Westerhaar (gemeenteTwenterand) De casus: 04.00 uur In de nacht van dinsdag 31 juli op woensdag 1 augustus 2012 vloog een schuurtje in brand van een leegstaande huurwoning aan de Oranjestraat in Westerhaar-Vriezenveensewijk. De brandweer had rond 04.00 de brand geblust. Het betrof een kleine brand. De brandweer vermoedde dat er zich asbest in de schuur bevond en dat dit er vlak naast terechtgekomen was, en nam contact op met de gemeente. De medewerker Openbare Orde en Veiligheid nam het gesprek aan. Afgesproken werd dat de brandweer het verspreidingsgebied met een lint zou afzetten. Diezelfde nacht werd ook contact gelegd met de woningbouwvereniging die direct actie ondernam en toezegde dat de volgende ochtend een asbestsaneerder aan de slag zou gaan. De locoburgemeester en de afdeling communicatie van de gemeente werden eveneens geïnformeerd door de medewerker Openbare Orde en Veiligheid en diezelfde nacht werd een bericht op de gemeentelijke website geplaatst: Rond 04.00 uur in de nacht van 31 juli op woensdag 1 augustus 2012 heeft de brandweer een brand geblust in een schuur aan de Oranjestraat in Westerhaar in de buurt van de kruising met de Leidijk. Het betreft een kleine brand in een schuur bij een leegstaande woning van Mijande Wonen. De brand is inmiddels geblust. De brandweer vermoedt dat er zich asbest in de schuur bevindt en heeft daarom uit voorzorg het gebied afgezet met lint. Mensen worden geadviseerd niet voorbij het lint te komen. Het mogelijke asbest heeft zich alleen lokaal verspreid. Buiten het afgezette gebied bestaat er dan ook geen gevaar voor de volksgezondheid. Mijande Wonen is op de hoogte en heeft aan een asbestsaneerder opdracht gegeven om het afgezette gebied zo snel mogelijk te onderzoeken en te saneren. 11.00 uur De volgende ochtend gingen twee medewerkers van het team handhaving van de gemeente ter plaatse om te controleren of de asbestsanering goed werd opgepakt. Uit gesprekken met buurtbewoners bleek dat iemand asbestverdacht materiaal in zijn achtertuin gevonden had. De handhavingsambtenaren zijn direct ter plekke gegaan en hebben geconstateerd dat het materiaal inderdaad asbestverdacht was. Zij hebben toen direct monsters genomen om het te laten testen. Later komen er meer telefoontjes binnen van mensen die niet in het afgezette gebied wonen maar wel roetdeeltjes in hun tuin vinden. Naar aanleiding daarvan werd op het gemeentehuis direct een crisisteam bijeen geroepen. Het crisisteam (locoburgemeester, loco secretaris, ambtenaar openbare orde en veiligheid, communicatieadviseur, teamleider Milieuhandhaving en een asbestdeskundige van het team Milieuhandhaving) nam alvast voorbereidende maatregelen voor het geval een grotere 1 gebiedsafzetting of ontruiming nodig zou zijn.
1
De loco burgemeester en loco secretaris namen deel aan het crisisoverleg, omdat de burgemeester en gemeente secretaris op dat moment afwezig waren in verband met vakantie.
