Welkom in Babel, de stad waar niemand iemand verstaat maar iedereen wel graag iedereen begrijpt. Welkom in Babel, de stad waar niemand iemand verstaat maar iedereen wel graag iedereen begrijpt. Voor deze stadsopera slaan drie huizen de handen in elkaar. Voor het eerst werken I Solisti del Vento, HETPALEIS en Opera Vlaanderen samen aan een productie. De vier artistieke spilfiguren voor deze creatie zijn auteur Frank Adam, componist/trompettist Sam Vloemans, regisseur Benoît De Leersnyder en scenografe en kostuumontwerpster Emilie Lauwers. Ze scheppen een stad waar honderden talen door elkaar gesproken worden en waarin toch samengeleefd wordt, een plaats die telkens opnieuw wordt uitgevonden. Babel is een ruimte vol vriendschap en liefde waar mensen elkaar ontmoeten. Maar het is onvermijdelijk ook een haard van conflicten, ruzies, discussies en jaloezie. Babel is een ontroerende familievoorstelling met het kinderkoor van Opera Vlaanderen, acht live muzikanten en drie operazangers. Er wordt gezongen in een taal die niet bestaat. Vol volle woorden en lege zinnen, vol lege woorden en volle verhalen. Vol muziek en humor. In de Grote zaal van HETPALEIS van 18.12.16 t/m 6.01.16. In Opera Gent van 27 t/m 31.01.16 en op reis in Hasselt, Leuven, Brugge, Turnhout, Tongeren, Kortrijk.
MEDEWERKERS Compositie:
Sam Vloemans
Libretto:
Frank Adam
Regie:
Benoît De Leersnyder
Scenografie, kostuumontwerp en installaties film:
Emilie Lauwers
Muzikale leiding:
Francis Pollet, Sam Vloemans
Zang:
Jean Bermes (bas), Denzil Delaere (tenor), Annelies Van Hijfte / Helene Bracke (sopraan)
Muzikale uitvoering:
Kasper Baele (hobo) Jan Buysschaert (contrabas) / Tom Devaere (contrabas) Anthony Devriendt (hoorn) / Ivo Hadermann (hoorn) / Bert Vanderhoeft (hoorn) Carlo Mertens (trombone) Francis Pollet (fagot) Tomonori Takeda (klarinet Sam Vloemans (trompet) Carlo Willems (percussie)
Kinderkoor van Opera Vlaanderen:
Merel De Coorde, Andreas De Weert, Noa Calluy, Klaas Moortgat, Maia Moortgat, Paloma Prado Hernandez, Titus Schrooyen, Berend Soenen, Niels Soenen, Emily Van Grembergen, Sarah Van Limbergen, Ksenija Van de Velde afwisselend met: Elewout Acke, Florian Acke, Marjolein Acke, Daan Dumez, Gloria Huyghe, Anna Tambuyser, Dayo Sette, Artjom Van de Velde, Amber Vanuytven, Britt Vanuytven, Rob Wouters, Rozelien Wouters
Regieassistentie:
Evelien Van Camp
Cameramontage:
Mario Melo Costa
Hoofdrepetitor:
Joshi Hermans
Repetitor:
Robert Van Heeck
Inspiciënt kinderkoor:
Marijke Boudeweel
Koorleider:
Hendrik Derolez, Tom Johnson
Assistentie uitvoering filmdecor:
Sarah Eechaut, Marijke Loozen
Dramaturgie:
Luc Joosten, Jelte Van Roy
Projectleiding:
Erik Moonen
Toneelmeester:
Koen Corbet
Lichtontwerpen uitvoering:
Barbara De Wit
uitvoering decor:
Danny Havermans,
polyvalente techniek:
Koen De Wilde
kostuumuitvoering, kapsel, grime:
Hilde Mertens, Veerle Segers
educatieve omkadering HETPALEIS:
Paula Stulemeijer
Educatieve omkadering Opera Vlaanderen:
Benjamin Verhoeven
SPEELLIJST December 2015 Vr 18 Za 19 Zo 20 Di 22 Wo 23 Zo 27 Di 29 Wo 30
20:00 15:00 15:00 15:00 15:00 15:00 15:00 15:00
Première Voorstelling Voorstelling Voorstelling Voorstelling Voorstelling Voorstelling Voorstelling
Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal
+32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60
Voorstelling Schoolvoorstelling Voorstelling Schoolvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling Reisvoorstelling
Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal Grote Zaal CC Hasselt 30CC Leuven Concertgebouw Brugge cc De Warande - Turnhout cc De Warande - Turnhout cc De Warande - Turnhout cc De Velinx - Tongeren Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent
+32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)11 22 99 33 +32 (0)16 30 09 00 +32 (0)50 47 69 99 +32 (0)14 41 69 91 +32 (0)14 41 69 91 +32 (0)14 41 69 91 +32 (0)12 80 00 40 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02 +32 (0)70 22 02 02
cc Kortrijk Schouwburg
+32 (0)56 23 98 55
Januari 2016 Zo 03 Di 05 Wo 06 Do 07 Za 09 Zo 10 Zo 17 Di 19 Wo 20 Wo 20 Zo 24 Di 26 Wo 27 Wo 27 Vr 29 Vr 29 Za 30 Zo 31
15:00 13:30 15:00 13:30 19:00 16:00 15:00 10:00 10:30 15:00 17:00 10:00 08:30 15:00 10:00 14:00 15:00 15:00
Februari 2016 Za 06
18:00 Reisvoorstelling
Spraakverwarring in stereo : Sam Vloemans & Frank Adam over Babel Sinds de babylonische spraakverwarring is de mens zogezegd gedoemd om elkaar in de haren te vliegen. Niets is minder waar, aangezien de handen nooit steviger in elkaar werden geslagen dan voor Babel, een nieuwe operaworp waarvan zelfs de jongsten onder ons kunnen genieten dankzij een samenwerking tussen I Solisti del Vento, HETPALEIS en Opera Vlaanderen. Sam Vloemans werd gevraagd als componist, Frank Adam als librettist. Samen construeerden zij de toren. Wat drijft jullie om een opera te maken en ook nog jonge kinderen aan boord te trekken? Frank Adam: Ik ben opgegroeid in een muzikale familie. Mijn vader dirigeerde een Brugs vijftigkoppig mandolineorkest en dus kreeg ik net als mijn drie broers op jonge leeftijd zo’n mandoline in handen gestopt! Zo maakte ik kennis met een breed scala aan stijlen en componisten – van Bach, Mozart, Händel, Schubert, Dvořák, Wagner over Verdi, Lehár tot de onvolprezen Manos Hadjidakis. Sam Vloemans: Mijn vader heeft nog burgerdienst gedaan als dokter op de Nederlandse Antillen waar ik geboren ben. Die eerste jaren groeide ik vooral op met ‘black music’: latin, funk, soul en jazz. Toen we terugkwamen herinner ik me dat bij mijn grootouders altijd klassieke muziek speelde. Mijn klankbad was daardoor ook heel divers, besef ik nu. Als kind vind je dat allemaal vanzelfsprekend en normaal. Adam: Kinderen hebben geen last van voorkennis en beleven een opera in het moment. Zingen is voor hen nog natuurlijk. Ik ben in een aantal Antwerpse ‘Babel’-scholen op bezoek gegaan en stelde vast hoe kinderen na amper zes maanden in België uitstekend Nederlands spraken en poëzie konden smaken. Vloemans: Ik geloof heel erg dat je puur artistiek niet moet inbinden voor kinderen. Je gaat niet minder moeilijk of complex schrijven of componeren. Je zorgt alleen voor aangepaste spanningsbogen of psychologische lijnen die ook voor jonge kinderen duidelijk zijn. Wij geloven heel sterk in het feit dat het een 6+ voorstelling is, maar we maken geen voorstelling voor zesjarigen. Wij maken een voorstelling voor iedereen vanaf zes jaar. Waarom willen jullie een lans breken voor het operagenre? Vloemans: Een kleine drie jaar geleden werd ik uitgenodigd door I Solisti del Vento omdat er goesting was om iets volledig nieuws te creëren. We wilden bewust geen bewerking doen, maar echt een origineel verhaal vertellen. Ik heb toen Frank Adam als librettist voorgesteld omdat hij een fantastisch schrijver is. Wat hij ook schrijft, het blijft immer poëtisch en met een gevoel voor humor. Een volwassene kan dat even schoon vinden. Adam: Als muziektheaterauteur had ik ook al wel ervaring: een opera buffa, theaterliederen, een requiem, en meerdere absurde fabels-voorstellingen. Ik ben sowieso erg met de muzikaliteit in de taal zelf bezig. Geïnspireerd door een masterclass van
