Werkgroep 4-12 jarigen Aan: Van: Datum: Betreft:
Team Regionale Inkoop 2017 Specialistische Zorg voor Amsterdam Amstelland en Zaanstreek Waterland. Hanneke Vrielink (directeur Cordaan Jeugd) namens de werkgroep 4-12jaar 16 november 2015 Advies t.a.v. Inkoop van specialistische zorg voor de leeftijdsgroep 4-12jr
In essentie vinden wij (ca 25 professionals uit de verschillende domeinen), dat elk kind (tussen de 4-12jaar) dat een verwijzing naar intensieve zorg krijgt, recht heeft op een gezinstaxatie, gezinsindicatie en de goede uitvoering van een gezinsplan. Wij adviseren de gemeente om bij hun inkoop 2017 vorm te geven aan onderstaande zaken: Gezinstaxatie Voor de leeftijdsgroep 4-12jr vinden wij dat ‘het gezin’ als uitgangspunt moet worden genomen voor de (jeugd)hulp, en niet de aangelemde jeugdige oog voor de krachten en problemen van alle gezinsleden. Wij vragen de gemeenten te sturen op het uitvoeren van een gezinstaxatie door de wijkteams (jeugd en volwassenen integraal kijkend) of gevraagd aan de specialistische (jeug)hulp. Er zijn verschillende vormen van gezinstaxatie voorstelbaar/ beschikbaar, wij spreken geen voorkeur uit maar vragen wel dat wanneer verschillende wijkteams/ wijkteam medewerkers bij het gezin betrokken zijn zij een manier vinden om een geïntegreerde gezinstaxatie te maken samen met het gezin zelf en ook zichtgevend op mogelijke informele ondersteuning. Een gezinstaxatie voorkomt dat met individuele problematiek aan de slag wordt gegaan in de specialistische zorg terwijl het systeem er niet klaar voor is of de inzet wellicht zelfs contra-effectief is. De gezinstaxatie moet ook zorgen voor een heldere
probleemsamenhang waarmee kan worden voorkómen dat onnodig veel probleemgebieden tegelijk worden aangepakt en effectief wordt ingestoken. Gezinsindicatie Wij vragen de gemeenten het mogelijk en makkelijk te maken om de gezinstaxatie om te zetten naar een gezinsindicatie waarin verschillende financieringsvormen samenkomen in één budget. Op zijn minst de gemeentelijke financieringen. Daarnaast vragen we een actieve bepleiting van de gemeenten bij de zorgverzekeraars en zorgkantoren om deze manier van werken en financieren mogelijk te maken. Tevens is sturing op hoe passend onderwijs (en de gelden die hiermee gemoeid zijn) hierbij aansluiting kan vinden van groot belang. Een gezinsindicatie zal het betrokken gezin en de bij hen betrokken professionals (en informele zorg) meer dan tevoren verbinden. Dit doordat de onderlinge verhoudingen/ impact tussen de gezinsleden wordt meegenomen in de afweging wie wanneer welke ondersteuning kan worden ontvangen. Dit voorkomt ineffectieve zorg en perverse prikkels aan de zorgbieders (eigen budget opmaken) en het bevordert de interdisciplinaire intervisie.
