Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan!
6
juni 2013
Tot 18 jaar altijd recht!
Om ma en pa niet alleen te laten opdraven voor alle kosten trachten vele jongeren zelf wat euro’s extra te verdienen. Ze klussen bij in de vakantie of hebben een job tijdens het schooljaar. Beschikken over wat zakgeld komt immers altijd van pas. Is het niet fijn om er eens lekker op uit te trekken of het zoveelste sms’je te kunnen sturen zonder telkens op zoek te moeten gaan naar geldschieters. Of is het niet verdienstelijk om op die manier eigen studies te helpen bekostigen.
Tot 31 augustus van het kalenderjaar waarin je kind 18 wordt, krijg je onvoorwaardelijk kinderbijslag. Het speelt dan ook geen rol of je kind al dan niet school loopt of werkt of beide combineert. Ann, geboren op 25 maart 1995, volgt voltijds onderwijs. In oktober 2012 vindt ze een toffe job telkens op woensdagnamiddag en in de weekends. Ze werkt 85 uren per maand, goed voor 600 euro. Ann wordt pas 18 in maart 2013, dus betalen wij in ieder geval tot augustus 2013 kinderbijslag. Vanaf september 2013 is haar recht op kinderbijslag onderworpen aan een aantal bijkomende voorwaarden.
Maar opgelet, een dergelijke tewerkstelling kan als gevolg hebben dat het recht op kinderbijslag verloren gaat. Anderzijds kan een werkzoekende schoolverlater in zijn wachttijd evengoed een centje bijverdienen zonder sowieso zijn rechten te verliezen.
Thibault is op 12 januari 2013 18 geworden. Sedertdien volgt hij geen lessen meer en werkt hij gedurende 30 uren per week met een gewone arbeidsovereenkomst. We hebben voor Thibault kinderbijslag betaald tot augustus 2013.
We willen er op wijzen dat sinds oktober 2005 de regelgeving drastisch is gewijzigd. Exit de klassieke 80-urennorm, voortaan bekijken we het per kwartaal: tot 240 uren kan, specifieke studentenarbeid inclusief, dus daarvoor geen prerogatieven meer. Met deze brochure willen we alle informatie geven nodig om je rechten op kinderbijslag te behouden, ook als je kind wat bijverdient.
18 jaar en jonger dan 25 Is je kind tussen 18 en 25 en (thesis)student, stagiair, op leercontract of werkzoekende, dan kan je verder aanspraak maken op kinderbijslag.
INFO Mindervalide kinderen kunnen aanspraak maken op kinderbijslag tot 21 jaar. Onder welke voorwaarden dit te combineren is met een tewerkstelling, leest u in onze Accent nr. 3 “Mindervalide kinderen en gezinsbijslag”. U kunt deze downloaden via onze website acerta.be
2
Studenten De voorwaarden om bij te verdienen verschillen naargelang je kind voltijds dan wel deeltijds onderwijs volgt.