componist Michael Finnisy tast ik in mijn muziektheaterteksten al twintig jaar de taalgrenzen af door gebruik van andere idiomen: Vlaamse dialecten, Duits, Frans, potjeslatijn, klassiek Latijn, Arabisch en Hebreeuws. Achteraf blijken die een perfect laboratorium voor het ‘Babels’, de taal van de voorstelling: een volstrekt ‘nieuw’ idioom gevormd door elementen uit alle mogelijke talen, gaande van bekende lingua franca’s tot minderheidstalen als Swazi, Tok Pisin of West-Vlaams. Geen toeval dat Sam Vloemans de muziek zou schrijven: als veelzijdig componist en multi-instrumentalist is hij eigenlijk een muzikaal superdivers Babel op zich. Vloemans: Operacompositie was voor mij daarentegen toch een sprong in het ongewisse. Het is de eerste keer dat ik zo intens met klassieke zangers werk en voor hen een partituur van een uur lang moest schrijven. Maar zodra ik de noten tot leven hoor komen, krijg ik weer energie en kan ik verder schrijven. Ik ben als componist een echte buikschrijver: ik moet het eerst zelf voelen en dan kan ik het vertalen naar de partituur. Wat het wel avontuurlijk maakte tussen het componeren door is dat ik ook nog totaal andere dingen had lopen. Zo stond ik afgelopen zomer als blazer op Werchter Classic te spelen voor 60 000 mensen, terwijl ik de dag ervoor nog opera zat te pennen. Ik zou het zelf ook niet anders willen, aangezien die diversiteit en de verschillende stappen die je zet een waardevol creatieproces maken. Frank, regisseur Benoît De Leersnyder, scenografe Emilie Lauwers en ik zijn het voorbije jaar regelmatig samengekomen om elkaar telkens nieuwe impulsen te geven. Dat was heerlijk. Met elkaars suggesties ging iedereen dan naar huis om bij te schaven. Adam: Na een rijpingsproces van een jaar waarin ik allerlei taaltheoriën heb gelezen, schreef ik uiteindelijk vier maanden aan het libretto. Er is in deze coproductie van drie huizen - I Solisti del Vento, HETPALEIS en Opera Vlaanderen - merkwaardig genoeg niemand die niet eerder samenwerkte met iemand anders van het artistieke team. Dat bevordert het creatieve proces ook. Het pingpongen van ideeën met deze mensen en ons Babel-ei in zo’n creatief nest te mogen leggen was voor Sam en mij een voorrecht. Wat is jullie kijk op het eeuwenoude verhaal van Babel? Adam: De Babelse spraakverwarring wordt in de voorstelling niet beschouwd als vloek of zegen maar als een neutraal gegeven. Het kan een uitnodiging zijn om de ander te ontmoeten of om hem juist op zijn gezicht te timmeren. De toren van Babel wordt niet gebouwd met stenen maar met taal. Twaalf steeds groter wordende golven Babeltaal en Babelmuziek groeien cyclisch naar een zelfvernietigende climax toe, waarna alles opnieuw kan beginnen. Linguïsten noemen taal letterlijk ‘magisch’: zonder fysieke ingreep kun je gedachten in iemands hoofd planten. Vloemans: Eigenlijk hebben wij het idee dat opera zelf ook een hoog Babelgehalte heeft. Zelfs in je eigen moedertaal versta je er woordelijk vaak weinig van. Opera is dus vooral een klank, en die kan je over de hele wereld spelen. Babel is erg universeel. Adam: De voorstelling is dus zonder boventiteling perfect verstaanbaar dankzij het acteren en het zingen met handen, voeten, poten en oren. Opera meets Wizzy & Woppy zeg maar.
Babel wordt voorgesteld als een smeltkroes, de stad van de toekomst, hoe zullen we die in de voorstelling zien en horen? Vloemans: Het libretto schetst het verhaal van die stad Babel, dus dat heb ik in de compositie ook met typische stadselementen proberen te ondersteunen. Zonder te vergeten natuurlijk dat het uitgevoerd wordt door een klassiek ensemble, klassieke zangers en een klassiek koor (het Kinderkoor van Opera Vlaanderen, nvdr.). Dat respecteer ik. Babel is een klassieke opera: doorgecomponeerd van A tot Z en volledig akoestisch. Heel ‘old school’, om het met een stadsterm te zeggen. Adam: Als librettist hoorde ik een steeds breder, dieper en complexer wordende muziekstroom met vage flarden, die afkomstig zouden kunnen zijn van Purcell, Mozart, R. Strauss, Wagner tot walviszang, Mongoolse keelzang, Qi Gong-melodieën, Jiddische liederen, Klezmer, Balkan, Chinese pipa, ska, scat, en zelfs dubstep of Rammstein. Ik geef stiekem toe dat het melting pot-gevoel van een stad als New York af en toe wel de kop opstak in mijn verbeelding tijdens het schrijven. Veel Europese steden zijn nu ook al een tijd majority-minority cities: de meerderheid van de bevolking behoort tot een minderheid. Het hedendaagse verhaal van superdiversiteit in een hedendaagse opera. Mogen we nog meer verwachten van het nieuwe componist-librettist-duo Vloemans-Adam? Vloemans: Ik voel mij als een vis in het water als het gaat over componeren en arrangeren. Dus als het op mijn pad komt, zal ik het zeker opnieuw omarmen. Adam: Ik vind de ondersteuning van nieuwe operacomposities, en zeker libretto’s, ongelooflijk belangrijk. Iedereen kent Mozart, maar wie kent zijn librettist Da Ponte? Hoedje af voor Francis Pollet, de artistiek leider van I Solisti del Vento, en regisseur Benoît De Leersnyder, die vorig jaar nog Heart2Get als ode aan die librettist afleverden. Met Babel wil ik als librettist opera graag nog opera laten zijn. Geen vertelling gedrenkt in een soundscape-achtig muziekbad, maar een doorgecomponeerd stuk waar woord en muziek in elkaar zijn vervlochten. Vloemans: Mensen samenbrengen is voor mij als maker elementair. Ik denk dat we die verbindende kracht van een voorstelling niet mogen onderschatten.
