Werken in besloten ruimtes - V&G-module -
Opdrachtgever
Ondertekenaar
Movares Nederland BV Jacco Buisman Movares Nederland B.V. Arno de Graaff
Utrecht, 1 februari 2012 Concept 2011, Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V.
Autorisatieblad Alleen voor Intern gebruik
Werken in besloten ruimtes - V&G-module -
Versie 0.2: vragen toegevoegd
Naam Opgesteld door
Arno de Graaff
Controle door
Ron Brouwer
Vrijgave door
Jacco Buisman
Paraaf
Datum
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 2 van 28
Inhoudsopgave Inleiding
5
1 Over de risico’s bij werken in besloten ruimtes 1.1 Het begrip ‘risico’ 1.2 Wat is een besloten ruimte?
6 6 7 1.2.1. Voorbeelden van besloten ruimtes in de praktijk van Movares 7 1.2.2. Werkzaamheden in besloten ruimtes 7 1.3 Risico’s in besloten ruimtes 8 1.3.1. Gevaar voor verstikking 8 1.3.2. Brand- en explosiegevaar 8 1.3.3. Gevaar voor bedwelming of vergiftiging 9 1.3.4. Elektrocutiegevaar 10 1.3.5. Gevaar voor beknellen of beklemmen 10 1.3.6. Omstandigheden die de gevaren vergroten 10 1.3.7. En alsof het nog niet genoeg is ....... 10 1.4 Risicobeheersing 10 1.4.1. De arbeidshygiënische strategie 11 1.4.2. Het ‘redelijkerwijs-principe’ 11
1.4.3. Toepassing in de Movares-praktijk bij werken in een besloten ruimte 11
2 Over de regelgeving 2.1 Regelgeving vanuit de Overheid
2.1.1. Ten aanzien van de Ri&e 2.1.2. Ten aanzien van besloten ruimtes
2.2 ‘Regelgeving’ vanuit Movares 2.3 Regelgeving vanuit opdrachtgevers 3 Voorbereiding op het werk 3.1 Organisatorische maatregelen
3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4.
Veiligheids- & gezondheidsplan (V&G-plan) Voorlichting en instructie Hulpverlening en noodprocedure Veiligheidswacht en communicatie
3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.2.5. 3.2.6. 3.2.7. 3.2.8. 3.2.9.
Het voorkomen van gevaarlijke werkzaamheden Visueel inspecteren en meten Vrijhouden van de toegang Ventileren Stilzetten van bewegende delen Elektrische apparatuur en verlichting Noodverlichting Blusmiddelen en veiligheidsvoorzieningen Persoonlijke beschermingsmiddelen
3.2 Technische maatregelen
3.3 Op de projectlocatie
3.3.1. De LMRA 3.3.2. Het klopt niet! Wat nu? 3.3.3. Rechten en plichten bij onveiligheid
13 13 13 13 16 16 17 17 17 17 17 18 18 18 18 19 19 19 20 20 20 20 20 20 21 21
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 3 van 28
3.4 Terugkoppeling via de VCA-bladen
3.4.1. De werkplekinspectie 3.4.2. (bijna)Ongevallen, onveilige situatie en milieu-incidenten
3.5 Overige aandachtspunten bij de voorbereiding & uitvoering
21 21 22 22
4 Zelftoets en verklaring 4.1 Zelftoets 4.2 Verklaring bij de module ‘Werken in besloten ruimtes’ 4.3 Antwoorden op de vragen van de Zelftoets
24 24 25 26
Colofon
27
Bijlage I
Brondocumenten
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 4 van 28
Inleiding Je bent aan deze module begonnen, omdat je, meer dan incidenteel, werkzaamheden uitvoert in besloten ruimtes. Daarmee behoor je tot het deel van de medewerkers van Movares die te maken hebben met werkzaamheden in een potentieel risicovolle omgeving. Je zult dus enigszins in staat moeten zijn om specifieke arbeidsrisico’s te herkennen. Kennis hebben van de ge- en verboden op grond van regelgeving en van adequate beheersmaatregelen, is ook noodzakelijk. Anders bestaat er de kans dat je vroeg of laat iets doet, of nalaat, waardoor jou, of anderen, iets onplezierigs overkomt. Daarenboven kan e.e.a. gemakkelijk leiden tot financiële schade en/of juridische ellende. In de Ri&e Buitenwerk (BRIE) zijn de potentiële arbeidsrisico’s geïnventariseerd en geëvalueerd. Op basis hiervan zijn op centraal niveau beheersmaatregelen afgesproken. Voordat medewerkers veilig kunnen werken, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: Informatie om veilig te kunnen werken moet tijdig beschikbaar zijn. Die informatie moet begrijpelijk en ondubbelzinnig zijn. De werkgever faciliteert adequaat het veilige werken. De medewerkers zijn zich bewust van de potentiële arbeidsrisico’s en willen zich veilig gedragen. Met de aangeboden VGM-modules wordt aan de eerste twee voorwaarden voldaan. De overige voorwaarden kunnen alleen maar door werkgever en werknemer samen worden ingevuld. VCA biedt Movares de kans om volgens een duidelijke te doorlopen PDCA-cyclus de kwaliteit van arbeidsomstandigheden in het algemeen, en de veiligheid tijdens het werk in het bijzonder, te verbeteren. De output van de VCA-bladen, de werkplekinspecties, het werkoverleg en (hopelijk niet) de analyses van (bijna-)ongevallen en onveilige situaties, geeft stelselmatig voeding aan de Ri&e Buitenwerk. Op basis daarvan kunnen vervolgens beheersmaatregelen getroffen kunnen worden, of aangepast. Dat kunnen werkprocedures zijn, toepassen van veiliger technieken, PBM-en, maar ook aanvullende Voorlichting & Onderricht (zoals de Arbowet dat noemt). Van dat laatste is deze V&G-module een voorbeeld. Uit periodieke evaluaties van de uitvoering van het beleid en van de BRIE, kunnen nieuwe en/of andere beheersmaatregelen volgen. Wellicht kan het zo zijn, dat bepaalde restrisico’s kunnen worden opgeheven door nieuwe technieken en/of inzichten. Uit het voorgaande mag je concluderen dat het aantal en/of de inhoud van de V&G-modules geen vast gegeven is. Aan het eind van de module tref je een ‘zelftoets’ aan (zie bladzijde 24). Behalve dat het handig is om op een andere manier nog een keer met de materie bezig te zijn, is het ook voor jezelf een manier om te kijken of je er ook wat van opgestoken hebt. Ben je klaar? Dan kopieer je de Verklaring uit de reader (zie bladzijde 25). Onderteken die, en laat dat ook je manager doen. Tenslotte moet je de gevolgde module via het Service Punt laten registreren in PeopleSoft. Hierbij word je om de ondertekende Verklaring gevraagd.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 5 van 28
1
Over de risico’s bij werken in besloten ruimtes Gaan werken in besloten ruimtes, betekent dat je gaat werken in een omgeving waar risico’s voor je gezondheid bestaan. In dit hoofdstuk leer je het begrip ‘risico’ kennen. Je leert, op een verantwoordde manier, naar de risico’s rondom ‘besloten ruimtes’ te kijken die kunnen spelen in jouw praktijk. Het begrip ‘besloten ruimte’ is een lastige, waarvan geen eenduidige definitie te geven is. Het is echter wel van belang om voor jezelf een goed beeld te hebben van wat dat nou eigenlijk inhoudt, een ‘besloten ruimte’. En wat zijn dan de risico’s van werken in besloten ruimtes?