Werkgroep 4-12 jarigen Gezinsplan De gezinsindicatie vanuit verschillende financieringsvormen moet leiden tot een integraal gezinsplan, waardoor handelingsgericht de beste generalistische en specialistische begeleiding en behandeling kan worden geboden op het moment dat het volgens het gezin en de gezamenlijke professionals het meest effectief voor het totale systeem zal zijn. Met hierin de veiligheid van het kind uiteraard voorop. Belangrijk is dat indien mogelijk het gezin zelf de regie heeft over de opbouw van het plan en de omzetting naar de uitvoering. Wanneer dit in voorkomende gevallen niet mogelijk is (tijdelijk of levenslang), zal specifiek ondersteuning op deze regie moeten kunnen worden geboden (los van de zorg zelf). Dit kan door de wijkteams gebeuren, een levenscoach (a la de levenscoach voor mensen met autisme) of door een specialistische zorgaanbieder. Een gezinsplan gaat over niet ‘naast’ elkaar werken maar ‘met’ elkaar ieder van uit het eigen werkterrein. Een gezinsplan moet het gezin meer overzicht geven en samenhang laten ervaren tussen alle activiteiten die in het gezin als systeem en t.b.v. de individuen plaatsvindt. Deze (psycho)educatie leidt tot inzicht en acceptatie waardoor behandeltrouw zeer waarschijnlijk wordt verhoogd (b.v. omdat het ook de andere gezinsleden bevoordeelt). Ook zullen behandelaren en begeleiders geen/ minder tegengestelde signalen afgeven doordat voor allen het doel uit het gezinsplan altijd onderdeel is van de specifieke behandel/ begeleidingsdoelen die men op dat moment uitvoert. En kan men elkaar beter bevragen op effectiviteit tijdens de afstemmingsmomenten waarin verantwoording naar het gezin en de financiers wordt afgelegd. Specialistische zorg In de hulpverlening aan 4-12 jarigen zijn flexibiliteit en maatwerk belangrijk. De organisaties voor specialistische jeugdhulp werken nauw samen met de wijkteams en bieden hulp aanvullend op de wijkteams. Dit betekent o.a. dat de specialistische jeugdhulp zo kort als mogelijk en zo lang als nodig ingezet wordt. En ook dat medewerkers van specialistische jeugdhulp soms korte tijd samen oplopen met een medewerker van een wijkteam, zodat deze daarna weer zelfstandig met het gezin verder kan. Het is dus een kwestie van op- en afschalen. Hiervoor is het nodig dat er korte lijnen zijn tussen de wijkteams en de instellingen voor specialistische jeugdhulp. Hiervoor is het ook nodig dat instellingen voor specialistische jeugdhulp hun expertise op maat kunnen inzetten, los van bestaande programma's en interventies. De expertise zit nu nog te veel in duidelijk omschreven programma's met een vaste prijs, terwijl het soms alleen nodig is om delen van een programma of interventie in te zetten. Het op maat werken en het steeds kunnen opschalen en afschalen vraagt om een eenvoudigere financieringssystematiek. Uithuisplaatsing van kinderen willen we zo veel mogelijk voorkomen. Als we kinderen in deze leeftijdsgroep uithuisplaatsen, zal een aanzienlijk deel tot hun 18e jaar uithuisgeplaatst worden met alle bijbehorende kosten. In de richtlijn uithuisplaatsing voor jeugdhulp en jeugdbescherming van het NJI in opdracht van de beroepsverenigingen wordt aangegeven dat intensieve ambulante hulp effectief is bij het voorkomen van uithuisplaatsing als één vaste hulpverlener 8-10 uur per week beschikbaar heeft voor het gezin. Andere literatuur suggereert weer dat deze intensieve ambulante hulp in ieder geval voor een half jaar geboden moet worden, voordat tot uithuisplaatsing wordt overgegaan. Nog los van wie die intensief ambulante hulp biedt (wijkteams of specialistische hulp) moeten de gemeenten bij de inkoop zich ervan vergewissen dat zij voldoende capaciteit hiervoor inkopen. Dit bespaart veel kosten, zeker als je één hulpverlener inzet in een gezin met meerdere kinderen, die anders allemaal uithuisgeplaatst zouden worden. Onze indruk is dat er op dit moment onvoldoende intensief ambulante capaciteit beschikbaar is, omdat de wijkteams deze intensiteit van hulp niet bieden en de (voormalige) intensief ambulante capaciteit van de organisaties voor specialistische jeugdhulp grotendeels in de wijkteams terecht is gekomen.
Werkgroep 4-12 jarigen
De ambulante hulp voor de doelgroep 4-12 jaar zou volgens ons in de vorm van een 3trapsraket moeten worden vormgegeven, namelijk ambulante hulp door de wijkteams, intensief ambulante hulp (ofwel door de wijkteams, maar waarschijnlijker door de specialistische jeugdhulp)+ flexibel inzetbare logeermogelijkheden en tenslotte gezinsFACT. Ook aan deze intensief ambulante hulpvormen hangt een prijskaartje, maar dit weegt niet op tegen de kosten die gemaakt worden bij uithuisplaatsing. Het is belangrijk om tijdig de juiste vorm van ambulante hulp in te zetten.
