Welzijn Inleiding Onze maatschappij ondergaat continu veranderingen. De belangrijkste uitdagingen kunnen vastgesteld worden aan de hand van een aantal wijzigende maatschappelijke tendensen. De belangrijkste zijn de verwitting van Gent, de zorgvraag die veelkleuriger wordt, nieuwe samenlevingsvormen die zich manifesteren en het assertiever worden van de bevolking. Om een antwoord te vinden op deze uitdagingen stellen we een liberaal welzijnsbeleid voor. Om het lokaal welzijnsbeleid beter, effectiever en efficiënter te maken, ijvert OpenVLD Gent voor de integratie van de bevoegdheid sociale zaken en het voorzitterschap van het OCMW in één schepenambt. Dit kan de integratie van de dienstverlening bevorderen, waar Stad en OCMW nu nog te vaak concurrentieel zijn, met verspilling van mankracht en middelen tot gevolg.
Uitdagingen •
Gent verzilvert
Tegen 2025 krijgen we een stijging van het aantal 60+ ers van 23% naar 26% van de bevolking. Belangrijker is echter de toename van het aantal 80+ ers tot 5,5%, wat een stijging van 25% is van het aantal 80+ ers in 2025 ten opzichte van vandaag. Hieruit kunnen we alvast drie belangrijke conclusies trekken. Ten eerste zal de vraag naar service flats en rusthuisbedden toenemen. Gezien er meer hoogbejaarden, dementerenden en oudere gehandicapten zijn, zal ook het aanbod aan opvang daaraan aangepast moeten worden. Ten tweede zal het aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd dalen wat op de inkomsten van stad en OCMW een impact heeft bij gelijkblijvende activiteitsgraad. Tot slot zal ook de nood aan extra zorgpersoneel toenemen.
•
De digitale revolutie
Het aantal huishoudens dat toegang heeft tot het internet is de laatste 3 jaar met 14% gestegen tot 71%. Meer en meer mensen gaan goederen en diensten aankopen via het internet. Ook de welzijnssector heeft de weg naar de digitalisering gevonden. Denken we maar aan de invoering van het elektronische patiëntendossier, de digitale wachtkamers, het aanbieden van online geneeskunde tot zelfs de idee om de geboorteaangifte digitaal in het ziekenhuis in te vullen. Feit is echter dat het internetgebruik sterk leeftijdsgebonden is. Hoewel onderzoek hiernaar nog vrij beperkt is, wijzen cijfers van de FOD economie erop dat het aantal internetgebruikers tot de leeftijd van 50 jaar om en bij de 75% is. Bij de 65+ ers is dit bijna de helft.
•
Verdere verdunning van het maatschappelijke weefsel
Met de verdunning van het maatschappelijke weefsel bedoelen we de neergang aan sociale contacten in de directe woonomgeving. In Gent kampen om en bij de 20% van de senioren met ernstige eenzaamheidsgevoelens, 40% heeft het gevoel niet meer mee te tellen. Verschillende oorzaken kunnen hiervan aan de basis liggen. Denken we maar aan het overlijden van de partner, een beperkt sociaal netwerk of een achteruitgaande gezondheid. Ook het afnemende belang van familiale contacten is een belangrijke oorzaak.
•
Inflatie aan hulpaanbod
Wanneer we er de sociale kaart op naslaan, dan moeten we vaststellen dat er honderden organisaties, publieke en private initiatieven zijn die op de één of andere manier zorg aanbieden in Gent. Uiteraard moeten we hier bijzonder tevreden mee zijn. Toch schuilt er hier een addertje onder het gras. Het toenemende aantal
zorgverstrekkers komt de transparantie van het aanbod niet ten goede. Hulpbehoevenden zien door het bos de bomen niet meer. Het gevaar bestaat dan ook dat de individuele vraag naar zorg niet het meest geschikte antwoord krijgt. Het transparanter maken van het aanbod aan zorg moet een prioriteit worden binnen het lokale welzijnsbeleid, zeker nu de individuele zorgvraag almaar complexer wordt.
•
Nieuwe samenlevingsvormen manifesteren zich verder
Het traditionele gezin heeft aan stabiliteit verloren, nieuwe samenlevingsvormen hebben zich gemanifesteerd. 44% van de Gentenaars zijn alleenstaande. 8% van de Gentse gezinnen zijn eenoudergezinnen. Het bruto huwelijkscijfer daalt terwijl het bruto echtscheidingscijfer stijgt . In België hebben alleenstaande ouders 39,5% kans om in de armoede terecht te komen. Deze tendens naar meer alleenstaanden, al dan niet met kinderen, gelinkt aan het groter armoederisico zal zijn effect hebben op het lokale welzijnsbeleid. Hierbij denken we in eerste instantie aan een verhoogde nood aan sociale woningen en een toenemende vraag naar financiële steun.
