Werkboek Gezamenlijke Beoordeling Aan de slag voor cliënten met multiproblematiek Met voorbeelden uit de praktijk!
Inhoudsopgave “Eén probleemgezin kost overheid zeker 40.000 euro”
4
Wat is Gezamenlijke Beoordeling?
5
Waarom Gezamenlijke Beoordeling?
6
Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling
7
1. Opstarten
8
Probleemstelling Opdrachtgever Regierol Afbakening doelgroep Aanhaken ketenpartners Aanhaken cliëntenraden
8 8 9 9 10 11
2. Voorbereiden
12
Business case Projectvoorbereiding Samenwerking Samenwerkingsconvenant
12 14 15 16
3. Realiseren
18
Cliënt Regierol coördinator Toegang voor de cliënt Informatie-uitwisseling Herkenning meervoudige hulpvraag Periodiek teamoverleg Integraal plan
18 18 19 20 21 23 23
4. Implementeren
24
24
Structurele inbedding
Bijlagen 26
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 3
Eén probleemgezin kost overheid zeker 40.000 euro De zorg voor een probleemgezin kost gemiddeld zeker 40 duizend euro per jaar. Dit bedrag is een optelsom van een bijstandsuitkering plus de kosten van maatschappelijk werk, jeugdzorg, schuld hulpverlening, geestelijke gezondheids zorg, of aanbieders van opvoedings ondersteuning. De berekening is in opdracht van de gemeente Woerden gemaakt door onderzoeksbureau Stade Advies. Gemeenten draaien binnen enkele jaren op voor bijna alle kosten voor kwetsbare gezinnen, door de extra taken die ze van het Rijk krijgen toebedeeld. Maar ze hebben daar straks veel minder geld voor dan er nu aan wordt uitgegeven. Daarom willen gemeenten weten hoe deze hulp efficiënter en goedkoper kan. Ze moeten de bezuinigingsagenda van het kabinet-Rutte handen en voeten geven. Naar de kosten van zorg voor kwetsbare gezinnen is zelden onderzoek gedaan. Het gaat om gevallen met problemen op meerdere terreinen tegelijk: schulden, onderwijs, psychische stoornissen en verslavingen. De gemiddelde kosten zijn waarschijnlijk hoger dan 40 duizend euro, omdat de kosten voor het gemeentelijk apparaat bij de hulpverlening in het Woerdense onderzoek buiten beschouwing zijn gelaten, zegt Albert Veuger van Stade Advies.
Bron: de Volkskrant, 7 april 2012
4 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Vanaf 2015 betalen en regelen de gemeenten de jeugdzorg, die nu nog onder de provincies valt. Ook veel hulp die nu wordt betaald met landelijk AWBZ-geld, zoals geestelijke gezondheidszorg of zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, komt in 2013 op het bordje van de gemeenten, evenals de uitkeringen voor arbeidsgehandicapten. In opdracht van minister Schippers van Volksgezondheid worden de kosten ook landelijk uitgezocht. Projectleider Peter Cuyvers noemt het rapport over Woerden een ‘uitstekende studie’, maar het gemiddelde bedrag ‘ligt nog veel hoger’. Het valt Cuyvers op dat in de hulpverlening een taboe rust op het noemen van bedragen. Uit de studie van Woerden blijkt dat besparen mogelijk is. Nog steeds zijn bij kwetsbare gezinnen gemiddeld meer dan tien instanties betrokken, die vaak nauwe lijks weet hebben van elkaars inspanningen. Een totaalplan ontbreekt. Elke instelling heeft zijn eigen intakeformulier, dat meestal zo ingewikkeld is dat de gezinnen hulp nodig hebben bij het invullen. Volgens Veuger gaat ongeveer eenderde van de kosten op aan dergelijke bureaucratie. Met het aanwijzen van één verantwoordelijke die met het gezin een integraal hulpplan opstelt, kan volgens hem veel doelmatiger worden gewerkt.
Wat is Gezamenlijke Beoordeling? Nederland kent verschillende groepen burgers met multiproblematiek. Zij hebben op meerdere gebieden problemen die belemmeren dat zij goed kunnen meedraaien in de maatschappij. Er is bijvoorbeeld sprake van psychische problemen of verslaving, maar ook problemen met huisvesting, inkomen, werk, onderwijs en schulden. Voorbeelden van deze groepen zijn ex-gedetineerden, multiprobleemgezinnen, daklozen of mensen die uit hun huis dreigen te worden gezet. In de praktijk is er tussen deze groepen veel overlap en is het onderscheid niet zo scherp te maken. Om de meervoudige hulpvraag van deze cliënten te kunnen beantwoorden is een beroep nodig op verschillende wettelijke regelingen, die door verschillende organisaties worden uitgevoerd. Het krantenbericht hiernaast illustreert hoe dat in de praktijk uitwerkt. Het project Gezamenlijke Beoordeling heeft gewerkt aan verbetering van de dienstverlening aan cliënten met multi problematiek in twaalf lokale initiatieven (zie publicatie Samen beoordelen werkt! op cd-rom). In Gezamenlijke Beoordeling werken professionals van verschillende organisaties samen om hun kennis van de diverse leefgebieden en de informatie van de cliënt bijeen te brengen om te komen tot een integrale oplossing van de meervoudige hulpvraag van de cliënt.
De ministeries van SZW en VWS willen als opdrachtgevers van het landelijk project Gezamenlijke Beoordeling de geleerde lessen en succesfactoren van de lokale initiatieven graag overdragen aan de praktijk van gemeenten en andere organisaties die dienstverlening bieden aan cliënten met multiproblematiek. In het evaluatieonderzoek van KPMG Plexus (zie cd-rom) zijn algemene criteria en zes bouwstenen voor een succesvolle vorm van Gezamenlijke Beoordeling benoemd. Die zijn in dit werkboek samen met de ervaringen en verworven inzichten van de lokale initiatieven en het landelijk projectteam vertaald naar een concrete aanpak in het Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling, om organisaties die aan de slag willen voor cliënten met multiproblematiek te ondersteunen bij het verbeteren van de dienstverlening. De cd-rom bij dit Werkboek Gezamenlijke Beoordeling bevat verschillende formats, modellen en invulschema’s om direct mee aan de slag te gaan. Het pictogram in de kantlijn betekent dat de informatie te vinden is op de cd-rom.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 5
Waarom Gezamenlijke Beoordeling? Knelpunten dienstverlening bij multiproblematiek
Meerwaarde van Gezamenlijke Beoordeling*
voor de cliënt: • veel uitzoekwerk naar de mogelijkheden en een tocht langs verschillende loketten; • per organisatie een aanvraag; • bij elke organisatie opnieuw je verhaal doen en dezelfde gegevens en bewijsstukken verstrekken; • soms opnieuw een vergelijkbaar onderzoek ondergaan; • een integrale oplossing ontbreekt doordat de organisaties alleen vanuit hun eigen specifieke werkveld naar de hulpvraag van de cliënt kijken.
