16-3-2012
Welkom
Gevolgen
CASUS Het is een mooie zonnige dag in de zomervakantie en je hebt een leuke mountainbiketocht op een parcours in Nederland op het programma staan. De groep is netjes op tijd en je gaat met 16 deelnemers op het parcours fietsen. Op en gegeven moment ga je de downhilltechniek oefenen en zet je een parcours uit. Het parcours kun je niet helemaal overzien, maar je gaat bij het gevaarlijkste punt staan voor correctie en instructie. Na 5 minuten komt een deelnemer in paniek aan gelopen en zegt dat haar vriendin over de kop is gegaan en tegen een boom is gevallen. Aangekomen bij het slachtoffer blijkt zij haar nek te hebben gebroken en is ter plaatse is verlamd. Bij controle van haar fiets bleek het voorwiel uit het frame te zijn geschoten. Wat zijn nu de gevolgen en onderzoeken? Met welke instanties krijg je als instructeur / buitensportbedrijf te maken?
Procedure bij een ernstig ongeval
• 112 – politie en ambulance (officiële vaststelling van overlijden), slachtofferhulp voor overige deelnemers • Voor verhoor naar politiebureau • Mediahype • Contact met verzekeraar • Onderzoek Arbodienst • Onderzoek Keuringsdienst van Waren • Onderzoek justitie • Rechtszaak (strafrecht en/of civiele recht) • Uitspraak door justitie (idem later ook nog in hoger beroep)
Nazorg voor het slachtoffer • Bloemetje + persoonlijk bericht • Regelmatig informeren naar het slachtoffer Via de advocaat of vertrouwenspersoon van het slachtoffer informeren of het goed is om met het slachtoffer contact op te nemen.
Ernstig ongeval
Afhandeling schadeclaim en bijstellen veiligheidsplan
Nazorg voor het slachtoffer
Volledige invulling van de ongevallen registratie
Onderzoek door overheids‐ instanties en verzekeraars
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering • • • • •
Uitkering schade (civiele procedure) verzekeringspremie hoog Niet alle landen zijn gedekt Niet altijd alle activiteiten zijn verzekerd Veiligheidsplan is een vereiste
1
16-3-2012
Verzekeren via de SIE
Aansprakelijkheidsverzekering
• Bedrijfsaansprakelijkheid • Overige verzekeringen (Voets Assurantiën)
• Niet d.m.v. percentage omzet, maar d.m.v. aantal van het maximaal aanwezige instructeurs • Lidmaatschap SIE verplicht maar goedkoop. Veiligheidsproduct wordt compleet aangeleverd *
‐ bedrijfsrechtsbijstand ‐ arbeidsongeschiktheidsverzekering ‐ ziekengeldverzekering ‐ inventaris/goederen verzekering Voets assurantiën kan u van a tot z begeleiden op het gebied van verzekeringen
Risicobeheersing
* organisatie risicomanagement en samenstellen veiligheidshandboek gebeurt door het buitensportbedrijf.
Theorie risicobeheersing • Achtergronden • Organisaties • Wetgeving
Risicomanagement Met risicobeheersing/management tracht de buitensportorganisatie de mogelijkheid op materiële of immateriële schade tot een acceptabel niveau te reduceren of beperken.
3 herkenbare factoren m.b.t risicobeheersing: • fysiek (blessures, verwondingen, ziekte, etc.) • psychisch (traumatische ervaring, sociaal onbehagen, etc.) • financieel (vernieling, rechtszaak, etc.).
2
16-3-2012
Direct verbonden risico’s Direct verbonden risico’s zijn risico’s die een buitensportactiviteit met zich mee brengt. Deze risico’s zijn vaak niet weg te denken of te elimineren, maar zijn vaak wel te beperken tot een ethisch en sociaal acceptabel risiconiveau.
Aanvaardbare en niet-aanvaardbare risico’s Aanvaardbare risico is het maximale risiconiveau dat ethisch en sociaal acceptabel is. Internationaal wordt het risiconiveau ingedeeld in 5 niveaus. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld hoe lawinegevaar wordt geclassificeerd.
