorden één volledige kopie van een document. Deze set kan desgewenst worden geniet. Stapels: verscheidene afgedrukte sets in één grote stapel.
Staffelen gebruiken om documenten van elkaar te scheiden 1. Verzend de opdracht naar de Xerox Nuvera. 2. Selecteer in de DocuSP-gebruikersinterface de optie Opdrachtbeheer en open het venster met opdrachteigenschappen. 3. Selecteer op het tabblad Aflevering de toets Nieten/afwerking. 4. Klik in het vervolgkeuzemenu Afleveringslocatie op de optie Afwerkeenheid. 5. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Staffelen een van de volgende opties: ❍
Geen: aflevering wordt niet gestaffeld. Dit is de standaardselectie.
❍
Elke set: de aflevering wordt na iedere afgedrukte set gestaffeld.
❍
Elke stapel: de aflevering wordt na iedere afgedrukte stapel gestaffeld.
❍
Elke stapel en set: de aflevering wordt na iedere afgedrukte set of stapel gestaffeld, afhankelijk van wat er als eerste wordt afgeleverd.
6. Desgewenst het selectievakje Subset staffelen inschakelen. Door Subset staffelen wordt de aflevering binnen een stapel na ieder opgegeven paginanummer gestaffeld. U kunt het aantal pagina's invoeren of het pijltje gebruiken om het aantal pagina's per subset in te stellen. 7. Als u tevreden bent met de instellingen, klikt u op Afdrukken. OPMERKING: Staffelen kiezen wanneer u nietjes gebruikt, voor de beste staffelprestaties.
Page 114 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_050.htm3/29/2007 1:29:50 PM
Beperkingen voor katerngrootte
Beperkingen voor katerngrootte Om verkeerd ingevoerde vellen en papierstoringen te voorkomen, moet u weten hoe de verschillende katernformaten, geniet en ongeniet, op de Xerox Nuvera behoren te worden verwerkt.
Maximum katerngrootte (in aantal vellen) Voor geniete sets: Voor de beste resultaten is de maximum katerngrootte (aantal vellen dat een katern vormt) 15 vellen 80 g/m² papier (of 14 vellen 80 g/ m² papier en 1 vel 200 g/m² omslagmateriaal).
Voor ongeniete sets: Voor de beste resultaten is de maximum katerngrootte (aantal vellen dat een katern vormt) 5 vellen 80 g/m² papier.
Waarom is er een beperking? Wanneer een stapel papier wordt gevouwen in de afwerkeenheid, is er enige verschuiving van ieder vel papier. Nieten gebeurt na het vouwen in de multifunctionele afwerkeenheid. Bij het nieten van de stapel vellen, wordt deze verschuiving gecorrigeerd, zodat u meer vellen kunt invoeren. In tegenstelling daartoe, wanneer de stapel vellen niet wordt geniet, wordt de verschuiving niet gecorrigeerd. De kans wordt daardoor groter dat vellen vastlopen in het mechanisme van de afwerkeenheid.
Page 115 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_041.htm3/29/2007 1:29:51 PM
Een katern maken
Een katern maken Op de Xerox Nuvera-systemen met een multifunctionele afwerkeenheid (MFF) kunnen katernen worden gemaakt. Voor meer informatie over de multifunctionele afwerkeenheid raadpleegt u Mogelijkheden van de afwerkeenheid.
Een katern maken Documenten die uit meer pagina's bestaan kunnen gevouwen en ingebonden worden afgeleverd. Dit wordt een katern genoemd. Op de Xerox Nuvera kan een katernopdracht op verschillende manieren worden geprogrammeerd. Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan om een katernopdracht te kunnen verwerken: 1. Een document dat uit meerdere pagina's bestaat: ofwel een papieren origineel of een elektronisch bestand. 2. Een correct geconfigureerde Xerox Nuvera-systeem. Zie Papierladen instellen voor informatie.
Voorbeeldstappen voor kopiëren 1. Een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat in de AOD plaatsen. 2. In de sectie Kopiëren (standaardinstelling), beginnen met het instellen van de opdrachteigenschappen. 3. Op het tabblad Basis van de sectie Kopiëren Katern gevouwen en geniet selecteren in de keuzelijst Nieten/afwerking. 4. 2 op 2-zijdig selecteren in de keuzelijst Type opdracht. 5. A3 (US ledger 17x11 inch) selecteren in de lijst Geplaatst papier. Ervoor zorgen dat dit papier in een papierlade is geplaatst. Zie Papierladen instellen voor informatie. 6. Op het tabblad Aflevering klikken. Op de toets Opmaak klikken. Katern selecteren in de keuzelijst Opmaakstijl. 7. Portret selecteren in de keuzelijst Origineelrichting. 8. Klik op Kopiëren.
Voorbeeldstappen voor afdrukken via client-printerdriver TIP: De client-printerdriver voor de Xerox Nuvera naast dit venster openen bij het doorlopen van deze stappen.
1. [Bestand: Afdrukken] in uw pc-applicatie selecteren. 2. De Xerox Nuvera printerdriver selecteren. 3. Eigenschappen selecteren. 4. Op het tabblad Papier/Aflevering het papierformaat van de opdracht, Letter (8,5 x 11 inch), selecteren. 5. Op het tabblad Papier/Aflevering de optie Afwerking: Vouwen: In tweeën vouwen en nieten selecteren. 6. Op het tabblad Beeldopties de optie Kantlijnen: Geen selecteren. 7. Op het tabblad Opmaak/Watermerk de optie Pagina-opmaak: Katernopmaak selecteren. 8. Pagina-opmaakopties: Aanpassen op nieuw papierformaat: Tabloid (11 x 17 inch) selecteren. 9. OK selecteren. Voor meer informatie voor het afdrukken vanuit een client-applicatie raadpleegt u Afdrukken vanaf uw pc. Voor meer informatie over de functies die in bovenstaande voorbeeldstappen zijn gebruikt, de online help van de Xerox Nuvera raadplegen.
Page 116 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_040.htm3/29/2007 1:29:51 PM
Documentensets afleveren op de uitlegtafel
Documentensets op de uitlegtafel afleveren Het afdrukken van grote volumes documenten is geen probleem voor de Xerox Nuvera. Aan de andere kant kan het sorteren en het bij mensen afleveren van die documenten lastig en tijdrovend zijn als de aflevering niet is geordend. Voor meer informatie over het sorteren van sets documenten op de Xerox Nuvera raadpleegt u Staffelen gebruiken.
Multifunctionele afwerkeenheid De onderste lade op de multifunctionele afwerkeenheid wordt daarnaast gebruikt voor het maken van katernen, documenten met dubbele hecht, rughecht en gevouwen documenten. OPMERKING: De multifunctionele afwerkeenheid is de basis- of standaardafwerkeenheid van de Xerox Nuvera. Deze afwerkeenheid is niet beschikbaar met andere afwerkeenheden en de herstelmodule maakt geen deel uit van de configuratie.
Basisafwerkeenheid (BFM) De basisafwerkeenheid heeft een bovenste opvangbak die dienst doet als opvangbak voor afgevoerde vellen en als bestemming voor niet-verwerkbaar papier. Raadpleeg de klantendocumentatie om te zien welke papiersoorten geschikt zijn voor het systeem. De eenheid heeft ook een grote uitlegtafel. De BFM Plus heeft een overbruggingspapierbaan in plaats van een bovenste opvangbak. Zie Specificaties van de basisafwerkeenheid voor meer informatie. Raadpleeg De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken voor informatie over het gebruik van de bak met variabele vorm. OPMERKING: Op de BFM kunnen transparanten met schutvel naar de uitlegtafel worden verzonden. Alle andere transparanten moeten naar de bovenste opvangbak worden verzonden.
Documentensets naar de uitlegtafel sturen Documenten verzonden van een client-applicatie kunnen worden geprogrammeerd voor aflevering op de uitlegtafel. Zie Afdrukken van uw pc. 1. Vanaf de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera een opdracht beginnen en programmeringsopties instellen. 2. Op het tabblad Aflevering de toets Nieten/afwerking selecteren. 3. In het menu Afleveringslocatie de optie Uitlegtafel selecteren. OPMERKING: Deze serie stappen geldt voor systemen met een multifunctionele of basisafwerkeenheid. 4. Indien u gesorteerde aflevering wenst voor een handigere distributie, programmeert u Staffelen voor de documenten die op de uitlegtafel worden afgeleverd. Voor meer informatie raadpleegt u Staffelen gebruiken om documenten in een stapel van elkaar te scheiden. OPMERKING: Opdrachten met verschillende papierformaten kunnen in de hoofdlade worden geplaatst. Klein papier moet bovenop groot papier worden geplaatst, zodat de stapel niet omver valt.
De uitlegtafel van de basisafwerkeenheid leegmaken Wanneer de opdracht die aan de basisafwerkeenheid is toegewezen wordt afgedrukt, komen deze terecht in de bak van de uitlegtafel. Als de bak vol is, komen de sets terecht op de stapel eronder. Als de afdrukopdracht is voltooid, wordt de uitlegtafel van het systeem leeggemaakt op basis van ingestelde limieten voor de uitlegtafel. Raadpleeg De basisafwerkeenheid (BFM) gebruiken voor informatie over het selecteren van de limiet van de uitlegtafel.
VOORZICHTIG! Open de voordeur van de basisafwerkeenheid en de deur van de nieteenheid NIET tegelijkertijd.
Page 117 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_030.htm (1 of 2)3/29/2007 1:29:55 PM
Documentensets afleveren op de uitlegtafel
1. Selecteer de toets Legen op de gebruikersinterface of druk op de toets Legen op de voorkant van de basisafwerkeenheid. 2. Als het lampje knippert, kunt u de toegangsdeur van de uitlegtafel openen. 3. De zwarte handgreep vastpakken en de opvangbak naar buiten schuiven. 4. De stapel van de uitlegtafel verwijderen. 5. De opvangbak terugduwen in de basisafwerkeenheid. 6. De toegangsdeur sluiten.
Betekenis van het LED-lampje Lampje is Aan = De basisafwerkeenheid is in gebruik Lampje is Uit = De basisafwerkeenheid is niet in gebruik of bezig met initialiseren nadat deze is leeggehaald (open de voordeur van de basisafwerkeenheid niet). Lampje brandt constant = De uitlegtafel wordt naar beneden gebracht (open de voordeur van de basisafwerkeenheid niet) Lampje knippert langzaam = De uitlegtafel wordt naar beneden gebracht om te worden leeggemaakt. Het verzoek om de voordeur van de basisafwerkeenheid te openen is geregistreerd. Lampje knippert snel = De voordeur van de basisafwerkeenheid mag worden geopend. OPMERKING: Met de toets Legen wordt de papierlade niet geleegd, indien het papier in de aanvoermodule tijdens een opdracht op is. De lade in de aanvoermodule vullen, zodat de set kan worden afgemaakt. De lade wordt tevens geleegd wanneer een opdracht wordt geannuleerd, vastgehouden of verwijderd.
In het geval van een storing in de papierbaan of nieteenheid: Als er papier vastloopt in de papierbaan of nieteenheid, en er geen systeemgebeurtenis verschijnt, kunt u toegang krijgen tot deze zones door de lade/klep te ontgrendelen via de systeemsoftware. 1. In de gebruikersinterface klikt u op [Printer: Afwerkeenheid ontgrendelen] . Het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen verschijnt. 2. De ontgrendelingstoetsen voor de bovenklep en nieteenheid worden weergegeven. Klikken op de toets van de zone die u wilt ontgrendelen. 3. Als het goed is, hoort u een serie klikken in de basisafwerkeenheid. De klep of lade is nu toegankelijk.
VOORZICHTIG! NIET proberen kleppen of laden van de basisafwerkeenheid te ontgrendelen wanneer de status "Afwerkeenheid wordt aangepast" nog zichtbaar is in het statusgebied van de gebruikersinterface. Wachten totdat dit bericht is verdwenen voordat u probeert de besturingselementen voor het ontgrendelen van de basisafwerkeenheid te gebruiken. Papierstoringen oplossen. raadplegen voor meer informatie over het oplossen van papierstoringen in de basisafwerkeenheid.
Page 118 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_030.htm (2 of 2)3/29/2007 1:29:55 PM
Afwerking
De multifunctionele afwerkeenheid gebruiken De Xerox Nuvera kan zijn voorzien van een multifunctionele afwerkeenheid. Er bestaan twee modellen van de multifunctionele afwerkeenheid: het professionele model en de Pro Plus.
De professionele multifunctionele eenheid stelt u in staat uw opdrachten af te werken met toepassingen zoals: ●
Nieten
●
Sets
●
In drieën vouwen
●
Katern vouwen
Wanneer u de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus gebruikt, kunt u uw opdrachten afwerken met dezelfde toepassingen die op de professionele multifunctionele afwerkeenheid beschikbaar zijn, met daarnaast ook een invoegmodule. Deze invoegmodule biedt de volgende aanvullende afwerkingstoepassingen: ●
Een invoeglade voor het toevoegen van voorbedrukte tabbladen, omslagen en gekleurde vellen aan uw opdracht
●
Een perforator voor 3 of 4 gaatjes
Via de koppelingen aan de linkerkant kunt u meer te weten komen over de mogelijkheden van de multifunctionele afwerkeenheid. Verdere informatie over de nieteenheden kunt u vinden in Specificaties van de nieteenheid. Voor meer informatie over de mogelijkheden van de invoegmodule voor de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus, raadpleegt u Productie-afwerkeenheden
Page 119 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_f_00.htm3/29/2007 1:29:54 PM
De AOD gebruiken
De AOD gebruiken OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. De Xerox Nuvera is voorzien van een automatische originelendoorvoer, waarmee u snel grote sets originelen kunt scannen voor verwerking op het systeem. Voor meer informatie over de mogelijkheden van de AOD raadpleegt u Specificaties van AOD en scanner.
Video
Originelen scannen m.b.v de AOD
Originelen scannen via de glasplaat
Papier in de AOD plaatsen OPMERKING: Om bij gebruik van papierformaat 12 x 18 inch te zorgen dat alle informatie behouden blijft, de glasplaat gebruiken. OPMERKING: De onderstaande stappen volgen ter voorkoming van foutieve invoer en/of schuine aflevering. De zijgeleiders van de AOD dienen correct te worden ingesteld om verkeerd uitgelijnde kopieën of scans te voorkomen.
1. Alle nietjes, paperclips, enz., die de set originelen bijeenhouden, verwijderen. 2. De zijgeleiders zo ver mogelijk naar buiten schuiven. 3. De set originelen die u wilt scannen of kopiëren met de beeldzijde omhoog in het midden van de AODinvoerlade plaatsen. Ervoor zorgen dat de set documenten netjes op elkaar ligt om scheve afdrukken te voorkomen. Voor meer informatie over het plaatsen van papier (soort en invoerrichting) raadpleegt u Specificaties van AOD en scanner. 4. De zijgeleiders naar binnen verplaatsen. Ervoor zorgen dat de papiergeleiders beide zijden van de stapel papier net raken. Indien de geleiders niet goed worden ingesteld, kan dit schuine invoer en schuine beelden op kopieën of scans tot gevolg hebben. 5. Overige programmeringskeuzes maken op de tabbladen in de gebruikersinterface. 6. Op <Start> klikken. Indien er een papierstoring in de AOD optreedt, raadpleegt u Papierstoringen in de AOD oplossen.
Page 120 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_df_000.htm3/29/2007 1:29:55 PM
Een geniete kopie maken
Een geniete kopie maken OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Onderstaande richtlijnen volgen om een geniete kopie te maken met behulp van de AOD. Voor meer informatie over de AOD raadpleegt u De AOD gebruiken.
Een geniete kopieeropdracht maken 1. Uw originelen plaatsen overeenkomstig de instructies op de AOD. 2. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op het pictogram voor de gewenste papier/nietrichting. 3. Als u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op Kopiëren.
Verwante onderwerpen Specificaties van de nieteenheid Nietjes vervangen Nietstoringen oplossen
Page 121 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_060.htm3/29/2007 1:29:55 PM
Kopieeropdrachten beheren
Kopieeropdrachten beheren: Vastgehouden opdrachten bewerken OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Met behulp van deze toepassing kunnen gebruikers de opdrachtprogrammering vanaf de lokale gebruikersinterface van het apparaat wijzigen nadat de opdracht door het systeem is ontvangen. Deze toepassing geldt voor kopieer-, scan- en afdrukopdrachten die reeds in de wachtrij staan (en in het geval van kopieeropdrachten, als vastgehouden door het systeem zijn geprogrammeerd). Niet alle opdrachtprogrammeringsopties kunnen worden gewijzigd.
Voorbeeldstappen voor het bewerken van een vastgehouden kopieeropdracht 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 2. Het aankruisvakje "1 proefafdruk en vasthouden" moet zijn geselecteerd voor het opdrachttype. 3. Een keuze maken uit de beschikbare programmeringsopties. Op <Start> klikken. De opdracht wordt verwerkt en in de lijst Huidige opdrachten geplaatst. Een aantekening maken van het opdrachtnummer dat in het dialoogvenster verschijnt. 4. Op de toets klikken. 5. Het tabblad Huidige opdrachten selecteren. 6. Indien nodig, naar beneden schuiven in de lijst Inactieve opdrachten. Dubbelklikken op de opdracht met het bewuste opdrachtnummer (genoteerd in stap 3). 7. Wanneer het opdrachtvenster is geopend, de nodige wijzigingen in de opdrachtprogrammering maken. 8. Als u tevreden bent met uw instellingen, op klikken. Voor meer informatie over het beheren van opdrachten op het systeem, raadpleegt u Afdrukopdrachten beheren.
OPMERKING: Indien PDL-bestanden behouden actief is, wordt er een voltooide kopieeropdracht vermeld onder Opdrachtbeheer. Zo kunt u de opdracht opnieuw verzenden voor afdrukken en desgewenst eigenschappen bewerken.
Page 122 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_040.htm3/29/2007 1:29:54 PM
Afdrukformaat aanpassen
Afdrukformaat aanpassen U kunt uw kopie op een ander papierformaat afdrukken. Er zijn twee manieren waarop u dit kunt doen: ●
Auto-papierselectie (APS)
●
Handmatige papierformaatselectie
1. Met APS kunt u de opdracht programmeren, originelen in de AOD of op de glasplaat plaatsen, waarna het apparaat automatisch het juiste papier (de juiste lade) voor de opdracht selecteert. Het systeem bepaalt het origineelformaat en gebruikt dit in combinatie met andere toepassingen, zoals Verkleinen/vergroten en Rotatie om het afdrukformaat te bepalen en de papierlade te selecteren met het meest overeenkomende papier voor de invoer. Het systeem doet dit allemaal zonder enig verlies van het paginabeeld. Het systeem kiest altijd een papier/lade die wit, bruingeel of ivoorkleurig is; met een licht of normaal gewicht (56 - 105 g/m²); en als papiersoort gewoon of gerecycled. Als verkleinen/vergroten op 100% is ingesteld, en het juiste formaat papier or lade is niet aanwezig (de papierlade is leeg, in beweging, uitgeschakeld of geopend), wordt een foutbericht weergegeven waarin wordt vermeld dat APS is geselecteerd maar geen lade met het juiste papier beschikbaar is. Als verkleinen/vergroten niet op 100% is ingesteld, wordt een groter formaat papier/lade gekozen als het juiste formaat niet beschikbaar is. 2. U kunt de standaard APS-toepassing negeren door handmatig een afdrukformaat te selecteren. Op Afdrukbeheer klikken, een lade selecteren, en met de rechtermuisknop klikken om een van de ladeselecties in te schakelen. OPMERKING: De toepassing APS is standaard ingeschakeld. APS is alleen van toepassing op kopieeropdrachten.
Zie ook: Zie Ondersteund papier voor informatie over papierformaten en -soorten die u kunt gebruiken op de Xerox Nuvera.
Page 123 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_030.htm3/29/2007 1:29:54 PM
2-zijdige pagina's kopiëren
2-zijdige pagina's kopiëren OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. Met de Xerox Nuvera is het eenvoudig om 2-zijdige (duplex) originelen te kopiëren, ofwel vanaf de glasplaat of met de snelle AOD (originelendoorvoer).
2-zijdige pagina's kopiëren met de AOD De Xerox Nuvera is uitgerust met een snelle AOD. Voor informatie over de papiersoorten die via de AOD kunnen worden ingevoerd, raadpleegt u AOD-specificaties. TIP: Om papier te besparen en de opdrachttijd te beperken, wordt u aangeraden waar mogelijk/praktisch originelen met meerdere 1-zijdige pagina's om te zetten in 2-zijdige aflevering.
Basisstappen voor kopiëren met behulp van "type opdracht"-programmering 1. Originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD plaatsen. 2. Bepalen welke programmering u op de originelen wilt toepassen. Bijvoorbeeld: "Ik wil dit 1-zijdige document van 10 pagina's omzetten in een 2-zijdig document." 3. Op de toets Kopieerservice klikken. Op het tabblad Basis selecteert u 1 op 2-zijdig in het veld Type opdracht. 4. Overige aanpassingen in velden op andere tabbladen maken. 5. Klik op Kopiëren.
2-zijdige pagina's kopiëren via de glasplaat Sommige origineelsoorten kunnen niet goed worden ingevoerd via de AOD van de Xerox Nuvera. Voorbeelden van dergelijke origineelsoorten zijn: ●
Kwetsbare, oude of gescheurde originelen
●
Originelen op zwaar karton
●
Foto's
Voor deze en andere documenten die u naar eigen inschatting beter niet via de AOD kunt invoeren, dient u de glasplaat te gebruiken.
Basisstappen voor kopiëren met behulp van "type opdracht"-programmering 1. Het 2-zijdig origineel op de glasplaat plaatsen en uitlijnen in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2. Op de toets Kopieerservice klikken. Op het tabblad Basis selecteert u 2 op 2-zijdig in het veld Type opdracht. 3. Overige aanpassingen in velden op andere tabbladen maken. Andere opties zijn bijvoorbeeld nieten, afdrukkwaliteitsaanpassingen, rotatie, etc. 4. Klik op Kopiëren. Zijde 1 van het origineel wordt gekopieerd en in het systeemgeheugen opgeslagen. 5. In het zwarte systeemstatusgebied meldt het systeem Gereed om zijde 2 te scannen.... Til de afdekklep van glasplaat omhoog en draai het document om voor het scannen van zijde 2. Keer het origineel om en klik op Kopiëren. 6. Het systeem begint met de verwerking en het afdrukken van uw kopieeropdracht.
Page 124 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_020.htm3/29/2007 1:29:54 PM
Een kopieeropdracht programmeren
Een kopieeropdracht programmeren In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u documenten kopieert. Voor meer gedetailleerde informatie en specifieke procedures gebruikt u de koppelingen in dit onderwerp en in de linkerkolom. OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft.
Een kopieeropdracht instellen 1. Een document met de beeldzijde omhoog in de AOD plaatsen (kwetsbare of ingebonden documenten met de beeldzijde omlaag op de glasplaat plaatsen). 2. Op de toets Kopieerservice klikken. 3. Het gewenste aantal kopieën invoeren. 4. De instellingen op de overige tabbladen naar behoeven instellen. Voor een beschrijving van de toetsen en hun functies raadpleegt u de online help op het apparaat. ❍
Beelden bewerken
❍
Beelden roteren
❍
Afdrukkwaliteit wijzigen
❍
Tussenschietvellen en speciale pagina's instellen
❍
Katernen maken
❍
Afwerkopties instellen
5. Op het tabblad Basis het papier kiezen waarop u wilt kopiëren. Voor het selecteren van het papier kunt u kiezen uit vier opties: Auto-papierselectie - Het Nuvera-systeem detecteert het papierformaat en maakt een selectie Geplaatst papier - U selecteert een van de papiersoorten uit de lijst met geplaatste papiersoorten Papierlijst - U selecteert een van de papiersoorten uit de lijst met papiersoorten Aangepast papier - U programmeert een aangepaste papiersoort. OPMERKING: Papier wordt niet per papierlade geselecteerd. Als papierladen 1 en 2 hetzelfde papier bevatten maar lade 1 een hogere prioriteit (lager nummer) heeft, wordt het papier uit de lade met de hoogste prioriteit gebruikt. Als 2 papierladen papier van het formaat 8,5 x 11 inch (1 LKE en 1 KKE) bevatten, wordt in de lijst Geplaatst papier één optie voor dit papier weergegeven, met twee afdrukrichtingen waaruit u kunt kiezen. 6. Papierladen vullen met de juiste papiersoort(en), en de programmering van de laden wijzigen, indien nodig. 7. Op <Start> klikken.
1 proefafdruk en vasthouden 1. Op de toets Kopieerservice klikken. 2. Selecteer Opdrachttype. 3. Selecteer 1 proefafdruk en vasthouden. Nadat de proefafdruk is voltooid, verschijnt er een venster met drie mogelijkheden. ●
●
●
Vrijgeven om de opdracht af te drukken. Opdracht vasthouden. Hiermee wordt de opdracht naar het deelvenster Inactief van Opdrachtbeheer verplaatst met de status Proefafdruk geslaagd. Annuleren
Zie ook: Voor een overzicht van complexere opdrachten en workflows, Complexe opdrachten instellen raadplegen. Voor informatie over geavanceerde toepassingen, Geavanceerde toepassingen gebruiken raadplegen.
Page 125 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_010.htm3/29/2007 1:29:53 PM
Overzicht van Kopiëren
Documenten kopiëren OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. 1. Het document met de beeldzijde omhoog in de AOD plaatsen of met de beeldzijde omlaag op de glasplaat. 2. Op de toets Kopiëren klikken. De opdrachtinstellingen op elk tabblad aanpassen. 3. De toets <Start> selecteren. De Xerox Nuvera beschikt ook over vele krachtige toepassingen voor het reproduceren van documenten: ●
Opdrachten kopiëren met gemengde origineelformaten
●
Katernen maken
●
Pagina's invoegen
●
Documentensets staffelen, stapelen en nieten met de basisafwerkeenheid
●
Documentensets staffelen, stapelen en nieten met de multifunctionele afwerkeenheid
●
Formaat van beelden wijzigen
●
Afdrukkwaliteit aanpassen voor verschillende origineelsoorten (foto's, halftonen, tekst)
●
Opbouwen en opdrachten online opslaan voor afdrukken op verzoek
●
Uitgevloeide beelden afdrukken (beelden die gebruik maken van de hele pagina)
De Xerox Nuvera functioneert ook als een werkgroepprinter in een netwerk en een werkgroepscanner.
Page 126 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_c_000.htm3/29/2007 1:29:53 PM
Contact opnemen met Xerox
Contact opnemen met Xerox Voordat u contact opneemt met Xerox voor een serviceprobleem, dient u de volgende stappen uit te voeren: ●
●
●
Bij afdrukkwaliteitsproblemen dient u eerst te proberen het probleem op te lossen met behulp van de probleemoplosser voor afdrukkwaliteitsproblemen. Bij oude door de klant te vervangen eenheden dient u eerst zelf te proberen het onderdeel te vervangen. Controleer de fuser-reinigingswebcassette en vervang deze zo nodig met behulp van de fuser-reinigingswebcassette verwijderen en vervangen.
Locatie van servicecode / serienummers Indien u een bericht heeft ontvangen dat u hulp dient in te roepen: 1. De servicecode noteren die in de gebruikersinterface verschijnt. 2. Het serienummer van het apparaat noteren. Er zijn verscheidene serienummers. Het serienummer noteren dat overeenkomt met de zone waarin onderhoud nodig is. Locaties van serienummers zijn: ●
●
●
●
Problemen met papierinvoer: Het serienummer bevindt zich achter de voordeur in de linkerbovenhoek net onder de AOD. Voor meer informatie over deze zone van het apparaat raadpleegt u Invoermodule. Algemene problemen met het apparaat: Het serienummer bevindt zich achter de rechtervoordeur van het afdrukgedeelte in de rechterbenedenhoek. Voor meer informatie over deze zone van het apparaat raadpleegt u Afdrukgedeelte (van printer en fuser). Problemen met de afwerkeenheid: Het serienummer bevindt zich achter de voordeur van de multifunctionele afwerkeenheid in de rechterbenedenhoek. Voor meer informatie over deze zone van het apparaat raadpleegt u Multifunctionele afwerkeenheid. Het serienummer bevindt zich achter de voordeur van de basisafwerkeenheid in het midden van het frame.
prInteract, Xerox Remote Services (Externe services) prInteract, Xerox Remote Services (Externe services), biedt een geïntegreerde aanpak voor de ondersteuning van uw apparaat. Via een beveiligde on-line verbinding met uw apparaat kunnen we beter inzicht krijgen in uw productievereisten en -omgeving, zodat we: ●
Potentiële problemen in kaart kunnen brengen via constante gegevensanalyse
●
Aanbevelingen kunnen doen om de algehele systeemprestaties te optimaliseren
●
MeterAssistant kunnen gebruiken om automatisch accurate tellergegevens te genereren en deze naar Xerox te verzenden
Voor meer informatie over Xerox Remote Services (Externe services) de koppeling Externe diensten op de homepage gebruiken.
