Welkom terug! – Docentenhandleiding Beste docent, Opnieuw hartelijk welkom bij Welkom terug!, een communicatieve en gevarieerde methode Nederlands voor gevorderde Duitstalige cursisten. Welkom terug! is het vervolg op de methode Welkom!, die inmiddels op veel volksuniversiteiten, universiteiten en scholen wordt gebruikt. Om de kennis van het Nederlands met Welkom terug! te vergroten, is het echter niet noodzakelijk dat cursisten al met Welkom! hebben gewerkt. Deze docentenhandleiding is bedoeld als uitleg van de leergang en als ondersteuning bij de voorbereiding van de lessen en bij het lesgeven zelf. Het eerste deel van deze handleiding geeft een beschrijving van de leergang Welkom terug!, de leerdoelen en de samenstelling van het materiaal. In het tweede deel wordt bij elke les een aantal opdrachten uitgewerkt. Deze suggesties kunnen bijdragen aan een effectief gebruik van Welkom terug! Voor elke les is er een schema waarin is aangegeven welke oefeningen uit het oefenboekdeel aansluiten bij opdrachten uit het tekstboekdeel.
De didactische uitgangspunten van Welkom terug! zijn dezelfde als bij de methode Welkom! Ze zijn te vinden in de separaat verkrijgbare docentenhandleiding van Welkom! (Lehrerhandbuch, ISBN 978-3-12528883-6), samen met gedetailleerde aanwijzingen voor het gebruik van de methode bij het lesgeven en algemene didactische tips. We danken Jos Kalisvaart, Guido Topoll, Floor van Renssen en Friso Schotanus hartelijk voor hun bijdragen aan Welkom terug! We zijn heel blij met hun ideeën en suggesties op methodisch-didactisch gebied en hun zorgvuldige correctiewerk. We wensen u als docent en natuurlijk uw cursisten veel succes en plezier met Welkom terug! Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Inhoud De leergang Welkom terug!
2
1 Welkom terug!
5
Tekstboek
2
2 Dat is plezant
7
Oefenboek
3
3 Ondersteboven
9
Appendix
3
4 Nederland waterland
11
Online verkrijgbaar materiaal
3
Tussenstop 1
13
Symbolen
4
5 Een meesterlijke tijd
14
Veranderingen ten opzichte van Welkom!
4
6 Mooie spullen
16
7 Alles geregeld
18
8 Welkom – Bienvenue – Willkommen
20
Tussenstop 2
22
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
1
De leergang Welkom terug! Doel en doelgroep Welkom terug! is gericht op Duitstalige volwassenen die reeds kennis hebben van het Nederlands op niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (ERK). Deze leergang is niet bedoeld als zelfstudiemethode omdat het een communicatieve methode is met een groot aantal interactieve opdrachten die in tweetallen of groepen gemaakt moeten worden. De leergang Welkom terug! is gebaseerd op de kanbeschrijvingen van het ERK. De cursisten worden met deze leergang op eindniveau B1 gebracht. Het onderstaande schema geeft beknopt weer wat cursisten moeten kunnen op dit niveau. B1
Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens reizen in gebieden waar de taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.
(Bron: http://taalunieversum.org)
Studielast De studielast voor de cursist is gebaseerd op circa 60 contacturen – bij twee contacturen per week komt dat overeen met twee semesters van 15 weken – plus de voorbereidingstijd die voor elke cursist weer anders is. Vaardigheden In Welkom terug! werken de cursisten aan de vijf vaardigheden monologisch spreken, dialogisch spreken, schrijven, luisteren en lezen. Deze vaardigheden worden gevarieerd getraind en komen in elke les in verschillende vormen aan bod. Daarnaast wordt de eerder behandelde grammatica herhaald en wordt
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
nieuwe grammaticale kennis aangereikt. Bijzondere nadruk ligt op de uitbreiding van de woordenschat en het gebruik van wat in het Duits Redemittel worden genoemd – routines, basisuitdrukkingen en frequent gebruikte zinnen. Alle vaardigheden worden zowel afzonderlijk als in opdrachten en oefeningen gecombineerd geoefend. Samenstelling van het materiaal Welkom terug! bestaat, afgezien van deze docentenhandleiding, uit de volgende componenten: een gecombineerd tekst- en oefenboek (Lehr- und Arbeitsbuch) met cd, een sleutel, de transcripties van alle luisterteksten en een alfabetische woordenlijst. De sleutel, de transcripties en de woordenlijst zijn gratis verkrijgbaar op de website www.klett.de/welkom.
Tekstboek Het tekstboekdeel is het uitgangspunt voor de klassikale lessen. Het bestaat uit acht lessen van elk acht pagina’s. De lessen hebben een homogene opzet en behandelen elk een specifiek onderwerp. Na vier lessen is er een herhalingseenheid (Tussenstop) van vier pagina’s. De lessen Elke les begint met een introductiepagina met een grote foto, de titel van de les en een opdracht. Deze opdrachten zijn steeds anders: bijvoorbeeld een lees-, luister- of spreekopdracht, een opdracht met nieuwe woordjes of een quiz. Ook staat er op de introductiepagina altijd een kader met de belangrijkste onderwerpen en woordvelden van de les. Behalve de introductie bevat elke les vier delen (A, B, C en D). In het boek en deze docentenhandleiding wordt met behulp van de letters naar afzonderlijke opdrachten verwezen: B3 betekent bijvoorbeeld opdracht 3 in deel B. De delen A t/m C behandelen elk een specifiek aspect van het onderwerp van de les en hebben een titel met een voorspellend karakter. De opbouw van deze delen verschilt per les en is door de inhoud en de te oefenen vaardigheden bepaald. Deel D heet a ltijd Alles op een rijtje en geeft een overzicht van de b elangrijkste Redemittel en grammatica uit de les.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
2
De leergang Welkom terug!
Tussenstops In de twee Tussenstops wordt de lesstof van de vier voorafgaande lessen in aanvullende opdrachten gecombineerd, geoefend en uitgebreid. Op deze manier worden de onderwerpen van steeds vier lessen bij elkaar gebracht. Tevens bevatten de Tussenstops zelftests en reflectieopdrachten. De zelftests hebben de vorm van controlelijstjes waarmee de cursisten zelf kunnen bepalen of ze een specifiek leerdoel wel of niet hebben behaald. Ze kunnen dan direct zien welke woordjes, grammatica en Redemittel herhaald moeten worden en waar die te vinden zijn. Kaders Overal in het tekstboekdeel staan blauwe kadertjes waarin de grammatica kort wordt uitgelegd of aanvullende informatie en tips worden gegeven (o.a. leerstrategieën of boeken-, film- en muziektips). Partneroefeningen Bij bepaalde opdrachten die de cursisten met zijn tweeën of in groepjes moeten uitvoeren, gebruiken ze twee versies van een opdracht met verschillende informatie of aanvullende teksten. Het extra materiaal is te vinden in het gedeelte Partneroefeningen (p. 78 – 83).