Ongevallenpotentieel
laag ongevallenpotentieel
De score van het ongevallenpotentieel is dan ook afhankelijk van twee factoren:
hoog ongevallenpotentieel
Hoe groter de interactie tussen deze twee gevaren, hoe groter de kans er is op een ongeval en hierdoor dus het potentieel erg hoog wordt.
- het aantal aanwezige gevaren - de waarde van het gevaar
de bron van het gevaar
de omstandigheden
3
16-3-2012
Objectieve gevaren
Subjectieve gevaren Subjectieve gevaren zijn beheersbare gevaren die door menselijke omstandigheden worden veroorzaakt.
Objectieve gevaren zijn gevaren die veroorzaakt uit de locale omgeving. Deze gevaren gebeuren buiten de menselijke controle om.
Subjectief vs objectief
Het ongevalpotentieel uit subjectief en objectief gevaar Wanneer de objectieve en subjectieve gevaren elkaar tegen komen ontstaat er een ongevallen potentieel.
Opdracht
Casus Het weer werd snel slechter. De wind raasde horizontaal over het land en de deelnemers waren doordrenkt en trilden als rietjes in hun katoenen T‐shirts terwijl de instructeur door bleef gaan. Het bivak was slechts een paar kilometer verwijderd en ondanks de vermoeidheid had de groep het vertrouwen dat ze het zouden gaan halen. Daarnaast wist eenieder dat het bivak synoniem stond voor een warme maaltijd en welverdiende rust in een warme slaapzak. Terwijl het begon te schemeren zocht een deelnemer een zaklamp in de enige dagrugzak die ze hadden meegenomen (het zou immers een korte dagtocht worden). Terwijl de groep, met een zwakke lichtstraal, afdaalde over een nauw & glibberig pad richting het bivak nam de concentratie snel af. Nadat enkele groepsleden behandeld waren voor onderkoelingsverschijnselen, merkte de instructeur op dat er 1 groepslid niet aanwezig was.
1.
Beschrijf de formele doelstelling van Risico‐management
2.
Schrijf een ‘kort’ verhaal waarin duidelijk het onderscheid naar voren komt tussen: direct verbonden‐, aanvaardbare‐, daadwerkelijke‐ en ervaren risiso’s
3.
Beschrijf het verschil tussen objectieve en subjectieve gevaren
4.
Noteer alle objectieve & subjectieve gevaren uit bovenstaand voorbeeld
4
16-3-2012
• Brancheorganisaties & dergelijk • ISO normen • Wetgeving buitensport
Brancheorganisaties & instituten • • • • • •
Vebon IDEA Branchevereniging klimsport BFNO Sportinstituut Europe Stichting veilig werken buitensport
IDEA De Vebon (Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland) is een brancheorganisatie voor buitensportondernemers binnen Nederland. ‐ ongeveer 100 leden ‐ kunnen verzekeren tegen aansprakelijkheid ‐ Tuv certificaat
Branchevereniging voor het evenementenvak, sinds 2002. Naar de mening van IDEA moeten evenementen kwalitatief van het hoogste niveau zijn, georganiseerd worden door professionele bureaus en getoetst kunnen worden op hun marketing- en communicatiewaarde.
BFNO De doelstellingen van de branchevereniging zijn voornamelijk het uitwisselen en ontwikkelen van kennis en informatie over het ondernemen van een klimhal, de hieraan gelieerde producten (zoals richtlijnen en opleidingen) en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de leden.
De BFNO (Beroeps Federatie van Natuursport Ondernemingen) is de Belgische brancheorganisatie. De BFNO heeft de laatste jaren intensief gewerkt rond het thema veiligheid en milieuzorg. Het begeleidingssysteem Veiligheid & Milieu dat hieruit voortvloeide is operationeel sinds 2003.
5
16-3-2012
Het sportinstituut is een onafhankelijk veiligheidsinstituut voor de buitensport. In samenwerking met de buitensportopleiding van het CIOS wordt er continue inhoudelijk gewerkt aan verbetering van procedures en ondersteunende documenten, welke betrekking hebben op diverse buitensportdisciplines.