Systeemgegevens verzenden: 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera klikt u op [Systeem: Hulp inroepen]. Het dialoogvenster Hulp inroepen verschijnt. 2. In het dialoogvenster Hulp inroepen klikt u op [Opties: Gegevens verzenden]. Indien uw apparaat niet op het netwerk is aangesloten, kiest u Gegevens opslaan. Het systeem zal de gegevens vervolgens naar het ingebouwde cd-rom-station versturen. Op <Sluiten> klikken.
Telefoonnummers en World Wide Web-adres Xerox Welcome Centre: 1-800-821-2797
Supplies Hotline (Verenigde Staten): Page 127 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_10.htm (1 of 2)3/29/2007 1:29:56 PM
Contact opnemen met Xerox
Xerox-onderdelen: 1-800-828-5881 Xerox-verbruiksartikelen: 1-800-822-2200 Door de klant te vervangen Xerox-eenheden: 1-800-822-2979
Supplies Hotline (Xerox Canada): Xerox Canada Support Hotline : 1-800-939-3769 Xerox Canada Supplies: 1-800-668-0199
Internet: Bestellen van Xerox-onderdelen
In alle andere landen moet contact op worden genomen met het Xerox Welcome Centre.
Onderdeelnamen/-nummers voor door klant te vervangen eenheden/onderhoud/ verbruiksartikelen Onderdeelnaam
EA-toner
Onderdeelnummer 6R1261 - Noord-Amerika 6R90357 - Europa
Tonerafvalcontainer
93K14840
Ontwikkelaarafvalcontainer
93K08651
MFF-perforator voor 3 gaatjes
180K00171
MFF-perforator voor 4 gaatjes
180K00181
Hoofdnietcassette van multifunctionele afwerkeenheid(capaciteit voor 100 vellen)
8R12912
Bijvulling voor hoofdnietcassette van multifunctionele afwerkeenheid (capaciteit voor 100 vellen)
8R12898
Hoofdnietcassette van multifunctionele afwerkeenheid (capaciteit voor 50 vellen)
8R12920
Bijvulling voor hoofdnietcassette van multifunctionele afwerkeenheid (capaciteit voor 50 vellen)
8R12919
Katernnietcassette van multifunctionele afwerkeenheid
8R12897
Nietcassettes voor basisafwerkeenheid BFM en BFM Plus (nietcapaciteit voor 3 - 100 vellen)
8R13033
Nietcassettes voor basisafwerkeenheid BFM en BFM Plus (nietcapaciteit voor 3 - 30 vellen)
8R13034
Xerox glasplaat-, lens- en spiegelreiniger
8R3669
Xerox vezelvrije reinigingsdoeken
8R3669
Page 128 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_10.htm (2 of 2)3/29/2007 1:29:56 PM
Hoe kunt u...
Hoe kunt u... Uw Xerox Nuvera is een snel digitaal op een netwerk aangesloten productiesysteem, waarmee u snel grote volumes kunt afdrukken. Het systeem bestaat uit meerdere modules en configuraties en er kunnen verschillende afwerkeenheden op worden aangesloten. Afhankelijk van de Nuvera-configuratie die u hebt, kunt u een eenmansprintshop beginnen waar u katernen maakt, beelden en documenten voor optische tekenherkenning (OCR) scant, en documenten opslaat, die zo nodig op het systeem worden afgedrukt. Neem even de tijd om erachter te komen welke mogelijkheden de Xerox Nuvera te bieden heeft.
Page 129 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_00.htm3/29/2007 1:29:53 PM
Het systeem gebruiken met FreeFlow
De Xerox Nuvera gebruiken met FreeFlow® Makeready OPMERKING: De volgende informatie kan worden gewijzigd, aangezien er op dit moment nieuwe versies van de Makereadyapplicatie worden ontwikkeld. Als u beschikt over een Xerox FreeFlow-oplossing, kunt u de FreeFlow Makeready-applicatie met de Xerox Nuvera integreren. Voor optimale resultaten, de volgende richtlijnen volgen:
Afdrukken op de Xerox Nuvera vanuit FreeFlow Makeready 1. Zorg dat de printerdriver van het systeem op uw pc is geïnstalleerd. 2. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken in de FreeFlow-applicatie. 3. Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken op welke printer u wilt afdrukken: ●
Xerox Nuvera 100/120/144 EA Digital Production System
TIP: Opdrachten die vanuit FreeFlow Makeready zijn verzonden, kunnen het best worden geprogrammeerd om te worden vastgehouden op de Xerox Nuvera en vervolgens opnieuw worden geprogrammeerd via de gebruikersinterface van de printer om er zeker van te zijn dat de juiste opdrachtkenmerken worden gebruikt.
Page 130 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/hdi_usewithdpath_00.htm3/29/2007 1:33:04 PM
Info over Donkerder/lichter
Donkerder/lichter aanpassen
Figuur 1:
Met de optie Donkerder/lichter worden alle tonen lichter of donkerder gemaakt. Als de waarde van Donkerder/lichter wordt verhoogd, verschuiven alle tonen in het beeld meer in de richting van wit. Als de waarde van Donkerder/lichter wordt verlaagd, verschuiven alle tonen naar zwart. OPMERKING: Als de origineelsoort Tekst met de renderingoptie Drempel is geselecteerd, wordt met de optie Donkerder/lichter de drempelwaarde aangepast. Pixels die lager zijn dan de drempelwaarde worden wit, en pixels die hoger zijn dan deze waarde worden zwart. Zo ontstaat vaak de indruk dat het contrast is aangepast.
Instellingen voor Lichtheid/Donkerheid Figuur 1: Een donker origineel. U kunt zien hoe de schaduwdetails in Wanneer de uiterste waarden voor de instellingen van Lichtheid/ de richting van zwart verschuiven. Gegevens in histogram zijn links geconcentreerd. Donkerheid worden ingevoerd, kunnen er details in de schaduwen (donkere gebieden) of de lichte gebieden verloren gaan. Als u bijvoorbeeld in afbeelding 1 meer schaduwdetails in Figuur 2: de telefoon wilt hebben, moet u de schuifregelaar van Lichtheid/ Donkerheid naar rechts verplaatsen. Hierdoor wordt het beeld helderder. Zoals te zien is in afbeelding 2, worden de schaduwdetails van de telefoon weliswaar verbeterd, maar zijn de middentoondetails van het gezicht van de vrouw vrijwel geheel wit geworden. Aan de ene kant boekt u winst met de gewenste tooncorrectie, maar aan de andere kant gaan de verzadigde tonen erop achteruit. Voor informatie over werken met de optie Donkerder/lichter, Donkerder/lichter aanpassen raadplegen.
Figuur 2: De instelling is te licht gemaakt. U ziet dat sommige van de lichtere gebieden helemaal wit zijn geworden. Gegevens in histogram zijn rechts geconcentreerd.
Page 131 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj20.htm3/29/2007 1:34:25 PM
Info over contrast
Info over contrast
Voorbeelden
Met de optie Contrast verbetert u de scheidingen tussen de tonen, vooral bij de middentonen. Door het contrast te verhogen, wordt de grijswaarde dichter naar zwart of naar wit verplaatst. Als het contrast wordt verlaagd, wordt er meer grijs toegevoegd aan zwart en wit.
Figuur 1:
Limieten van de contrastinstellingen De contrastinstellingen worden op de Xerox Nuvera op alle pixels van het beeld tegelijk toegepast. Dit betekent, dat een wijziging van het contrast van de grijswaarden van uw beeld ook effect heeft op lichte markeringen en donkere schaduwen. Als het contrast teveel wordt verhoogd, wordt de grijswaarde weliswaar verbeterd maar wordt het effect van lichte markeringen en schaduwwerking verslechterd. Het verschil tussen aangrenzende pixels wordt groter, zodat schaduwgebieden zwart worden en lichtere delen helemaal wit (zie figuur 1). Figuur 1. Beeld met hoog contrast. Grijstinten zijn over het hele Als het contrast teveel wordt verlaagd, vervagen de lichte en histogram verspreid. donkere gebieden. In plaats van dat de lichtere gebieden helemaal wit worden en de donkere schaduwen helemaal zwart, worden lichte en donkere gebieden in het grijswaardegebied Figuur 2: van het histogram "gecomprimeerd" (zie figuur 2). Voor informatie over werken met de optie contrast, Contrast aanpassen raadplegen. TIP: Vaak zien beelden met een verhoogd contrast er scherper uit. Aangeraden wordt de instelling Scherpte te gebruiken voor het aanpassen van de scherpte, omdat de randen daarmee scherper worden zonder de grote toonveranderingen die de wijzigingen in contrast met zich meebrengen.
Figuur 2. Beeld met laag contrast. Grijstinten zijn gecomprimeerd in grijswaarden en lichte en donkere gebieden vervagen, zoals te zien is in het histogram.
Page 132 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj10.htm3/29/2007 1:34:25 PM
Afdrukkwaliteit aanpassen
Afdrukkwaliteit aanpassen De gebruikersinterface van de Xerox Nuvera bevat verschillende opties voor het aanpassen van de afdrukkwaliteit voor opdrachten waarbij u gebruik maakt van Kopiëren, Scannen naar bestand en Afdrukken. Met deze opties kunnen wijzigingen aan beelden met tekst, foto's, halftoonbeelden en documenten met gemengde beeldtypes worden gemaakt. Deze opties worden vooral gebruikt voor originelen van slechte kwaliteit, bijvoorbeeld wanneer de tekst/beelden te licht of te donker zijn. Als u meer wilt leren over deze mogelijkheden, gebruikt u de koppelingen links. OPMERKING: Als de licentie voor verbeterde lijnrasters is ingeschakeld, ondersteunt het systeem opdrachten met halftoonrasters van 85, 106, 125, 134 en 156 lpi. Als de licentie niet is ingeschakeld, wordt alleen 125 lpi ondersteund.
De afdrukkwaliteit van scanopdrachten aanpassen 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren (of Scannen naar bestand) en vervolgens op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. De Origineelsoort selecteren van het beeld dat gekopieerd moet worden. Klikken op Origineelsoort en vervolgens klikken op Instellingen rasteropties. De opties selecteren in overeenstemming met de conditie en het type van het origineel. 3. Klikken op het tabblad Basis en vervolgens met Donkerder/lichter kleine correctie-aanpassingen maken. 4. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit en vervolgens op Beeldaanpassingen. De besturingselementen Contrast, Scherpte en Achtergrondonderdrukking gebruiken om kleine correctie-aanpassingen te maken. TIP: Als u hetzelfde soort origineel vaak kopieert of scant, kunt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit afstemmen op dit type origineel. Als er bijvoorbeeld hoofdzakelijk donkere foto's worden gekopieerd of gescand, kunt u zich veel tijd besparen door de systeeminstellingen voor dit type origineel te programmeren. Vraag uw systeembeheerder uw systeeminstellingen af te stemmen op uw origineel.
Afdrukkwaliteit van afdrukopdrachten aanpassen 1. Open Afdrukbeheer en zoek en selecteer de opdracht. 2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Mode de instelling voor de printeremulatie. Met de DocuTech 135-instelling maakt u afdrukken die er hetzelfde uitzien als die van de DT135-printer. 4. Gebruik het besturingselement Densiteit om kleine aanpassingen te maken door de donkerheid hoger of lager in te stellen. Alle pixels van het beeld gaan richting zwart of richting wit. De waarden die het dichtst in de buurt van 0 liggen zijn bedoeld voor kleine aanpassingen in de donkerheid van tekst en foto's. Met de instellingen +/-3 bereikt u een noemenswaardig verschil bij tekst. Deze instellingen worden echter niet aanbevolen voor foto's. 5. Selecteer een waarde voor de Resolutie. Aangezien resoluties variëren van printer tot printer, kunt u deze optie gebruiken voor betere resultaten bij opdrachten die met 300 dpi zijn opgeslagen. 6. Stel de Afdrukkwaliteit in. Als u Tonerbesparing selecteert, wordt er minder toner gebruikt. Met deze instelling bent u voordeliger uit dan met de volledige kwaliteitsinstelling Normaal. Tonerbesparing is handig om verspreide zwarte punten te verwijderen zonder dat er een licht effen beeld op de pagina verschijnt. U kunt de instelling Normaal gebruiken voor het maken van proefafdrukken. 7. Als u een halftoon wilt selecteren, opent u Opdrachtbeheer, zoekt u de opdracht en opent u deze. Ga naar het venster Afdrukeigenschappen of Opdrachteigenschappen en selecteer een Halftoon . Hiermee kunt u de patronen aanpassen. Het kan gaan om het patroon dat uit punten of lijnen van verschillende formaten bestaat en wordt toegepast op een beeld met verschillende tonen of om het partoon dat uit punten van hetzelfde formaat bestaat en wordt toegepast op een beeld met een enkele tint. OPMERKING: Als de licentie voor verbeterde lijnrasters niet is ingeschakeld, is selectie van halftonen niet beschikbaar, aangezien er slechts één halftoon (125 lpi) wordt geboden.
Lijn vetter maken (door het gewicht of de breedte van een teken groter te maken) 1. Open Opdrachtbeheer en selecteer en open de opdracht, 2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Ga naar het venster Opdrachteigenschappen, naar het veld Lijn vetter maken. Hiermee kunt u de dikte van de fijne lijnen die
Page 133 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:34:25 PM
Afdrukkwaliteit aanpassen
in PostScript zijn gemaakt aanpassen.
Info over tonerbesparing Met de optie Tonerbesparing van Afdrukkwaliteit kunt u besparen op de tonerkosten, vergelijkbaar met de mode Concept. OPMERKING: Tonerbesparing is ontwikkeld om toner te besparen en kan een slechte afdrukkwaliteit en ongewenste, lichte of vage afdrukken opleveren.
Page 134 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:34:25 PM
Het beeld roteren
Het beeld roteren Soms is het nodig het beeld op het origineel te draaien voordat u de opdracht afdrukt.
Beeld handmatig draaien U kunt een beeld draaien via het tabblad Beeld bewerken van Opdrachtbeheer. Selecteer Rotatie en de bijbehorende waarde. Beelden worden handmatig geroteerd wanneer: ●
●
●
een document wordt gekopieerd waarvan de invoerranden zijn beschadigd, waardoor het origineel niet in de AOD kan worden ingevoerd. een afwerkeenheid van een ander merk wordt gebruikt, om te zorgen dat de afwerking goed op de opdracht wordt toegepast speciaal papier wordt gebruikt dat alleen op een bepaalde manier in de papierlade kan worden geplaatst (tabbladen kunnen bijvoorbeeld alleen met de tabs naar achteren in de papierlade worden geplaatst).
Automatische beeldrotatie Op de Xerox Nuvera wordt het volledige beeld van de pagina automatisch zo gedraaid dat de richting overeenkomt met de richting van het papier dat in de papierladen is geplaatst. De originelen of het papier hoeven in dit geval niet handmatig te worden geroteerd om de juiste richting te krijgen.
Page 135 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/imgedt30.htm3/29/2007 1:33:03 PM
Het beeld verschuiven
Het beeld verschuiven Om plaats te maken voor de verschillende soorten inbindranden, is het soms nodig het beeld op de pagina te verschuiven. Zodoende voorkomt u dat de informatie op de plaats van de perforatie, nietjes, of ingebonden marge wordt afgedrukt. OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft.
Het beeld voor een kopieeropdracht verschuiven 1. De hoeveelheid ruimte bepalen die het beeld van de inbindrand moet worden verschoven. 2. Het origineel op de glasplaat leggen. 3. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren. 4. Klik op het tabblad Beeld bewerken. 5. Op de toets Beeldverschuiving klikken. 6. Klikken op de pijl van de keuzelijst. De standaardinstelling is Handmatig. Beeldverschuiving selecteren. De opties voor beeldverschuiving verschijnen. 7. De hoeveelheid kantlijnverschuiving invoeren die in stap 1 is bepaald. 8. Eventuele andere wijzigingen voor de kopieeropdracht invoeren. 9. Klik op Kopiëren.
Het beeld voor een afdrukopdracht verschuiven 1. Selecteer in de gebruikersinterface de optie Opdrachtbeheer en open het venster met de opdrachteigenschappen. 2. Selecteer het tabblad Beeld bewerken. 3. Selecteer Beeldverschuiving. 4. Stel de waarden in van de horizontale en de verticale verschuiving. 5. Voer eventuele andere wijzigingen voor de afdrukopdracht in. 6. Klik op OK.
Page 136 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/imgedt20.htm3/29/2007 1:33:02 PM
Ongewenste randmarkeringen wissen
Ongewenste randmarkeringen op originelen wissen Soms staan er markeringen nabij de randen van het origineel dat u gaat kopiëren of scannen die u wilt verwijderen. Voorbeelden hiervan zijn: ●
Vouwen, scheuren enz. aan de randen van het origineel
●
Perforaties
●
Geschreven aantekeningen of andere notities in de kantlijn van het origineel
●
Schaduwwerking van de rand van het papier
Wisopties Ongewenste markeringen aan de papierranden kunnen op twee manieren worden gewist: Rand wissen: Met deze optie kunnen voor elke rand van de pagina van het origineel verschillende te wissen breedten worden ingesteld. Deze optie is vooral geschikt voor beschadigde documenten of documenten met aantekeningen in sommige, maar niet alle, kantlijnen. Kader wissen: Met deze optie wordt één te wissen breedte ingesteld, die op alle randen van het document wordt toegepast. Deze optie is geschikt voor originelen op gekleurd papier, of documenten die op elke pagina ongewenste randmarkeringen bevatten.
Een rand wissen 1. Een kopieer- of afdrukopdracht starten in de gebruikersinterface. 2. Klikken op het tabblad Beeld bewerken en vervolgens op de toets Randwissing. 3. Klikken op de pijl van de keuzelijst. De optie Kader wissen of standaard Rand wissen selecteren. 4. De draaivakjes gebruiken om het gebied (of gebieden als u Randwissing heeft geselecteerd) voor randwissing in te stellen.
Andere methoden om met rand-tot-rand beelden te werken Rand-tot-rand afdrukken raadplegen voor verdere informatie over het gebruik van rand-tot-rand beelden.
Page 137 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/imgedt10.htm3/29/2007 1:33:02 PM
Beelden bewerken
Beelden bewerken Het komt vaak voor dat de positie van het beeld op het afgeleverde document moet worden gewijzigd. Ga via Kopiëren naar het tabblad Beeld bewerken in de interface van de Xerox Nuvera. Hier vindt u opties om de positie van het beeld, de afdrukstand, etc. te wijzigen. Voor verdere informatie over bewerkfuncties voor beelden, het onderwerp over de gewenste functie bekijken in "Wat doet deze toets?" OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft.
Beelden voor kopieën bewerken 1. Het origineel op de glasplaat of in de AOD plaatsen. 2. Klikken op het tabblad Beeld bewerken. 3. Klikken op de toets Origineelformaat en de afmeting van het/de originele document(en) invoeren. 4. Als het papierformaat voor de afdruk groter is dan het origineel, kunt u de opties in Rand wissen gebruiken. Met deze opties zal het apparaat de rand niet detecteren, en wordt de rand van het origineel niet op de afdruk/kopie overgebracht. Ook kunt u informatie aan de randen van uw origineel elimineren door een afdekkend masker te plaatsen met gebruik van de optie Randwissing. 5. Op de toets Beeldverschuiving klikken. Met deze optie kan het beeld dat wordt gekopieerd, op een willekeurige plaats op de afdruk worden gezet. 6. Op de toets Beeldrotatie klikken. Met deze optie kan het beeld 180 graden gedraaid worden. Zie Beeldrotatie. 7. Op de toets Negatief/Spiegelbeeld klikken. Hiermee kan negatief worden afgedrukt, d.w.z. de zwarte pixels wit en de witte pixels zwart worden afgedrukt. Ook kan in spiegelbeeld op de invoerrand worden afgedrukt. 8. Klik op Kopiëren als u tevreden bent met de aanpassingen.
Beelden voor afdrukken bewerken 1. Het venster Afdrukeigenschappen van een afdrukopdracht openen. 2. Op het tabblad Beeld bewerken klikken. 3. Op de toets Beeldverschuiving klikken. Met deze optie kan het beeld dat wordt afgedrukt, op een willekeurige plaats op de afdruk worden gezet. 4. Op de toets Beeldrotatie klikken. Met deze optie kan het beeld 180 graden worden gedraaid. 5. Op de toets Achtergrondformulier klikken. Hiermee kan een achtergrondformulier worden toegevoegd aan de afdrukopdracht. OPMERKING: Opdrachten kunnen worden opgeslagen als achtergrondformulieren. Een overzicht van de beschikbare achtergrondformulieren is te vinden onderBeheer: Achtergrondformulieren.
Page 138 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/imgedt00.htm3/29/2007 1:32:51 PM
Info over scherpte
Info over scherpte
Figuur 1
Een scherp beeld heeft duidelijke, scherpe randen. Met Scherpte kunt u de delen van het beeld aanpassen waarop een plotselinge overgang van licht naar donker te zien is, zoals de rand van een gebouw tegen de achtergrond van de hemel of de rand van een lijn tegen een witte achtergrond. Wanneer een dergelijke overgang plaatsvindt in een paar pixels (1-2), is het beeld scherp. Wanneer een dergelijke overgang plaatsvindt in een groot aantal pixels (3-10 of meer), is het beeld wazig of onscherp.
Scherpte-instellingen: Door het beeld scherper te stellen, ontstaan duidelijke verschillen tussen aangrenzende pixels (zie rechterdeel van figuur). De instelling Scherpte is vooral nuttig voor het verbeteren van potloodlijnen of om eventuele montagelijnen beter te onderdrukken. In het algemeen moet tekst veel worden aangepast om er beter uit te zien, terwijl afbeeldingen slechts in geringe mate hoeven te worden aangepast. Hoewel de rechterkant (afbeelding 1) niet zo vaag is als de linkerkant, ziet het rechterdeel van het beeld er korrelig uit. De huidskleur van het meisje ziet er oneven of gespikkeld uit, omdat de scherpte te veel is aangepast. Voor informatie over werken met de optie scherpte, Scherpte aanpassen raadplegen. TIP: Bij extreem hoge scherptewaarden kan er 'ringing' (randherhaling) bij de randen ontstaan, waardoor de beelden er gekunsteld uit zien. Afhankelijk van de applicatie gebruiken sommige ontwerpers deze methode om een zeer scherp punt in het document te maken dat de aandacht opeist. TIP: Met zeer hoge scherptewaarden kan het moiréeffect worden versterkt. Zie Moiré-patronen in beelden verwijderen.
Page 139 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj30.htm3/29/2007 1:34:26 PM
Het systeem opnieuw opstarten
Het systeem opnieuw opstarten Als de prestaties van uw apparaat te wensen over beginnen te laten of als het apparaat om welke reden dan ook niet meer werkt, kunt u dit gewoonlijk oplossen door het systeem opnieuw op te starten. Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
Het systeem opnieuw opstarten De Xerox Nuvera kan op twee manieren opnieuw worden gestart: ●
Methode A: de DocuSP-software afsluiten en opnieuw starten.
●
Methode B: het apparaat uitschakelen.
TIP: Eerst methode A proberen als de prestaties van het apparaat achteruit gaan. Als het probleem hiermee wordt opgelost, methode B niet proberen. Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, methode B uitvoeren.
Methode A: het systeem opnieuw opstarten 1. In de gebruikersinterface klikken op [Systeem: Opnieuw opstarten]. 2. Na enkele ogenblikken zal het apparaat beginnen met de uitschakelprocedure. 3. Vervolgens wordt de procedure voor opstarten uitgevoerd. Alvorens in de gebruikersinterface te klikken, eerst enkele minuten wachten tot alle services zijn geladen.
Methode B: het systeem uitschakelen 1. In de gebruikersinterface klikken op [Systeem: Uitschakelen]. 2. Klik op Ja om het systeem op de juiste manier uit te schakelen nadat alle geplande opdrachten zijn verwerkt. 3. Klik op Onderbreken om het systeem uit te schakelen zonder dat de verwerking van de huidige opdrachten zijn is voltooid. 4. Klik op Nee om terug te keren naar de gebruikersinterface. 5. Na enkele ogenblikken zal het apparaat beginnen met de uitschakelprocedure. 6. Nadat het systeem volledig is uitgeschakeld, moet u 30 seconden wachten voordat u het systeem weer inschakelt. Dit doet u door de AAN/UIT-schakelaar rechtsonder op het bedieningspaneel in de stand (I) te drukken. Voor informatie over het inschakelen van het systeem, De Xerox Nuvera inschakelen raadplegen.
Page 140 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_040.htm3/29/2007 1:34:23 PM
Energiespaarstand
Energiespaarstand Met de functie voor het in- en uitschakelen van de energiespaarstand kan energie worden bespaard als het apparaat gedurende langere periodes niet wordt gebruikt. Dit is een vereiste om aan de voorschriften van de EPA voor energiebesparing volgens Energy Star® te voldoen. Het systeem heeft drie spaarstanden: ●
Energiespaarstand
●
Mode Monitor UIT
●
Slaapstand
De monitor wordt uitgeschakeld (zwart scherm) wanneer het apparaat overschakelt naar een energiebesparingsstand.
Richtlijnen en tips voor gebruik van de energiespaarstand Standen voor energiebesparing en plaatsen van papier In de Energiespaarstand en Slaapstand reageren de papierladen niet wanneer deze worden geopend/gesloten of als er papier in wordt geplaatst. Beide standen moeten eerst worden afgesloten voordat het systeem papier kan detecteren. U kunt echter wel papier in de papierladen plaatsen als het apparaat in de energiespaarstand staat; het papier wordt gedetecteerd zodra de energiespaarstand wordt afgesloten.
Manieren om de energiespaarstand af te sluiten ●
Het origineel in de AOD plaatsen.
●
Een opdracht naar de printer verzenden vanaf een client.
●
De energiespaarstand afsluiten vanuit de gebruikersinterface. [Printer: Energiespaarstand afsluiten] kiezen
Manieren om de slaapstand af te sluiten ●
Een opdracht naar de printer verzenden vanaf een client.
●
De energiespaarstand afsluiten vanuit de gebruikersinterface. [Printer: Energiespaarstand afsluiten] kiezen
OPMERKING: De energiespaarstand en de slaapstand kunnen NIET worden gesloten door eenvoudigweg de muis te verplaatsen of op een toets op het toetsenbord te drukken. Wanneer u de muis beweegt, zal het systeem wel de mode Monitor UIT beëindigen. OPMERKING: U kunt het totale aantal LPM- en SM-timers niet instellen op meer dan 240 minuten. De online help van de Xerox Nuvera raadplegen voor informatie over het configureren van de energiespaarstand.
Page 141 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_030.htm3/29/2007 1:34:22 PM
Energy Star® Niet-aansprakelijkheidsinformatie
Energy Star® Xerox Nuvera EA Digital Production System Als ENERGY STAR -partner heeft Xerox Corporation bepaald dat het product (Xerox Nuvera EA Digital Production System) voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. ENERGY STAR en ENERGY STAR MARK zijn handelsmerken geregistreerd in de Verenigde Staten. Het programma ENERGY STAR Office Equipment wordt uitgevoerd door overheidsteams uit de VS, de Europese Unie en Japan, die in samenwerking met de branche voor kantoorapparatuur het gebruik van kopieerapparaten, printers, faxen, multifunctionele apparaten, pc's en monitors met efficiënt energieverbruik bevorderen. Verminderd energieverbruik van deze apparaten helpt in de bestrijding van smog, zure regen en klimaatveranderingen op lange termijn, door milieuvervuiling die ontstaat door het opwekken van elektriciteit te verlagen. Xerox ENERGY STAR-apparatuur wordt in de fabriek afgesteld Bij aflevering van het apparaat is de timer voor overschakeling naar de energiespaarstand na uitvoer van de laatste kopie/afdruk ingesteld op 15 minuten. Het apparaat schakelt 60 minuten na de laatste kopie/afdruk over op automatisch uit/slaapstand. Een uitgebreidere beschrijving van de energiespaarstand en instructies om de standaardtijden aan uw manier van werken aan te passen, zijn te vinden in het gedeelte over de energiespaarstand in de Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule.