1.1 Het begrip ‘risico’ Iedereen voelt aan dat ‘risico’ iets te maken heeft met gevaar en kans. En in het kader van het werk heeft het te maken met het gevaar van ziek worden of een ongeval krijgen. Wellicht heb je de cursus ‘VCA-VOL’ al gehad. In een willekeurige syllabus die bij zo’n cursus hoort, kom je vaak het volgende tegen:
Risico = Kans x Effect En om het helemaal belangrijk en wetenschappelijk te laten lijken, krijg je daar dan deze uitleg bij: “Risico is de mate van waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zal plaatshebben, bepaald door de kans van optreden, de frequentie of tijd van blootstelling en het ongewenste effect”. Om te beginnen wordt er meer uitleg gegeven dan in de formule staat. De uitleg is in principe niet onjuist. Daarvan uitgaande zou de formule in feite moeten luiden:
Risico = Kans x Effect x Blootstelling Maar ook dan kom je niet echt verder. Als basis voor enige feeling met het begrip, en voor wat je er praktisch mee kan in je werk, is het noodzakelijk om je het volgende goed te realiseren. Één van de moeilijkheden van de formule zit ‘m in het inschatten van ‘de kans van optreden’. Is de kans op verstikking of bedwelming in een besloten ruimte groter of kleiner wanneer niet één, maar met twee mensen die ruimte betreden? Risico’s bepalen is gespecialiseerd werk voor veiligheidskundigen. Kortom, schoenmaker, blijf bij je leest! Een andere lastige is het begrip ‘Effect’. Benzeen, een bestanddeel van benzine, is al in heel lage concentraties kankerverwekkend, het effect hiervan is de dood. Daarmee scoort blootstelling aan benzeen al heel snel een groot risico. Maar als die blootstelling nu maar heel zelden voorkomt, wat gebeurt er dan met het ‘Risico’? Kortom, ook hier wordt weer duidelijk dat risicobepaling erg lastig is, en zeker voor iemand die er niet voor heeft doorgeleerd.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 6 van 28
Een laatste bijkomstigheid is dat bijna iedereen risico’s lager in schat, als men zelf die kans kan beïnvloeden. Ter verduidelijking: veel mensen maken zich meer zorgen dat ze betrokken raken bij een botsing als hun partner achter het stuur zit. Waarschijnlijk is dat onterecht. Want hoe maak je dat meetbaar? Zelfs al heeft je partner al drie keer een ongeval gehad, en jij nog geen één, dan zegt dat niets over het risico dat je loopt, als je bij hem of haar naast het stuur zit. De moraal van dit verhaal: Gebruik vooral GBV (Gezond BoerenVerstand), en denk in termen van: klein, reëel of groot risico.
1.2 Wat is een besloten ruimte? Al klinkt het begrip ‘besloten ruimte’ als begrijpelijk Nederlands, het is meer dan lastig om het sluitend in een definitie te vatten. In de Arbeidsomstandighedenwet zul je geen definitie aantreffen1. Uit de verzamelde brondocumenten bij deze syllabus is de volgende omschrijving gemaakt.
Onder een ‘besloten ruimte’ wordt een gesloten, of deels open, omgeving verstaan. Die omgeving heeft meestal maar één, al dan niet vernauwde, toegang. Die omgeving is niet ontworpen voor het verblijf van personen. Tenslotte kunnen in die omgeving omstandigheden bestaan, of (voordoen) wanneer er werkzaamheden worden verricht, waardoor er gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, elektrocutie, beklemming of brand/explosie kan optreden.
1.2.1.
Voorbeelden van besloten ruimtes in de praktijk van Movares In de dagelijkse praktijk van Movares kan je met tal van omgevingen te maken krijgen die als ‘besloten ruimte’ te beschouwen zijn, bijvoorbeeld: kruipruimten in huizen en gebouwen, duikers, rioleringstelsels, waterbergingen/pompruimten van tunnels en onderdoorgangen, holle ruimten in bogen van stalen bruggen, kokers in grote voorgespannen bruggen, het inwendige van hameistijlen en torens van hefbruggen, sommige basculekelders en machinekamers van beweegbare bruggen, .................................
1.2.2.
Werkzaamheden in besloten ruimtes Bij Movares voorkomende werkzaamheden waarbij men zich in besloten ruimtes te begeven heeft, zijn, onder andere: inspecties, 1 Echt vreemd is dat ook niet. Soms zijn dingen niet altijd hetzelfde. Onder de ene omstandigheid kan iets van toepassing zijn, maar onder andere omstandigheden hoeft dat niet zo te zijn. Als er maar genoeg variabele omstandigheden bestaan, dan wordt een definitie al snel heel gekunsteld en slecht werkbaar. Bovendien kunnen omstandigheden door de tijd verschuiven (denk aan voortschrijdende techniek). De Wetgever geeft daarom geen definitie. Gaat er iets fout rondom een mogelijk besloten ruimte, dan wordt telkens opnieuw bekeken of het begrip ‘besloten ruimte’ in die specifieke situatie van toepassing is.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 7 van 28
opnames, controles, testwerkzaamheden (bijv. van bewegingswerken), bemonstering, .................................
1.3 Risico’s in besloten ruimtes Wat maakt werken in besloten ruimtes gevaarlijk? In de omschrijving bij § 1.2 is al een aantal risico’s genoemd: 1. verstikking, 2. brand/explosie, 3. bedwelming of vergiftiging, 4. elektrocutie, 5. beklemming. In de volgende subparagrafen worden de genoemde risico’s één voor één toegelicht.
1.3.1.
Gevaar voor bedwelming of vergiftiging Gevaar voor verstikking Onder normale omstandigheden bestaat de omgevingslucht voor 21 volumeprocent (vol.%) uit zuurstof. Hierbij kan normaal adem worden gehaald. Als de zuurstofconcentratie tot onder 18 vol.% daalt, ontstaat gevaar voor verstikking. In een besloten ruimte moet daarom minimaal 18 vol.% zuurstof aanwezig zijn. Een bijkomend gevaar van een verlaagde zuurstofconcentratie is dat dit niet met de zintuigen is waar te nemen, waardoor zuurstofgebrek vaak te laat wordt opgemerkt. Bovendien raakt het slachtoffer door licht zuurstofgebrek aanvankelijk in een roes, waardoor hij de gevaren niet onderkent. Een tekort aan zuurstof in de ruimte kan ontstaan doordat de aanwezige zuurstof wordt verbruikt in chemische of biologische reacties, zoals bij roestvorming in stalen tanks, of bij las- en snijwerkzaamheden. Ook kan de aanwezigheid van andere, zogenaamde inerte gassen, zoals stikstof of kooldioxide een zuurstoftekort veroorzaken. Deze gassen worden in zeldzame gevallen doelbewust toegepast om zuurstof uit een besloten ruimte te verdrijven om daarmee brand- en explosiegevaar te verminderen. De hoeveelheid zuurstof in de besloten ruimte mag overigens ook niet te hoog worden in verband met brandgevaar (zie 1.3.2). Voor aanvang van de werkzaamheden en voordat andere metingen worden gedaan, dient de hoeveelheid zuurstof gemeten te worden.
1.3.2.