De SVWB is een stichting is een zelfstandig orgaan, waarbij de leden de mogelijkheid hebben een polis af te sluiten Assurantiekantoor Schrauwen‐Fleuren (met betrekking tot. een bedrijfsaansprakelijkheids‐ verzekering). De aangesloten buitensportondernemingen moeten voldoen aan het veiligheidsconvenant zoals de stichting dit aangeeft, wanneer dit het geval is wordt er een certificaat afgegeven.
Keuringsinstituten De veiligheidsnormen die wij op dit moment gebruiken binnen de buitensportbranche zijn verenigbaar met de internationale erkende normen voor managementsystemen. Deze internationale normen zijn de ISO 9001:2000 (op kwaliteitsgebied) en de ISO 14001:1996 (op milieugebied).
Toekomstige ISO‐norm De Internationale ISO werkgroep 7 ‘Adventure Tourism’ ressorteert onder Technical Committee 228 ‘Tourism and related services’. ISO/TC 228 bestaat uit 67 participerende en observerende landen. In het eerste kwartaal van 2009 hebben de initiatiefnemers Brazilië en het Verenigd Koninkrijk een definitief voorstel in de vorm van een business plan bij ISO/TC 228 Tourism and related services ingediend.
• Tüv Nederland • TNO quality b.v.
Datum
Status van de ISO norm
August 2010
Committe Draft (werkdocument binnen de werkgroep)
February2011
Draft International Standard (stemmingsronde met commentaar)
February2012
Final Draft International standard (stemmingsronde zonder commentaar)
August 2012
Publicatie ISO‐norm
6
16-3-2012
De nationale ontwikkelingen zijn opgestart door de NEN, naar aanleiding van het internationale ISO voorstel. Fase
activiteit
einddatum
verantwoordelijke
1
NL: Voorbereiden en informatiebijeenkomst
oktober 2009
NEN i.s.m. partijen
2
NL: Oprichtingsbijeenkomst
Maart/april 2010
NEN
3
NL: Oprichten normcommissie
Maart/april 2010
NEN
4
Volgen/participatie normontwikkeling ISO/TC228/WG 7 adventure Tourism
gedurende het gehele proces
Normcommissie (stuurt delegatie naar WG)
5
Beoordeling ontwerp door ISO WG (proposal stage) Stemmingsronde inclusief commentaar (committee stage) Stemmingsronde zonder commentaar (enquiry stage) Publiceren definitieve ISO norm (approval stage) Publiceren ISO norm in Nederland
augustus 2010
ISO/TC/WG leden
februari 2011
NEN
6 7 8 10
februari 2012
NEN
augustus 2012
ISO
NEN-ISO
NEN
Wetgeving & buitensport • • • • • • •
Wegenverkeerswet Warenwet Wapenwet Arbowet Milieuwet Wetgeving in het buitenland Strafrecht en civiele recht
Warenwet De Nederlandse warenwet is een wet waaraan een groot aantal uitvoeringsbesluiten zijn opgehangen. Deze wet richt zich onder andere op de deugdelijkheid van consumentenproducten zoals klimmateriaal. Wanneer er een ernstig ongeval plaats vindt zal meestal de keuringsdienst van waren onderzoek doen naar de deugdelijkheid van het materiaal.
Wetgeving en buitensport
wegenverkeerswet • meer dan x‐aantal personen vervoeren dan toegestaan • geen juist rijbewijs in combinatie met het bestuurde voertuig • voertuig is niet verzekerd of goedgekeurd • rijden buiten openbare wegen • roekeloos rijgedrag (artikel 5 van de wegenverkeerswet)
Wapenwet • Bij de Nederlandse wet voor wapens en munitie gelden aparte bepalingen voor onder andere kruisbogen, paintballwapens en luchtwapens. • Officieel geldt voor paintballwapens een minimale leeftijd van 18 jaar. • Wet voor kruisbogen, pijlen en luchtdrukgeweren.