•
Import van armoede
Jaarlijks stijgt het aandeel niet-Belgen onder de leefloners. In Gent is er een toestroom van Bulgaren, Slovaken en Roemenen die onder de armoedegrens leven. Vaak worden ze naar ons land gelokt door mensenhandelaars die hen via valse arbeidskaarten laten inschrijven bij het OCMW Gent. Om er voor te zorgen dat de schaarse overheidsmiddelen enkel bij deze mensen terecht komen die daar echt nood aan hebben, voert het OCMW Gent een accurater handhavingsbeleid. Hierbij wordt op een strenge maar rechtvaardige manier toegezien dat de cliënten hun plichten, verbonden aan het bekomen van financiële steun, nakomen. Het handhavingsbeleid is immers een rechtvaardigheidsbeleid. De missie van het OCMW Gent is de burger een menswaardig bestaan te verzekeren en hen een recht op maatschappelijke integratie onder de vorm van leefloon of een tewerkstelling te verzekeren. Maar tegenover die rechten staan ook plichten zoals werkbereidheid of het aangeven van tewerkstelling en samenwoonst. Om zwartwerk en sociale fraude nog gerichter tegen te gaan, richtte het Gentse OCMW in maart 2011 een controlecel op. Bij vermoedens van fraude voert de controlecel een grondig onderzoek uit. De cel heeft inmiddels haar nut bewezen: op één jaar tijd ontvingen de twee maatschappelijk werkers van de controlecel 125 aanvragen voor diepgaand onderzoek. Daarvan zijn 84 dossiers volledig onderzocht. Bij 57 van de 84 dossiers (ruim 68%) was er sprake van fraude. Meestal ging het om samenwoonst en verblijfsadres. Met het handhavingsbeleid en de controlecel is er meer en meer bewustwording gecreëerd en wordt er extra aandacht gevestigd op mogelijke misbruiken. Dit alles heeft er toe geleid dat het OCMW Gent in 2011 ruim 600.000 euro aan onterecht uitgekeerde steun kon terugvorderen.
Een liberale kijk op welzijn •
De lokale overheid als regisseur
Wanneer we er de sociale kaart van Gent op naslaan, zien we dat er een inflatie is aan zorgaanbod. Dit is een positieve zaak, ware het niet dat de hulpbehoevenden door het bos de bomen niet meer zien. Het gevaar bestaat dan ook dat de hulpbehoevende niet die zorg krijgt die het meest geschikt is om zijn probleem op te lossen. Om dit te vermijden moet de lokale overheid de regie op zich nemen door de zorgvraag en het zorgaanbod beter op elkaar af te stemmen. Een inventarisatie van het zorgaanbod, met bijzondere aandacht voor de onderscheiden specialisaties is hierbij onontbeerlijk. Bij de lokale overheid en in het bijzonder de welzijnsbureaus en lokale dienstencentra moeten mensen met een zorgvraag terecht kunnen om te weten welke instantie het best geschikt is om een antwoord te bieden op hun problemen. Dit sociaal infopunt bestaat reeds, en moet in de komende jaren worden uitgebreid. Naast het verhogen van de transparantie en toegankelijkheid van het zorgaanbod moet de lokale overheid ook meer prioriteit geven aan het in kaart brengen van de zorgvraag. Het zorgaanbod is vandaag nog teveel in vaste formats gegoten die te nemen of te laten zijn. Verschillende mutualiteiten, vzw’s en de lokale overheid baten rusthuizen uit.