Oefenboek De oefeningen in het oefenboekdeel kunnen gebruikt worden als huiswerk, maar ook in de les, als aanvulling op het tekstboekdeel. In principe kunnen de cursisten alle oefeningen alleen maken. Het oefenboekdeel bestaat, net als het tekstboekdeel, uit acht lessen en twee Tussenstops. Elke les heeft zes pagina’s en elke Tussenstop vier. In het tweede deel van deze docentenhandleiding – bij de aanwijzingen en suggesties voor de afzonderlijke lessen – wordt steeds aangegeven welke oefeningen in het oefenboekdeel aansluiten bij bepaalde opdrachten in het tekstboekdeel. Lessen Elke les bevat oefeningen voor de toepassing en v erdieping van grammatica, woordenschat, uitspraak, Redemittel en de verschillende vaardigheden. Het accent ligt op verwerking van nieuwe stof uit een bepaalde les in het tekstboekdeel, maar ook wordt grammatica uit eerdere lessen herhaald en gecombineerd met nieuwe woordenschat. In elke les is minimaal één uitspraakoefening opgenomen waarin belangrijke uitspraakfenomenen herhaald en verdiept worden.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Hoewel cursisten ook de uitspraakoefeningen in principe individueel kunnen maken, wordt aangeraden om tenminste een deel daarvan klassikaal te behandelen. Tussenstops In de twee Tussenstops in het oefenboekdeel wordt, net als in het tekstboekdeel, de leerstof uit de vier voorafgaande lessen gecombineerd en geoefend. Aan het eind van elke Tussenstop staat een toets (Op de proef gesteld) waarmee de cursisten hun vorderingen kunnen evalueren.
Appendix Grammatica- en spellingsoverzicht Grammatica en spelling (p. 140 – 154) is een schematisch compendium van de grammatica- en spellingsregels die in Welkom! en Welkom terug! worden behandeld. Het compendium uit Welkom! is aangevuld met de grammaticaregels die in Welkom terug! aan bod komen. De regels staan niet in lesvolgorde, maar op grammaticaal onderwerp. In de lessen staat bij de introductie van grammatica- en spellingsregels altijd een verwijzing naar een paragraaf in het compendium. Woordenlijst Achter in het boek (p. 155 – 173) is een woordenlijst opgenomen, gesorteerd op les en opdracht. Tijdens het maken van de opdrachten kunnen de cursisten hier makkelijk de nieuwe woorden opzoeken. Ze kunnen de lijst ook gebruiken om woordjes te leren. Cd Op de cd staan alle luisterteksten van het tekstboek- en oefenboekdeel en luistervoorbeelden van de uitspraakoefeningen.
Online verkrijgbaar materiaal De volgende materialen zijn gratis als PDF-bestanden verkrijgbaar op de website www.klett.de/welkom: Sleutel De sleutel bevat de antwoorden van de opdrachten in het tekstboekdeel (p. 1 – 7) en van de oefeningen in het oefenboekdeel (p. 7 – 16). Voor een aantal spreek- en schrijfopdrachten en -oefeningen zijn suggesties, modeluitwerkingen en voorbeelden opgenomen. Voor opdrachten en oefeningen met open vragen worden geen antwoorden/suggesties gegeven.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
3
De leergang Welkom terug!
Transcripties Transcripties van alle luisterteksten zijn opgenomen die niet als geschreven tekst in de lessen voorkomen. Het is niet de bedoeling dat de cursisten bij luisteropdrachten meelezen. Bij deze opdrachten gaat het veelal om globaal luisteren en het identificeren van sleutelwoorden. De transcripties kunnen de cursisten buiten de les gebruiken om zelf iets op te zoeken. Alfabetische woordenlijst Een alfabetische woordenlijst Nederlands-Duits is opgenomen waarin alle nieuwe woorden uit het tekstboek- en het oefenboekdeel voorkomen.
Symbolen 1
Dit symbool verwijst naar het nummer op de bijbehorende cd.
Dit symbool geeft aan dat twee cursisten moeten samenwerken (partneroefening).
Bij deze interactieve opdrachten moeten meer dan twee cursisten samenwerken en met elkaar communiceren. Met dit symbool worden in de Tussenstops zelftests met betrekking tot het ERK aangegeven.
Veranderingen ten opzichte van Welkom! Om rekening te kunnen houden met het gevorderde taalniveau van de cursisten verschilt Welkom terug! in enkele opzichten van Welkom! Indien u of uw cursisten al met Welkom! gewerkt hebben, kunt u hier de belangrijkste verschillen vinden: – In de lessen in het tekstboek- en het oefenboekdeel wordt alleen nog het Nederlands gebruikt. Enkel het grammatica- en spellingsoverzicht in de appendix is in het Duits. – Omdat we cursisten zelfstandig met een ‘echt’ woordenboek willen leren omgaan, is er geen alfabetische woordenlijst in het boek opgenomen. Deze is wel gratis op de website beschikbaar. – De delen A, B en C van elke les zijn in Welkom terug! ingedeeld naar inhoudelijke aspecten. De individuele vaardigheden, grammatica en woordenschat komen in alle delen aan bod. – De lessen in het tekstboekdeel hebben acht in plaats van tien pagina’s, en de Tussenstops in het tekstboekdeel hebben vier in plaats van zes pagina’s. – De lessen in het tekstboekdeel hebben geen aparte pagina gewijd aan de cultuur en het leven in Nederland en Vlaanderen. Dit onderdeel is nu geïntegreerd in de opdrachten.