Radicaliseren in menselijkheid: Benoît De Leersnyder & Emilie Lauwers over Babel Als Sam Vloemans en Frank Adam de grondleggers zijn van de stad Babel, dan zijn Emilie Lauwers en Benoît De Leersnyder de bouwmeesters. Zij brengen partituur en tekst tot leven op de scène. Hun visualisering van het Babel op papier is echter geen tweede stap geweest in het realisatieproces. Van bij het allerbegin hebben beide duo’s nauw samengewerkt en inspireerden ze elkaar om Babel te creëren. Benoît en Emilie, jullie zijn beiden bekend met de operawereld. Benoît, jij bent operazanger en –regisseur. Emilie, jij bent al lang zijn vaste scenografe en kostuumontwerpster. Hoe kennen jullie elkaar? Emilie: Ik ken Benoît van toen ik nog een kind was. Hij was een student van mijn vader, die operaregisseur is. Benoît kwam vaak bij ons thuis en wij hebben gaandeweg een vriendschap gesloten. Toen ik aan de middelbare school startte, wist ik niet echt welke richting ik uit wilde. Mijn ouders hadden van alle mogelijke Gentse scholen folders meegenomen en door middel van eliminatie bleven de twee kunstscholen over. Ik ben daarna naar het Sint-Lucas gegaan en heb er grafische vormgeving, typografie, gevolgd: drukwerk, tekst en vormgeving. Mijn eerste job daarna was als assistent bij Lionel Lesire, een Brussels scenograaf. Ik maakte zijn maquettes en zijn technische dossiers. Daarna heb ik huisstijlen gemaakt voor bedrijven en heb ik me ook toegelegd op fotografie, veelal van theatervoorstellingen. Ik maakte regelmatig muurschildingen, bijvoorbeeld op scholen. Eigenlijk wilde ik alles doen wat met ‘beeld’ te maken had. Zo heb ik voor onder andere de Eenhoorn illustraties gemaakt voor kinderboeken. Met scenografie ben ik vooral de laatste jaren bezig. Toen ik hiermee begon, was Benoît van zanger naar regisseur geëvolueerd. Wij hebben elkaar daarin gevonden. Benoît: Ronnie Lauwers, Emilies vader, is naast operaregisseur een fantastisch pedagoog. Ronnie was mijn mentor en vriend. Ik heb Emilie als kind leren kennen en zag haar artistiek groeien. Vanaf de allereerste regie die ik heb gedaan, Hänsel und Gretel, werk ik altijd en uitsluitend met Emilie. Zij maakt van mij een betere regisseur. Benoît, hoe ken jij Sam en Frank? Benoît: Ik ben al lang fan van het werk van Frank Adam. Wij hebben elkaar leren kennen via Johan De Smet, die mij ooit gevraagd heeft om mee te zingen in Confidenties aan een ezelsoor van Frank Adam. De klik tussen ons was er meteen en sindsdien hebben we regelmatig samengewerkt. Voor Francis Pollet en Luc Joosten van I Solisti del Vento heb ik twee jaar geleden Heart2get gecreëerd, een project voor pubers rond de muziek van Da Ponte en Mozart. Zij vroegen mij of ik ook wilde meestappen in het Babel-verhaal. Eén van mijn voorwaarden was dat ik dit samen met Emilie mocht doen. Jullie zijn van bij het begin betrokken geweest bij deze creatie. Hoe is het idee voor deze voorstelling ontstaan? Benoît: Het oorspronkelijke idee kwam van Francis Pollet en Guy Joosten om samen met HETPALEIS een oorlogsopera te maken. De eerste gesprekken gingen in de richting van een verhaal over ’14-’18. Het was Barbara Wyckmans, directeur van HETPALEIS, die de
titel Babel suggereerde en de thematiek meer wou opentrekken. En plots was voor ons alles duidelijk. Ik zag de ogen van Frank Adam blinken. En iedereen kreeg meteen ideeën. Ik had toevallig net The old women gezien, een productie met Willem Dafoe en Mikhail Baryshnikov van Robert Wilson. Er werden flarden tekst gebracht die niet noodzakelijk iets met elkaar te maken hadden maar die wel een universum schiepen. Ik vond dat fan-tas-tisch. Dat idee zag ik volledig passen in Babel. Na deze bijeenkomst heb ik Emilie erbij gehaald en zijn we met zijn vieren samen gekomen. Emilie: Het moment waarop Babel voor mij is ontstaan, kent een duidelijk tijdstip. Dat was de dag waarop wij met zijn vieren voor de eerst hadden afgesproken in de Panos in het station van Lokeren, omdat die plek die voor iedereen in het midden lag. Toen wij elkaar daar ontmoetten waren Sam en Frank onbekenden voor mij, maar we bleken allemaal op hetzelfde spoor te zitten. Frank had een korte tekst geschreven waarin hij probeerde uit te leggen wat een Babel-taal kon zijn en wat de stad voor hem betekende. We wisten al snel dat we een cyclisch verhaal wilden vertellen. Frank opperde om rond letters te werken. Ik ben daar als afgestudeerd typografe enthousiast opgesprongen natuurlijk. Alsof het zo moest zijn, ging mijn eindejaarsproef voor de middelbare school ook over Babel. Ik kende de vele schilderijen, kunstwerken en verhalen over de toren van Babel. Voor mij riep deze naam dus meteen zeer veel associaties op. Alleen moest ik deze beelden in mijn hoofd herdenken naar een verhaal voor kinderen van 6 jaar. Ik heb vlak na onze ontmoeting twee kinderen van 6 bij mij thuis uitgenodigd om een toren van kartonnen blokjes te bouwen en dat heb ik gefilmd. Die film is inspirerend geweest voor ons alle vier. Het ligt zelf aan de basis van enkele inhoudelijke keuzes van Babel: zo zijn de kinderen in de stad de baas. Zij zijn een soort van allesweters en controleren het geheel. Het werken met karton en het bouwen met modules is de basis scenografie gebleven. Ik werk graag op deze manier: ik begin met een vormexperiment en vaak blijven daar elementen van hangen in de uiteindelijke scenografie. Wat is jullie ervaring met kindervoorstellingen? Benoît: Als zanger heb ik vaak gespeeld voor kinderen. Hänsel und Gretel was mijn eerste regie voor kinderen, maar Babel is de eerste grote productie die ik maak voor zulke kleine kinderen. Ik heb zelf een kind van 5 jaar en ik toets regelmatig elementen uit de voorstelling aan zijn leefwereld. Ik observeer hem en zijn vriendjes op school aandachtig. Frank is meer dan ik gespecialiseerd in het werken voor kinderen. Hij heeft meerdere kinder- en jeugdboeken geschreven. De tekst van Babel is niet gemakkelijk, maar wel bondig. En daarin zit de sterkte om voor kinderen te spelen. Die korte emotionele spanningsbogen zijn nodig om de aandacht van kleine kinderen te houden. Het is nu aan mij om die bondigheid theatraal om te zetten. Emilie: Met kindertheater heb ik ook niet zo veel ervaring, wel met werken mét kinderen. Ik heb workshops gegeven en kinderboeken gemaakt en ben veel in scholen geweest. Hänsel und Gretel, de productie die ik lang geleden samen met Benoît heb gemaakt in Keulen was ook voor kleine kinderen. Het budget dat we hiervoor kregen, was miniem waardoor we inventief te werk moesten gaan voor het decor. Drie bezemstelen en een cape met snoepjes bepaalden toen de vorm. Uiteindelijk waren we wél blij met de vorm. Zo ga ik zelfs nog steeds graag te werk: ik leg mij spelregels op waaraan ik mij moet houden. Ik haal dan één of enkele elementen uit de voorstelling die
mij inspireren en daarrond bouw ik de volledige scenografie op. Meestal is het een modulair concept waarmee de regisseur kan werken. Ik hou ervan om niets weg te stoppen. Ik hou ervan om de structuur te tonen van decorelementen. Dat geeft het publiek ook een soort spelregel om te kijken. Bij Babel bestaat de scenografie uit letters en het materiaal uit karton. Werkelijk álles is opgebouwd uit deze twee elementen. Elk inhoudelijk ‘probleem’ dat zich voordoet, moet ik oplossen met letters. En dat zijn de grenzen die ik mezelf deze keer heb opgelegd. Een boom is gebouwd met letters, de kostuums van de kinderen bevatten letters, huizen zijn letters enzoverder. Van elke scène heb ik samen met Mario Melio Costa, een videast, een maquette gemaakt met daarop het letterdecor. Het geheel hebben we opgenomen en gemonteerd tot één lange film die tijdens de voorstelling te zien zal zijn. De projectie maakt een groot deel uit van de scenografie van Babel. Eén van de verschillen met ‘grote mensen’ opera’s is dat jij hebt gekozen om de muzikanten op de scène te zetten, duidelijk zichtbaar. Waarom koos je hiervoor? Benoît: Ik ben een echte ‘tekstregisseur’. Bij Babel moet ik anders te werk gaan omdat er aan elk woord een associatie vastzit. Er is geen eenduidig verhaal deze keer. Dat is de sterkte van dit stuk volgens mij: je moet geen tekst kunnen verstaan om het verhaal te volgen. We gaan hiermee terug naar wat opera voor mij in essentie is. Opera moet een ervaring zijn. Je hoeft niet elk woord te begrijpen. Het is de emotionele reis die telt. De taak van een operaregisseur is om de tekst, die op muziek is gezet, verstaanbaar te maken voor een publiek zonder dat ze de woorden letterlijk moeten kunnen begrijpen. Ik betreur het gebruik van boventitels bij een opera, omdat de mensen dan meer bezig zijn met de woorden dan met het geheel. Daarom ben ik zo blij met Babel: er is geen boventiteling nodig om deze woorden verstaanbaar te kunnen maken. Ik zet de muzikanten op het podium om de muziek niet alleen te laten horen, maar ook om ze te laten zien. Naar opera moet je kijken én luisteren. Babel zal voor veel kinderen een initiatie in opera zijn. En hoe meer input het kind hiervoor kan meekrijgen, hoe beter. Ik geloof in de pedagogische waarde van een regisseur. Iemand die naar toneel komt, wil geëntertaind worden. Dat hoeft niet altijd met een lach, dat kan ook via ontroering zijn. Om de beleving te vergemakkelijken en ‘totaler’ te maken, zijn de muzikanten zichtbaar. Als wij bij een kind één zaadje kunnen planten om van opera te houden, dan ben ik content. Emilie: Het is echter niet evident. We merken in de repetities dat het orkest meer en meer plek aan het innemen is en dat mijn decor steeds meer naar de achtergrond verschuift. Maar anderzijds weet ik dat kinderen evengoed door een instrument betoverd zullen zijn en snap ik het belang ervan. De organisatie van de scène wordt voor mij de grootste uitdaging bij Babel: er zijn 3 solisten, een live orkest, een kinderkoor, een film én grote decorelementen. Regie en scenografie zijn bij Babel essentieel om de betekenis en context duidelijk te maken. Duidelijk maken betekent interpreteren. Wat is die interpretatie vooral voor jullie?