EcoLogo (Canada) Terra Choice Environmental Services, Inc. (Canada) heeft verklaard dat dit product van Xerox (Xerox Nuvera Copier/Printer) voldoet aan alle van toepassing zijnde vereisten volgens Environmental Choice EcoLogo voor minimale effecten op het milieu. Als deelnemer aan het programma Environmental Choice, heeft Xerox Corporation bepaald dat dit model digitale pers voldoet aan de richtlijnen van Environmental Choice voor energiebesparing.Environment Canada heeft het programma Environmental Choice in 1988 opgestart op consumenten te helpen bij het vinden van milieuvriendeljike producten en diensten. Kopieerapparaten, printers, digitale persen en faxapparaten moeten voldoen aan de criteria van energiebesparing en emissies , en moeten het gebruik van gerecyclede verbruiksartikelen ondersteunen. Environmental Choice heeft momenteel meer dan 1600 goedgekeurde producten en 140 licentiehouders. Xerox is toonaangevend geweest in het aanbieden van EcoLogo-goedgekeurde producten. In 1996 was Xerox het eerste bedrijf dat een licentie kreeg voor het gebruik van het Environmental Choice EcoLogo op haar kopieerapparaten, printers en faxapparaten.
Page 142 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_025.htm3/29/2007 1:34:26 PM
Uitschakelen
Het systeem uitschakelen Volg deze procedures om het apparaat op de juiste manier uit te schakelen. Het lijkt wellicht overbodig om uit te leggen hoe het apparaat wordt in- en uitgeschakeld, maar om beschadiging van het apparaat en/of gegevensverlies te voorkomen dient u zich aan de volgende conventies te houden.
Het systeem uitschakelen Er zijn (buiten de nooduitschakelingsmethoden) twee manieren om het systeem uit te schakelen.
Voorkeursmethode voor uitschakelen 1. In de gebruikersinterface klikken op [Systeem: Uitschakelen]. 2. Klik op Ja om het systeem op de juiste manier uit te schakelen nadat alle geplande opdrachten zijn verwerkt. 3. Klik op Onderbreken om het systeem uit te schakelen zonder dat de verwerking van de huidige opdrachten zijn is voltooid. 4. Klik op Nee om terug te keren naar de gebruikersinterface. 5. Na enkele ogenblikken zal het apparaat beginnen met de uitschakelprocedure.
Als de gewenste uitschakelmethode niet werkt 1. Op het symbool (O) op de schakelaar aan de achterkant van het apparaat drukken om het apparaat uit te schakelen. 2. Klik op Ja om het systeem op de juiste manier uit te schakelen nadat alle geplande opdrachten zijn verwerkt. 3. Klik op Onderbreken om het systeem uit te schakelen zonder dat de verwerking van de huidige opdrachten zijn is voltooid. 4. Klik op Nee om terug te keren naar de gebruikersinterface.
Page 143 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_020.htm3/29/2007 1:34:23 PM
Inschakelen
De Xerox Nuvera inschakelen Volg deze procedures om het hele Xerox Nuvera-systeem op de juiste manier op te starten en schade aan het apparaat en/of verlies van gegevens te voorkomen. Tijdens de installatie worden alle afwerkmodules die een afzonderlijke AAN/UIT-knop hebben ingeschakeld.
De Xerox Nuvera inschakelen De AAN/UIT-schakelaar is de witte schakelaar aan de rechterkant van het apparaat. Op het symbool (|) op de schakelaar aan de achterkant van het apparaat drukken om het apparaat in te schakelen. (In het geval van het Xerox Nuvera 288 Digital Perfecting System bevindt de AAN/UIT-schakelaar zich op afdrukgedeelte A1). Het Xerox Nuvera-systeem begint de opstartprocedure en het besturingssysteem van de DocuSP-controller start automatisch. OPMERKING: Klik op geen van de opties van de gebruikersinterface tot het apparaat geheel is opgestart. Zodar het scherm DocuSP verschijnt, kunt u beginnen met het afdrukken van opdrachten. De hele opstartprocedure neemt ongeveer 5 minuten in beslag.
Page 144 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_010.htm3/29/2007 1:34:23 PM
Opstartprocedures
Opstartprocedures Voor correcte werking van het apparaat, is het van groot belang dat het systeem op de juiste wijze wordt opgestart en uitgeschakeld. Door af te wijken van de juiste procedure kan het apparaat slechte resultaten leveren en zijn gegevensverlies en productieverlies mogelijk. Op de koppelingen aan de linkerkant klikken om meer te weten te komen over het inschakelen, uitschakelen en opnieuw opstarten van het systeem.
Page 145 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_005.htm3/29/2007 1:34:24 PM
Onderhoud
De Xerox Nuvera onderhouden De Xerox Nuvera is ontworpen om zo lang mogelijk achterelkaar in bedrijf te zijn. Met de korte papierbaan van het apparaat wordt de kans op papierstoringen geminimaliseerd, en de vervangbare eenheden voorkomen dat het apparaat lange periodes buiten bedrijf is. Klik op een van de koppelingen links op het scherm om alles te weten te komen over het onderhoud van uw Xerox Nuvera.
Page 146 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_000.htm3/29/2007 1:34:24 PM
Papierstoringen oplossen
Papierstoringen oplossen De papierbaan van het apparaat is zodanig ontworpen dat gebruikers vastgelopen vellen gemakkelijk kunnen verwijderen en de opdracht kunnen hervatten. Neem even de tijd om bekend te raken met de volgende procedures voor het verwijderen van vastgelopen papier. OPMERKING: Uw systeem heeft mogelijk niet alle onderdelen die in de video's aan de rechterkant worden behandeld. Los storingen van links naar rechts op en in de volgorde die in het bericht van de gebruikersinterface wordt aangegeven. Probeer te voorkomen dat u vastgelopen vellen scheurt. Het is beter om te voorkomen dat het papier kan vastlopen. Het risico blijft tot het minimum beperkt door papier op de juiste wijze te behandelen en te bewaren. Zie Papier behandelen en bewaren. WAARSCHUWING! De metalen oppervlakken in het gebied van de fuser kunnen erg heet zijn. Wees uiterst voorzichtig bij het verwijderen van papier uit dit gebied, en raak de metalen oppervlakken niet aan. TIP: Als er papierstoringen met meerdere vellen optreden in een van de papierladen, controleert u of het papier dat daadwerkelijk in de lade is geplaatst overeenkomt met het papier dat in de gebruikersinterface is geprogrammeerd. TIP: Bij gebruik van voorgeboord papier dient u de papierstapel goed uit te waaieren voordat deze in de papierlade wordt geplaatst, voor goede scheiding van de vellen en om te voorkomen dat de vellen vastlopen.
Melding voor vastgelopen papier Als papier in de papierbaan vastloopt, wordt een van de volgende meldingen gegeven op de Xerox Nuvera: ●
●
●
een tekstmelding in het statusgebied van de gebruikersinterface, met een beschrijving van de plaats waar het papier is vastgelopen. Op de melding dubbelklikken om een venster met gedetailleerdere informatie over het probleem weer te geven. een nabootsing op het apparaat, of een afbeelding van het apparaat op het scherm van de gebruikersinterface, waarin de plaats waar het papier is vastgelopen wordt getoond. een constant brandend of knipperend waarschuwingslampje.
Papierstoringen verhelpen in zone 2 van basisafwerkeenheid Plus (BFM Plus)
Video's Papierstoringen in de AOD oplossen
Papierstoringen in de papierinvoermodule oplossen
Papierstoringen in zones 1a, 1b en 2 van de printer oplossen
Papierstoringen in zone 3 van de printer oplossen
Papierstoringen in de fuser (zones 4a en 4b) van de printer / fusermodule oplossen
Papierstoringen in zones 5a, 5b, 6 en 7 van de printer / fusermodule oplossen
Papierstoringen in de multifunctionele afwerkeenheid oplossen
Papierstoringen in zones 2, 5a en 5b van de multifunctionele afwerkeenheid oplossen
Papierstoringen in zone 3 van de multifunctionele afwerkeenheid oplossen
Papierstoringen in zone 4 van de multifunctionele afwerkeenheid oplossen
Wanneer u een papierstoring in zone 2 wilt verhelpen, moet u de klep van de overbruggingseenheid voorzichtig openen tot de eerste stop.
Page 147 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/jam_000.htm (1 of 2)3/29/2007 1:34:24 PM
Papierstoringen oplossen
WAARSCHUWING! Wanneer u de klep van de overbruggingseenheid optilt om een papierstoring te verhelpen, mag u de klep NIET verder omhoog tillen dan de eerste stop. De bovenklep van de overbruggingseenheid kan plotseling open gaan, waardoor een persoon die achter de afwerkeenheid staat mogelijk letsel kan oplopen.
Papierstoringen in de basisafwerkeenheid oplossen
Papierstoringen verhelpen in de basisafwerkeenheid Plus (BFM Plus)
Papierstoringen in de afwerkeenheidtransportmodule oplossen
Papierstoringen in de herstelmodule oplossen
Page 148 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/jam_000.htm (2 of 2)3/29/2007 1:34:24 PM
Systeemtests uitvoeren
Gebruikerstests uitvoeren Het kan gebeuren dat er op de Xerox Nuvera een prompt verschijnt, of dat u door een technische medewerker van Xerox wordt gevraagd om testprogramma's te openen en uit te voeren. Met de testprocedures kan het systeem worden gekalibreerd of aangepast, en de procedures kunnen eveneens worden gebruikt als deel van het algemene systeemonderhoud. VOORZICHTIG! Als u gebruikerstests selecteert en uitvoert, worden de systeeminstellingen aangepast. Dit kan van invloed zijn op de prestaties van de Nuvera. Gebruik de gebruikerstests en -instellingen alleen op aanwijzing van een technische medewerker van Xerox.
Gebruikerstests openen 1. In de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera klikt u op Systeem: Test. Het venster Test verschijnt. De beschikbare gebruikerstests voor uw systeemconfiguratie worden weergegeven. 2. Nadat u uitsluitsel hebt gekregen van een technisch medewerker van Xerox, selecteert u een van de tests om een testprocedure te starten of een routine of algoritme in- of uit te schakelen. 3. Volg de instructies op het scherm om de gekozen testprocedure uit te voeren. Afhankelijk van uw systeemconfiguratie, bestaan de beschikbare testprocedures uit een of alle van de volgende procedures.
Systeem Voer de volgende testprocedures naar wens uit op de Xerox Nuvera-systemen. Schakel de volgende schakelaars voor het
verbeteren van de afdrukkwaliteit in of uit:
Klantinstelling systeemoptimalisatie ●
●
Opdrachten met zwaar papier - Verbeterde beeldvastheid - Als u deze optie wilt selecteren, moet u eerst het vinkje uit Automatische beeldvastheid verwijderen. Selecteer Verbeterde beeldvastheid als u afdrukt op papier waarop toner moeilijk hecht, zoals zwaar en ruw papier en enkele varianten van gecoat papier. Wanneer u Verbeterde beeldvastheid selecteert, wordt de fuser constant met een hogere temperatuur gebruikt. Door deze hogere temperatuur kunnen lichte papiersoorten gaan omkrullen en kan de kwaliteit van de afgeleverde stapel afdrukken achteruitgaan. Automatische beeldvastheid voor alle papier- Automatische beeldvastheid is de voorkeursmode. Gebruik deze routine om de fusertemperatuur aan te passen op basis van de geprogrammeerde opdrachtinformatie. OPMERKING: Automatische beeldvastheid is afhankelijk van de manier waarop de papierkenmerken in de papierbibliotheek of in de invoerladen zijn geprogrammeerd. Het systeem stelt de temperatuur in op basis van het zwaarste papier in de opdracht. Als er licht papier in combinatie met zware tabbladen of invoegingen wordt gebruikt, kan dit leiden tot het bovenmatig omkrullen van het papier. Als u even de tijd neemt om het papier correct te programmeren, kunt u de Xerox Nuvera optimaal laten presteren.
De Xerox Nuvera werkt in de mode Nominaal als Verbeterde beeldvastheid noch Automatische beeldvastheid is geselecteerd. De mode Nominaal werkt bij een gemiddelde fusertemperatuur die voor de meeste media bevredigende resultaten oplevert.
●
●
Opdrachten met lichtgewicht papier - Beeldvastheid optimaliseren - Gebruiken om de afdrukkwaliteitsproblemen die zich voordoen op lichtgewicht papier op te lossen. Hierbij gaat het om lege plekken op papier van groot formaat met een lage tonerdekking. Deze lege plekken verschijnen meestal alleen op zijde 2 van dubbelzijdige opdrachten. Gebruik deze optie niet voor zwaar papier en alleen op aanwijzing van een Xeroxmedewerker. Selecteer deze toepassing en Verbeterde beeldvastheid niet tegelijk. 2-zijdige opdrachten - Krul-omhoog verminderen - inschakelen wanneer er bovenmatige krul-omhoog in de afgeleverde stapels optreedt. Het systeem drukt eerst zijde 2 en dan zijde 1 af om te voorkomende dat het vel na het tweede beeld wordt omgekeerd. Hierdoor kan het papier met krul omlaag in plaats van krul omhoog worden afgeleverd. Merk op dat deze selectie niet van toepassing is op opdrachten die met gesorteerd papier of papier met 3 gaatjes worden geprogrammeerd. Als dit papier wordt gebruikt, negeert het systeem de functie Krul-omhoog Page 149 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_diag_00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:34:26 PM
Systeemtests uitvoeren
verminderen en wordt zijde 1 als eerste afgedrukt. ●
●
●
●
●
Leegmaken tijdens warmdraaien ingeschakeld - Niet beschikbaar voor de gebruiker. Deze toepassing kan alleen worden gebruikt door een technische medewerker van Xerox. Algoritme invoer tot 'leeg'- Indien deze optie is ingeschakeld, wordt er papier uit de secundaire invoerlade gebruikt voordat er naar de primaire lade wordt teruggekeerd. Foutherstel: Laatste afgeleverde vel niet bekend - Als het systeem vastloopt tijdens het afdrukken van een grote opdracht en u DocSP en het systeem opnieuw moet opstarten, probeert het systeem de opdracht te herstellen. Als het systeem weet welk vel als laatste op de afwerkeenheid is afgeleverd, zijn er geen instellingen voor deze toepassing vereist en wordt de opdracht automatisch hersteld. Als de afwerkeenheid echter door het vastlopen van het systeem niet meer goed kan detecteren welk vel het laatste was en de opdracht niet meer automatisch kan worden hersteld, moet u deze toepassing gebruiken om Beste schatting gebruiken (standaardinstelling) of Opdracht niet herstellen in het vervolgkeuzemenu te selecteren om aan te geven hoe u de opdracht wilt herstellen. Selecteer [Beste schatting gebruiken] als niet bekend is welk vel als laatste werd afgeleverd en u wilt dat het systeem de opdracht probeert te herstellen. Op het systeem verschijnen berichten om de aflevering te controleren op dubbele pagina's of ontbrekende vellen. Selecteer [Opdracht niet herstellen] als u de opdracht wilt herstellen, eventueel vastgelopen papier wilt verwijderen en vervolgens de opdracht handmatig opnieuw wilt verzenden. De opdracht kan niet worden hersteld als deze zich in een inactieve wachtrij bevindt. Deze toepassing wordt niet gebruikt wanneer het systeem na een gewone storing moet herstellen. Verschuiving bij herstel ingeschakeld - Als deze optie wordt geselecteerd op systemen die alleen met een multifunctionele afwerkeenheid of basisafwerkeenheid zijn uitgerust, wordt na een storing in de afwerkeenheid, het eerste herstelde vel met een verschuiving ten opzichte van de rest van de onafgewerkte set afgeleverd (dit is alleen van toepassing op onafgewerkte sets en niet op geniete sets). Dit is bedoeld om de operateur te helpen controleren of de set na een storing compleet is. Na een herstel wordt alleen het eerste vel verschoven. Geavanceerde gebruikerstests - Als de serviceoptie Xerox Productivity Plus (XPP) is ingeschakeld, is deze testmode alleen bedoeld voor een getrainde operateur. De getrainde operateur meldt zich aan bij deze geavanceerde gebruikerstests om bepaalde reparatie- en onderhoudsprocedures uit te voeren zonder dat er contact hoeft te worden opgenomen met het Xerox Welcome Centre. Raadpleeg voor meer informatie uw XPPdocumentatie of neem contact op met het Xerox Welcome Centre.
Multifunctionele afwerkeenheid
●
dc1255 Instellingen katernnietpositie - gebruik deze test om de nietjes in een gevouwen katern uit te lijnen.
●
dc1254 Instellingen katernvouwpositie - gebruik deze test om de gevouwen rand in een gevouwen katern uit te lijnen.
Documentscanner
●
Instellingen glasplaatscanner - gebruik deze test om de positie van de boven- en linkeruitlijnranden op de glasplaat vast te stellen en de scansnelheid van de documentscanner in te stellen.
Afdrukgedeelte
●
●
●
dC0604 Instellingen P E-registratie - gebruik deze test om de beeldregistratie, vergroting en scheve beelden in te stellen. U kunt deze test ook gebruiken om het beeld van zijde 2 op dezelfde lijn te brengen en te registreren met de het beeld van zijde 1. dC0943 Corotron-reinigingsprocedure - gebruik deze test wekelijks om stof en vuil dat zich in de corotron heeft opgehoopt, te verwijderen. Afdrukkwaliteit instellen - Gebruik deze test als er na het uitvoeren van de corotronreinigingsprocedure afdrukkwaliteitsproblemen optreden.
Page 150 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/mnt_diag_00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:34:26 PM
Systeemniveaupagina's toevoegen
Systeemniveaupagina's toevoegen De Xerox Nuvera kan worden geconfigureerd om "systeemniveau-" of "informatiepagina's" toe te voegen: ●
Voorbladen
●
Foutpagina's
●
Overzicht Opdrachtkenmerken
Deze informatiepagina's zijn niet alleen handig voor het scheiden van afzonderlijke opdrachten in de opvangbak van de afwerkeenheid, maar geven tevens informatie over elke opdracht die door het systeem is verwerkt.
Systeemniveaupagina's inschakelen U moet zich aanmelden als systeembeheerder om systeemniveaupagina's in- of uit te schakelen. Systeemniveaupagina's in- of uitschakelen: 1. Een venster met opdracht- of wachtrijeigenschappen openen. 2. Onder het tabblad Instellingen Informatiepagina's selecteren. 3. De betreffende informatiepagina's in- of uitschakelen. of 1. Voor wachtrijen op een productiesysteem klikt u met de rechter muisknop op een wachtrij en selecteert u Besturing informatiepagina's. 2. De betreffende informatiepagina's in- of uitschakelen.
Voorbladen Als uw systeembeheerder deze functie heeft ingeschakeld, bevat het voorblad de volgende informatie: ●
Opdrachtnaam
●
Verzender van de opdracht
●
Ontvanger van de opdracht
●
Voorbladbericht
●
Datum en tijd van verwerking
●
Aantal kopieën
●
Productnaam en softwareniveau/versie
●
Account/tellernummer
●
Opdracht-ID
●
Naam van server/wachtrij
Foutpagina's Als uw systeembeheerder deze functie heeft ingeschakeld, bevat de foutpagina de volgende informatie: ●
Opdrachtnaam
●
Verzender van de opdracht
●
Fouten, waarschuwingen
●
Productnaam en softwareniveau/versie
●
Opdracht-ID
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/specpg11.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:18 PM
Page 151 of 231
Systeemniveaupagina's toevoegen
Overzicht Opdrachtkenmerken Het overzicht Opdrachtkenmerken bevat een samenvatting van de opdrachtinstellingen.
Page 152 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/specpg11.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:18 PM
Speciale pagina's aan een document toevoegen
Pagina's aan een document toevoegen U kunt verschillende soorten pagina's aan ieder origineel toevoegen. Dit biedt u de mogelijkheid documenten van professionele kwaliteit te maken die anders ongeordend of incompleet zouden zijn. De soorten pagina's die kunnen worden toegevoegd zijn: ●
●
●
Omslagen: mogelijk een zwaarder afdrukmateriaal voor de voor- en achterkant van een document dat uit meerdere pagina's bestaat. Omslagen kunnen leeg zijn, op een zijde zijn bedrukt of op beide zijden zijn bedrukt. Uitzonderingsagina's: biedt de mogelijkheid speciale kenmerken voor specifieke pagina's of een paginabereik binnen een opdracht te programmeren. Pagina 4 van het document kan bijvoorbeeld worden geprogrammeerd om 1-zijdig te worden afgedrukt op roze papier. Bij Uitzonderingspagina's kunt u ook het gebruik van tabbladen opgeven. Wanneer u afdrukt op voorgesneden tabbladen, kunt u alleen op zijde 1 afdrukken. Als u op volledige tabbladen afdrukt, kunt u op beide zijden afdrukken. Invoegingen: Een invoeging is een blanco of voorbedrukt vel papier of ander materiaal (zoals een tabblad) dat tussen de pagina's van de opdracht wordt geplaatst.
In de papierladen moeten de juiste papiersoorten geplaatst en geprogrammeerd worden Het belangrijkste bij het invoegen van pagina's is dat de papierladen correct zijn geprogrammeerd met papier dat het apparaat kan verwerken. Papiersoorten en lade-instellingen configureren raadplegen voor meer informatie.
Basisstappen voor het invoegen van pagina's in een document De volgende voorbeeldprocedure geldt voor zowel kopieeropdrachten als voor afdrukopdrachten Hier volgt een voorbeeld van de programmering van een kopieeropdracht met invoegingen, uitzonderingspagina's en omslagen. De stappen voor het programmeren van een afdrukopdracht zijn grotendeels vergelijkbaar. De aflevering is een A4-document dat uit meerdere pagina's bestaat, met speciale pagina's (1-zijdig) op de 2e en 3e pagina's. Bovendien worden er enkele invoegingen na de 3e en 6e pagina's geplaatst. De afwerking bestaat uit een vooromslag, een achteromslag en een nietje links boven in de hoek. 1. Als het om een kopieeropdracht gaat, plaatst u een 2-zijdig origineel (van meer dan 10 pagina's) in de AOD. 2. Controleren of het juiste papier in de papierladen is geplaatst en dat deze correct zijn geprogrammeerd. Als dit niet het geval is en u meer informatie wenst, raadpleegt u Papiersoorten en lade-instellingen configureren. 3. Ga naar Opdrachtbeheer en stel de basisopdrachteigenschappen in, zoals type opdracht, papier, nieten, etc. 4. Het tabblad Speciale pagina's selecteren. 5. Selecteer het pictogram Uitzonderingspagina's. Van 2 t/m 3 programmeren. Papierformaat selecteren. Deze pagina's programmeren voor 1-zijdige aflevering. Speciale pagina's toevoegen selecteren. 6. Sluit het venster Speciale pagina's in opdracht. 7. Klik op het pictogram Invoegingen. 8. Programmeer de eerste invoeging voor Na pagina 3, invoegen 1 pagina('s) .Programmeer de papiersoort, het formaat, etc. Selecteer Invoeging toevoegen. 9. Programmeer de tweede invoeging voor Na pagina 6, invoegen 1 pagina('s). De papiersoort en het papierformaat, etc. programmeren. Selecteer Invoeging toevoegen. 10. Sluit het venster Invoegingen. 11. Klik op het pictogram Vooromslag. 12. Stel in dat de omslag alleen aan de buitenzijde wordt bedrukt. Selecteer het omslagmateriaal uit de lade waarin u het omslagmateriaal heeft geplaatst. Omslag toevoegen selecteren. 13. Klik op het pictogram Achteromslag. 14. Selecteer Geen in het vervolgkeuzemenu. Het omslagmateriaal selecteren dat u in de lade heeft geplaatst. Omslag toevoegen selecteren. 15. Klik op Kopiëren, Scannen of Afdrukken als u tevreden bent met uw instellingen.
Pagina's die op systeemniveau worden toegevoegd (informatiepagina's) Page 153 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/specpg10.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:16 PM
Speciale pagina's aan een document toevoegen
U kunt de Xerox Nuvera configureren om informatie over de opdracht bij elke aflevering op te nemen. ●
Voorbladen
●
Foutpagina's
●
Overzichten van opdrachtkenmerken
Voor meer informatie over deze soorten pagina's raadpleegt u Systeemniveaupagina's toevoegen.
Page 154 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/specpg10.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:16 PM
Conversieschema voor papiergewichten
Conversieschema voor papiergewichten Het volgende schema met "equivalente gewichten" geeft aan welke gewichten van de verschillende papiersoorten overeenkomen met hetzelfde aantal gram per vierkante meter. OPMERKING: De gewichten zijn gebaseerd op stapels van 500 vel van het formaat dat boven aan elke kolom staat aangegeven onder de papiersoort. TIP: Dit onderwerp afdrukken en ophangen in de buurt van het systeem, zodat deze papiergegevens snel kunnen worden geraadpleegd. *Formaat van onafgewerkte afdrukmaterialen voordat ze op formaat zijn gesneden.
Bankpost 17x22*
Boek 25x38*
Omslag 20x26*
Bristol 22,5x28,5*
Index 25,5x30,5*
Metrisch (g/m²)
Bankpost
13
33
18
22
27
49
Xerografisch
16
41
22
27
33
60
Ledger
20
51
28
34
42
75
Mimeo
24
61
33
41
50
90
Duplicator
28
71
39
48
58
105
Schrijven
32
81
45
55
67
120
12
30
16
20
25
44
Boek
13
33
18
22
27
49
Offset
16
40
22
27
33
59
Tekst
18
45
25
30
37
67
20
50
27
34
41
74
22
55
30
37
45
81
24
60
33
40
49
89
28
70
38
47
57
104
31
80
44
54
65
118
39
100
55
67
82
148
47
120
66
81
98
178
36
91
50
62
75
135
40
100
55
68
82
149
43
110
60
74
90
162
Omslag
Page 155 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_70.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:19 PM
Conversieschema voor papiergewichten
Bristol
Index
47
119
65
80
97
176
50
128
70
86
105
189
58
146
80
99
120
216
65
164
90
111
135
243
72
183
100
123
150
270
33
84
46
57
69
125
39
99
54
67
81
147
47
119
65
80
97
176
58
148
81
100
121
219
87
222
122
150
182
329
43
110
60
74
90
163
53
134
74
91
110
199
67
171
94
115
140
253
Page 156 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_70.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:19 PM
Prestatietabel voor originelen ingevoerd via AOD
Prestatietabel voor originelen ingevoerd via AOD De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van elke papiersoort kunt verwachten. TIP: Indien er invoerproblemen met de AOD optreden, kunnen deze worden opgelost door rechtstreeks vanaf de glasplaat te scannen. Soorten en condities van originelen
Prestatie Opmerkingen
Originelen van 12 x 18 inch
Niet invoeren
Originelen van 12x18 inch worden wel door de AOD getransporteerd, maar het kan gebeuren dat niet alle informatie op de afdruk aanwezig is. Om bij gebruik van papierformaat 12 x 18 inch te zorgen dat alle informatie behouden blijft, de glasplaat gebruiken.
Gecoat papier
Redelijk
Lichte gecoate originelen (circa 61 g/m²) worden gewoonlijk goed ingevoerd. Bij originelen met kleurenbeelden op minder dan 1cm afstand van de invoerrand (de rand van het document die eerst wordt ingevoerd), kunnen problemen met de uitlijning van het gekopieerde beeld optreden.
High Talc papier
Goed/ redelijk
Originelen met een hoog talkgehalte kunnen de invoerrollen van de AOD bevuilen, hetgeen de prestatie negatief beïnvloedt.
Originelen geproduceerd op een DocuTech 100/120
Redelijk
Kopieën van originelen met een groot bedrukt gebied (afbeeldingen en halftonen) geven vaak af op de invoerrollen, waardoor invoerstoringen worden veroorzaakt.
Originelen geproduceerd op een DocuTech 100/120
Goed/ redelijk
Om invoerproblemen te voorkomen, moet de door de fuser gebruikte olie op de kopieën minstens 2 uur drogen.
Xerografische kleurenoriginelen
Niet invoeren
Om invoerproblemen te voorkomen, de glasplaat gebruiken.
Originelen met hoofdzakelijk potloodmarkeringen
Niet invoeren
Lood wordt afgezet op de invoerrollen, waardoor de originelen zullen vlekken. Originelen met enkele markeringen (bijv. documenten met correcties) kunnen wel worden gebruikt. Om problemen te voorkomen, de glasplaat gebruiken voor alle originelen met potloodmarkeringen.
Originelen met ezelsoren (omgevouwen hoekjes)
Niet invoeren
Originelen met ezelsoren of omgevouwen hoekjes kunnen in het apparaat vastlopen. De vouwen eerst goed gladstrijken.