Dit symbool verwijst naar een paragraaf in het grammatica- en spellingsoverzicht.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
4
1
Welkom terug! Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
introductie A1 – A4
inhoud inleiding: spreken over vertrouwde onderwerpen uit het alledaagse leven, werk en opleiding, woordenschat verhuizen, nieuwe omgeving
1 – 4
A5
spreken over vertrouwde onderwerpen uit het alledaagse leven, werk en opleiding, aantekeningen maken, woordenschat verhuizen, nieuwe omgeving ervaringen en gebeurtenissen beschrijven
A6 – A9
5 – 8
woordenschat advertenties woordenschat biografie; verdieping: ervaringen en gebeurtenissen beschrijven
B1, B2 B3, B4
9 – 12
herhaling: v.t.t. en o.v.t., voltooid deelwoord
B5 – B7
13 – 15
voltooid verleden tijd informatie achterhalen; verdieping: woordenschat biografie, ervaringen en gebeurtenissen beschrijven
B8 – B10 B11, B12
16
valse vrienden
C1 – C6
18
woordenschat taalbiografie en leerdoelen, plannen maken; verdieping: ervaringen en gebeurtenissen beschrijven, aantekeningen maken
17
herhaling: meervoud van zelfstandige naamwoorden, spelling van open en gesloten lettergrepen; uitspraak: lange en korte klinkers
19
herhaling: woordenschat
Tekstboek Introductie Laat de cursisten de grote foto bekijken en de leerdoelen in het kader lezen. Laat hen daarna mogelijke verbanden noemen tussen de leerdoelen en de foto. Laat de cursisten dan de enquête invullen en schrijf de antwoorden op het bord. Daardoor krijgt u direct een goede indruk van de groep en kunnen de cursisten hun ervaringen uitwisselen. Dit is een goede gelegenheid om in een nieuwe groep met elkaar kennis te maken. A1 A2 De vragen die in A1 gesteld worden, zijn vrij globaal, daarom is één keer luisteren zeker voldoende. Moedig de cursisten aan om volledige zinnen op te schrijven. Bespreek de antwoorden voordat de cursisten doorgaan met A2 om er zeker van te zijn dat ze het eerste deel van de dialoog goed hebben begrepen.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
A3 Bespreek eerst de leertip in het kader. Leg uit dat het handiger is om aantekeningen meteen in het Nederlands te maken en noem enkele voordelen, zoals – spellingsoefening – tijdsbesparing, omdat er niet hoeft te worden vertaald – het gemak om later de aantekeningen te kunnen bespreken – oefenen van het taalgebruik A5 Geef de cursisten even tijd om aantekeningen te maken. Ze kunnen de voorbeeldzinnen gebruiken. Moedig hen vooral aan om een uitgebreid verhaal te vertellen.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
5
Welkom terug! 1
A8 U kunt de cursisten als huiswerk ook een advertentie laten zoeken die hen aanspreekt op de website www.marktplaats.nl. Laat hen in de les vertellen waarom ze de advertentie interessant vinden. Op die manier breiden de cursisten hun woordenschat uit, oefenen ze hun leesvaardigheid en maken ze kennis met Nederlandstalige websites. Omdat de cursisten advertenties voor producten of diensten kiezen die ze ook echt interessant vinden, sluit de opdracht volledig aan bij hun persoonlijke belevingswereld. Laat de cursisten voor de grap ook advertenties voor producten of diensten zoeken die ze absurd of onnodig vinden. B1 B2 Bespreek eerst het kader in B1 en leg uit wat sleutelwoorden zijn. Laat de cursisten daarna groepjes vormen en samen de opdrachten maken. Vraag dan welke sleutelwoorden ze hebben onderstreept en of de sleutelwoorden handig zijn gebleken bij het navertellen van de tekstjes. B4 Wijs op de foto van het schaap. Vraag waar de cursisten dit schaap van kennen en waarom het belangrijk is. Als de cursisten niet met Welkom! hebben gewerkt, kennen ze het schaap en de bijbehorende ezelsbrug waarschijnlijk niet. Schrijf in dit geval de woordgroep ’t sexy fokschaap op het bord en leg de regels voor de v.t.t. en de o.v.t. uit. B8 B9 Schrijf de vragen die de cursisten bedenken op het bord. Op die manier kan het aantal vragen worden uitgebreid en hebben de cursisten in B9 meer materiaal tot hun beschikking. B12 Schrijf het volgende schema op het bord om de woorden van de cursisten te kunnen inventariseren. Laat de cursisten de betekenis van de woorden in het Nederlands omschrijven. betekenis
Nederlands woord
Duits woord
betekenis
niet kunnen horen
doof
doof
stom
…
…
…
…
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Boekentip: Bij de Universiteit Luik is een contrastief woordenboek Nederlands-Duits verschenen dat verschillende valstrikken op het gebied van de woordenschat bespreekt: S. Theissen en C. Klein (2008): Contrastief woordenboek Nederlands – Duits. Liège: C.i.P.L. C7 De feedback kunnen de cursisten op één van de volgende manieren geven: – tips & tops: één verbeterpunt en één positief punt noemen – sandwich: één compliment, één verbeterpunt, één compliment – details: verschillende criteria onder de cursisten verdelen, bijvoorbeeld inhoud, correctheid, woordenschat, vlotheid, opbouw; iedereen geeft alleen feedback op dit punt
Oefenboek 1 Leg uit dat de woorddelen mogen worden aangepast als dat nodig is, bijvoorbeeld in woorden als stedelijk en wonen. 9 Herhaal voor het maken van de oefening de regels voor de vervoeging van scheidbare werkwoorden. 17 Herhaal voor het maken van de oefening de spelling van open en gesloten lettergrepen. 18 Hier wordt een gesprek geoefend. De gesprekspartner is op de cd te horen. Het doel van de oefening is om snel op een vraag te reageren. Thuis kan dit met behulp van de geschreven tekst in het boek. In de les kunt u de cursisten later zonder boek laten reageren. 19 Laat de cursisten als huiswerk een soortgelijke woordzoeker voor elkaar maken met tien andere woorden uit de les. Wijs erop dat de IJ één letter is.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
6
2
Dat is plezant Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
introductie A1 – A5
inhoud inleiding: een foto beschrijven
1 – 5
woordenschat rondleiding, kerk, een foto beschrijven; herhaling: vraagwoorden, getallen, o.t.t.
A6, A7
relevante informatie vinden in teksten
A8
meningen en suggesties geven; herhaling: voorwaardelijke wijs
B1
bijzonderheden van het Nederlands in Vlaanderen
B2
6 – 8
herhaling/verdieping: de werkwoorden willen en zullen; gebruik van wou
B3 – B6
9 – 13
woordenschat levensmiddelen; verdieping: bijzonderheden van het Nederlands in Vlaanderen, relevante informatie vinden in teksten; uitspraak: g woordenschat filmgenres, Nederlandstalige film
C1 – C3 C4 – C6
14
kaartjes voor een film reserveren, telefonisch informatie opvragen of doorgeven
15, 16
herhaling: woordenschat
Tekstboek Introductie Lees de titel van de les voor en vraag of de cursisten weten wat de titel betekent. Leg uit dat plezant een woord is dat vooral in Vlaanderen gebruikt wordt. Vraag wat sprekers in Nederland in plaats van plezant zouden zeggen. Als de cursisten niet weten waar de kleine foto’s gemaakt zijn, vraag hen dan wat op de foto’s te zien is. Op de kleine foto’s staan bruggen – alle foto’s op de introductiepagina zijn in Brugge gemaakt. A2 Bij het raden van de betekenis kan de foto naast de woorden helpen. Als de cursisten de betekenis van een woord niet achterhalen, kunt u een zin formuleren die het woord in een context plaatst. Daardoor is het makkelijker voor de cursisten om de betekenis te raden. A3 A4 De muziek die bij A3 hoort, is van de Duitse componist Silvius Leopold Weiss (1687 – 1750). Het stuk heet Prelude en wordt gespeeld op de gerestaureerde beiaard in het Belfort van Brugge. De beiaardier is Frank Deleu, de stadsbeiaardier van Brugge. (Geef de cursisten deze informatie pas na het maken van A4.)