Benoît: Babel gaat voor mij hoofdzakelijk over het leren omgaan met anderen via taal. Over de mogelijkheid en de onmogelijkheid om met elkaar te communiceren. Over het zoeken daarnaar. En natuurlijk over de manipulatie die daarmee gepaard gaat, hetgeen des mensen is. Frank heeft die betekenis gegeven en ik zie mezelf als een uitvoerder van zijn interpretatie. Frank en Sam zijn de scheppende kunstenaars van Babel. Emilie en ik zijn de uitvoerende kunstenaars. Wij maken daar uiteraard artistieke keuzes in, maar in se voeren wij uit wat door Frank geschreven is en wat door Sam muzikaal geïnterpreteerd is. Ik kan niet genoeg benadrukken dat de cadeau die Frank ons met zijn libretto heeft gedaan, fantastisch is. Het is uniek. Het geeft me kippenvel als ik er nog maar aan denk. Het heeft me zelfs in die mate overdonderd dat ik er graag binnen 10 jaar een nieuwe versie van wil maken. Het is nog zo vers nu dat het wat verder zou moeten kunnen indalen. Ik ontdek constant nieuwe elementen in de tekst. Bovendien is de samenwerking met alle medewerkers heerlijk. Als er iets is waaraan ik twijfel, dan bespreek ik dat met Frank en Sam en samen maken we een aanpassing. Het stuk leeft. Ik hou enorm van zo’n intense samenwerking, het verrijkt mij als regisseur. Emilie: Voor mij gaat Babel vooral over het vinden van je menselijkheid en van je individuele persoonlijkheid in de maatschappij. En over het vinden van de balans tussen iets dat opgelegd wordt - een bestaand kader - en je verwachtingen. Over hoe je daarin kan functioneren en hoe je daarin kan uitzoeken wie je zelf bent. Hoe je daarbij bovendien trouw kan blijven aan je eigen persoonlijkheid, aan je eigen zijn. In het verhaal van Babel vinden de personages hun eigen persoonlijkheid. Ze starten met een wit blad en ondervinden gaandeweg dat ze individuen zijn. Zo vindt de tenor zichzelf in zijn virtuositeit. De sopraan vindt haar plek in empathie, de bas in zijn kracht. Dit verhaal lijkt mij op dit moment enorm nuttig om te vertellen. Als persoon en als artiest ben ik daar dagelijks mee bezig. Ik vind het belangrijk én moeilijk om een soort van kleinheid, van menselijkheid, te bewaren in de maatschappij waarin we nu leven. De wereld is heel groot geworden. Dat is iets wat je ook letterlijk zal zien in het verhaal en in de film van Babel. De stad wordt alsmaar groter. Op een bepaald moment wordt ze zo groot en de mensen zo klein dat ze geen controle meer hebben over wat ze gebouwd hebben. Ze snappen hun plek niet meer in de stad, ook al hebben ze het zelf gecreëerd. Ik durf bijna zeggen dat het zodanig uit de hand gelopen is, dat ze niet meer weten hoe ze nog mens moeten zijn en hoe ze met elkaar menselijk moeten blijven. Op dit moment zien we dit volgens mij ook rondom ons gebeuren. Mensen lopen verloren en zijn tegelijkertijd constant (online) aangesloten met de hele wereld. Het enige wat we volgens mij kunnen doen, is radicaliseren in menselijkheid, elk voor onszelf, elk in ons eigen kleine leven, onze eigen kleine wereld. We móeten proberen om het goede te doen wat betreft de kleine, menselijke contacten. We móeten proberen positief te zijn en samen constructief te zijn. Babel ontspoort en wordt weer opgebouwd. Babel is cyclisch, maar wel op zulke manier dat de personages leren van hun fouten en verrijkt opnieuw beginnen. Zie je dat ook zo in onze wereld, ben jij daar ook optimistisch in, Emilie? Emilie: Babel geeft hoop, maar die zit pas in de epiloog. Het is best een duister stuk en dat maakt het een uitdaging om toch een positieve boodschap te laten binnenkomen. De personages moeten eerst beseffen dat dingen fout beginnen lopen door enkel aan zichzelf
te denken. Daarom is de boodschap aan het einde van het allergrootste belang en moet dat perfect tot zijn recht kunnen komen in de voorstelling. Wat de echte wereld betreft, móeten we blijven hopen. Als je daar niet in gelooft, zijn we bij voorbaat verloren. Wanneer je nu naar buiten kijkt, is het niet moeilijk om depressief te worden. Wij zijn jammer genoeg nogal hardleers en zo veel leren we blijkbaar niet uit het verleden. Toch probeer ik positief te blijven en te kijken naar de mensen die ik graag zie. Ik heb bijvoorbeeld besloten dat als ik ’s ochtends buiten kom, ik iedereen vriendelijk dag zal zeggen. Ik weet ook wat ik míjn kind kan meegeven. En daar móeten we allemaal in geloven. Dat is onze taak als mens. Met het stukje leven dat we elk krijgen, moet iedereen zijn stapje verder zetten en leren van het verleden. Oei, dat klinkt heel moralistisch, maar ik vind het geweldig belangrijk.