15.00 uur Uit de test die middag kwam terug dat het inderdaad asbest was wat in de achtertuin van de buurtbewoner lag. Daarop werd overlegd hoe groot het af te zetten gebied zou moeten worden. De inschatting was dat er binnen in 16 woningen mogelijk asbest terecht was gekomen. Het was zomer, mensen lopen in en uit en hebben de ramen openstaan. Het crisisteam kwam tot de conclusie dat de bewoners van 16 woningen uit voorzorg geëvacueerd moesten worden. Geoordeeld werd dat het risico voor de volksgezondheid weliswaar zeer klein was, maar er is op dat moment onvoldoende zicht op de exacte omvang. Daarom kan beter het zekere voor het onzekere genomen worden. De locoburgemeester wilde ontruimen vanuit de gemeentelijke zorgplicht voor de gezondheid van de bewoners en omdat men vreesde voor onrust als er mannen in witte pakken in woningen monsters zouden nemen terwijl de bewoners gewoon onbeschermd op de bank zaten. In de brief die de locoburgemeester daarover op 3 augustus 2012 aan de gemeenteraad schrijft staat "Omdat asbest zeer gevaarlijk kan zijn voor de volksgezondheid, is besloten om de panden binnen het waarschijnlijke verspreidingsgebied zo spoedig mogelijk te ontruimen en van binnen en buiten te laten onderzoeken op asbest". 16.30 uur De loco burgemeester vaardigde een noodbevel op grond van de Gemeentewet uit (eerst mondeling en achteraf is het op schrift gezet). Naar aanleiding van het noodbevel nam de medewerker Openbare Orde en Veiligheid contact op met de politie over de uitvoering. Daaruit bleek dat de politie een coördinatieplatform in de vorm van een CoPI nodig had om het noodbevel uit te voeren. Hiervoor moest GRIP 1 worden gegeven. GRIP 1 houdt in dat er ter plekke een CoPI wordt gerealiseerd met een aantal disciplines; brandweer, politie, GHOR, gemeente en een voorlichtingsmedewerker. De voorzitter van het CoPI is een hoofd officier van dienst van de brandweer. Er werd dus alsnog opgeschaald naar een GRIP 1 situatie. Het CoPI adviseerde om veegmonsters in de woningen te nemen. Tussen de voorzitter CoPI en de locoburgemeester vond vervolgens nader overleg plaats en het gemeentelijk crisisteam heeft alles overwegende besloten om verder te gaan met de ontruiming. Gezorgd werd voor ontsmetting als mensen het gebied verlieten. 18.00 uur De ontruiming zelf verliep gemoedelijk. De politie legden de mensen uit wat er aan de hand was en er werd een huis-aan-huis brief verspreid. De mensen werden naar een opvanglocatie gebracht waar zij wat konden eten en drinken (het was inmiddels eind van de middag) en er was voldoende begeleiding vanuit de gemeente. Ook was er eventuele opvang in een hotel geregeld voor de nacht. Er waren mensen van de gemeente aanwezig maar die zorgden voor het organisatorische deel van de opvang. Voor zover mogelijk informeerden zij de aanwezigen, maar dat lukte niet altijd omdat zij niet de beschikking hadden over de meest actuele informatie. Ook was het i.v.m. de vakantieperiode niet mogelijk iemand van communicatie daar te stationeren. Wel werd de mensen beloofd dat de locoburgemeester die avond zou komen om één en ander toe te lichten en vragen te beantwoorden.
20.00 uur Er was sprake van veel media aandacht en de locoburgemeester heeft verschillende media te woord gestaan. Daardoor gebeurde het dat de locoburgemeester iets later dan toegezegd, bij de opvanglocatie kwam. Daardoor zaten de mensen te wachten op de informatie, De gemeente heeft zelf vastgesteld dat dat beter had moeten worden gecommuniceerd. Het gesprek tussen de loco burgemeester en de bewoners ging erg goed. Terwijl de mensen in de opvanglocatie zaten, werden de huizen gecontroleerd op de aanwezigheid van asbestdeeltjes. Het bleek dat de huizen niet waren besmet en om 10 uur ‘s avonds kon men weer terug naar huis. Er waren een paar bewoners die zich zorgen maakten over het centrale ventilatiesysteem in hun woning. Daar zijn vervolgens nog wat extra metingen gedaan. Ook dat bleek in orde en die huizen werden rond 11 uur ‘s avonds vrijgegeven. De bewoners kregen voorafgaand aan de terugkeer naar hun huis nog plastic overschoentjes uitgereikt en een toelichting op het schoenenprotocol. Het schoenenprotocol houdt in dat mensen op straat de overschoentjes moeten dragen zolang het gebied nog niet helemaal asbest vrij is verklaard. Voordat ze hun huis binnengaan, moeten ze de overschoentjes uitdoen. Zo worden eventuele asbestdeeltjes niet naar binnen gelopen. Dezelfde avond tussen 22 en 23 uur, zijn omwonenden van het geëvacueerde gebied op de hoogte gesteld van de situatie. 