Een ander voorbeeld is terug te vinden binnen het aanbod aan sociale woningen. Binnen het lokaal sociaal beleidsplan wordt er al op gewezen dat het aanbod aan sociale woningen niet afgestemd is op de specifieke noden van de hulpbehoevende. Zo is er een groot tekort aan aangepaste sociale woningen voor personen met een handicap en senioren. Een derde voorbeeld betreft de organisatie van de voorschoolse kinderopvang. In plaats van informatie te verstrekken over het volledige aanbod aan kinderopvang in de stad, beperkt ze zich enkel tot opvanginitiatieven die de stad zelf aanbiedt. Binnen het activeringsbeleid zien we dat de lokale overheden wel haar rol als regisseur naar behoren vervult. Via geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie wordt de cliënt een traject aangeboden die hem finaal naar een baan moet leiden. Hierbij moet een bijzondere rol weggelegd worden voor het OCMW. Via het sociaal huis en de welzijnsbureaus moet zij het uniek loket of aanspreekpunt zijn voor alles wat met welzijn te maken heeft. Met de nadruk op alles, dus niet enkel het aanbod van zorg georganiseerd door de lokale overheid, maar ook dat van de private sector. Hierbij dient ook bijzondere aandacht besteed te worden aan de samenwerking met de huisartsen. De huisarts is meestal de eerste die kennis neemt van een specifieke zorgvraag. Zelf weten ze echter niet altijd wat er aan aanbod is en eigenlijk moeten ze dit ook niet zelf organiseren. De ideale situatie bestaat er in dat een huisarts na diagnose zijn patiënt kan doorverwijzen naar een welzijnsbureau of lokaal dienstencentrum. Daar moet dan op basis van hun inventaris van het zorgaanbod de patiënt begeleid worden naar de meest geschikte en beschikbare hulp.
•
De hulppakketten van de lokale overheid
Als lokale overheid moet je de mensen die zelf niet kunnen voorzien in hun primaire behoeften de nodige financiële steun geven. We willen hier onderstrepen dat we de materiële steun tot een minimum willen herleiden. Dit komt immers de waardigheid van de hulpbehoevende niet ten goede en belemmert eveneens zijn proces naar zelfredzaamheid. Die financiële steun mag echter geen vrijblijvend aanbod zijn. Finaal moet iedere burger zelfredzaam worden. Dit kan enkel door naast het geven van geld ook de oorzaken van de financiële problemen te gaan aanpakken. We durven dan ook pleiten voor een integrale aanpak die enkel kan werken als de hulpbehoevende strikte individuele begeleiding krijgt. We hanteren de regel dat alle andere behoeften dan de primaire niet door de lokale overheid moeten bevredigd worden. Hierbij zijn er echter 3 uitzonderingen. Ten eerste moet de lokale overheid zelf initiatieven nemen wanneer de private sector in gebreke blijft. De bouw van rusthuizen is hier een voorbeeld van. Daarnaast moet de lokale overheid zelf ook initiatieven nemen wanneer het bestaande zorgaanbod niet aangepast is aan nieuwe zorgbehoeften. Ook de zorgsector moet immers innoveren en hierin kan de lokale overheid het voortouw nemen. Tot slot moet de lokale overheid ook investeren in niet commercialiseerbare zorgverstrekking zoals de bouw van lokale dienstencentra. Als praktijkvoorbeeld kunnen we hierbij verwijzen naar het sociale verhuurkantoor van het OCMW. In Gent bestaat er op dit moment een tekort van om en bij de 7000 sociale woongelegenheden, de mediaanwachttijd voor een sociale woning in Gent is bijna 2 jaar. Gezien wonen een primaire behoefte is moet de lokale overheid een actieve rol spelen teneinde een voldoende aanbod aan sociale woningen te hebben. In plaats van zelf woningen te bouwen gaat het OCMW echter op zoek naar een uitbreiding van het aanbod op de private markt. Op die manier slaagt het sociale verhuurkantoor van het OCMW Gent erin om zowel de kwaliteit van de huurwoningen te verbeteren als het aanbod aan sociale woongelegenheden te verhogen. Dit is een mooi voorbeeld van hoe een lokale overheid er in slaagt om met behulp van de private markt een primaire behoefte van hulpbehoevenden te bevredigen. Hoewel het aantal woongelegenheden van het sociaal verhuurkantoor van het OCMW de afgelopen legislatuur is gestegen met 57% is het aanbod nog te klein voor de vele noden. We pleiten er dan ook voor om dit systeem verder uit te breiden.
