TSAS6AW cover:Opmaak 1
14-05-2008
12:02
Pagina 1
ISBN 978-90-301-2230-2
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 2
Hallo, Welkom in je nieuwe spellingboek. Om snel je weg te vinden, geven we je enkele tips. Een les is altijd op dezelfde manier opgebouwd.
Weet je het nog? In dit deeltje herhalen we kort wat we vorige les hebben ontdekt.
Op onderzoek! Spelling is als een ontdekkingsreis. We bekijken enkele woorden en we onderzoeken hoe we juist leren spellen.
Even oefenen! We hebben gevonden wat we zochten. Nu moeten we nog flink oefenen. Zo vergeten we het nooit meer.
Lukt het al? Even kijken of het al lukt? Als we hier geen fouten maken, dan hebben we het onder de knie. Staat er toch een foutje, dan kijken we even hoe dit mogelijk was en verbeteren we snel.
Hoe deed ik het? Je mag zelf aangeven hoe je het deed. Je juf of je meester doet dit ook. Hebben jullie dezelfde mening? Of niet? Tijd om erover te praten en om te kijken hoe we het nog beter kunnen doen.
Ontwerp: Henri van Santen, Marleen Klein Brinke, Studio Imago, Amersfoort Opmaak: Staal Prepress, Veendam Illustraties: Vera Smeulders NUR 191 © Wolters Kluwer Belgium NV, Wolters Plantyn Mechelen, België Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN 978-90-301-2230-2
D2008/0032/232
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 3
Inhoud Les 1 Les 2
Hoorwoorden, regelwoorden, weetwoorden Herhaling weetwoorden
Les 3 Les 4 Les 5
Weetwoorden met de letter i Woorden met cc en q: succes, accordeon, aquarium Persoonsvormen in de tegenwoordige tijd
10 13 16
Les 6
Ik hoor s maar ik schrijf c (citroen) Ik hoor k maar ik schrijf c (dictee) Woorden met de letter y De persoonsvorm schrijven in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd
21
Les 7 Les 8
4 8
25 29
Les 9 Weetwoorden met au (chauffeur) en met eau (bureau) Les 10 Zelfstandige naamwoorden en hun meervoud Les 11 Woorden met de letter x
34 38 42
Les 12 Speel het spel! Les 13 Speel het spel!
45 46
Les 14 Woorden met de letters ch, g of j Les 15 Weetwoorden met ‘é’, ‘er’ en ‘ai’ Les 16 Weetwoorden: ik hoor s maar ik schrijf t Weetwoorden met -sie, -zie of -cie achteraan
48 52 55
Les 17 Verdubbelen en verenkelen Les 18 Woorden met -ueel (-uele) en met -ieel (-iële) Tweeklanken in vreemde woorden Woorden met een trema (deelteken) Les 19 Het werkwoord is geen persoonsvorm.
59 63
Les 20 Speel het spel! Les 21 Speel het spel!
72 73
Les 22 Woorden met de letters ou en ai Les 23 Hoofdletters en aanhalingstekens Les 24 Weetwoorden met de letter i
74 77 81
Les 25 Werkwoorden correct schrijven. Les 26 Leenwoorden uit het Frans Les 27 Leenwoorden uit het Engels
85 89 93
67
3
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 4
Les 1 Hoorwoorden, regelwoorden, weetwoorden
Weet je het nog?
SCHRIJFSTAPPEN VOOR KLANKZUIVERE WOORDEN
SCHRIJFSTAPPEN VOOR DE VERLENGINGSREGEL
1 Luister aandachtig.
1 Luister aandachtig.
2 Zeg het woord in stukjes.
2 Zeg het woord. Hoor je als staart een ‘t’ of een ‘p’? 3 Maak het woord langer.
3 Schrijf het woord op. 4 Schrijf dan wat je hoort. 4 Kijk goed wat je schreef.
5 Kijk goed wat je schreef.
__________________________________________
__________________________________________
__________________________________________
__________________________________________
SCHRIJFSTAPPEN VOOR VERDUBBELEN EN VERENKELEN Ik hoor...