2 augustus De volgende dag werd een huis-aan-huis brief verspreid over het verdere vervolg. Zo lag er nog wat asbest (op een paar afgezette plekken) in de wijk dat die dag zou worden opgeruimd. Via de gemeentelijke website werden de veel gestelde vragen aan de GGD vermeld. 7 augustus Een paar dagen later werd er een bewonersbijeenkomst georganiseerd om de situatie te evalueren en vragen te beantwoorden. De bijeenkomst werd door de gemeente in een horecagelegenheid georganiseerd die vanwege de ontruiming had moeten sluiten. Het eten en drinken was op kosten van de gemeente. Door de bewonersbijeenkomst daar te organiseren, werd de uitbater (deels) gecompenseerd voor de inkomsten die hij door de ontruiming was misgelopen. Aanwezig waren de loco burgemeester, gemeenteambtenaren en de politie. Zij gingen in gesprek met de burgers om te vragen hoe een en ander was beleefd en wat eventuele verbeterpunten waren ten aanzien van de aanpak. Evaluatie In algemene zin kan worden geconcludeerd dat de bewoners tevreden waren met de manier waarop alles was aangepakt. Dat bleek ook uit het beeld dat in verschillende media ontstond. Ook het besluit tot ontruiming van de 16 woningen werd, vooral door de toelichting van de loco burgemeester, goed begrepen en geaccepteerd. De bewoners vertrouwden op de informatie van de gemeente. Wel is het zo dat de medewerkers van de gemeente niet altijd de meest actuele informatie hadden. De gemeente had goed aandacht voor de direct betrokkenen, maar moet ze wel prioriteit blijven geven,
ondanks het dringende beroep dat door de media wordt gedaan. Bovendien bleek het belang van een goede registratie, want van alle 16 woningen heeft één gezin per abuis niet het bericht gekregen dat ze weer naar huis konden. De loco burgemeester heeft hierover direct contact gezocht met het gezin en hiervoor zijn excuses aangeboden. Tot slot kan gezegd worden dat de houding van de woningbouwcoöperatie ook heeft bijgedragen aan een goede afwikkeling van de brand. Ook zij namen vanaf het begin hun verantwoordelijkheden. Aanleiding In de nacht van dinsdag 31 juli op woensdag 1 augustus 2012 vloog een schuurtje in brand van een leegstaande huurwoning aan de Oranjestraat in Westerhaar. De brandweer had rond 04.00 de brand geblust. Het betrof een kleine brand. De brandweer vermoedde dat er zich asbest in de schuur bevond en nam contact op met de gemeente. Omvang Aanvankelijk werd het gebied direct rond de brand aangemerkt als verspreidingsgebied. In de loop van de volgende dag bleek echter dat het verspreidingsgebied groter was. Toen is alsnog een groter gebied afgezet. Binnen dat gebied stonden in totaal 16 woningen. De gemeente richt haar acties in eerste instantie op die 16 woningen. Later blijkt dat de omwonenden buiten het gebied niet geïnformeerd zijn, de beveiligingsmedewerkers die langs het afgezette gebied aanwezig zijn terwijl de bewoners zijn geëvacueerd, krijgen dat van veel omwonenden te horen. De omwonenden hebben vervolgens op 1 augustus in de loop van de avond een brief ontvangen, waarin de situatie werd uitgelegd en ook op 2 augustus is er naar de omwonenden een brief verstuurd, waarin de afronding van het incident werd uitgelegd. Eigenaar De eigenaar van het pand is de woningbouwvereniging. Die werd die nacht al op de hoogte gesteld en pakte de zaak direct goed op. De volgende ochtend is meteen een asbestsaneerder aan de slag gegaan. Rol gemeente De brand werd door de brandweer niet opgeschaald naar een GRIP 1 situatie. Dat houdt in dat de verantwoordelijkheid voor de verdere afwikkeling in beginsel bij de gemeente terecht komt. Die moet ook zorgdragen voor eventuele communicatie. De