•
Vraaggestuurde financiering
Vandaag zijn het de zorgverstrekkers die gefinancierd worden en niet de hulpbehoevenden. De zorg wordt aangeboden in vaste formats die te nemen of te laten zijn. Dit heeft als gevolg dat er te weinig rekening gehouden wordt met de individuele competenties van de hulpbehoevenden. Vanuit liberaal oogpunt zijn we er van overtuigd dat de financiering in de zorg zich meer en meer moet verplaatsen naar het niveau van het individu. De persoonsgebonden assistentiebudgetten zijn hier een mooi voorbeeld van. Waar mogelijk moet dit dus uitgebreid worden, al dan niet inkomensgerelateerd. Daarnaast hebben mantelzorgers ook nood aan omkadering, bijvoorbeeld dag- of nachtopvang, kortverblijf of oppas, zodat ook zij de mogelijkheid hebben om even op adem te komen en een eigen leven te leiden. Het systeem van directe financiering aan hulpbehoevende moet nog meer ingang vinden in het lokaal welzijnsbeleid. Zo zou de introductie van een thuiszorgcheque ook binnen dit kader van toepassing kunnen zijn. Gezien residentiële huisvesting voor senioren zeer duur is, moeten we er alles aan doen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Een thuiszorgcheque kan hierbij een belangrijke en soms zelfs noodzakelijke stimulans zijn ter aanvulling van de dienstverlening binnen de lokale dienstencentra en welzijnsbureaus. Door de financiering te verschuiven van de zorgaanbieder naar de hulpbehoevenden zullen de aanbieders gestimuleerd worden om hun aanbod te variëren en aan te passen aan de specifieke noden van die hulpbehoevende. Dit moet er finaal toe leiden dat het zorgaanbod afgestemd wordt op de zorgvraag en niet omgekeerd zoals nu het geval is.
•
Versterking van Jan Palfijn als een modern openbaar ziekenhuis
De voorbije jaren werd de bijzonder slechte financiële situatie van het Jan Palfijn-ziekenhuis grondig gesaneerd, door een stevige interne reorganisatie en het lanceren van een masterplan voor de verbouwing van het ziekenhuis tot een hedendaagse zorginstelling. De Gentse liberalen vinden de rol van het AZ Jan Palfijn als openbaar ziekenhuis in de Gentse regio cruciaal voor het garanderen van een adequaat, laagdrempelig en modern zorgaanbod, dat openstaat voor iedereen, ongeacht afkomst of filosofische overtuiging. In een vergrijzende samenleving zal de problematiek rond het levenseinde een steeds belangrijker plaats innemen in de zorg, en een pluralistische ziekenhuis is noodzakelijk voor het garanderen van de keuzevrijheid van elk individu. De komende jaren zal het AZ Jan Palfijn blijvende inspanningen moeten leveren om financieel gezond te blijven, verder investeren in nieuwe technologie zoals de robotchirurgie, en zich verzekeren van de toekomst door een aantrekkelijk en competitief personeelsstatuut en een duurzaam engagement van het medisch korps.
•
Integrale toegankelijkheid
Rekening houden met alle Gentenaars, betekent ook een integraal en geïntegreerd beleid rond toegankelijkheid. In de eerste plaats denken we hierbij aan de letterlijke toegankelijkheid van het openbaar domein en openbare gebouwen voor personen met een handicap, of mensen die slecht te been zijn. Onder meer de vergrijzing van de bevolking noopt ons tot een integraal beleid. Bij nieuwbouw of renovatie moet steeds gewaakt worden over de toegankelijkheid. Omdat vele openbare gebouwen tegelijk ook historische monumenten zijn, is het niet steeds eenvoudig om maatregelen te nemen om die integrale toegankelijkheid te garanderen. OpenVLD Gent wil een duidelijke keuze maken, waarbij ingrepen om de toegankelijkheid te waarborgen nooit kunnen wijken voor eisen vanuit monumentenzorg. Mensen gaan nu eenmaal voor op stenen. Toegankelijkheid heeft echter ook andere aspecten dan fysieke toegang. Zo moet de Stad Gent in haar communicatie voorzien in een begrijpelijk taalgebruik. Zo betekent een oordeelkundig gebruik van pictogrammen een wereld van verschil voor mensen met een visuele beperking. OpenVLD Gent wil een ‘rolstoelstadsplan’ opstellen, zodat rolstoelgebruikers duidelijk kennis krijgen van aangepaste routes, maar ook van aangepaste infrastructuur, waaronder toiletten.
•
Dierenwelzijn
Gent heeft de laatste jaren stevige stappen gezet inzake dierenwelzijn. De aanpak van zwerfkatten, waarin Gent een pioniersrol heeft gespeeld, heeft intussen in veel steden navolging gekregen. Het grote succes van de ‘donderdag, veggie-dag’, waar Gent zelfs internationaal toonaangevend is, heeft velen aan het denken en handelen gezet omtrent dierenwelzijn en wijze waarop ons voedsel wordt geproduceerd. OpenVLD Gent wil verder gaan op de ingeslagen weg, zonder evenwel verplichtend en betuttelend op te treden. Een doorgedreven bewustmaking, die uiteindelijk leidt tot duidelijke, bewuste en gedragen keuzes, geeft een veel duurzamer resultaat dan verplichtingen of een overaanbod aan symbolische acties. OpenVLD Gent wil verder ook werk maken van een nieuw, modern dierenasiel aan de Watersportbaan tegen 2015, en van het uitbouwen van de ondersteuning van dierenwelzijnsorganisaties, zoals de Poezenboot.