Ik hoor...
een korte klinker a-e-i-o-u (gedekte klinker)
één medeklinker
een andere klinker een lange klinker ie - oe - eu (vrije klinker) aa - ee - oo - uu ui - ei - ij - ou - au - aai - ooi (vrije klinker) oei - eeuw - ieuw (tweeklanken)
twee verschillende medeklinkers
twee verschillende medeklinkers
één medeklinker
Ik schrijf...
4
de medeklinker dubbel bossen
wat ik hoor of wat ik weet
de klinker enkel bomen
A
B
C
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 5
SCHRIJFSTAPPEN VOOR ONTHOUDWOORDEN
1 Ik kijk goed en onthoud de moeilijke letter(s).
2 Ik bedek het woord en prent het als een foto in mijn geheugen.
3 Ik schrijf het woord op, controleer en... verbeter.
__________________________________________ __________________________________________
Even oefenen 1 Gebruik de passende schrijfstappen en volg de juiste denkweg. Schrijf dan de woorden op hun plaats. Kies uit: straatsteen – mislukken – eenzame – herfstkleur – rookverbod – vrachtauto’s – avonturen – universiteit – hoofdstad – volwassenen – geboren – apotheek – webstek – leesbril – voorzitter
__________________________________________
hoorweg
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
__________________________________________
weetweg
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
5
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 6
__________________________________________ __________________________________________ verlengweg
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ verdubbelingsweg
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ verenkelingsweg
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
Schrijf bij elke weg nog twee woorden. Werk alleen of met twee. Doe het uit je hoofd of ga op zoek in een boek. 2 Vul de juiste letter (of letters) in. Gebruik de juiste denkweg! Schrijf daarna heel het woord op. In het rest…rant mag je nergens r…ken. In het ________________________ mag je nergens ________________________. Op het stran… kun je voetsta…en zien. Op het ________________________ kun je ________________________ zien. In de woest…n kun je zonder w…ter niet lang …verl…ven. In de ________________________ kun je zonder ________________________ niet lang ________________________. Ik ben benieuw… of we leuke le…en krijgen in de zesde klas. Ik ben ________________________ of we leuke ________________________ krijgen in de zesde klas. Belg… is ons vaderlan…! ________________________ is ons ________________________!
6
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 7
3 Zoek nu zelf woorden. Je mag met twee werken. hoorweg
Het is een hoorwoord.
________________________
verlengweg
Het een regelwoord (verlengingsregel).
________________________
verdubbelingsweg
Het een regelwoord (verdubbelingsregel).
verenkelingsweg
________________________
Het een regelwoord (verenkelingsregel).
________________________
weetweg
Het is een weetwoord.
________________________
Lukt het al? Bedek oefening 1 en 2. Je krijgt een dictee.
Foutje gemaakt? Dan mag je hier verbeteren.
Hoe deed ik het? Kleur het passende gezichtje. Wat ik ervan denk.
Wat de juf/meester ervan denkt.
7
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 8
Les 2 Herhaling weetwoorden
Weet je het nog? Ken je de denkweg nog voor het schrijven van weetwoorden? Maak het stappenplan volledig. Vul in! Kies uit: foto – moeilijke – controleer – bedek
1 Kijk goed en onthoud de letters 2
het woord en prent het als een
in je geheugen.
3 Schrijf het woord op, en… verbeter.
Even oefenen! Werk met twee. Toon een prent en dicteer het woord. Je vriend schrijft het woord op. Controleer en verbeter. Nadien wissel je om. Oefen zoveel mogelijk woorden. Je krijgt een kwartier de tijd.
8
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 9
Foutje gemaakt? Dan mag je hier verbeteren.
Lukt het al? Luister goed en schrijf het woord in de zin. De ________________________ vliegt met zijn ________________________ boven de ________________________ . Hij heeft een ________________________ van ________________________ bij de ________________________ . De ________________________ met belangrijke ________________________ zal hij aan de ________________________ bezorgen.
Foutje gemaakt? Dan mag je hier verbeteren.
Hoe deed ik het? Kleur het passende gezichtje. Wat ik ervan denk.
Wat de juf/meester ervan denkt.
