NIEUWSBRIEF WINTER 2014
Het Alteveer hospice voor Noord- en Midden-Drenthe Van het bestuur Hospice het Alteveer is een gastvrije plaats voor wie terminaal ziek is, een bijna-thuis-huis voor wie niet thuis kan of wil sterven. Het is belangrijk dat onze doelgroepen - degenen die als gast van het hospice gebruik willen maken, hun naasten, de verwijzers en andere geïnteresseerden - goed, tijdig en op aansprekende wijze geïnformeerd worden over het hospice. Het moet duidelijk zijn waar we voor staan, wat we bieden en wat het kost. Dit doen we op verschillende manieren, zoals via de website, folders en flyers, de Nieuwsbrief, voorlichting aan verwijzers, deelname aan informatiemarkten, lessen op opleidingen, enz. We vroegen ons af of het hospice wel voldoende bekend is. Ook waren we al een tijd niet meer tevreden over de uitstraling van de website, de folders en flyers. Daarom werken we aan een nieuwe huisstijl, zodat men ons altijd en in één oogopslag kan herkennen. Bij de vernieuwing van de website,
folders en flyers hebben we hulp gekregen van gerenommeerde vakmensen uit Assen, zoals fotograaf Harry Cock, vormgever Gerard Alberts van grafisch ontwerpbureau AlbertsKleve en tekstschrijver Bertus Boivin. Omstreeks de jaarwisseling zal de nieuwe website online gaan. Begin 2015 zullen we dan ook de folders en flyers met een nieuw logo en nieuwe vormgeving in gebruik nemen. Dit alles met als kernboodschap ‘Goede zorg rond een levenseinde zoals u dat wilt’. Wij wensen u prettige kerstdagen en veel geluk, kracht en wijsheid in het nieuwe jaar. Namens het bestuur, Maria Hooglugt, zorg en dienstverlening
-1-
Voor wie ik liefheb wil ik heten . . . (door Jan Kragt)
Zaterdag 15 november, pastoraal centrum De Duif in Assen. De 29 hospice-gasten die in het afgelopen jaar overleden zijn worden herdacht door hun familie, samen met vrijwilligers, bestuursleden en Icare-medewerksters. Prachtig gezongen liederen van het a-capellakoor A Bunch of Twolips (onder leiding van dirigent Peter Kleefman) wisselen de gesproken woorden af. De gedachten zijn deze middag weer bij hen die niet meer bij ons zijn, maar ook bij degenen die verder moeten. We herinneren en dragen mee al wat waard is om niet te vergeten. We noemen de naam, plaatsen een roos en branden een kaars. We herinneren ons een leven dat geleefd is en we hebben weet van de liefde die dwars door de dood naar ons lacht. We herdenken, we doen met zachte vingers dicht wat voorbij is en verpakken het in goede gedachten der herinnering. Zo kunnen we verder!
De geest Als dit het einde is en verder niets, dan is er leegte, gemis, verdriet en tranen om wat eens was en niet meer is. Maar er is meer dan lijf en leden, veel meer. Want wat een mens bezielt, dat is, dat was, zijn geest, zijn kracht, zijn denkvermogen, alle gaven van zijn hart: zijn goedheid grenzeloos, de sterkte van zijn woord, zijn hartelijk gebaar, zijn spreken vlug of juist bedachtzaam, zijn zwijgen soms veelzeggend. Dat alles leeft, leeft voort in die hem kenden, die van hem hielden en blijven houden omdat zijn geest nooit, nooit vergaat. (Henri Kerckhoffs) -2-
Van de Vrienden van het hospice . . . Dit jaar 2014 nadert zijn einde. Een goed moment om stil te staan bij het afgelopen jaar. Voor de Stichting Vrienden is het financieel gezien een goed jaar geweest. Zoals u weet is het hospice mede afhankelijk van giften. Daarom prijzen wij ons gelukkig dat we kunnen rekenen op een groep van meer dan 225 donateurs die het hospice via een jaarlijkse bijdrage of schenking (voor een of meerdere jaren) financieel ondersteunt. Daarnaast hebben we van een aantal organisaties en personen een eenmalige gift ontvangen. Vanaf deze plaats bedanken we u allen heel hartelijk voor uw sponsoring en we hopen dat wij ook in 2015 een beroep op u kunnen doen. Dankzij al deze bijdragen heeft de Stichting Vrienden het hospice daar waar nodig financieel kunnen ondersteunen. Traditiegetrouw is op 4 december een traktatie verzorgd voor de gasten, hun bezoek, de vrijwilligers en de coördinatoren. Door de gift van een trouwe donateur hebben alle vrijwilligers begin december een