White paper Digital Publishing Competence Factory Amsterdam
Auteur: Peter Maas co auteur: René Steuer
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Introductie Dit whitepaper behandelt de keuzemogelijkheden waar we mee worden geconfronteerd als we digitaal willen uitgeven. Voorheen konden we alleen gebruik maken van papieren media zoals tijdschriften en vakbladen of kranten. Dat landschap verschuift natuurlijk naar digitaal. Wat zijn de opties en welke strategie hoort daarbij? Kunnen we de layout van een papieren document zo maar over zetten naar digitaal, of komt er meer bij kijken?
In dit whitepaper Tegenwoordig zijn er nogal wat technische keuzes die gemaakt moeten worden. En naast de technische kant is er ook een commerciële en marketingkant. Het kostenplaatje is bij elke variant weer anders. Het is lastig om een keuze te maken voor je bedrijf als je het overzicht mist. Dit whitepaper is bedoeld om daar in te helpen: het geeft een overzicht in de mogelijkheden die er zijn om digitaal te publiceren.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Definitie van vloeibaar versus vast Verderop worden drie keuzes toegelicht die aan de basis staan van je strategie voor het digitaal publiceren. In deze drie publicatievormen gebruiken we soms wel en soms niet een techniek die vloeibaar is. Daarmee bedoelen we het volgende: het beeld zoals de lezer het ziet past zich aan in vorm naar de afmeting van het beeldscherm. Dat kan vrij basaal zijn, en gaat soms wat verder. De reden om hier ons hoofd over te breken is simpel: wil je een ontwerp maken dat zich op alle tabletten goed laat lezen, of wil je het voor een optimale lezersbeleving twee of drie maal ontwerpen/layouten? Is de vorm heel belangrijk, of kun je ook genoegen nemen met een iets minder gedesignde vorm die het sowieso
goed doet op alle schermen (computer, tablet, smartphone).
Vloeibaar Basaal vloeibaar is dat alleen de regelomloop zich aanpast; geraffineerd vloeibaar is dat bijvoorbeeld het logo altijd in de rechteronderzoek staat op 10pixels of 5% van de zijkant af, en dat het logo altijd 30% van de breedte van het scherm in neemt. De tegenhanger van vloeibaar is vast.
Vast Vast betekent dat je een pagina-beeld maakt dat in zijn geheel, als een plaatje, wordt geschaald op het scherm van de lezer. Een ontwerp voor een iPad leest dan wat lastig op een iPhone. En een ontwerp voor een iPad krijgt dan zwarte balken aan de zijkant als het verkleind en geschaald wordt op een Samsung Galaxy Note.
Vergelijkbaar met webdesign Deze termen zijn eigenlijk vergelijkbaar met hoe we websites kunnen maken. Daarin hebben we de laatste jaren ook een slag gemaakt en zijn we de inhoud van de pagina’s gaan aanpassen om ook op smartphones en tabletten goed leesbaar te laten zijn.
Statisch Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Dat willen we niet meer: dat zijn blokken die zich helemaal niet aanpassen naar de grootte van het scherm. Je smartphone of tablet geeft een uitgezoomd overzicht van de pagina. Een webpagina moet dan ingezoomd worden om de tekst überhaupt nog te kunnen lezen.
Liquid of elastisch De kolommen met tekst schalen naar gelang de breedte van het scherm, zodat de layout ongeveer hetzelfde blijft. Maar de tekstgrootte in die kolommen wordt niet verkleind of vergroot. Die is dus zonder inzoomen altijd goed leesbaar.
Adaptive Een adaptive layout laat de statische content in blokken staan, en past de positie van de blokken aan naar gelang de breedte van het scherm. Op smallere schermen zie je dus langere pagina’s.
Responsive De blokken gedragen zich als elastische/liquid elementen die zich aanpassen naar de breedte van het scherm, maar worden ook op andere posities lager in het scherm vertoond (of soms helemaal niet) als de breedte te minimaal wordt. Het scherm is dus continu breed gevuld.
Mobiele website Een aparte website. De code voor deze site wordt geladen als men met een smartphone of ander smal scherm de website benadert. Daarmee krijgt men op een smartphone een lichtere of kleinere versie zodat deze ook snel laadt. Met kleinere foto’s.
