Workshop overtuigingen Inleiding Overtuigingen zijn vaak automatische gedachten, die de keuze- en handelingsvrijheid van mensen onnodig beperken. Het zijn vaak algemene, sterk emotioneel geladen ideeën die iemand heeft over zichzelf in relatie tot de buitenwereld, die niet of te weinig aan de concrete situatie getoetst zijn. Als dit wel gebeurt, dan worden de overtuiging bevestigende signalen vaak sterk uitvergroot en worden de overtuiging ontkennende signalen over het hoofd gezien. (selffulfilling prophecy) Zelfs positieve overtuigingen kunnen beperkend zijn als ze niet voldoende getoetst zijn aan de realiteit Werken met overtuigingen kan zeer confronterend zijn en vraagt dus een goede vertrouwensrelatie tussen coach en gecoachte en een zeer zorgvuldige werkwijze. Bovendien is het belangrijk dat de coach zich bewust is van zijn of haar eigen overtuigingen, omdat die het contact met de leerling kunnen inkleuren.
1
Oefening overtuigingen Geef in de tabel met een kruisje aan waar je op dit item zit: 1= sterk naar links, 2= licht naar links, 3= licht naar rechts 4=sterk naar rechts 1 1.Ze luisteren niet naar me 2. Ik moet keihard werken 3. IK moet zorgen dat ik geen ruzie krijg 4. Ze laten me in de steek 5. Wat ik vind is niet belangrijk 6. Ik mag geen fouten maken 7.Ik kan het toch niet 8. Ik ben dom 9. Ik ben niet zo belangrijk 10. Het lukt me toch nooit 11.Ik kan het beter dan een ander 12. Anderen moeten vinden dat ik het goed doe 13. Ik ben niet goed genoeg 14. Ze vinden me een loser 15. Ik moet het alleen oplossen 16. Ik kan het niet alleen 17. Ik ben nu eenmaal zo 18. Ik beloof niks 19 Ik ben mijn eigen baas 20.Ze moeten me aardig vinden 21. Ik mag mijn gevoelens niet tonen 22. Ik weet precies wat ik wil 23. Ik moet alles onder controle houden 24. Ik wil anderen geen pijn doen 25. Ik vertrouw niemand 26. Ik word niet serieus genomen 27. Ik weet altijd precies hoe ik het aan moet pakken 28.Ik krijg nooit wat ik wil
2
3
4 Ze doen wat ik zeg Ik kan het wel kalm aan doen Het maakt me niet uit of ik ruzie krijg Ze geven me niet de kans om het zelf te doen Wat ik vind is heel belangrijk Het maakt niet uit of ik fouten maak Ik kan het heel goed Ik ben slim Ik ben heel belangrijk Ik kan alles Ik kan het niet zo goed als een ander Anderen vinden dat ik het slecht doe Ik ben goed zoals ik ben Ze vinden me cool Ik vraag anderen wel om hulp Ik heb anderen niet nodig Ik wou dat ik anders was Ik beloof alles, als ik er maar vanaf ben Anderen weten wat goed voor me is Het maakt me niet uit wat ze van me vinden Ik moet altijd mijn gevoelens kunnen tonen Ik kan niet kiezen Laat maar waaien Anderen zoeken het zelf maar uit. Ik vertrouw iedereen Ik word zeer serieus genomen Ik weet vaak niet hoe ik het moet doen Ik krijg altijd alles wat ik wil
2
Training Overtuigingen Doel: Het bewust worden van de invloed van overtuigingen en het leren een ander daarop te coachen Werkwijze: Wanneer: Als de indruk bestaat dat de gecoachte belemmerd wordt in zijn functioneren in een concrete situatie, waarbij oorzaken wellicht (deels) uit hemzelf voortkomen. Aanpak: (De tabel overtuigingen is van te voren ingevuld. De gecoachte heeft haar eigen tabel voor zich liggen)
“Wat valt je zelf op? Waar wil je het over hebben?” “Welke overtuiging is bij jou sterk? ” Kun je een situatie noemen waarin deze overtuiging een belangrijke rol speelde (S)” “Wat was je taak of wat wilde je bereiken (T)?” “Wat deed je?(A)?” “Wat was het resultaat?(R)?” “Wat voelde je?” “Welk voordeel gaf die overtuiging jou in die situatie?” “Wat was voor jou het nadeel van die overtuiging in die situatie?” “Is die overtuiging echt waar?” “Kun je een situatie (S) aangeven dat je geen last had van deze overtuiging?” “Wat was je taak of wat wilde je bereiken (T)?” “Wat deed je?(A)?” “Wat was het resultaat?(R)?” “Wat voelde je?” “Wat was er toen anders?” “Wat veroorzaakte dit succes?” “Wat was jouw bijdrage daaraan?” “Wat deed je?” “Wat ga je voortaan doen”
Meer informatie?