MEDEWERKERS Frank Adam is één van de grote Vlaamse literaire talenten. Hij schrijft teksten voor theater, radio en opera; publiceert romans, absurde fabels, poëzie en liederen; en maakt en speelt zelf theater. Niet zelden gaat hij daarbij intens in dialoog met de muziek. Zijn werk is filosofisch getint, ernstig-absurd, geestig-ontroerend. De afgelopen jaren valt het veelvuldig in de prijzen. Adam is de auteur die met Confidenties aan een ezelsoor het genre van de fabel voor volwassenen nieuw leven inblaast. Hij publiceerde zijn absurde fabels met prenten van Klaas Verplancke als literaire reeks in de kranten De Standaard en De Morgen, hij bundelde ze in meerdere boeken, en bewerkte ze met regisseur Rik Teunis voor het theater in opdracht van Kunstencentrum De Werf in Brugge. Zijn literaire ezel bracht hem als writer in residence naar de Villa Marguerite Yourcenar in Frankrijk en het Ventspils House in Letland. Die bezorgde hem eveneens een opdracht van het Franse ruimtevaartagentschap Centre National d’Etudes Spatiales (CNES) en een redevoering in het Musée d’art moderne et contemporain de Strasbourg. Voor Klara schreef en speelde Frank Adam de radioluisterspelen Wat de ezel zag en Erotische Fabels. Voor Ketnet begeleidde hij het Ketnet-groeigedicht Zoek me. Als verteller was hij op Klara live te horen in het radioluisterspel Pelgrims in Wenen. Als auteur werkte hij samen met de componisten Johan De Smet, Jan Van Outryve en Wouter Vandenabeele. Als performer deelde hij het podium met onder andere Les Voix Erotiques de la Belgique onder leiding van dirigent Edwig Abrath, het Johnny Smet String Quartet onder leiding van Paul Klinck, acteurs Stefaan Degand en Els Dottermans, cellisten Lode Vercampt en Colette Lucidarme (Frankrijk), en pianist Philippe Ochem, directeur Jazzdor/Festival de Strasbourg (Frankrijk). Zijn adolescentenroman De passie van de puber werd bekroond met de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek. Zijn theaterproducties Confidenties aan een ezelsoor (2005), Wat de ezel zag (2003) en zijn Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet (2003) (producties De Werf) werden door critici gerekend tot de beste theatervoorstellingen van het jaar. Zijn monumentale Aleksej werd in HETPALEIS met grote bezetting geregisseerd door ervaren regisseur Koen De Sutter en wint de Prijs Letterkunde voor Dramatische Kunst van de Provincie West-Vlaanderen 2010. De voorstelling werd ook geselecteerd voor European Theatre Today: The Plays 2012 en is dus verkozen als een van de beste hedendaagse theaterstukken die de laatste twee jaar in Europa zijn verschenen. Ondertussen toert hij nog steeds ook met zijn dichtbundel Als de bomen straks gaan rijden (met prenten van Milja Praagman, uitgeverij De Eenhoorn, 2011) voor een jong publiek vanaf 8 jaar. Adam vierde zijn twintig jaar auteurschap met De problematische dood van Aziz (2012), een boek en bijhorende theatervoorstelling, en Requiem voor goden (2012). In het seizoen 2012 – 2013 schreef hij verschillende teksten voor De Tip van je Tenen (HETPALEIS – 4Hoog), met muziek van onder meer Sam Vloemans. De Luxemburgse bass-bariton Jean Bermes genoot zijn eerste muzikale opleiding in het Conservatorium van Luxemburg. Vanaf 1998 studeerde hij regie en zang aan het Mozarteum in Salzburg. Daarna studeert hij aan het Conservatorium van Amsterdam en maakt hij zijn zangopleiding af in de Vlaamse Operastudio. Bermes is zowel dirigent als zanger. In 1999 startte hij, samen met enkele jonge kunstenaars, de groep SODAA. Zij werken vooral rond interdisciplinaire theaterproducties. In de periode 2001-2003 is Jean Bermes lid van de Salzburg Comedian Harmonists. Als zanger treedt hij geregeld op met verschillende ensembles. Zijn voorliefde gaat uit naar hedendaagse muziek en muziektheater voor kinderen. Hij vertolkte diverse operarollen in verschillende theaters, onder andere in Luxemburg, Recklinghausen, Keulen, München, Konstanz, Salzburg, Chisinau, Iasi, Zürich, Amsterdam, Bordeaux en in de Vlaamse Opera. Sinds seizoen 2008-2009 is hij de muzikale leider van het Comedia Theater Keulen en van de Kleine
Oper am See in Überlingen. Van 2011 tot 2015 was hij docent zang in Luxemburg. Samen met de Russische pianist Denis Ivanov doet hij karikaturale lied-recitals. Dit seizoen is hij ook te zien bij Theater de Spiegel (Antwerpen en tournee), Theater Stadelhofen Zürich, Wuppertaler Symphonieorchester, Touch of noir festival Op der schmelz, Südwestphilharmonie Saarbrücken en bij Grand théâtre Luxembourg. Helene Bracke is een Belgische mezzosopraan. Ze vertolkte verscheidene rollen in België en Engeland. Ze zong in producties in samenwerking met The York Trust Opera (UK), Opera Vlaanderen, Festival van Vlaanderen, Zomeropera Alden Biesen, I Solisiti del Vento and Spectra Ensemble. Helene werkte o.a. met Dirk Brossé, Filip Rathé, Michel Tilkin, Daan Janssens, James Halliday, Patrick Houssart, Darren Hargan en Ivan Meylemans. Naast het puur klassieke genre is Helene ook de leadzangeres van Al di Miseria, een cross-over groep die hedendaagse klassieke muziek brengt in een rockband formatie. Helene behaalde haar Master in de Uitvoerende Klassieke Muziek Zang aan de School of Arts te Gent, waar ze zang volgde bij Mireille Capelle, Gidon Saks en Marcos Pujol. Na haar studies vervolmaakte ze haar opleiding als zangeres aan de International Opera Academy olv Guy Joosten. Ze nam privéles bij Annemie Moens (BE), Robert Alderson (UK) en Jard Van Nes (NL). Momenteel neemt ze privéles bij Catrin Wyn-Davies. Ze volgde masterclasses bij René Jacobs, Natalie Dessay, Michael Spyres, Dietrich Henschel, Ubaldo Fabri, Jennifer Hammilton, Charlotte Margiono, Gabriele Micheli e.a. Denzil Delaere studeerde in 2013 af aan koninklijk Conservatorium te Gent, waar hij zang volgde bij onder meer Marcos Pujol en Gidon Saks en waar hij de Solistenprijs in ontvangst mocht nemen. Hij volgde eveneens les aan de Opera Studio bij Guy Joosten, waar hij de rol van Don Ottavio (‘Don Giovanni’) zong op het vernieuwde Summer Opera Festival in Alden-Biesen. Tijdens zijn schoolcarrière volgde hij masterklassen bij Robert Alderson, Jennifer Hamilton, Michael Spyres, Misha Didyk, Gabriele Micheli en Ubaldo Fabbri en speelde hij mee in ‘Castor en Pollux’ bij de York Trust – International Opera Course. Op zijn repertoire staan rollen zoals Mitradate (‘Mitradate, Re di Ponto’), Ferrando (‘Cosi fan tutte’), L’incredibile/L’abate (‘Andre Chénier’), Capitaine Ricardo (‘Chérubin’), Percy (‘Anna Bolena’), onder begeleiding van dirigenten zoals Jean-Marie Zeitouni, Dmitri Jurowski, Andrew Greenwood, Dirk Brossé, Jesús López. Hij richtte La Chapelle Sauvage op, waarmee hij onder andere de volgende producties kon creëren: Bachs ‘Weihnachtsoratorium’, ‘Magnificat’, ‘Kaffeekantate’, ‘Missa Brevis’, Motets’ … Delaere zong ook de ‘Mattheüs Passie’ met het European Inter Voices Choir en de tenor solo in de ‘Creation with Apotheosis’ van Hayden in het Concertgebouw te Brugge. Naast het repertoire dat hij zong van Schubert, Brahms, Beethoven …, ontwikkelde hij een liefde voor hedendaagse componisten. Hij bracht werk van Olivier Messiaen, Alban Berg, Wolfgang Rihm, Wim Hendrickx en John Cage en deed mee in de hedendaagse parodie op ‘Rossini’s L’Italiana in Algeri’ in de Italiaanse opera L’Algerino, door Joris Blanckaert. Dit seizoen is hij betrokken bij ‘Chérubin’ (Opéra National de Montpellier), ‘Lucia di Lammermoor’ (Opéra Royal de Wallonie) en ‘Babel’ (Opera Vlaanderen, I Solisti del Vento en HETPALEIS). Benoît De Leersnyders samenwerking als zanger met regisseurs als Ronny Lauwers, Willy Decker, Christof Loy, Guy Joosten, Waut Koeken, Deborah Warner en Keith Warner inspireerde zijn passie voor het regisseren. Voor de Operastudio Vlaanderen regisseerde hij ‘Mélodies’ van Georges Bizet. Hij werd er opnieuw uitgenodigd om er verscheidene producties te ensceneren, waaronder Franz Schubert's ‘Die Winterrreise’, Wolfgang Amadeus Mozart’s ‘Eine Zauberflöte’, ‘Grido d’Amore!’ met muziek van Giovanni Battista Bononcini en Georg Friedrich Händel alsook ‘Entbehren sollst du, sollst entbehren’ een project rond Hugo Wolf’s liederen. Samen met Sybille Wilson
