Jaarverslag 2012
Het zal je maar gebeuren.. Je raakt betrokken bij een ongeval. Een ongeval waar je geen schuld aan hebt. Een ongeval dat plotseling gebeurt. Je rijdt rustig op je fiets naar huis en het volgende moment word je wakker in een ziekenhuisbed. Aangereden door iemand die het om wat voor reden dan ook niet nodig vond om zich om je te bekommeren, je gewoon achterliet en doorreed. Het zal je maar gebeuren… Je gezin moet het een tijdlang zonder je stellen, je kunt weken of misschien zelfs maanden niet naar je werk; je sociale leven ligt ineens lam, want je vrienden en kennissen vinden zo’n ziekenhuis maar vervelend. Je durft na je langdurige herstel niet meer goed het verkeer in en je bezoekt therapeuten om je weer over je angst heen te helpen. En daar bovenop komt dan nog de frustratie dat degene die al dat leed veroorzaakte onvindbaar is en blijft. Maar het wordt nog erger als het niet jou, maar je kind overkomt. Een heel jong kind nog, dat levenslang de littekens van dat ongeval met zich mee zal dragen. En jij zult levenslang het leed dragen van een ouder die zo’n onschuldig kind, met een heel leven voor zich, ineens ziet veranderen in een mens die voorgoed dagelijkse zorg behoeft. In dit jaarverslag laten wij de mensen achter het ongeval aan het woord. Een slachtoffer van een ernstig ongeval – in dit speciale geval niet het fysieke slachtoffer, maar de vader van dit kind – dus wel degelijk een slachtoffer. Daarnaast een tweetal belangenbehartigers, die alle zakelijke beslommeringen rond de vergoeding van zorg uit handen nemen. Een psycholoog vertelt in dit verslag meer over de psychische impact van een ongeval, Slachtofferhulp Nederland vertelt over hun ervaringen en we laten ook een personenschadebehandelaar van het Waarborgfonds meer vertellen over hoe hij met de behandeling van een dergelijk schade aan de slag gaat. Uit de interviews met deze mensen ontstaat een beeld van wat slachtoffers mee kunnen maken, de diepere laag onder wat hen is overkomen. Een beeld dat nooit écht recht kan doen aan de werkelijkheid, maar dat aantoont dat zorg voor deze mensen, wellicht niet in de laatste plaats van de kant van het Waarborgfonds, van groot belang is. Gelukkig vormt het aantal dossiers waarin sprake is van letsel, slechts een kleine minderheid van alle schaden die het Waarborgfonds jaarlijks in behandeling neemt. Vanwege de ernst en de impact, hebben wij er desondanks toch voor gekozen om juist aan dit onderwerp extra aandacht te geven.
‘Doorrijden na een ongeval’
Jaarverslag 2012
Personalia
Het Bestuur mr drs R.J. Hof voorzitter drs F. van Bruggen (vanaf 1 januari 2013) mr L.J.H. Ceelen (vanaf 1 december 2012) mw M.M. Heezen (vanaf 24 mei 2012) mr J.M.J. Hommel MMO (tot 24 mei 2012) mr T.L.W.M. Mallant mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen (t/m 31 december 2012) mr F.J.D. Wiegerink (tot 1 december 2012) Contactpersonen mr dr C.B. van der Net Ministerie van Justitie drs F.C. Keppels Ministerie van Financiën Directie Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. voor deze: mr F.J. Blees N.J.M. Barendse RA
Jaarverslag 2012
Inhoud
1
Inleiding
6
2
Financieel resultaat
7
3
Prestaties
10
4
Ineas/IIC
17
5
Het Waarborgfonds als schadevergoedingsorgaan
6
Governance
21
7
Risicomanagement en compliance
24
8
Bestuur
28
9
Toekomstverwachting
29
Jaarrekening Balans per 31 december 2012
20
30 30
Staat van baten en lasten over 2012
31
Kasstroomoverzicht over 2012
32
Toelichting
33
Overige gegevens
48
Kerncijfers
50
Jaarverslag 2012
3
T YC H O D AV I D S -
VA D E R VA N S L A C H T O F F E R
‘Dat we het goed konden regelen, bracht veel rust’ Tycho Davids is de vader van Sam Davids (7). Sam werd vijf jaar geleden aangereden door een scooter. De dader reed door en is nooit gevonden, ondanks massale mediaaandacht en een goed lijkende compositietekening. Sam liep een drievoudige schedelbreuk op en kreeg kort na het ongeval een hersenbloeding die hem deels verlamde. “Het eerste jaar na het ongeval zaten mijn vrouw en ik in de overlevingsstand. Sam was er slecht aan toe. Het was ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Artsen durfden weinig te voorspellen over hoe het met Sam zou gaan als hij groter zou worden. Op het moment van het ongeluk was onze dochter bovendien een paar weken oud. Je kunt je niet voorstellen wat er op dat moment op je afkomt.” “Pas na maanden was er tijd voor emoties. We waren boos, gefrustreerd. Ik vervloekte de dader. Dat hij een weerloos jongetje voor dood heeft achtergelaten op straat en niet het lef heeft gehad om zich te melden. Dat is dus de harde maatschappij waar we in leven. En mijn zoon is daar het slachtoffer van. Daarnaast moesten wij leren leven met het feit dat onze lieve, aardige, aanhankelijke, grappige en eindeloos geduldige Sam in één klap een invalide jongetje werd.”
Het allerbeste “Voor mijn vrouw en mij stond meteen als een paal boven water dat Sam het allerbeste verdiende. Maar we hadden geen idee waar we moesten beginnen. Gelukkig kregen we in het ziekenhuis van de maatschappelijk werker het kaartje van letselschadebureau Kloppenburg. Zo kwam Peter Sonder bij ons in beeld en dat is tot op de dag van vandaag heel plezierig voor ons.” “Hij bracht ons bovendien in contact met het Waarborgfonds. Dat was nodig, want inmiddels zaten we financieel behoorlijk aan de grond. Je moet je voorstellen dat allerlei kosten op ons terechtkwamen, er was immers geen dader. Het Waarborgfonds heeft onmiddellijk gezorgd dat we weer ons dagelijks brood konden kopen.”
Rust “Als ik moet omschrijven wat het Waarborgfonds ons heeft gegeven, dan is het antwoord: rust. Zij hebben ervoor gezorgd dat we een geschikt vervoermiddel konden kopen, zodat we mobieler zijn. Zij hebben ons geholpen toen we moesten verhuizen, want in onze bovenwoning met spiltrap konden wij niet meer blijven. En dat allemaal in goed overleg en op basis van wederzijds vertrouwen. Die erkenning, die krijg je niet van elke instantie.” “De afgelopen jaren is Sam met vallen en opstaan een originele, goedgehumeurde jongen geworden, die zich met een looprek redelijk kan voortbewegen. Hij gaat naar een speciale school, en volgens de juf maakt hij daar grote sprongen vooruit. Sinds de geboorte van zijn tweelingzusjes, nu anderhalf jaar geleden, praat en loopt hij beter. Maar er is ook veel wat niet goed gaat. Sam is oversensitief. Hij is niet zindelijk. Er is zoveel dat hij nooit zal kunnen. Het doet soms pijn als ik zie hoe gemakkelijk onze oudste dochter van bijna vijf zich door het leven beweegt. Ja, ik vind dat confronterend.”
Glimlach “We kijken naar de toekomst. Dat kan nu weer met een glimlach, ook dankzij de geboorte van onze tweeling. Maar de pijn blijft, die kan ook een Waarborgfonds niet wegnemen. Sam is voorgoed veranderd, van onze sociale kring is niets meer over, onze plannen om te emigreren zijn voorgoed van de baan. Ons leven is anders. Door één asociale jonge heer op een scooter.”
1. Inleiding
Ook in 2012 werd het nieuws vaak bepaald door alle ontwikkelingen rond de Eurocrisis. Hoewel een aantal regeringen bezuinigingsmaatregelen heeft aangekondigd – soms van draconische omvang lijkt het einde van de crisis nog niet in zicht. Het was ook een jaar van nationale turbulentie, met de val van een kabinet, verkiezingen en de samenstelling van een nieuw kabinet. Gebouwd op een coalitie die is veroordeeld tot het sluiten van compromissen, heeft dit kabinet de opdracht om diezelfde Eurocrisis, de toenemende werkloosheid en het begrotingstekort het hoofd te bieden. Het Waarborgfonds Motorverkeer wordt in zijn taak niet gehinderd door het komen en gaan van kabinetten of door de Eurocrisis. Nog steeds helpen wij slachtoffers die door toedoen van onbekende of onverzekerde daders schade hebben geleden die zij niet bij hun verzekeraar kunnen claimen. De veroorzakers van dat leed, de doorrijders, zijn dit jaar onderwerp van aandacht in de media geweest, waardoor ook het Waarborgfonds extra aandacht kreeg. De commerciële zenders voorop, gevolgd door regionale zenders en de landelijke pers gaven kort na elkaar te kennen meer te willen weten over de taak van het Waarborgfonds. Mede getriggerd door die publiciteit, heeft het fonds besloten om extra aandacht aan die taakbekendheid te geven, wat in 2012 heeft geleid tot de eerste praktische stappen in die richting. Ook de keuze van het thema van dit jaarverslag werd bepaald door de aandacht vanuit de samenleving. Dit jaar staat daarom het leed dat de doorrijder veroorzaakt centraal en laten we een slachtoffer, een tweetal belangenbehartigers, de behandelaar van het Waarborgfonds, een psycholoog en Slachtofferhulp Nederland aan het woord over de impact van een ongeval waar een doorrijder bij betrokken was. De uitbouw van ons digitaal klantenportaal nadert aan het einde van 2012 haar voltooiing, zodat begin 2013 zowel particuliere klanten als tussenpersonen alle soorten schaden via het medium internet bij ons kunnen indienen. We verwachten dat de tevredenheid van onze klanten hiermee een nieuwe impuls krijgt, vanwege zowel het gemak dat dit portaal hen biedt, als de verbeterde efficiency – en dus snelheid - bij de verwerking van hun verzoek om schadevergoeding. Aan professionele aanbieders van schaden bieden wij nu de mogelijkheid om via e-mail claims in te dienen. De digitale snelweg raakt zodoende steeds dieper verankerd in onze processen, wat in dit verslagjaar tot uitdrukking komt in een consolidatie van onze doorlooptijden. Ons team medewerkers heeft dit jaar opnieuw blijk gegeven van een hoge mate van betrokkenheid, inzet en professionaliteit. Zonder dit team zou het Waarborgfonds niet in staat zijn om zijn dienstverlening succesvol uit te voeren en dus gaat onze dank naar de leden daarvan uit. Rijswijk, 24 april 2013 Het bestuur
De directie Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V.