voor de cliënt: • betere kwaliteit van de geboden hulp; • betere dienstverlening, de cliënt hoeft maar één keer aan te kloppen en krijgt een vaste contactpersoon; • snellere doorlooptijd; • hoe meer domeinen de hulpvraag beslaat, hoe groter de lastenverlichting.
voor de organisaties: • professionals moeten cliënten vaak doorverwijzen naar een ander loket; • organisaties weten niet altijd van elkaar welke voorzieningen ze bieden; • er worden gegevens verzameld die mogelijk al bekend zijn bij andere organisaties; • er vindt onderzoek plaats dat mogelijk voorkomen had kunnen worden.
voor de organisaties: • tijdsbesparing doordat er per cliënt maar één traject loopt; • minder shopgedrag door cliënten; • het uitwisselen van informatie in plaats van zelf verzamelen van informatie; • efficiënter werken doordat meer cliënten binnen dezelfde tijd geholpen kunnen worden en er minder kosten per cliënt gemaakt worden.
voor de maatschappij: • soms vindt stapeling van voorzieningen door verschillende organisaties plaats; • overlast; • hoge kosten.
voor de maatschappij: • effectievere dienstverlening, ook op de langere termijn; • onder meer afname van overlast voor inwoners, jongeren die eerder en blijvend aan het werk gaan; • besparing van bijvoorbeeld detentiekosten en de uitgaven van bijzondere bijstand.
* Bron: Evaluatieonderzoek Gezamenlijke Beoordeling, KPMG Plexus.
6 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling Met het werkmodel Gezamenlijke Beoordeling hieronder kun je direct aan de slag. Ontwerp je eigen aanpak voor multiproblematiek. Gebruik daarvoor het lege invulschema op de cd-rom.
Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling Opstarten
Voorbereiden
Probleemstelling
Opdrachtgever
Realiseren
Implementeren
Cliēnt
Structurele inbedding
Business case
Regierol coördinator Regierol
Projectvoorbereiding
Afbakening doelgroep
Samenwerking
Aanhaken ketenpartners
Samenwerkingsconvenant
Toegang voor de cliēnt
Herkenning meervoudige hulpvraag
Periodiek teamoverleg
Integraal plan
Informatie-uitwisseling Aanhaken cliēntenraden
Proces Gezamenlijke Beoordeling Besluitvorming (mandaat)
Besluitvorming (start realisatie)
Besluitvorming (implementatie)
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 7
1. Opstarten Opstarten
Voorbereiden
Realiseren
Implementeren
Cliēnt
Structurele inbedding
Probleemstelling
Business case
Opdrachtgever
Regierol coördinator Regierol
Projectvoorbereiding
Afbakening doelgroep
Samenwerking
Aanhaken ketenpartners
Samenwerkingsconvenant
Toegang voor de cliēnt
Herkenning meervoudige hulpvraag
Periodiek teamoverleg
Integraal plan
Informatie-uitwisseling Aanhaken cliēntenraden
Proces Gezamenlijke Beoordeling Besluitvorming (mandaat)
Besluitvorming (start realisatie)
Besluitvorming (implementatie)
Probleemstelling Er moet een aanleiding of noodzaak zijn om met Gezamenlijke Beoordeling aan de slag te gaan. Dat kan de lokale wens zijn om de dienstverlening aan een bepaalde groep cliënten te verbeteren. Ook kan er sprake zijn van een lokaal probleem, zoals een groep cliënten die voor overlast zorgt, bijvoorbeeld veelplegers. Daarnaast zullen veranderingen in wet- en regelgeving en bezuinigingen ertoe leiden dat de dienstverlening aan cliënten met multiproblematiek anders georganiseerd wordt. Gemeenten krijgen in de dienstverlening aan deze cliënten steeds meer taken waardoor zij zich genoodzaakt zullen zien om voor hen een passende dienstverlening te ontwikkelen. Met een toepassing van het model Gezamenlijke Beoordeling kunnen zij slagvaardiger optreden. Hengelo In Hengelo was een maatschappelijk probleem de aanleiding voor de start van het lokaal initiatief Nazorg ex-gedetineerden. In Hengelo keren per jaar gemiddeld honderdvijftig gedetineerden terug in de samenleving. Veertig procent van hen valt terug in oud gedrag. Een belangrijke oorzaak daarvan is het ontbreken van nazorg na de detentie, zoals hulp bij het vinden van een woning, het aanvragen van een uitkering en toeleiding naar school of werk. Gezamenlijke Beoordeling voor ex-gedetineerden kan flinke baten opleveren, voor de cliënt zelf, maar ook voor de maatschappij door een hoger veiligheidsgevoel in de stad en meer woongenot.
Opdrachtgever Er is een ambassadeur of probleemeigenaar nodig die wil dat de dienstverlening voor een bepaalde groep verbetert en eventuele samenwerkingspartners daarvan kan overtuigen. In de praktijk is het vaak een beleidsmedewerker die een probleem onder de aandacht brengt bij de verantwoordelijk bestuurder. 8 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
De persoon van de opdrachtgever beschikt over beslissingsbevoegdheid en doorzettingsmacht, zoals een wethouder. De opdrachtnemer ervaart steun en kan problemen escaleren. Vervolgens wordt de probleemstelling geanalyseerd en worden mogelijke oplossingrichtingen aangegeven. Daarbij wordt ook verkend welke partners bij de samenwerking betrokken zouden moeten worden. In Drechtsteden benadrukte de opdrachtgever het belang van de samenwerking, wat de weg opende voor samenwerking op operationeel niveau en ingrijpen bij knelpunten.
Regierol Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat een duidelijke regierol in de fasen van opstarten en voorbereiden een belangrijke bouwsteen is voor een succesvolle Gezamenlijke Beoordeling. De regiehouder is in deze fasen van dezelfde organisatie als de opdrachtgever, zodat de regierol door de korte lijn goed van de grond kan komen. De regiehouder staat idealiter boven het proces Gezamenlijke Beoordeling en is in staat dat vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Essentieel is ook dat de samenwerkingspartners de regierol accepteren, wat tot versterking en versnelling van de planvorming kan leiden. Op basis van de ervaringen van de lokale initiatieven kan geconcludeerd worden dat de gemeente de regierol goed kan vervullen. Als regiehouder krijgt de gemeente inzicht in de lokale (multi)problematiek en kan de gemeente bovendien gebruikmaken van doorzettingsmacht om doorbraken te realiseren. Bij elf van de twaalf lokale initiatieven Gezamenlijke Beoordeling was de gemeente de regiehouder, in Amsterdam was dat zorgaanbieder AMC. Bij het oppakken van de regie zijn de taken en financiën vaak leidend. Bij gemeentelijke uitvoeringstaken als de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet Werk en Bijstand zal de gemeente automatisch de regie pakken. Als het probleem door de GGZ (AWBZ) of verslavingszorg (zorgverzekeringswet) wordt gesignaleerd, zal de gemeente dat niet zo snel doen.