banketstaaf ontvangen, als blijk van waardering voor de vele uren waarin zij zich hebben ingezet voor de gasten van het hospice. In 2014 zijn, naast de bridgedrive, geen speciale activiteiten ontplooid op het gebied van fonds- en donateurswerving. Maar dat gaat in 2015 veranderen. Voortbordurend op de succesvolle fonds- en donateurswervingsactie van maart 2011 zal opnieuw een grote groep personen worden benaderd met het verzoek donateur te worden, dan wel een eenmalige gift te doen of een schenking, verdeeld over meerdere jaren via een notariële akte. We houden u op de hoogte en willen u als donateur/belangstellende graag betrekken bij onze activiteiten. Tips voor fondswerving, het benaderen van doelgroepen en het werven van nieuwe donateurs zijn uiteraard welkom. Nu alvast wijzen wij u op de benefiet-bridgedrive, die voor de 4e keer gehouden wordt op zaterdag 7 maart 2015 in hotel Van der Valk te Assen. Het inschrijfgeld bedraagt € 49,- per paar. De opbrengst komt ten goede aan het hospice. Voor meer informatie en opgave kunt u contact opnemen met Wim Bosch, penningmeester van de Stichting Vrienden, via 0592 39 90 88 of 06 51 98 82 85 of per e-mail:
[email protected] Namens het bestuur van de Stichting Vrienden, Marijke Edzes, secretaris
Ja, ik word Vriend van… Van donateurs heb je nooit genoeg, dus leest u dit en bent u nog geen vriend, meld u dan aan. U wordt met open armen ontvangen. En misschien weet u nog wel meer mensen die vriend willen worden en maakt u ze attent op de Stichting Vrienden. Ook dan zijn wij u zeer dankbaar. Aanmelden kan bij de secretaris van de vrienden: Marijke Edzes Tussenbree 7, 9403 JC Assen tel. 0592 34 21 65, e-mail:
[email protected] Een aanmeldingsformulier kunt u ophalen bij het hospice of kijk op: www.hospice-assen.nl/vrienden-van-het-hospice Geeft u liever een eenmalig bedrag? Ook dat is welkom op rekeningnummer NL31 INGB 0004 9171 68
-3-
‘Er zijn’ (door Rileen Noordermeer)
Voor veel mensen is hun aanmelding als vrijwilliger voor het werken in een hospice een weloverwogen besluit. Ook voor mij geldt dit. Na verschillende ervaringen met sterfgevallen in mijn directe omgeving ben ik de dood anders gaan zien. Waar ik er vroeger bang voor was, zie ik het nu als iets wat bij het leven hoort en waarop wij ons maar zelden voorbereiden. Liever drukken we het idee aan het onvermijdelijke levenseinde ver weg. Ik wil het sterven onder ogen zien en accepteren als een normaal proces. Hoe bijzonder is het dan daarbij anderen te mogen ondersteunen! Op de eerste oktoberdag startte ik in een nieuwe groep enthousiaste vrijwilligers met de introductiecursus. Het was even wennen aan elkaar, maar al snel groeide er een onderlinge vertrouwdheid. Naar aanleiding van de behandelde thema’s werd openlijk met elkaar gesproken. Het ging wat mij betreft ergens over, het was betekenisvol. De theorie uit de map was helder en vormde daarmee een goede basis om het voor mij nog onbekende werkveld te verkennen. De daaraan gekoppelde casussen hielpen om toe te werken naar een professionele grondhouding. Het met elkaar van gedachten wisselen maakte ook bewust van eigen (voor)oordelen. De noodzaak tot reflectie op eigen denkpatronen werd daarmee voor mij wel bevestigd. Die ander (de gast) bepaalt hoe iets voor hem/haar is. Invullen is gevaarlijk, want daarmee doe je die ander vaak tekort. Telkens kwamen we tot de conclusie dat ‘er zijn’en ‘je openstellen voor die ander’ dus de kernbegrippen bij uitstek zijn. Dat kan lastig zijn voor mensen die gewend zijn zelf de lakens uit te delen, zoals ik als juf jarenlang heb gedaan. Je dienstbaar en afwachtend opstellen is dan een ware uitdaging! Het gaat daarbij mijns inziens vooral om goede communicatie. Aan het eind van de cursus was de algemene conclusie dat we nu een realistisch beeld hebben van het werk. Dat ‘de klokjes gelijkgesteld’ zijn. We kunnen aan de slag, hoewel het best spannend is! Gelukkig zijn er de vaste krachten die ons (de eerste periode) kunnen bijstaan. Met dank aan de integere begeleiding van Elly en Ricarda. Jullie hebben ons op weg geholpen, de praktijk zal het ons verder leren.
