Inleiding Dagelijks worden er veel kinderen opgevangen binnen onze opvang. Het komt regelmatig voor dat een kind ziek wordt. Behalve dat het vervelend voor het kind is, lopen andere kinderen en medewerkers extra risico besmet te raken als een ziek kind op de opvang verblijft. Onze opvang is niet ingericht op het opvangen van zieke kinderen, omdat wij de extra aandacht en zorg die het kind naar onze mening op dat moment nodig heeft, niet kunnen bieden. In het belang van het kind zelf (dat op het moment dat het ziek is, ook vatbaarder is voor andere ziekten), in het belang van alle andere kinderen en medewerkers is er een ziektebeleid geschreven. Hierin staat hoe er binnen Knotz Kinderopvang wordt gehandeld in geval van ziekte. Bij het tot stand komen van het Knotz ziektebeleid wordt als basis het advies van de GGD opgevolgd, aangevuld met onze jarenlang praktijkervaring. Wij hopen met deze huisregels duidelijkheid te geven bij eventuele ziekte van uw kind(eren) en tevens ziekte en besmetting te voorkomen. In dit ziektebeleid worden de meest voorkomende ziektes besproken. Voor overige, hier niet beschreven ziektes, worden de richtlijnen van de GGD waar mogelijk gevolgd. In bijzondere situaties (bijv. de Mexicaanse Griep) kan er afgeweken worden van het ziektebeleid. Ouders worden, als hier sprake van is op de hoogte gesteld via de (adjunct) locatiemanager. Ouders zijn verplicht: - telefonisch bereikbaar te zijn op de opgegeven telefoonnummers - het kind binnen een uur op te (laten) halen - als een kind ziek terug komt van vakantie, dit te melden en te zeggen naar welk land zij/hij is geweest
1.
Zieke kinderen
In de eerste levensjaren van een kind zal het kind regelmatig ziek zijn. Binnen een kinderopvang loopt een kind een hoger risico besmet te raken dan een kind dat in huiselijke kring verblijft. Een “voordeel” echter is dat het kind door het doorlopen van een groot aantal van deze vormen van ziektes weerstand opbouwt voor de rest van zijn leven. Op het moment dat het kind een ziekte onder de leden heeft, is het echter van belang dat het kind ook de rust en tijd krijgt zijn ziekte geheel te overwinnen. Als de pedagogisch medewerker opmerkt dat een kind niet lekker is, dat wil zeggen: ander gedrag vertoont of warm/kil aanvoelt, zullen we contact opnemen met de ouders. We hebben een aantal concrete criteria, waarbij een kind niet op de opvang kan komen of blijven. De beslissing contact op te nemen/te overleggen met ouders het kind op te komen halen, gebeurt altijd in overleg met de (adjunct) locatiemanager. In geval van twijfel zullen wij altijd overleggen met de ouders. Wij volgen in onze regels de richtlijnen van de GGD (‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal’ 0-4 jaar en 4-12 jaar, juli 2011 /RIVM /LCHV), met een enkele uitzondering, die wij zullen beargumenteren. Op iedere locatie is een fysiek exemplaar van de richtlijnen van de GGD aanwezig. 2.
Een overzicht van de meest voorkomende ziektes op de kinderopvang
2.1 Koorts Koorts is geen ziekte, maar een symptoom. Onze lichaamstemperatuur is normaal gesproken tussen de 36,5 en 37,5 graden Celsius. Bij ziekte kan de temperatuur stijgen. Als deze boven de 38,0 graden Celsius is gestegen, spreken we van koorts. Echter de ervaring heeft geleerd dat alle kinderen anders reageren op koorts. Bij ieder kind wordt bij koorts gekeken hoe het zich voelt en gedraagt. Bij 38,5 graden Celsius is de afspraak om de ouders te bellen het kind te komen ophalen.
