Werkboek Beroepsprakti jkvorming N e t w e r k b e h e e rd e r ROC Drenthe College Sector:
Techniek
Afdeling:
ICT en Media
Opleiding:
Netwerkbeheerder (crebo 95323)
versie:
A2014.01b
Gebruikt OpenDyslexic, beschikbaar op http://dyslexicfonts.com, gemaakt door Abelardo Gonzalez
Copyright © Drenthe College Sector Techniek Postbus 173 7800 AD Emmen
Alle rechten voorbehouden Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved No part of this book may be reproduced by print, photoprint, microfilm, or any other means, without written permission from the publisher.
Gebruikt OpenDyslexic, beschikbaar op http://dyslexicfonts.com, gemaakt door Abelardo Gonzalez
Inhoudsopgave Algemene gegevens BPV-periode...................................................................................................................... Inleiding............................................................................................................................................................ 1 Begrippenlijst.................................................................................................................................................... 2 Schoolcontacten............................................................................................................................................... 3 Doel van de BPV.............................................................................................................................................. 4 Beeld van het beroep........................................................................................................................................ 5 Wat doet een netwerkbeheerder?................................................................................................................ 5 Waar werkt een netwerkbeheerder?............................................................................................................ 6 Wat moet een netwerkbeheerder kunnen?.................................................................................................. 6 Overzicht van de kerntaken en werkprocessen................................................................................................ 7 Toelichting op de kerntaken en werkprocessen................................................................................................ 8 BPV-overeenkomst......................................................................................................................................... 11 BPV-vergoeding......................................................................................................................................... 11 Verzekering................................................................................................................................................ 11 Duur van de BPV....................................................................................................................................... 11 Stagebegeleiding............................................................................................................................................ 11 Stagebegeleiding vanuit school................................................................................................................. 11 Stagebegeleiding vanuit het bedrijf............................................................................................................ 11 Stagebeoordeling....................................................................................................................................... 12 Beoordeling beroepsmatig functioneren.................................................................................................... 12 Beoordeling van de werkprocessen........................................................................................................... 12 Enkele regels en opmerkingen....................................................................................................................... 13 De eerste BPV-dag.................................................................................................................................... 13 Studiedagen en schooldagen.................................................................................................................... 13 Werktijden en vrije dagen.......................................................................................................................... 13 Ziekte......................................................................................................................................................... 13 Vertrouwelijke gegevens............................................................................................................................ 13 BPV-opdrachten.............................................................................................................................................. 14 Planning..................................................................................................................................................... 14 Logboek..................................................................................................................................................... 14 Bedrijfsoriëntatie........................................................................................................................................ 14 Praktijkopdracht(en)................................................................................................................................... 14 Persoonlijk stageverslag............................................................................................................................ 15 Bijlage 1 Overzicht van competenties................................................................................................................. Bijlage 2 Aanwijzingen opmaak stageverslag..................................................................................................... Een voorbeeld hoe het persoonlijk verslag opgebouwd kan worden............................................................. Bijlage 1 Overzicht van competenties............................................................................................................
Gebruikt OpenDyslexic, beschikbaar op http://dyslexicfonts.com, gemaakt door Abelardo Gonzalez
Drenthe College Sector Techniek Postbus 173 7800 AD Emmen Telefoon: 088 188 4444
A l g e m e n e g e g e v e n s B P V- p e r i o d e Naam deelnemer
: _________________________________________
Adres
: _________________________________________
Woonplaats
: _________________________________________
Opleiding
: _________________________________________
Crebonummer
: _________________________________________
Organisatie/bedrijf
: _________________________________________
BPV-docent
: _________________________________________
Praktijkopleider
: _________________________________________
BPV-periode
: van: ___________
tot en met:
______________
Het is de BPV-er niet toegestaan gedurende de BPV-periode - en ook niet na het eindigen daarvan - enige mededeling te doen met betrekking tot hetgeen hem/haar tijdens de BPV-periode is bekend geworden omtrent relaties, belangen en zaken van de BPV verlenende organisatie die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd. De BPV-er zorgt voor geheimhouding van hetgeen hem/haar tijdens zijn/haar BPV periode wordt toevertrouwd, bekend wordt, of waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter moet bewaren.
Gebruikt OpenDyslexic, beschikbaar op http://dyslexicfonts.com, gemaakt door Abelardo Gonzalez
Inleiding Stage heet Beroep spraktijkvorming (BPV). Dit is voor velen een vrij nieuwe term, dus zullen in het spraakgebruik en ook in dit boek de gangbare aanduidingen als stage en stageboek nog regelmatig gebruikt worden. In dit stageboek is steeds gekozen voor de mannelijke vorm van deelnemer, stagiair, het bedrijf en de docent van het Drenthe College. Dit BPV-stageboek is een boekwerk waarin wordt uitgelegd hoe je BPV moet verlopen en wat daar allemaal bij komt kijken. Hierdoor worden alle betrokkenen bij de beroepspraktijkvorming zo optimaal over hun rol geïnformeerd. Dit heeft tot gevolg dat de deelnemer meer profijt van zijn BPV-periode kan hebben. In het stageboek vind je de kerntaken en werkprocessen van de opleiding die je volgt en alle in te vullen formulieren. Zorg dat je het altijd bij je hebt, zowel op je stageadres als op school tijdens de begeleidingsuren. Als je na het bestuderen van dit stageboek nog vragen hebt, neem dan contact op met je BPV-docent (studieloopbaanbegeleider) of met de BPV-coördinator. Mocht er in dit stageboek onvolkomenheden staan, dan houden wij ons graag aanbevolen voor verbeteringen. Tenslotte wensen we je een plezierige stage toe. Het BPV-team.