Wat verstaan we onder voltijds onderwijs? Vanaf september van het jaar waarin een jongere 18 wordt, eindigt het onvoorwaardelijk recht en zijn verdere toekenningen geconditioneerd. Waarbij de wettelijke criteria niet dezelfde zijn voor hoger als voor niet-hoger onderwijs. Enige vereiste voor niet-hoger onderwijs is minstens 17 uren les volgen per week. Waarbij lessen gegeven na 19 uur niet langer zijn uitgesloten. Dit geldt ook voor secundair onderwijs sociale promotie en voor tweedekansonderwijs. Hoger onderwijs onderging met de Bamastructuur een volledige gedaanteverwisseling. Les volgen is daar voortaan niet langer het enige criterium, wel de globale studiebelasting, uitgedrukt in studiepunten. Minimum zijn er 27 nodig, bovendien moet de inschrijving tijdig zijn, d.w.z. plaatsvinden vóór 1 december. De spreiding van die studiepunten per semester doet er niet
3
toe, bovendien kunnen inschrijvingen voor meerdere opleidingen, zelfs aan meerdere onderwijsinstellingen. Voorbeeld: • een student schrijft zich op 13 november in voor 10 studiepunten en in het 2e semester bijkomend voor 20 studiepunten: de minimumnorm is bereikt en de kinderbijslag zal retroactief worden toegekend voor het volledig academiejaar; • zelfde scenario maar pas een eerste inschrijving op 8 december, dus laattijdig: GEEN recht voor het volledige academiejaar, maar pas vanaf de maand na de inschrijving, met name vanaf januari. Ook onderwijs in het buitenland komt in aanmerking voor zover het om erkend onderwijs gaat. En anders zijn minstens 17 uren les vereist of 27 studiepunten. Situeert zich dat buiten de EER en wordt er geen studiebeurs toegekend, noteer dan dat er bovendien -al naargelang de specifieke situatie- een algemene of individuele ministeriële afwijking nodig is om de territorialiteitsvoorwaarde ingevuld te zien. Doctoreren op zich geeft geen recht op kinderbijslag, wel als dit gecombineerd wordt met doctoraatsopleidingen van minstens 27 studiepunten.
juni 2013
De voltijdse student gaat werken De combinatie van voltijds studeren en werken kan, zowel voor hoger als voor niet-hoger onderwijs: • tijdens het 1e, 2e en 4e kwartaal -> mits de tewerkstelling dat kwartaal niet meer dan 240 uren beloopt, • tijdens het 3e kwartaal (juli t+m september) -> onbeperkt behalve de laatste zomervakantie, • tijdens de laatste zomervakantie -> mits de tewerkstelling dat kwartaal niet meer dan 240 uren beloopt. Deze kwartaalnorm wordt gecontroleerd door middel van de DMFA-berichten
LET WEL! Spelen voor de kinderbijslag de verdiensten van de student geen rol, deeltijds onderwijs buiten beschouwing gelaten, voor de fiscus daarentegen is dit wel van belang. Ouders genieten immers van een belastingsvermindering voor kinderen die zij fiscaal ten laste hebben. Voorwaarde hiervoor is evenwel dat het inkomen van je kind bepaalde grenzen niet overschrijdt. Zo mogen voor 2013 (aanslagjaar 2014) de nettobestaansmiddelen van een kind van een gehuwd koppel niet meer dan 3 070 euro op jaarbasis bedragen, wil het nog fiscaal ten laste blijven. Een kind van een alleenstaande mag iets meer verdienen, namelijk 4 440 euro netto belastbaar op jaarbasis. Het nettojaarinkomen waarover hier sprake stemt overeen met het brutojaarloon verminderd met sociale bijdragen en de gemaakte onkosten, forfaitair of bewezen. Onderhoudsgelden ten belope van 3 070 euro die kinderen van gescheiden ouders ontvangen, worden niet meer in rekening gebracht bij de bepaling van het netto-inkomen, evenmin als bezoldigingen uit studentenarbeid tot 2 560 euro. Wanneer het netto belastbaar jaarinkomen van de student niet meer dan 7 270 euro bedraagt, moet hij zelf geen belastingen betalen.