mr drs R.J. Hof, voorzitter
Voor dezen
drs F. van Bruggen
mr F.J. Blees
mr L.J.H. Ceelen
N.J.M. Barendse RA
mw M.M. Heezen mr T.L.W.M. Mallant
6
Jaarverslag 2012
2. Financieel resultaat
De door Verzekeraars en de Staat te betalen bijdrage aan het Waarborgfonds is voor 2012 verhoogd met ruim 16% omdat eind 2011 de nagestreefde afbouw van de liquide middelen nagenoeg gerealiseerd was. De verhoging van de bijdrage werd ook nodig geacht doordat voor 2012 een verdere verhoging van het aantal claims ten opzichte van 2011 werd verwacht. Deze verwachte stijging in aantal claims is niet uitgekomen. Het aantal ontvangen claims in 2012 ligt 10,7% onder het aantal in 2011 ontvangen schaden. Deze daling in ontvangen schaden is ook zichtbaar in de daling van de bruto (betaalde) schade. De schadelast over 2012 werd daarnaast positief beïnvloed ten opzichte van 2011 door een vrijval in de afwikkeling van oude schaden ad € 5,5 miljoen terwijl in 2011 de afwikkeling van oude schaden nog een extra last opleverde van € 5,7 miljoen. De bedrijfskosten bleven binnen de begroting. Het saldo van baten en lasten wordt verrekend met de in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen.
Jaarverslag 2012
7
PETER SONDER -
B E L A N G E N B E H A RT I G E R
‘Geen houtjetouwtjeoplossingen’ Peter Sonder is belangenbehartiger bij letselschadebureau Kloppenburg. In die hoedanigheid heeft hij regelmatig te maken met het Waarborgfonds. Zoals in het geval van Sam Davids, het jongetje dat ernstig hersenletsel opliep nadat een scooter hem aanreed en doorreed. “Letselschadekantoren heb je in allerlei soorten en met verschillende stijlen. Onze filosofie is om praktische oplossingen te zoeken voor problemen die ontstaan na een ongeval. Wij zijn er vooral om mensen verder te helpen, ook met niet-materiële zaken.” “Ik heb cliënten met een gebroken arm die ik één keer zie en ik heb cliënten zoals Sam. Door het jarenlange contact met hem en zijn ouders ontstaat een vertrouwensrelatie. Zaken zoals met Sam zijn uitzonderlijk. Daar moet je er geen tien van hebben, daarvoor hebben ze te veel impact. Dat het om een kind gaat, maakt het heftiger.” “Ik heb vier zaken in behandeling waarbij de dader onbekend is. Dat vreet aan mensen. Ik heb ze eraan kapot zien gaan. De woede is heel begrijpelijk, maar uiteindelijk contraproductief. Het staat herstel in de weg, en je ziet bovendien dat in dit soort situaties heel veel relaties stuklopen. Ik probeer dat in mijn gesprekken aan te geven: denk ook aan elkaar.”
Goed geregeld “Het maakt het voor mensen gemakkelijker als ze weten dat de randvoorwaarden goed geregeld kunnen worden. En dan gaat het echt niet alleen om geld, maar ook om allerlei praktische zaken. Bij een aantal verzekeringsmaatschappijen loop ik tegen muren op. Ze zijn vaak weinig coöperatief, wijzen zaken per definitie af of willen eerst van alle schade bewijsstukken ontvangen voor ze tot betalen overgaan. Dan kan het soms maanden duren voor
een slachtoffer een voorschot op de schadevergoeding ontvangt. Bij het Waarborgfonds heb ik een heel andere ervaring. Zij zijn meestal welwillend, luisteren goed en gaan daadwerkelijk op zoek naar de beste oplossing. Daarin gaan ze best ver. In het geval van Sam hebben we een unieke constructie bedacht, waardoor het mogelijk werd dat de familie een huis kocht waar ze als een gewoon gezin konden gaan bouwen aan de toekomst. De manier waarop we dat gezamenlijk hebben opgepakt – de klant, ons bureau en het Waarborgfonds – is wat mij betreft een voorbeeld van hoe het zou moeten. Geen houtje-touwtjeoplossingen, maar samen nadenken over wat het beste is voor het slachtoffer. Op de langere termijn zijn alle partijen daar het meest bij gebaat. Dat vraagt trouwens een inspanning van iedereen, ook van de klant. Het is bij het Waarborgfonds niet: U vraagt, wij draaien. Zo is het nou ook weer niet. Maar ze begrijpen wel beter dan de meeste partijen dat het harmoniemodel uiteindelijk het meeste oplevert.”
3. Prestaties
Aan de hand van aantallen, bedragen en percentages, gaan wij in dit hoofdstuk in op onze werkzaamheden, waarbij ook de historie wordt betrokken.
Ontvangen schadeclaims Wij kunnen de door ons ontvangen claims in twee groepen verdelen, namelijk schaden toegebracht door onbekend gebleven veroorzakers (a) en die, waarbij de veroorzaker onverzekerd was ten tijde van het ongeval (b tot e). De onverzekerde veroorzaker b. is zijn verplichting tot het verzekeren van zijn voertuig niet nagekomen c. reed in een door diefstal of geweld verkregen voertuig d. was verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij die insolvent is geraakt e. is van de verzekeringsplicht vrijgesteld wegens gemoedsbezwaren óf reed op een zogenaamde “elobike”. Hieronder worden de aantallen uit deze categorieën over de afgelopen jaren getoond: onbekend
onverzekerd
a
b
c
d
e
totaal
2008
53.702
2.377
399
-
79
56.557
2009
50.462
2.199
433
-
70
53.164
2010
54.207
2.254
420
210
83
57.174
2011
51.720
1.989
380
60
106
54.255
2012
46.409
1.616
365
-
86
48.476
Het verslagjaar 2012 laat ten aanzien van voorgaande jaren een forse terugloop (10,7%) van het aantal door ons ontvangen schadeclaims zien. Wat de precieze oorzaken van deze vermindering zijn, is moeilijk in te schatten, maar omvat zeker een stelsel van factoren zoals de verbeterde verkeersveiligheid, minder verreden kilometers vanwege de economische crisis, minder vrachtverkeer, meer OV, enzovoort. Dit jaar werden geen nieuwe claims meer in behandeling genomen inzake het in faillissement geraakte Ineas/IIC. Bij de verwerking van de claims, hanteren wij een uitsplitsing van claims, gebaseerd op de wijze waarop onze interne processen zijn ingericht. Daarbij maken wij onderscheid naar schaden waarbij sprake was van letsel, schaden aan voertuigen die zijn toegebracht tijdens parkeerstand, de zogenaamde wegmeubilairschaden (schaden aan vangrails, lichtmasten, etc.) en overige materiële schaden. In de groep personenschaden zien wij van 2011 naar 2012 een daling van 9,5%, namelijk van 1.745 naar 1.580. Gezien de vaak ernstige gevolgen voor betrokkenen is het verheugend een dergelijke daling te kunnen signaleren. Het aantal claims inzake parkeerschaden, bedroeg in 2012 26.415. Dit betekent een daling van 8,5% ten opzichte van de in het verslag over 2011 vermelde 28.881. Ten aanzien van wegmeubilairschaden kunnen wij over het verslagjaar een daling melden van 13,8%, namelijk van 18.005 claims in 2011 naar 15.529 in 2012. Onze belangrijkste aanbieders van claims in dit segment zijn onzeker over de oorzaak van deze plotselinge terugloop. Duidelijk is dat deze daling een niet onaanzienlijk effect op onze totalen heeft.
10
Jaarverslag 2012
Ontwikkeling ontvangen claims vs wagenpark
Index: 2005=100
120 115 wagenpark 110 105 100 wegmeubilair 95 personenschade 90 85 totaal 80 parkeer 75 overige materiële schaden 70 2008
2009
2010
2011
2012
De groep overige materiële schadeclaims vertoont over 2012 een daling van 11,9%, namelijk van 5.624 in 2011 naar 4.952 in 2012. Vanaf 2008 zien we een grillig verloop in de ontwikkeling van de aantallen claims, waarbij opvalt dat in 2012 voor het eerst een verandering is te zien die duidelijk afwijkt van ons statistisch gemiddelde. Daarom is het moeilijk om een toekomstverwachting over deze ontwikkeling uit te spreken.
Beslissingen in schadeclaims Gedurende het jaar 2012 werd in 50.779 (2011: 55.874) dossiers een toe- of afwijzende beslissing genomen. 74,3% (37.704) van die claims werd geheel of gedeeltelijk toegewezen, een afname van 1,2% ten opzichte van het jaar 2011 (75,5%). Hieronder ziet u een grafiek met daarin de uitkomsten per categorie. Het toewijzingspercentage bij wegmeubilairschaden van 96,2% (in 2011: 94,4) is uiteraard een factor die het totaal sterk bepaalt. Dit hoge percentage ontstaat doordat het bij wegmeubilair eenvoudiger is aan de bewijseisen te voldoen en omdat wij met de partijen die deze claims indienen op intensieve wijze afstemmen welke claims wel of niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Toewijzingspercentage naar categorie 100 95 90 85 80 75 70 parkeerschaden 65
wegmeubilairschaden
60
overige materiële schaden
55
personenschaden
50
totaal 2008
2009
2010
2011
2012
Jaarverslag 2012
11
Onze klanttevredenheid hangt nauw samen met het al dan niet toewijzen van de claim. Daarom willen wij de taakbekendheid van het Waarborgfonds verbeteren en zodoende niet alleen de professionele markt, maar uiteindelijk ook particuliere klanten vooraf duidelijk maken of de claim die zij willen indienen enige kans van slagen heeft. In het komend jaar zal daartoe een nieuwe website “schadezonderdader.nl” worden ingericht. De bezoeker weet direct na beantwoording van een klein aantal eenvoudige vragen of de schade in beginsel door het Waarborgfonds vergoed kan worden.