Het is een afweerreactie van het lichaam, omdat de afweer beter gaat werken bij een verhoging. Bij koorts is bovendien de stofwisseling sneller. Dit remt de vermenigvuldiging van ziektekiemen. Het geven van paracetamol bestrijdt de koorts, maar haalt de oorzaak niet weg. Verder kan na het uitwerken van de paracetamol de koorts nog heviger terug komen. Dat is de reden dat wij op de opvang geen paracetamol toedienen. Een kind met koorts is naar onze mening ziek en heeft extra aandacht nodig en dit kan helaas niet gegeven worden op de opvang. Het kind kan volgens ons dan ook niet op de opvang blijven. Wij adviseren het kind nog tenminste 1 dag koortsvrij thuis te laten. De reden hiervan/hiervoor is, dat het lichaam een dag nodig heeft te herstellen van de koorts en weer voldoende afweer op te bouwen. Een verlaagde temperatuur kan ook duiden op ziekte. Een kind met een (blijvend) verlaagde temperatuur, onder de 36 graden Celsius, kan niet op de opvang komen. Koortsstuipen Indien een kind een koortsstuip krijgt, belt Knotz direct het alarmnummer 112 en de ouders (het beleid is dat in geval van een koortsstuip er door de medewerker van Knotz geen medicijnen worden toegediend, dit dient evt. door het ambulancepersoneel te worden gegeven). Indien vooraf bekend is dat een kind gevoelig is voor koortsstuipen, dan zijn de ouders/verzorgers verplicht dit te melden i.v.m. het risico voor het kind. In alle gevallen worden individuele afspraken gemaakt. 2.2
Vlekjesziekten (vijfde en zesde ziekte, rode hond etc.) Er bestaan verschillende vlekjesziekten, waarvan sommige volledig onschuldig en sommige gevaar kunnen opleveren. In enkele gevallen (vijfde ziekte) kan er gevaar zijn voor zwangere vrouwen. Indien bekend, wordt deze informatie direct bekend gemaakt aan de ouders.
We houden een kind met vlekjes in de gaten. Wij gaan na of het kind zich prettig voelt en of het eventueel koorts krijgt, als dit het geval is, zullen wij de ouders bellen en vragen het kind te komen ophalen. 2.3 Waterpokken en gordelroos Kinderen met waterpokken of gordelroos zijn welkom op de opvang. We zijn ons bewust dat de besmettelijke incubatietijd alvorens de uitbraak van de blaasjes heeft plaatsgevonden. Het welbevinden van het kind staat voorop, zodra het kind zich minder prettig voelt, of eventueel koorts krijgt, dan zullen we ouders alsnog verzoeken het kind te komen ophalen. Als er waterpokken of gordelroos heerst dan wordt deze informatie bekend gemaakt bij de ouders. 2.4 Krentenbaard Krentenbaard is zeer besmettelijk. Zodra wij vermoedens hebben van krentenbaard zullen wij de ouders vragen met het kind op consult te gaan bij de huisarts. Als het kind 48 uur is behandeld met antibioticazalf is het kind weer welkom op de opvang. Anders mag het kind pas weer komen als de plekken van krentenbaard volledig zijn ingedroogd. 2.5 Koortslip Een kind met een koortslip is welkom op de opvang. Het verzoek aan de ouders is de koortslip, indien mogelijk, af te plakken. Het kind zal gewezen worden op extra hygiëne maatregelen. Medewerkers met een koortslip zijn op de hoogte van de besmettelijkheid en het gevaar. Zij zullen extra hygiëne maatregelen in acht nemen. 2.6 Loopoor Een kind met een loopoor, dat geen verhoging heeft, mag op de opvang komen. Daarbij geldt dat het oor van het kind door de ouder van tevoren wordt afgeplakt, dit in verband met de hygiëne. Indien een kind tijdens het verblijf op het KDV een loopoor krijgt, plakt een pedagogisch medewerker het oor af. 2.7 Ontstoken ogen Er bestaan verschillende vormen van infecties bij ontstoken ogen. In de meeste gevallen is schoonmaken met gekookt