Afbakening doelgroep Volgens het evaluatieonderzoek bevordert een helder afgebakende doelgroep het succes van Gezamenlijke Beoordeling. Een afgebakende doelgroep maakt duidelijk welke dienstverlening nodig is en met welke organisaties samenwerking mogelijk is. Daardoor kan doelgericht gewerkt worden. Er is geen specifieke doelgroep van cliënten met multiproblematiek in de lokale initiatieven te onderscheiden voor wie Gezamenlijke Beoordeling succesvoller is dan voor andere groepen. Wel is duidelijk dat Gezamenlijke Beoordeling van grote meerwaarde kan zijn voor cliënten in een urgente situatie. De dienstverlening zorgt daarmee ook voor preventie. Een wijkaanpak kan goed werken, mits de doelgroep en de aard van de dienstverlening duidelijk zijn omschreven.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 9
Leiden In Leiden kwam de dienstverlening moeizaam tot stand, omdat het belang van de samenwerking voor de cliënt naar de organisaties toe onvoldoende was gedefinieerd. Zeist Het lokaal initiatief in Zeist werkte met een brede intake en een intensieve samenwerking die waardevol was voor de opvolging van uitgezette acties. Maar het was niet voldoende duidelijk welke doelgroep cliënten centraal stond. Daardoor was het karakter van de gezamenlijke dienstverlening ook niet helder.
Onderstaande initiatieven waren onder meer door een specifieke, helder afgebakende doelgroep succesvol. Deze initiatieven hadden met elkaar gemeen dat de cliënten zich in een urgente situatie bevonden. Hengelo: ex-gedetineerden die na het uitzitten van hun straf in de maatschappij terugkeren. Arnhem: inwoners die wegens betalingsachterstanden uit hun huis dreigen te worden gezet of te worden afgesloten van gas, water of licht. Den Haag: daklozen en sociaal kwetsbare personen die nog (semi)-zelfstandig wonen, waarbij een hoog risico bestaat op dakloosheid. Amsterdam: jongeren die voor het eerst een psychose krijgen.
Aanhaken ketenpartners Wanneer sprake is van multiproblematiek gaat de regiehouder om de tafel zitten met mogelijke ketenpartners om te komen tot een gezamenlijke aanpak. Het is aan te raden om van start te gaan zodra de meest relevante ketenpartners bereid zijn tot samenwerking. Wacht niet op groen licht van alle partijen, die kunnen altijd later nog aanhaken. Bovendien heeft het uitgangspunt ‘klein beginnen en uitbreiden als het goed loopt’ ook bij Gezamenlijke Beoordeling zijn waarde bewezen. De regiehouder zorgt dat het project goed loopt. Bij knelpunten tussen de ketenpartners zorgt de regiehouder ervoor dat iedereen om de tafel komt om een oplossing te vinden. Kortom, de regiehouder zet de ketenpartners aan tot samenwerken, het delen van kennis en het uitwisselen van gegevens en blijft dit gedurende het hele project bewaken. Essentieel voor een succesvolle ketensamenwerking is draagvlak bij zowel het management (ook het middenmanagement) als op de werkvloer van alle organisaties. Zowel formeel in de vorm van een overeenkomst als informeel door het voelen van een gedeelde verantwoordelijkheid. Creëer draagvlak door goed te communiceren met de ketenpartners over de werkwijze die je wilt invoeren en geef alle partijen de gelegenheid hierop te reageren. Een of meer ambassadeurs op een hoger niveau in de organisatie kunnen bijdragen aan draagvlak en het oplossen van knelpunten. Zorg voor voldoende capaciteit om het project van de grond te krijgen en zorg dat één organisatie de kar trekt.
10 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Den Haag Den Haag heeft met een communicatieplan gewerkt om draagvlak te creëren. Er is veel geïnvesteerd in gesprekken met de opdrachtgever en er zijn presentaties gegeven op managementniveau en bij diverse overlegvormen. Zie ook Mindmap draagvlak creëren op cd-rom. Arnhem In Arnhem is sterk gewerkt aan draagvlak voor het project, zowel op strategisch als operationeel niveau. Er is geen communicatieplan opgesteld. Wel zijn er tijdens het project diverse presentaties gegeven aan geïnteresseerde partijen en enkele interviews over de nieuwe werkwijze verschenen in regionaal dagblad De Gelderlander. Per 1 januari 2012 hebben ook de woningcorporaties zich bij het project aangesloten. Hiervoor is een samenwerkingsconvenant en een privacyreglement opgesteld. Spijkenisse Een belangrijke geleerde les in Spijkenisse was dat het middenmanagement actiever betrokken had moeten worden bij de samenwerking. Er was te weinig commitment waardoor de samenwerking moeizaam tot stand kwam.
Aanhaken cliëntenraden Veel landelijke en lokale organisaties die actief zijn op het gebied van zorg, welzijn en sociale zekerheid hebben cliëntenraden. Deze cliëntenraden behartigen de belangen van cliënten en denken mee met organisaties en zorginstellingen vanuit het perspectief en de behoefte van de cliënt. Voorbeelden zijn de UWV-cliëntenraden, Wmo-raden en de cliëntenraden van zorginstellingen. Het is aan te raden om zo mogelijk een cliëntenraad bij Gezamenlijke Beoordeling te betrekken. Cliëntenraden hebben het beste zicht op de knelpunten bij de dienstverlening en kunnen vanuit de ervaringen van cliënten bijdragen aan verbeteringen. Ook kunnen zij bijvoorbeeld goed adviseren over de afbakening van de doelgroep. Cliëntenraden kunnen bovendien over Gezamenlijke Beoordeling naar de cliënt communiceren en zo bijdragen aan bekendheid en vertrouwen in de nieuwe dienstverlening. In Tytsjerksteradiel was een lid van de Wmo-adviesraad vertegenwoordiger in de stuurgroep van het project.