Brand- en explosiegevaar Brand- en explosiegevaar Brandgevaar ontstaat door de aanwezigheid van een brandbare stof in combinatie met de aanwezigheid van zuurstof en een ontstekingsbron. Om brand of explosies te voorkomen dient men één van deze drie factoren weg te nemen. Bij een bepaalde mengverhouding van een gas of damp met zuurstof ontstaat gevaar voor explosie. Een zuurstofconcentratie hoger dan 21 vol.% verhoogt het brandgevaar. In een besloten ruimte met 30 vol.% zuurstof is één vonk voldoende om een katoenen overall binnen een minuut volledig te verbranden.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 8 van 28
Brandbare en explosieve stoffen die in besloten ruimten kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld verven, oplosmiddelen, (resten van) materialen en poetslappen. Bij sommige werkzaamheden kan ook brand of explosie optreden: het aanbrengen van (roestwerende) verf op binnenwanden. Door verdamping van het oplosmiddel uit de verf kan een explosief damp-luchtmengsel ontstaan. Bij roestige en dus poreuze wanden is dit gevaar extra groot omdat dergelijke wanden veel damp vasthouden. Deze damp komt vrij bij stijging van de temperatuur, bij het afkrabben van de roestlaag of bij het verwijderen van bezinksel of neerslag uit de ruimte; (autogeen) lassen en snijden. Hierbij ontstaan vonken die aanwezige materialen kunnen laten ontbranden of die als ontstekingsbron werken voor een brandbaar of explosief gasof dampmengsel. bij het gebruik van ondeugdelijke elektrische apparatuur kunnen vonken voor explosies zorgen; bij het gebruik van defecte of onjuist ingestelde (snij)branders; door vrijkomend gas of zuurstof uit niet goed afgesloten gas- en zuurstofflessen of door lekkage van slangen- en slangkoppelingen, waardoor zuurstof of andere gassen ontsnappen; het oneigenlijk gebruik van zuurstof, bijvoorbeeld voor afkoeling van het lichaam, ventilatie of schoonmaakdoeleinden. De zuurstofconcentratie in de ruimte neemt dan toe; ontlading van statische elektriciteit. Vonken kunnen als ontstekingsbron functioneren.
1.3.3.
Gevaar voorofbedwelming Gevaar voor bedwelming vergiftiging of vergiftiging Werknemers kunnen bedwelmd raken of andere vergiftigingsverschijnselen krijgen als ze worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Vaak treden de gezondheidseffecten door deze blootstelling meteen op, maar soms worden de effecten pas na enige tijd merkbaar. Gevaarlijke stoffen kunnen het lichaam binnenkomen via de longen (inademen), of via de mond als er tijdens het werk wordt gegeten of gedronken. Een aantal stoffen kan ook door de huid heen dringen. Werkzaamheden of situaties in besloten ruimten waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen zijn: werken met vluchtige stoffen, zoals bij schoonmaken of schilderen; autogeen en elektrisch lassen, snijden en branden. De gevolgen van de te hoge concentraties van dampen die hierbij vrijkomen zijn vaak pas later merkbaar; werken op of met grond die vervuild is met gevaarlijke stoffen. Dit kan gebeuren in kelders, kruipruimten, sleuven en putten; lekkage van leidingen die gevaarlijke stoffen bevatten.
Let op! Gevaarlijke stoffen kunnen, lang na vrijkomen, in schadelijke concentraties in de lucht en/of op contactoppervlakten aanwezig blijven. Zoek altijd eerst uit wat er wanneer allemaal is gebeurd in een besloten ruimte.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 9 van 28
1.3.4.
Elektrocutiegevaar Elektrocutiegevaar Elektrocutie kan optreden door aanraking van voorwerpen die onder spanning staan. Elektrisch gereedschap en kabels kunnen onder spanning staan als deze beschadigd zijn, bijvoorbeeld door knellen. Bij het aanraken van beschadigde kabels kan een werknemer geëlektrocuteerd worden. Als de beschadigde kabels contact maken met metalen delen of wanden van de besloten ruimte kunnen deze ook onder spanning komen te staan.
1.3.5.
Gevaar voor beknellen of beklemmen Gevaar voor beknellen of beklemmen Op alle werkplekken, dus ook in besloten ruimten, bestaat gevaar voor verwonding door vallen, vallend gereedschap en materiaal of door bewegende machinedelen. De vaak ongelijke ondergrond in combinatie met weinig of geen verlichting zorgt voor extra risico’s.
1.3.6.
Omstandigheden die de gevaren vergroten Er zijn diverse omstandigheden denkbaar die gevaren verhogen. Het gevaar voor vallen en gewond raken neemt toe als in de besloten ruimten de trappen, leuningen en vloeren vuil en glad zijn. Als gereedschappen en materialen niet worden opgeruimd neemt het gevaar voor struikelen toe. Bepaalde weersomstandigheden zijn van invloed op de gevaren. Bij een hoge temperatuur verdampen gevaarlijke stoffen sneller en neemt de kans op brand of explosie toe. Andere factoren zijn: lage windsnelheid en veranderlijke windrichting, waardoor de ventilatie vermindert; hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld bij mist). Ook hierdoor vermindert de ventilatie; lage luchtvochtigheid (bijvoorbeeld bij vorst). Hierdoor kan kleding statisch worden, waardoor vonken kunnen ontstaan.
1.3.7.
En alsof het nog niet genoeg is ....... Er is nog een indirect risico, dat minstens zoveel aandacht verdient. Stel, je moet een inspectie uitvoeren in de legger van een brug. Die legger bestaat uit vijf aan elkaar gelaste delen van elk 20 meter. Je komt van het ene deel in het volgende door een mangat met diameter 600mm. Alleen aan het begin van de eerste en aan het eind van de laatste zit een dito mangat naar buiten/binnen. Helaas gebeurt er iets wanneer je midden in het derde deel zit. Je moet er uit, maar bent niet in staat om dat zelfstandig te doen, omdat bewegen vreselijk pijn doet. Je voelt ‘m al aankomen: het ontwerp van de legger en de organisatie van het werk kunnen de risico’s verkleinen, maar ook vergroten!
1.4 Risicobeheersing Het is vrijwel onmogelijk om het werk zo in te richten, dat er geen risico op ongevallen of andere gezondheidsschade meer is. Dat is niet alleen een gedachte vanuit de praktijk. Ook de Arbeidsomstandighedenwet werkt vanuit die gedachte.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 10 van 28
1.4.1.
De arbeidshygiënische strategie De Arbowet gebiedt werkgevers altijd te streven naar een zo hoog mogelijk niveau van veiligheid. Alleen als het redelijkerwijs niet van een werkgever kan worden verlangd, mag je, qua veiligheidsniveau, een stapje terug doen. Dat zal altijd wel onderbouwd moeten zijn. Dit principe in de Arbowet heet de
arbeidshygiënische strategie
Werkgevers moeten volgens een arbeidshygiënische strategie de veiligheid en gezondheid van werknemers beschermen. De arbeidshygiënische strategie is een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor risico’s. Hierbij wordt allereerst naar de bron van het probleem gekeken. Als daar niets aan kan worden gedaan, zijn andere maatregelen mogelijk. De arbeidshygiënische strategie ziet er dus als volgt uit: Bronmaatregelen Een werkgevers moet eerst de oorzaak van het probleem wegnemen. Voorbeeld: schadelijke stof vervangen door een veiliger alternatief. Collectieve maatregelen Als bronmaatregelen geen mogelijkheden bieden, moet de werkgever collectieve maatregelen nemen om risico’s te verminderen. Voorbeeld: het plaatsen van afscherming of een afzuiginstallatie. Individuele maatregelen Als collectieve maatregelen niet kunnen of ook (nog) geen afdoende oplossing bieden, moet de werkgever individuele maatregelen nemen. Voorbeeld: het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen (taakroulatie). Persoonlijke beschermingsmiddelen Als de bovenste drie maatregelen geen effect hebben, moet de werkgever de werknemer gratis persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. Voorbeeld: oorbeschermers en lasbrillen.