Stapel met te veel vellen
Niet invoeren
Afhankelijk van het model kunt u maximaal 300 vel papier van 80 g/m² in de AOD invoeren. Bij gebruik van zwaarder papier kunnen minder vellen worden ingevoerd. Opbouw-opdracht gebruiken om meer vellen dan deze aantallen in één enkele kopieeropdracht in te voeren.
Gevouwen originelen
Niet invoeren
Gevouwen originelen worden niet geregistreerd door de sensors in de AOD. De vouwen eerst goed gladstrijken.
Originelen waarop plakbriefjes zijn aangebracht
Niet invoeren
Kunnen worden ingevoerd wanneer de plakbriefjes zijn verwijderd.
Enveloppen
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
Tabbladen
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
Etiketten
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
GBC-merk papier
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
Glanzende foto's
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
Transparanten
Niet invoeren
Originelen scannen via de glasplaat
Verklaring KKE: Korte kant eerst LKE: Lange kant eerst
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_60.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:17 PM
Page 157 of 231
Prestatietabel voor originelen ingevoerd via AOD
Beste: Optimale systeemprestaties Goed: Goede systeemprestaties Redelijk: Duidelijke prestatievermindering mogelijk, vooral in de papierverwerking. Afgeraden: Wordt niet aangeraden. Overschrijdt de ontwerplimieten van het systeem. Onacceptabele resultaten mogelijk. **: Dezelfde prestatie als getoond in 80 g/m² standaardpapiertabel voor de overeenkomstige formaten.
Page 158 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_60.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:17 PM
Prestatietabel voor papier en lade -- Speciale papiersoorten plaatsen
Prestatietabel voor papier en lade -- Speciale papiersoorten plaatsen De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van de verschillende papiersoorten kunt verwachten. Papiersoort
Algemeen gebruik
Aanbeveling
Voorgeboord
Ringmappen
Met de lange kant eerst invoeren voor de beste kopieerresultaten (met de gaten naar rechts in lade plaatsen).
Gecoat (niet ondersteund op MFF)
Presentaties, collateral
Bij afdrukken op de gecoate zijde, het papier met de gecoate zijde omhoog plaatsen.
Geperforeerd
Pagina's die gedeeltelijk worden verwijderd, zoals bepaalde bestelformulieren en ontvangstbewijzen
Waar mogelijk in de lade plaatsen met de gaten parallel aan de invoerrichting.
●
Voorbedrukt en briefhoofden
Algemene correspondentie, mailings en reclamemateriaal
Met Mylarverstevigde rand
Ringmappen
Kaarten
Omslagen, borden
Opmerking
Ultraviolet-uitgeharde of oxiderende toner gebruiken om de levensduur van de invoerrolcassettes te verlengen.
●
Met afdrukzijde naar boven plaatsen in laden 1 - 4.
●
Versterkte rand naar rechts plaatsen in laden 1 - 4.
●
Alleen LKE gebruiken.
Voor de beste resultaten het kenmerk Zwaar gewicht instellen bij het programmeren van laden 1 - 4. OPMERKING: Voor de papierbaan en sensoren in de Xerox Nuvera is het niet nodig dat u transparanten met verwijderbare stroken gebruikt. U kunt dit soort transparanten gebruiken en de strook is niet nodig voor correcte werking. OPMERKING: bij gebruik van een specifieke lade voor transparanten, eerst een stapel van ongeveer 12 mm normaal papier op de bodem van de lade leggen. Zo wordt gezorgd dat alle 50 vellen worden gebruikt.
●
Transparanten
Presentaties ●
●
●
●
●
●
Etiketten
Zelfklevende etiketten voor enveloppen en verpakkingen
●
●
Voor alle transparanten, de label op de lade raadplegen voor de juiste invoerrichting. Bij gebruik van transparanten met verwijderbare strook, de transparanten met de strook naar onderen in laden 1 - 4 plaatsen. Niet voor 2-zijdige afdrukken programmeren. Voor de beste resultaten het kenmerk Zwaar gewicht instellen bij het programmeren van laden 1 - 4. De Nuvera ondersteunt alleen transparanten van het formaat A4 (8 1/2 x 11 inch).
Niet voor 2-zijdige afdrukken programmeren. Voor de beste resultaten de etiketten alleen met de lange kant eerst (LKE) gebruiken. Met afdrukzijde naar boven plaatsen in laden 1 - 4. Voor de beste resultaten het kenmerk Zwaar gewicht instellen bij het programmeren van laden 1 - 4.
Page 159 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_50.htm3/29/2007 1:48:17 PM
Prestatietabel voor nieuw en recycled normaal papier
Prestatietabel normaal papier De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van de verschillende papiersoorten kunt verwachten. Doorvoer materiaal (8,5 x 11 inch of A4)
Lade 1,2
Lade 3,4
Minder dan 52 g/m²
Niet gebruiken
Niet gebruiken
Tussen 56 - 80 g/m²
Goed/redelijk
Goed/redelijk
Tussen 75 en 120 g/m²
Optimaal
Optimaal
Tussen 120 - 216 g/m² (index)
Goed
Goed
Hoger dan 110 lb of 220 g/m² (index) voor CP/ 280 voor PS
Niet gebruiken
Niet gebruiken
Papiergewicht
Verklaring KKE: Korte kant eerst LKE: Lange kant eerst
Beste: Optimale systeemprestaties Goed: Goede systeemprestaties Redelijk: Duidelijke prestatievermindering mogelijk, vooral in de papierverwerking. Afgeraden: Wordt niet aangeraden. Overschrijdt de ontwerplimieten van het systeem. Onacceptabele resultaten mogelijk. **: Dezelfde prestatie als getoond in 80 g/m² standaardpapiertabel voor de overeenkomstige formaten.
Page 160 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_40.htm3/29/2007 1:48:17 PM
Opmerking
Prestatietabel voor niet-standaardpapier
Prestatietabel papiersoorten De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van elke papiersoort kunt verwachten. OPMERKING: De prestaties van de volgende papiersoorten kan afwijken van equivalente papiersoorten met hetzelfde gewicht. Doorvoer materiaal
Opmerking
Vensterenveloppen Briefhoofden
b, c
Voorbedrukte formulieren
b
Voorgeboord/geperforeerd papier (standaardlocaties)
b
Met Mylar-versteviging
LKE (mylar aan lange kant) KKE
Transparanten OPMERKING: Voor de papierbaan en sensoren in de Xerox Nuvera is het niet nodig dat u transparanten met verwijderbare stroken gebruikt. U kunt dit soort transparanten gebruiken en de strook is niet nodig voor correcte werking. OPMERKING: bij gebruik van een specifieke lade voor transparanten, eerst een stapel van ongeveer 12 mm normaal papier op de bodem van de lade leggen. Zo wordt gezorgd dat alle 50 vellen worden gebruikt. Doorzichtig/normaal
f
Niet-verwijderbare witte strook
f
Verwijderbare strook
f
LKE KKE
Met papieren achterkant
f
KKE Niet gebruiken LKE
Etiketten
GBC-merk of voorgeboord met rechthoekige gaten: (gaten aan lange kant). Deze papiersoort werkt alleen met de gaten naar achteren in de papierlade.
LKE
d
KKE
b
LKE d (Plaatsen met de gaten VAN de gebruiker AF.)
KKE Onscheurbaar Tekenfilm Geperforeerd: Perforaties parallel aan de invoerrichting
e
Perforaties loodrecht op de invoerrichting
e
Enveloppen (formaten standaard-medium t/m groot-letter) Tabbladen Zonder carbon g
Structuurpapier, Vellum Bristol papier Smooth cover index papier
Verklaring Page 161 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_30.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:19 PM
Prestatietabel voor niet-standaardpapier
KKE: Korte kant eerst LKE: Lange kant eerst
Beste: Optimale systeemprestaties Goed: Goede systeemprestaties Redelijk: Duidelijke prestatievermindering mogelijk, vooral in de papierverwerking. Afgeraden: Wordt niet aangeraden. Overschrijdt de ontwerplimieten van het systeem. Onacceptabele resultaten mogelijk. **: Dezelfde prestatie als getoond in 80 g/m² standaardpapiertabel voor de overeenkomstige formaten.
Opmerkingen: a. De afdrukken worden in de bovenste opvangbak in een apparaat met een multifunctionele afwerkeenheid afgeleverd en kunnen niet worden geniet. b. Tabel 5 raadplegen of de label op de papierlade lezen voor de juiste richting voor het plaatsen van papier. c. Briefhoofden met reliëf kunnen de papierverwerking verslechteren en om het reliëfgebied op beide zijden van het papier kunnen delen van het beeld wegvallen. d. Voor verdere informatie, Tabel 5 raadplegen. e. Om de perforaties kunnen delen van het beeld wegvallen, vooral als de perforatie parallel loopt aan de invoerrichting. f. Geen 2-zijdige kopieën of afdrukken selecteren bij gebruik van deze papiersoort. g. Gebruik van blanco of voorbedrukte omslagen mogelijk.
Page 162 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_30.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:19 PM
Prestatietabel voor papier en lade - 80 g/m² standaardpapier
Prestatietabel voor papier en lade - 80 g/m² standaardpapier De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van elke papiersoort kunt verwachten. Laden 1,2
3,4
Opmerking
Veelgebruikte formaten A4 (210 x 297mm / 8,27 x 11,69)
LKE
Optimaal
Optimaal
KKE
n.v.t.
Goed
A3 (297 x 420mm / 11,69 x 16,54)
KKE
n.v.t.
Goed
A5 (148 x 210mm / 5,83 x 8,27)
LKE
Goed
afgeraden a
KKE
afgeraden afgeraden a
B4 (257 x 364mm / 10,12 x 14,33)
KKE
n.v.t.
Goed
B5 (182 x 257mm / 7,17 x 10,12)
LKE
Goed
Goed
A4 omslagen (223 x 297mm / 8,78 x 11,69)
LKE
Goed
Goed
KKE
n.v.t.
Goed
Spaans (215 x 315mm / 8,46 x 12,4)
KKE
Goed
Goed
Foolscap (215 x 315mm / 8,46 x 12,4)
KKE
Goed
Goed
Foolscap (220 x 330mm / 8,66 x 13)
KKE
n.v.t.
Redelijk
Verklaring KKE: Korte kant eerst LKE: Lange kant eerst
Beste: Optimale systeemprestaties Goed: Goede systeemprestaties Redelijk: Duidelijke prestatievermindering mogelijk, vooral in de papierverwerking. Afgeraden: Wordt niet aangeraden. Overschrijdt de ontwerplimieten van het systeem. Onacceptabele resultaten mogelijk. **: Dezelfde prestatie als getoond in 80 g/m² standaardpapiertabel voor de overeenkomstige formaten. N.v.t.: Niet van toepassing. Kan niet in de laden worden geplaatst.
Opmerkingen: a. De afdrukken worden in de bovenste opvangbak in een apparaat met een multifunctionele afwerkeenheid afgeleverd en kunnen niet worden geniet.
Page 163 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_20.htm3/29/2007 1:48:20 PM
Prestatietabel voor papier en lade - 80 g/m² standaardpapier
Prestatietabel voor papier en lade - 80 g/m² standaardpapier De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen kunt u lezen welke prestaties u van elke papiersoort kunt verwachten. Laden 1,2
3,4
Opmerking
Veelgebruikte formaten Letter (8,5 x 11 inch / 216 x 279mm)
LKE
Optimaal
Optimaal
KKE
Goed
Goed
Legal (8,5 x 14 inch / 216 x 356mm)
KKE
n.v.t.
Optimaal
Ledger (11 x 17 inch / 297 x 420mm)
KKE
n.v.t.
Goed
Statement (5,5 x 8,5 inch / 140 x 216mm)
KKE
Redelijk
n.v.t.
Executive (7,25 x 26,67 cm / 184 x 267mm)
LKE
Goed
Goed
Executive (8 x 10 inch / 203 x 254mm)
LKE
Goed
Goed
KKE
afgeraden Goed
KKE
afgeraden Goed
12 x 18 inch / 305 x 457mm
a
Verklaring KKE: Korte kant eerst LKE: Lange kant eerst
Beste: Optimale systeemprestaties Goed: Goede systeemprestaties Redelijk: Duidelijke prestatievermindering mogelijk, vooral in de papierverwerking. Afgeraden: Wordt niet aangeraden. Overschrijdt de ontwerplimieten van het systeem. Onacceptabele resultaten mogelijk. **: Dezelfde prestatie als getoond in 80 g/m² standaardpapiertabel voor de overeenkomstige formaten. N.v.t.: Niet van toepassing. Kan niet in de laden worden geplaatst.
Opmerkingen: a. De afdrukken worden in de bovenste opvangbak in een apparaat met een multifunctionele afwerkeenheid afgeleverd en kunnen niet worden geniet.
Page 164 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_10.htm3/29/2007 1:48:20 PM
Verwachte papierverwerking en kopieerprestaties
Verwachte papierverwerking De Xerox Nuvera is geschikt voor gebruik met een groot aantal verschillende papiersoorten. In de volgende onderwerpen wordt beschreven welke prestaties van elke papiersoort kunnen worden verwacht bij gebruik van de papierladen of de AOD.
Verwachte prestatietabellen Tabel 1: Prestatietabel voor papier en lade -- 20 lb standaardpapier Tabel 2: Prestatietabel voor papier en lade - 80 g/m² standaardpapier Tabel 3: Prestatietabel papiersoorten Tabel 4: Prestatietabel normaal papier Tabel 5: Prestatietabel voor papier en lade -- Speciale papiersoorten plaatsen Tabel 6: Prestatietabel voor originelen ingevoerd via AOD
Conversieschema voor papiergewichten Als u de verschillende g/m²-waarden voor papiergewichten verwarrend vindt, kunt u met deze tabel het equivalente gewicht (in ponden) opzoeken. Conversieschema voor papiergewichten
Page 165 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_paper_00.htm3/29/2007 1:48:17 PM
Specificaties van de invoermodule
Invoermodules De Xerox Nuvera kan worden geconfigureerd met maximaal twee invoermodules. Zo is er een invoermodule met 4 papierladen, die kan worden geïnstalleerd met een optionele geïntegreerde scanner, en een optionele grote invoermodule met 2 laden. In het Xerox Nuvera-systeem kan een willekeurige combinatie van invoermodules met 2 of 4 laden worden geïnstalleerd, met een maximum van twee modules. Als de invoermodule met 4 laden en de scanner wordt gebruikt, moet deze zo dicht mogelijk bij het afdrukgedeelte worden geïnstalleerd. De invoermodule met 4 laden zonder scanner of de invoermodule met 2 laden kan ook als invoegmodule voor na het fuserproces worden geïnstalleerd. OPMERKING: U kunt uw Xerox Nuvera ook configureren met een invoermodule met 3 laden. Als uw systeem echter is uitgerust met een rolinvoermodule, moet er een invoermodule met 3 laden worden geïnstalleerd.
Capaciteiten en mogelijkheden van de invoermodule met 4 laden OPMERKING: Voor sommige van de getoonde papierformaten wordt het bereik van de papiergeleiders genoemd in plaats van de nominale papiersoort. Zo is 8,5 x 11 inch bijvoorbeeld een papiersoort, en is 5,5 x 8,27 inch een instelling van de papiergeleiders.
●
Papiergewichten: bankpostpapier van 16 lb tot indexpapier van 120 lb (56 tot 250 g/m²)
●
Papierformaatbereik: 5,5 inch x 8,27 inch tot 12,2 inch x 18,5 inch
●
Totale papierinvoercapaciteit (op basis van 75 g/m² bankpostpapier): 5800 vellen
●
Aantal invoerladen: 4 --Lade 1: 1600 vellen (139,7mm x 210mm tot 228,6mm x 320mm) (5,5 x 8,27 inch tot 9,0 x 12,6 inch) --Lade 2: 3100 vellen (139,7mm x 210mm tot 228,6mm x 320mm) (5,5 x 8,27 inch tot 9,0 x 12,6 inch) --Lade 3: 550 vellen (182,9mm x 203,2mm tot 320mm x 469,9mm) (7,2 x 8 inch tot12,6 x 18,5 inch) --Lade 4: 550 vellen (182,9mm x 203,2mm tot 320mm x 469,9mm) (7,2 x 8 inch tot 12,6 x 18,5 inch)
Capaciteiten en mogelijkheden van de invoermodule met 2 laden Beide laden hebben dezelfde specificaties. ●
Papiergewicht: bankpostpapier van 16 lb tot indexpapier van 120 lb (56 tot 250 g/m²)
●
Papierformaatbereik: 203,2mm x 254mm tot 320mm x 469,9mm (8 x 10 inch tot 12,6 inch x 18,5 inch)
●
Totale papierinvoercapaciteit (op basis van 75 g/m² bankpostpapier): 3200 vellen
●
Aantal invoerladen 2 --Lade 1: 1600 vellen (203,2mm x 254mm tot 320mm x 469,9mm) (8 x 10 inch tot 12,6 x 18,5 inch) --Lade 2: 1600 vellen (203,2mm x 254mm tot 320mm x 469,9mm) (8 x 10 inch tot 12,6 x 18,5 inch)
Voor meer informatie over ondersteunde papiersoorten, Aanbevelingen voor papiergebruik raadplegen.
Capaciteit en mogelijkheden van de invoermodule met 3 laden De invoermodule met 3 laden is een optionele invoermodule die in combinatie met een willekeurige andere invoermodule kan worden gebruikt. Het is echter wel nodig om verbinding te maken met de roller, als er een rolinvoereenheid aan het systeem is toegevoegd. De specificaties voor het papier en de laden zijn dezelfde als die van de invoermodule met 4 laden, behalve dat lade 3 en 4 gecombineerd zijn.
VOORZICHTIG! Papierladen worden niet vergrendeld en kunnen worden geopend terwijl papier uit de lade in het apparaat wordt ingevoerd, waardoor het papier fout kan worden ingevoerd of kan vastlopen. Voordat een lade wordt geopend, eerst wachten tot het LED-lampje op de lade UIT gaat.
Page 166 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_90.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:40 PM
Specificaties van de invoermodule
Page 167 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_90.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:40 PM
Elektrische specificaties
Elektrische specificaties en omgevingsspecificaties Voor het afdrukgedeelte, inclusief DocuSP-controller, zijn de volgende specificaties vereist:
Frequentie 50/60 hz
Spanning 200 - 254 v wisselstroom
Ampère 30 A (Europa en Japan) 50 A (VS en Canada) De contactdozen en leidingen mogen niet gedeeld worden met andere apparatuur. Optionele 50 A-adapter en 30 A-verlengdoos met de juiste stroomonderbrekers zijn beschikbaar.
NEMA-onderdeelnummer stopcontact 14-30 R (NASG)
Temperatuur en vochtigheid Aanbevolen 10 tot 30,6 graden C (50 tot 87 graden F) Relatieve luchtvochtigheid: minimaal 15% tot maximaal 85%
Hoogte Tussen de 0 en 1828,8 m (6000 voet) boven het zeeniveau
Warmte-emissie Ongeveer 2.470 BTU/uur (stand-by) en 18.738 BTU/uur (in bedrijf)
Stroomverbruik Maximaal ongeveer 0,658 kw (stand-by) en maximaal 4,150 kw (in bedrijf). Raadpleeg Energiespaarstand voor informatie over stroomverbruik.
Als ENERGY STAR®-partner heeft Xerox Corporation bepaald dat het Xerox Nuvera EA Digital Production System voldoet aan de ENERGY STAR®-richtlijnen voor energiebesparing. Het Energy Star-logo wordt tijdens het opstarten op de DocuSP-gebruikersinterface weergegeven en tevens op het scherm Hulp inroepen bij de configuraties die aan de Energy Star-richtlijnen voldoen.
Page 168 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_80.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:40 PM
Specificaties van cd-station
Specificaties van het cd-station Alle Xerox Nuvera-systemen zijn voorzien van een cd-rw-/dvd-station, dat rechts van de monitor in het bedieningspaneel is geïnstalleerd.
Bestanden verzenden Systemen die zijn uitgerust met het cd-station, kunnen ook lezen van en schrijven naar de indelingen cd-r en cd-rw. Systemen die zijn uitgerust met het dvd-station, kunnen ook lezen van en schrijven naar de indelingen cd-r, cd-rw-, dvd-r, dvd-rw, dvd +r en dvd+rw. Voor informatie over het verzenden van een opdracht vanaf het optische station, Afdrukken vanaf cd-station raadplegen.
Bestanden opslaan/archiveren Op de Xerox Nuvera-systemen waarop kopiëren en scannen wordt ondersteund, kunt u de gescande opdrachten opslaan via de toepassing Scannen naar bestand. Gescande en afgedrukte opdrachten kunnen worden opgeslagen op de harde schijf van het systeem, op een cd-rw of op een NFS-station. Zowel het geripte beeld als de opdrachtkaart worden opgeslagen. De beste resultaten worden verkregen met kwalitatief hoogwaardige optische media voor het opslaan en archiveren.
Page 169 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_70.htm3/29/2007 1:46:41 PM
Toetsenbordsneltoetsen en ALT-combinaties
Toetsenbordsneltoetsen en ALT-combinaties Toetsenbordsneltoetsen
Resultaat
Opmerkingen
Ctrl-P
Pauze-toets
Dialoogvenster Pauzeren (hiermee wordt het afdrukken en/of scannen tijdelijk onderbroken)
Ctrl-N
Pauzeert scannen
Alleen PS
Ctrl-U
Toets Legen
Indien beschikbaar in de gebruikersinterface (indien van toepassing op de configuratie)
Ctrl-A
Toets Alles wissen
Alleen DC/ST
Start-toets (Kopiëren, Scannen naar bestand, Afdrukservice)
Als pad met toets is geopend.
Inhoudsgebied Ctrl-S
ALT-toetscombinaties Letter
Item(s)
Opmerkingen
Menu's Alt-L
Hoogste niveau menu Aanmelden
L
L(aanmelden)
Hoogste niveau van menu Aanmelden moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt het dialoogvenster Aanmelden geopend met de toets "I".
F
f(afmelden)
Hoogste niveau van menu Aanmelden moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt het dialoogvenster Afmelden geopend met de toets "f".
Alt-M
Hoogste niveau van het menu Systeem.
P
Pauzeren van verwerking Ctrl-Shift-P
Hoogste niveau van menu Systeem moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt de RIP tijdelijk gestopt met de toets "p". De toetscombinatie Ctrl-Shift-P is een snelle methode, waarmee de gebruiker het menu Systeem niet eerst hoeft te openen.
R
R Hervatten van verwerking Ctrl-Shift-R
Hoogste niveau van menu Systeem moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt de RIP hervat met de toets "r". De toetscombinatie Ctrl-Shift-R is een snelle methode, waarmee de gebruiker het menu Systeem niet eerst hoeft te openen.
D
Service D(tests)
Hoogste niveau van menu Systeem moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt het dialoogvenster voor servicetests geopend met de toets "d".
S
S(uitschakelen) CtrlShift-S
Hoogste niveau van menu Systeem moet geopend zijn. Als het menu is geopend, wordt het dialoogvenster Uitschakelen geopend met de toets "s". De toetscombinatie Ctrl-Shift-S is een snelle methode, waarmee de gebruiker het menu Systeem niet eerst hoeft te openen.
Alt-I
Hoogste niveau van het menu Printer
Alt-E
Hoogste niveau van het menu Instelling.
Alt-A
Hoogste niveau van het menu Systeembeheer
Alt-H
Hoogste niveau van het menu Help.
Paden Alt-K
Pad Kopieerservices
Alt-S
Pad Scannen naar bestand
Page 170 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_63.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:41 PM
Toetsenbordsneltoetsen en ALT-combinaties
Alt-T
Pad Afdrukservices
Alt-O
Pad Opdrachtbeheer
Alt-Q
Pad Wachtrijbeheer
Alt-K
Pad Afdrukbeheer
Inhoudsgebied Alt-R
Toets Herstellen (Kopiëren, Scannen naar bestand, Afdrukservice)
Als pad met toets is geopend.
Alt-W
Toets Opbouw-opdracht (kopiëren, scannen naar bestand)
Als pad met toets is geopend.
Alt-O
Toets Doorgaan met opbouw-opdracht voor opbouw-opdracht (kopiëren, scannen naar bestand)
Als pad met toets is geopend.
Alt-N
Toets Einde opbouwopdracht (kopiëren, scannen naar bestand)
Als pad met toets is geopend.
Esc
Opbouw-opdracht annuleren (kopiëren, scannen naar bestand)
Als Opbouw-opdracht is ingeschakeld.
Toetsen in subvensters Alt-O
OK
Als subvenster is geopend en aandachtspunt heeft.
Alt-R
Herstellen
Als subvenster is geopend en aandachtspunt heeft.
Alt-A
Toepassen, Invoeging toevoegen, Uitzondering toevoegen, of Omslag toevoegen
Als subvenster is geopend en aandachtspunt heeft.
Alt-H
Help
Als subvenster is geopend en aandachtspunt heeft.
Page 171 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_63.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:41 PM
Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering
Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering Afgezien van de normale toetsenbordsneltoetsen, beschikt de Xerox Nuvera over speciale navigatie- en activeringstoetsen. Met deze toetsen kunnen gebruikers door de gebruikersinterface navigeren en de componenten en functies van het systeem besturen en gebruiken. Type component
Toetsenbordwerking Actie
Gesplitst deelvenster
F6
Verplaatst het aandachtspunt tussen de deelvensters naar het eerste aandachtselement in het deelvenster.
F8
Zet het aandachtspunt op de splitsbalk. De balk kan worden verplaatst met de pijltoetsen, de Home-toets en de End-toets. Met de pijltoetsen kan de balk nauwkeurig worden afgesteld. Met de toetsen Home en End wordt het deelvenster verborgen.
Modusindicators
Control-D
Deze toetscombinatie zet het aandachtspunt op de eerste modusindicator, van waaruit de gebruiker de knopinfo kan activeren. Modusindicators kunnen een van de volgende modi bevatten: Beveiligd, Opdrachtfout, Test, Externe werkstroom en Logfunctie.
Pauzetoets(en)
Control-P
Hiermee wordt de printer of scanner tijdelijk stopgezet.
Tabbladen van deelvenster
Ctrl-pijltoets omhoog
Zet het aandachtspunt op het geselecteerde tabblad.
Pijltoetsen
Tussen tabbladen verplaatsen.
Ctrl-Page Up
Gaat naar het vorige tabblad, zodat de eerste aandachtscomponent op het tabblad kan worden geopend.
Ctrl-Page Down
Gaat naar het volgende tabblad, zodat de eerste aandachtscomponent op het tabblad kan worden geopend.
Control-Shift-pijltoets links/ Control-Shiftpijltoets rechts
Verplaatst het aandachtspunt tussen een FTT en het eerste aandachtspuntelement in die FTT.
Tab
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar rechts. Als de tabelcellen zijn geselecteerd, loopt het aandachtspunt om van links naar rechts, van boven naar onder, en vervolgens terug naar de bovenkant van het geselecteerde gebied.
Shift-Tab
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar links. Als er cellen zijn geselecteerd, gedraagt Shift-Tab zich net als Tab, alleen in omgekeerde volgorde.
Return/Enter
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar onderen; rijselectie volgt het aandachtspunt. Onderaan de tabel loopt het aandachtspunt om naar de bovenkant van de kolom. Als meerdere cellen zijn geselecteerd, loopt het aandachtspunt om beurten door elke geselecteerde kolom en begint dan weer bij het begin.
Shift-Return/ ShiftEnter
Hetzelfde als Return/Enter maar in omgekeerde richting.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een cel omhoog/omlaag, waarbij de rij met de aandachtspuntcel wordt geselecteerd.
Pijltoets links/rechts
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een cel naar links/rechts.
Page Up/Page Down
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. Als een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel één rij omhoog/omlaag geschoven en wordt de geselecteerde rij de eerste/laatste zichtbare rij in de tabel. Het aandachtspunt wordt binnen de huidige kolom verplaatst naar de nieuwe geselecteerde rij.
Functietoegangstoetsen (FTT ofwel toetsen voor het openen van toepassingen) Tabellen
Page 172 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_62.htm (1 of 3)3/29/2007 1:46:41 PM
Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering
Control-PageUp/ Control-PageDown
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen horizontale schuifbalk zichtbaar is, wordt het aandachtspunt verplaatst naar de eerste/laatste cel in de rij en wordt de rij met de aandachtspuntcel geselecteerd. Als er een horizontale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel naar links/rechts verschoven om de eerste niet geheel zichtbare kolom zichtbaar te maken, en wordt het aandachtspunt in die kolom geplaatst. De rij met de aandachtspuntcel wordt geselecteerd.