Doorlooptijden Onze processen zijn in de laatste jaren geoptimaliseerd in de richting van een vlot klantencontact en een snelle behandeling van de verzoeken om schadevergoeding. Dat blijkt uit een herhaling van het cijfer uit het voorgaande jaar: gemiddeld bedroeg de behandelingstijd van een claim in 2012 26 kalenderdagen. Een kanttekening bij het streven naar een korte doorlooptijd is echter op zijn plaats: uit ons jaarlijks uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek blijkt, dat men in het algemeen een nóg kortere behandelingstijd niet als bijzonder waardevol beoordeelt. Een zeer korte doorlooptijd zou de indruk kunnen wekken dat wij ons onvoldoende in een dossier verdiepen; een beeld dat wij zeker niet willen oproepen en dat ook niet aan de werkelijkheid beantwoordt. De effectieve tijd die de behandelaar aan een dossier besteedt is namelijk niet minder. Wel worden processen efficiënter ingericht. Doorlooptijd in kalenderdagen naar categorie 60 50 40 30 parkeerschade 20
wegmeubilair
10
overige materiële schade gemiddeld materieel
0 2008
2009
2010
2011
2012
De verschillen in gemiddelde doorlooptijden tussen de onderlinge categorieën zijn logisch verklaarbaar uit de aard van de schade. Behandeling van een wegmeubilairclaim neemt nu eenmaal veel minder tijd in beslag dan van een claim in het rijdend verkeer, waarbij schuldvraag- of toedrachtonderzoek moet worden uitgevoerd. Omdat de herstelperiode van een slachtoffer vaak bepalend is voor de doorlooptijd van het dossier, tonen wij de doorlooptijd van personenschaden niet in dit overzicht. Daarbij geldt natuurlijk wel, dat wij ook bij personenschaden het streven hebben tot een zo vlot mogelijke afwikkeling te komen. Daarom meten wij de doorlooptijden van personenschaden niet alleen op grond van de snelheid waarmee wij tot een beslissing komen, maar ook op grond van het aantal nog openstaande dossiers uit voorafgaande schadejaren. De meting op basis van deze factoren is onderdeel van de Gedragscode behandeling personenschade (GBL), die wij hebben ondertekend. In de categorie letselschaden die langer lopen dan 2 jaar hebben wij niet meer dan 5% openstaande dossiers.
12
Jaarverslag 2012
Schade-uitkeringen Tijdens het verslagjaar 2012 keerden wij € 59,0 miljoen uit. In 2011 lag dat bedrag op € 68,0 miljoen. U vindt een uitsplitsing naar schadecategorieën van dit bedrag op pagina 51 van dit verslag.
Klanttevredenheid Sinds vele jaren laat het Waarborgfonds jaarlijks de tevredenheid van onze klanten meten. De uitkomst van dit onderzoek, die wordt aangegeven als “Net Promoter Score” (NPS), is de aftreksom van promoters – zij die ons beoordelen met het rapportcijfer 8 of hoger – en de detractors – de groep die ons beoordeelt met rapportcijfer 5 of lager. De groep respondenten die ons een 6 of 7 geeft, de passives, wordt als “neutraal” beschouwd en wordt daarom in de vergelijking niet meegenomen. Klanten die hun claim toegewezen hebben gekregen zijn eerder geneigd om hun medewerking aan het klanttevredenheidsonderzoek te geven dan zij die hun claim afgewezen zien worden. Daarom heeft het bureau dat het onderzoek verricht besloten een weging op zowel de score van voorgaande jaren als van het verslagjaar toe te passen. verloop NPS gewogen
ongewogen
2012
+0
+23
2011
+7
+34
2010
-4
+15
De daling van 7 punten in de gewogen NPS score wordt als niet wezenlijk beoordeeld. In het algemeen roemen de promoters onze processen en vlotheid. De detractors zijn vooral niet te spreken over de strengheid die wij hanteren ten aanzien van bewijslevering. Deze wordt vaak als “onredelijk” ervaren. De uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek hebben in ieder geval aangetoond dat wij onze inspanningen nog meer moeten richten op een deugdelijk verwachtingsmanagement. Als, al voordat de claim wordt ingediend, onze klant meer duidelijkheid krijgt over hoe kansrijk zijn claim is, dan voorkomt dat veel frustratie en ontevredenheid over een afwijzende beslissing. Sinds 2010 ontvangen wij geregeld terugkoppeling over onze dienstverlening vanuit een klantenpanel, waarin een aantal zakelijke claimanten is vertegenwoordigd. Opnieuw heeft dit panel goede diensten bewezen, vooral bij afstemming van onze wederzijdse processen en blijkt daarom veel waardevoller voor ons dan een jaarlijks onderzoek, dat meestal onder dezelfde, vaste contacten plaats heeft. In samenwerking met het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) wordt jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Voor 2012 kwam het rapportcijfer van dit onderzoek uit op 8,0 (2011: 7,8). Dit heeft uiteraard alleen betrekking op de door het fonds behandelde personenschaden. Ons interne klachtenbureau ontving in 2012 35 klachten (2011: 38), waarvan er uiteindelijk 4 gegrond werden verklaard. In 2012 richtten 10 personen zich tot het KiFiD met een klacht over het Waarborgfonds (2011: 14). In één geval werd de klacht ingetrokken; in de overige 9 gevallen verklaarde de Ombudsman 6 keer ongegrond, werd 1 klacht niet in behandeling genomen, is 1 klacht nog steeds in behandeling en is in 1 klacht een gedeeltelijke schadevergoeding toegewezen.
Jaarverslag 2012
13
FRANK EMMERIG -
TEAMLEIDER PERSONENSCHADE
‘De uitdaging is om het slachtoffer optimaal te helpen’ Frank Emmerig is teamleider personenschade bij het Waarborgfonds. “Onze afdeling behandelt rond de 1700 schades per jaar. In ongeveer driekwart van de gevallen reed de dader door na een ongeval, in de overige gevallen gaat het om een onverzekerde dader. Het Waarborgfonds treedt in dit soort zaken op als de aansprakelijke partij. Dat is een gekke situatie. Wij weten immers ook niets van de dader.” “Als een geval bij ons wordt aangemeld, beginnen wij met een beoordeling. Bij ernstige gevallen brengt één van de drie mensen in de buitendienst, onder wie ik, een bezoek aan de betrokkene. Dat is vaak confronterend voor deze persoon, wij zijn in zekere zin toch het verlengstuk van de dader. Het is belangrijk dat we vooraf goed uitleggen wat we komen doen. Ook bezoeken wij de betrokkene het liefst in de huiselijke omgeving, zodat zijn verhaal écht centraal staat. Meestal is ook zijn of haar belangenbehartiger aanwezig. Dat kan iemand van een letselschadebureau zijn of een rechtsbijstandverzekeraar.”
Passende oplossing “In zo’n gesprek inventariseren we wat er is gebeurd en hoe het nu met iemand gaat. We stellen vragen over de persoonlijke, sociale situatie van onze klant. Bij het beoordelen van het letsel laten we ons bijstaan door medisch adviseurs. De belangrijkste vraag is eigenlijk: waar loop je tegenaan sinds het ongeluk? Het is aan ons om daar een passende oplossing voor te bieden.” “In het eerste gesprek merk je vaak al dat er een grote psychische component is. Mensen voelen zich aan hun lot overgelaten als de dader onbekend of onverzekerd is. De woede en het onbegrip die dit oplevert, vertragen de genezing. Wij kunnen als Waarborgfonds de pijn wel iets verlichten, door uit te leggen dat wij ze financieel tegemoet kunnen komen. Maar de dader achterhalen kunnen wij niet, en je merkt dat dit blijft knagen. Ook in latere gesprekken.”
“Hoeveel gesprekken je hebt met mensen hangt af van de ernst van het letsel. Er zijn mensen die je één of twee keer bezoekt. Er zijn ook mensen die je jaar in jaar uit blijft zien, minimaal één keer per jaar. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het jongetje Sam, die een ongeluk kreeg toen hij tweeënhalf was. Nu is hij zeven en voorlopig blijven wij wel in beeld, misschien wel altijd. Wel weeg je voortdurend af hoeveel contact er moet zijn. Sam en zijn ouders moeten zich er prettig bij voelen.”
Knuffelbeertje “Het is in dit werk heel belangrijk om een mensen-mens te zijn en stevig in je schoenen te staan. Je komt veel ellendige verhalen tegen. Veel verdriet en woede. Er zijn wel opleidingen die je kunnen ondersteunen, maar veel komt op jou neer. Toen ik voor de eerste keer naar Sam ging, vond ik dat best moeilijk. Ik heb toen een knuffelbeertje gekocht. Dat brak in elk geval het ijs.” “Wat mij inspireert is dat je veel voor mensen kunt betekenen. De uitdaging is om iemand het optimale te bieden, binnen de bestaande regels natuurlijk. Ik probeer een schade zo snel en transparant mogelijk af te handelen. Kan iemand niet meer in zijn huidige woning blijven? Dan schakel ik partijen in om die verhuiswens te realiseren.” Doorrijden na een ongeval is helaas van alle tijden. De consequentie daarvan is ernstig. Daar mag best meer aandacht voor komen. Eigenlijk, bedacht ik laatst, zou er bij het rij-examen al aandacht voor moeten zijn. Enerzijds denken toekomstige weggebruikers dan misschien beter na voordat ze doorrijden na een ongeval. Anderzijds leren ze dan ook al over het bestaan van het Waarborgfonds. Misschien dat ik toch maar eens contact moet opnemen met het CBR.”