Besluitvorming: mandaat voor project Het eerste beslismoment volgt als het probleem is onderkend, een initiatiefnemer met door zettingsmacht het probleem wil aanpakken, een regiehouder is aangewezen, de doelgroep is afgebakend, de juiste ketenpartners zijn aangehaakt en alle partijen de urgentie voelen om te veranderen en bereid zijn om een project te starten. Het is nu aan de opdrachtgever om iemand aan te wijzen die de plannen gaat uitwerken. Alle twaalf lokale initiatieven hebben dit opgepakt in projectvorm.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 11
2. Voorbereiden Opstarten
Voorbereiden
Realiseren
Implementeren
Cliēnt
Structurele inbedding
Probleemstelling
Business case
Opdrachtgever
Regierol coördinator Regierol
Projectvoorbereiding
Afbakening doelgroep
Samenwerking
Aanhaken ketenpartners
Samenwerkingsconvenant
Toegang voor de cliēnt
Herkenning meervoudige hulpvraag
Periodiek teamoverleg
Integraal plan
Informatie-uitwisseling Aanhaken cliēntenraden
Proces Gezamenlijke Beoordeling Besluitvorming (mandaat)
Besluitvorming (start realisatie)
Besluitvorming (implementatie)
Business case Na de probleemverkenning is de volgende stap het maken van een eerste uitwerking van het project in een business case. Dit is een zakelijke rechtvaardiging van de projectaanpak, waarin een afweging wordt gemaakt tussen de investeringen en opbrengsten van de nieuwe werkwijze. Een goede business case is consistent, begrijpelijk, volledig, meetbaar en eenduidig, zodat de inhoud niet verschillend te interpreteren is (zie sjabloon Business case op cd-rom). De lokale initiatieven Gezamenlijke Beoordeling hebben de kosten en baten van hun project begroot (zie cd-rom voor Handreiking kosten en baten). Deze informatie is verwerkt in het evaluatieonderzoek van KPMG Plexus. Kosten Gebaseerd op een gemiddelde van de twaalf lokale initiatieven bedragen de implementatiekosten van een project Gezamenlijke Beoordeling bij de gemeente tussen de € 85.000 en € 135.000. Dit zijn personeelskosten (projectorganisatie en opleiding), eenmalige investeringskosten (ICT-aanpassingen) en overige projectkosten, zoals voor communicatie. De terugverdientijd van deze investering is naar schatting ongeveer drie jaar. Inclusief de maatschappelijke kosten besparing bedraagt de terugverdientijd maximaal één jaar. Dit zijn potentiële besparingen; de evaluatie vond plaats in een te vroeg stadium om daar harde uitspraken over te doen en de baten zijn sterk lokaal gekleurd. Niet-financiële baten Gezamenlijke Beoordeling kan zowel financiële als niet-financiële baten opleveren voor de cliënt, de organisaties en de maatschappij. De niet-financiële baten voor de cliënt bestaan uit verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening, verkorting van de doorlooptijd en verlaging van de administratieve lasten. Ook voor de organisaties zijn niet-financiële baten te benoemen: • tijdsbesparing door één traject voor een cliënt in plaats van parallelle trajecten; • minder shopgedrag van cliënten door de samenwerking tussen ketenpartners en vastlegging van de afspraken; 12 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
• informatie uitwisselen in plaats van afzonderlijk informatie verzamelen; • verhoging efficiency doordat meer cliënten binnen dezelfde tijd geholpen kunnen worden en er minder kosten worden gemaakt per cliënt. Voor de maatschappelijke baten is het van belang om binnen de scope van het project te blijven. Een voorbeeld van een niet-financieel maatschappelijk voordeel is minder overlast voor burgers. Financiële baten In het evaluatieonderzoek Gezamenlijke Beoordeling zijn de netto kostenbesparingen per lokaal initiatief berekend voor de cliënt, de organisaties en de maatschappij. Dit zijn de structurele kostenbesparingen minus de structurele extra kosten van het project.
Kostenbesparing per initiatief Project Drechtsteden Hengelo Arnhem
Totaal besparing
Totaal besparing
Totaal besparing
cliëntniveau
organisatie
maatschappij
€ 200.00
€ 25.908,00
€ 232.500,00
€ 23.000,00
€ 836.160,00 € 103.759,00
Bron: KPMG Plexus
Drechtsteden: verkorten doorlooptijd Gezamenlijke Beoordeling verkort de doorlooptijd van de indicaties, waardoor jongeren in Drechtsteden eerder aan het werk gaan. In Drechtsteden is de waarde van een extra werkende gelijkgesteld aan € 15.500 per jaar. Het lokaal initiatief geeft aan dat als vijftien jongeren aan het werk blijven, dit de maatschappij per jaar € 232.500 oplevert. Hengelo: verminderen recidive Gezamenlijke Beoordeling leidt tot betere hulp aan ex-gedetineerden, wat de recidive kan terugbrengen. Volgens Hengelo levert dit een jaarlijkse maatschappelijke besparing op van € 836.160 die bestaat uit: • Besparing op detentiekosten. Een gedetineerde in Nederland kost ongeveer € 230 per dag. De gemiddelde detentieduur van gedetineerden in de gemeente Hengelo is 148 dagen. Elke ex-gedetineerde die niet in herhaling valt, levert een besparing op van € 34.040. In Hengelo wordt uitgegaan van een afname met vier recidivisten. Dit betekent een totale besparing van € 136.160. • Besparing op de kosten van diefstal, geweldpleging en politie-inzet, veroorzaakt door veelplegers. Volgens Hengelo bespaart elke veelpleger die niet meer met justitie in aanraking komt, de samenleving ongeveer € 100.000. Gedurende de looptijd van het lokaal initiatief in Hengelo is het aantal veelplegers dat in oud gedrag terugviel met zeven gedaald: een totale besparing van € 700.000. Arnhem: voorkomen dubbele verstrekking Gezamenlijke Beoordeling verbetert de afstemming tussen organisaties en voorkomt daarmee dat hulpbudgetten onterecht dubbel aan cliënten worden verstrekt. Dat heeft in Arnhem geleid tot een afname in de verstrekking van vooral de Bijzondere Bijstand. De besparing bedraagt € 103.759 (verschil tussen kosten 2012 en 2011).
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 13
Leeuwarden: onderscheid in mate meervoudigheid Het lokaal initiatief in Leeuwarden maakt onderscheid in de mate van meervoudigheid van de hulpvraag en focust op de complexe meervoudige hulpvraag om (kosten) efficiëntie te realiseren. Voor minder kwetsbare doelgroepen met een hulpvraag op maximaal twee leefgebieden, wegen de voordelen van Gezamenlijke Beoordeling niet voldoende op tegen de extra investeringen en wordt op een andere wijze gewerkt aan verbetering van de dienstverlening.
Projectvoorbereiding Een grondige voorbereiding van de nieuwe werkwijze is een succesfactor voor het vervolg. Een projectmatige aanpak helpt daarbij. De aanpak zoals beschreven in de business case wordt verder uitgewerkt in een projectplan. Een heldere planning van de activiteiten geeft duidelijkheid en richting aan de samenwerking. Verder gaat het om het vastleggen van de afspraken en spelregels hoe met elkaar om te gaan, de sturing van het project en het bewaken van het resultaat. In de projectstructuur kunnen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de stuurgroep, projectgroep(en) en eventuele werkgroepen worden beschreven. Een aantal lokale initiatieven maakte in een model duidelijk hoe de verschillende samenwerkende partners zich tot elkaar verhouden en hoe de informatiestromen lopen. Dit bevordert het inzicht in de vaak complexe netwerken. Het model Projectorganisatie Gezamenlijke Beoordeling geeft een voorbeeld van de standaard projectorganisatie.
