Spelling groep 4
Beste ouders/verzorgers, De kinderen van groep 4 krijgen elke dag een dictee. Dit dictee is er voor bedoeld om de woorden die bij spelling aan bod komen te oefenen. Het is daarom van belang dat ze deze woorden ook thuis oefenen en leren. 1 keer in de vier weken krijgen de kinderen een toetsdictee en dan wordt er gekeken of ze de spellingsregels kunnen toepassen en de woorden goed kunnen schrijven. In dit boekje vindt u: * de woorden die de kinderen moeten oefenen/leren, * klankvoetschema en de ei- en au-plaat, Ideeën om de woorden (samen met uw kind) te oefenen: *woorden lezen (eerst u, dan uw kind, om en om, of uw kind alleen) *woorden overschrijven (u controleert samen met uw kind de woorden op fouten; daarna verbeteren) *woorden overhoren, u zegt het woord en uw kind schrijft het op (samen controleren op fouten) Als uw kind moeite heeft met de woorden is het noodzakelijk om elke dag minimaal 10 minuten te oefenen. Wanneer uw kind de woorden beheerst, is om de dag minimaal 10 minuten genoeg. Dit om de woorden goed in te oefenen.
Mocht er iets niet duidelijk zijn, dan willen we u hierover graag uitleg geven.
Met vriendelijk groet, Mirjam en Herma
Blok 1- les 1 en 2 juf zaag vis kar bes teen zuur doos rol mug kip vel
Blok 1 - les 3 en 4 leuk dier hoek kous rijk ruit zes vol geel duur bak kaas
Blok 1 – les 5 en 6 peer hoor leer zeur door deur duim boel rug lief touw kaal
Na blok 1 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets. Blok 2- les 1 en 2
Blok 2 -les 3 en 4
graaf grijp knop pruik smal stier beuk snoep speer drop zout deur
wesp rits rijst rups beurt punt vlam pruim spier deuk bloem spoor
Blok 2 – les 5 en 6 spons flits staart sport stipt kramp lift gleuf gips bas kleurt rijst
Na blok 2 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets Blok 3 – les 1 en 2
Blok 3- les 3 en 4
koorts spruit fietst straks korst spreekt pompt stroef flitst strijkt braafst sprint klimt worst speer krijgt reuk stift klok speurt sport bui loert poetst Na blok 3 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets.
Blok 3 – les 5 en 6 schuin schrikt schrijft schaamt schuift schraal korst spriet zwaar kunst trouwt strijkt
Blok 4- les 1 en 2 plein blauw dweilt gauw brei flauw schrijft barst struik trouwt diepst spreekt
Blok 4- les 3 en 4 bank springt mank schenkt vonk kring kunst stoort straf sluipt kleurt bouwt
Blok 4- les 5 en 6 markt vork scherp twaalf slurf schurk denkt slang flauw scheurt kortst blijft
Na blok 4 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets. Blok 5- les 1 en 2
Blok 5- les 3 en 4
vlecht kracht nacht zucht bocht nicht storm klei flauw streng twaalf schroef
nieuw duw kieuw sneeuw leeuw ruw lacht zingt bank dwerg slecht zelf
Blok 5 les 5 en 6 hooi sproei zwaait haai bloeit foei stroom sluw lacht nieuws schrift golf
Na blok 5 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets. Blok 6- les 1 en 2
Blok 6- les 3 en 4
rechte donker kasten hinkel werken wijzer oude zanger wangen hengel lichte rinkelt sproei blauwe sneeuw vlooien specht leeuw helm wacht flinke scherp geiten twaalf Na blok 6 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets.
Blok 6- les 5 en 6 hand staart kwaad schuld kort vriend vijver kleine grachten zuivel ruwe schroef
Blok 7- les 1 en 2
Blok 7- les 3 en 4
vreemd strand spriet schuld markt maaien pleister strenge knoeit gracht drinken schreeuw
treintje wormpje leeuwtje kistje woordje keertje weiland korte draad bliksem vracht spreeuw
Blok 7 – les 5 en 6 boten regen gluren scharen kerel schriftje draad rotsen stormpje springt nieuws kale
Na blok 7 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets.
Blok 8- les 1 en 2
Blok 8- les 3 en 4
grote jaren muren bomen boven deken baarden schepje heuvel plankje kraai klacht
zagen schapen draden scholen benen kwade tangen twaalfde leeuwtje schroefje winst zaaier
Na blok 8 oefenen we de woordjes. Op vrijdag volgt de toets.
Blok 8- les 5 en 6 sturen wereld woning leven brede raden bracht zwaai beetje boompje schreeuw sluw