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Moedig de cursisten aan om creatief te zijn en interessante vragen te bedenken. Als er vragen zijn waarop in de luistertekst geen a ntwoord gegeven wordt, is dat niet erg. Wijs erop dat de spreker op de cd een Vlaming is. Vraag waaraan de cursisten dat kunnen horen. A5 Laat de cursisten voor het luisteren de getallen hardop voorlezen. Op die manier worden de getallen herhaald en is het makkelijker om de getallen in de luistertekst te herkennen. A6 Vraag of er al iemand ooit in Brugge geweest is. Zo ja, vraag wat er nog meer te beleven is en laat de cursist(en) daarover vertellen. B1 Deze opdracht heeft als doel om de cursisten op de verschillen tussen het Nederlands in Vlaanderen en in Nederland te attenderen. Als de cursisten meer over dit onderwerp willen weten, kunnen ze ook eerst B5 en B6 maken voordat ze met B2 – B4 verder gaan.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
7
Dat is plezant 2
B2 Leg uit dat het werkwoord willen in het imperfectum meervoud naast de vorm wilden ook de vorm wouden heeft, maar dat deze vorm – in tegenstelling tot wou – bijna niet meer gebruikt wordt. B4 In Welkom! hebben de cursisten al kennis gemaakt met het fenomeen snackbar in Nederland. Op de menukaart in deze opdracht staan woorden die vooral in Vlaanderen gebruikt worden. Vraag welke woorden Nederlanders zouden gebruiken en herhaal op die manier de relevante woordenschat.
C3 De voorbereiding van deze opdracht kan als huiswerk worden opgegeven en aan een korte spreekbeurt (3 tot 4 minuten) worden gekoppeld. C5 Om Vlaamse films op dvd beter te begrijpen, kunnen de cursisten deze het beste met Nederlandse ondertiteling bekijken. Vertel dat Vlaamse films in Nederland ook vaak worden ondertiteld.
Oefenboek
B5 Laat de cursisten de verschillen in een tabel op een rijtje zetten. Leg daarna nog eens expliciet uit dat het Vlaams geen dialect van het Nederlands is, maar de standaardvariëteit van het Nederlands in Vlaanderen. Het Nederlands heeft dus meerdere standaardvariëteiten, net zoals het Duits (de standaardvariëteiten in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland). Een betere naam voor ‘Vlaams’ is daarom ook ‘Belgisch-Nederlands’. Zowel in Nederland als in Vlaanderen worden natuurlijk ook verschillende dialecten van het Nederlands gesproken.
10 Vraag de cursisten om de verhalen één keer met een zachte g (in het Belgisch-Nederlands) en één keer met een harde g voor te lezen.
C1 C2 Op www.youtube.com en op www.vlaamsefilm.be zijn trailers van deze films te vinden. Laat de cursisten de trailers bekijken en zeggen of de inhoud met hun verwachtingen overeenkomt.
16 Wijs er nogmaals op dat de IJ één letter is.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
14 Hier wordt een gesprek geoefend. De gesprekspartner is op de cd te horen. Het doel van de oefening is om snel op een vraag te reageren. Thuis kan dit met behulp van de geschreven tekst in het boek. Later in de les kunt u de cursisten zonder boek laten reageren.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
8
3
Ondersteboven Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
introductie
1 – 3
inleiding: een gedicht lezen, ervaringen, gevoelens en wensen beschrijven, woordenschat liefde, een gedicht maken
A1 – A4
4
een radioprogramma begrijpen, uitdrukkingen, woordenschat liefde en relaties
A5, A6
5 – 8
gebruik van alle/al, allen/alles/allemaal/iedereen en heel/helemaal
A7
9, 10
een standpunt duidelijk overbrengen, een persoonlijke brief schrijven
B1, B2
ervaringen, gevoelens en wensen beschrijven
B3 – B6
11 – 17
voegwoorden; verdieping: een persoonlijke brief schrijven; herhaling: bijwoorden
B7, B8
18, 19
tussenwerpsels; uitspraak: zinsmelodie
C1 – C3
21
woordenschat echtscheiding
20
herhaling: voorzetsels
Tekstboek Introductie Hans Andreus (1926 – 1977) is een Nederlandse dichter en (kinderboeken-)schrijver. Ingmar Heytze (1970) is de eerste officiële stadsdichter van Utrecht. Voor het maken van de opdracht kunt u de cursisten eerst zonder boek drie keer naar het gedicht van Andreus laten luisteren. Pas bij de derde keer mogen ze aantekeningen maken. Daarna moeten ze in tweetallen proberen het gedicht te reconstrueren. A1 Stel vragen over de tekst en de verwachtingen van de cursisten. Vraag bijvoorbeeld naar de problemen die Jasper, Marleen, Mark en René zouden kunnen hebben. A2 Laat elk tweetal één vraag op het bord schrijven. Laat de andere cursisten de fouten mondeling of schriftelijk verbeteren.
A4 Vertel iets over de rechten van homoseksuelen in Nederland. De situatie in Nederland verschilt nogal van de situatie in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, vooral met betrekking tot huwelijk en adoptie. A6 U kunt de cursisten bij deze opdracht laten werken met de transcriptie van de luistertekst (zie www. klett.de/welkom). Laat hen alle/al, allen/alles/allemaal/iedereen en heel/helemaal onderstrepen en daarna uitleggen waarom een bepaald woord is gebruikt. A7 Laat de cursisten tijdens de spreekbeurten van hun medecursisten alvast vragen noteren. Het is ook mogelijk dat een deel van de groep inhoudelijke vragen noteert terwijl de andere cursisten op woordenschat, grammaticale correctheid en uitspraak letten. Verdeel de rollen na elke spreekbeurt opnieuw onder de cursisten zodat iedereen op verschillende dingen let.