Overwegingen Er zijn wat overwegingen te maken. Deze hebben invloed op de keuze voor de te gebruiken techniek. • Heb je een kopieerbeveiliging nodig? Is het belangrijk dat je geld verdient met de verkoop van ieder gedownload product en mag een klant zijn gedownloade product niet aan anderen doorgeven? • Heb je een IT-afdeling in huis? Sommige publicatievormen vragen nogal wat extra aan technische kennis. Alleen al het verkrijgen van certificaten is niet voor iedereen weggelegd. Certificaten zijn nodig als je een product via de webwinkel van Apple, Google of Microsoft wilt aanbieden. • Heb je analytics nodig? Is het belangrijk om te kunnen zien waneer de app voor het eerst is geopend en hoe vaak de lezer op bepaalde advertenties heeft geklikt? Welke knoppen het meest gebruikt zijn? Analytics werkt alleen via een toegewijde hostingserver. • Je app moet soms gekeurd worden. Als je denkt dat je zomaar een app kunt maken: vergeet het maar. Zeker bij Apple wordt een app gekeurd. En dan kan de inhoud worden beschouwd als aanstootgevend of opruiend, of de interface niet naar de zin van Apple: je product komt dan gewoon niet in de winkel te liggen. Zelfs het pictogram dat je ontwerpt voor je app moet bij Apple door de beugel kunnen. • Opnieuw beginnen met layout. Je kunt daarom eigenlijk ook niet een bestaand document dat je al had gepubliceerd op papier hergebruiken voor digitale uitgave. Want dat dwingt je lezer tot printen van het document om het goed te kunnen lezen. In een nieuwe layout hou je ook rekening met Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
navigatie. Want navigatie in een papieren boek is niet nodig, maar digitaal wel. Zo kan de lezer snel naar de onderwerpen springen die hij interessant vindt. Ook daar zijn richtlijnen voor: wat werkt wel en wat werkt niet. • Staande en liggende layout? Wil je de lezer de keuze geven om zijn scherm horizontaal of verticaal te houden? Heel gebruiksvriendelijk, maar het betekent vaak wel extra werk. Bij tekstwijzigingen in de verticale stand moeten deze natuurlijk ook automatisch worden doorgevoerd in de horizontale stand. Misschien wil je de lezer horizontaal een heel andere inhoud aanbieden dan verticaal: dan heeft ie twee bladen in één. Dan is het kantelen van de tabletcomputer ineens heel belangrijk geworden. • Vingers zijn grof. Een ontwerp dat je maakt voor een smartphone of tablet moet met de vingers bediend worden. Er zijn richtlijnen over hoe een knop er uit moet zien. Als je die niet volgt, kan het zijn dat de lezer daar door wordt gehinderd in het bedieningsgemak. Zet je de knoppen bovenin, of onderin? dat kan al beïnvloed worden door de grootte van het apparaat in kwestie. Misschien een goed idee om daarover specifiek wat informatie in te winnen. Telefoons zijn in de loop van de tijd steeds kleiner geworden, maar worden tegenwoordig weer steeds groter omdat we er meer mee willen en kunnen doen. • Meer beeld, minder tekst. Als je het vergelijkt met papier moet er minder tekst in je publicatie staan. En meer (groter) beeld. Veel tekst lezen is altijd nog het best te doen vanaf papier. • Een app of een bestand? Een app draait van zichzelf in zijn eigen omgeving; een bestand moet in een bibliotheek geladen worden. Apps krijgen een eigen icoontje op het bureaublad van je tablet of smartphone. Documenten niet: die moeten ingelezen worden in de app van een Reader. Een beetje zoals PDF wordt ingelezen in Adobe Reader. Een web-app is een beetje een uitzondering: die krijgt een eigen icoon op het tablet, maar haalt zijn inhoud direct via een online verbinding van een website. Veel apps werken met een bibliotheek: als het bestand eenmaal is ingeladen wordt het opgeslagen in die bibliotheek om later snel nogmaals te kunnen bekijken. Adobe maakt bijvoorbeeld Digital Editions, Apple maakt iBooks. Met die apps kunnen documenten ingelezen worden. Bestanden kunnen op websites aangeboden worden (al dan niet achter een betaalpoortje), waarna de klant ze moet downloaden naar eigen omgeving. Daar worden ze toegevoegd aan de bibliotheek van de app die van toepassing is. • Online of Offline? Sommige techniek laat de inhoud van de publicatie alleen zien als de lezer online is. Dus zonder wifi kan de publicatie dan niet gelezen worden. Andere techniek installeert alle data op het apparaat van de klant. Na het installeren is online zijn dan niet meer nodig. Verwijzingen naar extern filmmateriaal zoals Youtube passen daar altijd nog wèl in.