Home/End
Maakt de huidige selectie ongedaan. Verplaatst het aandachtspunt naar de eerste/laatste cel in de rij en selecteert de rij met de aandachtspuntcel.
Control-Home/ Control-End
Maakt de huidige selectie ongedaan. Verplaatst het aandachtspunt naar de eerste/laatste rij in de tabel binnen dezelfde kolom waar het aandachtspunt zich bevond; de rij wordt opnieuw geselecteerd.
Control-A
Selecteert alle rijen in een tabel.
Shift-End
Selecteert een hele rij.
Shift-pijltoets omhoog/ Shiftpijltoets omlaag
Verlengt de selectie één rij omhoog/omlaag in de tabel.
Shift-PageUp/
Verlengt de selectie één "tabelpagina" tegelijk omhoog/omlaag. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd. Als er een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel omhoog/omlaag geschoven en wordt het aandachtspunt binnen de huidige kolom naar de nieuwe zichtbare rij verplaatst. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd.
Control-Shift Home/ Control-Shift End
Verlengt de selectie van de huidige rij waar het aandachtspsunt zich bevindt tot het begin/einde van de tabel. Het aandachtspunt wordt niet verplaatst.
Spatie
Geeft een keuzelijst weer, indien aanwezig.
Alt-pijltoets rechts/ Alt- Verplaatst de tabelkolom waar het aandachtspunt zich bevindt, pijltoets links één kolom naar rechts/links in de tabel. Shift - pijltoets omhoog/ Shift pijltoets omlaag
Shift-PageUp/ Shift-PageDown
Verlengt de selectie één rij omhoog/omlaag in de tabel. Verlengt de selectie één "tabelpagina" tegelijk omhoog/omlaag. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd. Als er een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel omhoog/omlaag geschoven en wordt het aandachtspunt binnen de huidige kolom naar de nieuwe zichtbare rij verplaatst. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd.
Control-Shift Home/ Control-Shift End
Verlengt de selectie van de huidige rij waar het aandachtspsunt zich bevindt tot het begin/einde van de tabel. Het aandachtspunt wordt niet verplaatst.
Spatie
Geeft een keuzelijst weer, indien aanwezig.
Control-pijltoets rechts/ Controlpijltoets links
Verplaatst de tabelkolom waar het aandachtspunt zich bevindt, één kolom naar rechts/links in de tabel.
Control-Shift-pijltoets omhoog/ ControlShift-pijltoets omlaag
Sorteert de kolom met het aandachtspunt in op- of aflopende volgorde. (Hierbij wordt aangenomen dat de sorteerfunctie voor de tabel is geactiveerd.)
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een element omhoog/omlaag, waarbij het lijstelement met het aandachtspunt opnieuw wordt geselecteerd.
Page Up/Page Down
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en het element naar het laatste/eerste element in de lijst verplaatst. Als een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de lijst één rij omhoog/omlaag geschoven en wordt het geselecteerde element het laatste/eerste element in de lijst.
Page 173 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_62.htm (2 of 3)3/29/2007 1:46:41 PM
Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering
Home/End
Verplaatst het aandachtspunt en de selectie naar het laatste/ eerste element in de lijst.
Control-A
Selecteert alle elementen in de lijst.
Shift-pijltoets omhoog/ Shiftpijltoets omlaag
Verlengt de selectie één lijstelement tegelijk omhoog/omlaag. Het aandachtspunt wordt ook verplaatst.
Shift-Page Up/ ShiftPage Down
Verlengt de selectie één "paginaweergave" tegelijk omhoog/ omlaag. Het aandachtspunt wordt naar de bovenkant/onderkant van de selectie verplaatst.
Verlengt de selectie tot de bovenkant/onderkant van de lijst. Het Shift-Home/ Shift-End aandachtspunt wordt naar de bovenkant/onderkant van de lijst verplaatst. Schuifbalken
Keuzelijst
Vakje van keuzemenu
Menubalk
Directorystructuur
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Schuift het weergavevenster één rij tegelijk omhoog/omlaag.
Page Up/Page Down
Schuift het weergavevenster één "paginaweergave" tegelijk omhoog/omlaag.
Home/End
Schuift het weergavevenster naar de boven-/onderkant van de weergegeven component (bijv. structuur, tabel, of lijst).
Spatie/Enter
Selecteert de menuoptie met het aandachtspunt.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie.
Pijltoets rechts
Als het aandachtspunt in een trapsgewijs menu-element staat, wordt een trapsgewijs menu geopend.
Pijltoets links
Als het aandachtspsunt in een trapsgewijs menu-element staat, wordt een trapsgewijs menu gesloten.
Esc
Verlaat de keuzelijsten.
Spatie/pijltoets omlaag
Activeert het menu.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie en selecteert de optie.
Esc
Verlaat de keuzemenu's.
F10
Opent het menu.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie.
Spatie/Enter
Selecteert de menuoptie met het aandachtspunt.
Esc
Sluit het menu.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag
Verplaatst het aandachtspunt en de selectie één rij in de directorystructuur omhoog/omlaag.
Pijltoets links/rechts
Verplaatst het aandachtspunt één kolom in de directorystructuur naar links/rechts. Als een gesloten map is geselecteerd, wordt met pijltoets rechts de map geopend als deze niet leeg is. Als een map is geopend en geselecteerd, wordt de map gesloten met pijltoets links.
Page Up/Page Down
Verplaatst één "paginaweergave" omhoog/omlaag; de eerste aandachtspuntcomponent in de weergave krijgt het aandachtspunt en wordt geselecteerd.
Home/End
Gaat naar het eerste/laatste element in de structuur. Het aandachtspunt wordt in dit element geplaatst en het element wordt geselecteerd.
Control-pijltoets links/ Verplaatst het aandachtspunt één rij in de directorystructuur Control-pijltoets rechts omhoog/omlaag.
Knopinfo
Control-Page Up/ Control-Page Down
Verplaatst één "paginaweergave" omhoog/omlaag; de eerste aandachtspuntcomponent in de weergave krijgt het aandachtspunt.
Control-Home/ Control-End
Gaat naar het eerste/laatste element in de structuur. Het aandachtspunt wordt in dit element geplaatst.
Spatie
Selecteert het element in de directorystructuur waar het aandachtspunt staat.
Control-F1
Start de knopinfo, indien de component met het aandachtspunt knopinfo bevat.
Control-F1/Esc
Sluit de knopinfo.
Page 174 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_62.htm (3 of 3)3/29/2007 1:46:41 PM
Veelgebruikte toetsenbordsneltoetsen
Veelgebruikte toetsenbordsneltoetsen Het toetsenbord kan worden gebruikt om door de gebruikersinterface te navigeren en opdrachten te programmeren. Voor de complete informatie over toetsenbordnavigatie, Keyboard Operations op de Sun/Java-website raadplegen.
Verklaring van de componenten van de gebruikersinterface Aandachtspuntcomponent: Elke toets of optie in de gebruikersinterface waar op kan worden geklikt of waarin gegevens kunnen worden ingevoerd. Teken: Een letter of cijfer in een bewerkbaar tekstveld. Deelvenster: Een van 3 hoofdgebieden van de gebruikersinterface: het statusgebied, de servicetoetsen (Kopiëren, Afdrukken, enz...) aan de linkerkant, en het gebied hoofdinhoud/tabblad. Toetsenbord-aandachtspunt: De component van de gebruikersinterface waarin de gebruiker bepaalde informatie moet invoeren. Deze component wordt in de gebruikersinterface met een blauwe rand weergegeven. Toetsenbordwerking Actie Tab
Navigeert naar de volgende aandachtspuntcomponent.
Shift+Tab
Navigeert naar de vorige aandachtspuntcomponent.
Control+Tab
Navigeert naar de volgende aandachtspuntcomponent. Deze functie werkt ook als in de vorige component met het aandachtspunt ook tabs gebruikt kunnen worden; dit is bijvoorbeeld de manier om tabellen af te sluiten wanneer het aandachtspunt eenmaal in een tabelonderdeel staat.
Shift+Control+Tab
Navigeert naar de vorige aandachtspuntcomponent. Deze functie werkt ook als in de vorige component met het aandachtspunt ook tabs gebruikt kunnen worden; dit is bijvoorbeeld de manier om tabellen af te sluiten wanneer het aandachtspunt eenmaal in een tabelonderdeel staat.
Pijltoets links
Verplaatst het aandachtspunt een teken of component naar links.
Pijltoets rechts
Verplaatst het aandachtspunt een teken of component naar rechts.
Pijltoets op
Verplaatst het aandachtspunt een regel of component naar boven.
Pijltoets neer
Verplaatst het aandachtspunt een regel of component naar onderen.
Page Up
Gaat een deelvenster naar boven.
Page Down
Gaat een deelvenster naar onderen.
Home
Gaat naar het begin van de gegevens of naar het begin van een rij in een tabel.
End
Gaat naar het einde van de gegevens of naar het einde van een rij in een tabel.
Control Enter of Control-Return
Activeert de standaardcommandotoets.
Escape
Verlaat een menu of daloogvenster zonder de wijzigingen in het systeem in te voeren.
Spatiebalk
Activeert de component met het toetsenbordaandachtspunt.
Page 175 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_61.htm3/29/2007 1:46:42 PM
Specificaties van toetsenbord, muis en beeldscherm
Specificaties van toetsenbord, muis en beeldscherm Gebruikers (operateurs) kunnen via de gebruikersinterface (UI) communiceren met de printer, het kopieerapparaat of het multifunctionele apparaat. De gebruikersinterface heeft de architectuur van een client van services die beschikbaar zijn op de printer, het kopieerapparaat of het multifunctionele apparaat. De gebruikersinterface bevat de opties en functies waarmee gebruikers commando's aan een apparaat of systeem kunnen geven, en de schermen die het apparaat of systeem gebruikt om de huidige status, functies en verwerkingen weer te geven. De gebruikersinterface voorziet tevens in een grafische weergave van berichten, informatie, instructies, menu's en apparaatdiagrammen (nabootsing).
Toetsenbordspecificaties USB
Navigeren door de gebruikersinterface met gebruik van alleen het toetsenbord Om door de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera te navigeren, kunt u behalve de USB-muis ook het toetsenbord gebruiken. Enkele voorbeelden van de redenen dat de gebruikersinterface toegankelijk is via het toetsenbord, zijn: ●
●
Blinde mensen kunnen de muis niet gebruiken, omdat zij niet kunnen zien waar ze moeten klikken. Zij maken daarom bijna alleen gebruik van het toetsenbord. Mensen met bepaalde neuromusculaire aandoeningen kunnen de muis niet gebruiken.
Voor informatie over gebruik van het toetsenbord, Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering raadplegen.
Muisspecificaties USB-trackball of optische muis.
Beeldschermspecificaties Schermresolutie
1024 x 768
Kleuren
256,000
Schermgrootte
15 inch (37,5 cm)
Puntafstand
.27
Herhalingsfrequentie
>50hz
Page 176 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_60.htm3/29/2007 1:46:38 PM
Specificaties van de nieteenheid
Specificaties van de nieteenheid Nieteenheid van de basisafwerkeenheid Voor meer informatie Specificaties van de basisafwerkeenheid raadplegen.
Multifunctionele afwerkeenheid Als de Xerox Nuvera is uitgerust met een multifunctionele afwerkeenheid, bevat deze twee nietsystemen: ●
Hoofdnieteenheid
●
Katernnieteenheid
Voordat u de nieteenheden van de Xerox Nuvera gaat gebruiken, dient u even de tijd te nemen om meer te weten te komen over de mogelijkheden en capaciteiten van deze eenheden.
Vereisten voor documentformaat Toegestane afmetingen korte kant: 8 inch tot 12 inch Toegestane afmetingen lange kant: 6,7 inch tot 18 inch
Nietlimiet De hoofdnieteenheid is geschikt voor een 50-vel nietcassette of een 100-vel nietcassette. De maximum nietlimiet is 50 vel 80 g/m² (20lb.) papier of 100 vel 80 g/m² (20lb.) papier Zwaarder of groter papier vermindert de maximum nietlimieten overeenkomstig.
Beperkingen nietcassette De software van het apparaat maakt momenteel geen onderscheid tussen de nietcassette voor 50 vellen en die voor 100 vellen. Dit betekent dat als de nietcassette voor 50 vel in het apparaat wordt geplaatst en er een opdracht met meer dan 50 vellen wordt verzonden om te worden geniet, er waarschijnlijk niet goed wordt geniet of er een nietstoring optreedt. Als de nietcassette voor 50 vellen wordt gebruikt, is het de verantwoordelijkheid van de operateur om ervoor te zorgen dat opdrachten met meer dan 50 vellen niet worden verzonden om te worden geniet.
Papiergewicht / maximum aantal vellen Gewicht (UI classificatie)
Mogelijkheden van 50-vel cassette
Mogelijkheden van 100-vel cassette
50
100
22+ tot 28 lb. (Normaal)
35 (105 g/m²)
70 (105 g/m²)
28+ lb. (Zwaar)
15 (216 g/m²)
30 (216 g/m²)
50
50
22+ tot 28 lb. (Normaal)
35 (105 g/m²)
50
28+ lb. (Zwaar)
15 (216 g/m²)
30 (216 g/m²)
15 tot 22 lb. (Licht) Klein papierformaat (A4, Letter, Legal)
15 tot 22 lb. (Licht) Grote papierformaten (9 x 14, B4, A3, en Ledger)
Onderhoud van de nieteenheid Voor het bijvullen van de nieteenheden of het verwijderen van vastgelopen nietjes, raadpleegt u Vastgelopen nietjes verwijderen of Nietjes vervangen.
Page 177 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_50.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:39 PM
Specificaties van de nieteenheid
Page 178 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_50.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:39 PM
Specificaties van de transportmodule van de afwerkeenheid
Specificaties van de transportmodule van de afwerkeenheid De FTM is een DFA-compatibel apparaat waarmee u het afdruksysteem op een willekeurige afwerkeenheid van derden die DFAcompatibel is kunt aansluiten. Denk hierbij aan de AVH-modules en inbindeenheden van Bourg en Plockmatic. De transportmodule van de afwerkeenheid fungeert als verbinding tussen het afdrukgedeelte van uw systeem en de afwerkeenheid van derden. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie over deze apparatuur. TIP: Voor een juist papiergebruik dit onderwerp afdrukken en ophangen in de buurt van de transportmodule van de afwerkeenheid.
Capaciteiten en mogelijkheden van de transportmodule van de afwerkeenheid Papierformaat Maximaal 465 mm (18,3 inch)
Invoersnelheid Tot 216 ppm Geschikte papierformaten/richting (zoals geplaatst in papierlade) LKE
KKE
Enveloppen #102
tot 9x12 inch
X
Inch
Millimeter
4,12x9,5 tot
105x241 tot
9x12 inch
229x305
A5
X
5,83x8,27
148x210
Statement
X
5,5x8,5
140x216
7x10
X
7x10
178x254
B5 - JIS
X
7,17x10,12
182x257
Executive
X
7,25x10,5
184x267
16K (Taiwan)3
X
7,64 x 10,51
194x267
8x10
X
X
8x10
203x254
Letter
X
X
8,5x11
215/216x279
Ltr omslag
X
X
9x11
229x279
Ltr tabblad1
X
9x11
229x279
210x270
X
X
8,27x10,63
210x270
A4
X
X
8,27x11,69
210x297
X
8,27x13
210x330
X
8,46x10,83
215x275
X
8,46x14,02
215x356
210x330 215x275
X
215x356 216x273
X
X
8,5x10,7
216x273
A4 Omslag
X
X
8,78x11,69
223x297
A4 tabblad1
X
8,78x11,69
223x297
Spaans — XE
X
X
8,46x12,4
215x315
X
8x13
203x330
8x13
Page 179 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_42.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:39 PM
Specificaties van de transportmodule van de afwerkeenheid
215x330
X
8,46x13
215x330
Foolscap — XE
X
8,5x13
216x330
220x330
X
8,66x13
220x330
Legal
X
8,5x14
216x356
9x14
X
9x14
229x356
SB4
X
9,9x14,1
252x358
B4 —JIS
X
10,12x14,33
257x364
8K (Taiwan)3
X
10,51x15,28
267x388
A3
X
11,69x16,54
297x420
Ledger
X
11x17
279x432
12x18
X
12x18
305x457
12x18,5
X
12x18,5
305x470
12,2x17
X
12,2x17
310x432
X
4-op-1-6x9 2-op-1-6x9
12,5x18,5
317,5x470
X
12,5x9,5
317,5x241,3
X
12,6x8,9
320x225
12,6x17,7
320x450
SRA4 2-op-1-A5 SRA3
X
4-op-1-A5 Etiketten
X
X
OPMERKINGEN: 1. Tabbladen worden met de tab naar achteren ingevoerd. 2. Nr. 10 moeten in het afdrukgedeelte worden ingevoerd met de klep open, naar achteren gericht en met de voorzijde naar beneden. Papierrichting, exclusief enveloppen, geldt voor zowel voor papier met een lange - als een korte vezelrichting. Tussen haakjes ( ) staat het equivalente formaat, alleen ter informatie. 3. Korea en Taiwan: In de APO-marktregio van Fuji Xerox zijn zowel deze set papiersoorten als ESG-set papiersoorten gebruikelijk.
Papierstoringen oplossen raadplegen voor meer informatie over het oplossen van papierstoringen in de afwerkeenheidtransportmodule. De online help raadplegen voor meer informatie over het configureren van afwerkeenheden van derden in het systeem.
Page 180 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_42.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:39 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
Productieafwerkeenheden Beschrijving van de basisafwerkeenheid (BFM) De BFM is een afwerkeenheid voor het sorteren, stapelen en nieten van grote volumes. Deze eenheid is ook uitgerust met een bovenste opvangbak voor het verzamelen en verwijderen van vellen.
Mogelijkheden Uitlegtafel ●
3000 vellen bankpostpapier van 20 lb (75-80 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan
●
De stapellimiet kan voor iedere basisafwerkeenheid afzonderlijk worden ingesteld in de gebruikersinterface.
●
Geniete sets met minder dan 15 vellen zijn beperkt tot 100 sets.
●
●
In deze opvangbak kunnen 100 vellen van 8,5 x 11 inch of A4 LKE, en 8,5 x 14 inch of B4 KKE van 75 - 80 g/m², worden geniet. Alle ondersteunde papierformaten kunnen door de nietapparaten in portretrichting, landschaprichting of met dubbele niet worden geniet. De uitlegtafel is de opvangbak waarin gecompileerde sets, die al dan niet zijn geniet, en enkele vellen worden afgeleverd. De afdrukken worden normaal gesproken met zijde 1 omlaag afgeleverd en kunnen in gestaffelde sets worden afgeleverd.
Bovenste opvangbak ●
250 vellen van 20 lb (75-80 g/m²) of het gelijkwaardige daarvan.
●
Aflevering in de bovenste opvangbak wordt met zijde 1 naar beneden in niet-gestaffelde sets geleverd.
●
Deze bak kan als bestemming worden ingesteld voor opdrachten die niet geniet worden.
●
Afdrukken die minder dan 7 inch lang zijn in de verwerkingsrichting of 8 inch haaks op de verwerkingsrichting, worden automatisch naar de bovenste opvangbak geleid. In de bovenste opvangbak komen ook de vellen die uit het systeem zijn verwijderd terecht.
Nieteenheid ●
●
●
●
●
De basisafwerkeenheid heeft twee interne doorvoernieteenheden voor 100 vellen met de bedrukte zijde omlaag. De nieteenheden hebben de mogelijkheid alle papierformaten tussen 5,5 x 8,5 inch/A5 en 12,6 x 18,5 inch in portretrichting, in landschaprichting en met dubbele niet te nieten. Afgewerkte sets kunnen intern op de onderste uitlegtafel worden gestapeld. Deze nieteenheden kunnen maximaal 100 vellen papier van 20 lb (75-80 g/m²) of gelijkwaardig papier nieten (verminderde nietcapaciteit kan optreden bij bepaalde papiereigenschappen, zoals dikte, densiteit, materiaal, coating, enz.). Zie voor het bijvullen van de nieteenheden en het verwijderen van vastgelopen nietjes Nietjes vervangen respectievelijk Vastgelopen nietjes verwijderen. Er is nog een nietcassette beschikbaar voor 30 vellen van 20 lb (75-80 g/m²). Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes. Elke nietcassette bevat 5000 nietjes. Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes.
De BFM gebruiken Ga naar De basisafwerkeenheid gebruiken voor informatie over het gebruik van de basisafwerkeenheid en alle aanpassingen die van invloed zijn op de basisafwerkeenheid.
Configuraties Er zijn nog meer combinaties mogelijk bij het installeren van de basisafwerkeenheid (BFM), de invoegmodule, de transportmodule voor de afwerkeenheid (FTM) en andere externe afwerkeenheden op een Xerox Nuvera-systeem. Raadpleeg Productie-afwerkeenheden om enkele configuratie-opties te bekijken.
Page 181 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41bfmonly.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
Externe afwerkeenheden Er zijn een aantal DFA-compatibele externe afwerkeenheden beschikbaar die op het systeem kunnen worden geïnstalleerd. Er moet een FTM zijn geïnstalleerd om een afwerkeenheid van derden te kunnen toevoegen. Hier volgt een lijst van afwerkeenheden van derden, die beschikbaar zijn voor het Xerox Nuvera-systeem. ●
Xerox DS5000 High Capacity Stacker
●
C.P Bourg BDFx Booklet Maker
●
Xerox SQUAREFOLD Booklet Maker (SQFBM)
●
GBC Fusion Punch 11 met Offset Stacker
●
Xerox DB120-D Document Binder
●
Xerox Manual and Book Factory
Page 182 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41bfmonly.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
Productieafwerkeenheden Het Xerox Nuvera EA Digital Production System biedt een grote hoeveelheid afwerkopties. Er zijn twee basistypen afwerkgroepen: ●
Multifunctionele afwerkeenheid (MFF) - beschikbaar in het professionele model of het model Pro Plus.
●
Basisafwerkeenheid - bijvoorbeeld een BFM of BFM Plus.
De afwerkgroep bepaalt welke afwerkopties er op uw systeem kunnen worden geïnstalleerd. De afwerkconfiguratieopties staan in het volgende gedeelte onder 'Afwerkconfiguraties' vermeld.
Beschrijving van de multifunctionele afwerkeenheid Er zijn twee MFF-modellen verkrijgbaar: ●
●
De Professionele afwerkeenheid, waarmee grote hoeveelheden vellen in sets, stapels en geniet kunnen worden afgeleverd. Met het professionele model kunt u tevens katernen en in drieën gevouwen documenten maken. Dit model bestaat uit een bovenste lade waarin vellen worden verzameld of waaruit vellen worden verwijderd, een hoofdopvangbak en een onderste opvangbak (voor katernen). De Pro Plus is het professionele model met extra functies in de interfacemodule. De interfacemodule bevat een invoegmodule en een perforator. De MFF Pro Plus biedt de mogelijkheid om omslagen, voorbedrukte tabbladen en gekleurd papier na verwerking in te voegen. Met de perforator kunt u 3 of 4 gaatjes maken, afhankelijk van welke perforator er is geïnstalleerd.
Specificaties Professionele MFF
MFF Pro Plus
250 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan
Bovenste opvangbak
Aflevering in de bovenste opvangbak wordt met zijde 1 naar beneden in niet gestaffelde sets geleverd. Deze bak kan als bestemming worden ingesteld voor opdrachten die niet geniet worden. Afdrukken die minder dan 7 inch lang zijn in de verwerkingsrichting of 8 inch haaks op de verwerkingsrichting, worden automatisch naar de bovenste opvangbak geleid. In de bovenste opvangbak komen ook vellen die uit het systeem zijn verwijderd.
Idem
250 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan Onderste opvangbak (voor katernen)
Invoeglade
Aflevering in de bovenste opvangbak wordt met zijde 1 naar beneden in niet gestaffelde sets geleverd. Deze bak kan als bestemming worden ingesteld voor opdrachten die niet geniet worden. Afdrukken die minder dan 7 inch lang zijn in de verwerkingsrichting of 8 inch haaks op de verwerkingsrichting, worden automatisch naar de bovenste opvangbak geleid. In de bovenste opvangbak komen ook vellen die uit het systeem zijn verwijderd.
Niet beschikbaar
Accepteert geen geperforeerde aflevering
200 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan 56 - 220 g/m² De aflevering wordt naar alledrie de laden verzonden
Page 183 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (1 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
3000 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan De stapellimiet kan voor iedere basisafwerkeenheid afzonderlijk worden ingesteld in de gebruikersinterface. Hoofdopvangbak / Uitlegtafel
Geniete sets met minder dan 15 vellen zijn beperkt tot 100 sets.
Idem
De uitlegtafel is de opvangbak waarin gecompileerde sets, die al dan niet zijn geniet, en enkele vellen worden afgeleverd. De vellen worden met zijde 1 naar beneden afgeleverd en kunnen in gestaffelde sets worden afgeleverd. Maximaal 100 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m²) (een of twee nietjes) of gelijkwaardig papier. Afhankelijk van de eigenschappen van het gelijkwaardige papier (dikte, dichtheid, materiaal, coating), kan het zijn dat er minder vellen aan elkaar kunnen worden geniet.
Capaciteit nieteenheid
Inclusief twee interne doorvoernieteenheden voor 100 vellen met de bedrukte zijde omlaag. Alle ondersteunde papierformaten kunnen door de nietapparaten in portretrichting, landschaprichting of met dubbele niet worden geniet. Afgewerkte sets kunnen intern op de onderste uitlegtafel worden gestapeld. Zie voor het bijvullen van de nieteenheden en het verwijderen van vastgelopen nietjes Nietjes vervangen respectievelijk Vastgelopen nietjes verwijderen.
Idem
Er is een alternatieve nietcassette beschikbaar met een capaciteit van 30 vel papier van 75-80 g/m². Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes. Elke nietcassette bevat 5000 nietjes. Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes. Papierformaten verwerkingsrichting haaks op verwerkingsrichting
8,26 tot 18,5 inch (210 tot 457 mm)
Idem
8,26 tot 12 inch (210 tot 305 mm)
Papiergewichten ongecoat:
Bankpostpapier van 16 lb tot indexpapier van 113 lb (56 tot 220 g/m²)
gecoat:
90 tot 210 g/m²
Idem
Beschrijving van de basisafwerkeenheid (BFM/BFM Plus) Er zijn twee BFM-modellen: ●
●
De BFM is een afwerkeenheid voor het sorteren, stapelen en nieten van grote volumes. Deze eenheid is ook uitgerust met een bovenste opvangbak voor het verzamelen en verwijderen van vellen. De BFM Plus bestaat uit de BFM met overbruggingstransport en de interfacemodule. De BFM Plus-module heeft dezelfde mogelijkheden als de BFM. De BFM Plus-module beschikt echter niet over een bovenste opvangbak. Wel is deze module uitgerust met een papierbaan voor het overbruggingstransport, zodat pagina's via een interfacemodule naar een andere BFM of via een interfacemodule en een transportmodule van de afwerkeenheid naar andere DFA-compatibele afwerkeenheden kunnen worden gevoerd.
Specificaties BFM
BFM Plus
250 vellen bankpostpapier van 20 lb (76 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan Capaciteit bovenste opvangbak
Aflevering in de bovenste opvangbak wordt met zijde 1 naar beneden in niet gestaffelde sets geleverd. Deze bak kan als bestemming worden ingesteld voor opdrachten die niet geniet worden. Afdrukken die minder dan 7 inch lang zijn in de verwerkingsrichting of 8 inch haaks op de verwerkingsrichting, worden automatisch naar de bovenste opvangbak geleid. In de bovenste opvangbak komen ook vellen die uit het systeem zijn verwijderd.
Niet beschikbaar
Page 184 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (2 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
3000 vellen bankpostpapier van 20 lb (76 g/m² ) of het gelijkwaardige daarvan De stapellimiet kan voor iedere basisafwerkeenheid afzonderlijk worden ingesteld in de gebruikersinterface. Capaciteit uitlegtafel
Geniete sets met minder dan 15 vellen zijn beperkt tot 100 sets.
Idem
De uitlegtafel is de opvangbak waarin gecompileerde sets, die al dan niet zijn geniet, en enkele vellen worden afgeleverd. De vellen worden met zijde 1 naar beneden afgeleverd en kunnen in gestaffelde sets worden afgeleverd. Maximaal 100 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m²) (een of twee nietjes) of gelijkwaardig papier. Afhankelijk van de eigenschappen van het gelijkwaardige papier (dikte, dichtheid, materiaal, coating), kan het zijn dat er minder vellen aan elkaar kunnen worden geniet.