1.4.2.
Het ‘redelijkerwijs-principe’ De maatregelen op de verschillende niveaus hebben nadrukkelijk een hiërarchische volgorde. De werkgever moet dus eerst de mogelijkheden op hoger niveau onderzoeken voordat besloten wordt tot maatregelen uit een lager niveau. Het is alleen toegestaan een niveau te verlagen als daar goede redenen voor zijn (technische, uitvoerende en economische redenen). Dit is het redelijkerwijs-principe. Die afweging geldt voor elk niveau opnieuw. Uitzondering hierop vormen risico's van carcinogenen en biologische agentia. Dan mag alleen een stap lager in de hiërarchie worden gedaan als een hogere maatregel technisch niet uitvoerbaar is. Economische oorzaken mogen voor deze twee groepen ook niet worden aangewend als reden voor een lager niveau van maatregel.
1.4.3.
Toepassing in de Movares-praktijk bij werken in een besloten ruimte De inspectie van een kunstwerk is een voorkomende ‘buitenklus’ voor Movares. In dit voorbeeld moeten de bevestiging van de tuien bovenaan de mast van de Prins Clausbrug in Utrecht gecontroleerd worden. Hoe pas je hier die arbeidshygiënische strategie toe? 0. Wat zijn de risico’s? Dit is natuurlijk de eerste stap die je maken moet. Inventariseer en evalueer de risico’s. Vraag je af wat je allemaal tegen kan komen als je dit werk uitvoert. Het zal snel duidelijk worden dat deze klus een echte ‘multi-risico-klus’ is. We beperken ons even tot de risico’s die kunnen optreden in een besloten ruimte, en in het bijzonder het risico van verstikking. Dat risico kan optreden door roestvorming op de stalen binnenwand van de mast. Bij
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 11 van 28
roesten gaat het ijzer in het staal een verbinding aan met de aanwezige zuurstof uit de lucht. Het resultaat is een voor de mens onbruikbare ijzerverbinding en, als er geen continue aanvoer van verse lucht is, een verlaagd gehalte zuurstof in de betreffende besloten ruimte. De centrale mast, waar de tuien aan hangen, is als zodanig te bestempelen. Het is een bijna 90 meter hoge, smalle besloten ruimte. Er is geen lift. Omhoog ga je via ladders, die om de drie meter door een luik in een roostervloer gaan. De luiken zijn niet boven elkaar geplaatst (om de gevolgen van een eventuele val te beperken). 1
2
Bronmaatregelen: Om de oorzaak van het probleem hier weg te nemen, zou je de mast als open constructie kunnen ontwerpen. Alleen bevordert dat de sterkte niet. Collectieve maatregelen: De tweede voorkeur volgens de AH-strategie lijkt hier goed toegepast te kunnen worden. Actieve/ passieve ventilatie kan voorkomen dat het zuurstofgehalte afneemt in de mast.
Dus:
Dus:
Verder afdalen in de strategie is niet toegestaan, tenzij hard gemaakt kan worden dat het redelijkerwijs-principe hier van toepassing is. Om inzichtelijk te maken hoe verdere afdaling er uit zou kunnen zien: 3
4
Individuele maatregelen: Het is geen reeële optie, maar je zou je voor kunnen stellen dat je het werk zo organiseert dat je dit met meerdere mensen aanpakt. Je haalt diep adem voordat je er in gaat, doet je ding daarbinnen, en zorgt dat je er weer uit bent voordat je door je adem bent. Buiten puf je uit, terwijl je collega hetzelfde kunstje doet. Zoals gezegd, totale onzin! Maar je zou het kunnen zien als een individuele maatregel. Persoonlijke Beschermingsmiddelen: Je zou uiteindelijk ook helemaal niets kunnen doen om het gevaar te reduceren, maar ‘gewoon’ met onafhankelijke adembescherming naar binnen kunnen gaan. Beter van niet, want dan moet je a) een dijk van een conditie hebben (aantoonbaar, d.m.v. strenge keuring), b) gedegen kennis hebben van het werken met onafhankelijke adembescherming (aantoonbaar d.m.v. certicaten), etc.
Maar wel:
Dus ook:
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 12 van 28
2
Over de regelgeving
2.1 Regelgeving vanuit de Overheid 2.1.1.
Ten aanzien van de Ri&e Elke werkgever is verplicht van alle werkzaamheden een risico-inventarisatie en -evaluatie uit te voeren en actueel te houden2. Dat staat prominent in de Wet. Arbeidsomstandighedenwet: Inventarisatie en evaluatie van risico’s 5.1
Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze Ri&e bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risicobeperkende maatregelen en de risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers.
5.4
De Ri&e wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.
2.1.2.
Ten aanzien van besloten ruimtes In het Arbobesluit wordt de regelgeving wat concreter: Arbobesluit: Afmetingen en luchtvolume van ruimten; bewegingsruimte op de arbeidsplaats 3.19, lid 1
De afmetingen en het luchtvolume van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer zonder gevaar voor de veiligheid of de gezondheid zijn arbeid kan verrichten.
3.19, lid 2
De afmetingen van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer bij het verrichten van zijn arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt.
3.19, lid 3
Indien in verband met de aard van de arbeid niet aan het tweede lid kan worden voldaan, is in de nabijheid een andere open of besloten ruimte met voldoende bewegingsvrijheid voor de betrokken werknemers beschikbaar.
2
Ook Movares beschikt over een Ri&e. De risico’s die kunnen bestaan bij werkzaamheden zoals in het voorbeeld zijn hier in opgenomen. Je vindt de Ri&e van Movares via de volgende link: Home > VG / ARBO > ARBO > Arbobeleid > (BRIE) en beleidcyclus.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 13 van 28
Arbobesluit: Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie 3.5G, lid 1
Indien kan worden vermoed dat de atmosfeer op een plaats of in een ruimte in zodanige mate stoffen bevat dat daardoor gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie, betreedt de werknemer die plaats of ruimte niet voordat uit een onderzoek is gebleken dat het gevaar niet aanwezig is.
3.5G, lid 2
Indien uit het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat het gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie aanwezig is, worden doeltreffende maatregelen genomen zodat de werknemers die plaats of die ruimte zonder de gevaren, bedoeld in het eerste lid, kunnen betreden.
3.5G, lid 3
Er is in ieder geval sprake van: a ) verstikkingsgevaar als de atmosfeer minder dan 18 volumeprocent zuurstof bevat; b ) gevaar voor bedwelming of vergiftiging indien de concentratie van de betreffende stoffen in de atmosfeer hoger is dan de grenswaarden, bedoeld in artikel 4.3; c ) gevaar voor brand of explosie indien in de atmosfeer de concentratie van zuurstof hoger is dan 21 volumeprocent of de concentratie van brandbare gassen of dampen hoger is dan 10 volumeprocent van de onderste explosiegrens.
3.5G, lid 4
Indien het niet mogelijk is om maatregelen, bedoeld in het tweede lid, te nemen en het noodzakelijk is om zich in de gevaarlijke atmosfeer bedoeld in het eerste lid, te begeven, dan wordt de werknemer permanent geobserveerd en worden doeltreffende maatregelen genomen om deze werknemer: a.
te beschermen tegen het gevaar, bedoeld in het tweede lid;
b.
bij direct gevaar onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp te bieden.