Inleiding
Pagina 1 van19
Begrippenlijst BPV-bedrijf
Het bedrijf of de instelling waar door de BPV-er praktijkervaring wordt opgedaan. In het boek wordt gesproken over organisatie of stageadres BPV-overeenkomst Een contract tussen de school, de organisatie en de deelnemer waarin stageafspraken staan. BPV-coördinator De persoon die de BPV organiseert en coördineert. BPV-er De deelnemer die in een organisatie praktijkervaring op doet. SLB Studieloopbaanbegeleider (ook begeleider tijdens de BPV) Praktijkopleider De persoon die de BPV-er begeleidt in het BPV-bedrijf. Begeleidingsgesprek Een wekelijks gesprek tussen BPV-er en praktijkopleider over de werkzaamheden en de voortgang van de BPV. BPV-eindgesprek Gesprek tussen BPV-er, Praktijkopleider en BPV-docent waarin de eindbeoordeling tot stand komt. BPV op drachten Een door de organisatie verstrekte op dracht of de diverse werkzaamheden die binnen de organisatie verricht moeten worden. Werkzaamheden De beroepshandelingen die een BPV-er binnen de organisatie verricht. Competenties Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Werkprocessen Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Kerntaken Een groep samenhangende werkprocessen. Kwalificatiedossier In het kwalificatiedossier staan o.a de (groep) kerntaken beschreven, die horen bij de betreffende uitstroomrichting van de opleiding. POP Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de deelnemer. Het beschrijft welke werkprocessen en competenties de deelnemer al bezit en welke hij nog moet / wil verwerven. Portfolio In zijn portfolio verzamelt de deelnemer resultaten van leeractiviteiten waarmee hij kan laten zien welke werkprocessen en competenties hij aan het ontwikkelen is. Bewijsmap In zijn bewijsmap verzamelt de deelnemer resultaten van leeractiviteiten waarmee hij kan laten zien welke werkprocessen en competenties hij beheerst. Bevoegd gezag Als je een opleiding volgt, is (het bestuur van) de school het bevoegd gezag. De school wijst iemand aan om haar te vertegenwoordigen. Werkweek 5 x 8 uur, tenzij het bedrijf andere werktijden hanteert of vanuit school een studiedag is ingepland. NB. In dit BPV-stageboek zullen vervolgens de termen praktijkopleider, BPV-docent, stagiair, deelnemer en hij gebruikt worden. Hiermee worden echter uitdrukkelijk ook, de praktijkopleidster, de BPV-docente, de stagiaire, de deelneemster en zij bedoeld.
Begrippenlijst
Pagina 2 van19
Schoolcontacten Contactadres locatie Emmen: Drenthe College Sector Techniek Afdeling ICT en Media t.a.v. dhr. M. Scholtens postbus 173 7800 AD Emmen e-mail:
[email protected] Telefoon: 088 188 4444 mobiel: 06 52 48 28 30 Contactadres locaties Assen/Meppel: Drenthe College Sector Techniek Afdeling ICT en Media t.a.v. dhr. H. Lukken Fokkerstraat 7-9 9403 AM Assen e-mail:
[email protected] Telefoon: 088 188 4444 mobiel: 06 20 22 68 69
Schoolcontacten
Pagina 3 van19
Doel van de BPV Het beroepsonderwijs verzorgt beroepsgerichte opleidingen. Tijdens de opleiding moet de deelnemer leren eigen keuzes te maken en verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen leerproces. Een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een portfolio helpen daarbij. Al tijdens de opleiding kan de deelnemer kennismaken met het beroep in een bedrijf d.m.v. ‘het lopen’ van een stage. BPV is een verplicht onderdeel van een beroepsopleiding dat leidt tot een praktische kwalificatie van de deelnemer. Het doel van de BPV voor de deelnemer is praktijkervaring op te doen. Hij kan wat hij geleerd heeft op school toepassen in de praktijk en daarnaast door de praktijk zijn leerervaringen vergroten.
Doel van de BPV
Pagina 4 van19
Beeld van het beroep Wat doet een netwerkbeheerder? Het werk binnen de netwerkbeheer bestaat uit drie kerntaken: 1. De netwerkbeheerder inventariseert de informatiebehoefte en/of de vraag binnen een afdeling of (delen van) een organisatie. Vervolgens onderzoekt hij hoe aan de vastgestelde informatiebehoefte/vraag kan worden voorzien en levert, eventueel op basis van het projectplan, een functioneel ontwerp op. De I netwerkbeheer overziet hierbij bovendien de consequenties van verandertrajecten voor de gebruikers van het informatiesysteem en schat ook de gevolgen van de verandertrajecten en/of innovaties voor het beheer van het informatiesysteem goed in. De netwerkbeheerder maakt aan de hand van het projectplan en/of het (eventueel aangeleverde) functioneel ontwerp een technisch ontwerp. Op basis van beide ontwerpen inventariseert de netwerkbeheerder de uit te voeren activiteiten en maakt een plan van aanpak. De ICT- en netwerkbeheerder nemen hierbij ook de kostenraming mee. Vervolgens realiseert de netwerkbeheerder een testomgeving, voert tests uit en bewaakt de voortgang van de testfase. De netwerkbeheerder bespreekt alle werkzaamheden met de op drachtgever/leidinggevende. Waar nodig past de netwerkbeheerder naar aanleiding van deze gesprekken onderdelen binnen de werkzaamheden aan. De netwerkbeheerder kan deze werkzaamheden zelfstandig doen als het gaat om de wat kleinere informatiesystemen, maar hij zal niet verantwoordelijk zijn voor het zelfstandig uitvoeren van alle aspecten als het gaat om grote bedrijven met grote afdelingen van bijvoorbeeld honderden werkplekken. Wel kan hij ook daar ondersteuning bieden en voor onderdelen de eindverantwoordelijkheid op zich nemen. 