Verhaal op onverzekerden De uitgekeerde schaden in claims waarbij sprake was van een aansprakelijke, onverzekerde veroorzaker, worden door het Waarborgfonds verhaald op die dader. Het recht van verhaal is vastgelegd in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) en dient meerdere maatschappelijke doelen. Naast de inspanningen van de overheid om de verzekeringsplicht te handhaven is het onmisbaar als instrument om het verzekeringssysteem van de Wam in stand te houden. De kans om na het onverzekerd veroorzaken van een ongeval voor de volledige schade te worden aangesproken is bovendien een goede stimulans om zich te verzekeren. Met onze verhaalsacties voorkomen wij ook dat de verzekerden een hogere bijdrage aan het Waarborgfonds zouden moeten opbrengen. De verzekerden brengen via hun verzekeringspremie immers de middelen op waarmee de slachtoffers van onverzekerde weggebruikers door het Waarborgfonds schadeloos worden gesteld. Daarnaast ervaren slachtoffers – vooral als er sprake was van personenschade - het als een vorm van immateriële genoegdoening dat de onverzekerde dader de financiële dans niet ontspringt. In 2012 incasseerde het Waarborgfonds een bedrag van € 2,6 miljoen; gelijk aan dat van 2011.
Ontwikkelingen In de loop van het verslagjaar werd onze aandacht gevestigd op een fenomeen dat steeds vaker wordt gehanteerd in de Nederlandse gemeenten om het verkeer in gewenste banen te leiden, namelijk de beweegbare blokkade of “poller”. Het betreft hier een paal in de weg die door middel van een elektronisch signaal omlaag kan worden bewogen, waarna deze weer automatisch terug omhoog komt, zodra een enkel voertuig de barrière is gepasseerd. Wij stellen vast dat deze pollers met hoger dan redelijk te verwachten frequentie worden beschadigd door aanrijdingen; in enkele gevallen zelfs meerdere tientallen malen per jaar. Wij hebben onderzoek laten doen naar de rechten en plichten van zowel de schade vorderende gemeenten en het Waarborgfonds en de conclusie die uit het onderzoek volgde, is dat een deel van de schade aan de eigen schuld van de gemeente is toe te rekenen als zij geen passende maatregelen treft om het aantal schaden te beperken, of de genomen maatregelen kennelijk geen effect hebben. Wij zullen in 2013 de betreffende gemeenten inlichten over ons standpunt hierin en onze interne processen hierop aanpassen.
Fraudebestrijding Het bestrijden van fraude is sinds jaar en dag een belangrijk item bij het Waarborgfonds. Net als verzekeraars staan ook wij bloot aan pogingen tot misbruik. Het grote verschil met verzekeraars is dat wij geen verzekerden hebben, maar aangesproken worden door personen waar wij geen (polis)relatie mee hebben. Kort gezegd: sommige benadeelden pogen met behulp van onjuiste gegevens een uitkering te verkrijgen terwijl daar geen recht op bestaat. Zij zetten daarbij niet alleen beproefde middelen in maar worden steeds inventiever. Wij besteden veel tijd en energie aan de beheersing en bestrijding van fraude. De kwaliteit daarvan wordt uiteraard mede bepaald door ons kennisniveau. Dat bewaken wij continue door het volgen van opleidingen en training en door het verzorgen van workshops voor de schadebehandelaren. Doel van dergelijke workshops is het bereiken van een groter fraudebewustzijn en het creëren van alertheid door kennis van risico-indicatoren, het gebruik van stroomschema’s die de processen meer inzichtelijk maken, een betere beoordeling van bewijs en gebruik van (externe) databases. De afdeling Speciale Zaken werkt nauw samen met marktpartijen zoals onder meer het Verbond van Verzekeraars. Het Waarborgfonds heeft 2 medewerkers van Speciale Zaken in het register coördinator fraudebeheersing van het NIVRE. Aanpak en opleiding hebben een positief gevolg gehad. In 2012 is een bespaard bedrag gerealiseerd van € 2,8 miljoen, ruim € 1,1 miljoen meer dan vorig jaar. Dat heeft voor een deel te maken met een aantal grote schaden. 16
Jaarverslag 2012
4. Ineas/IIC
Op basis van artikel 25 eerste lid, onder d van de Wam heeft het Waarborgfonds een taak bij het vergoeden van schade aan benadeelden van een veroorzaker van wie de verzekeraar in staat van onvermogen is geraakt. De afgelopen decennia had zo´n situatie zich in Nederland niet voorgedaan, maar op 24 juni 2010 heeft de rechtbank Amsterdam de noodregeling uitgesproken over de Nederlandse internet autoverzekeraar International Insurance Corporation (IIC), handelend onder de naam Ineas, gevolgd door een faillissement op 20 oktober 2010. Ook omdat wij onze overige uitkomsten in dit jaarverslag helder willen vergelijken met 2010, presenteren wij de gevolgen van het faillissement in dit aparte hoofdstuk. Ineas sloot niet alleen autoverzekeringen in Nederland maar bood in dienstverrichting ook autopolissen aan in een aantal andere landen, totaal ruim 94.000 contracten verspreid over Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Deze polissen zijn door de curator beëindigd per 1 september 2010. Evenals in Nederland geven de waarborgfondsen in Duitsland en Frankrijk dekking in geval van een onvermogende verzekeraar. Het Spaanse Waarborgfonds echter geeft daarvoor geen dekking als het een buitenlandse verzekeraar betreft die in dienstverrichting Spaanse motorrijtuigen heeft verzekerd. Op basis van een in 1995 gesloten overeenkomst tussen waarborgfondsen betaalt het waarborgfonds in het land van vestiging van de verzekeraar de uitgekeerde schade terug aan het fonds dat in het land van dienstverrichting in eerste instantie garant staat jegens de benadeelden. Terwijl daarover eerst onduidelijkheid bestond, is inmiddels vast komen te staan dat deze overeenkomst alleen van toepassing is, als het waarborgfonds van de lidstaat van dienstverrichting zelf gehouden is het slachtoffer schadeloos te stellen. Concreet betekent dit dat wij in deze de uitkeringen van het Duitse en Franse Waarborgfonds restitueren, maar van het Spaanse Waarborgfonds niet. De in 1995 gesloten overeenkomst is inmiddels gecontinueerd en in zoverre aangepast dat enerzijds ook waarborgfondsen die niet gehouden zijn om op te treden bij insolventie van motorrijtuigverzekeraars kunnen toetreden, anderzijds is tevens overeen gekomen dat het waarborgfonds van de lidstaat van vestiging van de verzekeraar jaarlijks niet meer behoeft te restitueren aan het waarborgfonds van de lidstaat van dienstverrichting dan overeenkomt met 0,5 % van het totale jaarlijkse marktpremie-inkomen uit Wam-verzekeringen. Op deze wijze worden liquiditeitsproblemen bij het waarborgfonds uit de lidstaat van vestiging van de verzekeraar voorkomen. Er zijn in 2012 geen nieuwe claims meer in behandeling genomen inzake het in faillissement geraakte Ineas/lIC.
Jaarverslag 2012
17
GEORGE SMITS -
P S YC H O L O O G
‘Het kan helpen als de schuldige bekend is’ George Smits is psycholoog bij de Bossche praktijk Smits en Beerends. Hij behandelt zo’n vijf tot tien verkeersslachtoffers per jaar en geeft trainingen aan onder meer letselschade-experts en arbeidsdeskundigen. “Het helpt als de dader bekend is”, zegt hij. “In mijn praktijk heb ik geleerd dat ieder mens anders reageert na een verkeersongeval. Niet alle mensen hoeven na zo’n gebeurtenis standaard naar de psycholoog. De verwerking heeft simpelweg ook tijd nodig. Maar als iemand angstklachten houdt, slecht slaapt, nare dromen heeft, het ongeluk voortdurend herbeleeft of erg somber is, dan heeft zo iemand misschien baat bij een bezoek aan een psycholoog. Vaak kan een schade-expert of arbeidsdeskundige goed inschatten of dat nodig is. En de directe omgeving voelt het vaak nóg beter aan.”
Groeiende angst “Angst kan diep doorwerken. Stel je bent aangereden door een grijze Opel. Dan kun je bang worden voor grijze Opels, maar ook voor alle grijze auto’s, alle Opels, of zelfs voor alle auto’s. Om dat te voorkomen, is het goed om open over je angst te praten, maar ook om zo snel mogelijk gewoon weer te gaan rijden. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat de angst alleen maar groter wordt.” “Het verwerken van zo’n trauma kan veel moeilijker zijn als de dader na het ongeluk is doorgereden. Zeker als er sprake is van ernstig letsel. Hoewel je ook veel last kunt houden van een ongeluk waar je met een schrammetje of een kapotte fiets vanaf komt. Slachtoffers kunnen zich heel gefrustreerd en machteloos voelen als ze het gevoel hebben dat ze wel dood hadden kunnen zijn, terwijl de dader niet eens de moeite nam zich om hen te bekommeren.”
Schuldige “Ook hebben sommige mensen er last van dat er geen confrontatie met een dader kan plaatsvinden. Die is vaak wel gewenst, als de tijd daar rijp voor is. Ik heb in mijn praktijk gemerkt dat het beide partijen, zelfs de dader, verder kan helpen. De dader doet er dus zeker toe. Het kan de verwerking echt vergemakkelijken als er iemand is die berouw toont en voor wie je misschien enig begrip kunt krijgen. Als je op lange termijn altijd in wrok naar de veroorzaker van jouw trauma blijft kijken, houd je een probleem. Die boosheid, daar lijd je ook zelf onder.” “In therapie kun je werken aan het uiten van die boosheid. Die moet letterlijk eruit, zeg ik altijd. Je moet erover praten, want een geuite emotie is een zakkende emotie. En blijvende boosheid vreet aan je.”