[email protected]
3
Voorwaarden en behoeften Voorwaarden Bij de voorwaarden gaat het om de vraag: Wat heb ik nodig om gemotiveerd te kunnen werken? Dat kan per persoon zeer verschillen; Voor de een is vrijheid heel belangrijk, voor de ander regels en afspraken. De behoefte aan bepaalde (voor)waarden hangt af van de persoon , maar ook van de situatie waarin hij zich bevindt, b.v. in een chaotische situatie is er meer behoefte aan regels. De behoeftenpiramide Er is vaak ook een duidelijk verband tussen (voor)waarden en de piramide van Maslov.
De behoefteniveaus van Maslow zijn: 1. Fysiologische behoeften (b.v. eten en drinken) 2. Veiligheidsbehoeften (zekerheid, bescherming tegen gevaar, orde en regelmaat). 3. Sociale behoeften (affectie, geborgenheid, erbij horen, liefde, contact, steun). 4. Waarderingsbehoeften (respect van anderen, zelfrespect, invloed, erkenning, aanzien). 5. Ontplooiingsbehoeften (persoonlijke groei en ontwikkeling, uitdaging).
4
Oefening Voorwaarden Zet hieronder een kruisje bij de (voor) waarden die voor jou om in je werk te kunnen functioneren belangrijk zijn en waaraan niet wordt voldaan; of waaraan wel wordt voldaan, terwijl jij er geen behoefte aan hebt Voorwaarden: 2.1 Ik weet graag wat ik precies moet doen 2.2. Ik word niet graag op mijn vingers gekeken 2.3. Ik houd van duidelijke regels en afspraken 2.4. Het moet niet te moeilijk zijn 2.5. Ik wil graag rustig kunnen werken 2.6. Het moet leuk zijn 2.7. Ik krijg graag aandacht 3.1. Ik houd van gezelligheid 3.2. Ik werk graag met anderen samen 3.3. Ik doe graag iets wat anderen belangrijk vinden 3.4. Ik vind het belangrijk, dat ik net zoveel mag als anderen 3.5. Ik wil net zo behandeld worden als anderen 3.6. Ik vind het belangrijk, dat ze aardig tegen me doen 3.7. Ik vind het belangrijk, dat ik goed met anderen op kan schieten 4.1. Ik hoor graag dat ik het goed doe 4.2 Ik krijg graag complimenten 4.3 Ik wil kunnen zien wat ik gedaan heb 4.4 Ik maak er graag een wedstrijdje van 4.5 Ik wilde beste zijn 4.6. Ik vind het belangrijk, dat men tevreden over mij is 4.7. Ik vind het belangrijk, dat ze niet moeilijk tegen mij doen 5.1 Ik leer graag nieuwe dingen 5.2. Ik houd van veel vrijheid 5.3. Ik houd van afwisseling 5.4. Ik wil graag weten waar mijn werk goed voor is 5.5 Ik wil graag iets kunnen bereiken 5.6. Ik vind het belangrijk, dat alles goed verloopt 5.7. Ik vind het belangrijk, dat iedereen eerlijk behandeld wordt In welke niveaus van Maslow vallen je keuzes vooral?
5
Pyramide van Maslow
6
Geweldloze Communicatie Zoek je naar een manier om je zonder oordeel uit te drukken? Weet je niet goed raad met je gevoelens van bijvoorbeeld boosheid? Dan is de kans groot dat je van Geweldloze Communicatie kan leren. Geweldloze Communicatie heeft een stapsgewijs communicatiemodel, waarbij het gaat om de verbinding maken met jezelf en van daaruit met de ander. Vraag je niet af wat de wereld nodig heeft. Vraag je af wat jou vol leven doet zijn en ga dat doen. Want de wereld heeft mensen nodig die vol leven zijn. - Harold Thurman Whitman -
Het communicatiemodel van Geweldloze Communicatie Geweldloze Communicatie (GC) houdt in het communiceren van je waarneming, gevoel, behoefte en vervolgens komen met een verzoek.
Geweldloze Communicatie communicatiemodel
In meer detail zien deze vier stappen in het communicatiemodel van geweldloze communicatie er als volgt uit. 1. Waarneming. In de waarneming neem je kaal waar wat je hoort of ziet. Je voegt geen interpretaties toe. Geweldloos is ”Je zit onderuitgezakt op de bank en reageert niet op mijn verhaal.” in plaats van ”Je begrijpt me niet en je luistert niet naar me”.
7
Waarneming of oordeel Welke zinnen geven uitsluitend een waarneming weer? a. Gisteren was Jan zonder reden boos op mij. b. Net beet Nancy op haar nagel terwijl ze tv keek. c. Sam vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering. d. Mijn vader is een goed mens. e. Karin werkt te veel. f. Anke is agressief. g. Henk was deze week iedere dag het eerste op het werk. h. Mijn zoon poetst vaak zijn tanden niet. i. Jos vertelde me dat ik er niet goed uit zie in geel. j. Mijn oom klaagt tegen mij als ik tegen hem praat
2. Gevoel. Na je waarneming ga je naar je gevoel (emotie) in plaats van een verhaal ervan te maken of gedachten te vormen over wat anderen doen. Geweldloos is ”Ik voel me alleen” in plaats van ”Ik voel dat jij geen verantwoordelijkheid op je neemt”. Dit laatste is interpretatie van iemands gedrag.