2. De netwerkbeheerder inventariseert de consequenties van de implementatie van (onderdelen van) een informatie- of (cross)mediasysteem binnen een organisatie. Deze bespreekt de netwerkbeheerder met de betrokkenen, waarna hij het implementatieplan opstelt. De netwerkbeheerder vertaalt delen van het implementatieplan naar een plan van aanpak voor deelwerkzaamheden. Wanneer het implementatieplan door anderen wordt aangeleverd analyseert de netwerkbeheerder dit plan en vertaalt het naar deelwerkzaamheden. De netwerkbeheerder presenteert, ter informatie en voorbereiding op de veranderingen, zijn bijdrage aan de implementatie aan de betrokkenen waarna hij de (onderdelen van) het informatiesysteem volgens het eerder opgestelde implementatieplan implementeert. Tijdens, maar ook vooral na de installatiewerkzaamheden test hij de werking van het systeem grondig. Ook biedt hij ondersteuning bij de uitvoering van de acceptatietests. Resultaten rapporteert hij aan de leidinggevende en de projectleider. Tenslotte zorgt de netwerkbeheerder ervoor dat alles volledig en op de juiste wijze wordt gedocumenteerd. Uiteraard interpreteert de netwerkbeheerder de resultaten van de implementatie en de uitgevoerde testen en bespreekt deze met de betrokkenen. Tevens zorgt hij ervoor dat het gehele implementatietraject met de betrokken partijen geëvalueerd wordt. De netwerkbeheerder legt de uitkomsten van de evaluatie schriftelijk vast. De netwerkbeheerder kan deze werkzaamheden zelfstandig doen binnen de wat kleinere bedrijven. Als het gaat om grootschalige implementatietrajecten binnen de grotere bedrijven, dan zal de netwerkbeheerder vaak niet eindverantwoordelijk zijn. Wel zal hij uiteraard een actieve rol bij de ondersteuning van de implementatie hebben. De netwerkbeheerder voorkomt niet alleen (ver)storingen door het informatiesysteem te beheren en te testen, hij ontdekt en lokaliseert ook storingen, achterhaalt de oorzaak en verhelpt deze. Indien nodig doet de netwerkbeheerder verbetervoorstellen om (ver)storingen in de toekomst nog beter te voorkomen. Daarnaast doet hij voorstellen m.b.t. de kwaliteitsnormen waaraan een Beeld van het beroep
Pagina 5 van19
informatiesysteem dient te voldoen. Uiteraard documenteert de netwerkbeheerder de storingen en de gevonden oplossingen, zodat er een bruikbaar naslagwerk ontstaat. De netwerkbeheerder stelt beheer- en gebruiksprocedures op. Hij bewaakt de actualiteit van de procedures en formuleren zo nodig verbetervoorstellen. Wanneer hij wijzigingen doorvoeren, informeert hij de collega's en gebruikers hier tijdig over. De netwerkbeheerder zorgt er eveneens voor dat de verschillende soorten documentatie (systeemdocumentatie, licenties etc.) goed gearchiveerd worden. Natuurlijk leeft hij de procedures zelf na en zien toe op de naleving van de procedures door anderen. Zo nodig wordt actie ondernomen. De netwerkbeheerder beveiligt het informatiesysteem. Hij ziet er op toe dat de integriteit en betrouwbaarheid van het informatiesysteem gegarandeerd is. Aangezien het van groot belang is dat de functionaliteit van het informatiesysteem zo veel mogelijk gewaarborgd wordt, betekent dit dat de netwerkbeheerder om moet kunnen gaan met hectische situaties. Ook bij het voordoen van verstoringen blijft de netwerkbeheerder productief werken en objectief optreden.
Waar werkt een netwerkbeheerder? In vrijwel alle organisaties speelt ICT-beheer een grote rol. Een netwerkbeheerder kan dan ook vrijwel overal terecht komen. Zo is hij werkzaam bij ICT-dienstverlenende (faciliterende) organisaties, maar ook binnen ICT-afdelingen van commerciële bedrijven en (non-)profit organisaties, beide in zowel het midden- en klein bedrijf (MKB) als in het grootbedrijf.
Wat moet een netwerkbeheerder kunnen? De netwerkbeheerder richt zich primair op het onderhoud, het beheer en de beveiliging van kleine tot middelgrote hybride netwerken. Medewerkers maken namelijk de gehele dag gebruik van het netwerk. Ze maken documenten, versturen e-mails, geven presentaties en voeren telefoongesprekken. Het netwerk verbindt hen met elkaar en met het internet, ook draadloos. Vanuit zijn specialisme adviseert hij collega's en/of op drachtgevers. Om optimaal te kunnen functioneren is het voor de netwerkbeheerder van groot belang om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het vakgebied. De netwerkbeheerder kan goed samenwerken. Hij heeft verstand van telecommunicatie en internet, maar uiteraard ook van netwerken inclusief de beveiliging daarvan.
Beeld van het beroep
Pagina 6 van19
O v e r z i c h t v a n d e ke r n t a ke n e n w e r k p r o c e s s e n De opleiding netwerkbeheerder (Crebo 95323) kent drie kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen. Deze werkprocessen moet je beheersen aan het eind van de opleiding. Door middel van de projecten en op drachten op school heb je al gewerkt aan de verschillende werkprocessen en competenties. Op stage rond je nog een aantal werkprocessen af in overleg met je studieloopbaanbegeleider en je praktijkopleider. Het hangt af van de op dracht en werkzaamheden die je verricht bij het stagebedrijf, aan welke werkprocessen en competenties je werkt. De werkprocessen hebben zowel betrekking op je ICT vaardigheden als op je leer- en beroepshouding.