Capaciteit nieteenheid
Inclusief twee interne doorvoernieteenheden voor 100 vellen met de bedrukte zijde omlaag. Alle ondersteunde papierformaten kunnen door de nietapparaten in portretrichting, landschaprichting of met dubbele niet worden geniet. Afgewerkte sets kunnen intern op de onderste uitlegtafel worden gestapeld. Voor het bijvullen van de nieteenheden of het verwijderen van vastgelopen nietjes, Vastgelopen nietjes verwijderen of Nietjes vervangen raadplegen.
Idem
Er is een alternatieve nietcassette beschikbaar met een capaciteit van 30 vel papier van 75-80 g/m². Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes. Elke nietcassette bevat 5000 nietjes. Contact opnemen met Xerox voor informatie over het bestellen van navullingen voor nietcassettes. Papierformaten verwerkingsrichting haaks op verwerkingsrichting
8,26 tot 18,5 inch (210 tot 457 mm)
Idem
8,26 tot 12 inch (210 tot 305 mm)
Papiergewichten ongecoat:
Bankpostpapier van 16 lb tot indexpapier van 113 lb (56 tot 220 g/m²)
gecoat:
90 tot 210 g/m²
Idem
OPMERKING: Raadpleeg De basisafwerkeenheid gebruiken en Documentensets op de uitlegtafel afleveren voor informatie over het gebruik van de BFM en de BFM Plus en de manier waarop documenten naar de uitlegtafel moeten worden verzonden.
Afwerkconfiguraties De MFF is de basisconfiguratie en is de enige configuratie waarin de herstelmodule niet is opgenomen. De herstelmodule is een standaardonderdeel op systemen met een BFM of FTM. De BFM en de BFM Plus kunnen beide geïnstalleerd worden om de uitlegtafelcapaciteit te verdubbelen. Er zijn nog meer combinaties mogelijk bij het installeren van de basisafwerkeenheid (BFM), de basisafwerkeenheid Plus (BFM Plus), de invoegmodule (IM), de transportmodule voor de afwerkeenheid (FTM) en andere inline afwerkeenheden op een Xerox Nuvera EA Digital Production System. Onderstaande afbeeldingen illustreren een aantal van de configuraties die mogelijk zijn voor het afwerken van de productie.
Afdrukgedeelte / Professionele MFF (mogelijk met SFM-invoegmodule)
Afdrukgedeelte / MFF Pro Plus (mogelijk met SFM-invoegmodule)
Page 185 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (3 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
Afdrukgedeelte / SEM / BFM
Afdrukgedeelte / SEM / Invoegmodule / BFM
Afdrukgedeelte / SEM / BFM Plus / BFM
Afdrukgedeelte / SEM / Invoegmodule / BFM Plus / BFM
Afdrukgedeelte / SEM / FTM --> wordt aangesloten op de afwerkeenheid van derden die compatibel is met DFA
Page 186 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (4 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM)
Afdrukgedeelte / SEM / Invoegmodule / FTM --> wordt aangesloten op de afwerkeenheid van derden die compatibel is met DFA
Afdrukgedeelte / SEM / Invoegmodule / BFM Plus / FTM --> wordt aangesloten op de afwerkeenheid van derden die compatibel is met DFA
Afdrukgedeelte / SEM / Invoegmodule / BFM Plus / BFM Plus / FTM --> wordt aangesloten op de afwerkeenheid van derden die compatibel is met DFA
Inline afwerkeenheden Er zijn een aantal DFA-compatibele inline afwerkeenheden beschikbaar die op het productiesysteem kunnen worden geïnstalleerd. Er moet een FTM zijn geïnstalleerd om een afwerkeenheid van derden te kunnen toevoegen. Hier vindt u een lijst met een aantal beschikbare afwerkeenheden.
Page 187 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (5 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de basisafwerkeenheid (BFM) ●
Xerox DS5000 High Capacity Stacker
●
C.P Bourg BDFx Booklet Maker
●
Xerox SQUAREFOLD Booklet Maker(SQFBM)
●
GBC Fusion Punch 11 met Offset Stacker
●
Xerox DB120-D Document Binder
●
Xerox Manual and Book Factory
Page 188 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_41.htm (6 of 6)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van de afwerkeenheid
Specificaties multifunctionele afwerkeenheid
Het MFF-model Pro Plus ●
De multifunctionele afwerkeenheid biedt een publicatiegerichte basisoptie op het Xerox Nuvera EA Digital Production System. Het is de enige afwerkeenheid in de configuratie en kan niet door andere afwerkeenheden worden gevolgd. De MFF biedt stapel- en nietmogelijkheden en er kunnen katernen en in drieën gevouwen documenten mee worden gemaakt. Er zijn twee MFF-modellen beschikbaar: het professionele model en de Pro Plus.
Het professionele MFF-model Nieten via de MFF Portret, Landschap en Twee nietjes is beschikbaar voor alle papiersoorten, met uitzondering van tabbladen en transparanten. Nieten wordt geboden voor sets met papier van gemengde formaten, als de tegengestelde verwerkingsrichting tenminste voor alle vellen hetzelfde is. Voor informatie over en specificaties van de nietapparaten, raadpleegt u Specificaties van de nieteenheid.
Capaciteiten van de afwerkeenheid De multifunctionele afwerkeenheid van de Xerox Nuvera werkt uw opdracht netjes af door deze in sets af te leveren en te nieten. De professionele MFF kan ook worden gebruikt om katernen te maken, te vouwen en te nieten. Er zijn verschillende vouwopties beschikbaar: Gevouwen katernen, In drieën vouwen, Als C vouwen en Als Z vouwen. ●
Totale capaciteit van 2250 vel 75-80 g/m² papier of equivalent
●
Bovenste opvangbak 250 vel
●
Hoofdopvangbak 2000 vel
●
Hoofdopvangbak: 1 en 2 nietposities
●
●
100 vel nietcapaciteit, formaten 8,5 x 14 inch of B4 en kleiner. Contact opnemen met Xerox om dit verbruiksartikel te bestellen. 50 vel nietcapaciteit voor papierformaat van 8,5 x 14 inch of B4. Contact opnemen met Xerox om dit verbruiksartikel te bestellen.
●
Invoegmodule na bewerking - gebruik deze module om omslagen, voorbedrukte vellen of tabbladen in te voegen en als speciale pagina's in DocuSP te programmeren. Perforeren - u kunt 3 of 4 gaatjes perforeren en afwerkingsopties kiezen in het tabblad Aflevering van het venster Opdrachteigenschappen.
Er kunnen meerdere afwerkopties, zoals een opdracht waarbij gelijktijdig wordt geniet en geperforeerd, in hetzelfde afwerkingsgebied op DocuSP worden geselecteerd.
Voorbedrukte vellen tussenvoegen Als u omslagen, voorbedrukte tabbladen of gekleurd papier in uw opdracht wilt invoegen, volgt u deze stappen: 1. Selecteer vanaf de DocuSP-interface Afdrukbeheer. 2. Selecteer het tabblad Papierladen. 3. Selecteer de papierlade (bijvoorbeeld Lade 5 (invoeglade) of Afwerkeenheid A, lade 1) en klik met de rechtermuisknop op de lade. 4. Selecteer [Eigenschappen]. Als u een bepaalde papiersoort voor de lade wilt gebruiken of andere eigenschappen wilt wijzigen, selecteert u de kenmerken die overeenkomen met het papier dat in de invoeglade wordt geplaatst. 5. Selecteer . 6. Pas de geleiders op de MFF-invoeglade op het papierformaat aan en plaats het papier met de tekst omhoog en in overeenstemming met de instructies op het etiket in de invoeglade. Plaats tabbladen met de tabs aan de voorrand. 7. Selecteer Opdrachtbeheer en open uw opdracht. 8. Selecteer [Speciale pagina's]. 9. Selecteer [Invoegingen] en definieer het invoegpaginabereik voor de opdracht. 10. Druk de opdracht af.
Opdrachten perforeren Bovenste opvangbak Aflevering in de bovenste opvangbak wordt met zijde 1 naar beneden in niet gestaffelde sets geleverd. De bovenste opvangbak kan maximaal 250 vel bevatten van 75-80 g/m² of equivalent papier. Deze opvangbak kan als bestemming worden ingesteld voor opdrachten die niet geniet worden. Afdrukken die minder dan 6,7 inch lang zijn in de invoerrichting of 8 inch dwars op de invoerrichting, worden naar de bovenste opvangbak geleid in plaats van naar de hoofdopvangbak. De bovenste opvangbak wordt bovendien gebruikt als het systeem wordt geleegd wanneer de hoofd- of onderste opvangbak worden gebruikt.
Hoofdopvangbak
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_40.htm (1 of 3)3/29/2007 1:46:43 PM
Gebruik deze functie niet bij etiketten, transparanten, enveloppen of op synthetisch papier. Papierspecificaties voor de perforator Type
2 gaatjes
Formaat
Gewicht
Breedte: 171 - 321 mm (6,74 - 12,63 inch) Lengte: 148 - 457 mm (5,83 - 17,99 inch)
Page 189 of 231
56-200 g/m²
Specificaties van de afwerkeenheid
De hoofdopvangbak is de bak waarin gecompileerde sets met en zonder nietjes, en enkele vellen worden afgeleverd. De vellen worden met zijde 1 naar beneden en in gestaffelde sets afgeleverd. In deze opvangbak kunnen 100 vellen van 8,5 x 11 inch of A4 LKE, en 8,5 x 14 inch of B4 KKE van 75-80 g/m², worden geniet. Tevens kunnen hier maximaal 50 vellen van papierformaten groter dan 8,5 x 14 inch of B4 KKE van 75-80 g/ m² worden geniet. Nieten is mogelijk in portret, landschap en dubbele positie. U kunt een limiet instellen voor stapelhoogte in de hoofdopvangbak van 200 tot 2500 vellen. Wanneer de limiet is bereikt, wordt het systeem uitgeschakeld en wordt het bericht weergeven dat de hoofdopvangbak moet worden leeggemaakt. De standaardinstelling is 2500 vellen.
Onderste opvangbak (voor katernen) De onderste opvangbak is de opvangbak waar gecompileerde katernen, die wel of niet zijn geniet, worden afgeleverd. Hier kunnen maximaal 20 katernen van maximaal 15 vellen 8,5 x 11 inch of A4, 8,5 x 14 inch of Foolscap, en 11 x 17 inch of A3 van 75-80 g/m² of equivalent gewicht worden afgeleverd met de onderste ladestop naar boven. Tevens kunnen hier Gevouwen katernen van maximaal 5 gevouwen vellen per set van 8,5 x 11 inch of A4, 8,5 x 14 inch of Foolscap, en 11 x 17 inch of A3 van 75-80 g/m² of equivalent gewicht worden afgeleverd met de onderste ladestop naar boven. De bak is bovendien geschikt voor In drieën vouwen, als C vouwen en als Z vouwen, van enkele vellen van 8,5 x 11 inch of A4 KKE. Wanneer de afwerkeenheid wordt gebruikt om afdrukken te vouwen, worden de voorbladen van 8,5 inch of A4 papier tussen uw verschillende opdrachten in de lengte doormidden gevouwen, zodat de sets gemakkelijk gescheiden kunnen worden.
Katernen maken
3 gaatjes
4 gaatjes
Gevouwen katernen 1-5 vel
●
Gevouwen en geniete katernen 2 -15 vel Formaten van 8,5 x 11 inch of A4, 8,5 x 14 inch of Foolscap, en 8,5 x 17 inch of A3
De AVH-module op de professionele afwerkeenheid maakt katernen (alleen gevouwen en gevouwen en geniet) en in drieën gevouwen brieven (als C en als Z). Voor alle katernen en opdrachten die in drieën worden gevouwen, moet papier in KKE-richting worden gebruikt.
Lengte: 148 - 457 mm (5,83 - 17,99 inch) Breedte: 255 - 321 mm (10,04 - 12,63 inch) Lengte: 148 - 457 mm (5,83 - 17,99 inch)
Papierformaat
3. Selecteer in het keuzemenu Nieten/afwerking welk type afwerking u wilt gebruiken: perforeren, nieten of beide (meervoudige afwerking). 4. Selecteer . 5. Druk de opdracht af. De geperforeerde aflevering wordt naar de bovenste of de hoofdopvangbak verzonden.
Lademogelijkheden Invoeglade De specificaties van de MFF-invoeglade zijn:
●
●
Ruimte voor het plaatsen en invoeren van maximaal 200 vellen bankpostpapier van 20 lb (75 g/m²), alle met hetzelfde papierformaat Accepteert papiergewichten tussen de 56 en 220 g/m² Accepteert formaten met een lengte tussen de 176 en 470 mm (6,93 en 18,5 inch) en een breedte tussen 176 en 298 mm (6,93 x 11,73 inch)
Raadpleeg Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken voor meer informatie over het plaatsen van speciaal papier, zoals tabbladen.
Richting
Inch (b x l)
mm (b x l)
Letter
8,5x11
216x279
X
A4
8,27x11,69
210x297
X
Foolscap 8,5x13
215x330
X
Legal
8,5x14
216x356
X
A3
11,69x16,54 297x420
X
Ledger
11x17
X
279x432
KKE
*AVH-module: 15 vel of minder van 80 g/m² of equivalent gewicht, bijv. 12 vel van 80 g/m² met een omslag van 200 g/m². Vouwen: 5 vel of minder van 80 g/m² of equivalent gewicht. Met In drieën vouwen kunnen grotere volumes mailings worden uitgevoerd, die in standaard U.S. #10 en DL (A4) enveloppen passen. De AVH is niet geschikt voor gebruik met speciale materialen, zoals transparanten, tekenfilms, etiketten en gecoat papier. Afwerkopdrachten worden afgeleverd in de onderste opvangbak met zijde 1 onderop. Als u voorbladen gebruikt, worden deze LKE gevouwen, zodat de opdrachten in de opvangbak gemakkelijk gescheiden kunnen worden.
Vouwopties (alleen enkele vellen) file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_40.htm (2 of 3)3/29/2007 1:46:43 PM
56-200 g/m²
2. Selecteer het tabblad Aflevering en de functietoegangstoets Nieten/afwerking.
De AVH kan 1-5* vellen vouwen of 2-15* vellen vouwen en nieten van het volgende papier:
Naam
56-200 g/m²
1. Selecteer Opdrachtbeheer of Kopiëren en open de opdracht.
●
●
●
Breedte: 232 - 321 mm (9,14 - 12,63 inch)
Page 190 of 231
Specificaties van de afwerkeenheid
●
Als C en als Z vouwen
●
Uitsluitend op 8,5 x 11 inch of A4
Pauze-toets op afwerkeenheid Als afdrukken worden verwijderd terwijl de afwerkeenheid werkt, kunnen sets worden geleverd die niet juist zijn geniet. Met de pauze-toets op de afwerkeenheid wordt de verwerking tijdelijk gestopt, zodat voltooide sets uit de hoofdopvangbak kunnen worden verwijderd zonder problemen te veroorzaken. De pauze-toets bevindt zich bij de rechtervoorhoek van de bovenklep. Deze toets heeft alleen effect op de werking van de hoofdopvangbak.
Pauze-functie van de afwerkeenheid activeren 1. Op de Pauze-toets drukken. 2. Wachten tot de opvangbak naar beneden komt. 3. De bak legen. 4. De Pauze-toets nogmaals indrukken om de verwerking te hervatten. OPMERKING:De afwerkeenheid stopt tijdelijk nadat 80 - 100 dunne sets (2-15 vel) zijn verwerkt. De afwerkeenheid kan dan worden geleegd. Na een pauze van 1 minuut wordt de verwerking automatisch hervat.
Page 191 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_40.htm (3 of 3)3/29/2007 1:46:43 PM
Printermogelijkheden
Specificaties van het afdrukgedeelte Voordat u het Xerox Nuvera EA Digital Production System gaat gebruiken, dient u even de tijd te nemen om meer te weten te komen over de mogelijkheden en capaciteiten van het apparaat.
Fusertemperatuur 82 °C (180 °F) tijdens het afdrukken
Registratie Het benchmark-registratiesysteem lijnt het beeld op het vel uit met ca. 0,65 mm per kant en van voren naar achteren op papier van Letter/A4-formaat; met ca. 0,75 mm per kant en van voren naar achteren op papier van Tabloid/A3-formaat.
Printerresolutie 4800 x 600 dpi
Resoluties voor RIP (Raster Image Processor) De processor kan beelden voor afdrukken (RIP) met de volgende resoluties verwerken: 600 x 600 dpi - de optie voor 600 dpi biedt een snellere verwerkingstijd en de bestandsgrootte bij opslag wordt kleiner 1200x1200 dpi 1200 x 1200 dpi - 1200 dpi is de standaardinstellingen van het systeem
Afdrukkwaliteit (halftoonrasters) De basisconfiguratie (zonder dat de licentie voor verbeterde lijnrasters is ingeschakeld) ondersteunt alleen het halftoonraster van 125 lpi. Wanneer de licentie voor verbeterde lijnrasters is ingeschakeld, ondersteunt het systeem halftoonrasters van 85, 106, 125, 134 en 156 lpi.
Type afdrukgedeelte Alleen xerografisch monochroom (zwart/wit)
Printersnelheid Het Xerox Nuvera EA Digital Production System kan worden gelicentieerd voor het ondersteunen van een afdruksnelheid van 100, 120 of 144 ppm. Voor systemen met een multifunctionele afwerkeenheid zijn alleen de afdruksnelheden 100 en 120 ppm beschikbaar. Xerox Nuvera-systeem
Pagina's per minuut (ppm)
Beelden per minuut (ipm)
Xerox Nuvera 100 EA Digital Production System
100 ppm enkelzijdig
100 ipm enkelzijdig
50 ppm dubbelzijdig
100 ipm dubbelzijdig
Xerox Nuvera 120 EA Digital Production System
120 ppm enkelzijdig
120 ipm enkelzijdig
60 ppm dubbelzijdig
120 ipm dubbelzijdig
Xerox Nuvera 144 EA Digital Production System
144 ppm enkelzijdig
144 ipm enkelzijdig
72 ppm dubbelzijdig
144 ipm dubbelzijdig
Xerografische variabele pitch voor maximum doorvoer Page 192 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_30.htm (1 of 2)3/29/2007 1:46:44 PM
Printermogelijkheden
De Xerox Nuvera is uitgerust met een xerografische band met variabele pitch. Pitch heeft betrekking op het aantal paginabeelden dat op de band kan worden geplaatst en die vervolgens op het papier worden overgebracht. Voor informatie over het effect van de grootte van het paginabeeld op bandpitch, hetgeen effect heeft op de algehele doorvoer, Info over pitch raadplegen.
Toner Op het Xerox Nuvera EA Digital Production System, alleen EA-toner
Ondersteunde papierformaten Minimumformaat: A5 / 5,5 x 8,5 inch (140 x 216 mm) Maximumformaat: 12,2 x 18,5 inch (320 x 470 mm) Voor informatie over ondersteunde papiersoorten raadpleegt u: Ondersteunde papiersoorten Aanbevelingen voor papiergebruik Verwachte papierverwerking en kopieerprestaties
Opwarmtijd van het apparaat Vanaf koude start (bijv. in de morgen): 4,5 tot 7 minuten Vanaf energiespaarstand: 3,5 minuten Vanaf systeemherstart: 4 tot 5 minuten
Mogelijkheden van de controller Alle Xerox Nuvera-systemen worden aangestuurd door de DocuSP-controller. Selecteer voor meer informatie over het systeem [Instellingen: Systeemconfiguratie] in de menubalk van DocuSP. ●
Station(s) voor verwisselbare opslag: DVD - R/W-station
●
Type Ethernet-connector: 10/100/1000 BaseT
●
PDL (Printer Description Language)-ondersteuning: PostScript Level 3, HP/PCL 5e en PCL 6, TIFF, Multi-page TIFF, Adobe PDF, ASCII, PPML, LCDS, IPDS
●
Ondersteunde netwerkprotocollen: TCP/IP, LPR, IPP, HTTP, AppleTalk, Novell (SPX-IPX), SNMP
●
Ondersteunde clientomgevingen: Windows 2000, 2003 en XP, Macintosh OS X, Solaris 10 OS, Linux 2.x
Xerox Nuvera EA Digital Production System ●
Systeemprocessor: single core, 64 bits, 2.4 GHz, 1 GB RAM, X86 2865 platform
●
Monitor: 15 inch kleuren-LCD-scherm, te bedienen met USB- toetsenbord en muis
Voor informatie over afdrukken vanaf een client, Afdrukken vanaf uw pc raadplegen.
Page 193 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_30.htm (2 of 2)3/29/2007 1:46:44 PM
Specificaties van AOD en scanner
Specificaties van AOD en scanner OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw systeem een geïntegreerde documentscanner voor het kopiëren en scannen van opdrachten heeft. De scanner bevat de Gelijktijdige duplex AOD (de "AOD") en de Glasplaat. De AOD maakt gebruik van een Constant Velocity Transport (of CVT-glasstrook), en scant elke pagina die door de scanmodule wordt gevoerd. De AOD kan beide zijden van een pagina gelijktijdig scannen (zoals de naam 'gelijktijdig duplex' aangeeft), en gebruikt een tweede CVT om het document door de tweede scanmodule te voeren. Hierdoor wordt de tijd, die nodig is om een 2-zijdig document te kopiëren of scannen, aanzienlijk verminderd. De glasplaat voorziet gebruikers van de mogelijkheid om documenten te scannen die niet via de AOD aangevoerd kunnen worden, zoals dunne, gebonden en extra grote documenten. Het grootste papierformaat dat op de glasplaat kan worden geplaatst is 12,6 x 18,5 inch (beeldformaat 12,0 x 18,0 inch). Het origineel wordt met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat gelegd en de scanmodule wordt onder de glasplaat getransporteerd. Voor verdere informatie over het juiste gebruik van de AOD, De AOD gebruiken raadplegen.
Capaciteiten en mogelijkheden van de AOD Item
Specificatie
Maximum papierformaat
279,4 mm x 432 mm (11 x 17 inch) (zie onderstaande OPMERKING)
Minimum papierformaat
140 mm x 216 mm (5,5 x 8,5 inch)
Papiercapaciteit Resolutie Doorvoer
300 vellen (bankpostpapier, gewicht 75 g/m² (20 lb.)) Bankpostpapier van 49 tot 250 g/m² (13 tot 113 lb) 8-bit grijsschaal (256 tinten) bij 600 x 600 dpi 120 beelden per minuut 1-zijdig 8,5 x 11 inch/A4 - 120 vellen per minuut 120 beelden per minuut 2-zijdig 8,5 x 11 inch/A4 - 60 vellen per minuut
OPMERKING: Papier van A5- en Statement-formaat moeten met de korte kant eerst (KKE) worden ingevoerd. Het invoeren van papier van A5- en Statement-formaat met de lange kant eerst (LKE) wordt niet ondersteund door de AOD.
OPMERKING: Originelen van 12x18 inch worden wel door de AOD gevoerd, maar het kan gebeuren dat niet alle informatie op de afdruk aanwezig is. Om bij gebruik van papierformaat 12 x 18 inch te zorgen dat alle informatie behouden blijft, de glasplaat gebruiken.
Page 194 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_20.htm3/29/2007 1:46:42 PM
Ondersteunde papierformaten: laden 3 en 4
Ondersteunde papierformaten: laden 3 en 4 Tip: Druk dit onderwerp af en hang het op in de buurt van de Xerox Nuvera om mensen te helpen bij het plaatsen van papier en te voorkomen dat er niet-ondersteunde papiersoorten worden gebruikt. Formaat Papiersoort
Invoerrichting KKE LKE (lange (korte kant eerst) kant eerst)
Inch
mm
Executive
7,25 x 10,5
184,15 x 266,7
X
16 K (Taiwan)
7,64 x 10,51
194 x 267
X
210 x 270
8,27 x 10,63
210 x 270
215 x 275
8,46 x 10,83
215 x 275
X
X
216 x 273
8,5 x 10,75
216 x 273
X
X
Letter
8,5 x 11
215,9/216 x 279,4
X
X
Letter Omslag
9 x 11
228,6 x 279,4
X
X
9,5 x 11 tabbladen
9,5 x 11
241,3 x 279,4
Ledger
11 x 17
267 x 388
X
8K (Taiwan)
10,51 x 15,28
267 x 388
X
A4
8,27 x 11,69
210 x 297
X
X
Spaanse XE
8,46 x 12,4
215 x 315
X
X
A4 Omslag
8,78 x 11,69
223 x 297
X
X
226 x 310
8,89 x 12,2
226 x 310
X
X
12,6 x 8,86
320 x 225
X
2 op 1-6x9
12,5 x 9,5
317,5 x 241,3
X
A3
11.69 16.54
297 x 420
X
310 x 432
12,2 x 17,01
310 x 432
X
12,6 x 17,71
320 x 450
X
12 x 18
12 x 18
304,8 x 457,2
X
12 x 18,5
12 x 18,5
304,8 x 469,9
X
4 op 1-6x9
12,5 x 18,5
317,5 x 469,9
X
B5 - JIS
7,17 x 10,2
182 x 257
8 x 10
8 x 10
203,2 x 254
X
SB4
9,92 x 14,09
252 x 358
X
B4 - JIS
10,12 x 14,33
257 x 364
X
8 x 13
8 x 13
203,2 x 330,2
X
210 x 330
8,27 x 12,99
210 x 330
X
215 x 330
8,46 x 12,99
215 x 330
X
Foolscap - XE
8,5 x 13
215,9 x 330,2
X
220 x 330
8,66 x 12,99
220 x 330
X
210 x 270
8,27 x 10,63
210 x 270
X
Legal
8,5 x 14
215,9 x 355,6
X
SRA4 2 op 1-A5
SRA3 4 op 1-A5
X
X
X X
Page 195 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_13.htm3/29/2007 1:46:45 PM
Ondersteunde papierformaten: laden 1 en 2
Ondersteunde papierformaten: laden 1 en 2 Tip: Druk dit onderwerp af en hang het op in de buurt van de Xerox Nuvera om mensen te helpen bij het plaatsen van papier en te voorkomen dat er niet-ondersteunde papiersoorten worden gebruikt. Formaat Papiersoort
Invoerrichting KKE (korte kant eerst)
LKE (lange kant eerst)
Inch
mm
Letter omslag
9 x 11
228,6 x 279,4
X
Executive
7,25 x 10,5
184,15 x 266,7
X
16 K (Taiwan)
7,64 x 10,51
194 x 267
X
210 x 270
8,27 x 10,63
210 x 270
X
215 x 275
8,46 x 10,83
215 x 275
X
216 x 273
8,5 x 10,75
216 x 273
X
Letter
8,5 x 11
215,9/216 x 279,4
X
A4 Omslag
8,78 x 11,69
223 x 297
X
226 x 310
8,89 x 12,2
226 x 310
X
12,59 x 8,86
320 x 225
X
A4
8,27 x 11,69
210 x 297
X
Spaanse XE
8,46 x 12,4
215 x 315
X
7 x 10
7 x 10
177,8 x 254
X
B5 -- JIS
7,17 x 10,12
182 x 257
X
8 x 10
8 x 10
203,2 x 254
X
A5
5,83 x 8,27
148 x 210
X
Statement
5,5 x 8,5
139,7 x 215,9
X
SRA4 2 op 1-A5
Page 196 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_12.htm3/29/2007 1:46:42 PM
Aanbevelingen voor papiergebruik
Aanbevelingen voor papiergebruik Tip: Dit onderwerp afdrukken en naast de Xerox Nuvera ophangen, zodat iedereen die papier in de printer plaatst de juiste instructies bij de hand heeft, en om te voorkomen dat er niet-ondersteund papier wordt gebruikt. Papiersoort
Aanbevolen gebruik Niet ondersteund op systemen met een multifunctionele afwerkeenheid.
Gecoat papier
Als u wilt afdrukken op de gecoate zijde, plaatst u het papier met de gecoate zijde omhoog. Voor systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie niet is ingeschakeld: ●
●
●
Papiergewichten
Normaal - 52 tot 84 g/m² (bijvoorbeeld: standaard kopieerpapier, inkjetpapier) Medium - 85 tot 105 g/m² (bijvoorbeeld: iets zwaarder dan Normaal. Goed voor brochures en advertenties.) Zwaar - 106 tot 220 g/m² (indexkaarten, omslagen, posters)
Op systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld, kunt u het gewicht van het te plaatsen papier precies invoeren, met een bereik tussen de 52 en 250 g/m² voor een basisafwerkeenheid en de 52 en 280 g/m² voor een afwerktransportmodule. De bovengrens van het gewicht wordt bepaald door welke afwerkeenheid op het systeem is gemonteerd: MFF - 220 g/m² BFM - 250 g/m² FTM - hangt af van het apparaat van derden, maar voor de meeste apparaten geldt 280 g/m²
Voorgeboord papier
Bij het plaatsen van voorgeboord papier kan het helpen als de papierstapel wordt uitgewaaierd voordat het papier in de papierlade wordt geplaatst, om te voorkomen dat vellen aan elkaar vastplakken en er zich storingen voordoen.