4
Werkt je kind met een arbeidsovereenkomst voor studenten bedoeld in de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978, dan blijven je rechten op kinderbijslag niet langer a priori gegarandeerd. In dergelijke overeenkomst die schriftelijk dient afgesloten, zijn verplicht een aantal vermeldingen op te nemen: de benaming ‘studentenovereenkomst’ zonder meer volstaat niet. Zo dient er buiten de verwijzingen naar de identiteit van werkgever en student onder meer verplicht melding gemaakt van duur van de overeenkomst, plaats van uitvoering, arbeidsduur, loon en tijdstip van uitbetaling. Waar vroeger zo’n specifiek studentencontract niet het minste obstakel opleverde voor zover voor maximum zes maanden afgesloten, maakt de kwartaalnorm van 240 uren niet langer nog enig onderscheid naargelang de aard van het contract. Vanaf 1 oktober 2005 is dit. Tom is 19 en wil een centje bijverdienen. Van 1 november 2004 tot 31 maart 2005 werkt hij met een studentenovereenkomst gedurende 90 uren per maand en ontvangt hiervoor maandelijks 585 euro. De ouders van Tom ontvingen ononderbroken kinderbijslag, ook voor de maanden november tot maart, daar Tom een studentenovereenkomst aanging wat geen beletsel vormde. Laat nu diezelfde situatie zich twee jaar later voordoen, dan zit het nog wel goed voor het 4e kwartaal 2006, doch niet meer voor januari, februari en maart 2007 wegens overschrijden van de 240-urengrens.
Tijdens de zomervakantie mag je kind onbeperkt werken: het soort arbeidsovereenkomst, het aantal uren of de verloning zijn hierbij van geen enkel belang. Zolang men verder studeert blijft het recht tijdens het volledige 3e kwartaal zonder meer doorlopen. Voor niet-hoger onderwijs blijft tevens vereist dat men regelmatig verder les volgt vanaf het einde van de paasvakantie. Volgt je kind het volgend schooljaar geen lessen meer, dan heb je in principe nog recht op kinderbijslag gedurende de zomervakantie zoals bepaald door de onderwijsinstelling die je kind verlaten
heeft. Dit is uiterlijk 30 september voor hoger onderwijs en 31 augustus voor ander onderwijs. De zomervakantie mag 120 kalenderdagen niet overschrijden. De lessen stoppen op het einde van een schooljaar betekent dus niet zonder meer geen recht meer de daaropvolgende vakantie, zelfs bij een (definitieve) tewerkstelling. De 240-urennorm zal hieromtrent uitsluitsel verstrekken. Zo zal een afgestudeerde die definitief aan de slag gaat op 18 augustus het ganse 3e kwartaal rechtgevend blijven, welke ook zijn loon is, want de kwartaalnorm is niet overschreden.
5
juni 2013
Virginie is 21, volgt toerisme aan de hogeschool en wil in de zomervakantie het Toscaanse binnenland gaan verkennen. Om haar reis te bekostigen gaat ze in maart de ganse maand als interim aan de slag à rato van 160 uren. De kwartaalnorm is niet overschreden, wat betekent dat de kinderbijslag ongehinderd doorloopt, ook voor maart. Voor het bereiken van die 240-urengrens zijn de DMFA-gegevens bepalend. Hierbij zal alleen rekening gehouden worden met effectieve arbeidsdagen, dus geen betaalde feestdagen, verlofdagen en ziekteperiodes, gedekt door gewaarborgd loon. Oefent je kind tijdens de studies een zelfstandige activiteit uit, dan ook mag deze activiteit niet meer dan 240 uren in beslag nemen. Aangezien we hiervan geen DMFAgegevens ontvangen, zal een verklaring van betrokkenen volstaan. Sofie is 20 en volgt les aan de universiteit. Begin 2006 beslist ze wat bij te klussen en tekent een arbeidsovereenkomst van 3 maanden in een snackbar: 79 uren in januari en februari, 100 in maart. Waar zij vroeger enkel haar kinderbijslag zag opgeschort voor maart, verliest zij nu het ganse kwartaal! Wout is 23 en hogeschoolstudent. Hij beslist wat bij te klussen en tekent een arbeidsovereenkomst van twee maanden in taverne De Volle Pint voor een job van 85 uren , zowel in oktober als in november. Vroeger had Wout in de gegeven omstandigheden die twee maanden kinderbijslag gemist wegens overschrijding van de 80-urennorm. Nu loopt dankzij de kwartaalnorm zijn recht ononderbroken door.