Gevoelens of analyse/interpretatie Welke uitspraken drukken uitsluitend gevoelens uit ? a. Ik voel dat je niet van me houdt. b. Ik ben verdrietig omdat je weggaat. c. Ik ben bang als je dat zegt. d. Als je me niet groet, voel ik me verwaarloosd. e. Ik ben blij dat je kunt komen. f. Je bent walgelijk. g. Ik heb de neiging om je te slaan. h. Ik voel me verkeerd begrepen. i. Ik voel me goed over wat je voor me deed. j. Ik ben waardeloos.
3. Behoefte. gevoelens worden veroorzaakt door behoeften. Positieve of negatieve gevoelens hangen samen met of je behoefte van dat moment wordt ingevuld. Belangrijk is dat je eigen behoefte de oorzaak is van je gevoel en niet het gedrag van de ander. Geweldloos is ”Ik voel me geïrriteerd omdat ik behoefte heb aan jouw ondersteuning” in plaats van “Ik voel me geïrriteerd omdat jij de afwas niet hebt gedaan.”
8
Erkennen van de behoefte door verantwoordelijkheid te nemen voor gevoelens In welke uitspraak wordt op deze manier de behoefte erkend? a. Je irriteert me als je rommel achterlaat in de vergaderzaal. b. Ik voel me boos als je dat zegt; ik heb behoefte aan respect en ervaar je woorden als een belediging. c. Ik voel me gefrustreerd als je te laat komt. d. Ik voel me verdrietig omdat je niet komt eten; ik hoopte dat we de avond samen konden doorbrengen. e. Ik voel me teleurgesteld omdat je zei dat je het zou doen
4. Verzoek. Een verzoek is een bewust en nauwkeurig positief geformuleerde boodschap aan de ander. Je geeft aan wat je wilt in plaats van wat je niet wilt. Als je een verzoek doet, sta je per definitie open voor een 'Nee'. Dit is een aanknopingspunt voor verdere dialoog. Geweldloos is “Zou je willen proberen op tijd te zijn voor het eten?” in plaats van ”Zorg je ervoor dat ik niet weer in mijn eentje moet eten?”.
Verzoek of eis Welke spreker uit duidelijk een verzoek? a. Ik wil dat je me begrijpt. b. Ik zou graag willen dat je me een ding vertelt dat ik deed en dat jij op prijs stelde. c. Ik zou graag willen dat je jezelf meer vertrouwde. d. Ik wil dat je stopt met schreeuwen. e. Ik wil graag dat je me met rust laat. f. Ik zou graag willen dat je eerlijk tegenover me bent over de vergadering van gisteren. g. Ik wil graag dat je je aad de maximum snelheid houdt. h. Ik zou je graag beter leren kennen. i. Ik zou graag zien dat je respect toont voor mijn privacy. j. Ik zou willen dat je het avondeten vaker klaarmaakte.
9
Training behoefte Vragern: Laat de gecoachte het resultaat van de oefening voorwaarden voor zich nemen. Vraag haar eens een voorwaarde te noemen waar zij graag mee wil werken Zie je een verband met andere voorwaarden, die je hebt aangekruist? Zie je een verband met de verschillende niveaus in de piramide van Maslow? Kun je een situatie benoemen dat aan deze voorwaarde (behoefte) niet werd voldaan? (S) Beschrijf daarbij wat je waarnam in die situatie, zonder interpretaties. Welke gevoelens riep dit bij je op? Zijn dit gevoelens of zijn dit interpretaties ? Wat is op dat moment precies je behoefte? Aan wie had je in deze situatie een verzoek kunnen doen? Wat had dat verzoek, waarin je je behoefte aangeeft, kunnen zijn? Wat zou de behoefte en/of gevoelens van de ander kunnen zijn? Hoe kom je daar achter? Hoe ga je het nu aanpakken als je weer in zo’n situatie komt?? Wat heb je daar voor nodig? Wat spreken we af? Hoe gaan we het evalueren?
10
Hieronder vind je de antwoorden van Rosenberg naar aanleiding van bovenstaande4 oefening.. Vergelijk de antwoorden met jullie eigen antwoorden en bespreek ze in jullie groep Antwoorden van Rosenberg:** 1. Waarneming of oordeel a. nee, b. ja, c. ja, d. nee, e. nee, f. nee, g. ja, h. nee, i. ja, j. nee 2. Gevoelens of analyse/interpretatie a. nee, b. ja, c. ja, d. nee, e. ja, f. nee, g. nee, h. nee, i. ja, j. nee 3. Erkennen van de behoefte door verantwoordelijkheid te nemen voor gevoelens a. nee, b. ja, c. nee, d. ja, e. nee, 4. Verzoek of eis a. nee, b. ja, c. nee, d. nee, e. nee, f. nee, g. ja, h. nee, i. nee, j. nee.
11