water voldoende. Voor een bacteriële infectie kan de huisarts een crème voorschrijven. Hoewel ontstoken ogen besmettelijk kunnen zijn, worden kinderen met ontstoken ogen in principe niet geweerd van de opvang. Bij een uitbraak van ontstoken ogen, waarin wij vermoeden dat het om een besmettelijke bacteriële infectie gaat, kan het voorkomen dat een kind toch wordt geweerd. De (adjunct) locatiemanager beslist hierover en zal de beslissing motiveren. Het kind mag weer naar de opvang komen wanneer het kind behandeld is met oogcrème. 2.8 Diarree en overgeven Bij diarree en/of overgeven kijken we naar het individuele kind en de overige signalen die het kind afgeeft. Op basis van de conditie van het kind en hoe het kind zich voelt zal in overleg met de manager besloten worden of het kind al dan niet opgehaald moet worden. Zodra blijkt dat het gaat om een besmettelijk virus zoals bijv. het Norovirus of Rotavirus, zullen de maatregelen, eventueel in overleg met de GGD, worden aangescherpt. Kinderen met ernstige diarree en/of overgeven hebben extra zorg en aandacht nodig vanwege het gevaar van uitdroging. Het opnemen en vasthouden van met name vocht is noodzakelijk. 2.9 Hoofdluis Kinderen met hoofdluis mogen op de opvang komen, mits zij afdoende worden behandeld. Dat wil zeggen: o de kinderen worden door de ouders gedurende (de komende) twee weken gekamd met een luizenkam o zij zijn behandeld met de daarvoor voorgeschreven lotions (er zijn verschillende varianten in omloop, sommige werken na 24 uur afdoende, anderen al direct.) Als hoofdluis geconstateerd wordt op de opvang dan dient het kind te worden opgehaald en te worden behandeld voor hoofdluis. Na de behandeling is het kind weer welkom op de opvang.
BSO: mocht Knotz op school constateren dat een kind hoofdluis heeft, dan nemen wij direct contact op met de ouder/verzorger. Wij nemen het kind mee naar de Knotzclub alwaar de ouders het kind kunnen komen ophalen. 3.
Het gebruik van medicatie binnen onze opvang
3.1
Medicijnen die incidenteel zijn voorgeschreven door een huisarts Medicijnen moeten zoveel mogelijk thuis worden gegeven. Als uw kind toch medicijnen nodig heeft, tijdens het verblijf in het kindercentrum, zijn daar een aantal afspraken aan verbonden. De medicijnen moeten worden aangeleverd in de originele verpakking en zijn voorzien van de originele bijsluiter en naam van het kind. De medicijnen worden pas op onze locaties toegediend, wanneer u het daarvoor bestemde formulier (overeenkomst gebruik geneesmiddelen) heeft ingevuld en ondertekend. Het advies is dat medicijnen al minstens twee dagen zijn toegediend door de ouders om mogelijke bijwerking zo goed als uit te sluiten. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders ervoor te zorgen dat de medicijnen op de locatie aanwezig zijn. Voor een kind dat gebruik maakt van het kinderdagverblijf zal dit geen probleem zijn, echter deze voorwaarde is met name van belang voor de buitenschoolse opvang. Wanneer kinderen vanaf school hun tas vergeten, waarin ze hun medicijnen bewaren, is het in verband met de kind-leidster ratio op de groep, niet mogelijk terug te keren naar de school om de medicijnen te halen. In geval van ‘vergeten medicijnen of vergeten tas’ zal er altijd contact worden opgenomen met de ouders om te overleggen. 3.2 Structureel medicijngebruik van kinderen Structureel medicijngebruik dient vooraf te worden gemeld. Bijv. bij een kind dat een chronische ziekte heeft. Er wordt per kind bekeken of de toediening van het medicijn past binnen de verantwoorde opvang van het kind.