De voltijds student onvangt een uitkering Ontvangt je kind een sociale uitkering wegens ziekte of arbeidsongeval, dan vormt dit geen beletsel voor de toekenning van de kinderbijslag voor zover deze uitkering voortvloeit uit een toegelaten tewerkstelling. Werkloosheids- of wachtuitkeringen vormen wel een absoluut beletsel, net als loopbaanonderbreking trouwens. Met andere woorden, geen recht meer die ganse maand, zelfs al situeert de eerste uitkering zich helemaal op het eind van de maand. Wat dient verstaan onder “toegelaten” tewerkstelling? Hiervoor richten wij ons naar het kwartaal voorafgaand aan dat waarin de sociale uitkering voor het eerst werd toegekend. Dit wil zeggen: toetsen aan de 240-urennorm, het 3e kwartaal uitgezonderd want dan sowieso goed. Voorbeeld: • een student klust bij, een gans jaar door, 90 uur per maand; overkomt hem een ongeval waarvoor hij vanaf 10 december vergoed wordt, loopt de kinderbijslag gewoon door: referteperiode is hier het derde kwartaal en voor een student is dit sowieso goed; • speelde zich eenzelfde scenario af 10 juni, dan worden de betalingen opgeschort wegens het overschrijden van de 240-urengrens het voorafgaandelijk, 1e kwartaal. OCMW-steun staat de toekenning van de kinderbijslag dan weer niet in de weg. Bepaalde tegemoetkomingen zoals studiebeurzen die als doel hebben gemaakte onkosten te dekken en waarop geen RSZ verschuldigd, zijn toegelaten. Zijn er wel RSZ -bijdragen verschuldigd, dan wordt dit gelijkgesteld met een winstgevende activiteit en gaat de 240-urennorm spelen. Voor de beursstudent in het buitenland waar de RSZ-onderwerping niet als criterium kan gehanteerd, zal een beurs een beletsel vormen als die in feite een vergoeding voor geleverde diensten betekent of er sprake is van een vermomd arbeidscontract.
6
De thesisstudent Wie zijn studies heeft afgerond maar nog werkt aan een eindwerk (geen doctoraat) vereist voor het behalen van een diploma, heeft nog recht op kinderbijslag voor een periode van maximum één jaar. Die periode begint na de zomervakantie en eindigt op de dag dat de thesis wordt ingeleverd. Er zijn geen vakantieperiodes. De thesisstudent kan nog wat bijverdienen, als hij maar niet meer dan 240 uren presteert per kalenderkwartaal.
Wat verstaan we onder deeltijds onderwijs? Het gaat hier om diverse vormen van secundair onderwijs met een beperkt leerplan waarbij vorm en voorwaarden verschillen voor de Vlaamse, Franse of Duitse gemeenschap. Kenmerkend voor het “deeltijds beroepssecundair onderwijs’’ is de koppeling van een beperkte theoretische vorming aan praktijkgerichte werkervaringen via een deeltijdse arbeidsovereenkomst die echter niet altijd verplicht is. Voor jongeren met een eerder praktische aanleg is deze combinatie van werken en leren bijzonder in trek. Voor je niet meer leerplichtige kind dat deeltijds onderwijs volgt, heb je dan ook recht op kinderbijslag.
Indien het brutoloon of de sociale uitkeringen niet meer dan 520,08 euro per maand bedragen, blijft het recht op kinderbijslag behouden. Dit grensbedrag is van toepassing vanaf 1 december 2012. Deze inkomensnorm geldt zowel tijdens het schooljaar als tijdens de vakantie. Voor deze vorm van onderwijs blijft de combinatie met wachtuitkeringen voor schoolverlaters mogelijk voor zover hierdoor het toegelaten grensbedrag niet overschreden wordt. De deeltijdse student heeft recht op kinderbijslag tijdens de zomervakantie voor zover de lessen regelmatig gevolgd sedert het einde van de paasvakantie.