gemeente pakte die rol op naar aanleiding van het overleg met de brandweer die nacht over het af te zetten gebied, de opruimwerkzaamheden door de woningbouwvereniging en de communicatie via een persbericht op de website. De volgende dag bleek dat het verspreidingsgebied groter was. Omdat er al 2 ambtenaren van het team Milieuhandhaving ter plaatse waren, zijn die naar de melding buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied gegaan en hebben zelf monsters genomen van het asbestverdacht materiaal. Normaal gesproken is het de taak van de brandweer om asbestmonsters te nemen, tijdens of direct na afloop van een brand. De gemeente nam in het verdere proces de leiding en formeerde een crisisteam waarin werd besloten wat te doen. De vondst van asbest buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied, gaf aanleiding om te denken dat huizen ook van binnen besmet konden zijn. Immers, het was zomer, mensen lopen in en uit en de
ramen staan open. De onzekerheid over de omvang van het gebied en de aanname dat er ook asbest in de huizen kon zijn gekomen, maakte dat het crisisteam van de gemeente weloverwogen aanstuurde op ontruiming. Toen de ontruiming al was begonnen, was er nog even discussie over de noodzaak ervan. Leidend bij het besluit om te ontruimen was het eventuele risico voor de volksgezondheid, hoe klein ook, en de angst voor onrust bij de bewoners als er mannen met witte pakken door de huizen zouden gaan terwijl de bewoners onbeschermd op de bank zaten. Doelgroep In de 16 woningen woonden gezinnen met kinderen, alleenstaanden en oudere mensen. Specifieke acties gericht op deze doelgroep zijn er niet geweest. De vrees voor onrust als er mannen met witte pakken in de huizen rondlopen, kwam hier wel uit voort. Als voorbeeld werd gegeven; ouders met kinderen onbeschermd op de bank. In de opvanglocatie werd wel aan de behoeften van de mensen gedacht: ze kregen een hapje en een drankje en er werd toegezegd dat de locoburgemeester die avond alles zou komen uitleggen en toelichten. Er werd getracht om een zo gemoedelijk mogelijke sfeer te creëren. Ook werden voorbereidingen getroffen voor eventuele nachtopvang in naastgelegen hotels. De mensen werden dus goed verzorgd, de gemeente regelde alles voor ze. Beeldvorming (media) De media wist eerder van de ontruiming dan de bewoners. Dat kwam omdat de media berichten van de meldkamer monitort via het internet. De media kreeg op die manier snel in de gaten dat er alsnog een GRIP 1 situatie werd afgekondigd. Het bevel om te ontruimen riep direct grote media-aandacht op. Om 18.00 uur werd er een persconferentie georganiseerd. Zoals te doen gebruikelijk stond de locoburgemeester de media te woord. Dat duurde langer dan vooraf aangekondigd, waardoor de locoburgemeester iets te laat bij de geëvacueerde bewoners was. Prioriteit ligt bij de direct betrokkenen en niet bij de media. Die komen daarna. De media berichtten geen paniekverhalen. In de informatiebrieven aan de omwonenden werd vrij zakelijk de stand van zaken weergegeven. Deze brieven werden verspreid op het moment dat de mensen bijna naar huis mochten, dus toen was de grootste bezorgdheid ook al weggeëbd. Tijdspanne In de middag van 1 augustus werd rond 13.00 uur asbestverdacht materiaal gevonden. Toen duidelijk werd dat dit daadwerkelijk asbest was, was het een uur of 3 s 'middags. Toen is besloten om te evacueren. De politie begon aan het eind van de middag (rond 5-6 uur) bij de bewoners aan te bellen om te vertellen dat ze hun huis uit moesten. Om 18.50 uur komt de eerste evacué bij de opvanglocatie. Bij de opvanglocatie kregen de bewoners te horen dat de locoburgemeester rond 20.00 uur tekst en uitleg zou komen geven. Dit werd iets later zoals eerder vermeld. Om 22.30 uur worden alle woningen weer vrijgegeven, de woningen met een centraal ventilatiesysteem krijgen een extra check. De mensen worden voordat ze terug gaan, geïnformeerd over het schoenenprotocol (gebruik overschoentjes) en over het verdere opruimen de volgende dag. Dit staat ook in een brief die ook aan de omwonden buiten het afgezette gebied wordt verspreid.