9
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 10
Les 3 Weetwoorden met de letter i
Weet je het nog? Belgisch piano genieten
versieren kilometer
Let op als je de vrije klinker ie hoort! Meestal schrijf je ie. Maar er zijn veel weetwoorden waar je die ie als i moet schrijven! Schrijf het passende woord bij de tekening. Gebruik je afdekkaart. Kies uit: radio – elektriciteit – dialoog – detective – piloot – station
Op onderzoek! 1 Dit lees je in het woordenboek*. Kleur alle woorden waar je de vrije klinker ‘ie’ hoort maar de letter ‘i’ schrijft. serieus bn, bw; -euze ernstig officieel bn, bw; -ciële echt, wettig: officiële documenten financieel [fienansjeel] bn, bw; -ciële wat het geld betreft: financiële bezwaren junior de; junioren of juniores; de jongere: junioren (juniores) in de sport: jongere spelers, bijv. van 12-18jaar (tegenst senior) 1 industrieel bn, bw; -striële de industrie betreffend: industriële vooruitgang 2 industrieel de; -striëlen iemand die fabriceert, fabrikant regisseur, regisseuse de; -s spelleid(st)er opinie de; -s mening kritisch bn, bw oordelend, beoordelend, onderzoekend: iets ~bekijken het goede en het kwade ervan nagaan * Van Dale pocketwoordenboek Nederlands voor de basisschool
10
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 11
2 Orden de vetgedrukte woorden uit het woordenboek alfabetisch
Even oefenen! 1 Schrijf het passende woord bij de tekening. Gebruik je afdekkaart. Kies uit: militair – affiche – politieagent – uniformen – kampioen – machinist – miljoen – aspirientje
Zoek een woord in de rebus.
serie
+ioen
-b
l=k
opi
-k
11
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
2 왘 왘 왘 왘
14-05-2008
12:52
Pagina 12
Lees het woord. Kijk goed naar het woord. Kleur wat je moeilijk vindt. Bedek het woord. Schrijf het nu op. Kijk na of je het juist hebt. kwaliteit
individueel
r nieu inge
praktis ch tropisc h
realiteit
sch mati o t u a
special e
individuele
officier
Lukt het al? Je krijgt een dictee. Schrijf het woord in de zin. De ________________________ van het programma was in alle staten. ________________________ bekeek hij de soldaten die meespeelden. “Even ________________________!” brieste hij. “Dit lijkt toch nergens op!” “Die _____________________ _____________________ zijn helemaal niet zoals het hoort” Er is ook wat mis met de ________________________ waaruit ze vervaardigd zijn! Dit zal nog een ________________________ staartje krijgen!” Foutje gemaakt? Zet de stappen voor het schrijven van weetwoorden opnieuw en verbeter.
Hoe deed ik het? Kleur het passende gezichtje. Wat ik ervan denk.
12
Wat de juf/meester ervan denkt.
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 13
Les 4 Woorden met cc en q: succes, accordeon, aquarium
Weet je het nog? Schrijf het passende woord bij de tekening.
Foutje gemaakt? Verbeter.
Op onderzoek! Lees de tekst. Kleur alle woorden met de letters cc en q. Naar Londen! Laatst won mama een reisje naar Londen. Ze had deelgenomen aan een quiz. Niet alleen had ze alle vragen correct ingevuld, bovendien had ze ook de schiftingsvraag accuraat beantwoord. Vanzelfsprekend waren we blij met haar succes. Vooral ook omdat we zelf meemochten. Jammer genoeg moest onze hond Kobe thuisblijven. De dierenarts kon hem niet tijdig vaccineren. We hadden ook geen zin om het beestje in quarantaine te laten plaatsen. Quasi verdrietig daarover, vertrokken we. Toen we in Engeland van de boot wilden rijden, was de accu van papa’s auto leeg. Gelukkig sleepte een behulpzame accordeonist ons tot aan de garage. Pierre kwam uit Frankrijk. Hij sprak Engels met een grappig Frans accent. We verstonden hem bijna niet. Papa bood hem geld aan, maar hij wou alleen een bedankje accepteren. Hoewel ons reisje bijna in het water viel, genoten we toch van een heerlijk weekendje Londen. Woorden met cc en q zijn weetwoorden.