bewerkte hij voor L'orchestre à la portée des enfants ‘L'apprenti Sorcier’ van Paul Dukas en ‘Harry Potter’ and the ‘Sorcerer's Stone’ van John Williams. Voor de Junge Kammeroper Köln regisseerde hij Engelbert Humperdinck's ‘Hänsel und Gretel’. Hij ensceneerde voor de Koninklijke Muntschouwburg de wereldpremière van ‘The Brussels Requiem’ van de Britse componist Howard Moody met een cast bestaande uit 300 kinderen. Bang-up! Opera nodigde hem uit om Wolfgang Amadeus Mozart’s ‘Così fan tutte’ te regisseren. Vorig jaar ging zijn ‘Heart 2 Get!’ in Opera Vlaanderen in première, een operaproductie waarvoor hij het libretto schreef, gebaseerd op de drie Mozart/Da Ponte opera’s, in samenwerking met I Solisti del Vento. De Leersnyder is gastprofessor voor de Operaklas aan de Erasmushogeschool Brussel, departement Koninklijke Conservatorium alsook aan de Artesis Hogeschool Antwerpen, departement Conservatorium. Sinds meerdere jaren wordt hij uitgenodigd om de Staging Workshop te leiden van de Winter Journey Music Camp in Loei en Hua Hin (Thailand), alsook voor het George Town Festival in Penang (Maleisia). In januari 2016 regisseert hij Franz Lehar’s ‘The Merry Widow’ in Hua Hin (Thailand). Emilie Lauwers studeerde grafische vormgeving / typografie in Gent. Ze studeerde in 2006 af met grote onderscheiding. Als vormgever werkt ze over het algemeen in de artistieke sector, waar ze onder meer huisstijlen en programmaboekjes ontwerpt voor festivals en theaters, evenementen en concerten. Haar vormgeving is gebaseerd op inhoud, met sterk gestructureerde lay-outs, vaak voorzien van haar eigen foto's of tekeningen. Emilie werkte drie jaar vast in dienst als hoofd vormgever bij Arjan van Dijk Groep Nederland en drie jaar als communicatie verantwoordelijke voor Operastudio Vlaanderen. Tekenen is haar eerste passie. Ze koos op veertienjarige leeftijd voor het kunstonderwijs en publiceerde haar eerste kinderboek toen ze zestien was. Intussen illustreerde ze titels voor uitgeverijen Die Keure, De Eenhoorn, The House of Books en Hardscore. Ze varieert in stijl en materiaal naargelang het verhaal en de doelgroep. Sinds kort concentreert ze zich opnieuw op het maken van vrij werk - schetsen en gravures. Nu en dan laat ze de kleine formaten achter zich om videoprojecties, muurschilderingen of portretten op doek te maken. Ze verzorgde projecties voor o.a. Novecanto en Festival van Vlaanderen en tekende verschillende keren live tijdens evenementen. Vorig jaar ontwierp ze een opblaasbare mascotte voor X-Treme Creations. Emilie is opgegroeid in het theater. Ze tekende decors en kostuums voor operavoorstellingen in Duitsland, Italië, Oostenrijk en Kroatië. In België werkte ze als scenograaf voor Operastudio Vlaanderen en De Vlaamse Opera. Ze werkte bijna tien jaar als theaterfotograaf voor Rideau de Bruxelles. Ze ziet de verscheidenheid in haar artistieke praktijk als een rijkdom. De verschillende ambachten bestuiven elkaar. Annelies Van Hijfte begon haar muzikale loopbaan als klassiek gitariste, waarvoor ze haar masterdiploma behaalde aan het conservatorium van Gent. Ze debuteerde op het Theaterfestival van Brussel met de voorstelling 'Meiose' (Studio Villanella). Met haar toenmalige muziekgroep Keizer Platypus componeerde zij hiervoor de muziek. Daarna startte ze in hetzelfde Conservatorium van Gent met een studie klassieke zang bij Gidon Saks en Mireille Capelle. In 2014 behaalde zij voor haar masterproef een grootste onderscheiding en ontving de prijs Legaat Aerens. In haar laatste jaar studeerde Van Hijfte aan de prestigieuze Guildhall School of Music and Drama in Londen, in de klas van Marilyn Rees. Tijdens 2011-2012 maakte zij deel uit van de Operastudio Vlaanderen, waar ze samenwerkte met regisseurs als Frédéric Dusenne, Ronny Lauwers, Vincent van den Elschout, Benoit de Leersnyder en dirigenten als Filip Rathé en Ivo Venkov. Van Hijfte heeft podiumervaring kunnen opdoen met ensembles als Scoppio di Vesuvio olv Gidon Saks. Hiermee vertolkte ze rollen zoals Poppea (‘L'incoronazione di Poppea’), The Governess (‘Turn of the screw’), Aspasia (‘Mitridate’)
en Valletto (‘L'incoronazione di Poppea'). Ze nam ook deel aan de zomerstages van muziektheater Transparant en speelde in 'Orfeo' (als Euridice) en 'Solitude'. In de zomer van 2012 creëerde ze de opera 'Tongval' van Frank Nuyts op het festival Kabal. In 2013 mocht zij deelnemen aan The Yorke Trust Summer Course in Norfolk waar zij 'Helena' uit 'a Midsummernight's dream' (Britten) zong. Annelies Van Hijfte is een vast lid bij het ensemble 'Bang-up Opera!'. Het voorbije jaar vertolkte zij met hen Despina uit ‘Cosi fan tutte’. Ook met de voorstelling 'A grand opera night' toeren zij door heel België. Ze volgde masterclassen en coachings bij oa. Ann Murray, Pietro Rizzo, Graham Johnson, sir Thomas Allen, Gordon Steward, Margarida Natividade en David Gowland. In 2012 won ze de eerste prijs 'New Tenuto', en kreeg zij de kans te zingen met het 'Orkest van de Lage Landen' olv Marcel Proost. Ook mocht zij als solist optreden met het orkest van the School of Arts olv Dirk Brossé. In 2014 won zij de eerste prijs in de wedstrijd ‘Bell'arte’ in Braine-l'alleud. Met pianist Frederik Martens vormt zij een vast duo, en geeft ze geregeld concerten. In oktober 2015 zong ze voor het eerst op het Oxford Lieder Festival, waar zij deel uitmaakte van het recital ‘Dreams’, samengesteld door de pianiste Lana Bode. Sam Vloemans studeerde trompet aan het Conservatorium van Antwerpen en Rotterdam en volgde jazzworkshops bij de Halewijnstichting. Hij speelde/speelt verschillende genres bij verschillende formaties, waarvan hij soms medeoprichter is: Jazz bij Grand Groove, Jurassic Jazz, Jam Bangle Big Band en Sam Vloemans quartet; latin bij La Banda XXI, Descarga de Amberes, El Tattoo del Tigre, MuStique en Enrique Tarde; wereldmuziek bij Mayrian, Jaune Toujours, BABA, Billy Jenkins, KlezmicNoiz en Bord du Nord; blues bij D-tail en Mister T. Sam Vloemans werkte samen met Bart Voet en Esmé Bos aan ‘Duveltjeskermis’, een liedjesprogramma voor senioren en speelde mee in ‘Qu’on Sert Theatral’ van Pieter Embrechts. Verder was/is hij muzikant bij Gabriel Rios, Jan Hautekiet & Rick de Leeuw, The Internationals, Belgian Afro Beat Association, Noppes en Spearhead. In het seizoen 1999-2000 werkte hij in HETPALEIS mee aan ‘Feesten’. Daarna was hij als muzikant te zien in ‘Lodewijk, de koningspinguïn’ (2003-2004) en ‘Frustration Island’ (2003-2004). In 2004 ging de HETPALEISkleuterproductie ‘Water, lucht, aarde en vuur’ in première, waarvoor hij de muziek componeerde en arrangeerde. In het seizoen 2007-2008 was Vloemans ‘artist in residence’ in de Warande in Turnhout waar onder andere zijn popproject ‘MiLT’ in première ging. In 2008 maakte Vloemans, opnieuw voor HETPALEIS, een tweede kleuterconcert: ‘Nachtmuziek’ en in 2010 sloot hij de reeks af met ‘Waar is het feest?’. In oktober 2011 werden de drie concerten die Sam voor HETPALEIS maakte, gebundeld in een éénmalige ‘Trilogie van Sam Vloemans’. Vloemans maakte ook een soundtrack voor de film ‘Sea of Tranquility’ van Hans Op de Beeck. Onlangs kwam Vloemans’ nieuwe cd ‘Otrabanda’ uit. De laatste maanden is hij veel aan het schrijven aan nieuwe composities en hernam hij de tournee van ‘Duveltjeskermis’.