Kerntaak
Werkproces
1: Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
1.1 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de op drachtgever vast 1.2 Maakt een functioneel ontwerp 1.3 Maakt een technisch ontwerp 1.4 Maakt een plan van aanpak 1.5 Realiseert een testomgeving
2: Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
2.1 Levert een bijdrage aan het implementatieplan 2.2 Implementeert het informatie- of mediasysteem 2.3 Biedt ondersteuning bij de acceptatietest 2.4 Evalueert de implementatie
3: Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
3.1 Voorkomt (ver)storingen 3.2 Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen 3.4 Stelt procedures op en bewaakt deze 3.5 Beveiligt het informatie- of mediasysteem
Overzicht van de kerntaken en werkprocessen
Pagina 7 van19
To e l i c h ti n g o p d e ke r n t a ke n e n w e r k p r o c e s s e n Kerntaak 1: Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen Werkproces 1.1 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de op drachtgever vast Omschrijving De netwerkbeheerder inventariseert de informatiebehoefte binnen een afdeling of (delen van) een organisatie. Hij overlegt met de op drachtgever over de uit te voeren werkzaamheden, inventariseert de eisen en wensen en bepaalt wat de mogelijkheden zijn. Deze informatie heeft hij nodig voor het opstellen van een plan van aanpak dat de basis vormt voor het (netwerk)ontwerp van een netwerkinfrastructuur. Gewenst resultaat De behoeften van de op drachtgever/organisatie en de mogelijkheden binnen de organisatie zijn in kaart gebracht. Competenties
M, N en R
Werkproces 1.2 Maakt een functioneel ontwerp Omschrijving
De netwerkbeheerder onderzoekt hoe met behulp van ICT aan de vastgestelde informatiebehoefte kan worden voorzien en levert een functioneel ontwerp op. Daarbij stelt hij ook globale planningen op en houdt rekening met de beschikbare middelen. Zonodig past hij het ontwerp of de planning aan. De netwerkbeheerder bespreekt dit met de op drachtgever/leidinggevende
Gewenst resultaat
Een correct opgesteld netwerkontwerp waaruit blijkt dat alle beschikbare informatie is verwerkt, rekening gehouden met de functionele (on)mogelijkheden, het beveiligingsbeleid van de organisatie en de in de organisatie gebruikte procedures en middelen.
Competenties
H, I, J, K en M
Werkproces 1.3 Maakt een technisch ontwerp Omschrijving De netwerkbeheerder maakt aan de hand van het (eventueel aangeleverde) functioneel ontwerp een technisch ontwerp. Zonodig past hij het ontwerp aan. De netwerkbeheerder bekijkt welke technische mogelijkheden hij kan gebruiken om alle functies technisch in te richten. Hij bespreekt dit alles met de op drachtgever/leidinggevende en overige betrokkenen. Gewenst resultaat Een volledig opgesteld technisch ontwerp, waarin rekening gehouden is met de technische (on)mogelijkheden Competenties
E. J. K en L
Werkproces 1.4 Maakt een plan van aanpak Omschrijving Op basis van het functioneel en technisch ontwerp inventariseert de netwerkbeheerder de uit te voeren activiteiten en maakt een plan van aanpak. In het plan van aanpak beschrijft de netwerkbeheerder zowel de planning van de werkzaamheden als de kostenraming specifiek. Hij bespreekt het plan van aanpak met de leidinggevende of projectleider en voert zo nodig aanpassingen door. Het plan van aanpak laat hij accorderen door de leidinggevende/projectleider. Gewenst resultaat
•
• Competenties
Een helder, functioneel en volledig opgesteld plan van aanpak dat aansluit op de op dracht en dat geaccordeerd is door de leidinggevende/projectleider. Een tevreden en goed geïnformeerde op drachtgever. E, H, J en Q
Werkproces 1.5 Realiseert een testomgeving Omschrijving Op basis van het functioneel en technisch ontwerp realiseert de netwerkbeheerder een testomgeving. Hij voert tests uit en bewaakt de voortgang van de testfase. De resultaten rappor teert hij aan de op drachtgever. Gewenst resultaat
• • • • •
Een correct werkende testomgeving. Correct en volgens procedures uitgevoerde standaardtestactiviteiten. Correct geïnterpreteerde testresultaten. Testrapport dat weergeeft in hoeverre het netwerk voldoet aan de specificaties, inclusief advies over aanpassingen/verbeteringen. Een correct en volledig geïnformeerde op drachtgever.