7
Freya is 19 en volgt haartooi in het deeltijds onderwijs. Ze gaat 2 dagen per week naar school en werkt 3 dagen in een kapsalon. Maandelijks werkt Freya 75 uren waarmee ze 620 euro verdient. Haar loon overschrijdt het toegelaten grensbedrag, dus gaat het recht op kinderbijslag verloren.
juni 2013
Stagiairs
Leerlingen
In het niet-hoger onderwijs worden stages met lesuren gelijkgesteld indien het volbrengen ervan een voorwaarde is om een wettelijk diploma te behalen. In dit geval blijft het recht op kinderbijslag behouden. De lonen of vergoedingen voor een dergelijke stage mogen per maand niet meer bedragen dan 520,08 euro.
Bij een leerovereenkomst engageert een leermeester zich om een leerling zijn beroep aan te leren. De leerling volgt een praktijkopleiding in de zaak van het ondernemingshoofd. De leerovereenkomst staat onder controle van een centrum voor middenstandsopleiding, waar de leerling één dag per week een theoretische opleiding volgt. Er zijn geen schoolvakanties: de theoretische opleiding wordt gestaakt terwijl de praktische opleiding gewoon verder doorloopt. Sluit een leerling een overeenkomst af met zijn ouders, dan spreekt men van een leerverbintenis; verder zijn de voorwaarden identiek aan deze die gelden voor de leerovereenkomst.
Wie na de studies stage doet om een titel te verwerven nodig om volwaardig zijn intrede te kunnen maken in het desbetreffend beroep zoals advocaat en architect, kan voor die stageperiode geen aanspraak maken op kinderbijslag. Daarnaast kan een jongere nog stage lopen om in een openbaar ambt te worden benoemd: daarvoor wordt dan weer wel kinderbijslag toegekend. Een openbaar ambt is elk ambt waarbij een burger op permanente wijze deelneemt aan de uitoefening van de openbare macht. Hier gaat het om kandidaat-gerechtsdeurwaarders, notarissen en landmeters/schatters waarbij de stage een voorwaarde vormt voor de benoeming. Wel is het zo dat je kind voor een dergelijke stage geen vergoeding of loon mag genieten. Buiten de stage is een winstgevende activiteit toegelaten indien die niet meer dan 240 uren per kwartaal beloopt. Ziektevergoeding is geen beletsel wanneer die voortvloeit uit zo’n tewerkstelling. Bij ontvangst van een uitkering wegens beroepsloopbaanonderbreking of werkloosheid komt de kinderbijslag daarentegen wel te vervallen.
Met een erkende leerovereenkomst of -verbintenis heeft je kind recht op kinderbijslag voor zover het brutoloon en/ of sociale uitkering per maand het grensbedrag niet overschrijdt. Dat bedraagt sedert 1 december 2012 520,08 euro. Een industriële leerovereenkomst geeft op zich geen recht op kinderbijslag. Wel kan zo een leerovereenkomst gecombineerd worden met deeltijds onderwijs waardoor er alsnog aanspraak kan gemaakt worden op kinderbijslag. Het inkomen waarover hier sprake betreft de brutowedde in aanmerking te nemen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen, inclusief eventueel gratis maaltijden. Verplaatsingskosten en kledingvergoeding worden echter buiten beschouwing gelaten evenals vakantiegeld. Bovendien moet de brutobezoldiging van de leerovereenkomst samengeteld worden met eventuele inkomsten uit elke andere activiteit. Het totaal daarvan mag het maandelijks grensbedrag niet overschrijden.
M ee r info
t
Over de erkenning van een leerovereenkomst kunt u meer lezen in onze Accent nr.1 “Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad”. U kunt deze downloaden via onze website acerta.be
8
Guy is 19 en ziet het wel zitten om als bakker aan de slag te gaan. Hij sluit een leerovereenkomst af met de bakker om de hoek. Hij krijgt maandelijks 423 euro uitbetaald. Voor Guy is er ononderbroken recht op kinderbijslag. Op zaterdag helpt hij ook in de bakkerij van zijn nonkel. Hij ontvangt hiervoor 125 euro per maand. Omdat het totale loon van Guy het grensbedrag overschrijdt, verliest hij dan ook zijn recht op kinderbijslag.