5. Het Waarborgfonds als schadevergoedingsorgaan Het Waarborgfonds heeft niet alleen een taak ten aanzien van ongevallen in Nederland. Nederlandse inwoners die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een ongeval kunnen zich onder bepaalde omstandigheden ook tot het Waarborgfonds wenden, in zijn rol van Schadevergoedingsorgaan. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om situaties waarbij een ongeval in een andere EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein heeft plaatsgevonden. Heeft de verzekeraar niet de verplicht gestelde vertegenwoordiger in Nederland aangesteld, reageert de verzekeraar of diens vertegenwoordiger niet adequaat binnen drie maanden, is de aansprakelijke niet verzekerd of is hij onbekend, dan kan de Nederlandse benadeelde zich tot het Schadevergoedingsorgaan wenden. Het Schadevergoedingsorgaan regelt dan de schade met de Nederlandse benadeelde op basis van het toepasselijke recht, meestal dat van het land van het ongeval. Wij hebben vervolgens een verhaalsrecht op onze buitenlandse zusterorganisatie. Het aantal aan ons voorgelegde schadegevallen is in 2012 gedaald. In 2012 werden wij 390 maal benaderd met een verzoek om interventie, tegen 435 maal in 2011. In 214 (2010: 224) gevallen was sprake van een onbekende of niet verzekerde dader, en in 166 (2011: 211) dossiers had de buitenlandse verzekeraar of zijn Nederlandse schaderegelaar naar de mening van de claimant niet of niet voldoende gemotiveerd gereageerd. Voor zover het gaat over claims door buitenlandse partijen jegens het Nederlandse Waarborgfonds voor ongevallen in Nederland zijn deze aantallen al mee geteld in de cijfers onder hoofdstuk 3. Wij noteerden 59 toewijzingen jegens buitenlandse claimanten, waarvan er 23 dossiers via onze buitenlandse zusterorganisaties liepen.
20
Jaarverslag 2012
6. Governance
Het Waarborgfonds Motorverkeer heeft de rechtsvorm van een stichting. Het hoogste orgaan is het bestuur. Het bestuur is samengesteld uit vijf leden, waarvan twee leden worden aangewezen door het Verbond van Verzekeraars, twee leden door het Centraal Overleg, een samenwerkingsverband van een vijftal organisaties van weggebruikers (de ANWB, Transport en Logistiek Nederland, KNV, de EVO en de KNAC) en een voorzitter, die – op niet bindende voordracht van Verbond van Verzekeraars en Centraal Overleg – wordt benoemd door de ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie. Het bestuur bepaalt het beleid van de stichting binnen de kaders die door wet- en regelgeving, in het bijzonder de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, zijn getekend. Het bestuur stelt de begroting en de jaarrekening vast alsmede de hoogte van de bijdrage die elke motorrijtuigverzekeraar, die in Nederland aansprakelijkheidsverzekeringen voor motorrijtuigen sluit, aan het Waarborgfonds dient te betalen. Per 1 juli 2011 zijn alle management- en operationele werkzaamheden van het Waarborgfonds Motorverkeer uitbesteed aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V., of kortweg VAN. Het Waarborgfonds heeft, evenals zijn zusterorganisatie het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, al sinds 1998 een nauw samenwerkingsverband met de rechtsvoorganger van VAN, Rialto Verzekeringen N.V. gehad. VAN is een schadeverzekeraar die onder verschillende merknamen actief is op de Nederlandse markt. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om motorrijtuig-, brand-, aansprakelijkheids- en rechtsbijstandverzekeringen voor personen die bij de reguliere maatschappijen geen dekking kunnen vinden en om beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor financieel adviseurs en makelaars O.Z. Daarnaast voert VAN reeds gedurende vele jaren de directie en het management over andere organisaties en samenwerkingsverbanden: de Atoompool, de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. en de Nederlandse Milieupool. In de uitbestedingsovereenkomst tussen VAN en het Waarborgfonds Motorverkeer is nauwkeurig beschreven welke werkzaamheden door VAN worden verricht, op welke wijze met de gegevens van claimanten, etc. wordt omgegaan. Ook zijn afspraken gemaakt over de kwaliteit van de dienstverlening (service level agreement). Het bestuur van het Waarborgfonds heeft een directie aangesteld. De directie van het Waarborgfonds wordt gevoerd door VAN. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. Binnen de directie van VAN valt het Waarborgfonds primair onder het aandachtsgebied van de heer Blees. De ministeries van Financiën en van Veiligheid en Justitie worden van de ontwikkelingen binnen het Waarborgfonds op de hoogte gehouden. Daartoe heeft elk ministerie een contactpersoon aangewezen aan wie alle voor de bestuursvergadering bestemde documenten worden toegezonden. Periodiek overlegt het bestuur, dan wel de voorzitter of de directie met de contactpersonen. De relatie met de overheid is vorm gegeven in een toezichtprotocol, laatstelijk vastgesteld in oktober 2011. In dit protocol, dat onder meer de bevoegdheden en de beleidsruimte van het Waarborgfonds omschrijft en waarin de bevoegdheden van de verantwoordelijke ministers zijn beschreven, wordt in het bijzonder ingegaan op de situatie die is ontstaan na de uitbesteding van management en andere operationele taken van het Waarborgfonds aan de VAN. Deze uitbesteding heeft geen invloed op de rol en de verantwoordelijkheid van de overheid.
Jaarverslag 2012
21
NANNIE PUTTERS - SL ACHTOFFERHULP NEDERL AND
‘Praktische hulp kan mensen verder brengen’ Nannie Putters is hoofd algemene dienstverlening bij Slachtofferhulp Nederland. “Ook wij krijgen te maken met slachtoffers van verkeersongelukken met onbekende dader. Hoe vaak precies kan ik niet zeggen, wij maken in onze registratie geen onderscheid tussen ongevallen met of zonder bekende dader.” “Ik kan dus ook niet aangeven wat de impact is van doorrijden na een ongeval. Maar onze ervaring is dat mensen sowieso heel verschillend reageren na een ingrijpende gebeurtenis. Daar kun je niets algemeens over zeggen. Hoe iemand reageert hangt af van zijn karakter, zijn achtergrond, zijn toekomstverwachtingen… er zijn heel veel zaken die spelen. Wat Slachtofferhulp Nederland doet, is het slachtoffer centraal stellen. Wij kijken met welke concrete klachten of vragen iemand komt en bedenken op basis daarvan hoe wij hulp kunnen bieden. Dat kan op verschillende manieren.”
Steun “Door emotionele steun te bieden bij psychische problemen, maar ook door praktische hulp te bieden, bijvoorbeeld door brieven te schrijven. Het kan ook dat iemand na een ongeluk niet meer durft te rijden. Slachtofferhulp Nederland kan nagaan of iemand gebaat is bij een cursus tegen rij-angst. Ook het inschakelen van andere partijen, zoals het Waarborgfonds kan daar bij horen. Onze medewerkers hebben een folder van het Waarborgfonds op hun bureau liggen. Die folder geeft op een heldere en duidelijke manier antwoord op de vraag of iemand eventueel in aanmerking komt voor ondersteuning door het Waarborgfonds. Vergis je niet in welke mate praktische hulp mensen verder kan brengen in hun verwerkingsproces.”
“Slachtofferhulp Nederland krijgt nog te weinig verkeerszaken binnen. Nog altijd verwijzen bijvoorbeeld politie en ambulancepersoneel te weinig naar ons door. Dat is ook wel te begrijpen, want hun prioriteit ligt bij de eerste hulpverlening. Toch zouden wij het graag anders zien. Slachtofferhulp kan op verschillende manieren hulp bieden en daarom willen we hier het komende jaar meer aandacht aan besteden.”
7. Risicomanagement en compliance Risicomanagement De Wet op het financieel toezicht (Wft) is niet van toepassing op het Waarborgfonds. Omdat wij deel uitmaken van de financiële wereld en de Wft wel van toepassing is op onze financiers vinden wij het passend om zoveel als mogelijk op vrijwillige basis de normen en richtlijnen van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te volgen. De Wft verlangt een integere bedrijfsvoering. Daarin past dat wij de risico’s die voortvloeien uit onze bedrijfsvoering met vaste regelmaat opnieuw in kaart brengen en passende beheersmaatregelen treffen. Ieder jaar voeren wij een analyse van de bedrijfsrisico’s uit aan de hand van het door DNB opgestelde FIRM-protocol. Hieruit blijkt dat het Waarborgfonds geen risico’s heeft die volgens dit protocol als onacceptabel zouden worden bestempeld. Wij zijn van oordeel dat zowel de financiëleals niet-financiële risico’s door middel van de analyse en de daaruit voortvloeiende beheersmaatregelen voldoende zijn afgedekt. Bij de presentatie van de jaarrekening wordt nader ingegaan op de financiële risico’s. Het Waarborgfonds Motorverkeer onderkent ook de volgende niet-financiële risico’s die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de resultaten, het vermogen en de reputatie van de organisatie: •
Integriteit Eén van de pijlers van de Wft is het borgen van de integriteit van het verzekeringsbedrijf. De VAN heeft hiertoe regels opgesteld over het gedrag van haar medewerkers op alle niveaus ten aanzien van nevenactiviteiten, het al of niet accepteren van relatiegeschenken en de omgang met vertrouwelijke gegevens. Alle medewerkers zijn gebonden aan de gedragscode inzake integriteit. De VAN heeft een compliance officer aangesteld, die toeziet op de naleving van deze regels. Er is een klokkenluiderregeling, die medewerkers de mogelijkheid biedt onverhoopte misstanden te melden, er is een incidentenregeling opgesteld en alle medewerkers hebben een overeenkomst inzake het zakelijk gebruik van computers en internet ondertekend. Al deze regels zijn onverkort van toepassing op de medewerkers die werkzaamheden verrichten voor het Waarborgfonds. Daarnaast is in de arbeidsovereenkomst met de medewerkers van de VAN die betrokken zijn bij de schadebehandeling expliciet opgenomen dat de schadebehandeling van schaden op onafhankelijke wijze dient te geschieden. In de uitbestedingsovereenkomst tussen VAN en het Waarborgfonds zijn daarnaast duidelijke bepalingen opgenomen over hoe omgegaan dient te worden met mogelijk tegengestelde belangen.
