WERKEN…. WIT OF ZWART ???
-----------------------------------------------------------------------------------------------Netwerknieuws no.46 Juni 2012
Geachte lezer, Deze brief staat in het teken van het wel of niet mogen werken van vluchtelingen. We beginnen de brief met een kort exposé over de Koppelingswet. Deze wet verbiedt o.a. dat vluchtelingen werken, terwijl ze in de procedure zitten. Ook een aantal ervaringsverhalen van voormalige vluchtelingen die vertellen wat het hen heeft gedaan om niet te mogen werken. Ongekuist, recht uit het hart. Dus daar kan hier en daar een taal‐ of stijlfoutje ingeslopen zijn. Maar we geven ook wat mogelijkheden om het leven van een asielzoeker meer draagbaar te maken. Wat zijn de voordelen voor de ongedocumenteerde zelf en voor Nederland (voor ons allemaal dus).
Wat is de Koppelingswet? De Koppelingswet is een wet die de positie van vreemdelingen zonder verblijfsvergunning of werkvergunning verduidelijkt en heeft als doel het illegaal verblijf in ons land te ontmoedigen. De Koppelingswet dankt haar naam aan het feit dat zij het recht op allerlei gemeenschapsvoorzieningen koppelt aan de vraag of iemand legaal in Nederland verblijft. In de wet staat dat vreemdelingen geen recht hebben op collectieve voorzieningen als ze niet over een verblijfsvergunning beschikken. Het gaat om voorzieningen als een bijstandsuitkering, huursubsidie en studiefinanciering. Daarnaast gaat het ook om ontheffingen, vergunningen en andere verstrekkingen. De controle van het verblijfsrecht gebeurt vrijwel altijd automatisch via het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS) van de vreemdelingenpolitie, dat is gekoppeld aan de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA).
Internationale vergelijking: Nederland meest beperkte voorzieningenbeleid Uit een vergelijking met de wet‐ en regelgeving en uitvoeringspraktijk met andere landen blijkt dat Nederland het meest strikte voorzieningenbeleid heeft voor vreemdelingen. In België hebben in de afgelopen jaren meer groepen vreemdelingen recht op opvang gekregen. In Frankrijk bestaat een algemeen grondwettelijk recht op opvang, dat ook voor vreemdelingen geldt. Bovendien kan het verblijf van minderjarige vreemdelingen er niet onrechtmatig zijn, waardoor zij altijd recht op opvang hebben. In Denemarken heeft de Immigratiedienst een zorgplicht voor alle vreemdelingen die er verblijven, los van de vraag of dat verblijf rechtmatig is. Het kan dus anders……
Automatische uitsluiting laat geen ruimte voor individuele belangenafweging Onder de uitgesloten vreemdelingen bevinden zich kwetsbare personen. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst, omdat het hen (nog) niet lukt reisdocumenten te verkrijgen. Of om minderjarigen, of om uitgeprocedeerde vreemdelingen met medische of psychische problemen. Als iemand langdurig en zonder uitzicht op verbetering in armoede op straat moet leven, kan dat leiden tot mensonwaardige situaties. Volgens het Europese
Hof voor de Rechten van de Mens heeft iedereen recht op bescherming van de menselijke waardigheid. Om vast te stellen of de menselijke waardigheid door het onthouden van opvang en andere voorzieningen in het geding komt, moet de staat in ieder individueel geval een zorgvuldige belangenafweging maken. Door de strikte toepassing van het koppelingsbeginsel en de opvangregelgeving gebeurt dat in Nederland niet altijd.
Aanbevelingen Om de wrijving tussen de Nederlandse uitvoeringspraktijk en Europese en internationale mensenrechten te verminderen en ook de spanningen tussen de gemeenten en de centrale overheid te reduceren, beveelt de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) het volgende aan: Continueer de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen die meewerken aan hun vertrek, ook als het ze niet lukt binnen de wettelijke termijn te vertrekken; Doe bij verzoeken om voorzieningen consequent recht aan Europese en internationale verplichtingen en biedt opvang en andere voorzieningen aan kwetsbare personen; Neem in de regels op dat minderjarige vreemdelingen altijd recht op opvang hebben; Neem in de Vreemdelingenwet op dat het koppelingsbeginsel niet van toepassing is op minderjarige vreemdelingen. Het volledige advies is te downloaden via de website van de ACVZ (www.acvz.org).