Tot 2012 zijn er nog de Arbobeleidsregels. Ook al bestaan ze daarna formeel niet meer, het is wel een houvast voor Movares. Deze regels volgen, geeft een bewezen voldoende niveau van veiligheid voor werknemers die werkzaamheden verrichten in besloten ruimtes.
Arbobeleidsregel: Maatregelen in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie 3.5g-2
1. Alvorens iemand de ruimte betreedt wordt ervoor gezorgd dat de luchtverversing adequaat is, zodat het ontstaan van het gevaar, bedoeld in artikel 3.5g, eerste lid, in de ruimte wordt voorkomen. Wanneer er kans is op een explosieve atmosfeer wordt voor de luchtverversing explosieveilige apparatuur toegepast. Wanneer het gevaar, bedoeld in artikel 3.5g, eerste lid, in de ruimte niet kan worden voorkomen wordt bij betreding gebruik gemaakt van onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen waarvan de luchttoevoer onafhankelijk is van de atmosfeer in de ruimte. 2. Om te voorkomen dat een dergelijke ruimte door onbevoegden wordt betreden, zijn de toegangen tot die ruimte voorzien van het waarschuwingsbord “Gevaar”, zoals beschreven in bijlage XVIII bij de Arbeidsomstandighedenregeling, met daaronder duidelijk zichtbaar de tekst “Niet betreden, besloten ruimte”. 3. Wanneer uit het onderzoek vooraf blijkt dat de werkzaamheden kunnen aanvangen, worden de werkzaamheden zo ingericht dat door toepassing van luchtverversing het ontstaan van een gevaarlijke atmosfeer tijdens de werkzaamheden zoveel mogelijk wordt tegengegaan.
Alle leidingen die op de besloten ruimte zijn aangesloten, zijn afgeblind door middel
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 14 van 28
Arbobeleidsregel: Maatregelen in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie van goed zichtbare blind- of steekflenzen of zodanig losgekoppeld, dat geen gassen of vloeistoffen vanuit de leidingen in de ruimte kunnen komen. 4. Bij het werken in bedoelde ruimte is een persoon buiten de ruimte aanwezig die meteen kan optreden wanneer de gevaren zich daadwerkelijk voordoen. 5. Wanneer er sprake is van gevaar voor brand worden vonkvrije gereedschappen gebruikt en arbeidsmiddelen toegepast die voldoen aan de eisen neergelegd in het op de Warenwet gebaseerde Warenwetbesluit explosieveilig materieel. Werk waarbij vonken of hete oppervlakken kunnen ontstaan wordt alleen uitgevoerd wanneer de concentratie van de brandbare stoffen in de atmosfeer ter plekke lager is dan 10 volumeprocent van de LEL (lower explosion limit) van de betreffende stof(fen). 6. Indien er gevaar bestaat voor het vlam vatten van stoffen of voorwerpen die tot ontbranding kunnen overgaan worden de plaatsen binnen de bedoelde ruimte waar met open vuur wordt gewerkt eerst zorgvuldig van deze stoffen of voorwerpen ontdaan en worden de werkzaamheden met open vuur alleen verricht als adequate brandblusmiddelen van voldoende capaciteit aanwezig zijn. 7. De werkgever beschikt over een noodprocedure in het kader van de bedrijfshulpverlening als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet voor het geval zich in bedoelde ruimten de in artikel 3.5g, eerste lid, genoemde gevaren daadwerkelijk voordoen. In deze procedure worden noodmaatregelen, verantwoordelijkheden en taken vastgelegd. Als een onderdeel van deze procedure geldt in ieder geval dat bij het werken in bedoelde ruimte altijd een persoon buiten de ruimte aanwezig is die ter plekke toezicht houdt en meteen kan optreden wanneer de gevaren zich voordoen. 8. Personen die bedoelde ruimte betreden dragen een reddingsgordel. Deze gordel is voorzien van een voldoende lange en sterke reddingslijn die bestendig is tegen de stoffen die in de besloten ruimte aanwezig zijn. Deze lijn wordt in de nabijheid van de toegang van de ruimte deugdelijk vastgezet. 9. In afwijking van het in punt 8 gestelde geldt voor moeilijk toegankelijke of kleine besloten ruimten dat, wanneer de beoordeling in het kader van de inventarisatie en evaluatie van risico’s, bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet, daartoe leidt, andere hulpmiddelen toegepast danwel andere maatregelen getroffen kunnen worden om de veiligheid van de persoon die de besloten ruimte betreedt te verzekeren.
Er is meer regelgeving vanuit de overheid over besloten ruimtes, maar die gaat over hele specifieke situaties, werkzaamheden en handelingen met specifieke stoffen. Voor Movares is wat hier genoemd is, wel waar we rekening mee te houden hebben. Samengevat: a ) Zorg dat je risico’s in kaart hebt; b ) In een besloten ruimte moet voldoende luchtvolume en bewegingsvrijheid bestaan; c ) Als er mogelijk een gevaarlijke atmosfeer kan bestaan in de besloten ruimte, dan moet eerst gemeten worden of dit zo is; d ) Meten mag je alleen doen als je kan aantonen dat je weet hoe je meet.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 15 van 28
2.2 ‘Regelgeving’ vanuit Movares In het kader van de VCA**-certificering is voor VCA-projecten het VCA-blad in gebruik. Voorafgaand aan de werkzaamheden, wordt hierop vastgelegd welke risico’s er kunnen spelen. Eigenlijk is dit een soort projectspecifieke Ri&e!
Oorspronkelijk is het een ‘kreet’ vanuit RailAlert (de stichting vanuit de samenwerkende spoorbranche die de spoorse veiligheid reguleert). Maar het is er een die ook de directie van Movares hanteert. Er is maar één specifieke regel vanuit Movares ten aanzien het werken in besloten ruimten. En die is regelrecht vanuit de voornoemde kreet afkomstig: Je gaat geen besloten ruimte in, zonder dat je op deskundige wijze vastgesteld hebt dat er voldoende zuurstof aanwezig is, en dat er geen gassen of dampen aanwezig zijn in gevaarlijke concentraties.
2.3 Regelgeving vanuit opdrachtgevers Ten aanzien van het werken in besloten ruimtes is er geen ‘regelgeving’ bekend bij onze opdrachtgevers. Wat nu nog niet is, kan natuurlijk altijd komen. Zo is er binnen de petrochemie de gewoonte om bij werkzaamheden in besloten ruimtes, te werken met het principe van werkvergunningen. Je mag alleen beginnen met het werk als tot in detail en aantoonbaar is aangegeven waar je werkt, hoe je (veilig) werkt, wanneer je werkt etc.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 16 van 28
3
Voorbereiding op het werk “Een goede voorbereiding is het halve werk”,“Een slimme meid is op alles voorbereid” en “Beter mee verlegen, dan om verlegen”; in dit geval zijn het geen loze tegeltjeswijsheden, maar op ervaring gefundeerde waarheden (als koeien).
3.1 Organisatorische maatregelen De organisatorische maatregelen die in de voorbereidingsfase moeten worden getroffen, staan hieronder beschreven.
3.1.1.