Werkzoekenden Voor een schoolverlater kan je nog kinderbijslag krijgen gedurende de beroepsinschakelingstijd (vroeger “wachttijd” genaamd) voor zover je kind studies of een leertijd beëindigd heeft en zich tijdig inschrijft als werkzoekende bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Dit betreft VDAB voor Vlaanderen, ORBEM in Brussel en FOREM in Wallonië en Duitstalig België. Voor een 18-jarige duurt de wachttijd 360 kalenderdagen. Bijkomende voorwaarde is evenwel dat het kind beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt en bijgevolg een passende dienstbetrekking niet mag weigeren.
Is je kind werkzoekende, dan blijft voor het 3e trimester het recht doorlopen zolang er die periode ofwel geen sprake is van een tewerkstelling van meer dan 240 uren ofwel het bruto maandloon niet hoger ligt dan 520,08 euro. Nadien en dit voor de rest van de wachttijd is uitsluitend het maandloon bepalend. Het ontvangen van een sociale uitkering wegens arbeidsongeschiktheid staat de toekenning van kinderbijslag niet in de weg indien die maximaal 520,08 euro bedraagt.
Noteer dat de maand waarin hij voor het eerst een beroepsinschakelingsuitkering (vroeger “wachtuikering” genaamd) ontvangt het recht behouden blijft voor zover het grensbedrag van 520,08 euro niet is overschreden. Of hij nog aanspraak kan maken op kinderbijslag voor de maand waarin hij definitief begint te werken hangt af van zijn loon die maand: meer dan 520,08 euro betekent geen recht meer die maand zelf. Tenzij de tewerkstelling al opstart in de loop van het 3e trimester. Dan kan betrokkene zich beroepen op een dubbele hoedanigheid: die van (ex-)student voor wie de kwartaaluurnorm speelt en die van werkzoekende, voor wie het maandloon de toetssteen is. Het volstaat dat aan één van beide criteria is voldaan. Voorbeeld: • Serge studeerde af in juni, schreef zich meteen in als werkzoekende en had het geluk al op 17 augustus een contract van onbepaalde duur te kunnen ondertekenen; hij verdient zowel in augustus als in september meer dan 520,08 euro, waardoor hij in de hoedanigheid van werkzoekende niet meer aan bod komt als rechtgevende. • Als student evenwel bleef hij het 3e trimester onder de vooropgestelde kwartaalnorm van 240 uren, zodat hij op die basis nog wel zijn recht op kindergeld behoudt tot en met september.
9
De beroepsinschakelingstijd van 360 kalenderdagen vangt aan op 1 augustus volgend op het laatste schooljaar. Gaat het om een leerling, dan begint de beroepsinschakelingstijd te lopen de dag na het beëindigen van de leerovereenkomst. Wanneer studies niet beëindigd zijn vóór 1 juli of 1 augustus omdat de student een tweede zittijd heeft of nog als onderdeel van zijn studies een stage moet doorlopen, dan kan hij zich pas na afloop hiervan als werkzoekende laten inschrijven. De periode van 360 dagen begint dan pas te lopen de dag na de tweede zittijd of na het einde van de stage. Worden studies of leertijd onderbroken in de loop van het schooljaar, dan begint de termijn van 360 kalenderdagen te lopen de dag na de voortijdige stopzetting. Voor een thesisstudent neemt de wachttijd een aanvang de dag na de inlevering van de eindverhandeling; voor een kind dat een stage volgt om in een openbaar ambt te worden benoemd beginnen de 360 kalenderdagen te lopen de dag na het einde van de voorgeschreven stageperiode.