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Drie hoofdwegen om uit te kiezen: 1. Magazine/newspaper app We noemen het een app omdat het als een zelfstandig icoon op het bureaublad van je smartphone of tablet staat (daar is geen ruimte voor documenten, maar wel voor apps). Layout Het ontwerp van drukwerk kun je niet opnieuw gebruiken, omdat dat meestal is gebaseerd op andere verhoudingen dan die van een tablet. Vaste vorm Apps worden vaak gemaakt met de resolutie en verhouding van een tablet als basis voor de layout. Daarmee vullen ze een beeldscherm met andere verhouding niet helemaal op. En een A4 vertaalt zich niet goed naar de verhouding en afmeting van een tablet. Opnieuw Layouten Daarom moet een uitgave opnieuw opgemaakt worden. Dat geldt voor alle apps. Staand en/of liggend Een app wordt in basis ontworpen voor één projectie: staand òf liggend. Als je wilt, kun je het ontwerp dusdanig maken dat het in beide projecties er goed uit ziet. Maar dat is wel extra werk. Beveiligd tegen kopiëren Omdat een app wordt gedownload vanuit de online winkel van Apple, Google of Microsoft is het gekoppeld aan een persoonlijk gebruikers-account in die winkel. Ook binnen de app kan een persoonlijk account aangemaakt worden dat de klant gebruikt voor persoonsgebonden aanbiedingen. Het gratis kopiëren is daarmee lastiger. Techniek Juist vanwege die online winkels van Apple, Google en Microsoft is er een hoop techniek mee gemoeid. Je app moet aan een boel voorwaarden voldoen voordat hij wordt geaccepteerd door Apple. Bedrijven leggen deze klus vaak neer bij IT-ers die vaker met dit bijltje hakken. Je app kan inhoudelijk worden afgekeurd, maar er kan ook technisch iets niet in orde zijn. Vaak zijn dit eenmalige instellingen. Analytics Omdat de inhoud van een app wordt gehost op de server van bijvoorbeeld Adobe is het mogelijk om inzicht te krijgen in het lezersgedrag. Je kunt dan zien welke artikelen worden bekeken, welke advertenties aangetikt, en welke interactieve elementen het meest worden aangetikt. Online en offline Er zijn apps die hun content altijd uitlezen van een server, en apps die de content downloaden naar het device. Dan hoef je als lezer niet meer online te zijn om de content te lezen (binnen de content kan wel weer verwezen worden naar online video). Operating system Wanneer je een app maakt, draait deze op zichzelf, leunend op het operating system. Let op: als het operating system verandert, moet de app soms hierop aangepast worden. Apple verandert nogal eens wat spelregels.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Abonnementen Het opstarten van de app brengt de lezer naar een bedrijfseigen vormgeving binnen de app. Daar kan een lezer meerdere uitgaven inzien van het blad in kwestie. Een dag/week/maandblad zal normaal met abonnementen werken. De lezer heeft dan een lange termijn relatie met het blad. Ook is het mogelijk om losse nummers aan te schaffen. En je kunt als uitgever van het blad kiezen om de lezer te trakteren op extra publicaties: omdat de lezer al een half jaar lid is, of omdat hij woont in een bepaald gebied, enzovoorts. Of gewoon omdat je in een gulle bui bent en wilt trakteren. Hostingkosten Een app wordt gehost op een server. De consument download een ‘schil’ voor de content (te halen via de App Store of Google Play) naar zijn tablet of smartphone en downloadt de content van het blad via de hosting server. Het gebruiken van die server kost geld: al gauw €5000,- per jaar. En dat is dan per blad dat je wilt uitgeven (niet per nummer). Ook moet je rekening houden met extra kosten per gedownload exemplaar. HTML-versie Sommige technieken laten een publicatie ook leesbaar zijn op het internet, voor wie geen app heeft gedownload.