A3 Laat de cursisten situaties bedenken waarin deze uitdrukkingen goed van pas komen. Vraag ook naar Duitse equivalenten van de uitdrukkingen.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
9
Ondersteboven 3
B1 Bij uitgeverij Oogachtend zijn meerdere stripboeken over Cordelia verschenen. De tekenares Ilah heeft ook strips over Mira, het nichtje van Cordelia, getekend. Vraag wat de cursisten in een liefdesbrief aan zichzelf zouden schrijven en herhaal op die manier een aantal bijvoeglijke naamwoorden. B6 Voor sommige cursisten is deze opdracht wellicht lastig. Laat hen in dat geval een liefdesbrief aan een fictieve of een bekende persoon (bijvoorbeeld een acteur of zangeres) schrijven. Het is ook mogelijk om de cursisten een liefdesbrief te laten schrijven vanuit het perspectief van een literair figuur of van Cordelia uit de strip in B1. B8 De dialoog hoeft niet over een liefdesverklaring te gaan. Deze kan bijvoorbeeld ook over een auto-ongeluk of het avondeten gaan. C1 Vraag wat de titel van deel C (Ik ben gelukkig gescheiden) betekent. Er zijn twee mogelijkheden, die met de betekenis van het woord gelukkig te maken hebben (Duits glücklich of glücklicherweise). Vraag wat het verschil is. C3 Laat de cursisten de tekst na het maken van de opdracht nog een keer lezen in tweetallen en laat hen er vervolgens vragen voor hun medecursisten bij bedenken. Ze kunnen meerkeuzevragen of open vragen maken.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Oefenboek 2 Laat de cursisten nog andere woorden noemen die je in een liefdesgedicht vindt. 3 In plaats van elfjes kunt u de cursisten ook haiku’s laten schrijven. In deze Japanse dichtvorm is niet het aantal woorden belangrijk, maar het aantal lettergrepen per regel. regel 1: vijf lettergrepen regel 2: zeven lettergrepen regel 3: vijf lettergrepen voorbeeld: De liefde is als een grote reep chocola zoet en verslavend 11 Leg uit dat de inhoud van de zinnen hier niet belangrijk is en dat de cursisten vooral op de woordvolgorde moeten letten. 17 Leg uit dat er verschillende verbanden tussen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden mogelijk zijn. De cursisten kunnen werkwoorden opschrijven die in inhoudelijke samenhang met het zelfstandig naamwoord staan (bijvoorbeeld brief – schrijven, ogen – zien) of werkwoorden uit dezelfde woordfamilie (bijvoorbeeld afspraak – afspreken). 18 Vraag de cursisten op de zinsmelodie te letten en laat hen proberen de zinsmelodie van de sprekers te imiteren.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
10
4
Nederland waterland Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
introductie
1
inleiding: woordenschat water en kust, waterbouw
A1 – A3
2 – 6
woordenschat water en kust, waterbouw, een tekst samenvatten, zaken uitleggen en toelichten, samen aan een opdracht werken; herhaling/ verdieping: voorzetsels, bijwoorden
B1, B2
een lezing begrijpen, woordenschat natuur en milieubeheer; verdieping: woordenschat water en kust, waterbouw
B3, B4
herhaling: lijdende vorm
B5
lijdende vorm van de v.v.t.
B6
10, 11
herhaling/verdieping: lijdende vorm
B7 – B9
12
verdieping: woordenschat water en kust, natuur en milieubeheer, lijdende vorm; iemand een tip geven
C1 – C4
13
een literaire tekst lezen; verdieping: woordenschat water en kust, waterbouw
C5
14
literaire stijlen
7, 8
verdieping: een literaire tekst lezen, woordenschat water en kust, waterbouw
9
verdieping: zaken uitleggen en toelichten, woordenschat waterbouw
15
herhaling: woordenschat
Tekstboek Introductie Laat de cursisten eerst de grote foto bekijken en beschrijven wat ze erop zien. Vraag waarom Nederland waterkeringen nodig heeft. A2 A3 Zet de tafels in het leslokaal voor het begin van de les klaar zodat de cursisten in groepjes kunnen samenwerken. Print het volgende schema en geef elke cursist bij binnenkomst een combinatie van een letter en een getal. A1
A2
A3
A4
A5
A6
B1
B2
B3
B4
B5
B6
C1
C2
C3
C4
C5
C6
D1
D2
D3
D4
D5
D6
…
…
…
…
…
…
Laat voor A2 alle cursisten met dezelfde letter samenwerken (groepje A, groepje B enz.) en voor A3
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
alle cursisten met hetzelfde getal (groepje 1, groepje 2 enz.). Als de groep kleiner is, laat dan minder studenten in een groepje samenwerken of geef elk groepje in A2 twee teksten. B2 In de lezing wordt in korte tijd veel informatie gegeven. Laat de cursisten daarom eventueel twee of drie keer luisteren. Moedig de cursisten nog eens aan om hun aantekeningen meteen in het Nederlands te maken. B4 Wijs de cursisten nog eens op de verschillen tussen het Nederlands en het Duits in de v.t.t. (het perfectum). B6 U kunt de cursisten bij deze opdracht laten werken met de transcriptie van de luistertekst (zie www. klett.de/welkom). Laat hen alle werkwoorden in de lijdende vorm onderstrepen en zeggen om welke tijd het gaat.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
11
Nederland waterland 4
C2 Laat de cursisten na het maken van de opdracht de tekst nog eens lezen. Laat hen zoeken naar tekstfragmenten die het uiterlijk en het karakter van Cornelis Lely beschrijven. Vraag wat hun indruk van hem is.
Oefenboek
C3 Vraag na het maken van de opdracht of de cursisten hadden verwacht dat de twee fragmenten in C2 en C3 uit hetzelfde boek afkomstig zijn. Vraag welk fragment de studenten interessanter vinden.
7 Op www.youtube.com zijn ook gezongen versies van de Zuiderzeeballade te vinden.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
1 De cursisten kunnen hun woordwolken aan medecursisten geven en door hen laten aanvullen. Op die manier leren ze nog meer nieuwe woorden.
15 Wijs er nogmaals op dat de IJ één letter is.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
12
Tussenstop 1 Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
1, 2
1, 3
woordenschat planten; herhaling/verdieping: zaken uitleggen en toelichten
3, 4
herhaling/verdieping: woordenschat natuur en milieubeheer, informatie achterhalen, plannen maken, voorwaardelijke wijs (conditionalis)
5
herhaling/verdieping: woordenschat natuur en milieubeheer, relevante informatie vinden in teksten
6, 7
spreekwoorden en gezegdes; verdieping woordenschat water
8
herhaling: woordenschat
9
leerreflectie en zelftest 2
herhaling: woordenschat, Redemittel
4
uitspraak: klemtoon
5
herhaling: lijdende vorm
6, 7
aanvullende oefeningen schrijfvaardigheid en reflectie
toets
woordenschat, o.v.t., v.v.t., grammaticale begrippen, voegwoorden
Tekstboek 1 Geef de cursisten de gelegenheid om de woorden aan te vullen met behulp van een woordenboek. Ze kunnen bijvoorbeeld de namen van bomen, bloemen en struiken in hun tuin, op hun balkon of in een park in de buurt opzoeken. 2 De cursisten kunnen van de beschrijving ook een raadsel maken. Eén cursist beschrijft een plant en de andere cursisten raden om welke plant het gaat. 4 Laat de cursisten tijdens de presentaties van hun medecursisten alvast vragen noteren. Het is ook mogelijk dat een deel van de groep inhoudelijke vragen noteert terwijl de andere cursisten op woordenschat, grammaticale correctheid en uitspraak letten. Verdeel de rollen na elke presentatie opnieuw onder de cursisten zodat iedereen op verschillende dingen let. 9 Laat de cursisten de lijst individueel invullen. Leg uit dat ze bij elk punt even moeten nadenken wat ze
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
in de beschreven situatie zouden kunnen zeggen/ schrijven. Als ze het niet weten, moeten ze het vakje aan de rechterkant aanvinken. Loop rond en schrijf op waar veel cursisten moeite mee hebben en wat herhaald moet worden. Vraag ook of er nog andere onderwerpen zijn die ze graag willen herhalen.
