Economische Zaken, Cultuur en Arbeid donderdag 2 december 2010 Begroting beinvloedbaar
MEASURES als waarden
2010 Cradle to cradle (632020008)
632020008 Cradle to cradle
Product 7232010330 Bijdrage 27271083 Bijdrage project Cradle to Cradle C2C 7232010330 Bijdrage Cradle to Cradle Product
EC030101 Cradle to cradle
2012
2013
2014
26272122 Cradle to Cradle 390.000,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 632020008 Cradle to cradle
Bijdrage Cradle to Cradle (7232010330)
2011
390.000,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 390.000,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 290.700,00 250.000,00 258.750,00 258.750,00 258.750,00
0,00
250.000,00 258.750,00 258.750,00 258.750,00
0,00
250.000,00 258.750,00 258.750,00 258.750,00
0,00
640.000,00 549.450,00 549.450,00 549.450,00 290.700,00
Begrotingspost 26272122 Cradle to Cradle Dit betreft het door de Raad begrote budget (2010-2013) voor het realiseren van het C2C laboratorium als fysiek centrum en kristallisatiepunt en duurzaam documentatiecentrum (Besluit: kadernota 2011). De gemeente Venlo heeft een ambitie geformuleerd op het gebied van Cradle to Cradle (C2C): economische groei binnen en tussen de economische pijlers (agribusiness, industrie, logistiek en toerisme en recreatie) wordt gecombineerd met het creëren van duurzaamheid. C2C is een belangrijk onderdeel voor het realiseren van onze groeiambitie. Vanuit de koppeling tussen duurzaamheid, innovatie en kennisontwikkeling wordt inhoud gegeven aan een bedrijvencommunity, een duurzame vraaggerichte kennisinfrastructuur en innovatieve projecten. Voor het verwezenlijken van (een gedeelte van) de hiervoor geformuleerde ambitie heeft de gemeente Venlo de Stichting C2C ExpoLAB (hierna: de Stichting) opgericht. Deze Stichting dient een drietal doelstellingen te realiseren. Met betrekking tot deze begrotingspost dienen de volgende twee doelstellingen te worden gerealiseerd: 1.
2.
Het realiseren van een duurzaam C2C laboratorium als fysiek centrum en kristallisatiepunt van innovaties (kennishub). Binnen dit laboratorium dienen minimaal de volgende functionaliteiten te worden ontwikkeld: ontvangstruimte, demonstratieruimte voor projecten, werkplekken voor geïnteresseerde gebruikers van het laboratorium in het kader van hun samenwerking aan innovatieve projecten, bibliotheek met een duurzaam documentatiecentrum, vergader- en symposiumruimte. Publiek gebruik van het C2C-laboratorium als fysiek centrum dient te alle tijden te worden geborgd onafhankelijk van de organisatieontwikkeling die de stichting in de toekomst zal kunnen doormaken. Het realiseren van een duurzaam documentatiecentrum op het gebied van C2C-toepassingen. Dit documentatiecentrum dient onderdeel te zijn van een ‘open innovatiestructuur’ op het gebied van C2C, hetgeen betekent dat in principe iedereen gebruik mag maken van de kennis die in het documentatiecentrum wordt beheerd. Deze open innovatiestructuur (publieke functie) dient te allen tijde te worden geborgd onafhankelijk van de organisatieontwikkeling die de stichting in de toekomst zal kunnen doormaken (publieke verkrijgbaarheid).
De realisatie van deze doelstellingen is vervolgens nader geconcretiseerd in producten die moeten worden opgeleverd. In de volgende tabel zijn deze producten, en de periode waarin de producten moeten worden ‘opgeleverd’ weergegeven.