Toelichting op de kerntaken en werkprocessen
Pagina 8 van19
Competenties
J, L Q en S
2: Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen Werkproces 2.1 Levert een bijdrage aan het implementatieplan Omschrijving De netwerkbeheerder inventariseert de consequenties van de implementatie van een netwerkinfrastructuur. Deze bespreekt hij met de betrokkenen, waarna hij samen met leden van het projectteam het implementatieplan opstelt. In dit plan beschrijft hij de technische en organisatorische implementatie. De netwerkbeheerder ver taalt delen van het implementatieplan naar een plan van aanpak voor deelwerkzaamheden. Hij legt zowel het implementatieplan als de deelwerkzaamheden voor aan de op drachtgever. Wanneer het implementatieplan door anderen wordt aangeleverd analyseert de netwerkbeheerder dit plan en ver taalt het naar deelwerkzaamheden. Gewenst resultaat
• • •
Competenties
Helder geschreven implementatieplan. Een in overeenstemming met het implementatieplan geschreven plan van aanpak voor deelwerkzaamheden. Volledig en juist geïnformeerde betrokkenen. I, J, K, M en Q
Werkproces 2.2 Implementeert het informatie- of mediasysteem Omschrijving De netwerkbeheerder implementeert de netwerkinfrastructuur volgens het eerder opgestelde implementatieplan. Hij voert de geplande installatie- en configuratiewerkzaamheden uit. Tijdens, maar ook vooral na de installatiewerkzaamheden test hij de werking van het netwerk grondig. Resultaten worden gerapporteerd aan de leidinggevende en de projectleider. Tenslotte zorgt de netwerkbeheerder ervoor dat het geïnstalleerde netwerk (of delen hiervan) volledig en op de juiste wijze wordt gedocumenteerd. Gewenst resultaat
• • • • •
Competenties
Correct en volledig geïnstalleerde netwerkcomponenten en -besturingssystemen. Correct uitgevoerde koppelingen tussen netwerken. Netwerkbeveiliging voldoet aan de voorschriften en gestelde eisen. Resultaat stemt overeen met de op dracht en ontwerp. Correct en volledige rappor tage en documentatie. E, K, Q, S, T en V
Werkproces 2.3 Biedt ondersteuning bij de acceptatietest Omschrijving De netwerkbeheerder biedt ondersteuning bij de uitvoering van acceptatietests. Hij bestudeert het testplan en voert dit samen met het projectteam uit. De netwerkbeheerder noteert en interpreteert de bevindingen en onderneemt de juiste acties en informeert zijn op drachtgever en/of leidinggevende naar aanleiding van de testresultaten. Gewenst resultaat
• • •
Competenties
Correct en volgens procedures uitgevoerde standaardtestactiviteiten. Correcte testresultaten. Testrapport dat weergeeft in hoeverre het netwerk voldoet aan de specificaties, inclusief advies over aanpassingen/verbeteringen. D, J, K en N
Werkproces 2.4 Evalueert de implementatie Omschrijving De netwerkbeheerder gaat aan de hand van de implementatiedocumentatie (zoals het projectplan en de testresultaten) na wat goed is gegaan bij de implementatie, maar ook waar de verbeterpunten liggen. Hij bespreekt de bevindingen binnen het projectteam en met alle andere betrokken disciplines. De resultaten van deze evaluatie documenteert hij in een eindrapportage. Gewenst resultaat Competenties
• •
Een correct en volledig afgerond implementatietraject. Een nauwkeurige en volledige eindrappor tage. D, E, J en M
3: Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 3.1 Voorkomt (ver)storingen Omschrijving De netwerkbeheerder bewaakt pro-actief het netwerk. Hij voert ter voorkoming
Toelichting op de kerntaken en werkprocessen
Pagina 9 van19
van (ver)storingen regelmatig test- en serviceactiviteiten uit en toetst of het netwerk voldoet aan de gestelde eisen en benodigde performance. Indien nodig doet de netwerkbeheerder verbetervoorstellen om (ver)storingen nog beter te voorkomen. Gewenst resultaat
• • • •
Competenties
Werkend netwerk met een zo hoog mogelijke continuïteit. (Ver)storingen zijn tijdig gesignaleerd en voorkomen door het uitvoeren van preventieve test- en beheeractiviteiten. De beveiliging voldoet aan de gestelde eisen en de (ver)storingen worden niet veroorzaakt door beveiligingshiaten. Verbetervoorstellen die bijdragen aan een efficiënter en adequater gebruik en beheer van het netwerk L, S en T
3.2 Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen Omschrijving De netwerkbeheerder ontdekt storingen, lokaliseert deze en achterhaalt de oorzaak. Vervolgens werkt hij aan het oplossen van de storing. Hij maakt daarbij gebruik van gedocumenteerde storingsmeldingen en oplossingen. De netwerkbeheerder documenteert de storingen en de gevonden oplossingen, zodat er een bruikbaar naslagwerk ontstaat. Gewenst resultaat
• •
Competenties
De oorzaak van de storing is snel achterhaald. De storing is snel verholpen, eventueel met een tijdelijke oplossing (workaround). Correcte en volledige storingsdocumentatie. J, K, M, S, T en V
3.4 Stelt procedures op en bewaakt deze Omschrijving De netwerkbeheerder stelt beheer- en gebruiksprocedures en instructies op voor de netwerkinfrastructuur. Hij bewaakt de actualiteit van de procedures en instructies en formuleert zo nodig verbetervoorstellen. Wanneer hij wijzigingen doorvoert, informeert hij de collega’s en gebruikers hier tijdig over. De netwerkbeheerder zorgt er eveneens voor dat de verschillende soorten documentatie goed gearchiveerd worden. De beheerder leeft de procedures en instructies zelf na en ziet toe op de naleving door anderen. Zo nodig onderneemt hij actie. Gewenst resultaat Competenties
• •
Correcte en helder geschreven actuele procedures en instructies. Volledig en tijdig geïnformeerde collega’s en gebruikers. J en M
3.5 Beveiligt het informatie- of mediasysteem Omschrijving De netwerkbeheerder ziet er op toe dat de integriteit en betrouwbaarheid van het informatiesysteem gegarandeerd is. Hij kiest de meest optimale beveiliging en voert deze uit. Gewenst resultaat Een informatiesysteem dat optimaal beveiligd is. De beveiliging voldoet aan de gestelde eisen en de (ver)storingen worden niet veroorzaakt door beveiligingshiaten. Competenties
K en O
Toelichting op de kerntaken en werkprocessen
Pagina 10 van19
B P V- o v e r e e n ko m s t Het bevoegd gezag van de school sluit met de deelnemers en de organisatie een schriftelijke BPV-overeenkomst waaruit blijkt dat de deelnemer leeractiviteiten ontplooit in het kader van het zijn opleiding. De BPV-overeenkomst bevat in ieder geval de aanvangsdatum en de einddatum, de bedrijfsgegevens, de naam van de praktijkopleider en de BPV-docent (Stuideloopbaanbegeleider) De BPV-overeenkomst bepaalt wie de verzekering zal sluiten tegen het financiële risico van ongevallen en tegen wettelijke aansprakelijkheid van de deelnemer voor de tijd dat deze zich bevindt bij de organisatie, en ten laste van wie de te betalen premie zal komen indien een zodanige verzekeringsovereenkomst zal worden gesloten. Indien de deelnemer minderjarig is, dient de BPV-overeenkomst door zijn ouders, voogden of verzorgers te worden getekend. (Uit: Inrichtingsbesluit dagscholen MBO van 3 juni 1991) De overeenkomst wordt uiterlijk in de tweede week van de stage vanuit school naar het bedrijf gestuurd. Let erop dat het door alle partijen wordt ondertekend en geretourneerd naar school.