•
Informatie- en communicatietechnologie ICT-systemen en –processen zijn zo ontworpen dat storingen, fraude, beveiligingslekken en fouten zoveel mogelijk worden beperkt. Ook hebben wij risico beperkende maatregelen getroffen in de vorm van toegangsbeveiliging, een calamiteitenplan en uitwijkfaciliteiten.
•
Juridische procedures Het Waarborgfonds Motorverkeer loopt risico´s voornamelijk als gevolg van juridische procedures in verband met zijn activiteiten als instantie die schadevorderingen in het wegverkeer vergoedt en als werkgever. Op dit moment lopen er – naast enige reguliere procedures inzake de behandeling van schadegevallen - geen juridische procedures door of tegen Waarborgfonds Motorverkeer die van wezenlijke invloed zijn op het resultaat en vermogen van de organisatie.
24
Jaarverslag 2012
Rechtmatigheid Het bestuur en de directie hebben als taak om toe te zien dat uitkeringen door het Waarborgfonds plaats vinden binnen de kaders van de wettelijke taak die aan het Waarborgfonds Motorverkeer is toegewezen. Door het Waarborgfonds Motorverkeer wordt de rechtmatigheid gewaarborgd door de inrichting van de administratieve organisatie, procedures en een stelsel van interne controle. De rechtmatigheid wordt vastgesteld aan de hand van een, met het Ministerie van Financiën afgestemd, controleprotocol. Aan de hand van eigen intern onderzoek op basis van het protocol legt de directie verantwoording af aan het bestuur en aan het Ministerie. Door de externe accountant wordt dit interne onderzoek gecontroleerd in het kader van de controleopdracht voor het jaarverslag. Aan de hand van de rapportage van de directie en de controlewerkzaamheden door de accountant is het bestuur van mening dat de in de jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en bruto schadeschaden rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het oordeel van de externe accountant is opgenomen in de controleverklaring bij de jaarrekening.
Jaarverslag 2012
25
A N N E -M A R I E W O L F -
L E T S E L S C H A D E - A DV O C A AT
‘Hij wist zelf niets van het Waarborgfonds af ’ Anne-Marie Wolf is letselschade-advocaat en behandelt elk jaar wel een paar zaken van verkeersslachtoffers waarbij de dader niet bekend is. “Als iemand voor oud vuil wordt achtergelaten, geeft dat veel extra verdriet, boosheid en onzekerheid over de afwikkeling.” “Een zaak die ik heel heftig vond, is die van een jongen van achttien die op klaarlichte dag omver werd gereden door een automobilist die daarna doorreed. Hij studeerde voor verpleegkundige, werkte in de thuiszorg en was met de fiets onderweg van de ene cliënt naar de andere toen het gebeurde. Zijn schouder is het eerste jaar na het ongeluk tien keer uit de kom geweest en een paar keer geopereerd. Het maakte dat hij zijn toekomstplannen moest bijstellen.” “Hij kwam pas na een paar maanden bij mij, via een vrijwilliger van Slachtofferhulp. Ik heb meteen contact opgenomen met het Waarborgfonds. Hij wist zelf niets van het Waarborgfonds af en blijkbaar had de politie, het ziekenhuis of de zorgverzekeraar hem er ook niet over verteld. Hij heeft veel geluk gehad dat hij nog een uitkering van het Waarborgfonds kon krijgen. Veel bewijs was er niet. Alleen de verfsporen van de auto op het wrak van zijn fiets en zijn platgereden telefoon.” “Aan dit soort zaken met onbekende daders en weinig bewijs zie je hoe belangrijk het is dat getuigen zich melden. Het zou mooi zijn als mensen die een ongeval zien gebeuren desnoods even hun 06-nummer in de ambulance meegeven aan het slachtoffer. Niet alleen omdat het voor een slachtoffer emotioneel van belang is om met een getuige te kunnen praten, maar ook omdat het aanknopingspunten kan bieden om de schade te verhalen.” “Van de politie zou je willen dat ze weten dat het Waarborgfonds er is en dus óók goed sporenonderzoek doen als er geen bekende dader is. Nu is het nog gelukt, maar als die jongen zijn fiets of zijn telefoon had weggegooid, was het waarschijnlijk niet gelukt om zijn schade vergoed te krijgen.”
“Mijn ervaringen met de medewerkers van het Waarborgfonds zijn positief. Ze gaan op een empathische manier met slachtoffers om. Ze stellen nette vragen, realiseren zich hoe naar het is voor een slachtoffer en spelen het niet persoonlijk. Ze gaan ook zorgvuldig te werk. In dit geval heeft het onderzoek een paar maanden geduurd, omdat moest worden vastgesteld dat er echt een auto bij betrokken was geweest. Die zorgvuldigheid is ook wel nodig. Het geld dat wordt uitgekeerd, is van ons allemaal. Het fonds wordt gevuld met bijdrages van verzekeringsmaatschappijen waar wij onze premies aan betalen.” “Als een dader doorrijdt, kan het slachtoffer dus ook lang met financiële onzekerheid zitten. Al met al kreeg deze jongen pas zes tot negen maanden na het ongeluk zijn eerste uitkering. Was de automobilist bekend geweest, dan had diens verzekering waarschijnlijk na twee weken al betaald. Het letsel was dan niet anders geweest, maar nu heeft het slachtoffer in de begintijd voortdurend zelf kosten gemaakt en zich zorgen gemaakt over hoe het allemaal verder moest met hem.” “Wat ik in de jaren na het ongeval aan hem heb gemerkt, is dat hij zich altijd is blijven afvragen: waarom heeft die automobilist dat gedaan? Was-ie dronken, was-ie aan het racen? Hij is daar in de loop der jaren steeds donkerder over gaan denken. Zeker als je zelf zo graag voor mensen wilt zorgen en zo positief in het leven staat als hij, kun je niet begrijpen dat iemand zoiets doet.’’
8. Bestuur
Het Bestuur heeft in het verslagjaar vijf maal vergaderd. Daarbij kwam primair de financiële gang van zaken zoals begroting en jaarrekening aan de orde. Daarnaast was er aandacht voor de diverse aspecten van onze dienstverlening en bedrijfsvoering, waaronder de uitbesteding van managementen operationele activiteiten aan VAN, de afspraken over het gewenste niveau van dienstverlening, mogelijke belangenverstrengeling en informatieverstrekking door VAN aan het bestuur. Voorts heeft het bestuur zich bezig gehouden met strategische onderwerpen en met de voortgang van de afwikkeling van het faillissement van Ineas/IIC. Het bestuur heeft in de loop van het verslagjaar een tweetal wijzigingen ondergaan. Op 24 mei 2012 is mr J.M.J Hommel, benoemd door het Verbond van Verzekeraars, afgetreden en opgevolgd door mw. M.M. Heezen. Op 1 december 2012 is de heer mr L.J.H. Ceelen benoemd als opvolger van mr F.J.D. Wiegerink, als vertegenwoordiger van de in het Centraal Overleg samenwerkende organisaties van weggebruikers. Per 1 januari 2013 is de heer F. van Bruggen mw. mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen opgevolgd als vertegenwoordiger van het Centraal Overleg in het bestuur. Het bestuur is de heren Hommel en Wiegerink veel dank verschuldigd voor de betrokken en deskundige wijze waarop zij zich gedurende vele jaren voor de belangen van het Waarborgfonds hebben ingezet. Een bijzonder woord van dank past jegens mevrouw Den Ouden. Zij is precies 30 jaar bestuurlijk bij het Waarborgfonds Motorverkeer betrokken is geweest, voor de privatisering in 1989 als lid van de Commissie van Toezicht, daarna als bestuurslid. Al deze jaren heeft zij vanuit haar bijzondere verantwoordelijkheid als vertegenwoordiger van de weggebruikers de belangen van het Waarborgfonds op evenwichtige wijze behartigd.
28
Jaarverslag 2012
9. Toekomstverwachting
Voor 2013 verwachten wij geen belangrijke mutatie in het aantal claims. De uitgaven in het kader van de schadelast zullen daarom eveneens niet dramatisch toe- of afnemen. Voor de bedrijfslasten wordt gestreefd naar een consolidatie op het huidige niveau. De bijdrage die verzekeraars en de Staat aan het Waarborgfonds leveren blijft voor 2013 op hetzelfde niveau als voor 2012. Wij verwachten in het komende jaar een nieuwe website te lanceren met behulp waarvan belanghebbenden op eenvoudige wijze kunnen nagaan of het zinvol is een claim bij het Waarborgfonds in te dienen. Dit kan leiden tot een toename van het aantal verzoeken om schadevergoeding. Anderzijds is onze verwachting dat het aantal claims dat niet tot uitkering leidt, enigszins zal afnemen. Ook zullen wij onze automatisering verder ontwikkelen. In dat kader is een studie gestart naar de mogelijkheden om onze huidige schadebehandelingsapplicatie te vervangen door een toepassing die gebruikt wordt door alle bedrijven waarvoor VAN diensten verricht. Verder verwachten wij geen ontwikkelingen in zowel de wettelijke taken als andere ontwikkelingen die van wezenlijke invloed zijn op onze organisatie.