14 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Projectorganisatie Gezamenlijke Beoordeling
Samenwerking Betrokkenheid en draagvlak bij alle organisaties en professionals is essentieel. Van professionals wordt gevraagd over de eigen grenzen heen te denken en het gezamenlijke doel altijd voor ogen te blijven houden. Het doel van de samenwerking is ook het delen van kennis en informatie tussen de ketenpartners. Het resultaat van goede samenwerking is dat de verschillende organisaties meer weten over elkaars werkgebieden en de ontwikkelingen die daar spelen en dat een gedeelde verantwoordelijkheid voor de cliënten wordt gevoeld.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 15
Gezamenlijke Beoordeling kenmerkt zich door samenwerking van organisaties. Sommige organisaties, zoals het CIZ, UWV en zorgverzekeraars, kennen een landelijk georganiseerde en gestandaardiseerde dienstverlening. In verschillende lokale initiatieven is gebleken dat de deelname van deze organisaties noodzakelijk was om de meerwaarde te bereiken in de dienstverlening voor de doelgroep. Deelnemen aan een lokaal samenwerkingsverband vraagt meestal om het doorbreken van die standaarden en vereist extra inzet om tot passende lokale werkafspraken te komen. Amsterdam In Amsterdam zijn als onderdeel van de samenwerking specifieke afspraken met het CIZ gemaakt waardoor het indicatieproces werd versneld.
Gezamenlijke Beoordeling betekent voor professionals een omslag naar een andere manier van werken, zoals het herkennen van de meervoudige hulpvraag, over de grenzen van het eigen werkgebied kijken en vertrouwen in elkaars expertise. Om die omslag voor hen mogelijk te maken is ondersteuning gewenst in de vorm van training, tools, tijd, budget en een bepaalde handelingsruimte. Investeer in trainingen voor professionals van alle betrokken samenwerkingspartners op uitvoerend niveau. De trainingen hebben als doel: • elkaar leren kennen; • weten wat de werkzaamheden van de ander zijn; • weten welke deskundigheid de ander heeft; • een gezamenlijk basis-deskundigheidsniveau bereiken. Oude IJsselstreek Een multidisciplinaire groep professionals per wijk met verschillen in rollen, taken en niveau is in Oude IJsselstreek gezamenlijk via ‘werktafels’ getraind. De training is gericht op het optimaliseren van het signaleren, samenwerken en communiceren door de professionals. Doordat de mensen die met elkaar werken ook samen aan de werktafel deelnemen, leren ze elkaar beter kennen wat de samenwerking ten goede komt. Arnhem Alle projectmedewerkers van de gemeente en drie medewerkers van de welzijns organisatie Rijnstad volgden een tweedaagse training. Met Rijnstad wordt het meest intensief samengewerkt.
Samenwerkingsconvenant In het samenwerkingsconvenant (zie cd-rom voor de aandachtspunten) worden de afspraken tussen de betrokken partijen schriftelijk vastgelegd. Afspraken over wat de betrokken partijen aan mensen en middelen (bijvoorbeeld huisvesting en budget) bijdragen aan de samenwerking, de tijdsinvesteringen van elke organisatie, het werkproces, wie waarvoor verantwoordelijk is, het overnemen van elkaars taken, financiële vergoedingen enzovoort. Een goede afstemming over tijdsinvestering en financiën is vooral van belang wanneer organisaties elkaars taken overnemen. Ook worden definitieve afspraken gemaakt over de resultaten en conclusies van het project en de daaropvolgende structurele inbedding in de staande organisatie.
16 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Het is aan te raden om over het uitwisselen van gegevens het volgende op te nemen: • doel en toepassingsgebied van de gegevensverwerking; • de verantwoordelijke voor de gegevensuitwisseling; • het verwerken van persoonsgegevens door het casusoverleg; • de rechten van de client, zoals het recht op informatie en inzage, het correctierecht en het recht op eigen verklaring en klachtrecht. Hiervoor heeft privacydeskundige mr. Lydia Janssen het ‘Model werkinstructie voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een Gezamenlijke Beoordeling’ ontwikkeld, met een bijbehorend model voor de toestemmingsverklaring. Gegevensuitwisseling is alleen mogelijk met toestemming van de cliënt. Oude IJsselstreek In Oude IJsselstreek is in samenwerking met mr. Lydia Janssen een samenwerkingsconvenant opgesteld, waarin alle afspraken over het gezamenlijke werkproces zijn vastgelegd. Daarnaast bevat het een op de lokale situatie toegespitste samenvatting van verschillende regelingen, zoals de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet op de jeugdzorg, de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst, de Wet politiegegevens en de verschillende beroeps- en gedragscodes voor maatschappelijk werkenden, psychologen en pedagogen. De overeenkomst is ondertekend door alle deelnemende ketenpartners.
Het samenwerkingsconvenant is een essentiële basis voor een goede samenwerking tussen de verschillende partijen, vooral omdat die plaatsvindt over domeinen heen. Gezamenlijke Beoordeling betekent ook gezamenlijk oplossen. Daarvoor zouden de schotten tussen de verschillende financieringsbronnen moeten verdwijnen en budgetten flexibel inzetbaar moeten zijn. Dat maakt de aanpak effectiever en efficiënter, omdat de organisaties niet ieder hun eigen middelen inzetten, maar gezamenlijk kiezen voor de wijze van inzet. Dat vraagt ook anders denken en handelen van de samenwerkende professionals. Het samenwerkingsconvenant blijkt in de praktijk effectief en bevordert de samenwerking tussen de organisaties. Daardoor wordt de doorlooptijd verkort. Bovendien bevordert het convenant de éénloket-gedachte. Door het ondertekenen van het samenwerkingsconvenant gaan de partijen akkoord met de business case, de projectvoorbereiding en de samenwerking. Dit is het beslismoment om verder te gaan met het inrichten van het proces en Gezamenlijke Beoordeling uit te rollen. In de volgende fase is het van belang om de business case te blijven toetsen.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 17
3. Realiseren Opstarten
Voorbereiden
Realiseren
Implementeren
Cliēnt
Structurele inbedding
Probleemstelling
Business case
Opdrachtgever
Regierol coördinator Regierol
Projectvoorbereiding
Afbakening doelgroep
Samenwerking
Aanhaken ketenpartners
Samenwerkingsconvenant
Toegang voor de cliēnt
Herkenning meervoudige hulpvraag
Periodiek teamoverleg
Integraal plan
Informatie-uitwisseling Aanhaken cliēntenraden
Proces Gezamenlijke Beoordeling Besluitvorming (mandaat)
Besluitvorming (start realisatie)
Besluitvorming (implementatie)
In deze fase wordt de business case uitgewerkt in een operationeel dienstverleningsproces. Het werkproces Gezamenlijke Beoordeling wordt ingevuld met de specifieke eisen van de gekozen doelgroep.