Voorbeelden in deze categorie Mag+ is speciaal gemaakt voor tabletten. De software is een plugin voor InDesign. De interactiviteit in InDesign moet in een voorbestemde laag zijn gezet. Je kunt HTML inhoud toevoegen. Er wordt automatisch gebruik gemaakt van Photoshop om al je assets (in png-formaat) te genereren. De mappenstructuur is bij Mag+ heel dominant. Samenwerken via Dropbox is mogelijk. Voor een preview van het ontwerp kun je het draadloos sturen naar het ip-adres van je tablet, of bekijken binnen een speciale preview-app. Horizontaal en verticaal ontwerp kan in één document in één layout ontworpen worden, als je gebruik maakt van ‘pinning’. Aquafadas werkt ook als een plugin voor InDesign. Het gebruikt een iOS simulator om alvast een voorvertoning te krijgen van je interactieve ontwerp. Met Aquafadas kun je ook je ontwerp van drukwerk-pagina’s laten omzetten naar interactieve pagina’s. Liggende stand iPad geeft dan spreads, en staand losse pagina’s. Tappen om in te zoomen zodat het nog leesbaar is. Lijkt dan een beetje op een PDF die je bekijkt. Maar: je kunt het deelvenster AV-interactiviteit gebruiken om wat meer interactiviteit toe te voegen. Gebruik knoppen om te navigeren naar vorige/volgende pagina. Wijs een serie tekst- en illustratiekaders aan om een artikel te maken waar de lezer in juiste volgorde doorheen wordt geloodst. Staande en liggende layout in nieuw ontwerp moeten apart aangemaakt worden. Smart Reading laat de tekst in de app hardop voorlezen. Exporteren in Ave, ePub of Webformaat. Photoshop wordt gebruikt om png-bestanden te genereren van alle onderdelen. Je ontwerp heeft een fixed layout, dus statisch. Het past zich niet aan naar andere verhoudingen van tabletten, en al helemaal niet voor smartPhones. Scrollable frames worden gemaakt door InDesignpagina’s te plaatsen als illustratie in te kleine kaders. Een ontwerp kan met anderen gedeeld worden als .dpe-bestand: dat bevat alle content die nodig is voor InDesign en Aquafadas. Twixl Publisher kan standalone publicaties maken (single issue). Kiosk applicaties zijn ook mogelijk. Webcontent is mogelijk, zoals in DPS. Licentiemodel is iets anders dan bij Adobe: Explore (gratis, maar betalen bij elke publicatie) Premium voor 2500,- , Advanced voor 5000,- en pro, voor 7.500,-. De alternatieve layout van InDesigndocumenten wordt gebruikt om staand/liggend en ipad/iphone/ Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
GalaxyNote te maken. Twixl kan ook exporteren in HTML, zodat iedereen de publicatie kan lezen en bedienen. Je klant heeft geen Adobe-ID nodig om je ontwerp te zien. Wel moet hij de Twixl-viewer op zijn tablet hebben geïnstalleerd. Entitlement mogelijk: je kunt een abonnee dus trakteren of verleiden met extra bladen of uitgaven. Layergloss. Gebruik Templates waarin je de onderdelen van InDesignpagina’s als png-afbeelding hebt geplaatst. Maar je moet de .png-afbeeldingen wel zelf exporteren vanuit InDesign. Een lichtgewicht versie (App-power) zonder eigen branding is mogelijk voor slechts €10,- per maand. In het format van Layergloss zijn er geen pagina’s boven elkaar: alles zit als een lang horizontaal lint aan elkaar. Uniek is wel dat ze ook een app kunnen maken die bijgewerkt kan worden, voor een lage licentieprijs. Digital Publishing Solution van Adobe voegt een extra paneel toe aan InDesign. Deze kan worden gebruikt om de interactiviteit op te bouwen. De mogelijkheden van dit paneel haken in en voegen toe aan de al bestaande interactieve mogelijkheden die InDesign al had. Publicaties worden in blokken opgebouwd: bij het publiceren bepaal je welke blokken gepubliceerd worden. De content is niet responsive, tenzij je er html-content in zet. Voorvertoning van interactiviteit kan alleen via licentie van Adobe. Woodwing heeft een eigen platform om publicaties te maken voor print, web, of tablet. Een eigen server en technologie. Complete workflows voor het maken en redigeren van teksten, versie-beheer van beelden, en maken van publicaties voor diverse media. Alle materiaal wordt in een cloud-omgeving opgeslagen.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