7
16-3-2012
Milieuwet
Arbowet Onder werken op hoogte vallen alle werkzaamheden op platte en hellende daken, platformen etc., waarbij een valgevaar van meer dan 2,5 meter op kan treden. Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving bepalen het aanwezige gevaar (Arbo‐beleidsregel 3.16 en de Europese wet 2001/45/EG van 27 juni 2001 artikel 11). Deze regelgeving is dan ook de maatstaaf voor de low‐ropes, touwbanen waar men zonder veiligheidslijnen zich mag verplaatsen.
• Iso 14001 • geluidsoverlast • gebruik van openbaar terrein, natuurgebieden, etc. • verzamelen en afvoer van afval • groepsgrootte
Wetgeving in het buitenland • België heeft voor fun & Adventure activiteiten een specifieke wetgeving. Dit zijn de twee Koninklijke besluiten; extreme ontspanningsevenementen (uit 2002) en actieve ontspanningsevenementen (uit 2004). • Groot‐Brittannië heeft sinds 1996 de wettelijke verplichting van het Adventure Activities Licensing Scheme. Dit is een veiligheidsplan voor buitensportbedrijven met risicovolle activiteiten aan kinderen onder de 18 jaar.
• plaatselijke en landelijke wetgeving • broedseizoen van vogels (b.v. het klimgebied Orpierre) • gesloten klimgebieden, via ferrata’s etc. • seizoensgebonden vaartrajecten (kayak, raft etc.), denk aan België • jachtseizoen (afgesloten gebieden m.b.t. mountainbike etc.)
Het strafrecht
Het strafrecht in Nederland Bij de term juridische aansprakelijkheid is een er een onderscheiding tussen het burgerlijk recht (civiele recht) en het strafrecht. Groepsleiders, instructeurs en gidsen kunnen te maken krijgen met deze twee vormen van recht.
• • • • • •
Geen hulpverlening aan slachtoffer(s) verlenen In de steek laten van slachtoffer(s) Dood door schuld Toebrengen van lichamelijk letsel Toebrengen van lichamelijk letsel door schuld Fysieke overbelasting van kinderen
8
16-3-2012
De buitensportinstructeur is aansprakelijk wanneer hij of zij: • Verkeerde uitleg, aanwijzingen of waarschuwingen heeft gegeven • Onvoldoende het materiaal heeft gecontroleerd (knopen, lussen, slijtage, geen helm) • Onjuiste beslissing heeft genomen (gebrek aan kennis) • Geen overzicht heeft over de situatie (groepsgrootte, terrein)
CASUS Het is een mooie zonnige dag in de zomervakantie en je hebt een leuke mountainbiketocht op een parcours in Nederland op het programma staan. De groep is netjes op tijd en je gaat met 16 deelnemers op het parcours fietsen. Op en gegeven moment ga je de downhilltechniek oefenen en zet je een parcours uit. Het parcours kun je niet helemaal overzien, maar je gaat bij het gevaarlijkste punt staan voor correctie en instructie. Na 5 minuten komt een deelnemer in paniek aan gelopen en zegt dat haar vriendin over de kop is gegaan en tegen een boom is gevallen. Aangekomen bij het slachtoffer blijkt zij haar nek te hebben gebroken en is ter plaatse overleden. Bij controle van haat fiets bleek het voorwiel uit het frame te zijn geschoten. Wat zijn nu de gevolgen en onderzoeken? Met welke instanties krijg je als instructeur / buitensportbedrijf te maken?
Risicomanagement binnen het buitensportbedrijf
Daarnaast kunnen ook hobbyisten die hun vrienden in de buitensport introduceren aansprakelijk zijn. Het is niet helemaal waar dat de meest ervarene gelijk de persoon is welke aansprakelijk gesteld kan worden. Dit is pas van toepassing als men aan vier cumulatieve voorwaarden voldoet: • Als eerste moet de meest ervarene duidelijk de leiding op de groep/deelnemers hebben. De deelnemers hebben een duidelijke ondergeschikte rol. • ten tweede beslist de meest ervarene of de activiteit wel of niet kan doorgaan. • ten derde moet de meest ervarene aanzienlijk meer buitensportkennis hebben dan de groep/deelnemers. • als laatste beslist de meest ervarene over materiaalkeuze, de gebruikte technieken en de organisatie.