Oefenboek 4 Als cursisten het moeilijk vinden om de beklemtoonde lettergreep te horen, laat hen dan het woord nazeggen en daarbij klappen. Bij het uitspreken van de beklemtoonde lettergreep moeten ze harder klappen. 6 Laat de cursisten de tekstjes inleveren. Markeer de fouten en laat de cursisten deze verbeteren. Help hen als ze er niet uitkomen. 7 Laat cursisten de antwoorden in tweetallen uitwisselen. Ze kunnen elkaar tips geven en van elkaar leren.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
13
5
Een meesterlijke tijd Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
introductie
inhoud inleiding: woordenschat onderwijssysteem
A1 – A5
1 – 3
informatie achterhalen over een studie/stage in het buitenland
A6
4
de werkwoorden maken en doen
B1, B2
5 – 7
woordenschat onderwijssysteem
B3
8, 9
woordenschat schoolvakken
B4, B5
10 – 12
spreken over de eigen schooltijd; verdieping: woordenschat onderwijs systeem, schoolvakken
C1, C2
13, 14
een diagram beschrijven, persoonsvorm na percentages; verdieping: woordenschat onderwijssysteem
C3, C4
15
onbepaalde telwoorden
16
uitspraak: st, sp, sch
Tekstboek Introductie Bekijk samen met de cursisten de grote foto, lees de titel voor en vraag waar deze les over gaat. Vraag ook of ze de dubbele betekenis van de titel kunnen raden. Zo niet, help hen door ondersteunende vragen te stellen of leg de titel zelf uit. Laat de cursisten eerst één keer globaal luisteren en de eerste opdracht maken. Vraag wat het onderwerp van het gesprek is. Laat hen dan nog een keer luisteren en de meerkeuzevragen beantwoorden. A1 Laat de cursisten aantekeningen bij de vragen maken zodat ze daarna in volledige zinnen kunnen antwoorden. Laat hen ook de tekstfragmenten noemen die bij hun antwoorden passen. A2 Als er cursisten zijn die in Nederland willen studeren, zullen ze vast veel vragen hebben. Er is een Duitstalige website met veel informatie over studeren in Nederland: www.studieren-in-holland.de A3 Vraag eerst aan de cursisten waarom deze leestekst volgens hen over een stage of studie in Suriname gaat. Misschien weten sommige cursisten niet waar Suriname ligt. Laat het land op een kaart zien
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
en vertel iets over de relatie tussen Nederland en Suriname. Vertel ook dat veel Nederlandse jongeren in Suriname stage lopen en dat Surinamers vaak in Nederland studeren. A5 Het doel van deze opdracht is om het gesprek in tweetallen inhoudelijk te reconstrueren. Hierbij worden de vaardigheden luisteren, spreken en schrijven geoefend. B1 Veel cursisten willen weten wat kinderen in Nederland doen voordat ze naar de basisschool gaan. Leg uit wat een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal is en wat de verschillen zijn tussen de voorschoolse opvang in Nederland en in de Duitstalige landen. Inmiddels krijgen de studenten in Nederland – net als in de rest van Europa – na afronding van een studie de graden Bachelor (of Arts/Science/Laws) en Master (of Arts/Science/Laws) verleend. Vertel iets over de traditionele Nederlandse titels doctorandus (drs.), ingenieur (ir.) en meester in de rechten (mr.). B3 Misschien zijn er cursisten met schoolvakken indertijd die niet in deze les opgenomen zijn, zoals handenarbeid. Vraag naar deze vakken en geef de cursisten de Nederlandse woorden. Bespreek
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
14
Een meesterlijke tijd 5
het kader en vraag wat de cursisten van het Nederlandse cijfersysteem vinden. B5 Laat de cursisten eerst aantekeningen maken. Ze kunnen bijvoorbeeld in B4 een vierde kolom toevoegen en hun eigen gegevens invullen. Dan hebben ze een houvast voor het gesprek. C1 Laat de cursisten eerst de diagrammen bekijken zodat duidelijk is waarop ze bij het luisteren moeten letten. Laat hen na het bespreken van de antwoorden nog een keer naar de tekst luisteren en vragen over de tekst bedenken. Laat hen vervolgens de vragen in tweetallen uitwisselen en beantwoorden. C4 U kunt de cursisten bij deze opdracht laten werken met de transcriptie van de luistertekst (zie www.klett.de/welkom). Laat hen alle onbepaalde telwoorden onderstrepen en daarna uitleggen waarom een bepaalde vorm is gebruikt.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Oefenboek 1 Bij deze oefening kunt u de cursisten een woordenboek laten gebruiken. 4 Laat de cursisten ook de Duitse vertalingen van de woordgroepen noemen en wijs op de verschillen tussen het Nederlands en het Duits. 8 9 U kunt de cursisten nog meer van dit soort vragen laten bedenken of zelf een quiz met soortgelijke vragen maken. 10 Laat de cursisten met behulp van de vragen in B5 (p. 47) een soortgelijke tekst over zichzelf schrijven en in de volgende les voorlezen. 16 Het verschil tussen sch en schr (bijvoorbeeld in de woorden misschien en inschrijving) is voor Duitstaligen moeilijk te horen. Oefen daarom eerst de discriminatie van de klankcombinaties voordat u de uitspraak oefent.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
15
6
Mooie spullen Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
introductie
1
inleiding: meubels en voorwerpen beschrijven, woordenschat meubels, inrichtingsstijlen
A1, A2
2
woordenschat meubels, inrichtingsstijlen
A3
3
herhaling: bijvoeglijke naamwoorden
A4
4
meubels en voorwerpen beschrijven; verdieping: woordenschat meubels, inrichtingsstijlen
A5 – A7
5, 6
bijzondere bijvoeglijke naamwoorden; verdieping: woordenschat meubels
A8, A9
7, 8
verdieping: voorwerpen beschrijven
B1 – B4
9, 10
informatie uit een tekst mondeling weergeven
C1, C2
11 – 15
productbeschrijvingen begrijpen, woordenschat producten; verdieping: bijvoeglijke naamwoorden
C3, C4
17
herhaling: vergrotende/overtreffende trap; verdieping: voorwerpen beschrijven
16
uitspraak: -lijk, -ig, -isch
18, 19
herhaling: woordenschat
Tekstboek Introductie Bij het bespreken van de antwoorden kunt u ook vragen wie van de cursisten kamers heeft die op dezelfde manier zijn ingericht als de kamers op de foto’s. Schrijf de woorden voor meubels die de cursisten noemen met lidwoord op het bord om zo de relevante woordenschat te herhalen. A1 Spreek met de cursisten over het fenomeen kringloopwinkel. Vraag of er een soortgelijke winkel bij hen in de buurt is en wat je daar kunt kopen. Maak het verschil duidelijk tussen een kringloopwinkel en een tweedehands winkel. A4 U kunt ook een catalogus of folder van een meubelzaak mee naar de les te nemen. Daarin zijn veel kamers afgebeeld die de cursisten kunnen beschrijven. Op die manier consolideren ze hun woordenschat en oefenen ze de verbuiging van bijvoeglijke naamwoorden.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
A8 Laat elke cursist minstens vier medecursisten vragen stellen en aantekeningen maken. Laat hen er daarna over vertellen en vraag wat ze bijzonder leuk of verrassend vonden. A9 Voor deze opdracht kunt u ook speelgeld meenemen naar de les om de verkoop van de spullen en de onderhandelingen over de prijs levendiger te maken. B1 B2 B3 B4 Deze tekst is vrij moeilijk. Verander de volgorde van de opdrachten niet en geef de cursisten voldoende tijd voor het lezen. Laat hen bij B2 eventueel een woordenboek gebruiken. C1 Vraag of de cursisten nog andere typisch Nederlandse en Vlaamse producten, merken en bedrijven kennen, zoals AGFA, Mexx en Heineken.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
16
Mooie spullen 6
C4 Om de reclametekst te structureren, kunnen de cursisten het zogenaamde ‘aida-model’ gebruiken. Dit is een marketingmodel dat de vier essentiële bestanddelen van reclame beschrijft: attention, interest, desire en action: – attention: aandacht van de klant trekken – interest: de positieve kanten van het product aan de klant presenteren zodat hij geïnteresseerd raakt – desire: het verlangen van de klant prikkelen zodat hij niet alleen geïnteresseerd is, maar ook vindt dat hij het product nodig heeft – actie: de klant overtuigen om het product ook daadwerkelijk te kopen
Oefenboek
12 Laat de cursisten dingen noemen die met de gevormde bijvoeglijke naamwoorden kunnen worden beschreven. 16 Wijs de cursisten nog eens expliciet op de uitspraak van de uitgang -lijk. Deze uitgang wordt vaak verkeerd uitgesproken. 17 Laat de cursisten de e-mail naar een medecursist sturen. Vraag hen om elkaar feedback op de tekst te geven. 19 Wijs er nogmaals op dat de IJ één letter is.