Transparanten of vellen met Mylar-versterking
Limiet voor aantal vellen in de papierladen: 50 vel. Limiet voor aantal vellen in de papierladen: 50 vel. Plaats de transparanten met de streep op de rand die als eerste wordt ingevoerd naar beneden.
Transparanten met verwijderbare stroken
Etiketten
Doordrukformulieren zonder carbon
OPMERKING: Bij gebruik van een specifieke lade voor transparanten, eerst een stapel van ongeveer 12 mm normaal papier op de bodem van de lade leggen. Zo wordt gezorgd dat alle 50 vellen worden gebruikt.
●
LKE
●
Limiet voor aantal vellen in de papierladen: 50 vel.
●
LKE
●
Voor afdrukvolgorde 1 - N, het bovenste (witte) vel bovenop plaatsen.
●
Voor afdrukvolgorde N - 1, het bovenste (witte) vel onderop plaatsen.
Page 197 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_11.htm (1 of 3)3/29/2007 1:46:45 PM
Aanbevelingen voor papiergebruik
●
6x9 inch
●
9x12 inch
●
162x229
●
220x312
●
Soorten: Gesloten klep, klep langs lange kant.
●
Richting: Adreskant naar boven en kant met klep naar voren
●
Katernenvelop (gesloten klep) ●
●
Catalogusenvelop (open klep)
●
7x10 inch
●
162x229
●
178x254
●
Type: Open klep.
●
Richting: Adreskant naar boven en de klep aan de kant van de operateur. Alleen aflevering in bovenste opvangbak van de multifunctionele afwerkeenheid Limiet voor aantal - 60
Niet gebruiken ●
●
Voorbedrukte materialen
Ontwerp het voorbedrukte beeld zodanig dat er geen inkt, lak of waterige laag is aangebracht in het gebied waarin moet worden afgedrukt. Tonerhechting kan niet worden gegarandeerd als er op inkt of lak wordt afgedrukt. Als het beeld op inkt moet worden afgedrukt, is de kans op acceptabele resultaten groter wanneer de kleur op minder dan 30% wordt ingesteld of wanneer het basispapier geen coating heeft. Selecteer papiersoorten die zijn bedrukt met lasercompatibele, lithografische inktsoorten om zo veel mogelijk te voorkomen dat de inkt wordt uitgesmeerd. Voor gecoate papiersoorten worden inkten aanbevolen die met ultraviolet licht zijn behandeld. Deze zijn helemaal droog als u op de Xerox Nuvera gaat afdrukken. Laserinkten kunnen oxiderend of warmdrogend zijn.
●
Gebruik geen papier dat xerografisch is voorbedrukt.
●
Selecteer voorbedrukte vellen die niet te veel gekruld zijn.
●
●
Selecteer een basispapiervariant die goedgekeurd is voor gebruik op een Xerox Nuvera. Zie de papierhandleiding voor het Xerox Nuvera-productiesysteem voor meer informatie.
●
DocuCard-vel met een enkele kaart
●
LKE voor 8 x 11 inch en A4
●
KKE voor 11 x 17 inch
●
Limiet voor aantal: 50 vellen
●
Transparanten met papieren achtervel
Limiet voor aflevering in bovenste opvangbak - 15** ** Er kunnen meer dan 15 enveloppen worden afgeleverd, maar in dit geval moet de opvangbak na elke 10-15 enveloppen worden geleegd.
6x9 inch
●
DocuCards
Limiet voor aantal - 60
●
●
Vensterenveloppen
Alleen aflevering in bovenste opvangbak van de multifunctionele afwerkeenheid
Als u een tiltatron gebruikt, kunt u in laden 1 en 2 maximaal 200 vellen gebruiken.
Plaatsen met de kant waarop het beeld komt naar boven en de lijmrand naar links.
Page 198 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_11.htm (2 of 3)3/29/2007 1:46:45 PM
Aanbevelingen voor papiergebruik
Gebruik van gemengde formaten in de AOD en multifunctionele afwerkeenheid
Dezelfde IB/OB-afmetingen vereist voor alle vellen.
Verwante onderwerpen Ondersteunde papiersoorten Tabellen Verwachte papierprestaties Papiersoorten en ladeinstellingen configureren Pagina's aan een document toevoegen
Page 199 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_11.htm (3 of 3)3/29/2007 1:46:45 PM
Ondersteunde papiersoorten
Ondersteunde papiersoorten Op de Xerox Nuvera kunnen veel verschillende papiersoorten en papierformaten worden gebruikt. Voor de beste resultaten, alleen de in dit onderwerp genoemde papiersoorten gebruiken. Voor meer informatie over ondersteunde papiersoorten, raadpleegt u Aanbevelingen voor papiergebruik. Voor verdere informatie over verwachte prestaties van de verschillende papiersoorten in het systeem, Papierprestatietabellen raadplegen. Voor informatie over het behandelen en opbergen van papier, Papier behandelen en bewaren raadplegen.
Geschikte papiersoorten ●
Ongecoat papier
●
Gecoat papier (behalve bij systemen met een MFF)
●
Transparanten
●
Tabbladen
●
Enveloppen
●
Etiketten
●
ID-kaarten
WAARSCHUWING! GEEN enveloppen met lijm op latexbasis gebruiken. Zelfklevende enveloppen bevatten bijvoorbeeld latex-lijm, en mogen NOOIT worden gebruikt.
Papierformaattabellen Ga naar papiertabel voor papierladen 1 en 2 Ga naar papiertabel voor papierladen 3 en 4
Page 200 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_10.htm3/29/2007 1:46:40 PM
Apparaatspecificaties
Apparaatspecificaties De Xerox Nuvera is beschikbaar in verschillende configuraties. Mogelijk is uw configuratie ook uitgerust met een invoegmodule, een herstelmodule en een aantal invoermodules en afwerkopties. Gebruik de subonderwerpen links om meer te weten te komen over elk subsysteem en de mogelijkheden van het apparaat.
Page 201 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/spec_00.htm3/29/2007 1:46:46 PM
Recycling
Productrecycling en verwerking van lege/verbruikte onderdelen ●
●
●
Als u verantwoordelijk bent voor de verwijdering van dit Xerox-product, dient u er rekening mee te houden dat het product lood, kwik, perchloraat en andere materialen kan bevatten, waarvan het verwijderen in bepaalde landen of staten onderhevig kan zijn aan milieuvoorschriften. De aanwezigheid van lood, kwik en perchloraat is volledig in overeenstemming met de universele voorschriften, geldig op het moment dat dit product op de markt werd gebracht. Xerox volgt een programma voor terugname en hergebruik/recycling van apparatuur Het Xerox Welcome Centre kan u adviseren of dit product in het programma is opgenomen. Bezoek www.xerox.com voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox of neem voor meer informatie over recycling en afvalverwerking contact op met de gemeentelijke dienst. In de Verenigde Staten kunt u ook terecht op de website van Electronic Industries Alliance:www.eiae. org. Perchloraatmateriaal - Dit product kan een of meerdere onderdelen bevatten waarin perchloraat is opgenomen. Een voorbeeld hiervan zijn de batterijen. Speciale verwerking kan van toepassing zijn. Raadpleeg www.dtsc.ca.gov/ hazardouswaste/perchlorate.
Europese Unie
Apparatuur die wordt gebruikt in een woonomgeving Dit symbool op uw apparatuur betekent dat u de apparatuur niet bij het gewone afval kunt zetten. In overeenstemming met Europese wetgeving moet lege/verbruikte elektrische en elektronische apparatuur bij het weggooien van huisafval worden gescheiden. Privé-huishoudens in de lidstaten van de EU mogen gebruikte elektrische en elektronische apparatuur gratis in de daarvoor bestemde verzamelfaciliteiten retourneren. Contact opnemen met de gemeentelijke afvalophaaldienst voor informatie. In sommige lidstaten dient uw plaatselijke verkooppunt uw oude apparatuur gratis terug te nemen als u nieuwe apparatuur aanschaft. Vraag dit eventueel na bij het verkooppunt. Apparatuur die wordt gebruikt in een professionele/werkomgeving Dit symbool op uw apparatuur betekent dat u deze apparatuur dient weg te gooien in overeenstemming met de afgesproken nationale procedures. In overeenstemming met Europese wetgeving moet lege/verbruikte elektrische en elektronische apparatuur volgens de overeengekomen procedures worden weggegooid. Neem voordat u apparatuur weggooit contact op met uw plaatselijke dealer of met het Xerox Welcome Centre voor informatie over het retourneren van lege/verbruikte apparatuur. Contactinformatie Voor meer informatie over het milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen, kunt u contact opnemen met de klantenservice: VS en Canada: 1-800-828-6571 Europa: +44 1707 353 434 Andere landen: Contact opnemen met uw gemeentelijke afvalophaaldienst en vraag richtlijnen met betrekking tot het weggooien aan.
Page 202 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/recycle0.htm3/29/2007 1:46:14 PM
Boorgatmarkeringen van afdrukken verwijderen
Boorgatmarkeringen van afdrukken verwijderen (bij scannen of kopiëren) Als u originelen met perforaties voor ringmappen, of papier dat aan de rand is beschadigd, scant of kopieert, kunnen er zwarte boorgatof andere markeringen op de afdruk verschijnen. Om dit soort markeringen te elimineren, kan Boorgatmarkeringen verwijderen worden ingeschakeld. TIP: De functie Boorgatmarkeringen verwijderen kan ook worden gebruikt voor het verwijderen van markeringen door omgevouwen hoekjes (ezelsoren) en/of gescheurde randen tot circa 2,5 cm van de rand van het origineel. OPMERKING: Boorgatmarkeringen verwijderen werkt alleen voor originelen die in de AOD worden geplaatst. Voor verdere informatie, De AOD gebruiken raadplegen. OPMERKING: Boorgatmarkeringen verwijderen is NIET beschikbaar als het origineeltype Foto is geselecteerd.
Boorgatmarkeringen van afdrukken verwijderen 1. Het origineel in de AOD plaatsen. 2. Controleren dat Boorgatmarkeringen verwijderen is ingeschakeld. 1. Op de toets Kopiëren klikken. 2. Op het tabblad Beeld bewerken klikken. 3. Op de toets Randwissing klikken. 4. Boorgatmarkeringen verwijderen selecteren. Het selectievakje moet geactiveerd zijn. Zo niet, [Geen] selecteren in de lijst Randwissing. Hiermee wordt de optie Boorgatmarkeringen verwijderen ingeschakeld. 3. Klik op als u tevreden bent met uw instellingen.
Page 203 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq90.htm3/29/2007 1:37:04 PM
Ontbrekende delen van het beeld herstellen
Ontbrekende delen van het beeld herstellen Als u een beeld afdrukt dat uit zeer fijne lijnen bestaat en/of als u een hoge resolutie gebruikt voor uw afdruk (bijvoorbeeld 1200 x 1200 dpi), bestaat de kans dat deze delen van het beeld op de uiteindelijke afdruk zijn weggevallen.
Ontbrekende delen van het beeld herstellen De PostScript optie Lijn vetter maken verhogen van 0,0 in 1,0 om ontbrekende delen van een beeld te herstellen. 1. Klik op de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Printerbeheer. 2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Dubbelklik op de PostScript-verwerkingsresolutie die u wilt wijzigen (er kunnen er meer zijn). Het venster PostScript/PDFafdrukkwaliteit verschijnt. 4. Selecteer een TrueType-pixelgrootte om de densiteit van het schaalbare font aan te passen. 5. Selecteer een Fontrendering voor het verwerken van de opdrachten waarin Adobe Type 1 schaalbare fonts zijn opgenomen. 6. Bepaal, in pixels, hoeveel dikker of donkerder het font in het vak Fontdikte moet worden gemaakt. 7. Gebruik Halve pixels om ruwheid door een digitale rand te verwijderen. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 204 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq80.htm3/29/2007 1:35:38 PM
Puntjes en spikkels verwijderen
Puntjes en spikkels verwijderen (bij scannen of kopiëren) Als er puntjes en spikkels zichtbaar zijn op uw beeld, het volgende proberen:
De glasplaat reinigen Op de glasplaat is na verloop van tijd vaak een opeenhoping van stof, vingerafdrukken en restanten van montages op documenten, enz. te vinden. Dit kan uiteindelijk zichtbaar worden als puntjes en spikkels op uw scans. Voor optimale resultaten moet de glasplaat aan het begin van elke week worden gereinigd. De glasplaat voorzichtig reinigen.
De AOD reinigen Hoewel de AOD overwegend gesloten is, kunnen vuil en papierstof via de AOD in de papierbaan en op de rollen terechtkomen, hetgeen spikkels, puntjes en vegen op de afdruk kan veroorzaken. Voor optimale resultaten moet de AOD aan het begin van elke week worden gereinigd. De AOD voorzichtig reinigen. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 205 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq70.htm3/29/2007 1:35:40 PM
Doorschijnende beelden verwijderen
Doorschijnende beelden verwijderen (bij scannen of kopiëren) Bij het scannen van doorzichtige originelen komt het soms voor dat de achterkant van de pagina doorschijnt en een scan van het beeld op de andere kant van het vel achterlaat (zie figuur).
Doorschijnendheid van beeld corrigeren: 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Kopiëren. 2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Op de toets Beeldaanpassingen klikken. Controleer of het selectievakje Achtergrondonderdrukking is aangekruist. Zo niet, dit selectievakje inschakelen. 4. Klik op om uw document te scannen of te kopiëren.
Figuur 1: Voorbeeld van doorschijnendheid
TIP: Hoewel u wordt afgeraden deze selectie te gebruiken voor documenten met afbeeldingen, op Origineelsoort klikken (op het tabblad Afdrukkwaliteit) en op [Tekst] klikken als u één zijde van een 2-zijdig origineel wilt scannen. De scanner zal dan niet proberen het doorschijnende beeld van de achterzijde te interpreteren en te scannen. TIP: Plaats bij het scannen van een 2-zijdig origineel ter beperking of voorkoming van een doorschijnend achtergrondbeeld eerst een vel donker papier (bij voorkeur zwart) achter het origineel. U kunt ook de afdekklep van de glasplaat omhoog laten bij het scannen. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 206 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq60.htm3/29/2007 1:35:40 PM
Objecten op achtergrond verwijderen
Ongewenste effecten op de achtergrond verwijderen (bij scannen of kopiëren) Indien uw oorspronkelijke document gekleurd papier is, kan er op de afdruk een storende achtergrond worden weergegeven. Achtergrond wordt alleen op de eerste millimeters van de invoerrand waargenomen. De invoerrand mag niet zwart zijn en het document moet voor de registratie tegen de registratierand liggen die op de glasplaat is aangegeven.
Objecten op achtergrond verwijderen 1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de toets Kopiëren. 2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 3. Op de toets Beeldaanpassingen klikken. 4. Controleren of het selectievakje Achtergrondonderdrukking Normaal is ingeschakeld. Dit vakje is standaard ingeschakeld. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 207 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq50.htm3/29/2007 1:35:40 PM
Halo corrigeren
Halo corrigeren (bij scannen of kopiëren)
Voorbeeld
Halo veroorzaakt dat bepaalde objecten in een beeld er gekunsteld uitzien of niet in hun omgeving lijken te passen. Er verschijnt een vage glans of "halo" om de objecten in het gescande beeld (kijk bijvoorbeeld naar de nummer op het zeil). Wanneer de scherpte wordt verminderd, neemt ook de aliasing (karteling of zaagtandeffect) af bij lijnen.
Scherpte verlagen: 1. Klikken op Kopieerservice en vervolgens klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. Op de toets Beeldaanpassingen klikken. 3. De schuifregelaar naar links schuiven om de scherpte te verlagen, of een lager getal invoeren in het tekstvakje rechts van de schuifregelaar. 4. Klik op de toets als u tevreden bent met de aanpassing. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 208 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq40.htm3/29/2007 1:35:41 PM
Info over posterization en grijsniveaus
Info over posterization en grijsniveaus Het aantal punten in een halftooncel bepaalt het aantal beschikbare grijsniveaus. Zo geeft een halftooncel van vier bij vier punten bijvoorbeeld 17 grijsniveaus (4 x 4 = 16, + 1 voor alle punten aan [zwart] of alle punten uit [wit]). Een halftooncel van 16 x 16 punten geeft 257 grijsniveaus (16 x 16 = 256, + 1 voor alle punten aan of alle punten uit). Halftoonschermfrequentie en de printerresolutie werken elkaar echter in zekere zin tegen. Als u een halftoon met een hoge schermfrequentie heeft, vraagt u de printer dus om meer "punten" per inch te maken. Om meer punten te kunnen maken, moeten deze punten kleiner worden. Dit heeft tot gevolg, dat met een fijnere halftoon het puntenraster van de printer in kleinere cellen wordt verdeeld. Als halftooncellen kleiner worden, wordt ook het aantal punten in elke cel minder. Zodoende zijn er minder grijsniveaus beschikbaar, hetgeen leidt tot posterization van de beelden. De beschikbaarheid van grijsniveaus kan als volgt behouden blijven: ●
door een lagere schermfrequentie te gebruiken wanneer wordt gescand op hoge resolutie
●
door te scannen met een lagere afdrukresolutie wanneer fijne halftoonschermen worden gebruikt
OPMERKING: Deze informatie is belangrijk wanneer u scant onder de 600 dpi. De informatie is niet van toepassing op kopiëren of bij verkleining. OPMERKING: Verdere informatie over de relatie tussen halftoonschermfrequentie en printerresolutie kunt u lezen in Real World Scanning and Halftones, 2e uitgave, door Blatner, Fleishman, en Roth. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 209 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq35.htm3/29/2007 1:35:34 PM
Posterization corrigeren
Schakeringen corrigeren (bij scannen of kopiëren)
Voorbeeld
Posterization is de term waarmee wordt aangegeven dat gebieden met toongradering in een beeld "trapsgewijs" of bijna zonder geleidelijke overgang veranderen in plaats van geleidelijk in elkaar over te lopen (zie links in figuur). Dit is het resultaat van een tekort aan beschikbare grijsniveaus. Het aantal grijsniveaus wordt bepaald door het aantal punten in een halftooncel.
Posterization corrigeren: Als u bij het kopiëren of scannen van een halftoonfoto een afdruk met posterization krijgt, kunt u het volgende proberen: 1. Klikken op Kopieerservice en vervolgens klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. In de keuzelijst Origineelsoort controleren of Tekst en afbeeldingen niet is geselecteerd. 3. Als alle instellingen naar wens zijn, klikt u op de toets . De overige opties zijn onder andere: ●
Scannen bij een hogere resolutie.
●
Selecteer een origineelmodus met laag contrast.
●
of Gebruik de optie Contrast om het contrast te verlagen.
Voor verdere informatie over posterization, Meer info over posterization en grijsniveaus raadplegen TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 210 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq30.htm3/29/2007 1:35:36 PM
Lijnen, strepen of schaduwen verwijderen
Lijnen, strepen of schaduwen verwijderen (bij kopiëren of scannen) Lijnen, strepen of schaduwen worden meestal veroorzaakt door een slecht origineel of een vuile scanner. Probeer deze problemen op een manier of op een combinatie van de volgende manieren op te lossen.
Lijnen, strepen of schaduwen verwijderen ●
Als u de AOD gebruikt, de glasplaat reinigen, vooral om de witte plastic rand aan de linkerkant van het glas.
●
De opdracht vanaf de glasplaat uitvoeren.
●
De kwaliteit van uw origineel controleren. De lijnen aan de rand van het document verwijderen met Kader wissen of Randwissing.
●
De optie Achtergrondonderdrukking inschakelen.
●
Nieuw papier gebruiken.
TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 211 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq20.htm3/29/2007 1:35:35 PM
Info over halftonen en grijsniveaus
Info over halftonen en grijsniveaus
Figuren
Een halftoonbeeld bestaat uit een reeks puntjes die zijn gerangschikt in een rasterpatroon van halftooncellen, die bij elkaar het aanzicht van een compleet beeld opleveren. Schermfrequentie verwijst naar het aantal rijen halftooncellen. Hoe hoger de schermfrequentie (in regels per inch), hoe scherper het halftoonbeeld wordt weergegeven (zie voorbeelden van 33 en 75 LPI in figuur). Schermhoek verwijst naar het aantal graden (verticaal) waaronder het halftoonraster is ingesteld. De halftoon is onder een hoek (gewoonlijk 15, 45 of 75 graden) ingesteld om het moiré-patroon te verminderen. De bedoeling van halftoonschermen is dat puntjes zo fijn mogelijk worden gemaakt, zodat het beeld zelf beter zichtbaar is dan de puntjes. Degene die naar het beeld kijkt, ziet meestal alleen het grotere geheel en let niet op de microscopisch kleine halftoonstructuur. Als de puntjes zo fijn zijn, dat ze niet met het blote oog kunnen worden waargenomen, lijkt het beeld vloeiend te zijn. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 212 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq15.htm3/29/2007 1:35:35 PM
Moiré-patronen in beelden verwijderen
Moiré-patronen uit beelden verwijderen (bij scannen of kopiëren)
Voorbeelden Figuur 1:
Het volgende is overgenomen uit Real World Scanning and Halftones door Glenn Fleishman, David Blatner, en Steve Roth: "Moiré-patronen worden veroorzaakt door de wijze waarop rechte lijnen en herhalende patronen door het menselijk oog worden waargenomen. Wanneer een reeks rechte lijnen of rasters op elkaar wordt gelegd, ontstaat altijd de mogelijkheid tot moiré-patronen. Met een enkel raster op zich ontstaan dit soort gevlamde patronen nooit. Pas als twee of meer rasters op elkaar worden gelegd, krijgt ons waarnemingssysteem te kampen met dit soort kortsluiting." Moiré-patronen ontstaan bij het scannen of kopiëren van een origineel dat uit een halftoon bestaat. Moiré is een soort digitale afwijking die optreedt wanneer twee patronen elkaar kruisen en een nieuw patroon vormen. Aangezien het nieuwe patroon altijd grover is dan de twee originele patronen, verandert de vorm afhankelijk van de schermfrequentie en -hoek. Hoe fijner de twee originele patronen, hoe makkelijker de Moiré is te zien. Moiré is minder zichtbaar op halftoonschermen met een lagere frequentie.
Figuur 1: Resultaat van twee duidelijk herkenbare patronen die op elkaar zijn gelegd
Figuur 2:
Moiré kan optreden wanneer gescande halftonen op een beeldscherm worden bekeken, omdat het scherm een bepaalde frequentie heeft die wel of niet overeenkomt met de schermfrequentie en invalshoek van het origineel.
Suggesties voor het verwijderen van moirépatronen: ●
●
Selecteer in Kopiëren of Scannen het tabblad Afdrukkwaliteit. Als uw beeld een halftoon bevat, moet u ervoor zorgen dat u NIET de tekstmodus gebruikt. Als niet alleen de leesbaarheid van de tekst belangrijk is, maar ook de goede reproductie van afbeeldingen, dan probeert u Tekst en halftonen als origineeltype te gebruiken.
●
De scherpte iets verlagen. Zie Scherpte aanpassen.
●
Het origineel iets roteren op de glasplaat.
●
●
●
Figuur 2: Patronen met een duidelijke schermhoek en LPI-frequentie, die op elkaar zijn gelegd om een moiré-patroon te vormen.
De scan/kopie instellen op de hoogste resolutie die het systeem kan leveren. Waar mogelijk alleen ongerasterde beelden (zoals foto's) scannen/kopiëren. Alleen als er geen ongerasterd origineel beschikbaar is, het halftoonbeeld scannen/kopiëren. Als u de afdrukopdracht verzendt, moet u misschien een andere halftoon selecteren.
TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 213 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq10.htm3/29/2007 1:35:36 PM
Afdrukkwaliteitsproblemen oplossen
Afdrukkwaliteitsproblemen oplossen De Xerox Nuvera kan beelden van hoge kwaliteit reproduceren en genereren. Er kunnen echter soms defecten in het beeld optreden. Deze afdrukproblemen zijn meestal te wijten aan gebrekkige originelen, of komen doordat de gebruiker te veel, te weinig, of de verkeerde afdrukkwaliteitsopties heeft toegepast.
Beeldkwaliteit en systeemonderhoud Er kunnen ook beelddefecten optreden als de Xerox Nuvera onderhoud nodig heeft. De conditie van de afdrukband, de transferplaat en de warmterol hebben invloed op de hoeveelheid toner die op het papier wordt overgebracht. Klik op de koppelingen links om te leren hoe u het verschil tussen problemen met het apparaat of problemen met de originelen kunt bepalen, en hoe afdrukkwaliteitsproblemen vermeden kunnen worden.
Problemen met donkere of lichte beelden oplossen Op het tabblad Afdrukkwaliteit in Afdrukbeheer kunnen de algemene instellingen voor densiteit en resolutie voor op het systeem ondersteunde bestandstypen worden geselecteerd. Controleer de instellingen op het tabblad Afdrukkwaliteit als u continu problemen met de afdrukkwaliteit heeft (bijvoorbeeld als uw volledige opdracht te licht of te donker is). TIP: Klik voordat u opdrachten uitvoert op [Printerbeheer: Afdrukkwaliteit] om snel te bepalen welke algemene apparaatinstellingen voor densiteit en resolutie momenteel geconfigureerd zijn. OPMERKING: Vraag uw systeembeheerder om de instellingen voor densiteit en resolutie op het tabblad Afdrukkwaliteit te wijzigen. TIP: Als u een opdracht heeft geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders dan u had verwacht, controleren of de systeeminstellingen zijn teruggezet op de standaardinstellingen door te klikken op of
Page 214 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_iq00.htm3/29/2007 1:35:35 PM
Slechte/langzame werking van het systeem
Slechte/langzame werking van het systeem Als de werking en resultaten van uw systeem achteruit gaan, of het apparaat om welke reden dan ook niet werkt, kunt u dit gewoonlijk herstellen door het systeem opnieuw te starten. Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
Ga voor procedures voor opnieuw starten naar Het systeem opnieuw opstarten
Page 215 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_20.htm3/29/2007 1:35:36 PM
Papierkrul
Papierkrul Papierkrul kan worden veroorzaakt door allerhande factoren, zoals de relatieve luchtvochtigheid, het papiergewicht, het papierformaat, het type opdracht of het aantal beelden. Te veel papierkrul kan tot papierstoringen, slechte setregistratie en slechte stapelkwaliteit leiden. De Xerox Nuvera bevat een module voor het verbeteren van vellen papier, die kan worden aangepast, zodat er platter papier naar de uitlegtafel wordt verzonden. Als u meer wilt weten, gaat u naar Omgaan met gekruld papier.
Page 216 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_10.htm3/29/2007 1:35:36 PM
Problemen oplossen
Problemen oplossen Gebruikers kunnen eventuele optredende problemen met de Xerox Nuvera gemakkelijk zelf oplossen. Op de koppelingen links klikken voor informatie over het oplossen van systeemproblemen. Als uw probleem niet in de getoonde onderwerpen voorkomt, dient u uw systeembeheerder om hulp te vragen.
Storingsberichten Berichten worden weergegeven het berichtenvenster van de gebruikersinterface. Een bericht geeft informatie over een status of een storing waarvoor actie moet worden ondernomen. Ook wordt er een pictogram weergegeven bij de afbeelding van het apparaat op het scherm van de gebruikersinterface als indicatie dat er mogelijk een probleem is dat moet worden verholpen.
Waarschuwingslampje Het waarschuwingslampje boven op het bedieningspaneel waarschuwt u dat er mogelijk een storing of een ander probleem is. Een knipperend lampje geeft aan dat de productie is onderbroken en dat het systeem aandacht vereist. De instructies in het storingsbericht opvolgen. Een constant brandend lampje wijst op een functionele storing. De instructies in het storingsbericht opvolgen. U kunt het waarschuwingslampje in- of uitschakelen door Printer: Waarschuwingslampje te selecteren om het venster Waarschuwingen weer te geven. De gewenste instellingen opgeven. De status van het waarschuwingslampje kan worden bepaald door Printer te selecteren en te zoeken naar Waarschuwingslampje AAN of Waarschuwingslampje UIT.