Gevolgen • 112 – politie en ambulance (officiële vaststelling van overlijden), slachtofferhulp voor overige deelnemers • Voor verhoor naar politiebureau • Media • Onderzoek Arbodienst • Onderzoek Keuringsdienst van Waren • Onderzoek justitie • Rechtszaak (strafrechtelijk en civiele recht) • Uitspraak justitie
Het kwaliteitshandboek • strategisch niveau (beleid en processen) • tactisch niveau (procedures) • operationeel niveau (instructies, checklist en formulieren)
9
16-3-2012
Het strategisch niveau
Het tactisch niveau
vaststelling van het beleid en processen
alle procedures niet die taakverbonden zijn.
• organigram van het bedrijf (taakverdelingen etc.) • beleidsnotities (werkcontracten, stagecontracten, vergunningen, wetgevingen, etc.) • procesbeschrijvingen
• algemene risicoanalyse • scholing instructeurs • noodprocedures en specifieke handelingen • werkafspraken personeel (eventueel CAO, werktijden etc.)
Het operationeel niveau alles wat direct is verbonden met de activiteit
• • • • •
eenheid van instructie handleidingen van de activiteit(en) specifieke risicoanalyse van de activiteit materiaal en beheer logboeken
Niveau 3
Niveau 4
de instructeur
de hoofdinstructeur
Risicoanlyse Taakverdeling Organisatie activiteit Eenheid instructie incidenten & instructie • ehbo
• • • •
• • • •
• • • •
Risicoanlyse Taakverdeling Organisatie activiteit Eenheid instructie incidenten & instructie Ehbo Monitoring & training Materiaal en beheer ontwikkeling
10
16-3-2012
De risicoanalyse / SRI (standaard risico inventarisatie) • omschrijving buitensportprogramma en classificatie van het risico (deze staan in de tabel van low, medium en high risk) • ratio van de instructeur (hoeveel instructeurs op het aantal deelnemers. bijvoorbeeld 1 instructeur op 8 deelnemers bij klimmen) • Minimaal aantal benodigde instructeurs (bijvoorbeeld bij de toggle zijn minimaal 2 instructeurs nodig (voor het inbinden en bij het remsysteem) • minimale opleidingsniveau van de instructeur (assistent, instructeur of hoofdinstructeur) • omschrijving van de risicofactoren en de beheersingsmaatregelen (beheersingsmaatregelen kunnen o.a. verwijzen naar het veiligheidsplan) • omschrijving van de mogelijke gevolgen van de risicofactor(en)
risicobeheersing van de activiteit • • • • •
Goedgekeurde risicoanalyse Instructeurs‐werkverdeling Eenheid van instructie techniek/handeling Eenheid van instructie incident specifiek OF ‐ Organisatieformulier
De technische factor • persoonlijke uitrusting of accommodatie • persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) • collectieve beschermingsmiddelen (CBM’s)
Ratio bepalen • niveau van de deelnemers • de instructeur (opleidingsniveau) • de organisatievormen en de gekozen eenheid van instructie • Het risico
Risicofactoren • de technische factor • de menselijke factor • de organisatorische factor
De menselijke factor • de instructeurs en overige werknemers • de deelnemers • de toeschouwers en derden
11
16-3-2012
De organisatorische factor • instructie en begeleiding aan de deelnemers (organisatievormen, opleidingsniveau van de instructeur, etc.) • de locatie (indoor of outdoor) en de materiële middelen
Score kans (waarschijnlijkheidsfaktor) 1: Zeldzaam 1% kans, als de gebeurtenis zich voordoet binnen 1 jaar 2: Niet waarschijnlijk 1% tot 10% kans, als de gebeurtenis zich voordoet binnen 1 jaar. Komt slechts incidenteel voor. 3: Redelijke kans 10% tot 30% kans, als de gebeurtenis zich voordoet binnen 1 jaar. Komt slecht af en toe voor. 4: Waarschijnlijk 30% tot 50% kans, als de gebeurtenis zich voordoet binnen 1 jaar. Komt redelijk vaak voor. 5: Zeer waarschijnlijk Groter van 50% kans, als de gebeurtenis zich voordoet binnen 1 jaar. Geen twijfel dat het niet voor zal komen.