Jaarverslag 2012
29
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (x € 1.000) (Na verwerking van het saldo van de Staat van Baten en Lasten)
31 december 2012
31 december 2011
96
158
65.515
71.299
ACTIVA Immateriële vaste activa In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen Vorderingen Vorderingen uit verhaalde schaden Overige vorderingen
12.930
12.420
1.131
1.877 14.061
14.297
Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
72
95
49.232
40.548 49.304
40.643
52
295
129.028
126.692
784
112
127.974
126.230
Overlopende activa Lopende interest
PASSIVA Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden Technische voorzieningen Voor nog te betalen schaden Schulden Nog te betalen brutoschaden Overige schulden
30
Jaarverslag 2012
76
135
194
215 270
350
129.028
126.692
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2012 (x € 1.000)
2012
2011
In rekening gebrachte bijdragen
74.514
63.477
Opbrengst vrijstellingsbewijzen
790
380
Honorarium Schadevergoedingsorgaan
15
23
455
753
Totaal baten
75.774
64.633
Schadelast
63.315
80.774
Financiële baten
Personeelskosten
4.162
4.010
Beheerkosten
1.841
1.753
Bedrijfskosten
6.003
5.763
Totaal Lasten
69.318
86.537
Saldo van baten en lasten
6.456
-21.904
-672
317
-5.784
21.587
0
0
Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Dotatie c.q. Onttrekking aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden In komende jaren te ontvangen bijdragen van verzekeringsmaatschappijen en de Staat
Jaarverslag 2012
31
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2012 (x € 1.000)
2011
2012 Ontvangen bijdragen Ontvangen opbrengsten vrijstellingsbewijzen Ontvangen honorarium Schadevergoedingsorgaan
74.556
63.498
790
380
15
23
Ontvangen verhaalde schaden
2.706
2.550
Ontvangen inzake regresconvenanten
18.315
18.518
Betaald inzake regresconvenanten Betaalde uitkeringen
-18.315
-18.518
-59.058
-68.145
Betaalde schadebehandelingskosten
-5.420
-6.022
Betaalde bedrijfskosten
-5.267
-5.063
Kasstroom uit operationele activiteiten
8.322
-12.779
Investeringen in (im)materiële vaste activa
-99
-48
Ontvangen interest
462
752
Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten
363
704
8.684
-12.075
Stand per 1 januari
40.548
52.623
Stand per 31 december
49.232
40.548
Mutatie liquide middelen
32
Jaarverslag 2012
TOELICHTING
1.
Algemene informatie
1.1.
Activiteiten
De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (het Waarborgfonds), opgericht in 1965, ontleent haar bestaansrecht aan artikel 23 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam). Het Waarborgfonds is sinds 1 juni 1989 een stichting en statutair gevestigd te Rijswijk. Het Waarborgfonds vergoedt schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 Wam: Vergoeding aan benadeelden vindt plaats indien de schade in het verkeer is veroorzaakt door: a.
onbekende motorrijtuigen;
b.
niet-verzekerde motorrijtuigen;
c.
gestolen motorrijtuigen;
d.
motorrijtuigen verzekerd bij een onvermogende verzekeringsmaatschappij;
e.
motorrijtuigen toebehorend aan personen aan wie een vrijstelling van verzekering wegens gemoedsbezwaren is afgegeven.
De vergoedingen die aan benadeelden worden gegeven indien de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig van iemand die een vrijstelling heeft wegens gemoedsbezwaarden, worden door het Waarborgfonds verrekend met het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden. De baten en lasten van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden zijn in de cijfers van het Waarborgfonds opgenomen. Met ingang van 2003 heeft het Waarborgfonds tevens de taak van Schadevergoedingsorgaan gekregen, op basis van artikel 27k Wam en in de gevallen genoemd in artikel 27o Wam. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op bij schaden die in het buitenland veroorzaakt zijn door buitenlandse motorrijtuigen, indien: a.
binnen drie maanden na de datum waarop een in Nederland woonachtige benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeraar (of diens schaderegelaar in Nederland) van het veroorzakende motorrijtuig hem geen met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft verstrekt;
b.
de verzekeraar heeft nagelaten om in Nederland een schaderegelaar aan te stellen;
c.
de verzekeraar niet kan worden geïdentificeerd binnen twee maanden na het voorvallen van het feit waaruit de schade
d.
het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd.
is ontstaan; of De invloed van deze taak is apart zichtbaar in de toelichting van de jaarrekening opgenomen. De Ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie zijn bevoegd op grond van artikel 23 Wam als “uiterste middel” de aanwijzing van het Waarborgfonds tot uitvoerder van wettelijke taken in te trekken. De financiering van het Waarborgfonds geschiedt overeenkomstig artikel 24a Wam door de verzekeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot het afsluiten van motorrijtuigverzekeringen overeenkomstig de Wam en de Staat. Naast de in de wet verankerde taken voert het Waarborgfonds ook incasso- en excassowerkzaamheden uit in het kader van twee regresconvenanten tussen enerzijds de verzekeringsbranche en anderzijds de Sociale Verzekeringsbank (ANW-regres) en het College voor Zorgverzekeringen (AWBZ-regres). Met ingang van 1 juli 2011 heeft het Waarborgfonds de uitvoering van haar werkzaamheden uitbesteed aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. (VAN). De VAN is een verzekeringsmaatschappij die naast haar verzekeringsactiviteiten ook de directie voert en werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een aantal andere rechtspersonen waaronder Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden en B.V. Bureau van de Nederlandse Pool voor verzekering van Atoomrisico’s.
Jaarverslag 2012
33
In het kader van deze uitbesteding zijn de medewerkers van het Waarborgfonds overgegaan naar de VAN. De doorbelasting van de kosten vanuit de VAN is gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten van de VAN ten behoeve van de werkzaamheden van het Waarborgfonds zonder risico- of winstopslagen. 1.2.
Grondslagen van waardering en bepaling resultaat
De jaarrekening is opgesteld in volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, uitgaande van de continuïteit van de organisatie Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigen vermogensinstrumenten worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Uitkeringen aan houders van deze instrumenten worden in mindering van het eigen vermogen gebracht als onderdeel van de bestemming van het resultaat. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividend, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij in de toelichting anders is aangegeven. De rapporteringsvaluta van de jaarrekening van het Waarborgfonds is de euro (€). Alle gegevens luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven. 1.3.
Gebruik van schattingen en veronderstellingen bij de opstelling van de financiële overzichten
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het Waarborgfonds schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de gerapporteerde activa en verplichtingen en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Het betreft met name het vaststellen van de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden en het vaststellen van de vordering uit verhaalde schaden. Hierbij worden de situaties beoordeeld, gebaseerd op beschikbare financiële gegevens en informatie. Hoewel deze schattingen met betrekking tot actuele gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten afwijken van die schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
34
Jaarverslag 2012
2.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele-, investerings- en beleggings- en financieringsactiviteiten. In het kader van het kasstroomoverzicht bestaan liquide middelen uit kasgelden en bij het Ministerie van Financiën beschikbare gelden.
3.
Balans
3.1.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur. 3.2. In komende jaren van Verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen De vordering aan in komende jaren van Verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. De vordering wordt indien nodig verrekend met de Verzekeraars en de Staat op basis van de op dat moment beschikbare informatie over het aantal verzekerde motorrijtuigen en het aantal motorrijtuigen van de Staat. 3.3. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. 3.4. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Periodiek wordt beoordeeld of de materiële vaste activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien de boekwaarde van een materieel vast actief duurzaam hoger is dan de opbrengstwaarde, wordt deze onmiddellijk afgeboekt tot de opbrengstwaarde. 3.5. Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden Voorzieningen voor nog te betalen schaden betreffen de geaccumuleerde schattingen van de uiteindelijke schaden en omvatten een voorziening voor reeds voorgevallen, maar nog niet gemelde schaden. De voorzieningen geven de schatting weer van de toekomstige uitkeringen en schadebehandelingskosten voor gemelde en nog niet gemelde schadeclaims met betrekking tot gebeurtenissen die zich reeds hebben voorgedaan. De voorziening voor nog te betalen schaden is bestemd voor de per balansdatum nog niet afgewikkelde schaden van het boekjaar en de voorgaande jaren. De vaststelling geschiedt stelselmatig post voor post, dan wel op basis van statistische gegevens, rekening houdende met nog niet gemelde schaden. Bij de bepaling van de voorziening is tevens rekening gehouden met nog te maken schadebehandelingskosten.
Jaarverslag 2012
35
Het vaststellen van een voorziening gaat gepaard met onzekerheden, waarbij onderbouwde schattingen en beoordelingen moeten worden gemaakt. De schadevoorzieningen worden, conform hetgeen gebruikelijk is in de branche, niet contant gemaakt. Wijzigingen in schattingen worden in het resultaat opgenomen in de periode waarin de schattingen zijn aangepast. Verplichtingen voor niet-betaalde schaden worden in het geval van individuele gevallen die zijn gemeld, geschat aan de hand van de schadevaststelling. In het geval van reeds voorgevallen maar nog niet gemelde schaden, worden de verplichtingen geschat op basis van statistische analyses. Statistische analyses worden ook gebruikt om de uiteindelijk verwachte kosten te schatten van complexere claims die door zowel in- als externe factoren (zoals schadebehandelingsprocedures, inflatie, veranderingen in wet- en regelgeving, gerechtelijke uitspraken, historie en trends) kunnen worden beïnvloed. Uitkeringen worden als last opgenomen wanneer ze worden gedaan.
4.
Staat van baten en lasten
4.1.
Bijdragen
De bijdragen worden verantwoord op basis van de jaarlijks in rekening gebrachte bedragen. 4.2. Opbrengst vrijstellingsbewijzen De opbrengsten worden verantwoord op kasbasis. 4.3. Financiële baten De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente in verband met het aanhouden van de liquide middelen en deposito’s bij het Ministerie van Financiën verminderd met bankkosten. 4.4. Schadelast De schadelast betreft de uitkeringen voor geleden schaden en de kosten van derden voor het vaststellen van de schaden, herverzekering en de mutatie in de technische voorziening nog te betalen schaden. Op de schadelast zijn de opbrengsten uit hoofde van verhaal in mindering gebracht. 4.5. Bedrijfskosten De bedrijfskosten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben en bestaan uit (doorbelaste) personeels- en beheerkosten. Onder de personeelskosten vallen onder andere (doorbelaste) salarissen, sociale lasten en pensioenlasten. De personeelskosten voor de behandeling van schaden worden niet toegerekend aan de schadelast.
36
Jaarverslag 2012
5.