13
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 14
Even oefenen! 1 Schrijf de woorden die je kleurde in de passende kolom. Gebruik je afdekkaart.
Ik hoor k.
Ik hoor ks.
Ik hoor k.
Ik hoor kw.
Ik schrijf cc.
Ik schrijf cc.
Ik schrijf q.
Ik schrijf q.
2 Schrijf het woord bij de passende tekening. Kies uit: accent – aquarium – vaccin – accident – accordeon – quotiënt – accu – broccoli
élève 3 Woordsommen. Schrijf de samenstelling op. Gebruik je afdekkaart. succes + vol =
______________________
accordeon + muziek = ______________________
accu + klem =
______________________
bus + accident =
______________________
accent + teken = ______________________
quiz + leider =
______________________
griep + vaccin =
broccoli + soep =
______________________
14
______________________
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 15
Schrijf het woord opnieuw. Noteer de verklaring uit het woordenboek. enquête – accijns – quasi
Lukt het al? Orden de woorden alfabetisch. succes quotiënt accent vaccineren aquarium griepvaccin broccoli Foutje gemaakt? Zet de stappen voor het schrijven van weetwoorden opnieuw en verbeter.
Hoe deed ik het? Kleur het passende gezichtje. Wat ik ervan denk.
Wat de juf/meester ervan denkt.
15
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 16
Les 5 Persoonsvormen in de tegenwoordige tijd
Weet je het nog? De clown was ________________________ in het ________________________ spelen. Hij zong er ________________________ liedjes bij. Met zijn ________________________ ________________________ oogstte hij veel ________________________ . Foutje gemaakt? Verbeter hier.
Op onderzoek! 1 Lees de tekst. Stel de ja-nee-vraag. Onderstreep de persoonsvorm. Eva-Lotta loopt nog wat langzamer. Ze heeft niet zoveel haast. Ze gaat even het oude huis binnen. Misschien wordt het huis binnenkort opnieuw slagveld. Ze kijkt naar buiten door een raam aan de achterkant. Eva-Lotta ziet de griezelige en verlaten prairie. Naar De bende van de Witte Roos Astrid Lindgren Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
2 Het onderwerp is groen gedrukt. Schrijf van de zinnen hierboven onderwerp en persoonsvorm in de tweede kolom. Vul de eerste kolom verder aan. Kleur de stam (de ik-vorm) van elke persoonsvorm in de tweede kolom. Ik doe het
Iemand (of iets) doet het
Ik __________________________________
____________________________________
Ik __________________________________
____________________________________
Ik __________________________________
____________________________________
Ik __________________________________
____________________________________
Ik __________________________________
____________________________________
Ik __________________________________
____________________________________
De ik-vorm noemen we de stam van het werkwoord. Meestal schrijf je wat je hoort. Als je ‘t’ hoort op het einde denk je aan de noemvorm. Dan hoor je de laatste letter van de stam.
16
Als iemand of iets het doet, schrijf je meestal de stam van het werkwoord + t.
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:52
Pagina 17
3 Lees de tekst. De persoonsvormen zijn rood gedrukt. Schrijf de persoonsvorm en de stam in de passende kolom. Wat merk je? Verveel jij je soms? Hou je van een experimentje? Vind je proefjes leuk? – – – – – –
Vul een fles voor meer dan de helft met gekleurd water. Breng een rietje gedeeltelijk in de fles. Zet het stevig vast met boetseerklei. Zorg ervoor dat de opening volledig dicht is. Zet de fles in een kom warm water. Kijk wat er gebeurt.
Doe je (jij) het?
Stam of ik-vorm
Bevelzin
Stam of ik-vorm
jij? je? je?
Als het onderwerp je of jij na de persoonsvorm staat, schrijf je alleen de stam.
Als er een bevel gegeven wordt, schrijf je alleen de stam.