Een Babelrepetitie bij het Kinderkoor van de Opera Vlaanderen “Dat is hier nog nooit zo plezant geweest!” “Petten af, gsm's uit en weg!...” Op de vijfde verdieping van de Van Ertbornstraat in Antwerpen repeteert op zondagochtend het Kinderkoor van Opera Vlaanderen. In twee groepen, in twee sessies, telkens twee uur. Alles bij mekaar gaat het om zo'n 50 jongelui tussen pakweg 6 en 17 jaar, vrij evenwichtig verdeeld tussen jongens en meisjes. Hendrik Derolez, de leider van het kinderkoor, brengt ze in staat van paraatheid: “...want ik heb al jullie energie en aandacht nodig voor deze repetitie.” De opwarming gaat van start van je broem broem broem en met toonintervallen om kaak en tong los te maken, powered by gevleugelde beeldspraak van Hendrik: “Maak van je mond een kathedraal, met een lage vloer en een hoog plafond” en “Vul het hele lokaal met je stem, laat alle moleculen meetrillen!” Een van de repetitieregels luidt: “Glimlach, ook als het slecht gaat.” Hij heeft ze dan wel moeten afzetten, maar die pet is duidelijk belangrijk voor Nicolás Holemans. De klep is volgeschreven met voornamen. Vrienden? “Nee, YouTubers.” Daar hoort uitleg bij. “Ik was op een beurs over games, en daar waren gasten die bekend zijn voor hun spelletjesbesprekingen op YouTube. Die heb ik hun handtekening gevraagd. Op mijn pet.” Dat is een heel andere wereld dan die van opera waar hij nu voor komt oefenen. “In de vorige opera waarin ik meedeed, Der Rosenkavalier, moesten we de snotapen uithangen. Rondrennen, roepen. Alles doen wat tegengesteld is aan een lief kind zijn. Dat was héél leuk.” Wel spijtig dat de actie beperkt was: “We zaten in drie of vier acts, vijf minuten optreden, drie uur wachten, en dan opgaan om te buigen.” Wat doen ze zoal in die wachttijd? “Spelen, huiswerk maken, een film bekijken. Ik heb toen Lord of the Rings gezien.” Is hij nog op een andere manier muzikaal bezig? “Ik drum. Daarvoor ga ik naar de muziekschool. En elke maandag en woensdag repeteer ik bij Studio 100 in Schelle, voor de Samson en Gertshow en van die dingen.” Nicolás' smaak voor popmuziek is, gezien zijn leeftijd, klassiek te noemen: “Prince en Michael Jackson.” Deze kinderen oefenen voor Babel, een opera in samenwerking met HETPALEIS en I Solisti del Vento. Sam Vloemans componeerde de muziek en het libretto is van schrijver Frank Adam. Er komt praktisch geen enkele begrijpelijke volzin in voor. Maar eerst de gewijde geschiedenis, die we als gekend veronderstellen: de mensen willen God overklassen, God fopt hen met taalverwarring. Dat gegeven is in Babel de basis voor een experiment met taal en geluid, een toren gebouwd van flarden Chinees, Japans, Jiddisch, Duits, en splinters Nederlands, kortom, om het in Adams Babels te zeggen, het is ninor maal. Deze opera, zo denken wij, wil iets zeggen over de taalontwikkeling in het verleden en, wie weet, in de verre toekomst. De passage die het koor deze zondag inoefent, klinkt vrolijk, maar is geen kinderspel. Geen simpele unisono's vandaag, maar een driestemmigheid die naar een onverwacht
slotakkoord toewerkt. De kinderen zitten aan pupiters met de partituur voor hun neus. Wie in het kinderkoor wil meezingen, moet muziek kunnen lezen, dat is een voorwaarde. Hendrik maakt gewag van “een extreem moeilijk lied”. Ook de expressie moet juist zitten. “Die medeklinkers moeten jullie meer laten hameren. Klapperen met die lippen!” De tekst gaat van “heppie babeloega” en “heppie klowny babelowny”. Onverdroten maakt iedereen zich de zinnen eigen. Hendriks reservoir met pareltjes van beeldspraak is onuitputtelijk. “Deze inzet moet directer zijn, kinderen. Alsof hier ineens een Boeing binnenvliegt. Eentje die niemand van tevoren heeft horen aankomen. Pas op, dat is ooit al ergens gebeurd, hé.” Uiteindelijk wordt de moeilijke zin muzikaal fraai neergelegd. Hendrik: “Zeer goed. Zéér goed. Maar dit is het minimum. We moeten ertoe komen dat het bij iedereen perfect is. Drie keer na mekaar.” Een proeve tot theorievorming: als je lid bent van het jeugdkoor, is de kans groot dat er thuis stevig aan muziek wordt gedaan. Neem nu Florian Acke. Zijn broer en zus zitten ook in het koor. Hij speelt viool, zijn zus ook, zijn mama zingt mooi en “twee jaar geleden kreeg mijn papa van ons een viool voor vaderdag, het is te zeggen, mijn mama heeft ze betaald.” Vorige vakantie hebben ze met zijn allen een maand lang als straatorkest gespeeld in Gent. Dat was plezierig, en ook wel avontuurlijk. “Om op straat muziek te maken moet je een speciaal pasje hebben. Mijn zus Marjolein zingt heel goed, maar ze had last om boven de instrumenten uit te komen; dus hadden we een keer een versterker en een micro mee. Maar toen is de politie geweest, want dat mocht niet.” Musiceren is leuk, maar klimmen ook. “Op een klimmuur, ofwel gewoon in een boom.” Ziet hij voor zichzelf een toekomst in de muziek? “Van toen ik twee jaar was, weet ik wat ik wil worden: brandweerman of Rode Kruishelper. Ik blijf bij het kinderkoor tot mijn stem zakt.” En dan naar het volwassenenkoor? “Ja. Ofwel niets meer, hé.” Tijdens de pauze komt Sam Vloemans de kantine binnen, fietshelm onder de arm. De componist is hier! Hij schuift aan tafel bij enkele kinderen. Algauw ontrolt zich een gesprek waarin zowel plaats is voor smalltalk (“Heb jij inlegzolen, Sam? Ah ja? Zwarte of witte?”) als voor kwesties ten gronde; Noah wil weten of hij nog opera's heeft geschreven ('t is zijn eerste) en hoe hij precies deze heeft opgevat. “Wel,” zegt Sam, “er komen gesproken gedeelten in voor, maar heel weinig, dat is bewust zo, want ik wil zo dicht mogelijk bij het idee blijven dat opera helemaal gezongen is. Jullie, het koor, vertegenwoordigen het publiek, jullie reageren op wat de hoofdrolspelers overkomt, meer nog, jullie laten de drie solisten twijfelen aan wie ze eigenlijk zijn.” “Ik heb ook een vraag,” zegt Maya, die hangt te turnen op haar stoel. “Ik weet dat de kans heel klein is, maar wat als iedereen, maar dan ook iédereen van het koor ziek is?” “Dan zal er geen opvoering zijn,” antwoordt Sam. “Dan kan het niet doorgaan. Het koor is nu eenmaal heel belangrijk in dit stuk.” Er zijn een pupiter en een stoel leeg gebleven in het zanglokaal. Die is voorzien voor Merel De Coorde (13 jaar), zij zingt ook mee in Babel, maar ze komt vandaag later. Ze moet zich sparen, want vanavond zingt ze een solo in Wagners Tannhäuser. “Ik speel
het herderinnetje dat Tannhäuser troost wanneer hij Venus verlaten heeft. Mijn solo duurt vijf minuten. Maar ik ben er al vijf maanden mee bezig.” Dit is niet alleen zingen, maar ook acteren. En op haar eentje. “Het is altijd leuker als je op het toneel ook iets mag doen. Bij Parsifal was ik er ook bij, maar toen zaten we gewoon boven en speelden we dode kinderen. Dat heeft toch wat minder animo.” Ook Merel komt uit een behoorlijk muzikaal gezin. “Mijn broer speelt viool, mijn moeder piano en mijn vader, die luistert gewoon graag naar muziek.” Merel bezoekt veel klassieke concerten, “maar ik luister ook wel naar rock, hoor. Naar Muse, bijvoorbeeld, die heb ik via mijn broer leren kennen. Naast de muziek ga ik per week 1 à 2 uur schermen.” Hoe bereidt ze zich voor op haar optreden van straks? “Zorgen dat ik goed uitgeslapen ben. Veel water drinken. Rustig blijven.” Zondag, 14 u. De repetitie is gedaan en de jongelui stuiven het zaaltje uit. Buiten ligt een zonnige namiddag te wachten, dus klimmen, gamen, of een uitstap met pa en ma behoren nog allemaal tot de mogelijkheden. Door de trappenhal jodelt een kinderstem: “'t Is feest, 't is feest, dat is hier nog nooit zo plezant geweest!”