Page 217 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/psg_00.htm3/29/2007 1:35:37 PM
Speciale papiersoorten gebruiken
Speciale papiersoorten gebruiken De Xerox Nuvera kan op veel meer soorten papier afdrukken dan enkel op normaal wit papier. In de onderstaande figuren ziet u enkele voorbeelden van speciale papiersoorten die in dit apparaat gebruikt kunnen worden. Als deze soorten papier eenmaal goed in de papierladen zijn geplaatst en geprogrammeerd, kunnen ze aan uw documenten worden toegevoegd.
Gebruik en verwachte prestaties van papier Voor meer informatie over de verwachte prestaties van elke papiersoort die wordt ondersteund, Papierprestatietabellen raadplegen.
Figuur 3: Tabbladen.
Verdere informatie over het juiste gebruik van speciale papiersoorten kunt u vinden in Aanbevelingen voor papiergebruik.
Figuur 1: Etiketten.
Figuur 4: Transparanten.
Figuur 2: DocuCard-papier.
Page 218 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_40.htm3/29/2007 1:35:37 PM
Papier behandelen en bewaren
Papier behandelen en bewaren Voor optimale resultaten en minimum aan systeemstoringen, de volgende aanbevelingen opvolgen.
Papier bewaren en behandelen Beschadigde, gekrulde of vochtige vellen papier kunnen vastlopen in de printer en problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Volg de onderstaande richtlijnen voor het bewaren van papier: ●
●
●
Papier alleen in droge omgevingen bewaren en uit de buurt van extreme temperatuurschommelingen, bijvoorbeeld bij een radiator of open raam. Ongebruikt papier op een plank of pallet boven vloerniveau leggen. Indien mogelijk het papier ingepakt en in de doos laten totdat u het gaat gebruiken; gedeeltelijk gebruikte pakken papier zo mogelijk weer inpakken.
OPMERKING: Papier dat onder extreem vochtige condities is bewaard (bijv. papier dat gedurende langere periode in het apparaat heeft gezeten), met nieuw papier vervangen om optimale papieraanvoer en afdrukkwaliteit te kunnen waarborgen.
Voordat u het papier plaatst Neem het papier uit de vochtbestendige verpakking, gooi de verpakking weg en plaats het papier in de lade (zie onderstaande figuur voor de juiste richting). Het papier hoeft niet te worden uitgewaaierd, hoewel dit voor bepaalde papiersoorten in droge omgevingen wel beter is. TIP: Bij het plaatsen van voorgeboord papier kan het helpen als de papierstapel wordt uitgewaaierd voordat het papier in de papierlade wordt geplaatst, voor goede scheiding van de vellen en om te voorkomen dat de vellen vastlopen. Het papier met de verpakkingsnaad naar boven in papierladen 1 - 4 plaatsen. Met "verpakkingsnaad" wordt de naad van de verpakking van het pak papier bedoeld. Voor verdere informatie over de juiste behandeling van papier, de Xerox Supplies Library raadplegen.
Page 219 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_30.htm3/29/2007 1:35:38 PM
Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken
Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken Afhankelijk van de afwerkeenheden die in het systeem aanwezig zijn, moet speciaal papier op een bepaalde manier worden geplaatst om een goed resultaat te verkrijgen. Om een goed resultaat te verkrijgen en te voorkomen dat u handmatig sets moet samenstellen, dient u papier te plaatsen zoals wordt aangegeven op de labels op elke papierlade en de onderstaande richtlijnen te volgen. Als u een invoermodule met 2 laden gebruikt, volgt u de richtlijnen voor het plaatsen van papier in lade 3 en 4 op. OPMERKING: Voor informatie over het plaatsen van tabbladen in de invoermodule, raadpleegt u De tabgeleiders van de invoermodule gebruiken. De tabbladgeleider dient te zijn geïnstalleerd in de papierlade die de tabbladen bevat. OPMERKING: Als hulpmiddel bevinden zich op elke papierlade illustratiestickers aan de hand waarvan u het papier op de juiste manier kunt plaatsen. OPMERKING: Voor de beste resultaten en de meest efficiënte verwerking, dient u speciale papiersoorten LKE in de papierladen te plaatsen. Wanneer u speciale papiersoorten KKE plaatst, worden pagina's mogelijk afgeleverd met een incorrecte rotatie of met de verkeerde kant omhoog of omlaag. Mogelijk dient de programmering voor speciale papiersoorten te worden aangepast.
Systemen met SFM en/of invoegmodule en basisafwerkeenheid Papiersoort Voorgeboord papier Etiketten
Plaatsen Lade 1 en 2
Gaten naar voren
Lade 3 en 4
Gaten naar voren
Lade 1 en 2
Etiketten naar boven
Lade 3 en 4
Etiketten naar boven
Lade 1 en 2
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Lade 3 en 4
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, linkerrand naar voren
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, linkerrand naar voren
Lade 1 en 2
Tape-rand naar voren
Lade 3 en 4
Tape-rand naar voren
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, volgorde 1N
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, volgorde 1N
Tabbladen (alleen aan voorkant verzamelde tabs)
Voorbedrukt papier
Transparanten
Voorgesorteerd papier
Systemen met ALLEEN een multifunctionele afwerkeenheid Papiersoort Voorgeboord papier** Etiketten
Plaatsen Lade 1 en 2
Gaten aan achterkant
Lade 3 en 4
Gaten aan achterkant
Lade 1 en 2
Etiketten naar boven
Lade 3 en 4
Etiketten naar boven
Lade 1 en 2
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Tabbladen** (alleen aan achterkant verzamelde tabs)
Page 220 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_21.htm (1 of 3)3/29/2007 1:35:38 PM
Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken
Lade 3 en 4
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 1 en 2
Tape-rand aan achterkant
Lade 3 en 4
Tape-rand aan achterkant
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Voorbedrukt papier
Transparanten
Voorgesorteerd papier
**Speciaal geval: Opdrachten met voorgeboord papier EN voorgeboorde tabbladen die gebruikmaken van de multifunctionele afwerkeenheid: Wanneer u opdrachten verwerkt die gebruikmaken van zowel voorgeboord papier als voorgeboorde tabbladen, plaatst u de tabbladen met de tabs naar achteren wijzend zoals gewoonlijk, maar plaatst u het voorgeboorde papier met de gaten naar voren. Dit is in tegenstelling tot wat de label op de lade aangeeft, maar voorgeboord papier moet op deze manier worden geplaatst om een correcte afdruk te krijgen. Als de opdracht voorgeboorde tabbladen of voorgeboord papier bevat, maar niet binnen dezelfde opdracht, volgt u het schema op de sticker op de lade en/of de informatie in de bovenstaande tabel.
Systemen met SFM-invoegmodule en professionele multifunctionele afwerkeenheid OPMERKING: Er kunnen geen tabbladen in een SFM-invoegmodule (indien aanwezig) worden geplaatst als u een multifunctionele afwerkeenheid gebruikt. Papiersoort Voorgeboord papier Etiketten
Plaatsen Lade 1 en 2
Gaten aan achterkant
Lade 3 en 4
Gaten aan achterkant
Lade 1 en 2
Etiketten naar boven
Lade 3 en 4
Etiketten naar boven
Lade 1 en 2
Tabs aan de achterkant (alleen geplaatst in de pre-fuser invoermodule).
Lade 3 en 4
Tabs aan de achterkant (alleen geplaatst in de pre-fuser invoermodule).
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 1 en 2
Tape-rand aan achterkant
Lade 3 en 4
Tape-rand aan achterkant
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Tabbladen
Voorbedrukt papier
Transparanten
Voorgesorteerd papier
Systemen met ALLEEN een multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus Papiersoort Voorgeboord papier**
Etiketten
Lade 1, 2, 3 en 4: alleen aan achterkant verzamelde file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_21.htm (2 of 3)3/29/2007 1:35:38 PM
Plaatsen Lade 1 en 2
Gaten aan achterkant
Lade 3 en 4
Gaten aan achterkant
Invoeglade
Gaten aan achterkant
Lade 1 en 2
Etiketten naar boven
Lade 3 en 4
Etiketten naar boven
Invoeglade
Etiketten naar boven
Lade 1 en 2
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Page 221 of 231
Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken
tabs ** Invoeglade: alleen aan de voorkant verzamelde tabs
Voorbedrukt papier
Transparanten
Voorgesorteerd papier
Lade 3 en 4
Tabs aan de achterkant beeldzijde omhoog
Invoeglade
Tabs aan de voorkant beeldzijde omhoog
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Invoeglade
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren
Lade 1 en 2
Tape-rand aan achterkant
Lade 3 en 4
Tape-rand aan achterkant
Lade 1 en 2
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Lade 3 en 4
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Invoeglade
Beeldzijde omhoog, rechterrand naar voren, volgorde 1-N
Meer informatie over tabbladen Afdrukken/kopiëren op tabbladen en voorgesorteerd papier raadplegen voor meer informatie.
Page 222 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_21.htm (3 of 3)3/29/2007 1:35:38 PM
Papier plaatsen
Papier plaatsen In de video's rechts wordt getoond hoe papier in de papierladen moet worden geplaatst. Neem even de tijd om deze te bekijken voordat u papier in een papierlade plaatst. Papier plaatsen zoals wordt aangegeven op de labels op elke papierlade. Als u de invoermodule met 2 laden gebruikt, dient u het papier te plaatsen zoals aangegeven voor lade 3 en 4 van de invoermodule met 4 laden.
Video
Papier in lade 1 of 2 plaatsen
Papier in lade 3 of 4 plaatsen
OPMERKING: Bij afdrukken op de gecoate zijde plaatst u het papier met de gecoate zijde omhoog. Systemen met de multifunctionele afwerkeenheid ondersteunen GEEN gecoat papier. OPMERKING: Papier dat groter is dan 250 g/m² wordt niet aanbevolen voor gebruik met de Xerox Nuvera. Voor informatie over het gebruik van correct papier, raadpleegt u Ondersteund papier. OPMERKING: Als u verschillende soorten en gewichten papier plaatst, moet de Herstelmodule soms worden aangepast. Voor verdere informatie raadpleegt u De ontkruller aanpassen. OPMERKING: U kunt uw Xerox Nuvera configureren met twee of meer invoermodules, waarmee u in feite de invoercapaciteit van het systeem verdubbelt. Contact opnemen met het Xerox Welcome Centre als u uw systeem op deze wijze wilt configureren.
Definitie van Voorrand De Voorrand is de linkerkant van het papier, als u er in de lade op neer kijkt. Voorrand betekent dat dit de rand van het papier is, dat als eerste in het afdrukgedeelte wordt ingevoerd.
Definitie van Achterrand Achterrand is de rand tegenover de voorrand. De achterrand bevindt zich aan de rechterkant en is het laatste stukje van het papier dat in het afdrukgedeelte wordt ingevoerd. Wanneer de voorrand de korte kant van het papier is, wordt het papier KKE (korte kant eerst) ingevoerd. Wanneer de voorrand de lange kant van het papier is, wordt het papier LKE (lange kant eerst) ingevoerd.
Papier plaatsen Voor informatie over het behandelen en bewaren van papier, Papier behandelen en bewaren raadplegen. VOORZICHTIG! Niet te veel papier in de papierladen plaatsen. De sensor voor de hoogte van de papierstapel niet blokkeren of beschadigen. TIP: Bij gebruik van voorgeboord papier dient u de papierstapel goed uit te waaieren voordat deze in de papierlade wordt geplaatst, voor goede scheiding van de vellen en om te voorkomen dat de vellen vastlopen. 1. De lade openen. 2. De papiergeleiders uit elkaar schuiven. 3. Als u een ander papierformaat wilt gebruiken, het ongebruikte papier uit de lade verwijderen. 4. Een pak papier in het midden van de lade tussen de papiergeleiders leggen, en controleren of de invoerrichting juist is. 5. De papiergeleiders naar elkaar toe schuiven tot deze de papierstapel raken. 6. Meer papier aan de lade toevoegen tot aan de streep MAX. 7. Controleren of de hoogtesensor niet onder de stapel geklemd zit. De hoogtesensor bevindt zich aan de binnenkant van de rechterpapiergeleider. Overtollig papier verwijderen. 8. Voor lade 3 of 4, de groene geleider aan de achterkant
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_20.htm (1 of 2)3/29/2007 1:35:38 PM
Page 223 of 231
Papier plaatsen
van de lade instellen om te voorkomen dat de stapel papier (11 x 17 inch of groter) schuin komt te liggen wanneer de lade wordt gesloten. De geleider moet licht contact maken met het geplaatste papier (of een paar millimeter van de stapel af liggen). De laden in de invoermodule met 2 laden hebben geen groene geleiders. 9. De ladeprogrammering instellen via het bedieningspaneel en afstemmen op het papier dat in de lade is geplaatst, indien dit nog niet is gedaan.
Speciale papiersoorten plaatsen Er zijn bepaalde papiersoorten (zoals tabbladen, voorgeboord papier, transparanten, enz.) die op een specifieke wijze in de lade moeten worden geplaatst om een goed afdrukresultaat te krijgen. Daarnaast zijn de typen afwerkeenheden die u mogelijk heeft geïnstalleerd van invloed op de manier waarop sommige papiersoorten moeten worden geplaatst om een goed resultaat te verkrijgen. Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken raadplegen voor meer informatie. Aanbevelingen voor papiergebruik raadplegen voor algemene richtlijnen voor een goed papiergebruik.
Page 224 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_20.htm (2 of 2)3/29/2007 1:35:38 PM
Foutieve invoer van meerdere vellen voorkomen
Aanvoer van meerdere vellen bij gebruik van speciaal papier voorkomen Het kan gebeuren dat het papier in de papierladen niet goed in het apparaat wordt gevoerd. De Xerox Nuvera meldt het probleem met een bericht op het scherm van de gebruikersinterface. Als bepaalde papiersoorten, zoals: ●
transparanten met papieren achtervellen
●
enveloppen
●
bepaalde soorten etiketten
niet goed in de lade zijn geplaatst en geprogrammeerd zijn, wordt dit als aanvoer van meerdere vellen geregistreerd. Om detectie van aanvoer van meerdere vellen of papierstoringen te voorkomen, zorgen dat de feitelijke inhoud in de papierlade overeenkomt met de geprogrammeerde instellingen in de gebruikersinterface. Voor verdere informatie, Papierstoringen herstellen raadplegen.
Page 225 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_11.htm3/29/2007 1:35:35 PM
Papiersoorten en ladeinstellingen configureren
Papierladen programmeren Wanneer u papier in een papierlade plaatst, moet u de papiersoort voor de papierlade opgeven. Om te voorkomen dat u een papiersoort plaatst, die niet door het apparaat wordt ondersteund, raadpleegt u Aanbevelingen voor papiergebruik. Voor informatie over het behandelen en bewaren van papier, Papier behandelen en bewaren raadplegen. Speciaal papier plaatsen voor goed afgewerkte afdrukken raadplegen voor meer informatie over het gebruik van speciaal papier. VOORZICHTIG! Papierladen worden niet vergrendeld en kunnen worden geopend terwijl papier uit de lade in het apparaat wordt ingevoerd, waardoor het papier fout kan worden ingevoerd of kan vastlopen. Voordat een lade wordt geopend, eerst wachten tot het LED-lampje op de lade UIT gaat.
Bevestigingsopties Wanneer u papier in een lege papierlade plaatst of het aanwezige papier vervangt door een andere papiersoort, moet u de juiste papiersoort programmeren voor de papierlade. Om foutmeldingen te voorkomen kunt u een bevestigingsoptie instellen die aansluit bij uw werkstroom. In het bevestigingsbericht wordt u gevraagd of u de papierinstelling voor een papierlade wilt wijzigen.
Een bevestigingsoptie instellen: 1. Selecteer [Instellingen] in de menubalk. 2. Selecteer [Systeemvoorkeuren] en de tabbladen Papier en Lade. 3. Onder Ladebevestiging selecteert u het type bevestiging dat wordt weergegeven wanneer u papier wijzigt of toevoegt: ❍ Geen - er wordt geen bevestigingsbericht weergegeven (standaard). ❍
❍
❍
Wanneer lade-instellingen veranderen - er wordt alleen een bevestigingsbericht weergegeven wanneer u papier van een ander formaat plaatst en de programmering van de papierlade niet wijzigt. Na iedere ladecyclus - steeds wanneer een papierlade wordt geopend en gesloten, wordt er een bevestigingsbericht weergegeven. Gewijzigde instellingen automatisch accepteren - Als de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld, kan deze instelling worden geselecteerd. Er wordt geen bevestigingsbericht weergegeven wanneer het systeem het nieuwe papierformaat automatisch detecteert. U moet misschien andere papierkenmerken wijzigen op basis van het papier dat u in de lade hebt geplaatst.
TIP: Wanneer u een papiervariant in een invoerlade of de Papierbibliotheek programmeert, moeten de juiste papiereigenschappen worden opgegeven, vooral het gewicht dat in gsm wordt vermeld. Op grond van het papiergewicht (g/m²) worden de instellingen van de 'fluffers' in de invoerlade aangepast voor de invoer van het geprogrammeerde papier. Als u de moeite neemt om de instelling van g/m² te controleren, neemt de kans op papierstoringen in de invoermodule af. Dit komt de beschikbaarheid en productiviteit van het apparaat ten goede.
Papier plaatsen en papierladen instellen De procedure voor het programmeren van de papierlade is afhankelijk van de configuratie van bevestigingsberichten en van de specifieke systeemconfiguratie. OPMERKING: De methode Laden programmeren en papier plaatsen is alleen mogelijk bij volledig instelbare laden. Alleen systeembeheerders kunnen de programmering van een speciaal gereserveerde lade wijzigen. 1. Gebruik de voorgaande stappen om te kiezen welke ladebevestigingsoptie u wilt gebruiken. 2. Op Afdrukbeheer klikken. Voor meer informatie raadpleegt u De printer beheren. 3. Op een rij van een volledig instelbare lade dubbelklikken of er met de rechtermuisknop op klikken. Het venster Ladeeigenschappen verschijnt. 4. Alle opties selecteren voor het papier dat u in de lade wilt plaatsen. Systemen waarop de Productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld, hebben een papierbibliotheek waarin u kunt kiezen welk papier voor de lade wordt geprogrammeerd. Klik op of .
Page 226 of 231 file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_10.htm (1 of 3)3/29/2007 1:35:39 PM
Papiersoorten en ladeinstellingen configureren
5. Wanneer het lampje Lade in gebruik uitgaat, opent u de volledig instelbare lade die u zojuist heeft geconfigureerd en die wordt vermeld in de kolom Type lade op het tabblad Papierladen. 6. Plaats papier dat overeenkomt met de instellingen die u heeft gemaakt in het venster Lade-eigenschappen. 7. De lade sluiten. ❍
❍
Voor volledig instelbare papierladen verschijnt er soms een waarschuwingsvenster "Inhoud van lade bevestigen". De inhoud van de lade Bevestigen of op Wijzigen klikken om het juiste formaat en de juiste soort papier in te voeren. Voor vastgestelde papierladen verschijnt een waarschuwingsvenster "Inhoud van vastgestelde lade".
8. Ofwel de nodige wijzigingen maken in het venster Lade-eigenschappen (volledig instelbare laden) of het juiste papier plaatsen (vastgestelde laden). OPMERKING: Bij het invoeren van het formaat van catalogusenvelopen, de afmetingen van de envelop met de klep open invoeren. Zie Aanbevelingen voor papiergebruik voor meer informatie, evenals een overzicht van alle papiersoorten die op het systeem kunnen worden gebruikt. OPMERKING: Laden worden geclassificeerd als "Volledig instelbaar" of "Vastgesteld" in de kolom Type laden op het tabblad Papierladen.
Aanslag achterste geleider voor lade 2 bij een invoermodule met 4 laden De aanslag van de achterste geleider voor lade 2 is bedoeld voor systemen waarbij lade 2 bij een invoermodule met 4 laden is gereserveerd voor papier van het formaat A4 (8,5 x 11 inch). De aanslag stabiliseert de achterste geleider in de lade ter verbetering van de registratie. De aanslag is aan de achterzijde van de lade aangebracht om te voorkomen dat de achterste geleider wordt geopend. De aanslag is ingesteld voor papier van het formaat A4 (8,5 x 11 inch) en wordt uitgeschakeld wanneer het apparaat wordt vervoerd. De gebruiker kan de aanslag inschakelen door de grijze hendel naar rechts te verdraaien of uitschakelen door de hendel omhoog te trekken en naar links te verdraaien.
Aan de achterkant van de lade
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
OPMERKING: Als papier van het formaat A4 (8,5 x 11 inch) in lade 2 moet worden geplaatst, moet u een afspraak maken om de hendel door een servicemedewerker van Xerox te laten verstellen.
Een lade inschakelen 1. Met de rechtermuisknop op een van de laden in het tabblad Papierladen klikken. 2. Op Lade inschakelen klikken in de keuzelijst Lade.
Een lade uitschakelen Wanneer een lade defect is of onderhoud nodig is of indien u de lade om een andere reden niet wilt gebruiken, kunt u deze uitschakelen. 1. Met de rechtermuisknop op een van de laden op het tabblad Papierladen klikken. 2. Op Lade uitschakelen klikken in de keuzelijst Lade.
Automatisch wisselen van lade en het instellen van ladeprioriteiten De Xerox Nuvera is ontworpen om opdrachten toe te staan die uitsluitend met opdrachtkenmerken worden verzonden. Het systeem gebruikt vervolgens op basis van ladeprioriteiten papier uit de lade(n) die het geprogrammeerde papier bevat(ten). U kunt de volgorde bepalen waarin de laden door het systeem worden gebruikt, door de prioriteiten van elke lade in te stellen. Als lade 1 en 2 bijvoorbeeld dezelfde papiersoort bevatten en u een grote opdracht uitvoert, kunt u instellen dat lade 2 als eerste wordt gekozen, aangezien deze lade een grotere capaciteit heeft. In dat geval wordt voor de opdracht eerst papier uit lade 2 gebruikt. Wanneer lade 2 leeg is geraakt, schakelt het systeem over op lade 1. Nadat lade 2 is bijgevuld, gaat het systeem weer over op lade 2 voor het papier.
Invoer tot 'leeg' Page 227 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_10.htm (2 of 3)3/29/2007 1:35:39 PM
Papiersoorten en ladeinstellingen configureren
Via een door de gebruiker geselecteerde werkstroom, Invoer tot leeg, weet het systeem dat de tweede lade eerst moet worden leeggemaakt voordat er wordt teruggekeerd naar de originele lade. In het bovenstaande voorbeeld schakelt het systeem nadat lade 2 leeg is geraakt, over op lade 1 en betrekt papier van deze lade totdat de lade leeg is. Zodra lade 1 leeg is, gaat het systeem onmiddellijk weer over op lade 2, indien deze ten minste weer van papier is voorzien.
Zo selecteert u Invoer tot 'leeg': 1. Selecteer Systeem: Gebruikerstests: Klantinstelling invoersysteemoptimalisatie: Algoritme invoer tot 'leeg' om Invoer tot 'leeg' in te schakelen. OPMERKING: Als u in één oogopslag de prioriteitsinstelling van elke papierlade wilt zien, kijkt u uiterst rechts in de tabel Papierladen in Afdrukbeheer. In de laatste kolom aan de rechterkant wordt de prioriteitsinstelling van elke lade weergegeven.
De ladeprioriteit instellen 1. Op de toets Afdrukbeheer klikken. 2. Op het tabblad Papierladen dubbelklikken op een papierlade die u wilt instellen. 3. Het venster Lade-eigenschappen voor die lade verschijnt. Op de toets Opties klikken. 4. In het tekstvak Ladeprioriteit klikken en een lager nummer invoeren (de lade met het laagste nummer heeft de hoogste prioriteit). 5. Stap 2-4 herhalen om te controleren welke prioriteitsnummers aan andere laden zijn toegekend, zodat het systeem de laden in de gewenste volgorde gebruikt. 6. Wanneer u tevreden bent met de prioriteitsinstellingen in elk venster Lade-eigenschappen klikt u op . OPMERKING: Het is mogelijk twee of meer invoermodules op uw Xerox Nuvera te installeren. U verdubbelt dan de invoercapaciteit van het systeem. Contact opnemen met uw Xerox-vertegenwoordiger als u uw systeem op deze manier wilt configureren. Zie Invoermodule voor meer informatie. OPMERKING: Als er twee of meer invoermodules op uw Xerox Nuvera zijn geïnstalleerd, dient u er goed op te letten hoe de laden in de gebruikersinterface zijn weergegeven. Lade 2 in de eerste invoermodule wordt bijvoorbeeld weergegeven als "Papierinvoer 1: Lade 2". Lade 1 in de tweede invoermodule wordt weergegeven als "Papierinvoer 2: Lade 1."
Page 228 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_10.htm (3 of 3)3/29/2007 1:35:39 PM
Papierladen instellen
Papierladen instellen U kunt met de Xerox Nuvera op veel soorten papier afdrukken en kopiëren: ●
U kunt uiteenlopende soorten omslagen en tabbladen gebruiken om professioneel uitziende documenten te maken.
●
Bepaalde papierladen zijn geschikt voor speciaal papier, zoals enveloppen, transparanten en etiketten.
●
De Xerox Nuvera biedt veel publicatiegerichte opties voor het verfraaien van uw document.
Alvorens uw opdrachten af te drukken of te kopiëren, dient u het gewenste papier te plaatsen en de papierladen te configureren. Als u meer wilt leren over deze mogelijkheden, gebruikt u de koppelingen links. OPMERKING: Voor informatie over het plaatsen van tabbladen in de aanvoermodule, raadpleegt u De tabgeleiders van de aanvoermodule gebruiken.
Page 229 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/paper_00.htm3/29/2007 1:35:39 PM
Vastgelopen nietjes verwijderen
Vastgelopen nietjes verwijderen De nieteenheden van het apparaat zijn zodanig ontworpen dat gebruikers nietstoringen gemakkelijk kunnen verhelpen en de opdracht kunnen hervatten. Neem even de tijd om bekend te raken met de volgende procedures voor het verhelpen van nietstoringen. Bekijk tevens de video's over het verhelpen van nietstoringen.
Melding voor nietstoring
Video Vastgelopen nietjes uit de nieteenheden van de multifunctionele afwerkeenheden verwijderen
Vastgelopen nietjes uit de nieteenheden van de basisafwerkeenheid verwijderen
Als een van de nieteenheden vastloopt, doet de Xerox Nuvera hiervan melding met: ●
●
●
alfanumerieke berichten een nabootsing op het apparaat, of een afbeelding van het apparaat op het scherm van de gebruikersinterface, waarin de plaats van de storing wordt getoond een constant brandend of knipperend waarschuwingslampje.
Opmerking: Als de nieteenheden in het apparaat leeg zijn en deze conditie gedetecteerd wordt voordat de opdracht wordt uitgevoerd, wordt de opdracht vastgehouden totdat de nietjes zijn vervangen. Andere opdrachten worden wel uitgevoerd. Als de nieteenheden in het apparaat leegraken en deze conditie gedetecteerd wordt tijdens het uitvoeren van de opdracht, wordt de opdracht vastgehouden totdat de nietjes kunnen worden vervangen of wordt de opdracht geannuleerd voordat andere opdrachten uitgevoerd kunnen worden.
Nietstoringen oplossen Dubbelklikken op de systeemwaarschuwing voor informatie over de vereiste actie, evenals de locatie van de nieteenheid die uw aandacht vergt.
Het hoofdnietmechanisme in de multifunctionele afwerkeenheid openen 1. Als u de locatie van de nieteenheid heeft bepaald, de toegangsdeur openen en de behuizing van de nieteenheid opzoeken. Deze wordt aangeduid met een afbeelding van een nietje. 2. Het handvat van de lade van de nieteenheid vastpakken en naar u toe trekken. 3. Op het frame van het apparaat, bij de nieteenheid, vindt u de benodigde instructies met afbeeldingen. Deze instructies volgen om de hoofdnietcassette te verwijderen en te vervangen.
Het hoofdnietmechanisme in de BFM of de BFM Plus openen 1. Wanneer u de nieteenheid heeft gevonden, selecteert u [Printer: Afwerkeenheid ontgrendelen] in de gebruikersinterface. Het venster Basisafwerkeenheid ontgrendelen verschijnt.
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/staple_00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:48:18 PM
Page 230 of 231
Vastgelopen nietjes verwijderen
OPMERKING: Als er zich foutmeldingen voordoen die met nieten te maken hebben, wordt de afwerkeenheid automatisch ontgrendeld. 2. In het veld Lade nieteenheid op klikken. 3. De nieteenheidlade naar buiten trekken. 4. Op het frame van het apparaat, bij de nieteenheid, vindt u de benodigde instructies met afbeeldingen. Deze instructies volgen om de nietcassettes te verwijderen en te vervangen.
Page 231 of 231
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/staple_00.htm (2 of 2)3/29/2007 1:48:18 PM