Cliënt Bij Gezamenlijke Beoordeling gaat het erom het proces, van de intake tot de oplossing, zo in te richten dat de cliënt met multiproblematiek daadwerkelijk een betere dienstverlening ervaart. De coördinator is het vaste aanspreekpunt van de cliënt. Hierdoor wordt niet de cliënt, maar de vraag doorgestuurd. Gezamenlijke Beoordeling is idealiter met en niet over de cliënt. De cliënt kan zelf ook sturing geven aan het proces, door aan te geven welke aanpak of oplossing bij hem past. Dat ontslaat de cliënt er niet van om zelf verantwoordelijkheid te nemen waar het kan en gebruik te maken van de eigen kracht. Sommige doelgroepen cliënten met multiproblematiek zijn echter minder zelfredzaam.
Regierol coördinator Een coördinator bewaakt het proces Gezamenlijke Beoordeling en is contactpersoon voor de samenwerkingspartners en de cliënt. Ook op procesniveau is het essentieel dat de regierol van de coördinerende organisatie geaccepteerd wordt door alle ketenpartners en niet aan één persoon hangt. De coördinator betrekt de cliënt zoveel mogelijk bij het zoeken naar oplossingen. De coördinator doet daarmee een beroep op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de cliënt. De coördinatie van het werkproces kan op verschillende manieren worden ingericht: • de coördinator stemt bilateraal een oplossing af met de ketenpartners; • de coördinator organiseert een casusoverleg met de benodigde ketenpartners; • een professional wordt als dossierhouder aangewezen, bewaakt het proces en is aanspreekpunt voor de cliënt. 18 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Arnhem In Arnhem gaat de coördinator eerst na of er voor de cliënt al een hulptraject bestaat. Als dat het geval is, worden in overleg met de al betrokken hulpverleners afspraken over het te volgen traject gemaakt. Hengelo Als een gedetineerde vrijkomt, wordt de coördinator Nazorg detentie daarover ongeveer twee weken van te voren geïnformeerd met het digitaal document Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN). Behalve over de duur van de detentie geeft de DPAN informatie over de eventueel te verwachten problemen na afloop van de detentie, gebaseerd op een gesprek in de penitentiaire inrichting tussen de medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD) en de gedetineerde. De informatie wordt geverifieerd en uitgewisseld wat aanleiding kan zijn voor een gesprek tussen de coördinator Nazorg detentie en de gedetineerde. Zo nodig organiseert de coördinator daarna een multidisciplinair overleg of stemt hij afzonderlijk met elke organisatie de benodigde hulp voor de cliënt af. Den Haag Tijdens het multidisciplinair overleg wordt een casushouder voor de cliënt vastgesteld. Oude IJsselstreek Een cliënt met een meervoudige hulpvraag wordt aangemeld bij de zorgcoördinator. De zorgcoördinator organiseert een wisselstoelenoverleg met belanghebbende organisaties èn de cliënt. Tijdens dit overleg wordt een casemanager aangesteld als vaste contactpersoon voor de cliënt. De zorgcoördinator onderzoekt, stuurt aan en bewaakt het proces.
Toegang voor de cliënt Hoe organiseer je dat een cliënt met een meervoudig hulpvraag op de juiste plek terechtkomt? De lokale initiatieven Gezamenlijke Beoordeling deden dat op vijf verschillende manieren: • een vaste contactpersoon waar cliënten zich kunnen melden; • via de loketten van de samenwerkende ketenpartners; • een vast loket waar cliënten zich kunnen melden; • een meldlijn voor professionals en cliënten; • een online vragenlijst. Het meest succesvol bleek de toegang via een vaste contactpersoon en de samenwerkende ketenpartners. Toegang via een vaste contactpersoon In Hengelo, Arnhem en Oude IJsselstreek werden relatief veel cliënten aangemeld en doorverwezen naar de vaste contactpersoon. De belangrijkste voorwaarden voor succes bleken de expertise en een goed netwerk van de contactpersoon. Hierbij bestaat wel het risico dat de vaste contactpersoon kan wegvallen en daarmee ook de kennis en het netwerk.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 19
(vervolg) Hengelo De cliënt wordt nog voordat hij terugkeert in de samenleving actief benaderd door de nazorgcoördinator. De nazorgcoördinator van de gemeente en de medewerker Maatschappelijke Dienstverlening brengen in een gesprek met de cliënt zijn situatie in kaart op vijf leefgebieden: identiteitsbewijs, inkomen, wonen, zorg en schulden. Arnhem Bij melding van een bedreigende situatie wordt de cliënt doorgeleid naar de coördinator van het team Bedreigende Situaties bij de gemeente, waar het probleem direct wordt aangepakt. Bij meervoudige problematiek stelt het team een integraal plan op om de cliënt te helpen. Door snel handelen en korte lijnen kan het team een huisuitzetting of afsluiting van gas, water of licht vaak binnen twee tot drie dagen voorkomen. Oude IJsselstreek Instellingen in Oude IJsselstreek kunnen een cliënt met een meervoudige hulpvraag aanmelden bij de coördinator van het Zorgnetwerk. De coördinator zorgt ervoor dat de juiste organisaties bij de Gezamenlijke Beoordeling van de cliënt worden betrokken.
Toegang via de samenwerkingspartners Deze vorm is succesvol toegepast in Den Haag. De belangrijkste voorwaarde voor succes was het kunnen herkennen van de meervoudige hulpvraag door de betrokken keten partners. Den Haag De cliënt meldt zich of wordt gemeld aan het loket van één van de vijf ketenpartners. De loketmedewerker verzorgt de intake en vult de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) in, zo mogelijk samen met de cliënt. De cliënt is direct aan het juiste loket en de ZRM maakt het voor de loketmedewerker gemakkelijk om direct breed naar de situatie van de cliënt te kijken.
Informatie-uitwisseling De echte meerwaarde van Gezamenlijke Beoordeling wordt bereikt door het uitwisselen van cliëntgegevens tussen de ketenpartners. De gegevensuitwisseling loopt parallel aan de drie volgende stappen; het herkennen van de meervoudige hulpvraag, het periodiek teamoverleg en het opstellen van het integraal plan. Gegevensuitwisseling valt onder de regels van de privacywetgeving. Dit kan drempels opwerpen. Maar met het vragen van toestemming aan de cliënt kom je al heel ver. Betrek de cliënt er zoveel mogelijk bij, leg uit wat je gaat doen en wat je daarvoor nodig hebt.