2. Interactieve bestanden Een bestand is iets heel anders: je hebt een Reader nodig om het te lezen. Denk aan het gebruik van Adobe Reader om een PDF te lezen. Maar dan een aparte Reader omdat je met een ander formaat werkt dan PDF. De Reader moet een internationale standaard volgen. Dat is anders dan bij een app, omdat daar de softwarefabrikant zelf de standaard kan zetten. Het aanhouden van een internationale standaard betekent ook dat veranderingen langzaam gaan. De acceptatie van video-materiaal in een ePub heeft lang op zicht laten wachten. En nu is het weer wachten tot een goede definitie en acceptatie van animatie. De Reader werkt met een bibliotheek, waarin de bestanden worden bewaard. Van daar uit kan de lezer altijd een eerder gedownload ‘nummer’ teruglezen. Maar er is geen abonnementenservice. De lezer moet dus zelfstandig naar het internet of naar zijn emailberichten om een nieuw aangeboden exemplaar toe te voegen aan de bibliotheek. Layout De layout is in de meeste gevallen niet dezelfde als die van een print-versie. De printversie kan met corps 10 gemaakt worden, terwijl dat misschien op het scherm wat te klein is. Corps 18 is het nieuwe corps 10, in ieder geval voor sommige publicaties. Opnieuw layouten Omdat een A4 verkleind zou worden weergegeven als je het paginabeeld wilt vasthouden op een iPad, is het verstandig om te starten met een kleinere pagina, of zelfs in het pixelformaat van het tablet waarop je je richt. Als je de layout wilt behouden en je bekijkt het ontwerp op een smartphone, wordt alles superklein weergegeven. Publicaties voor smartphones maak je dus apart als het paginabeeld heel belangrijk is voor je. Staand en/of liggend Afhankelijk van welk uitvoerformaat je kiest, past een bestand zichzelf nog aan naar de stand van het tablet. Alleen een ePub met vloeibare indeling (hieronder toegelicht) houdt daar rekening mee. De andere bestandsformaten kennen niet eens een dubbele stand, laat staan dat ze zich kunnen aanpassen. Je maakt die dus in staande of liggende layout op, en dat is het dan. Je kunt geen alternatieve stand zelf nog inbouwen. Vaste vorm of vloeibaar Alleen een ePub met vloeibare layout past zich aan naar het scherm van de lezer: zowel staand als liggend is mogelijk. Daarbij past ook de lettergrootte en eventueel het lettertype zich aan naar de voorkeuren van de lezer. Zelfs regelafstand is in sommige situaties aan de lezer overgelaten. Je moet dus als ontwerper niet te veel vast willen houden aan een bepaald paginabeeld. Beveiliging tegen kopiëren Omdat het hier gaat om bestanden, is er een andere technologie nodig tegen illegaal kopiëren. Zo’n technologie kost geld, en maakt het bestand soms ook onleesbaar/incompatible voor sommige Readers. Bedenk dat beveiligingen tegenwoordig niet meer de beste manier is om te voorkomen dat je geld verliest aan illegaal kopiëren. Techniek Je hebt bij het publiceren van interactieve bestanden geen extra techniekkosten. Je kunt een interactief bestand namelijk altijd zelf op je website aanbieden, al dan niet achter een betaalpoortje. Niemand die controleert of jouw bestand wel aan bepaalde eisen voldoet. Alleen wanneer je een interactief bestand
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