Ervaringsverhaal 1 WACHTEN, WACHTEN, WACHTEN….. Wat kost voor mij acht jaar wachttijd om in Nederland te mogen blijven. Het gaat over een zeer belangrijk thema in het leven van mensen (werk). Toen ik woonde in het asielzoeker centrum, ik had allen maar voor 3 manden recht voor werk (seizoen werk), en nu ik heb status wil werken maar geen werkervaring. Ik heb een gat in mijn CV van bijna meer dan 8 jaar! Dit afstand tussen mij in arbeid markt is de resultaat van jarenlang wachttijd van mijn procedure bij IND. Nu kan ik niet passende werk vinden en op de sollicitatiebrieven kreeg ik altijd negatieve antwoord. Ik dacht altijd dat de arbeid is niet allen nodig voor de economie maar ook voor de sociale relatie, waar kun je een goede kennis maken met de maatschappij en uiteindelijk het integratieproces gaat sneller en positief. LEVEN IN ASIELZOEKERSCENTRUM KAN BETER (Uittreksel van een artikel over een onderzoek door VU Amsterdam) De Nederlandse opvang van asielzoekers wordt door een sober uitgangspunt overheerst. Dat heeft grote gevolgen voor het leven van asielzoekers, tijdens maar ook na hun opvangperiode. Dat moet anders kunnen, zeker nu we een ander kabinet gaan krijgen. De humane benadering in asielzoekerscentra is in de knel geraakt. De situatie van asielzoekers is desastreus voor hun zelfbeeld en welbevinden.
Kan dat ook anders? Op basis van hun verhalen schetst het onderzoeksrapport ‘Kleine stappen van grote betekenis: een nieuw perspectief op humane opvang van asielzoekers’ van Floor ten Holder en Halleh Ghorashi een andere kijk op een menselijke opvang. Helaas blijken dat de soberheid van de opvang, de strikte uitgangspunten van de politiek en de enorme bureaucratie het bijna onmogelijk maken voor asielzoekers om hun aanvankelijk positieve instelling te behouden. Een humaner beleid begint met kleine stappen die van grote betekenis kunnen zijn: Benader asielzoekers vanuit de veelzijdigheid van hun identiteit. Spreek ze aan als vader, moeder, timmerman of ingenieur. Doe een beroep op hun talenten die van betekenis kunnen zijn voor hun leefomgeving. Nu worden zij vooral aangesproken op één aspect van hun identiteit, namelijk als asielzoeker met een negatieve beladenheid van 'non‐status'. Faciliteer het ontstaan van sociale verbindingen. Contacten zorgen voor steun en afleiding, maar kunnen ook nieuwe mogelijkheden zichtbaar maken. Contact via internet met familie en vrienden zorgt voor gemoedsrust in tijden van onzekerheid. Contact met de mensen buiten AZC's zorgt voor verbindingen, waarin nieuwsgierigheid centraal staat. Benut de mogelijkheden voor een zinvolle dagbesteding. Bewoners willen zich graag nuttig maken, ze willen iets betekenen voor hun omgeving en eigenaar zijn over hun dagelijks leven. Ze willen de taal leren, onderwijs volgen en werk verrichten. Humaner beleid: De humane benadering in de opvang zou ruimte moeten maken voor datgene wat veerkracht onder bewoners versterkt. Dat vraagt mensen te zien in hun volle potentie en niet alleen als 'onderdeel van hun asielprocedure'. WAT DOET HET WOORD ‘VLUCHTELING’ MET MIJ? Het eerste dat opkomt zijn beelden van mensen ‐ mannen, vrouwen en kinderen ‐ onafzienbaar veel, die weg moeten van hun plek waar ze wonen, alles achterlaten, het hoognodige meenemen, een heel onzekere toekomst tegemoet. Ze verliezen hun laatste houvast. Maar ze gaan. Er moet toch ergens op deze aarde een plek zijn om te wonen, te leven, om hun kinderen kansen te geven op eten, met een dak boven hun hoofd. Gewoon, een veilige plek om op te groeien. Beelden van mensenmassa’s, al te veel soms. Beelden van personen opeengepakt in kampen, zelfs daar nog niet veilig. De tv laat ze zien en horen. Maar ik ruik ze niet, ik kan ze niet aanraken. Ik kijk toe met verdriet in mijn hart om hun situatie, met afschuw, medelijden, verlangens, gebeden. Maar hun ervaringen, hun ontstellende onzekerheden, hun angsten: ik beleefde ze niet zélf. Maar hier, waar ik leef en leven mag, kom ik asielzoekers tegen als personen. Soms heel dichtbij. Ik kijk in hun ogen, ik voel hun handen, ik hoor hun woorden, een stuk levensverhaal, hun stilte en zwijgen…hun aarzelen en wachten. Ik voel in me opkomen een meeleven met hún eindeloos moeten wachten, hopen, toch weer wachten, teleurgesteld worden. Elke keer opnieuw. Zo verschrikkelijk lang duurt het, dat afhankelijk zijn van beslissingen van anderen. Ik mag soms even delen in hun radeloosheid, hun zoeken naar een uitweg, in hun sterke wil om te overleven, hun moed om te blijven zoeken, hun kracht om het zelf en met elkaar uit te houden. Die beroering laat me niet meer los. Machteloosheid slaat soms toe, tijdelijk… want hun overlevingsmoed geeft veel áán mij door: compassie, een zeker doorzettingsvermogen, relativering van oppervlakkigheden, bereidheid om te doen waar ik – samen met anderen – hier en nu aan werken kan. Mensen moeten wáárdig kunnen leven….. toch?