Veiligheids- & gezondheidsplan (V&G-plan) Voor het werken in besloten ruimten is volgens de wetgeving een V&G-plan verplicht. Het ontwerp moet zo worden opgezet, dat gevaren worden verminderd of voorkomen. De resterende gevaren die in de ontwerpfase niet kunnen worden opgelost, moeten worden opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan). Er dient een risicoinventarisatie en -evaluatie te worden uitgevoerd waarbij alle in de besloten ruimte aanwezige risico’s aan de orde komen. De maatregelen die genomen moeten worden om deze risico’s te voorkomen of te verminderen, dienen te worden verwerkt in het bestek en op de tekeningen. De risico’s dienen te worden beoordeeld aan de hand van gegevens over de constructie van de ruimte, de omgeving en de bij de werkzaamheden benodigde stoffen, materialen en gereedschappen.
3.1.2.
Voorlichting en instructie Om zo veilig mogelijk te kunnen werken, moeten alle werknemers die betrokken zijn bij het werken in besloten ruimten weten wat de gevaren zijn, welke maatregelen moeten worden getroffen en wat de procedures zijn. Hiertoe moet onder verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende voorlichting en instructie worden gegeven.Aandacht dient te worden besteed aan:
3.1.3.
het werken in besloten ruimten in het algemeen; de werkmethoden; de mogelijke gevaren; de maatregelen, waaronder persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm); de communicatieprocedures; hulpverlening en de reddingsprocedures.
Hulpverlening en noodprocedure Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is het niet uitgesloten dat zich in een besloten ruimte een noodsituatie zoals brand, explosie, vergiftiging, bedwelming, of verstikking voordoet. In het V&G-plan moeten de maatregelen worden vastgelegd die bij de specifieke gevaren genomen moeten worden. Om direct hulp te kunnen bieden moet een noodprocedure zijn opgesteld. In deze procedure staat welke technische en organisatorische maatregelen moeten worden genomen en hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 17 van 28
3.1.4.
Veiligheidswacht en communicatie Er moet in ieder geval permanent een medewerker buiten de besloten ruimte aanwezig zijn, om ingeval van nood hulp te kunnen verlenen en/of in te schakelen. Deze veiligheidswacht moet continu contact houden met de werknemer(s) in de besloten ruimte. In onderling overleg wordt afgesproken hoe contact wordt gehouden. Mogelijkheden daarvoor zijn: het gebruik van klopsignalen, treksignalen aan een reddingslijn, portofoons, mobiele telefoons, of andere elektronische communicatieapparatuur. Bij gevaar moet de veiligheidswacht onmiddellijk optreden. De maatregelen die genomen moeten worden bij de specifieke gevaren zijn vastgelegd in het V&G-plan. Hulpverleners mogen in geen geval onbeschermd de ruimte in gaan. Persoonlijke beschermingsmiddelen die voor de situatie geschikt zijn, moeten beschikbaar zijn. De veiligheidswacht gaat nooit zelf de besloten ruimte in!!!
3.2 Technische maatregelen 3.2.1.
Het voorkomen van gevaarlijke werkzaamheden Gevaarlijke werkzaamheden kunnen in een aantal gevallen worden beperkt of voorkomen. Hiermee dient in het ontwerp rekening gehouden te worden. Het gebruik van fittingen en koppelingen of boutverbindingen bijvoorbeeld, voorkomt laswerkaamheden. Het monteren of voorbereiden van constructies buiten de besloten ruimte of het gebruik van oplosmiddelvrije verf kunnen gevaarlijke situaties doen voorkomen.
3.2.2.
Visueel inspecteren en meten De werkzaamheden in de besloten ruimte mogen pas beginnen als met zekerheid is vastgesteld dat de situatie veilig is. Een visuele inspectie is verplicht. Hierbij wordt gelet op de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en materialen die voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen. Brandbare materialen dienen te worden verwijderd of te worden afgedekt met een branddeken. Aan de hand van metingen moeten de concentraties zuurstof, giftige stoffen en brandbare of explosieve gassen in de ruimte worden bepaald. De ruimte mag pas worden betreden als is vastgesteld dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de zuurstofconcentratie is 18 - 21 vol.%; de concentratie explosieve en brandbare gassen en dampen is lager dan 10% van de onderste explosiegrens (LEL = Lower Explosion Limit); de concentraties van giftige gassen, dampen, nevel en stof zijn lager dan de wettelijk vastgestelde MAC-waarde (Maximaal Aanvaarde Concentratie).
De benodigde meetinstrumenten zijn explosiemeters, gasdetectoren en zuurstofmeters. Er bestaan ook meetinstrumenten die Multi-functioneel zijn. In verband met de gebruiksmogelijkheden en de veiligheid worden apparatuur voor continumetingen en apparatuur met akoestische signalen of lichtsignalen aanbevolen.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 18 van 28
Onder de garantie dat tijdens de werkzaamheden geen veranderingen optreden in de concentratie zuurstof of gevaarlijke stoffen, mag de ruimte zonder ademhalingsbescherming worden betreden. Indien de kans aanwezig is dat tijdens het verblijf in de besloten ruimte (opnieuw) een onveilige situatie ontstaat, moet er tijdens de werkzaamheden continu worden gemeten. Dit geldt bijvoorbeeld bij: las- en snijwerkzaamheden; werken met oplosmiddelen; kans op ontsnappen van gassen of dampen uit restmaterialen of roestlagen; aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.
3.2.3.
Vrijhouden van de toegang De toegangswegen en de omgeving van de besloten ruimte moeten worden vrijgehouden van materialen, gereedschappen en materieel. Toegang tot de besloten ruimte vindt meestal plaats met behulp van steigers of ladders. Het aanbrengen van voorzieningen tijdens de bouw of fabricage, zoals leuning- en hekwerk en klimijzers, komt de veilige toegang tot de besloten ruimte ten goede. Om de hulpverlening bij rioolstelsels te vergemakkelijken wordt aanbevolen boven het mangat een hijsinrichting aan te brengen. Een tweede mangat is gewenst voor transport van gereedschap en materialen. Tevens dient deze tweede opening als nooduitgang en zorgt voor de verbeteringvan de ventilatie. Een mangat moet minimaal een doorsnede van 60 cm hebben.
3.2.4.
Ventileren Vóór en tijdens de werkzaamheden moet de besloten ruimte worden geventileerd, ook al blijkt uit de metingen dat de situatie veilig is. Door ventilatie worden gevaarlijke stoffen verwijderd die al in de lucht van de besloten ruimte aanwezig waren en die ontstaan tijdens de werkzaamheden. Er zijn twee manieren om te ventileren: ruimteventilatie en plaatselijke afzuiging. Bij ruimteventilatie wordt door één van de toegangen met een ventilator verse lucht naar binnen geblazen. Plaatselijke afzuiging wordt toegepast als er werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij gassen en dampen vrijkomen. Dit type afzuiging zuigt de verontreinigde lucht uit de ruimte.
3.2.5.
Stilzetten van bewegende delen Bewegende delen van machines en apparaten moeten bij werkzaamheden in de besloten ruimte worden stilgezet. Aangebrachte voorzieningen moeten voorkomen dat de delen niet per ongeluk in beweging kunnen komen of in beweging kunnen worden gezet. Dit kan door:
het vergrendelen van de aan-/uitschakelaar; het verwijderen van de zekeringen; het verwijderen van aandrijfriemen.
Indien voor de werkzaamheden machines met bewegende delen nodig zijn, moet voor afscherming van de machines worden gezorgd, waardoor beknelling en verwonding wordt voorkomen.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 19 van 28
3.2.6.