De risicoindex
Risicoindex = kans X effect Maximale score: 25 Acceptabele score: 4 (bij een maximum van 2 bij kans / effect)
De risicoanalyse (berekenen van de risicoindex) • Berekening van de kans (waarschijnlijkheidsfactor) • Berekening van het effect • De risicoindex
Score Effect 1: lichte verwonding Categorie pleisters plakken, kan activiteit vervolgen 2: verwonding zonder verzuim Verwonding met specifieke behandeling door Arts of EHBO‐post, vervolg activiteit niet mogelijk. 3: verwonding met verzuim Verwonding met specifieke behandeling door Arts of EHBO‐post, vervolg activiteit niet mogelijk. Verdere behandeling door Arts. 4: zwaar gewond met blijvende invaliditeit Verwonding met trauma en specifieke behandeling door specialist/ziekenhuis, vervolg activiteit niet mogelijk. Blijvende invaliditeit en AOW. Onderzoek justitie en keuringsdienst van waren. 5: Dodelijke verwonding Geen behandeling meer mogelijk, onderzoek door justitie en keuringsdienst van waren
Opstellen van risicofactoren De risicofactoren worden opgemaakt binnen 5 aangeven gebieden: - de instructeur - de deelnemers - de locatie - de organisatie - het materiaal - (overig) gaat het om objectief of subjectief gevaar?
12
16-3-2012
De beheersingsmaatregelen Alle oplossingen om het risico tot een acceptabel niveau te beperken! ‐ en wie is verantwoordelijk voor deze taak? ‐ is de beheersingsmaatregel acceptabel (A) of niet acceptabel (NA) ‐ (restrisico)
Soort verwonding • • • • • • • •
Totaal overzicht analyse
VA = vallen / struikelen BK = beknellen VB = verbranding VST = verstikking SN = snijden ST = stoten / schaven SCH = schotwonden VRD = verdrinking / onderkoeling
Taakverdeling instructeurs
13
16-3-2012
Opleidingsstructuur CIOS
Blok A
Assistent instructeur
Blok B
Buitensportinstructeur Outdoor‐animator
Blok C
Buitensportcoordinator specialist
Organisatie formulier
Interne bijscholing en opleiding
14
16-3-2012
Attitude van de instructeurs bedrijfscultuur • Taalgebruik • gepaste kleding (herkenning als
• Duidelijke uitwerking van de organisatievorm op een lesvoorbereidingsformulier, waarbij ook de didaktische werkvormen en aandachtspunten zijn verwerkt. • Duidelijke uitwerking van de eenheid van instructie • Scholingsprogramma • Toetsing van de vaardigheid, praktisch en theoretisch • Registratie van de geschoolde instructeurs • Intructeursvolgsysteem (monitoren) • taakverdelingen instructeurs
instructeur, ook van een grote afstand)
• • • • • • • •
Behulpzaamheid Inlevingsvermogen controle op veiligheid controle op naleving van opgestelde regels tijdig aanwezig professionele afstand tot deelnemers rookgedrag en alcohol Persoonlijke verzorging
Planning opleidingstrajecten maart
april
mei
juni
juli
augustus
septembe r
oktober
november
december
0%
0%
20%
60%
80%
100%
100%
100%
70%
30%
0%
0%
Werving nieuw instructeurs / stagiaires
Interne instructeursopleidingen
Monitoren instructeurs en refresh
Oefenen noodprocedures
Inleveren logboeken
februari
Monitoren instructeurs en refresh
januari
Boekingen Opleiding activiteit
Maand
Het persoonlijk logboek van de instructeur • • • •
aandachtspunten
Monitoren na de scholing • Voorbereidingen • eenheid van instructie • naleven en corrigeren van regels / gedrag • chronologische planning • waarborging van de veiligheid • overzicht en positie als instructeur • uitstraling als instructeur
Risicofaktor: de deelnemer(s)
persoonlijke gegevens en eigen CV gewerkte uren en dagen + activiteit trainingen (ehbo, interne opleiding) evaluaties en observaties Het logboek is opgeborgen bij het bedrijf, niet thuis. Ter inzage voor de hoofdinstructeur / bedrijfsleiding