Er zijn, daar draait voor vrijwilligers in hospice Het Alteveer alles om. Reden dat ik met mijn nieuwe collega’s naar deze training kom. Zeven bijeenkomsten waar van alles over organisatie en sterven is besproken, Intensief soms, maar wat is het belangrijkste dat ik heb opgestoken? Ja, het belang van ‘er zijn’ zit wel tussen mijn oren, Nu nog ‘er gaan’, die intentie gaat hopelijk niet verloren. Annemarie Haarhuis
Begin oktober startte de introductiecursus voor vrijwilligerswerk in hospice Het Alteveer. Met 13 anderen kreeg ik allerlei informatie en leerde nog veel meer. We hebben samen gepraat over heel veel zaken en moeten nu tot slot een evaluatie maken. Vanaf het begin, al bij de kennismaking, voelde ik verbondenheid en dat maakte de afgelopen weken tot een fijne tijd. We hebben allerlei ervaringen in vetrouwen met elkaar gedeeld en mij heeft dat zeker niet verveeld. -4-
De aangeboden lesstof was niet nieuw voor mij, over verlies, dood en pijn, maar twee zaken sprongen er duidelijk uit: niet invullen en er zijn! Door het praten met elkaar hoor je toch altijd weer andere zaken, waarbij het delen van emoties met elkaar je toch behoorlijk kan raken. Voor mij was het goed om na verlies van werk en man weer deel van een groep te zijn, maar vooral dat ik binnenkort mag starten in het hospice vind ik fijn. Ik dank Elly en Ricarda voor de wijze les en wens mijn collega’s alvast heel veel succes. Astrid Gerringa-Snep
Het leven bewaren Leven is als sneeuw, je kunt het niet bewaren. Troost is dat jij er bij was, uren, maanden, jaren. Herman van Veen
Ik drink op de mensen die blijven vertrouwen, die van te voren niet vragen ‘voor hoeveel’ en ‘waarom’. Ik drink op de mensen die door blijven douwen van doe het maar wel en kijk maar niet om. Ik drink op de mensen Ik drink op de mensen die bergen verzetten, die door blijven gaan met hun kop in de wind. Ik drink op de mensen die met vallen en opstaan blijven geloven met het geloof van een kind. Ik drink op de mensen die dingen beginnen waar niemand van weet wat de afloop zal zijn. Ik drink op de mensen van wagen en winnen, die niet willen weten van water in wijn.
Ik drink op de mensen die alles verloren, die weg zijn gezakt en zijn ondergegaan. Ik drink op de mensen die terug bleven vechten en daarna herboren weer op zijn gestaan. Ik drink op het beste van vandaag en van morgen. Ik drink op het mooiste waar ik van hou. Ik drink op het maximum wat er nog in zit, in vandaag en in morgen, in mij en in jou!! Paul van Vliet -5-
Het vestje van bescheidenheid . . . (door Jan Kragt) Ada Vogelezang, een eenvoudige Amsterdamse, ontdekt als huishoudelijke hulp haar kwaliteiten als zorgverlener. Een groep van zo´n 50 hospice- en thuisvrijwilligers luistert geboeid en soms ontroerd naar haar verhaal. Onder wonderlijke omstandigheden krijgt Ada een huis vol bedden met palliatieve patiënten die aan haar zijn toevertrouwd. Ze zorgt voor hen met hart en ziel, met Sunlight-zeep en 4711. Ada redt zich aardig, maar ze kan niet zonder de wijze hulp van de oude meneer Van Haaren. Hij leert haar de rouw te zien van de familie en zingevingsgesprekken te voeren met de stervenden. Ada verandert van een onzekere verzorgende in een liefdevolle en betrokken vrouw. Ze ontdekt dat haar gasten niet meer bezig zijn met onze buitenwereld, maar vooral op zoek zijn naar hun binnenwereld. Van Haaren leert haar te zien wat haar kwaliteiten zijn en waar nog te leren valt (de rijpe en onrijpe pruimen). Van hem leert ze ook hoe belangrijk het is om in dit prachtige werk altijd ´het vestje van bescheidenheid´ te dragen. Ada Vogelezang is het alter ego van Nicoline van de Beek van het Theater van de laatste dagen. Met een indrukwekkende voorstelling (op 6 november in pastoraal centrum De Duif) geeft Nicoline - bijgestaan door haar collega Jonneke - een aanzet tot een gesprek over de zorg voor terminaal zieken. We praten en denken gezamenlijk na over wat wij zelf belangrijk zouden vinden in de laatste levensfase, over wie onze eigen meneer Van Haaren is en we verkennen onze eigen boom met rijpe en onrijpe pruimen. Een prachtige en waardevolle manier om na te denken over ons werk in het hospice of bij de mensen thuis.