Elektrische apparatuur en verlichting In besloten ruimten mogen alleen explosievrije elektrische apparatuur en verlichting worden gebruikt, die geen gevaar voor elektrocutie, brand of explosie veroorzaken. Alle apparatuur moet in goede staat verkeren en op goede werking zijn gecontroleerd. Indien er geen brand- of explosiegevaar is, mogen verplaatsbare verlichtingsarmaturen en elektrisch handgereedschap met een normale netspanning worden gebruikt. Deze apparatuur moet voorzien zijn van een dubbele isolatie. Metalen lasapparaten en meetapparatuur moeten geaard zijn. Bij brand- of explosiegevaar moet de apparatuur voldoen aan het “Besluit materieel en systemen voor gebruik in een explosieve omgeving” (Wet gevaarlijke werktuigen). Het gereedschap moet explosieveilig zijn, omdat er geen vonken mogen vrijkomen. Gereedschap dat in besloten ruimten wordt gebruikt, mag dan ook niet van aluminium zijn. Aluminium kan vonken veroorzaken als het met roest in contact komt. In besloten ruimten met geleidende wanden, plafonds of vloeren mag, voor verplaatsbaar gereedschap en verlichtingsarmaturen, alleen gebruik worden gemaakt van wisselspanning van maximaal 50 Volt of gelijkspanning van maximaal 120 Volt.
3.2.7.
Noodverlichting Besloten ruimten dienen te worden voorzien van noodverlichting. Als installatie van noodverlichting niet mogelijk is, moet de werknemer over individuele explosie- en vonkvrije noodverlichting beschikken.
3.2.8.
Blusmiddelen en veiligheidsvoorzieningen De veiligheidswacht moet paraat staan met geschikte blusmiddelen. De blusmiddelen moeten zijn afgestemd op de aard van de stoffen en materialen waarmee wordt gewerkt of die tijdens het werk kunnen vrijkomen. In het V&G-plan moet zijn aangegeven welke voorzieningen op de werkplek aanwezig moeten zijn, bijvoorbeeld het in de nabijheid van de besloten ruimte gereed houden van een blusdeken om in brand geraakte personen snel te kunnen blussen of de aanwezigheid van een oogdouche.
3.2.9.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
3.3 Op de projectlocatie Movares, divisie Infra, werkt conform de VCA**. Dat houdt dus in dat in een autonoom buitenproject op of in de nabijheid van wegen, standaard een aantal stappen worden genomen en een aantal zaken moet worden geregistreerd. Dat is niet voor de lol, of om je extra werk te verschaffen. Die stappen en die registraties dragen er toe bij dat het werk steeds veiliger zal worden.
3.3.1.
De LMRA Aangekomen op de projectlocatie, maakt het buitenteam onder leiding van de Operationeel Leidinggevende, eerst even pas op de plaats om een
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 20 van 28
LMRA uit te voeren. Deze ‘Laatste Minuut Risico-Analyse’ is niet anders dan samen bekijken of je de vragen op het LMRA-kaartje met ‘ja’ kunt beantwoorden. Werken in besloten ruimtes is werken met Multi-risico’s. Een LMRA is daarom bij dit soort werkzaamheden extra belangrijk!
3.3.2.
Het klopt niet! Wat nu? Het kan voorkomen dat je tot de conclusie komt dat niet alle vragen op de LMRA positief beantwoord kunnen worden. Wat je aantreft, klopt dus niet. Bij twijfel of een “NEE” ga je dus niet direct aan het werk, maar denk je eerst even na, in overleg met je teamgenoten en/of met je leidinggevende. Dan bepaal je of, en hoe, er wel veilig gewerkt kan worden. Regel eerst een veilige uitvoering, als dat noodzakelijk is. En dan pas ga je (weer) aan het werk.
3.3.3.
Rechten en plichten bij onveiligheid De Arbowet heeft ruimte gemaakt voor werknemers om er voor te zorgen dat je niet de dupe hoeft te worden van onveilige arbeidsomstandigheden. Zo ben je op grond van de Wet bevoegd om het werk bij ernstig gevaar op te schorten. Je behoudt in zo’n geval het recht op loondoorbetaling en je mag niet worden benadeeld in jouw positie binnen het bedrijf waar je werkzaam bent. Maak je daar gebruik van, i.c. je staakt het werk, of je begint er niet aan, dan geeft diezelfde Wet je wel de verplichting om dit onmiddelijk te melden bij je leidinggevende. Blijf je een onveilig gevoel houden, dan werk je dus niet. Je leidinggevende is degene die moet aantonen dat dat onveilige gevoel niet reëel is. Overigens is het niet aan te bevelen om lichtzinnig met bovenstaand recht te gaan zwaaien. Als dat nodig moet zijn, dan zijn we als Movaren niet goed met elkaar bezig. Onthoud dat Movares, als werkgever, er heel wat aan gelegen is om jou de volgende ochtend weer gezond aan het werk te hebben. Maar er moet in ieder geval wel tijdig en volwassen overlegd worden.
3.4 Terugkoppeling via de VCA-bladen In de vorige paragraaf werd genoemd dat werken volgens de VCA** een aantal registratieverplichtingen met zich mee brengt. Dat gebeurt middels de VCA-bladen. Die gaan vanaf het begin met een buitenproject mee. Het eerste blad heeft met name betrekking op (project-)risico-informatie en op al dan niet genoten voorlichting en onderricht. Dat moet ingevuld zijn op het moment dat je op de projectlocatie bent aangekomen. Daar, ter plekke, wordt tenminste het tweede blad ingevuld.
3.4.1.
De werkplekinspectie Aangekomen op de projectlocatie, maak je dus eerst de LMRA (§ 3.3.1). Komt daaruit dat je gewoon aan het werk kan gaan, dan moet je weten dat nu, of tijdens het werk, door de Operationeel Leidinggevende van het buitenteam een werkplekinspectie moet worden uitgevoerd. Op blad 2 van het VCA-blad staat een checklist(je). Deze moet doorlopen worden en ingevuld. Rechts van de checkpoints is ruimte gelaten voor opmerkingen of gevonden oplossingen. Het totale VCA-blad moet binnen drie werkdagen na afloop van het (deel)project digitaal naar de groepsmanager van de Operationeel Leidinggevende zijn verstuurd.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 21 van 28
Deze groepsmanager kan blad 3 gebruiken als er in de operationele sfeer verbeteringen inzake veiligheid doorgevoerd moeten worden.
3.4.2.
(bijna)Ongevallen, onveilige situatie en milieu-incidenten Blad 4 van het VCA-blad hoeft hopelijk nooit, of bijna nooit, gebruikt te worden. Maar, mocht zich onverhoopt toch een ongeval voor doen, dan moet hiervan wel melding gemaakt worden. Natuurlijk wordt er direct contact opgenomen met de betreffende leidinggevende(n). Maar het is erg belangrijk voor de mogelijke leereffecten die een ongeval met zich mee kan brengen, dat er zo snel mogelijk een zo compleet en duidelijk mogelijk beeld van het ongeval ontstaat. Wacht hier een week mee, en de helft van de belangrijke info is weggezakt, en de andere helft klopt niet meer. Blad 4 gebruik je ook wanneer er nèt geen ongeluk gebeurde. Bijvoorbeeld, je collega glijdt op een bemost talud uit, valt en rolt naar beneden. Maar gelukkig viel hij zacht. En bij het naar beneden rollen, miste hij net het uitstekende prikkeldraad van het hek. Kortom, het was een bijna-ongeval. Het liep gelukkig goed af. Toch moeten ook deze situaties worden gemeld. Ook zo’n voorval kan informatie opleveren. Dat kan helpen om in de toekomst te voorkomen dat een dergelijk bijna-ongeval een echt ongeval wordt; met alle narigheid van dien. Want waarom gleed hij uit? Zijn onze schoenen niet goed? Of had hij z’n gympen aan? Wat kan hiervan geleerd worden? Dit geldt idem dito voor onveilige situaties. Ook dit soort zaken moeten worden gemeld. Uiteindelijk kan het leiden tot een hoger niveau van veiligheid voor de buitenwerkers! Het zal in de praktijk van Movares in buitenwerk niet vaak voor komen, maar ondenkbaar is het niet dat zich een milieu-incident voordoet. Lekken van brandstof en olie uit voertuigen, of uit een omgevallen jerrycan zou voor kunnen komen. Probeer allereerst erger te voorkomen. En ruim zo mogelijk de verontreiniging op. Van dit soort gevallen moet ook melding worden gemaakt op blad 4.