15
16-3-2012
Kinderen (jonger dan 11 jaar)
- gevaar op fysieke overbelasting - lage concentratiecurve - besef voor gevaar - beperkte complexe handelingen - lichaamslengte
Verstandelijk gehandicapten
- vaak niet instaat m.b.t. complexe handelingen - onvoorspelbare handelingswijze - zien minder risico
50/60 plussers
- beperkte intensieve fysieke belasting - lage intensiteit
Vrijgezellenfeest
- minder serieus - alcoholconsumptie (onder invloed van…)
Lichamelijk gehandicapt
- beperkt in fysieke belasting en mogelijkheden - langere tijdsplanning voor activiteit
scholieren
- soms minder gemotiveerd - vorming van groepjes - fysiek soms minder vaardig
pubers
- minder gemotiveerd - afwijkend gedrag binnen organisatie
doof
- hogere ratio - instructie d.m.v. gebaren
blind
- hogere ratio - stap voor stap instructie
ADHD
- snel afgeleid - geen geduld voor lange uitleg - kan niet op z’’n beurt wachten
PDD-NOS
- slechte ontwikkelde sociale vaardigheden - beperkte verbale en non-verbale vaardigheden - stereotiep gedrag
Informatie verstrekking • kledingadvies (meestal sportkleding met dichte sportschoenen) • douchespullen en eventueel reservekleding • wel of geen lunchpakket • gegevens zorgverzekeraar en legitimatie • aanvang activiteit (duur van de activiteit) en bij wie te melden
Validiteitverklaring: • Geen juridische waarde • Wel aantoonbaar bewijs • Bewustwording van de deelnemers
Constructies
Vaste contructies controlesysteem
• controle van vaste touwen (touwbaan), controle op slijtage en dergelijk. • controle van verankeringpunten (slijtage, verbogen ogen, roest/oxidatie, scheuren in verankering muur/beton) • controle palen (houtrot, scheuren, etc.) • controle kwaliteit materiaal (planken, grepen, onderdelen)
16
16-3-2012
Keuringsnormen
• Keuring is momentopname • NEN‐normen nog niet verplicht
• NEN‐EN 12572‐1: artificiële klimstructuren met zekerpinten • NEN‐EN 12572‐2: boulderwanden • NEN‐EN 12572‐3: klimgrepen
Openbare gebieden
aandachtpunten • afval, glasscherven etc. • gevaarlijke obstakels (omgevallen boom over atb‐parcours, of wildwatertraject) • controle op mogelijk steenslaggevaar etc. • Controle objecten (haken etc.) • Wetgeving (lokaal)
Buitensportmateriaal
17
16-3-2012
Keurmerken materiaal
lijst met benodigde materialen
Materiaal onderhoud en aanschaf nieuw materiaal
aanschaf van het buitensport‐ materiaal
EN.341 Zekeringapparaten EN.353-1 Statisch touw EN.353-2 Dynamisch touw EN 354 Touw of ketting EN 355 Apparaat dat energie absorbeert EN 358 Positioneringgordels EN 361 Integraalgordels EN 362 Carabiners etc. EN 397 Industriële veiligheidshelmen EN 795 Verankeringmiddelen (haken etc.) EN 813 Heupgordels EN 1496 Reddingsapparaten voor hijsen EN 1498 Reddingsapparaten voor afdalen EN 1891 Prussiklijnen etc.
controle van het materiaal
Materiaal markeren • graveren op metalen voorwerpen (geen invloed op de breeksterkte) • tapen (alleen aan het uiteinde van het touw) of stickers (logo, keuringssticker) • markeren met behulp van een stift (touwlengte en midden markering) of andere bedrukkingmethode (logo’s etc.), eventueel stikken.
EN 564 Statische touwen EN 565 Tape EN 566 Schlings EN 567 stijgklemmen EN 568 Ijsboren EN 569 friends EN 892 Dynamische klimtouwen EN 893 Stijgijzers EN 958 Energieopname apparaten (b.v. klettersteige etc.) EN 959 Haken EN 12270 Nuts EN 12275 carabiners EN 12276 Hexentrics EN 12277 Gordels EN 12278 Katrollen EN 12492 Klimhelmen EN 13089 Materialen voor in het ijs
26e week 2009, fabrikatienummer: 1472
Gebruikersduur • grigri: 3 jaar • carabiners: 10 jaar • helmen: 5 jaar Fabrieksgarantie of eigen controlesysteem?