BPV-vergoeding Bij de toewijzing van de BPV-plaatsen staan de onderwijskundige uitgangspunten en de kwaliteit van de BPV-plaatsen voorop. Als een bedrijf een BPV-vergoeding betaalt aan de deelnemer, geschiedt dat op vrijwillige basis.
Verzekering Het Drenthe College heeft voor iedere deelnemer die BPV volgt een ongevallen- / aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering ten behoeve van BPV-ers omvat de tijd waarin de deelnemer werkt als BPV-er, respectievelijk waarin hij/zij geacht kan worden onder toezicht te staan van de BPV werkgever. Deze verzekering is ook van kracht op weg van huis naar het stageadres en op weg van het stageadres naar huis. Uitgesloten is het risico van het gebruiken, het houden of het besturen van motorrijtuigen, waaronder ook te verstaan bromfietsen. Verdere informatie met betrekking tot verzekeringen is te vinden in de studiegids die je aan het begin van het schooljaar hebt gekregen.
Duur van de BPV De duur van de BPV is afhankelijk van de opleiding die je volgt. Het kan variëren van twee periodes tot vier periodes (een volledig schooljaar) .
Stagebegeleiding Stagebegeleiding vanuit school Vanaf de eerste dag dat je op stage gaat word je begeleid door een docent van school. Dit is je studieloopbaanbegeleider. Hij bezoekt je op het stageadres om samen met de praktijkopleider te praten over de voortgang van je stage en de te maken verslagen en op drachten. Tijdens de gesprekken zal de voorlopige balans van jouw stage worden opgemaakt.
Stagebegeleiding vanuit het bedrijf Vanaf de eerste dag dat je op stage bent word je begeleid door een medewerker van het bedrijf. Dit is je praktijkopleider. Hij begeleidt je met je dagelijkse werkzaamheden en stuurt jou aan. Tevens zal hij bij alle gesprekken met je BPV Stagebegeleiding
Pagina 11 van19
docent aanwezig zijn. Je praktijkopleider is de persoon die je beoordeeld tijdens je stage.
Stagebeoordeling De stagebeoordeling verdelen we in twee onderdelen: • De beoordeling over het beroepsmatig functioneren • De beoordeling van de werkprocessen
Beoordeling beroepsmati g functi oneren Voor het beroepsmatig functioneren worden drie verschillende formulieren gebruikt: • • •
Periodieke evaluatie voor het beroepsmatig functioneren Eindbeoordeling voor het beroepsmatig functioneren Eindbeoordeling BPV
Het periodieke formulier wordt één keer in de vijf weken ingevuld door de praktijkopleider en door de deelnemer. Dit formulier vormt dan een uitgangspunt voor een evaluatiegesprek tussen de praktijkopleider en de deelnemer. Eventueel is de BPV- docent ook aanwezig tijdens dit terugkerend gesprek. In dit gesprek worden sterke en verbeterpunten genoemd en besproken. De deelnemer zal aan de verbeterpunten moeten werken en vooruitgang moeten laten zien bij het invullen van de tweede periodieke evaluatie. Het formulier voor de eindbeoordeling voor het beroepsmatig functioneren wordt aan het einde van de stage ingevuld door de praktijkopleider. Dit vormt het eindoordeel van de praktijkopleider. De eindbeoordeling van de stage vindt plaats tijdens een BPV-eindgesprek dat de stagiair voert met de praktijkopleider en de docent. Dit gesprek vindt plaats aan het eind van de stage, op het stageadres. Het gesprek wordt geleid door de BPV-docent. De BPV-beoordeling geschiedt aan de hand van het oordeel van de praktijkopleider over het beroepsmatig functioneren. Aan het eind van het gesprek vullen de deelnemer en de praktijkopleider het eindbeoordelingsformulier van de stage in (zie voor alle formulieren de bijlagen). Een concept van je persoonlijk stageverslag dient minimaal een week voor het eindgesprek van de BPV in het bezit te zijn van de BPV-docent. Wanneer het uiteindelijke stageverslag goedgekeurd is door de docent, zet hij zijn handtekening op het eindbeoordelingsformulier. Als alle handtekeningen op het formulier staan, is de stage afgesloten. Als het eindoordeel van je BPV 'voldoende' is zul je ongetwijfeld tevreden zijn. Als je een onvoldoende scoort, betekent dit dat je de stage geheel of gedeeltelijk moet overdoen na afloop van de officiële studieduur, om je de gelegenheid te geven alsnog een voldoende te behalen. In overleg met de examencommissie kan de periode bepaald worden. Als het oordeel 'onvoldoende' is en je bent het met dit oordeel niet eens, kun je beargumenteerd je bezwaren schriftelijk kenbaar maken bij de BPV-commissie. De BPV-commissie neemt dan contact op met alle betrokkenen en adviseert de examencommissie van de school, die dan de uiteindelijke beslissing neemt of jouw BPV 'voldoende' of 'onvoldoende' was. Als je het met deze beslissing ook niet eens bent, kun je bezwaar aantekenen bij de commissie van beroep.
Beoordeling van de werkprocessen Voor het beoordelen van de werkprocessen worden twee verschillende formulieren per werkproces gebruikt: • •
Tussentijdse beoordeling werkproces BPV Eindbeoordeling werkproces BPV
De formulieren voor de werkprocesbeoordeling zijn in de bijlagen toegevoegd. In de Stagebegeleiding
Pagina 12 van19
eerste of tweede week van de stage brengt de BPV-docent een bezoek aan het bedrijf om de beoordeling van de werkprocessen nader toe te lichten.