DE DRIE HUIZEN EN HET KINDERKOOR Opera Vlaanderen is het enige operagezelschap in Vlaanderen. Sinds januari 2014 vormt het samen met Ballet Vlaanderen de grootste culturele instelling van Vlaanderen met drie theaters: Opera Antwerpen, Opera Gent en Theater ‘t Eilandje. Opera Vlaanderen beschikt over een eigen Symfonisch Orkest, Koor en Kinderkoor. Het gezelschap brengt opera van barok tot hedendaags en presenteert zowel bekende klassiekers als minder bekende titels. Opera Vlaanderen ziet opera als levende kunstvorm en verbindt opera met de wereld van vandaag door eigenzinnige producties. Internationaal wordt Opera Vlaanderen gezien als een van de meest avontuurlijke operahuizen in Europa. In 2013 werd de Parsifalproductie in de regie van Tatjana Gürbaca uitgeroepen tot Productie van het Jaar door het Duitse tijdschrift Opernwelt. Diezelfde productie won de International Opera Award for best Wagner Anniversary Production. In 2014 werd het Koor Opera Vlaanderen genomineerd als Best Chorus voor een International Opera Award. Het jaar daarna werd het Koor opnieuw genomineerd in die categorie en Opera Vlaanderen werd genomineerd als Best Company bij de International Opera Awards. Sinds 2009 is Aviel Cahn artistiek directeur. Het Kinderkoor Opera Vlaanderen, onder leiding van Hendrik Derolez, werd opgericht in 1991 en bestaat uit ongeveer 50 kinderen en jongeren van 6 tot ongeveer 16 jaar. Het werkt voornamelijk mee aan de operaproducties en concerten van Opera Vlaanderen. Het Kinderkoor Opera Vlaanderen was te zien op de planken van NTGent, Concertgebouw Amsterdam, BOZAR en Flagey om maar enkele te noemen. De komende maanden zijn ze naast Babel ook te zien in de opera La Bohème en in het ballet De Notenkraker van Ballet Vlaanderen. Het Kinderkoor is gevestigd in Antwerpen waar het minstens één maal per week op zondagvoormiddag repeteert. Naast het werken aan een natuurlijke en zuivere zangtechniek, wordt veel aandacht besteed aan de individuele ontwikkeling van de persoonlijkheid in een permanente balans met het sociaal functioneren in de groep. I Solisti del Vento, onder artistieke en zakelijke leiding van Francis Pollet, is het belangrijkste blazersensemble van België en staat garant voor een kwaliteitsvolle interpretatie, exploratie, verspreiding en valorisatie van het grote blazersrepertoire van Mozart tot vandaag. Het ensemble streeft ernaar via originele en verrassende projecten een unieke beleving van concerten en voorstellingen voor een breed publiek mogelijk te maken. HETPALEIS is een theaterhuis voor kinderen, jongeren en kunstenaars in het hart van Antwerpen. Het creëert kwaliteitsvol jeugdtheater voor kinderen en jongeren, met extra aandacht voor Grote zaalcreaties, met veel (of weinig) tekst, veel (of weinig) beweging, veel (of weinig) muziek. HETPALEIS draagt zorg voor het opbouwen van kwaliteitsvol repertoire van kinder- en jeugdtheater en wil de algemene cultuurcompetentie én de cultuurparticipatie van het jonge publiek stimuleren en zijn hele begeleidende omkadering bevorderen. HETPALEIS speelt in op de maatschappelijke omgeving met aandacht voor diversiteit en armoede. Voorstellingen van HETPALEIS spelen zowel in de eigen Grote en Kleine zaal als op reis in Vlaanderen, Nederland en het buitenland.
PRAKTISCH Meer informatie vind je op hetpaleis.be, isolistidelvento.be en operaballet.be TICKETS voor de voorstellingen in HETPALEIS zijn te koop aan €6/€7 (-18)/€15 (+18). Reserveren aan het onthaal van HETPALEIS, via 03 202 83 60,
[email protected] of via www.hetpaleis.be TICKETS voor de voorstellingen in Opera Gent zijn te koop aan €7 (-18)/€15 (+18). Reserveren via 070 22 02 02 of www.operaballet.be vzw De Vrienden van HETPALEIS: Iedereen heeft recht op cultuur, ook kinderen en jongeren die tegen een financiële drempel aankijken. Iedereen die door omstandigheden nog nooit van de bijzondere wereld van het theater heeft geproefd, kan dankzij de Vrienden gratis naar HETPALEIS. Er zijn immers geen excuses om iemand het recht op cultuur te ontzeggen. Jij kan dit recht op theater voor iedereen mee helpen realiseren door lid te worden van de Vrienden van HETPALEIS. Iedereen t/m 18 jaar kan voor €10 een maat worden. Ben je ouder? Dan word je vriend voor €40. Als je voor een duolidmaatschap (twee vrienden) wil gaan, betaal je €60. Maten, vrienden en twee vrienden worden uitgenodigd op alle avant-premières van de Grote zaalvoorstellingen. Met je familie of je bedrijf kan je goede vriend worden voor €150 (4 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Voor €300 word je boezemvriend (10 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Maar waarom niet kiezen om hartsvriend te worden van De vrienden van HETPALEIS? Voor €1000 krijg je 15 gratis tickets en word je met twee personen uitgenodigd voor alle avant-premières in de Grote zaal. Niet twijfelen, gewoon doen. Als kers op de taart kan je ook nog zielsverwant worden. Voor €2000 krijg je 20 gratis tickets, uitnodigingen voor alle avant-premières en een ereplaats in de foyer van HETPALEIS. Meer informatie via www.devriendenvanhetpaleis.be of
[email protected]