18
16-3-2012
materiaalbeheer • Laat buitensportmateriaal niet in direct zonlicht drogen. • Berg het materiaal op in een droge en donkere omgeving waar geen zonlicht bij kan komen. • markeer het materiaal en berg dit op, op een vaste plaats
EHBO‐beheer • Vaste ehbo voor locaties /activiteiten met registratienummer • Verpakking aanpassen naar omstandigheden • Inhoud aanpassen naar activiteit • Checklist met inhoud • Lijst met telefoonnummers / adressen • Reserve EHBO voor aanvulling • EHBO altijd verplicht aanwezig!
Organisatiemodel
Registratie van het materiaal • materiaal registratie lijst • materiaal uitgave en inname lijst voor activiteiten • materiaal check/onderhoud lijst, met daarop prioriteitsoverzicht voor reparatie en /of vervanging. • overzichtslijst wanneer en door wie onderhoud wordt verricht. Deze werkzaamheden moet een continue proces zijn.
Risicovolgsysteem
Ongevallen registratie
risicovolgsysteem veiligheidsplan en beleidsnotities
Bijstellen beleid en/of veiligheidsplan
eventueel externe audits
Uitvoering activiteiten & veiligheidsplan
interne audits en controle‐ systemen
19
16-3-2012
Inhoud melding • omschrijving van de aard van het incident (materieel, persoonlijk letsel, incident of vermissing) • aard van het letsel • datum en plaats van het voorval • de activiteit en de oorzaak van het voorval, betrokken materiaal • omschrijving slachtoffer • getuigenverklaring van de instructeur en/of deelnemers/derden • getroffen maatregelen na het incident • eventueel een schets van het voorval
Realiseerbaarheid • 1 landelijk meldpunt • Anonieme melding bij onafhankelijke organisatie • Registratie zowel door bedrijven als opleidingen (stage, etc.)
De externe audit
Een goede registratie betekend: • Doeltreffende maatregelingen • Risicobeperking en/of uitsluiting Wettelijk is een ongevallen registratie niet verplicht waardoor het in de praktijk geen vruchten af kan werpen. De huidige metingen zijn gebaseerd op ziekenhuis‐rapporten en verslagen uit het nieuws.
Auditten • Interne audit uitgevoerd door personeel (hoofdinstructeur binnen het bedrijf) controleert de processen
• Externe audit idem interne audit, alleen uitgevoerd door externe (onafhankelijke instantie), meestal om de 2 jaar.
Formulier interne & externe audit
• Nadeel: kosten (rond de 1000euro) ‐ eventuele oplossing: videoverslag + telefonisch interview (geen keurmerk aan gekoppeld, wel certificaat SIE)
• Voordeel: realistisch rapport • Voordeel: keurmerk (Tuv certificering)
20
16-3-2012
Ontwikkelingen 2010‐2011
Nieuwe ontwikkelingen
Open‐source risicobeheersing Registratie documenten (exel) Videoinstructies Specialisatieopleidingen Boek risicobeheersing + werkboek studenten & docentenhandleiding (PWT) • Certificaat SIE
• • • • •
Open source
Website SIE
Risicobeheersing Complete veiligheidsproducten in PDF (word voor leden) Alle publicaties & ontwikkelingen over veiligheid Ondersteunende documenten voor registratie Interne audit (uitgewerkt) Onderwijsproducten Ontwikkelingen i.s.m. buitensportopleiding. Continue aanvoer van nieuwe producten. Updates van huidige producten (verbeteringen) – op aanvraag voor leden • Online ongevallen‐registratie • Videoinstructies (eenheid van instructie / materiaalbeheer) • • • • • •
• • • •
Alles over risicobeheersing Forum over risicobeheersing Inloggen voor SIE‐leden multimedia
Discussieronde
21