VOOR‐ EN NADELEN ALS EEN VLUCHTELING ZOU MOGEN WERKEN Wereldwijd zijn er ongeveer 15 miljoen vluchtelingen en 20 tot 30 miljoen ontheemden. Ontheemden zijn vluchtelingen binnen de eigen landsgrenzen. De meeste vluchtelingen blijven buiten Europa, want slechts 5 procent van alle vluchtelingen komt naar Europa. In Europa zijn er in totaal circa een half miljoen vluchtelingen (niet meegeteld de vluchtelingen die al een verblijfsvergunning hebben). Het is veel beter om deze mensen de mogelijkheid te bieden om legaal te werken door middel van een werkvergunning. Voor vluchtelingen in procedure: Er zijn op dit moment duizenden mensen in procedure, die wachten op de beslissing van de IND. De hele procedure neemt gemiddeld anderhalf jaar in beslag. Als de vluchteling al die tijd in een opvangcentrum verblijft en niets mag doen, dan is dat niet gunstig voor zowel de vluchteling als de maatschappij. De vluchteling krijgt dan alleen maar last van meer stress en agressie. Als vluchtelingen al die tijd aan studie of werk mogen besteden is dat veel beter. Als na de afloop van procedure de vluchteling een verblijfsvergunning krijgt dan krijgt de maatschappij een nieuwe burger die snel kan integreren en niet een stressvolle en agressieve persoon die geen zin meer heeft om in onze maatschappij te integreren. Voor mensen zonder papieren: Illegale buitenlanders zijn zij, die zonder toestemming in Nederland verblijven. Dat zijn vaak afgewezen asielzoekers, die echt niet terug kunnen naar het land waar ze vandaan komen. Zij duiken vaak onder. Het aantal illegalen in Nederland is niet te schatten, want illegalen gaan natuurlijk niet zeggen van: ´Hè ik ben illegaal´. Dat zou uiteraard dom zijn. Er is geschat dat het er zo’n honderdduizend zijn. De regering doet de laatste tijd heel veel om het illegale werk tegen te houden. Er is een wet aangenomen die ervoor moet zorgen dat de werkgever strenger bestraft wordt wanneer hij illegale mensen in dienst heeft. De meeste illegalen doen allemaal simpel werk omdat ze de taal niet goed kennen of analfabeet zijn. Om te overleven zijn de illegalen gedwongen om een baan te vinden en als dat niet lukt dan gaan ze in de criminaliteit, omdat ze geen andere keuze hebben kan criminaliteit alleen maar stijgen. Bovendien wordt er geen inkomstenbelasting betaald over zwart werk. Zwart werk
Mensen met een niet‐Nederlandse nationaliteit die werken, zonder dat zij daar een vergunning voor hebben, zijn goedkoper dan Nederlandse arbeidskrachten. Hierdoor kan concurrentievervalsing ontstaan. Bijvoorbeeld wanneer illegalen worden gekozen boven Nederlanders. Werkgevers die illegale werknemers in dienst hebben, laten deze meestal werken tegen een te laag loon en onder slechte arbeidsomstandigheden. Ook houden de werkgevers zich niet aan cao’s en betalen zij geen belasting en premies. Ziektekosten als gevolg van een bedrijfsongeluk worden dan niet vergoed. Bedrijven die illegale werknemers in dienst hebben riskeren een boete van € 8.000 per werknemer. Voor particulieren is die € 4.000.