juni 2013
Als de jongere niet tijdig ingeschreven is, dan wordt de kinderbijslag als werkzoekende schoolverlater maar toegekend vanaf de maand na die van de inschrijving. De periode van 360 dagen wordt daarentegen wel berekend vanaf de dag dat je kind zich had moeten laten inschrijven, terwijl voor de RVA de wachttijd telt vanaf de werkelijke inschrijvingsdatum. Te laat inschrijven kan dus geld kosten. De rechten op kinderbijslag tijdens de beroepsinschakelingstijd blijven ook gevrijwaard wanneer de jongere in die periode ziek valt. Meer nog, als hij zich binnen de 5 werkdagen na het einde van de ziekte herinschrijft als werkzoekende, is het ook mogelijk kinderbijslag door te betalen voor het resterende gedeelte van de beroepsinschakelingstijd, analoog met de vigerende werkloosheidsreglementering. Zelfs wie zich ten gevolge van ziekte helemaal niet kon inschrijven als werkzoekende kan onder strikte voorwaarden rechtgevend blijven en dit sedert juli 2007. Voor een werkzoekende die in één van de vakantiemaanden werkt met een specifiek studentencontract, vrij van RSZ, zal de wachttijd van 360 kalenderdagen niet verlengd worden (in tegenstelling tot vroeger). Of de maand van de vakantiejob zelf goed is voor kinderbijslag hangt af van het al dan niet overschrijden van de kwartaalnorm. Omgekeerd zal de beroepsinschakelingstijd evenmin ingekort worden, wegens tewerkstelling in het voorafgaande schooljaar. Laura is 22 en studeert af op 30 juni, zij schrijft zich in als werkzoekende op 1 augustus. Acerta Kinderbijslagfonds kan nog gedurende 360 kalenderdagen kinderbijslag betalen, dus van 1 augustus tot en met 31 juli. Als zij op 28 juli haar eerste beroepsinschakelingsuitkering zou toegeschoven krijgen, betekent dat nog recht voor de maand juli, want onder het grensbedrag. Begint Laura op 15 november te werken en verdient zij meer dan 520,08 euro per maand, dan heeft zij geen recht op kinderbijslag meer voor de maand november. Werkt Laura van 15 november tot 15 februari met een maandelijks loon van meer dan 520,08 euro, dan heeft zij recht op kinderbijslag tot oktober, zal er geen recht zijn voor de maanden november tot en met februari en desgevallend weer wel voor maart t.e.m. juni en eventueel juli.
Yves is 20 en behaalt zijn diploma op 30 juni. De zomervakantie duurt tot 31 augustus. Hij is van plan om in september een specialisatiejaar te beginnen maar bedenkt zich in de loop van september. Gevolg daarvan is dat hij zich pas op 10 oktober als werkzoekende laat inschrijven. Bijgevolg is er op basis van de inschrijving in oktober maar recht op kinderbijslag vanaf november tot juli. Voor juli en augustus (voorafgaand aan de inschrijving) wordt er wel kinderbijslag uitbetaald omwille van de zomervakantie. Voor september en oktober gaat het recht op kindergeld echter verloren wegens laattijdige inschrijving als werkzoekende.
10
Overzicht per type onderwijs van toegelaten tewerkstelling of sociale uitkeringen, van toepassing vanaf september van het jaar waarin men achttien geworden is. Type onderwijs
Toegelaten tewerkstelling of sociale uitkering
Voltijdse student • niet meer dan 240 uren werken per kwartaal, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (idem voor een zelfstandige beroepsactiviteit)
• zijn studies nog niet beëindigd, onbeperkt werken het ganse derde kwartaal
• ontvangen van ziektevergoeding voortvloeiend uit een toegelaten tewerkstelling
Thesisstudent
• let wel: ontvangen van wachtuitkering of uitkering loopbaanonderbreking is niet toegelaten
• ontvangen van ziektevergoeding voortvloeiend uit een toegelaten tewerkstelling
• niet meer dan 240 uren werken per kwartaal, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst
Deeltijdse student • ontvangen brutoloon en/of sociale uitkering van maximum 520,08 euro/maand(*), dit geldt ook in de vakantiemaanden. Stagiair voor openbaar ambt
• niet meer dan 240 uren werken per kwartaal, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst
• ontvangen ziektevergoeding voortvloeiend uit een toegelaten tewerkstelling.