wilt uitgeven via een uitgeverij kan er sprake zijn van controle. Want een officieel stuk moet wel technisch compatible zijn met bestaande Reader-software. Analytics Omdat er bij interactieve bestanden geen platform is van een hostingserver is er ook geen mogelijkheid om je klanten vanuit of via dit bestand te benaderen of analyseren. Daarvoor moet je terugvallen op het beproefde principe van mailinglijsten. Misschien hebben je klanten een interactief bestand ontvangen omdat ze zich ingeschreven hebben op een mailinglijst. Online en Offline Eenmaal gedownload naar de lezer hoeft hij niet meer online te zijn om de content van het bestand te kunnen bekijken. Bij een PDF kan er iets getoond worden dat elders op het internet staat. Dat maakt dat het bestand in geval van films niet al te zwaar hoeft te worden. Bij ePub gaat dat nog niet; je kunt enkel een verwijzing maken naar iets dat online staat, maar de lezer moet de Reader-programmatuur verlaten om de verwijzing te bekijken. Operating system Omdat het hier slechts gaat om een bestand, ben je niet afhankelijk van de grillen van een operating system of alles goed blijft werken. Je bent wel afhankelijk van het functioneren van de Readerapplicatie. Maar zoals al gezegd: die moeten zich houden aan internationale standaarden, en dat ontwikkelt daarom minder snel. Abonnementen Omdat het hier gaat om losse bestanden, is er geen abonnementsvorm die opgezet kan worden. Je gebruikt immers niet het platform van een winkel en van een hostingserver. Als je wilt dat de lezer het ‘volgende nummer’ gaat downloaden zul je hem daarop moeten attenderen en motiveren. Dat kan bijvoorbeeld weer via een mailing. Hostingkosten Die zijn er dus niet, anders dan het in de lucht houden van een website. Interactieve bestanden kunnen wel veel extra schijfruimte gebruiken; zeker als er ook videomateriaal in zit. Mogelijk dat dit je bestaande hostingkosten wat beïnvloedt. HTML-versie is er niet Een interactief bestand is soms een PDF, soms een ePub, soms een iBook. De PDF kan geen HTML bevatten, en de andere twee zijn juist opgebouwd uit HTML maar met een verpakking er om heen waardoor het een bestand is geworden. Door deze verpakking weten de Readers het op een juiste manier te laten zien. Je kunt niet de inhoud er uit halen en online in een website laten zien.
Voorbeelden in deze categorie Interactieve PDF. Dat is een bestandstype dat het alleen nog wil doen op computers. Op iPad en vergelijkbaar doet de interactiviteit het soms wel en soms niet, afhankelijk van de Reader die je gebruikt en de functionaliteit die in het bestand zit. Wel gemakkelijk om te maken en aan te bieden. PDF is ondertussen zó standaard dat je deze al in een webbrowser kunt bekijken als het via een URL wordt aangetikt. Maar verschillende webbrowsers staan de interactiviteit niet toe vanwege beveiligingsrisico’s. Beste is dus om te downloaden en te openen in Adobe Reader (niet de Apple Voorvertoning of een andere Reader die al op je Windows systeem staat geïnstalleerd). Video kun je extern houden, dus die kan automatisch worden afgespeeld als het ergens online in Flashformaat te vinden is. Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
ePub vloeibaar. Er zijn eigenlijk twee versies van ePub vloeibaar: versie 2 en versie 3. De oudere is meer compatible met alle eReaders, maar mag geen multimedia bevatten zoals filmpjes. ePub3 met vloeibare layout mag wèl films ingesloten hebben, en voetnoten komen tevoorschijn op de plek van de voetnootverwijzing zelf (dus niet als eindnoot). Vloeibaar is zeer compatible met allerlei eReaders en software op computers, en kan dus altijd ingezet worden. Staande weergave of liggend: het past zich altijd aan. Ook letterkeuze kan aan de gebruiker overgelaten zijn, dus de content moet belangrijker zijn dan het pagina-beeld als je van dit format gebruik wilt maken. ePub fixed layout is altijd een ePub versie3. Deze mag ook animaties bevatten. Fixed layout is daarom een interessante opvolger van PDF, omdat het HTML gebruikt in plaats van Flash. Opmaken voor iPad en lezen op iPhone is meestal af te raden. Op MacOS kan deze ePub gelezen worden door iBooks, maar onder Windows is Adobe Digital Editions nog niet goed. Er moet dan gewerkt worden met Readium, als plugin geïnstalleerd binnen de Chrome webbrowser. iBooks kun je maken met iBooks Author, van Apple. Het is een heel laagdrempelige ontwerp omgeving en je kunt er leuke interactieve documenten mee maken. Publiceren gaat wel alleen via de app-store van Apple en maakt documenten die je niet op andere systemen kunt lezen.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