•
Noord-zuid
Als welvarende stad hebben wij onmiskenbaar een verantwoordelijkheid naar de mensen in het zuiden. Hoewel er ook in Gent nog talrijke problemen op te lossen zijn, en armoedebestrijding in eigen stad een absolute prioriteit moet zijn en blijven voor het Stadsbestuur, moeten we ook oog hebben voor de Noord-Zuid-problematiek. Alleen door duurzaam te investeren in het Zuiden, kunnen we vermijden dat de toestand daar zo hopeloos wordt, dat immense en oncontroleerbare migratiestromen op gang komen, die onze samenleving ontwrichten. Hoe groter de welvaartskloof wordt, hoe groter de migratiedruk zal worden. OpenVLD Gent pleit daarom ook voor het geleidelijk groeien naar een norm van 5 euro per Gentenaar voor Noord-Zuid-beleid tegen 2020. Gent heeft zich geleidelijk ontwikkeld tot fair-trade-stad, alweer niet door symboliek, maar door gestage en doordachte stappen te zetten. OpenVLD Gent wil de principes van fair-trade doortrekken in de ganse organisatie, en mede daardoor de Gentenaars bewust maken van het belang van duurzame keuzes. OpenVLD Gent wil ook blijven investeren in stedenbanden, naar het voorbeeld van de samenwerking met Mangaung in Zuid-Afrika. Samenwerken door van elkaar te leren, biedt uiteindelijk het enige uitzicht op een duurzame ontwikkeling. Het leren organiseren van efficiënt democratisch bestuur, is ongetwijfeld de mooiste gift die de Westerse wereld kan geven aan steden in het Zuiden. Het is immers vooral in het Zuiden dat de verstedelijking bijzonder snel toeneemt. Anderzijds kunnen nieuwe en jonge democratieën ons ook helpen om onze eigen instellingen en organisatie in vraag te stellen. Ook het Havenbedrijf kan, door zijn internationale contacten, een belangrijke rol spelen in het Noord-Zuid-beleid. Het Vredeshuis heeft een bijzonder waardevolle werking, niet alleen in de bewustwording van de actuele NoordZuid-problematiek. Voor de duizenden kinderen en jongeren die jaarlijks het Vredeshuis bezoeken, of deelnemen aan de activiteiten, geeft het Vredeshuis vaak nog het (helaas) enige inzicht in de geschiedenis, onder meer inzake de kolonisatie en de holocaust. OpenVLD Gent wil de werking van het Vredeshuis verder uitdiepen, en meer integreren in het onderwijs, inclusief het volwassenenonderwijs en de inburgeringcursussen.
Actiepunten voor een liberaal welzijnsbeleid •
De lokale overheid is de regisseur van het welzijnsbeleid, onder meer door het aanbod te inventariseren, transparant te communiceren en leemtes op te sporen.
•
Het OCMW wordt via de lokale dienstencentra en de welzijnsbureaus het unieke loket voor alles wat met welzijn te maken heeft, inclusief het private zorgaanbod.
•
Het stedelijk welzijnsbeleid is gericht op zelfredzaamheid, door de noden tijdelijk te lenigen, maar tegelijk ook de oorzaken weg te werken.
•
Uitbreiden van het systeem van persoonsgebonden assistentiebudgetten en het bieden van omkadering voor mantelzorgers, bijvoorbeeld dagopvang of kortverblijf.
•
Langer thuis verblijven stimuleren via de thuiszorgcheque.
•
Toegankelijk maken van alle openbare gebouwen, waarbij toegankelijkheidseisen nooit ondergeschikt zijn aan eisen van stedenbouw of monumentenzorg.
•
Opstellen van een ‘rolstoelstadsplan’.
•
Een nieuw dierenasiel aan de Watersportbaan en verdere sensibilisering rond dierenwelzijn.
•
Groeien naar 2,5 euro per inwoner voor het Noord-Zuid-beleid.
•
Veralgemenen van het duurzaam aankoopbeleid, waar Gent nu al het voortouw in neemt.
•
Blijven investeren in een modern, efficiënt en rendabel openbaar ziekenhuis.