Column Het is vandaag een verdrietige dag. Onze boom, een es van 60 jaar oud, wordt geveld. Hij ziet er aan de buitenkant een beetje verrimpeld uit en ook aan de binnenkant heeft de tijd z’n sporen achtergelaten. Het doet me denken aan de mensen die op de rand van dit aardse bestaan leven. De klimop fleurt zijn imago nog een beetje op, maar werkt verstikkend. Hij oogt soms sterk, soms laat hij een tak vallen als de storm te zwaar is. Stoer beweegt hij zijn takken en twijgen, maar de spierpijn zien en voelen we niet. Hij kreunt en steunt in z’n eentje . . . mijn dappere boom . . . mijn dappere oude mens. Aan de buitenkant groeien elfenbanken . . . het siert de boom ogenschijnlijk, maar het is dodelijk op den duur. De oude mens draagt nog trouw de sieraden waar ze aan gehecht is . . soms worden de ringen te groot en leggen we ze in het nachtkastje . . . bang om ze te verliezen. De ringen van mijn boom zijn verweven tot aan de wortel. Hij heeft zijn tijd gehad en vrede ermee. De oude mens gun ik ook een vredige terugblik op het leven, met een glimlach op de mond. Uiteraard komt er een nieuwe jonge boom die volop in het leven staat. Die zijn wijsheid nog moet verwerven door alle ervaringen in zijn leven . . . zonneschijn, regen, sneeuw, hagel en harde wind. Flexibel zijn en met de wind meebewegen geeft de minste weerstand. De identiteit zal zich gaan plooien en vormen en elk jaar weer een mooie ring achterlaten. Het leven waait aan ons voorbij. We dromen over onze dromen tot het licht aangaat en je weet waar je staat. Yvonne -6-
Stervenskunst (door Frits de Lange, hoogleraar Ethiek, Protestantse Theologische Universiteit)
De dood is niet meer wat hij geweest is. Overviel hij ons ooit onverhoeds als een sluipende vijand, nu zien we hem doorgaans lang van te voren aankomen. We sterven nu meestal oud, stokoud. Vroeger kon je als tachtigjarige zeggen dat je een lot uit de loterij had getrokken. Vandaag kun je er min of meer op rekenen dat je tachtig wordt, al kan dat natuurlijk tegenvallen. Maar dood gaan we, daar kunnen we honderd procent zeker van zijn. Door de lange levensverwachting verandert het sterven echter ingrijpend van karakter. We gaan niet meer plots dood aan cholera, pest of griep, maar aan hartfalen, kanker en beroertes, ziektes die de weg naar het einde vaak lang en moeizaam maken. De dood komt meestal niet meer als een dief in de nacht, maar als een langverwachte, soms ook welkome gast. Daardoor zullen we ook ethisch anders over sterven (moeten) gaan denken. We worden niet alleen zelf verantwoordelijk gemaakt voor onze oude dag, maar ook voor het moment van onze dood. En voor de rol die de arts daar vaak bij speelt. Want een ‘natuurlijke’ dood bestaat bijna niet meer. In zes op de tien sterfgevallen is sprake van een dokter die assisteert bij het overlijden. Tegenstanders van euthanasie vergeten deze achtergronden vaak. Bij een beroep op de natuur of op God (op ‘Zijn tijd’) wordt volgens hen onze toegenomen menselijke verantwoordelijkheid echter ontkend. We willen en kunnen niet meer dood zonder de dokter. En de dokter moet daarbij iets doen of bewust iets nalaten (ook dat is een medische beslissing). Maar betekent die toegenomen verantwoordelijkheid ook dat alleen een gepland levenseinde menswaardig is? Daar lijkt het soms op. De euthanasiewet uit 2001, ooit bedoeld als juridische uitweg voor de arts die met de rug tegen de muur staat, wordt in de publieke discussie steeds meer gezien als instrument voor mensen die het moment van hun eigen overlijden willen regisseren. Opmerkelijk, die wens van een actief vormgegeven dood. Blijkbaar speelt er meer mee dan de angst voor een beroerd sterfbed. Het sterfbed zelf lijkt uit de gratie te geraken. Sterven, dat onderga je, terwijl je het doet. De dood komt je dan hálen. We lijken dat niet meer te willen. Het liefst spreken we ook over ‘levenseinde’ en vermijden we het woord ‘stervensfase’. Waarom eigenlijk? Raar is dat: de middeleeuwers schreven boeken over stervenskunst, terwijl het er zelden van kwam. De dood overviel hen. Wij zien de dood in de verte vaak al aankomen, maar willen het sterven niet meer leren.