3. HTML Naast apps en bestanden kunnen we ook digitaal publiceren in HTML-formaat. HTML wordt wel beschouwd als zeer universeel. De lezer moet online zijn om de inhoud te kunnen lezen van wat je hebt gepubliceerd. Er zijn diverse methodes om online te publiceren. Sommige daarvan werken op basis van je InDesigndocument en kunnen de vormgeving en interactiviteit daaruit behouden. Andere werken buiten InDesign om. Er is een mogelijkheid om vanuit InDesign te publiceren als HTML. Daarnaast is er ook een optie om een plugin toe te voegen aan InDesign: hiermee kunnen we ook exporteren in een zogenaamde webapp: dat ziet er uit als een app, omdat het een zelfstandig icoontje is op het bureaublad van je tablet of smartphone. Maar het leest zijn content uit van een HTML-pagina die je online hebt gezet. Layout Omdat je hier werkt met HTML als uitvoerformaat heb je de kans dat het resultaat zich aanpast naar het formaat van het scherm van de lezer. Of dat gebeurt en of dat goed gaat hangt af van allerlei aspecten. Opnieuw layouten Aan te raden is om interactieve publicaties niet te baseren op eerdere documenten die gemaakt zijn voor drukwerk. De lees-ervaring zou dan niet optimaal zijn. Staand of liggend Het apparaat waarop gelezen wordt kan gekanteld worden, maar dat betekent niet automatisch dat ook de inhoud opnieuw of anders wordt weergegeven. Afhankelijk van de gekozen oplossing kan er gebruik gemaakt worden van de opties van LiquidLayout/VloeibaarOntwerp in InDesign. Daardoor nemen objecten altijd een bepaalde positie op het scherm in, ongeacht de verhouding of grootte van het scherm. Vast of vloeibaar Niet alle HTML is meteen ook Responsive. Er wordt vaak gewerkt naar een statische layout. Deze laat zich meestal verkleind tonen op kleinere schermen. Beveiliging tegen kopiëren Omdat het online staat, is de content voor iedereen toegankelijk. Je kunt de toegang tot webpagina’s beperken door de inhoud achter een poortje met een wachtwoord te zetten. Techniek Er zijn weinig techniekkosten bovenop het publiceren van HTML. Maar als je een app gaat maken die uit HTML is opgebouwd en je moet deze app in de diverse winkels van Apple, Google en Microsoft leggen komt er wel weer wat techniek bij kijken. Analytics Sommige publicaties kunnen verrijkt worden met Analyse-techniek. Daarmee kan het lezersgedrag nagekeken worden. Je kunt zelfs gewoon een Google Analytics-code toevoegen aan je publicatie. De HTML-inhoud staat immers online. Online en offline Omdat de content van je publicatie online staat, moet er ook altijd een verbinding zijn van de lezer met de gepubliceerde informatie. Er is geen offline mogelijk hierin.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Operating system Zolang je gepubliceerde content maar de richtlijnen voor HTML volgen, kunnen de webbrowsers deze wel vertonen. Je kunt deze content gewoon maken zonder dat je verstand hoeft te hebben van programmeren of van HTML-code. Je front-end applicatie is verantwoordelijk voor het (hopelijk) goed vertolken naar juiste code. Abonnementen Zoals al eerder aangegeven, staat de gepubliceerde informatie online. Via mailings kun je de lezer er op attenderen dat er nieuwe publicaties te downloaden zijn, maar dit is niet zo eenvoudig te doen via de interface van de publicatie zelf. Het platform bij gepubliceerde apps zou daar beter geschikt voor zijn. Hostingkosten Omdat het hier enkel gaat om schijfruimte die je gebruikt bij een provider, valt het met de hosting wel mee. Er zijn geen extra services in het spel betrokken.