GezinsFACT (breder dan leeftijd 4-12jr) Kinderen worden bedreigd in hun veiligheid en hun ontwikkeling wanneer hun ouders meerdere langdurige problemen hebben (multiproblem gezinnen) én zij de zorg en de ondersteuning die wordt geboden niet (adequaat) accepteren. Wanneer er sprake is van multiproblem gezinnen die niet openstaan voor ondersteuning/ zorgmijders , zou het gezinsplan moeten kunnen worden verzwaard naar een gezinsFACT. Bij een gezinsFACT is een multidisciplinair team betrokken, dat outreachend bemoeizorg kan bieden en ook in (tijdelijke) crisissituaties bevoegd is om zelfstandig te handelen richting alle gezinsleden. Onderwijs-Zorg arrangementen Vooral bij gezinnen met meerdere kinderen op verschillende scholen is afstemming van de in de klas begeleiding/ behandeling en de thuisadviezen/ gezinsbegeleiding een uitdaging. Wij vragen de gemeenten de scholen en Jeugd-wijkteams alert te maken/ te verplichten om per gezin één Jeugdwerker (OKA of anderszins) de vertaling van gezinsbegeleiding en individuele kind begeleiding/ behandeling laten doen – twee kanten op. De kern van de verbetering is dat voor de effectiviteit van adviezen OKA één vertegenwoordiger naar gezin en andere OKA en vv. Wanneer dit goed gebeurt, zal het effect op de specialistische zorg een vermindering van inzet zijn Wij adviseren om heldere onderwijs-zorgarrangementen OZA’s te beschrijven waar de verschillende zorgaanbieders van deze regio aan meewerken zodat voor onder andere de OKA helder is welke arrangementen er aangeboden kunnen worden en wat de kosten daar ongeveer van zijn. Hierbij heeft het sterk de voorkeur dat er gebruik gemaakt zal worden van zoveel mogelijk evidence based (effectief bewezen) behandelmethodieken. Financiën Wij adviseren de gemeenten samen met de specialistische zorgaanbieders een inkoopmodel te ontwikkelen dat samenwerking stimuleert en de administratielast tot een minimum beperkt. Zorgpaden/ arrangementen waarin verschillende aanbieders (evt. onder regie van een casusregisseur) hun specifieke bijdrage als puzzelstuk in het integrale gezinsplan kunne leveren. Daarnaast adviseren wij dat de eigen bijdrage voor kwetsbare gezinnen in bepaalde (nog vast te stellen) situaties is over te nemen door de gemeenten, met als doel de ouders er toe te bewegen specialistische zorg in te zetten t.b.v. hun kind (en zichzelf) Daarnaast adviseren wij t.b.v. de inkoop 2018 een financiële analyse te maken van de specialistische zorguitgaven voor 2015 en in 2016. Op basis van deze analyse kan bv. voor de top 5% besteding (doelgroep, behandelvorm, …) een innovatie/besparingsopdracht worden geformuleerd. Voorbeelden in de GGZ zijn aanwezig waar de top 5% duurste DBC’s is omgevormd om meer minder dure DBC’s te kunnen bieden (en dus meer kinderen te kunnen helpen). Te ontwikkelen door de zorgaanbieders
Werkgroep 4-12 jarigen • Meer groepsgerichte trainingen • Flexibel logeren (respijtzorg om mantelzorgers/ gezinsleden te ontlasten) • Klein aanbod dat precies een puzzelstukje is —> niet alleen de ‘grove diensten'
Werkgroep 4-12 jarigen Reactie Jeugdplatform op het advies: Prettig om te lezen dat actieve betrokkenheid van gezinnen / gezinsleden wordt bepleit bij zowel het opstellen van een integrale gezinstaxatie als bij de regie over opbouw en uitvoering van gezinsplannen. Regie van gezin / gezinsleden bij gezinsplannen kan geoptimaliseerd worden door: 1. Reeds bestaande capaciteiten van gezin / gezinsleden te erkennen en aan te sluiten bij bestaande capaciteiten om regie te voeren: "waar mogelijk" ipv "indien mogelijk" + "wanneer dit in voorkomende gevallen niet mogelijk is..." verbreden naar "wanneer dit in voorkomende gevallen (nog) niet (voldoende) mogelijk is..." 2. Gezin / gezinsleden ook te betrekken bij (tussentijdse) evaluaties van de uitvoering van het gezinsplan: "...over de opbouw van het plan en de omzetting naar de uitvoering" verbreden naar "...over de opbouw van het plan, de omzetting naar de uitvoering, en de periodieke evaluatie en bijstelling van de uitvoering" 3. “Ondersteuning / begeleiding op maat bij het voeren van eigen regie” toevoegen aan taakstelling van zorgbieders bij het laatste onderdeel van het advies (zie: Te ontwikkelen door de zorgaanbieders)