Elk kwartaal tekenen de ouders/verzorgers een schriftelijke overeenkomst (overeenkomst gebruik geneesmiddelen) voor het gebruik van medicijnen. 3.3 Homeopathische middelen Ook voor homeopathische middelen dient een ‘overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ te worden ingevuld. Tevens dient het middel in de originele verpakking met bijsluiter aangeleverd te worden. 3.4 Paracetamol Paracetamol dienen wij niet toe. Als een kind een koortsstuip krijgt, dan bellen wij 112. Zie ook kopje 2.1. 3.5 Voorbehouden handelingen Onze pedagogisch medewerkers voeren geen zogenoemde voorbehouden handelingen uit. Onder voorbehouden handelingen behoren bijvoorbeeld het geven van injecties. De pedagogisch medewerkers en de (adjunct) locatiemanagers zijn conform de Wet BIG niet handelingsbekwaam voor het uitvoeren van dergelijke verrichtingen. Op deze regel bestaat een uitzondering. Als uw kind bij acute problemen medicijnen nodig heeft (bijvoorbeeld benauwdheid als gevolg van astma en/of EpiPen bij een levensbedreigende allergie), dan mogen wij deze wel toedienen. Voorwaarde hierbij is dat de ouder(s) aan de pedagogisch medewerkers nauwkeurige instructies geeft over de toediening. 4.
Rijksvaccinaties
In Nederland worden in het kader van het ‘Rijksvaccinatieprogramma’ aan alle kinderen gratis vaccinaties aangeboden tegen een aantal infectieziekten die ernstig kunnen verlopen. Omdat er nog incidentele gevallen of soms epidemieën zijn van kinkhoest, mazelen en polio, adviseren wij de ouders met klem gebruik te maken van dit Rijksvaccinatieprogramma. Ouders die bewust kiezen de kinderen niet te laten inenten zijn zelf verantwoordelijk voor eventuele risico’s. Deze kinderen
worden bij bekendheid van deze ziektes direct geweerd van het kinderdagverblijf. 5. (Hygiëne) maatregelen o Altijd handen wassen na toiletgebruik of assisteren van kinderen bij toiletgebruik (kinderen en pedagogisch medewerkers) o Handen wassen voor het eten (kinderen en pedagogisch medewerkers) o Handen worden afgedroogd met papieren tissues o Elk kind heeft zijn eigen washandje o Elk kind drinkt uit een eigen beker of fles o Spenen en flessen worden dagelijks uitgekookt o Het speelgoed wordt 1 x per maand schoongemaakt met warm water en zeep of gaat in de vaatwasser o Elk kind heeft zijn eigen bed met beddengoed. Dit wordt iedere week gewassen o Matrassen worden 1 x per week gecontroleerd en gelucht o Het verschoonkussen wordt na iedere verschoonbeurt gedesinfecteerd o Gebruikte luiers worden direct weggegooid in een afgesloten vuilnisbak, die dagelijks wordt geleegd o Na het verschonen worden de handen gewassen o De groepsruimtes worden goed schoongehouden o We leren de kinderen ‘netjes’ te hoesten met de hand voor de mond o Lakens, handdoeken, slabbetjes en dergelijke worden gewassen op tenminste 60 ºC o We vermijden tocht en vocht in de groep o De kinderen worden goed aangekleed als ze naar buiten gaan o Astmatische kinderen blijven bij vochtig/mistig weer binnen o We letten op hygiënische voedselbereiding (conform het ‘Voedselveiligheidsplan’) o Thermometers worden gebruikt met een hoesje o Bij vermoedelijke ziekte wordt de (adjunct) locatiemanager geraadpleegd o In het geval dat er direct medische hulp nodig is, wordt de huisarts of het alarmnummer gebeld; vanzelfsprekend worden ouders hiervan direct op de hoogte gesteld. De hygiënemaatregelen alsmede het ziektebeleid wordt jaarlijks getoetst door de GGD. Zbf-2014-01