4 Laat de cursisten de tekstjes inleveren. Markeer de fouten en laat de cursisten deze zelfstandig verbeteren. Help hen als ze er niet uitkomen.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
17
7
Alles geregeld Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
introductie
1
inleiding: woordenschat bankzaken
A1, A2
2 – 5
relevante informatie vinden in een brochure, woordenschat bankzaken
A3, A4
6, 7
betrekkelijke voornaamwoorden in combinatie met een voorzetsel; verdieping: woordenschat bankzaken een gedetailleerd formulier invullen; verdieping: woordenschat bankzaken
A5, A6 B1, B2
8
een zakelijke brief begrijpen; herhaling: betrekkelijke voornaamwoorden
B3
9
woordvolgorde in hoofdzinnen
C1 – C3
10 – 12
ontevredenheid uitdrukken, een klacht uiten; uitspraak: klemtoon, zinsmelodie
C4
13, 14
waar-, hier-, daar- en er- + voorzetsel
C5, C6
16
verdieping: ontevredenheid uitdrukken, een klacht uiten
15
herhaling: grammatica
17
herhaling: woordenschat
Tekstboek Laat de cursisten de grote foto bekijken en de leerdoelen in het kader lezen. Vraag wat de cursisten van deze les verwachten. Vraag ook of ze graag bankzaken doen.
Laat de cursisten als huiswerk de websites van verschillende Nederlandse banken bekijken en één product (bijvoorbeeld een betaalrekening of een creditcard) op de websites vergelijken. Welke betaalrekening of creditcard zouden ze aanvragen? En waarom? Wat hebben ze allemaal nodig bij de aanvraag?
A1 Laat de cursisten na het maken van de opdracht de tekst nog een keer lezen. Laat elke cursist een woord kiezen waarvan hij/zij de betekenis alleen uit de context heeft kunnen afleiden. Laat de cursisten de betekenis van deze woorden aan hun medecursisten uitleggen.
A6 Laat de cursisten eerst naar de rollenkaarten kijken en aantekeningen maken. Dit maakt het rollenspel makkelijker omdat ze minder lang hoeven na te denken. Loop rond en help hen bij de voorbereiding. Vraag een aantal tweetallen om hun dialoog voor de groep op te voeren. Geef na afloop feedback.
A3 Wijs er nog eens op dat met in combinatie met een voorzetsel verandert in mee en tot in toe.
B1 Van deze opdracht kunt u ook een mediatieopdracht (bemiddelingsopdracht) maken. Laat de cursisten in tweetallen samenwerken. Eén cursist leest de brief en vertelt de andere cursist dan in het Duits wat erin staat. De andere cursist doet alsof hij geen Nederlands spreekt en stelt in het Duits vragen over de brief.
Introductie
A5 Deze opdracht is vrij makkelijk. Laat de cursisten het formulier desalniettemin zorgvuldig invullen. Dit is belangrijk voor A6. Voor deze opdracht hebben de cursisten zowel de woordenschat van het formulier nodig als hun ingevulde gegevens.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
18
Alles geregeld 7
B3 Veel cursisten maken fouten met de woordvolgorde hoewel in het Nederlands (bijna) dezelfde regels gelden als in het Duits. Wijs de cursisten daar nog eens duidelijk op. C2 Vraag de cursisten waaraan ze, behalve de woordkeuze, hebben gemerkt dat de man boos is. Wijs op het belang van de zinsmelodie. C3 Laat de cursisten de antwoorden in de linkerkolom op een vriendelijke manier voorlezen en die in de rechterkolom op een boze manier. C5 Van deze opdracht kunt u ook een spreekopdracht maken. Laat de cursisten aan elkaar vertellen wat er op het postkantoor gebeurd is.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Oefenboek 5 Vraag de cursisten ook naar hun eigen ervaringen met SEPA. 12 Laat de cursisten proberen de zinsmelodie van de sprekers te imiteren. 16 Wijs de cursisten erop dat het belangrijk is goed over de inhoud van de brief na te denken en de tabel in te vullen voordat ze met schrijven beginnen. 17 Laat de cursisten als huiswerk een soortgelijke woordzoeker voor elkaar maken met tien andere woorden uit de les. Wijs er nogmaals op dat de IJ één letter is.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
19
8
Welkom – Bienvenue – Willkommen Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
introductie
1
inleiding: woordenschat landen en talen
A1, A2
2 – 4
woordenschat Europa en de Europese Unie
A3, A4
5
leenwoorden
A5
6 – 8
woordenschat talen; verdieping: woordenschat Europa en de Europese Unie
B1 – B4
9
woordenschat meertaligheid, details begrijpen in een radioprogramma
B5
10 – 12
tweeledige voegwoorden
B6, B7
deelnemen aan een discussie, argumenten begrijpen en weergeven
C1, C2
verdieping: woordenschat Europa en de Europese Unie
C3 – C6
voordelen en nadelen tegen elkaar afwegen; verdieping: deelnemen aan een discussie, argumenten begrijpen en weergeven, woordenschat Europa en de Europese Unie 13
uitspraak: c
14, 15
herhaling: woordenschat
Tekstboek Introductie Het Europese volkslied heeft geen tekst. De Oostenrijker Peter Roland heeft in 2004 een Latijnse tekst geschreven (zie ook A1). Deze tekst is vertaald in 23 officiële talen van de Europese Unie. Hier staan delen uit zes van de vertalingen. Misschien kunt u samen met uw cursisten proberen om de tekst naar het Nederlands te vertalen. De gehele Nederlandse tekst staat op de website www.hymnus-europae.at. A2 A3 Deze opdracht heeft vooral de bedoeling cursisten zich bewust te laten worden van het feit dat veel woorden in verschillende talen (bijna) hetzelfde zijn. Deze woorden noemt men ‘internationalismen’. Leg uit dat internationalismen het tekstbegrip vergemakkelijken. A4 Wijs de cursisten erop dat voor Duitse woorden in het Nederlands de Nederlandse spellingsregels gelden en dat zelfstandige naamwoorden daarom met een kleine beginletter worden geschreven.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