20 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Het model ‘Werkinstructie’ bevat de volgende procedure voor het vragen van toestemming aan de cliënt om gegevens uit te wisselen: • als bij het eerste contact met de cliënt blijkt dat de cliënt een meervoudige hulpvraag heeft, uitleg geven over de verschillende onderdelen van de hulpvraag en de organisaties die daarbij kunnen worden betrokken; • de cliënt informeren over de mogelijkheid van Gezamenlijke Beoordeling; • de procedure van Gezamenlijke Beoordeling uitleggen; • het toestemmingsformulier introduceren en toelichten; • als de cliënt instemt, start de Gezamenlijke Beoordeling. Vormen van informatie-uitwisseling Bij de lokale initiatieven is op vier verschillende manieren cliëntinformatie tussen organisaties uitgewisseld: • face-to-face tussen professionals in het multidisciplinair overleg; • via een ICT-systeem; • via één coördinator die afzonderlijk contact heeft met elke organisatie; • een combinatie van bovenstaande vormen van informatie-uitwisseling. Face-to-face In de projectperiode in Arnhem is tussen ketenpartners cliëntinformatie uitgewisseld per telefoon en e-mail. Indien nodig werden cliëntsituaties besproken in het multidisciplinair overleg. Inzage in elkaars systemen was niet mogelijk. Na de projectperiode is bij het structureel inbedden van de nieuwe werkwijze een centraal ICT-systeem ingevoerd. Face-to-face en ICT-systeem In Den Haag wordt informatie tussen professionals uitgewisseld via de ZelfredzaamheidMatrix en in het multidisciplinair overleg. De ketenpartners hebben toegang tot bepaalde gegevens in een cliëntvolgsysteem. De ZRM is in het cliëntvolgsysteem ingebouwd. Ontsluiting van de ZRM-gegevens wordt beschikbaar voor alle betrokken ketenpartners en waar nodig ook voor melders. Combinatie van alle vormen van informatie-uitwisseling In Hengelo organiseert de nazorgcoördinator afhankelijk van de problematiek een multidisciplinair overleg of stemt hij de benodigde zorg en hulp met de organisaties bilateraal af. De gegevens worden via elektronische dossiers uitgewisseld in het ICTsysteem Vis2. De werk- en inkomensgegevens worden uitgewisseld via Suwinet en Mens Centraal. Indien nodig wordt aanvullende informatie gedeeld per telefoon en e-mail. De dossierkoppeling via Vis2 en Mens Centraal levert tijdwinst op doordat meer cliëntinformatie direct beschikbaar is. Aan de andere kant zijn medewerkers tijd kwijt aan het invoeren van gegevens in twee systemen.
Herkenning meervoudige hulpvraag De volgende stap in het proces van Gezamenlijke Beoordeling is het herkennen van de meervoudige hulpvraag. Dat vraagt van professionals om over de grenzen van het eigen werkgebied te kijken en in te kunnen schatten of voor de cliënt ook hulp op andere gebieden nodig is. Bij de lokale initiatieven werd voor het herkennen van een meervoudige hulpvraag een specialistisch team, een instrument of een coördinator ingezet. De eerste twee methoden waren het meest doeltreffend. Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 21
Specialistisch team Amsterdam Bij het AMC in Amsterdam helpt het VIP-team (Vroegtijdige Interventie Pschychose) jongeren die voor het eerst een psychose krijgen weer op weg naar een plek in de samenleving. Niet alleen met zorg, maar ook op het gebied van werk, inkomen, wonen, dagbesteding en scholing. Het VIP-team bestaat uit professionals van verschillende ketenpartners. In het multidisciplinair casusoverleg wordt de situatie van de cliënt in kaart gebracht en een integraal plan afgestemd.
Instrument Den Haag Het lokaal initiatief in Den Haag zet als instrument de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) in. Hiermee kan op elf leefgebieden de zelfredzaamheid van de cliënt met een score van 1 tot 5 worden aangegeven. De ZRM vormt de basis voor bespreking in het multidisciplinair overleg en geeft snel een helder gezamenlijk beeld van de cliënt. De ZRM helpt om breed te kijken doordat de professionals van de verschillende organisaties dezelfde eenduidige en heldere begrippen gebruiken. Tytsjerksteradiel In Tytsjerksteradiel werd een vragenlijst met vragen over verschillende domeinen gebruikt. Deze vragenlijst werd echter als te lang ervaren en soms vonden cliënten het niet prettig om naast hun primaire hulpvraag ook benaderd te worden over andere levensgebieden. Voor het herkennen van een meervoudige hulpvraag is alleen een vragenlijst dus niet voldoende. Almere Hier werd als instrument de EigenKrachtWijzer (EKW) ingezet. Dit is een online vragenlijst op basis van vraagverheldering die de cliënt zelf invult en die hem helpt om zijn situatie en hulpvraag in kaart te brengen. De EKW biedt veel informatie en kan als deze op de juiste manier wordt ingezet de dienstverlening verrijken. Hou er rekening mee dat het invullen van de EKW bij de cliënt de verwachting kan oproepen dat tijdens het intakegesprek iets met de uitkomsten wordt gedaan.
Coördinator Er kan ook worden gewerkt met een coördinator. De coördinator bepaalt of er sprake is van een meervoudige hulpvraag en stemt de Gezamenlijke Beoordeling af met de andere organisaties. De coördinator kan echter ook als ingang fungeren naar het specialistisch team, zoals in Arnhem, Oude IJsselstreek en Hengelo. De coördinator stelt dan vast of het gaat om een meervoudige hulpvraag en checkt of de cliënt al gebruik maakt van voorzieningen. Vervolgens brengt de coördinator het specialistisch team op de hoogte en wordt een integraal plan opgesteld.
22 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Periodiek teamoverleg Periodiek teamoverleg heeft een positief effect op de kwaliteit van de Gezamenlijke Beoordeling en de dienstverlening. Tijdens dit overleg tussen professionals van de verschillende ketenpartners worden de belangrijkste cliëntcasussen vanuit verschillende expertises bekeken en besproken. Dit verkort de lijnen tussen de samenwerkingspartners. Het is aan te raden om de cliënt of een woordvoerder van de cliënt voor dit overleg uit te nodigen. De situatie van de cliënt wordt gezamenlijk in beeld gebracht en vanuit meerdere expertises bekeken. Vervolgens wordt gezocht naar oplossingen die daarbij aansluiten. De overlegfrequentie van het teamoverleg is een belangrijke factor. Er moet zorgvuldig worden afgewogen of de inspanning van de professionals in verhouding staat tot de opbrengsten van het overleg. Het teamoverleg kost tijd, maar voorkomt dat professionals veel telefonisch overleggen. Hengelo In Hengelo is gestart met een wekelijks gezamenlijk overleg. Dit was echter zo tijdsintensief dat organisaties nu bilateraal overleggen. Het gezamenlijk overleg vindt één keer per maand plaats, zo mogelijk met de cliënt erbij. Oude IJsselstreek De coördinator Zorgnetwerk in Oude IJsselstreek organiseert een wisselstoelenoverleg met de betrokken organisaties, zo mogelijk met de cliënt of een woordvoerder van de cliënt erbij. In het overleg wordt een gezamenlijk hulpplan opgesteld en een casemanager aangesteld, die de vaste contactpersoon van de cliënt wordt.