Ervaringsverhaal 2 EEN VLUCHTELING WORDT DIER Toen ik op de basisschool studeerde, hoorde ik meerdere keren van verschillende leraren dat werk onderscheidt de mens van de aap. Met andere woorden dat degene die niet werkt langzamerhand wordt net als een dier. Het is bekend dat het leven van dieren bestaat uitsluitend uit eten, slapen en zorgen voor hun nakomelingen. Toen ik in Nederland kwam en hoorde dat ik niet mag werken was ik in eerste instantie verbaasd. Normaal gesproken het is altijd gunstig om mensen te laten werken zowel voor de economie als voor de maatschappij. Via deze weg krijgt de staat wat geld via de belastingen. Het is ook gunstig voor de economie (stijging van de koopkracht) en van de andere kant zijn mensen met iets bezig en kunnen zij zich tegelijkertijd ontwikkelen in allerlei richtingen. Maar het was niet zoals ik het had gedacht. Ik ben in Nederland al 8 jaar en in deze 8 jaren heb ik slechts 2,5 week legaal gewerkt. Toen mochten wij 12 weken per jaar werken en uitsluitend op een open terrein dus niet in een fabriek en/of kantoor. Zeven jaar geleden kon ik een baan vinden bij een boerderij en was aangenomen als een productiemedewerker. Na 2,5 week was ik ziek geworden en moest ik een week lang thuis blijven. Omdat de werkgever niet kon wachten tot ik beter werd, nam hij een andere jongen in mijn plaats aan. Het was seizoenswerk en hij kon niet wachten totdat ik beter werd. Dus dat was mijn eerste en laatste legale werkervaring in Nederland. Ik heb meerdere keren geprobeerd om een ander werk te vinden maar tevergeefs. De voorwaarden (slechts 12 weken per jaar en in een open terrein) en de woonplaats (het meeste AZC’s zijn gevestigd ergens tussen twee bossen) maakte het moeilij. Nu is de vraag: “Wat heb ik in de andere 7 jaar gedaan?” Omdat ik geen werk kon vinden “dankzij” de eisen van de IND besloot ik om te gaan studeren. Het was ook geen gemakkelijke zaak want de IND en het COA deden alles om dat te voorkomen want volgens hen moesten vluchtelingen eerst de beslissingen van de IND afwachten en dan pas denken over de toekomst. Maar het is me toch gelukt, dankzij de financiële steun van de stichting het “UAF” (de stichting voor vluchtelingstudenten). Maar voordat ik met de studie begonnen ben, heb ik bijna 4 jaar helemaal niets gedaan. Het enige wat ik deed in dat 4 jaar is namelijk eten, slapen, televisie kijken en elke maandag melden bij de Vreemdelingen Politie. Vier jaar lang samen met de andere bewoners van het AZC (circa 600 mensen) verrichtten wij dezelfde “activiteiten” (slapen, eten, televisie kijken en elke maandag melden bij de Vreemdelingen Politie). Toen ik van de buurman hoorde dat de Nederlanders, die in het nabije dorp woonden, ons AZC de dierentuin noemden, was ik helemaal niet verbaasd. Het was echt een dierentuin. Je kon waarnemen hoe mensen langzamerhand transformeren tot een dier. Gelukkig kreeg ik de kans om te gaan studeren en ik ben erg blij dat ik overdag niet meer hoefde in die “dierentuin” verblijven. Het enige wat ik begrepen heb, is dat zwakke mensen (zieke mensen, mensen die niet kunnen studeren en/of werken en/of zonder doorzettingsvermogen) de zwaarste klappen krijgen, dus net als in de dierenwereld. Naar mijn mening, er is sprake van onnodige verspilling van geld. Het zou veel beter zijn om de vluchtelingen te laten werken en het gespaarde geld aan de burgers van Nederland en/of aan goede doelen te geven. Mijn conclusie is dat in plaats van vluchtelingen gelukkig te maken en te laten werken heeft de Nederlandse overheid ervoor gekozen om vluchtelingen te laten transformeren tot dieren en daarvoor gaven zij tot nu toe een hoop geld uit.
Secretariaat van het Netwerk HOV Hoogstraat 301a 5654 NB Eindhoven tel: (040) 25.25.609 fax: (040) 25.15.767
e‐mail:
[email protected]
website: www.humaanomgaanmetvluchtelingen.nl