17
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:53
Pagina 18
4 Het werkwoordschema voor het schrijven van persoonsvormen in de tegenwoordige tijd Is het een persoonsvorm? nee
ja ik hoor ‘t’ op het einde nee
Schrijfstappen Als ik twijfel aan zo’n woord, doe ik zoals het hoort: ik verleng, verenkel of verdubbel, of schrijf gewoon wat ik hoor of wat ik weet!
ja ik ... ... je, jij? bevel
stam
iemand/ iets
stam + t
Een goeie tip! Als je twijfelt aan de schrijfwijze van de persoonsvorm, vervang die dan door het werkwoord WERKEN. Je twijfelt bij het werkwoord ANTWOORDEN? Doe het zo: Ik werk (= stam) dus ik antwoord Ohna werkt (= stam +t) dus Ohna antwoordt
Even oefenen! 1 Stel de ja-nee-vraag. Onderstreep de persoonsvorm. Het onderwerp is schuin gedrukt. Schrijf elk groen woord op de passende plaats onder het werkwoordschema hiervoor. Van een buisje en een aardappel een windbuks maken
Je hebt nodig: 1 buisje van glas of metaal van 10 à 15 cm lang, een stokje of potlood, een schijf aardappel.
18
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:53
Pagina 19
Wat? Vind je de titel overdreven? Let dan goed op. Je duwt het buisje door een schijf rauwe aardappel. In één uiteinde blijft dan een schijfje aardappel zitten. Dat sluit de opening goed af. Doe hetzelfde met het andere uiteinde van het buisje. Duw dan met een stokje, bijvoorbeeld een potlood, het eerste schijfje aardappel langzaam iets naar binnen. Je richt het andere uiteinde van het buisje op het doel dat je wil beschieten. Beschieten ja, want je hebt een aardappelpistool in je handen. Het is eigenlijk een windbuks. Duw snel en krachtig met het stokje het andere schijfje aardappel naar binnen en… plop… Het stukje aardappel schiet als een kogel uit een windbuks naar het doel. 101 verbazingwekkende natuurkundeproeven Leonard de Vries Uitgeverij Bruna & Zoon
2 Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Kleur het bolletje voor de zin • geel, als je het werkwoordschema gebruikte • blauw, als je dacht aan het werkwoord ‘werken’ • niet, als je geen hulpmiddel nodig had. verschillen 쎻 Onze wereld _____________________ sterk met die van onze voorvaderen. hebben
쎻 Daar _____________________ ontdekkingen en uitvindingen voor gezorgd.
ontstaan
쎻 Een uitvinding _____________________ door dingen op een nieuwe manier samen te voegen.
gebeuren
쎻 Dat _____________________ niet zomaar.
gaan
쎻 Normaal _____________________ daar een lange voorbereiding aan vooraf.
duren
쎻 En zelfs dan _____________________ het een tijd voor ze in praktijk wordt gebracht.
vinden
쎻 In de bib _____________________ je boeken die de verschillende uitvindingen beschrijven.
vinden
쎻 Mijn broer _____________________ het tof om daarin te grasduinen.
lezen
쎻 Zelf _____________________ ik ook wel hier en daar een stukje.
weten
쎻 Zo _____________________ ik nu dat computers al rond 1930 gebruikt werden.
dateren
쎻 De GPS _____________________ van 1978.
leven
쎻 En de eerste reageerbuisbaby _____________________ sinds 1978 in Engeland.
ontdekken 쎻 Een jaartje later _____________________ de Japanner Morita de walkman. opvallen
쎻 Het _____________________ dat de meeste ontdekkingen de laatste vijftig jaar gebeurden.
19
TSAS6AW inner:5149_H03 Taalsignaal WB 2
14-05-2008
12:53
Pagina 20
3 Vul eerst de tabel aan. Schrijf dan een korte zin in de derde kolom. noemvorm
stam
zin
veranderen verraad verbranden reizen experimenteer begeleiden fotografeer aanvaarden worden
Lukt het al? Vul de kolommen verder aan. Gebruik het werkwoordschema of denk aan het werkwoord ‘werken’! noemvorm
stam
jij / hij ...
wij / jullie ...
organiseren kruiden verbinden controleren wreken melden Foutje gemaakt? Dan mag je hier verbeteren.
Hoe deed ik het? Kleur het passende gezichtje. Wat ik ervan denk.
20
Wat de juf/meester ervan denkt.