Integraal plan Als in het periodiek teamoverleg is vastgesteld dat een cliënt een meervoudige hulpvraag heeft, wordt een integraal plan opgesteld. Hierin wordt vastgelegd welke dienstverlening de cliënt nodig heeft. De coördinator of aangewezen casushouder ziet erop toe dat de afgesproken acties daadwerkelijk worden uitgevoerd. Het voordeel van deze werkwijze is dat de afspraken met alle ketenpartners zijn afgestemd en ook worden vastgelegd.
Besluitvorming: implementatie Aan het einde van de projectperiode wordt bezien of de in de business case geplande doel stellingen en resultaten zijn behaald. Hebben de projectactiviteiten geleid tot de gewenste verbeteringen? Het antwoord op deze vraag bepaalt of de ontwikkelde werkwijze structureel moet worden opgenomen in de dienstverlening. De ontwikkelde werkwijze maakt dan, eventueel met wijzigingen, structureel onderdeel uit van de reguliere dienstverlening.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 23
4. Implementeren Opstarten
Voorbereiden
Realiseren
Implementeren
Cliēnt
Structurele inbedding
Probleemstelling
Business case
Opdrachtgever
Regierol coördinator Regierol
Projectvoorbereiding
Afbakening doelgroep
Samenwerking
Aanhaken ketenpartners
Samenwerkingsconvenant
Toegang voor de cliēnt
Herkenning meervoudige hulpvraag
Periodiek teamoverleg
Integraal plan
Informatie-uitwisseling Aanhaken cliēntenraden
Proces Gezamenlijke Beoordeling Besluitvorming (mandaat)
Besluitvorming (start realisatie)
Besluitvorming (implementatie)
Structurele inbedding Als de projectfase met een evaluatie is afgesloten, wordt de verantwoordelijkheid voor het nieuwe werkproces overgedragen van de projectorganisatie aan de staande organisatie. De bereikte resultaten en de kosten en baten zullen een rol spelen bij de besluitvorming. Is het proces ook naar tevredenheid van de ketenpartners verlopen? Als deze vraag ontkennend wordt beantwoord, is er reden om het samenwerkingsconvenant tegen het licht te houden en bij te stellen. Dit kan tijd kosten, maar zal ook weer een betere basis leggen voor het vervolg. De in de projectfase ontwikkelde kennis en vaardigheden moeten op peil worden gehouden en misschien wel worden uitgebreid. Samenwerking vergt extra inspanning. Domeinoverstijgend denken en handelen vraagt niet alleen kennis, maar ook een andere houding. Ook wanneer het nieuwe proces structureel is ingebed zal hiervoor voldoende tijd beschikbaar moeten zijn. Bij de lokale initiatieven is gebleken dat het management hierin kan stimuleren en faciliteren. Het management bepaalt of er tijd en budget beschikbaar is. Wanneer deze vraag niet door de professionals behoeft te worden beantwoord, ervaren professionals ruimte in denken en handelen waardoor zij sterker staan in de samenwerking. Oude IJsselstreek Al bij de start van het project was het doel om tot structurele inbedding over te gaan. De werkwijze van Gezamenlijke Beoordeling loopt goed. Nu wordt ook naar de nazorg gekeken. Het is de bedoeling dat de regierol van de coördinator door ervaring in de samenwerking met professionals meer naar een adviserende rol groeit. Er wordt nog verder gekeken naar eventuele nieuwe ketenpartners. Arnhem In Arnhem is er commitment voor de langere termijn. De werkwijze Gezamenlijke Beoordeling is geïmplementeerd in de vaste organisatie van de gemeente. Dat verliep heel natuurlijk doordat de verantwoordelijke vanuit de staande organisatie vanaf het begin bij het project betrokken is geweest en de hele geschiedenis kent. Bij de start zijn verschillende losse projecten op het gebied 24 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
van huisuitzettingen in een uniforme aanpak bij elkaar gebracht. De kosten daarvan waren niet veel hoger dan van alle losse projecten bij elkaar. Na de projectperiode Gezamenlijke Beoordeling is eind 2011 een convenant gesloten met als nieuwe partners de woningcorporaties erbij. Deze uitbreiding van de samenwerking wordt te zijner tijd geëvalueerd. Inmiddels heeft Arnhem de Gezamenlijke Beoordeling uitgebreid naar zorgmijders in de lokale zorgnetwerken, dak- en thuislozen, ex-gedetineerden en zwerfjongeren. De ‘zwerftafel’ is een casusoverleg waarin instellingen nieuwe zwerfjongeren bespreken en hulp organiseren. Sinds 1 juli 2012 heeft de zwerftafel fysiek gestalte gekregen in het JONA-huis, waar verschillende instellingen op één locatie samenwerken om integrale hulp aan kwetsbare jongeren te bieden. Ook Amsterdam, Den Haag, Drechtsteden, Hengelo, Leeuwarden, Tytsjerksteradiel en Zeist zijn bezig met structurele inbedding.
Werkboek Gezamenlijke Beoordeling | 25
Bijlagen Overzicht bijlagen op cd-rom/online: 1. Samen beoordelen werkt!, januari 2012 2. Evaluatieonderzoek Gezamenlijke Beoordeling, KPMG Plexus, februari 2012 3. Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling + invul model 4. Model projectorganisatie Gezamenlijke Beoordeling + invul model 5. Sjabloon business case Gezamenlijke Beoordeling 6. Handreiking kosten en baten 7. Aandachtspunten samenwerkingsconvenant 8. Model werkinstructie voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een Gezamenlijke Beoordeling 9. Model toestemmingsverklaring 10. Meerwaarde bouwstenen Gezamenlijke Beoordeling 11. Mindmap draagvlak creëren
26 | Werkboek Gezamenlijke Beoordeling
Colofon Redactie: Angela Barendregt en Thijs Jonker, projectteam Gezamenlijke Beoordeling VoorMekaar Communicatie, Voorburg Eindredactie: Klarie Smit, ministerie van VWS Vormgeving: Optima Forma bv, Voorburg Fotografie: Nationale Beeldbank Druk: Vijfkeerblauw, Rijswijk Bronnen: Evaluatieonderzoek Gezamenlijke Beoordeling, KPMG Plexus, februari 2012 Model ‘Werkinstructie voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een Gezamenlijke Beoordeling’, Lydia Janssen, november 2011 Uitgave: Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, juli 2012