E n ke l e r e g e l s e n o p m e r k i n g e n De eerste BPV-dag Als je je voor het eerst meldt op je stageadres, is het van belang jezelf correct voor te stellen aan je collegae. Natuurlijk heb je tijdens het kennismakingsgesprek al een beetje een indruk gekregen van de 'sfeer' die het bedrijf uitstraalt. Het is van belang dat je jezelf goed presenteert. Daarnaast wordt van je verwacht dat je je houdt aan de gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen die gelden voor het personeel van de organisatie waar jij gedurende de stage te gast bent. Dit geldt ten aanzien van kleding, werktijden, ziekmeldingen en afspraken die gemaakt worden.
Studiedagen en schooldagen Gedurende de periode dat je stage loopt, is het mogelijk dat je voor een studiedag naar school moet. Of dit nodig is en de dag waarop verschilt per opleiding en wordt voor aanvang of gedurende de stage meegedeeld. Als er een studiedag is ingepland, dan volg je de lessen volgens afspraak. Dit wordt medegedeeld door de BPV-docent of de BPV-coördinator. Als je op een bepaalde dag, anders dan de gebruikelijke, naar school moet voor een gesprek met je docent of voor het maken van een toets, zorg er dan voor dat jouw praktijkopleider daarvan tijdig op de hoogte is. Dit kan veel problemen voorkomen.
Werkti jden en vrije dagen Je moet gedurende de hele periode “stage lopen”. Voor wat betreft de werktijden moet je je houden aan de werktijden zoals die gelden voor de werknemers van het bedrijf. Per maand mogen twee snipperdagen opgenomen worden in overleg met het bedrijf. De snipperdagen mogen niet gespaard worden en in één keer opgenomen. Wil je dit wel of is dit noodzakelijk dan zul je dit moeten overleggen met het bedrijf en met je praktijkopleider. Werk je bij een school dan gelden geen snipperdagen, maar de vakanties die de school aanhoudt.
Ziekte Als je ziek bent moet je dat doorgeven aan (natuurlijk) het stagebedrijf en aan je praktijkopleider. Ook moet je dat melden aan de docent. Dit kan d.m.v. een mailtje aan je BPV-docent of door een telefoontje naar school. Vertel dan de telefonist(e) van school duidelijk dat je ziek bent, geef haar/hem de naam van stageadres en de naam van je docent. Als je weet wanneer je de stage weer gaat hervatten, moet je dat ook even meedelen aan zowel het stagebedrijf als aan school. Je kunt ook een mail sturen aan je docent. In het geval van te veel ziektedagen (dit ter beoordeling van de BPV-commissie) kan de stage worden verlengd. De BPV-commissie bepaalt dan, in overleg met het stagebedrijf, de duur van de eventuele verlenging.
Vertrouwelijke gegevens Het kan voorkomen dat je in het stagebedrijf te maken krijgt met vertrouwelijke gegevens, hetzij van het bedrijf zelf of van de daar werkende personen, hetzij met vertrouwelijke gegevens van klanten van dat bedrijf. Praat hier met niemand over! Ook niet met familieleden en/of goede vrienden/vriendinnen. Hoe je omgaat met vertrouwelijke informatie is een van de beoordelingspunten bij het onderdeel Enkele regels en opmerkingen
Pagina 13 van19
'beroepshouding'. Waarschuwing: Het is de BPV-er niet toegestaan gedurende de BPV-periode - en ook niet na het eindigen daarvan - enige mededeling te doen met betrekking tot hetgeen hem tijdens de BPV-periode is bekend geworden omtrent relaties, belangen en zaken van het stagebedrijf die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd.
B P V- o p d ra c h t e n Planning In de eerste twee weken van je stage maak je een (globale)planning waarin je stageactiviteiten vastlegt. De activiteiten die je moet plannen zijn a.o. logboek bespreking, invullen beoordelingsformulieren, afspreken welke werkprocessen aan bod komen, de beoordelingsgesprekken. Lees je BPV-map door en maak zelf een lijstje. In overleg met je praktijkopleider stel je dan een planning op. Vervolgens mail je je planning naar je BPV-docent.
Logboek Tijdens de BPV zelf moet je natuurlijk bijhouden wat je allemaal doet. Dit gebeurt via een wekelijks in te vullen lijst. Op deze lijst moet worden genoteerd wat je die week aan werkzaamheden hebt verricht en aan welke op drachten je hebt gewerkt. Ook afwezigheid en ziekte wordt in het logboek genoteerd. Je zorgt zelf voor de opmaak en de lay-out van het logboek. Je bespreekt het logboek wekelijks met je praktijkopleider, het liefst op een vast tijdstip binnen de week. Tijdens dit begeleidingsgesprek worden jouw bevindingen en die van de praktijkopleider besproken. De punten die genoemd worden tijdens dit gesprek noteer je en kun je gebruiken voor je evaluatie(verslag). Je stuurt elke week je logboek op naar je praktijkopleider en docent. Dit doe je per mail. Aan de hand van deze verslagen worden jouw werkzaamheden en absentie bijgehouden door de BPV-docent.
Bedrijfsoriëntati e Wanneer je net gestart bent op je stageplek is het belangrijk dat je weet in welke organisatie je bent terechtgekomen. Je gaat je oriënteren binnen het bedrijf en maakt hiervan een bedrijfspresentatie. Dit kan een presentatie zijn of een filmpje e.d. Je kunt ook gebruik maken van foldermateriaal van het bedrijf (mits dat aanwezig is). Je gemaakte werk gebruik je om je stagebedrijf te presenteren aan de groep die na jullie op stage gaat. Deze leerlingen krijgen hierdoor een beeld van jouw stagebedrijf en de werkzaamheden die je als stagiair uitvoert. De datum van de presentatie wordt nog bekend gemaakt door de BPV-coördinator. De volgende onderdelen kun je terug laten komen in je bedrijfspresentatie: • de soort organisatie • de doelstellingen van de organisatie • de producten van de organisatie • de diensten van de organisatie • de concurrentiepositie van de organisatie • een organigram • de taken van de afdeling • de taken die je hebt als stagiair binnen de afdeling • eigen inbreng......