Voorbeelden in deze categorie Publish Online, via InDesign. Je kunt de mogelijkheden van InDesign gebruiken om een interactief document te publiceren als HTML die voor iedereen bereikbaar is. De HTML heeft een vaste vorm (dus niet responsive), en kan ook ingesloten worden in andere webpagina’s via de iFrame-techniek. Je maakt gebruik van een Adobe Server, maar dat hoeft je klant dus niet te zien. Adobe Slate is wat laagdrempeliger. Maak een fotoboek interactief door op je iPad met Adobe Slate een fotoverslag te maken, voorzien van teksten en ander materiaal. Als het klaar is druk je op Publiceren, en kun je de link delen met anderen. Je fotoverslag staat dan online bij Adobe. Insluiten zoals met Publish online is niet mogelijk. in5 export. Deze plugin voor InDesign kan de interactieve pagina’s van InDesign gebruiken om te exporteren in html, maar ook in web-app vorm. En de mogelijkheden van Liquid design zoals die in InDesign zitten kunnen hierbij toegepast worden. Een webapp ziet er uit als een icoontje op het bureaublad van je tablet of smartphone, maar leest gewoon de HTML-content uit die online staat. App-machine en vele anderen. Mini-applicaties die vaak via een web-interface worden opgebouwd. Ze lezen de aangewezen content (RSS-feed) van een website uit die je bijvoorbeeld met Wordpress hebt aangemaakt. De app heeft een prima interface voor kleine schermen, met bouwblokken die makkelijk uit te breiden zijn. Afhankelijk van je licentie beschik je over meer mogelijkheden en bouwblokken.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Programmatuur en kennis InDesign. Voor het maken van digitale publicaties gebruiken we al een tijd lang Adobe InDesign. Beschouw dit maar als het moederschip waarvandaan andere bestanden geëxporteerd worden. Natuurlijk zijn er ook alternatieven. Want een ePub kun je ook schrijven met daarvoor toegeëigende programma’s. Edge Animate. Als er complexere animaties gemaakt moeten worden, kan Edge Animate dat prima doen. Dat is toevallig ook van Adobe. Voor Edge Animate hoef je geen code te kennen, dus het spreekt ontwerpers zeer aan. De animaties van InDesign kunnen soms ook gebruikt worden, maar die zijn een beetje basaal. Tumult Hype. Een alternatief voor Edge Animate, als je niet alleen wilt werken met Adobe programmatuur. Tumult heeft Hype ontwikkeld nog voordat Adobe met Edge Animate op de markt kwam. iBooks Author. Een Appleproduct waarmee je heel eenvoudig interactief materiaal kunt ontwikkelen en publiceren via de App Store. Vooral populair in het onderwijs vanwege zijn laagdrempeligheid en toegankelijkheid. Interaction Design. Je moet wel een idee hebben over wat goed werkt en wat niet werkt in de wereld van interactie. Hoe groot moet een knop zijn, waar moet hij staan wil het gebruiksvriendelijk zijn. En zijn er nog richtlijnen van Google of Apple of Microsoft waar de interface aan moet voldoen? Want dat kan invloed hebben op de goedkeuring van de publicatie. Concept en Campagne. Als je een strategie gaat uitstippelen zal dat niet alleen gebaseerd zijn op welke technologie dat je kunt beheersen. Je zal het ook moeten aanvullen met Social Media, en het moet onderdeel zijn van een groter plan.
Skills team: uitbesteden of zelf doen Sommige onderdelen van het publiceren van informatie zijn misschien wat technisch. Bedenk of je dit allemaal in huis hebt of wilt halen, of dat je het misschien beter eerst uitbesteed. Zoek een partner die je daarbij kan helpen.
Kunnen we nog geld verdienen met advertenties? Een interessante kwestie is ook het vraagstuk over het verdienmodel. Als adverteerders het vroeger interessant vonden om te adverteren als ze wisten hoe hoog de oplage van een blad was: wanneer is het dan interessant om te adverteren in digitale media? Want een garantie voor omzet kun je vooraf niet geven. Er zijn uitgevers die daarom overgaan van het publiceren van apps naar het publiceren in html. Natuurlijk hangt een en ander af van wat je dan publiceert en voor welke doelgroep.
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |
Interessante verwijzingen http://www.liquidapsive.com/ voor een mooi voorbeeld in de verschillen tussen static, liquid, adaptive en responsive websites. Voorbeelden van apps die gemaakt zijn met DPS: http://blogs.adobe.com/digitalpublishing/madewithdps Een voorbeeld van een wegweergave van een app die is gemaakt met Layergloss: https://www.layergloss.com/webapp/3141/3472/#/page/1 Informatie over het Baker Framework, waar in5 op in haakt http://www.bakerframework.com/ Meer informatie over deze connectie: http://ajarproductions.com/blog/2013/03/06/in5-v1-2-now-supports-liquid-layout-and-bakerframework/ Informatie over app-machine http://www.appmachine.com/nl/apps-cat/ en voorbeelden van apps die daarmee gemaakt zijn (niet allemaal in nl App Store) Voorbeelden die gemaakt zijn met Aquafadas https://www.aquafadas.com/en/references/ Voorbeelden van documenten die met Adobe Slate zijn gemaakt: http://blogs.adobe.com/standout/ Een stukje dat gemaakt is met Adobe Publish Online: https://indd.adobe.com/view/e883ee48-704d-4424-bc10-af9dbb11cb7d
Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam | 020 5225 225 | info@competencefactory |