Stagiair als onderdeel van een studie
• let wel: ontvangen van vergoeding/loon voor stage zelf is niet toegelaten • ontvangen van vergoeding/loon voor stage zelf van maximum 520,08 euro/maand(*)
Leerling • totaal van ontvangen brutoloon leerovereenkomst en/of brutoloon andere arbeid en/of sociale uitkering mag maximum 520,08 euro/maand(*) bedragen (geen vakanties) Werkzoekende • het derde kwartaal: maximum 240 uren of een brutoloon van maximum 520,08 euro/maand ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst
• andere maanden: ontvangen brutoloon van maximum 520,08 euro/maand(*)
• let wel: ontvangen sociale uitkeringen toegelaten indien maximaal 520,08 euro/maaand.
(*) bedrag van toepassing vanaf 1 december 2012
11
juni 2013
Acerta Kinderbijslagfonds vzw
Accent
Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking.
is een inforeeks van Acerta over het sociaal recht.
Enig cijfermateriaal: -
meer dan 31 100 aangesloten werkgevers 147 100 rechthebbende gezinnen 264 600 rechtgevende kinderen circa 120 medewerkers
Deze reeks bevat de volgende brochures over de gezinsbijslag voor werknemers, uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds: nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad
Met deze Accent-brochures willen we diverse aspecten van de kinderbijslag toelichten. De regelgeving is evenwel vrij complex, niet in het minst voor studenten die tussendoor wat bijklussen. Bovendien vertoont de praktijk vele varianten. Deze brochure pretendeert dan ook geen absolute volledigheid. Voor meer informatie kan u altijd terecht in één van onze kantoren. Leg gerust uw concrete situatie voor aan onze medewerkers ter plaatse. Zij maken graag tijd voor u.
nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten
E-mailen kan uiteraard ook:
nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen
nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap
[email protected] nr. 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan! nr. 7 Geboorte- en adoptiepremie nr. 8 Sociale toeslagen U kunt deze downloaden via onze website.
Acerta Kinderbijslagfonds heeft kantoren in: 2610 Antwerpen-Wilrijk Groenenborgerlaan 16 tel. 078 15 92 99 fax 03 829 22 44
3000 Leuven Diestsepoort 1 tel. 078 15 92 99 fax 016 24 53 70
1020 Brussel BDC Heizel Esplanade PB 64 tel. 078 15 92 99 fax 02 773 16 30
5100 Namur-Jambes Chaussée de Liège 140-142 tel. 078 15 92 99 fax 081 25 06 20
Colofon
9000 Gent Opgeëistenlaan 8/202 tel. 078 15 92 99 fax 09 264 12 89
9100 Sint-Niklaas Industriepark Noord tel. 078 15 92 99 fax 03 780 74 47
Eindredactie: Ann Himschoot
3500 Hasselt Kunstlaan 16 tel. 078 15 92 99 fax 011 23 19 71
2300 Turnhout Patersstraat 100 tel. 078 15 92 99 fax 014 40 02 38
Redactie: Juridische Zaken KBF
Grafische realisatie: Communincations Acerta Verantwoordelijk uitgever: Paul Roosen BDC Heizel Esplanade PB 64 1020 Brussel
8500 Kortrijk Nijverheidskaai 3 bus 11 tel. 078 15 92 99 fax 056 26 67 59
Publicatiedatum: juni 2013
Bezoek onze site acerta.be
12