3.5 Overige aandachtspunten bij de voorbereiding & uitvoering
Bij werkzaamheden op en langs wegen zijn een aantal punten voor jou van belang. Een aantal is al genoemd, een aantal niet. Hier alles nog eens op een rijtje:
Voor je met je klus buiten begint is een goede voorbereiding noodzakelijk. Laat je informeren over de plaatselijk geldende regels.
Draag altijd de juiste veiligheidskleding. Meld je komst aan bij de wegbeheerder. Regel niet zelf het verkeer. Als dat zou moeten gebeuren zijn het enkel de politie en de verkeersregelaars die dat mogen doen. Doe het ook niet bij een calamiteit of iets dergelijks. Als er iets fout gaat en er ontstaat schade, dan ben jij wel aansprakelijk! Houdt afzettingen in orde. Als er iets mee is, meldt dat dan aan de eigenaar, respectievelijk de beheerder. Lopend oversteken van een autosnelweg met twee of meer rijstroken is streng verboden. Dit geld ook voor alle toe- en afritten en verbindingswegen. Voor niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom geldt: * het lopend oversteken van twee of meer rijstroken is verboden op wegen met een maximum snelheid van 100km/h.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 22 van 28
* het lopend oversteken van drie of meer rijstroken is verboden op wegen met een maximum snelheid van 70km/h. * deze verboden gelden niet wanneer de oversteek via een permanent aanwezige oversteekvoorziening kan worden uitgevoerd. Wees te allen tijde waakzaam richting het langsrijdende verkeer, blijf royaal bij de afzetting vandaan. Blijf correct tegenover weggebruikers (ook al doen ze nog zo horkerig).
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 23 van 28
4
Zelftoets en verklaring In dit laatste hoofdstuk staat een zogenaamde ‘zelftoets’. Behalve een andere manier om nog een keer door de theorie te gaan, is dit ook het moment waarop je voor jezelf kunt toetsen of je er ook mee uit de voeten kan. Na de zelftoets tref je een verklaring aan waarmee je te kennen geeft dat je over dit onderwerp de benodigde kennis hebt opgedaan, het begrepen hebt en er naar zult handelen tijdens je werkzaamheden. Deze verklaring lijkt een beetje op de PBM-verklaring die Movares sinds 2011 hanteert. Jij en je groepsmanager moeten deze verklaring dateren en tekenen. Daarna kun je hiermee de module laten registreren door het Service Punt.
4.1 Zelftoets Vraag 1. Noem een globale indeling van de gevaren bij het werken in een besloten ruimte. Vraag 2. Wat is het gevaar van te weinig zuurstof in een besloten ruimte? Vraag 3. Mag je alleen naar de ophaalbrug in Alkmaar gaan om een inspectieklus in de hameistijlen uit te voeren? Vraag 4. Welke PBM’s neemt u mee als een brugkoker aan de binnenzijde moet inspecteren.? Vraag 5. Is het toegestaan om in een besloten ruimte een looplamp op 230V met een lange verlengkabel te gebruiken?
De antwoorden vind je in § 4.3.
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 24 van 28
4.2 Verklaring bij de module ‘Werken in besloten ruimtes’
Ondergetekende heeft de VGM-module ‘Werken in besloten ruimtes’ gevolgd. De module behandelt: a ) de veiligheidsrisico’s waaraan medewerkers van Movares bij werken in besloten ruimtes blootgesteld kunnen worden, b ) de relevante in- en externe voorschriften bij werken in besloten ruimtes, c ) de relevante beheersmaatregelen om werkzaamheden in besloten ruimtes veilig uit te kunnen voeren.
Ondergetekende verklaart hierbij de inhoud van deze module te kennen en begrepen te hebben. Ondergetekende zal bij het in opdracht van Movares werken in besloten ruimtes de genoemde voorschriften en risicobeheersmaatregelen in acht nemen.
Datum: .........................
Datum: .........................
Naam medewerker:
Naam leidinggevende:
................................................
................................................
Handtekening:
Handtekening:
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 25 van 28
4.3 Antwoorden op de vragen van de Zelftoets Vraag 1. Brand- en explosiegevaar, Gevaren door te veel of te weinig zuurstof, Vergiftiging of bedwelming, Beklemmingsgevaar, Elektrocutie. Vraag 2. Bij een zuurstofgehalte lager dan 19% kunnen je ademhaling en polsslag toenemen, uiteindelijk kun je bewusteloos raken, bij verdere verlaging van het gehalte aan zuurstof kan dit de dood tot gevolg hebben. Vraag 3. Nee. Als jij de hameistijl binnen gaat, moet er een collega fungeren als veiligheidswacht bij de toegang te de hameistijl. Zolang als jij in de hameistijl bent mag hij zijn post niet verlaten, en hij moet altijd contact met jou kunnen houden. Vraag 4. Beschermende kleding (liefst een overall) ,veiligheidsschoenen, helm, handschoenen, ademhalingsbeschermingsmiddelen. Maar ook goedgekeurde meetapparatuur om het zuurstofgehalte te kunnen meten en om te meten of er schadelijke dampen of gassen aanwezig zijn. Vraag 5. Nee. De kans is groot dat de kabel beschadigd raakt door schuren langs scherpe randen e.d. Elektrocutie is dan het gevolg, of er ontstaan vonken die een explosie kunnen veroorzaken. Gebruik daarom altijd een zaklamp en/of helmlamp. Als je elektrisch gereedschap moet gebruiken, gebruik dan een machine met een 24voltsaccu. Zorg tevoren dat de accu gevuld is en neem een reserve mee!
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 26 van 28
Colofon
Opdrachtgever
Uitgave
Telefoon Telefax Ondertekenaar
Movares Nederland BV Jacco Buisman Movares Nederland B.V. Leidseveer 10 3511 SB Utrecht Postbus 2855 3500 GW Utrecht 030 - 265 3241 030 - 265 4551 Arno de Graaff arbocoördinator
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 27 van 28
Bijlage I
Brondocumenten
Bij het samenstellen van deze syllabus is van de volgende bronnen gebruik gemaakt:
Handboek Arbobesluit, editie 2011/2012, Sdu Uitgevers bv
Handboek Arbobeleidsregels, editie 2010/2011, Sdu Uitgevers bv
AI-5 Veilig werken in besloten ruimten, 2e herziene druk, Sdu Uitgevers bv
Abomafoon, 2011, Aboma + Keboma
Basisveiligheid - module Buitenwerk, 2010, Movares (interne opleiding)
Werken in besloten ruimten, 2004, Stichting Arbouw
Werken in besloten ruimtes / Concept / Versie 0.2 / 1 februari 2012
blad 28 van 28