1
Produkten C2C laboratorium (realisatie) C2C laboratorium als open innovatiestructuur Documentatiecentrum (ontwikkeling en realisatie) Documentatiecentrum als onderdeel van een open innovatiestructuur
2010
2011 X X X X
2012
2013
2014
X
X
X
X
X
X
Naast het realiseren van de producten die kort zijn aangegeven in de voorgaande tabel wordt aan de Stichting in het kader van de subsidieverlening de voorwaarde gesteld om alle verplichtingen die voortvloeien uit de aanvraag die de gemeente Venlo, als partner van de leadpartner SRE, in het kader van INTERREG IVB heeft gedaan, na te komen. Ten behoeve van voormelde doelstellingen is het, op basis van de meerjarenbegroting, de bedoeling dat de Raad per jaar gedurende vijf jaren (2010 tot en met 2014) subsidie aan de stichting verleend. De stichting dient dan ook jaarlijks een aanvraag voor subsidie bij de gemeente in te dienen. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (begrotingsvoorbehoud). De Raad stelt jaarlijks de begroting vast respectievelijk keurt de begroting goed voor het kalenderjaar volgend op het lopende kalenderjaar (in 2010 voor 2011 etc.) en geeft aan welk bedrag maximaal aan subsidie mag worden verleend. Voor het realiseren van de hiervoor genoemde doelstellingen heeft de gemeente Venlo de Stichting gevraagd een businessplan op te stellen. Dit businessplan vormt de basis voor de subsidieaanvraag van de Stichting. De gemeente Venlo wil voor de uitvoering van dit businessplan, hetgeen feitelijk betekent het realiseren van de hiervoor geformuleerde doelstellingen en producten, alsmede het nakomen van de verplichtingen in het kader van de INTERREG IVB aanvraag, aan de stichting een subsidie verstrekken. De Raad wil aan de Stichting een subsidie verstrekken van: 1. maximaal EUR 390.000 (incl. BTW) voor het realiseren van de doelstellingen 1. en 2. voor het jaar 2010; 2. maximaal EUR 290.700 (incl. BTW) voor het realiseren van de doelstellingen 1. en 2. voor het jaar 2011.
Voorwaarden Aan het verlenen van de subsidie zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1.
2. 3. 4.
5. 6.
7.
8.
De subsidie wordt slechts verleend ten behoeve van niet-economische activiteiten. De subsidie mag niet worden aangewend ten behoeve van economische activiteiten, zoals onder meer contractonderzoek in opdracht van het bedrijfsleven, het verhuren van onderzoeksinfrastructuur en consultancydiensten. Daarnaast mag deze subsidie niet worden aangewend ten behoeve van vaste kosten die verband houden met economische activiteiten waaronder kosten van huisvesting. De Stichting is verplicht de subsidie daadwerkelijk te gebruiken ten behoeve van de hiervoor genoemde nieteconomische activiteiten. Voor het inzichtelijk maken van de verhouding van niet-economische versus economische activiteiten dient de Stichting een adequate administratie (gescheiden boekhouding) te voeren. Controle van deze gescheiden boekhoudingen vindt jaarlijks na elk boekjaar plaats. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De Stichting is verplicht jaarlijks een accountantsverklaring te overleggen ten aanzien van de juistheid van deze gescheiden boekhouding. De Stichting dient jaarlijks vóór 1 juni een inhoudelijk en financieel jaarverslag aan de gemeente te verstrekken. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de begroting door de Raad wordt vastgesteld/goedgekeurd en er derhalve voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (begrotingsvoorbehoud). De Stichting draagt zorg dat de eventuele nadelen van de subsidie voor derden worden beperkt danwel weggenomen (zie artikel 4:37 lid 1 sub g Awb, bijvoorbeeld maatregelen ter voorkoming van kruissubsidiëring met publieke middelen van uw commerciële activiteiten). De genoemde subsidies worden slechts verleend onder de voorwaarde dat aan de verplichtingen uit deze toelichting op de begrotingspost, het uitwerkingsbesluit alsmede de toepasselijke bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 en de Algemene wet bestuursrecht is voldaan, met dien verstande dat afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing is op de subsidieverlening aan de Stichting. In geval van strijdigheid
2
tussen deze toelichting op de begrotingspost met het uitwerkingsbesluit enerzijds en de Algemene Subsidieverordening anderzijds, gaan de bepalingen uit deze toelichting op de begrotingspost met het uitwerkingsbesluit voor. Indien de Stichting aan één of meer van de op deze beschikking betrekking hebbende voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet voldoet, kan de subsidie tussentijds worden ingetrokken of gewijzigd. Daarnaast zal/kan dit gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidie. De voorwaarden en omschrijvingen verbonden aan de subsidieverlening aan de Stichting zullen ingevolge artikel 4:30 tweede lid j° 4:40 Awb door het College in een afzonderlijk uitwerkingsbesluit nader worden uitgewerkt. De bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 zijn van toepassing op de subsidieverlening aan de Stichting, voor zover daarvan niet wordt afgeweken in deze toelichting en/of het uitwerkingsbesluit. De Stichting dient de subsidie voor 2012 vóór 1 november 2011 middels een schriftelijke aanvraag bij de gemeente Venlo te hebben ingediend. Begrotingspost 27271083 Bijdrage Project Cradle tot Cradle Dit betreft het door de Raad begrote budget (2010-2013) voor het realiseren van de Leerstoel C2C (Besluit: kadernota 2011). De gemeente Venlo heeft een ambitie geformuleerd op het gebied van Cradle to Cradle (C2C): economische groei binnen en tussen de economische pijlers (agribusiness, industrie, logistiek en toerisme en recreatie) wordt gecombineerd met het creëren van duurzaamheid. C2C is een belangrijk onderdeel voor het realiseren van onze groeiambitie. Vanuit de koppeling tussen duurzaamheid, innovatie en kennisontwikkeling wordt inhoud gegeven aan een bedrijvencommunity, een duurzame vraaggerichte kennisinfrastructuur en innovatieve projecten. Voor het verwezenlijken van (een gedeelte van) de hiervoor geformuleerde ambitie heeft de gemeente Venlo de Stichting C2C ExpoLAB (hierna: de Stichting) opgericht. Deze Stichting dient een drietal doelstellingen te realiseren. Met betrekking tot deze begrotingspost dient de volgende doelstelling te worden gerealiseerd: 3.
Het realiseren van een leerstoel aan de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de Universiteit Twente. Deze leerstoel zou bij voorkeur moeten worden bekleed door Michael Braungart. In het kader van deze leerstoel dient vanuit de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de Universiteit Twente minimaal één track op een geaccrediteerde master opleiding te worden ontwikkeld en voor studenten te worden verzorgd. Deze track dient voor een aanzienlijk gedeelte in Venlo te worden aangeboden. In het kader van de leerstoel dient ook een ‘onderzoeksprogramma’ (een aantal samenhangende onderzoeksopdrachten waarvan de opgedane en vrij toegankelijke kennis wordt geborgd in het documentatiecentrum) te worden ontwikkeld. De leerstoel dient ook als kapstok voor de ontwikkeling van een duurzame kennisinfrastructuur op het gebied van C2C in de regio Venlo.
De realisatie van deze doelstellingen is vervolgens nader geconcretiseerd in producten die moeten worden opgeleverd. In de volgende tabel zijn deze producten, en de periode waarin de producten moeten worden ‘opgeleverd’ weergegeven. Produkten Leerstoel C2C aan de Universiteit Twente Track C2C binnen faculteit Construerende Technische Wetenschappen (ontwikkeling) Track C2C binnen faculteit Construerende Technische Wetenschappen (aanbieden en verzorgen van de track) Onderzoeksprogramma C2C (aantal samenhangende onderzoeksopdrachten).
2010 X X
2011
2012
2013
2014
X
X
X
X
X
X
X
X
Naast het realiseren van de producten die kort zijn aangegeven in de voorgaande tabel wordt aan de Stichting in het kader van de subsidieverlening de voorwaarde gesteld om alle verplichtingen die voortvloeien uit de aanvraag die de gemeente Venlo, als partner van de leadpartner SRE, in het kader van INTERREG IVB heeft gedaan, na te komen. Ten behoeve van voormelde doelstelling is het, op basis van de meerjarenbegroting, de bedoeling dat de Raad per jaar gedurende vijf jaren (2010 tot en met 2014) subsidie aan de stichting verleend. De stichting dient dan ook
3
jaarlijks een aanvraag voor subsidie bij de gemeente in te dienen. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (begrotingsvoorbehoud). De Raad stelt jaarlijks de begroting vast respectievelijk keurt de begroting goed voor het kalenderjaar volgend op het lopende kalenderjaar en geeft aan welk bedrag maximaal aan subsidie mag worden verleend. Voor het realiseren van de hiervoor genoemde doelstelling heeft de gemeente Venlo de Stichting gevraagd een businessplan op te stellen. Dit businessplan vormt de basis voor de subsidieaanvraag van de Stichting. De gemeente Venlo wil voor de uitvoering van dit businessplan, hetgeen feitelijk betekent het realiseren van de hiervoor geformuleerde doelstellingen en producten, alsmede het nakomen van de verplichtingen in het kader van de INTERREG IVB aanvraag, aan de stichting een subsidie verstrekken. Voor het realiseren van doelstelling 3. worden niet de volledig door de Raad ter beschikking gestelde gelden met betrekking tot Cradle to Cradle aan de Stichting als subsidie verleend, omdat de gemeente, ook vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid een substantiële bijdrage moet leveren aan het realiseren van de kennisinfrastructuur op het gebied van Cradle to Cradle. De Raad wil aan de Stichting een subsidie verstrekken van: 1. maximaal EUR 110.000 (incl. BTW) voor het realiseren van de doelstelling 3. voor het jaar 2010; 2. maximaal EUR 110.000 (incl. BTW) voor het realiseren van de doelstelling 3. voor het jaar 2011.