A5 Vertel dat het Fries een minderheidstaal in Nederland is die naast het Nederlands in de provincie Friesland een officiële taal is, net als het Sorbisch in Saksen. Leg uit wat dit voor het dagelijkse leven in Friesland betekent (zie ook oefening 7 op p. 132). B2 Wijs de cursisten op de verschillende kleuren op de kaart en vraag waarom de Voerstreek een blauwe kleur heeft. Dit helpt hen bij het beantwoorden van vraag 1. B6 Misschien hebben de cursisten in de groep verschillende moedertalen. Betrek dit ook bij de bespreking van de antwoorden. B7 Laat de cursisten eerst minstens vier Redemittel kiezen, de zinnen opschrijven en deze inhoudelijk aanvullen. Laat hen voor het voeren van de discussie de rollen onder elkaar verdelen. Een cursist is de gespreksleider, de helft van de overige cursisten argumenteert vóór de stelling en de andere helft tegen. Laat de cursisten hun rol voorbereiden met behulp van de Redemittel en een woordenboek.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
20
Welkom – Bienvenue – Willkommen 8
C1 Moedig de cursisten aan om over de achtergrond van de personen op de foto’s na te denken. Waar zijn ze geboren, wat is hun beroep, wat doen ze in hun vrije tijd? C2 Laat de cursisten voor het maken van de opdracht de getallen voorlezen om ze te herhalen. C6 Laat de cursisten voor het voeren van de discussie weer de rollen verdelen. Vervolgens bereiden ze deze weer voor met behulp van de Redemittel uit B7 en een woordenboek.
Oefenboek 1 Dit zijn de lidstaten van de Europese Unie ten tijde van de verschijning van Welkom terug! Controleer of de lijst nog klopt en laat de cursisten indien nodig wijzigingen aanbrengen.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
5 Met behulp van deze oefening kan ook de Nederlandse uitspraak van l, sp en de klinkers worden herhaald. 9 Wijs de cursisten erop dat het belangrijk is om eerst goed over de inhoud van de e-mail na te denken en de tabel in te vullen voordat ze met schrijven beginnen. 13 Vooral in woorden als financieel en officieel hebben cursisten vaak problemen met de uitspraak van de letter c. Laat hen deze woorden daarom uitgebreid oefenen. 15 Wijs er nogmaals op dat de IJ één letter is. Laat de cursisten ook een keer zelf een kruiswoordpuzzel voor hun medecursisten maken. Op die manier herhalen ze de woordenschat en oefenen ze de omschrijving van woorden.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
21
Tussenstop 2 Overzicht opdrachten tekstboek
oefeningen oefenboek
inhoud
1 – 4
1 – 3
woordenschat criminaliteit; herhaling/verdieping: woordenschat onderwijssysteem, relevante informatie vinden in teksten
5 – 7
4, 5
woordenschat alarm, politie; herhaling/verdieping: voorzetsels, relevante informatie vinden in teksten
8
6
verdieping: woordenschat politie; herhaling/verdieping: zaken uitleggen en toelichten
9
herhaling/verdieping: deelnemen aan een discussie, argumenten begrijpen en weergeven, voordelen en nadelen tegen elkaar afwegen
10
7, 8
11 – 13
herhaling: woordenschat, Redemittel leerreflectie en zelftest
toets
de werkwoorden maken en doen, onbepaalde telwoorden, grammaticale begrippen, waar-, hier-, daar- en er- + voorzetsel
Tekstboek 2 Laat de cursisten eerst de opdracht individueel maken en daarna in tweetallen hun woorden vergelijken. Laat hen hierna in groepjes van vier de woorden nog eens vergelijken. 3 4 Neem ook eens korte krantenartikelen over criminaliteit mee naar de les en laat de cursisten deze lezen. Artikelen over kleinere misdaden zijn vaak te vinden in gratis stadsbladen. 5 Vraag of er cursisten zijn die zelf ooit getuige van een misdaad waren. Laat hen vertellen wat er gebeurd is en wat ze hebben gedaan. 8 Laat de cursisten eerst naar de rollenkaarten kijken en aantekeningen maken. Dit maakt het rollenspel makkelijker omdat ze minder lang hoeven na te denken. Loop rond en help hen bij de voorbereiding. Vraag een aantal tweetallen om hun dialoog voor de groep op te voeren. Geef na afloop feedback.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
9 Laat de cursisten voor het voeren van de discussie weer de rollen verdelen. Vervolgens bereiden ze deze weer voor. U kunt de cursisten ook eens een standpunt laten innemen dat niet met hun eigen mening overeenkomt. 11 Geef de cursisten genoeg tijd om over de vragen na te denken. Evalueer daarna samen de cursus met behulp van de vragen. U kunt ook iedere cursist anoniem een hoogtepunt uit de lessen en een tip of suggestie voor uw volgende cursussen laten opschrijven. Gebruik de suggesties om uw manier van lesgeven te evalueren, bij te sturen en verder te ontwikkelen. 12 U kunt de cursisten ook voor elkaar wenskaarten in het Nederlands laten schrijven. Zo hebben ze later nog een leuke herinnering aan de cursus en aan hun medecursisten. 13 Laat de cursisten per kanbeschrijving twee of drie zinnen opschrijven waarmee ze kunnen aantonen dat ze deze inhoud beheersen.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
22
Tussenstop 2
Oefenboek 2 Wijs de cursisten erop dat ze meer woorden tegelijk kunnen leren als ze op zoek gaan naar woorden uit dezelfde woordfamilie. Op de proef gesteld Vraag de cursisten na het invullen van de toets welke leerstof ze graag willen herhalen. Op deze manier kunnen de cursisten zelf meebeslissen over hun leerproces.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2012 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten. Von dieser Druckvorlage ist die Vervielfältigung für den eigenen Unterrichtsgebrauch gestattet. Die Kopiergebühren sind abgegolten.
Autoren: Doris Abitzsch Stefan Sudhoff
Welkom terug! Docentenhandleiding A08097-52890101
23