De dood bestaat niet De dood bestaat niet. Het leven is eeuwigdurend en liefde is eeuwigdurend en de dood is slechts een horizon. En een horizon is niets, behalve de begrenzing van onze waarneming. (R.W. Raymond 1840-1908) -7-
Wie is daar? Er zijn is de taak van iedere vrijwilliger in het hospice. We zijn allemaal anders, we zijn er op onze eigen manier. In deze nieuwsbrief vertelt Jeannette Schoon wat het voor haar betekent om in het hospice te werken. Jeannette is vrijwilligster sinds begin 2011. Hoe omschrijf jij jezelf in vijf kernwoorden? Zorgzaam, nuchter, bescheiden, luisterend oor, bezig zijn. Wat maakt jou geschikt als hospice-vrijwilliger? Dat vind ik lastig. Ik kan goed luisteren en neem de dingen gelukkig niet mee naar huis. Ik probeer het de gasten en hun familie zo goed mogelijk naar de zin te maken en hoop dat ze voelen dat ik er voor hen ben in de laatst fase van hun leven. Wat was jouw reden om dit werk te gaan doen? Doordat de kinderen steeds meer hun eigen gang gingen en de zorg voor onze ouders weg viel, miste ik toch het zorgen. Door de ziekte van mijn moeder kwam ik in aanraking met de vrijwillige terminale thuiszorg en dat vond ik wel zo bijzonder dat ik me daar meer in heb verdiept. Zo kwam ik terecht bij het hospice. Wat vind je er moeilijk aan? Echt iets moeilijks kan ik niet noemen, maar ik vind het soms wel lastig om te zien als een stervende onrustig is en bang is voor de dood. Doe je hiernaast nog ander vrijwilligerswerk? Ja, ik ben intern vertrouwenspersoon voor seksueel misbruik binnen kerkelijke en pastorale relaties in de kerk waar ik lid van ben.
Cheque van € 425,- van Stichting Inbrengwinkel Pandora (door Marijke Edzes)
De Stichting Inbrengwinkel Pandora in Vries bestaat al 27 jaar. Doel van deze vrijwilligersorganisatie is de afvalstroom van kleding te verminderen door hergebruik te stimuleren. Particulieren wordt de gelegenheid geboden om hun overtollige kleding te verkopen. Iedereen kan kleding, schoenen, tassen e.d. inbrengen en bij verkoop ontvangt de verkoper een deel van de opbrengst. De rest is voor de organisatie. Op jaarbasis levert dit een aardig bedrag op. Eenmaal per jaar doneert de stichting een gedeelte van dit bedrag aan een goed doel, waarbij de voorkeur uitgaat naar een vrijwilligersorganisatie in Vries of omgeving. Besloten is om in 2014 een donatie te doen aan het hospice. Op woensdag 26 november werd de cheque door Jeanet Koster en Ina Huizinga van de inbrengwinkel overhandigd aan Ingrid van Leeuwen (voorzitter hospicebestuur) en Annet ter Laan (hospicevrijwilligster). Ingrid bedankte de inbrengwinkel voor de mooie gift. v.l.n.r. Ina Huizinga en Jeanet Koster (beiden Inbrengwinkel), Ingrid van Leeuwen en Annet ter Laan (beiden hospice) -8-