Voorwaarden Aan het verlenen van de subsidie zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1.
2.
3. 4.
5. 6.
7.
8.
De subsidie wordt slechts verleend ten behoeve van niet-economische activiteiten. De subsidie mag niet worden aangewend ten behoeve van economische activiteiten, zoals onder meer contractonderzoek in opdracht van het bedrijfsleven, het verhuren van onderzoeksinfrastructuur en consultancydiensten. Daarnaast mag deze subsidie niet worden aangewend ten behoeve van vaste kosten die verband houden met economische activiteiten waaronder kosten van huisvesting. De kosten ten behoeve van huisvesting van de Stichting worden jaarlijks naar rato berekend op basis van de verhouding tussen de inkomsten van de Stichting en de economische en de niet-economische activiteiten De Stichting is verplicht de subsidie daadwerkelijk te gebruiken ten behoeve van de hiervoor genoemde nieteconomische activiteiten. Voor het inzichtelijk maken van de verhouding van niet-economische versus economische activiteiten dient de Stichting een adequate administratie (gescheiden boekhouding) te voeren. Controle van deze gescheiden boekhoudingen vindt jaarlijks na elk boekjaar plaats. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De Stichting is verplicht jaarlijks een accountantsverklaring te overleggen ten aanzien van de juistheid van deze gescheiden boekhouding. De Stichting dient jaarlijks vóór 1 juni een inhoudelijk en financieel jaarverslag aan de gemeente te verstrekken. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de begroting door de Raad wordt vastgesteld/goedgekeurd en er derhalve voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (begrotingsvoorbehoud). De Stichting draagt zorg dat de eventuele nadelen van de subsidie voor derden worden beperkt danwel weggenomen (zie artikel 4:37 lid 1 sub g Awb, bijvoorbeeld maatregelen ter voorkoming van kruissubsidiëring met publieke middelen van uw commerciële activiteiten). De genoemde subsidies worden slechts verleend onder de voorwaarde dat aan de verplichtingen uit deze toelichting op de begrotingspost, het uitwerkingsbesluit alsmede de toepasselijke bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 en de Algemene wet bestuursrecht is voldaan, met dien verstande dat afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing is op de subsidieverlening aan de Stichting. In geval van strijdigheid tussen deze toelichting op de begrotingspost met het uitwerkingsbesluit enerzijds en de Algemene Subsidieverordening anderzijds, gaan de bepalingen uit deze toelichting op de begrotingspost met het uitwerkingsbesluit voor.
Indien de Stichting aan één of meer van de op deze beschikking betrekking hebbende voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet voldoet, kan de subsidie tussentijds worden ingetrokken of gewijzigd. Daarnaast zal/kan dit gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidie.
4
De voorwaarden en omschrijvingen verbonden aan de subsidieverlening aan de Stichting zullen ingevolge artikel 4:30 tweede lid j° 4:40 Awb door het College in een afzonderlijk uitwerkingsbesluit nader worden uitgewerkt. De bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 zijn van toepassing op de subsidieverlening aan de Stichting, voor zover daarvan niet wordt afgeweken in deze toelichting en/of het uitwerkingsbesluit.
5