BPV-opdrachten
Pagina 14 van19
Prakti jkopdracht(en) Gedurende je stage werk je aan taken en activiteiten. Deze taken en activiteiten kun je koppelen aan werkprocessen om zo werkprocessen tijdens de stage te oefenen of examinerend af te sluiten. Ga je werkprocessen afsluiten tijdens je stage dan dien je dat vooraf vast te leggen door middel van het afsprakenformulier in te vullen (zie bijlagen). Bespreek samen met je praktijkopleider en/of je BPV-docent welke taken en activiteiten je kunt gaan uitvoeren en welke werkprocessen daarbij aan bod komen Alle bewijzen die je verzamelt voor werkprocessen wordt een onderdeel van je bewijsmap. Hoe je een bewijsmap vult en aan welke eisen het moet voldoen is tijdens je opleiding aan bod gekomen. De beoordelingsformulieren met toelichting vind je terug in bijlagen. Alle op drachten die je uitvoert komen worden een onderdeel van je bewijsmap. Neem in je bewijsmap ook alle “bewijzen” op, dat je de gekozen werkprocessen hebt afgesloten. (Denk daarbij aan bv. aan (gespreks-)verslagen, notulen, logboek, foto’s, screenshots, diverse andere documenten enz.).
Persoonlijk stageverslag In je persoonlijk stageverslag evalueer je de stage. Je geeft aan wat je van je stage vond, wat je geleerd hebt, hoe je aan je werkprocessen gewekt hebt, hoe die activiteiten verlopen zijn. Je logboek, je planning en je bedrijfsoriëntatie zijn een onderdeel van je stageverslag. De periodieke evaluatieformulieren voor het beroepsmatig functioneren (totaal zes stuks), het eindbeoordelingsformulier voor het beroepsmatig functioneren en het eindbeoordelingsformulier van de BPV dien je ook op te nemen in je stageverslag.
BPV-opdrachten
Pagina 15 van19
Bijlage 1
O v e r z i c h t v a n c o m p e t e n ti e s
A
Beslissen en activiteiten initiëren
B
Aansturen
C
Begeleiden
D
Aandacht en begrip tonen
E
Samenwerken en overleggen
F
Ethisch en integer handelen
G
Relaties bouwen en netwerken
H
Overtuigen en beïnvloeden
I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
K
Vakdeskundigheid toepassen
L
Materialen en middelen inzetten
M
Analyseren
N
Onderzoeken
O
Creëren en innoveren
P
Leren
Q
Plannen en organiseren
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
S
Kwaliteit leveren
T
Instructies en procedures opvolgen
U
Omgaan met verandering en aanpassen
V
Met druk en tegenslag omgaan
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
X
Ondernemend en commercieel handelen
Y
Bedrijfsmatig handelen
Bijlage 2 Aanwijzingen opmaak stageverslag Een voorbeeld hoe het persoonlijk verslag opgebouwd kan worden Voor het verslag geldt: • Er moet gebruik worden gemaakt van een duidelijk lettertype minimale puntgrootte 10, maximale puntgrootte 12 • De lay-out moet uniform zijn • Gebruik zakelijke taal en geen spreektaal Inhoud:
Onderdeel
Inhoud
Voorkant
Titel, subtitel Naam schrijver Naam stagebedrijf, praktijkopleider, stagedocent, inleverdatum
Inhoudsopgave
Hoofdstukken, paginanummers
Inleiding
Waarom dit verslag, wat kan de lezer allemaal verwachten bij het lezen van dit verslag. Waarom ben je bij dit bedrijf gaan stagelopen De ontvangst door het bedrijf , de eerste dag. De verwachtingen die je van het bedrijf hebt /had
Hoofdstukken
Hierin dien je al je ervaringen en je persoonlijke ontwikkeling(en) te verwerken. Hoe is de opbouw en de uitwerkingen van de bedrijfsoriëntatie verlopen? Hoe zijn de BPV op drachten tot stand gekomen? Welke werkprocessen zijn aan bod gekomen en wat is jouw ervaring? Voldeed de BPV en/of de op drachten aan je verwachtingen? Hoe was de begeleiding geregeld van het bedrijf en vanuit de school? Hoe verliepen de gesprekken met betrekking tot je persoonlijk functioneren? En met betrekking tot het uitvoeren van de werkprocessen? Is je keus voor deze opleiding en stage goed geweest of had je iets anders verwacht .
Nawoord
Hierin beschrijf je je conclusies ; 'Tot slot vind ik ...' , 'Al met al een zeer leerzame periode geweest ... ' en dankwoord .
Gebruikte bronnen
Naam schrijver, titel boek, uitgeverij en plaats uitgeverij, jaar van uitgave, Internet adres (zoekmachines zijn geen bronnen)
Bijlage 1 Overzicht van competenti es A
Beslissen en activiteiten initiëren
B
Aansturen
C
Begeleiden
D
Aandacht en begrip tonen
E
Samenwerken en overleggen
F
Ethisch en integer handelen
G
Relaties bouwen en netwerken
H
Overtuigen en beïnvloeden
I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
K
Vakdeskundigheid toepassen
L
Materialen en middelen inzetten
M
Analyseren
N
Onderzoeken
O
Creëren en innoveren
P
Leren
Q
Plannen en organiseren
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
S
Kwaliteit leveren
T
Instructies en procedures opvolgen
U
Omgaan met verandering en aanpassen
V
Met druk en tegenslag omgaan
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
X
Ondernemend en commercieel handelen
Y
Bedrijfsmatig handelen