Risicobeheer
5.1.
Risicoprofiel
Het Waarborgfonds voert een wettelijke taak uit. De financiering van de wettelijke taak is in de wet geregeld. Conform artikel 24 Wam zijn alle verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning tot het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, een bijdrage verschuldigd aan het Waarborgfonds op basis van aard en aantal verzekerde motorrijtuigen. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de in het komende jaar te verwachten schadelast en waarbij de over het verleden door het Waarborgfonds verkregen overschotten of tekorten in aanmerking worden genomen. De bijdrage wordt vastgesteld door het bestuur van het Waarborgfonds In aanvulling op de wettelijke taak uit hoofde van artikel 25 lid 1d Wam (uitkering van schade bij onvermogen van de verzekeraar van de tegenpartij) is het Waarborgfonds op grond van een overeenkomst uit 1995 met een groot aantal waarborgfondsen in de EU, aansprakelijk voor schaden die door deze waarborgfondsen betaald moeten worden in geval van een onvermogende Nederlandse verzekeraar die in de betrokken landen onder vrijheid van dienstverrichting motorrijtuigverzekeringen heeft afgesloten. Verder staan de verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, borg voor de verplichtingen van het Waarborgfonds (artikel 24a Wam). De Staat der Nederlanden wordt voor de door de Staat aangehouden, maar niet verzekerde motorrijtuigen gelijk gesteld aan de verzekeraars. Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van aansprakelijkheid voor wegens gemoedsbezwaren vrijgestelde motorrijtuigen staat de Staat der Nederlanden volledig garant. In verband met deze borgstelling zijn de schadeverplichtingen niet geheel gefinancierd en heeft het Waarborgfonds geen eigen vermogen. De omvang van de latente verplichting voor de verzekeraars en de Staat wordt in de balans zichtbaar gemaakt onder “In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen”. Schadelast Brutoschaden De schadelast van het Waarborgfonds betreft schaden die zijn veroorzaakt door een motorrijtuig. Deze schaden betreffen voornamelijk materiële schaden die binnen een korte termijn kunnen worden afgewikkeld. Een klein deel van de claims heeft betrekking op personenschaden. De afwikkeling van deze claims kan langdurig van aard zijn en kent een grote mate van onzekerheid ten aanzien van de uiteindelijke schadelast. Ten aanzien van deze claims met personenschade voeren wij een actief schaderegelings- en reserveringsbeleid en wordt de Gedragscode Behandeling Letselschade nageleefd, mede met het doel om de ontwikkeling van de schadelast zo goed mogelijk te beheersen. De afloop van de technische voorziening geeft over 2012, 2011 en 2010 het volgende beeld:
Jaarverslag 2012
37
Betalingen
Technische
voorzieningen (brutoschaden
Technische
voorzieningen
vrijval/
en schade- voor te betalen
toevoegingen
voor te betalen
Per saldo
schaden per
regelings-
schaden per
1 januari
kosten)
31 december
2007 en eerder
21.985
3.889
14.705
3.391
2012 Schadejaren: 2008
17.440
1.941
12.729
2.770
2009
11.419
3.147
10.783
-2.511
2010
30.318
5.693
25.411
-786
2011
42.968
18.756
20.274
3.938
Totaal t/m 2011
124.130
33.426
83.902
6.802
31.067
41.872
2012
125.774 Schadebehandelingskosten Totaal
2.100
2.200
126.230
64.493
127.974
2011 Schadejaren: 22.674
6.464
16.753
2007
2006 en eerder
7.535
2.191
5.232
112
2008
15.227
3.518
17.440
-5.731
2009
15.795
5.476
11.419
-1.100
2010
51.940
23.436
30.318
-1.814
113.171
41.085
81.162
-9.076
33.109
42.968
Totaal t/m 2010 2011
-543
124.130 Schadebehandelingskosten
2.200
2.100
Totaal
115.371
74.194
126.230
2010 Schadejaren: 30.369
6.923
17.342
6.104
2006
2005 en eerder
9.597
1.070
5.332
3.195
2007
14.374
3.318
7.535
3.521
2008
19.372
5.075
15.227
-930
2009
41.338
20.598
15.795
4.945
115.050
36.984
61.231
16.835
36.120
51.940
Totaal t/m 2009 2010
113.171 Schadebehandelingskosten Totaal
2.400 117.450
2.200 73.104
115.371
Ieder jaar wordt de uitloop geanalyseerd en waar nodig worden de parameters voor de berekening van de IBNR- en IBNERvoorzieningen aangepast. Herverzekering Met ingang van 11 juni 2007 is, vanuit de implementatie van de 5e Europese Richtlijn Motorrijtuigen, de minimaal te verzekeren som voor wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen verhoogd van € 907.560 (NLG 2 miljoen) naar € 6 miljoen, verdeeld over € 1 miljoen voor materiële schade en € 5 miljoen voor personenschade. Met ingang van 2012 zijn deze bedragen verhoogd naar resp. € 1,12 miljoen en € 5,6 miljoen. Bij motorrijtuigen ingericht voor het vervoer van meer dan 8 inzittenden, de bestuurder daaronder niet begrepen, bedraagt de minimale dekking voor personenschade € 10 miljoen. Indien de schade wordt veroorzaakt door een gevaarlijke stof geldt naast de hiervoor genoemde bedragen een dekking van € 10 miljoen, waarbij een ruimer schadebegrip geldt dan voor andere vormen van aansprakelijkheid. Het Waarborgfonds heeft besloten dat het verhoogde risico vanaf 2007 deels wordt herverzekerd bij een professionele herverzekeraar met een hoogwaardige rating. Het risico voor 2012 is evenals in 2007 tot en met 2011 afgedekt middels een excess of loss contract met een dekking per evenement tot € 16 miljoen met een eigen behoud van € 5 miljoen. Bij meerdere evenementen dient per evenement aanvullende herverzekeringspremie te worden betaald. Het risico van terrorisme is herverzekerd bij de Nederlands Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. Fraude Onder fraude wordt verstaan het ten onrechte ten laste van het Waarborgfonds brengen van schadegevallen of schadeposten, alsmede het majoreren van de omvang van de schade. Bij 96% van de bij het Waarborgfonds ingediende claims ontbreekt de toelichting van een veroorzakende partij (de doorrijders). Voor de bepaling van de schadetoedracht en de aansprakelijkheid van het Waarborgfonds zijn wij dan afhankelijk van de benadeelde en eventuele getuigen. De schadebehandelaars worden opgeleid en getraind om indicatoren te ontdekken in een claim die kunnen duiden op mogelijke fraude. Claims met een fraude-indicatie worden gemeld bij de afdeling Speciale Zaken waarna nader wordt onderzocht of daadwerkelijk van fraude sprake is. 5.2. Renterisico Het Waarborgfonds kent geen renterisico´s. De technische voorzieningen voor nog te betalen schaden worden niet contant gemaakt en in de schuldenposities zijn geen schulden opgenomen waarvoor rentevergoedingen worden verstrekt. De liquide middelen worden in de vorm van kortlopende deposito´s bij het Ministerie van Financiën uitgezet. 5.3. Kredietrisico Het kredietrisico voor het Waarborgfonds doet zich voor in de vorderingen uit verhaalde schaden. Deze vorderingen betreffen enerzijds de op onverzekerde aansprakelijken van een motorrijtuig verhaalde schade-uitkeringen en anderzijds de vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas. De vordering op de onverzekerde aansprakelijken bestaat uit een groot aantal kleine vorderingen op een groot aantal partijen. Een incidentele wanbetaler heeft geen grote invloed op de totale inbaarheid van de vordering. Deze vorderingen worden verder gewaardeerd op basis van historische gegevens ten aanzien van daadwerkelijk verhaalde bedragen waarbij rekening wordt gehouden met het risico van oninbaarheid. De vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas is gewaardeerd aan de hand van de rapportage door de bewindvoerder waarin is aangegeven dat naar verwachting vanuit de boedel personenschaden volledig zullen vergoed en overige aansprakelijkheidsschaden gedeeltelijk. Onder de overige vorderingen zijn ook vorderingen opgenomen uit hoofde van verhaalde en te verhalen schaden van het Schadevergoedingsorgaan. Deze bedragen worden verhaald op buitenlandse schadevergoedingsorganen. Het kredietrisico voor deze posten wordt als zeer laag ingeschat. Jaarverslag 2012
39
De liquide middelen worden aangehouden, conform de Comptabiliteitswet 2001, bij het Ministerie van Financiën. Het Waarborgfonds heeft een latente vordering op verzekeringsmaatschappijen en de Staat. Deze vordering is gebaseerd op de Wam. Deze vordering is niet gerelateerd aan individuele verzekeraars maar op de gezamenlijke branche van verzekeraars met vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen en de Staat. Bij betalingsonmacht of uittreden van een individuele verzekeraar wordt de vordering omgeslagen over de resterende verzekeraars en de Staat. 5.4. Kasstroomrisico De jaarlijks door verzekeraars en de Staat te betalen bijdrage aan het Waarborgfonds wordt bepaald aan de hand van de begroting voor het komende jaar. De hoogte van de bijdrage wordt gelijk gesteld aan de te verwachten uitkeringen en kosten (kasstelsel), eventueel onder verrekening van in voorgaande jaren teveel c.q. te weinig ontvangen bijdragen. Ter ondervanging van het risico dat de werkelijke uitkeringen en beheerkosten hoger uitvallen dan begroot wordt een liquiditeitsbuffer aangehouden. Daarnaast heeft het Waarborgfonds een kredietfaciliteit bij het Ministerie van Financiën van € 2,5 miljoen.
6.
Toelichting op de Balans (x € 1.000)
IMMATERIELE VASTE ACTIVA
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen
2012
2011
128
191
71
47
-103
-80
96
158
Cumulatieve aanschaffingswaarde
1.647
1.606
Cumulatieve afschrijvingen
1.551
1.448
96
158
Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Boekwaarde per 31 december
Dit betreft voornamelijk aangekochte software welke in acht jaar wordt afgeschreven.
IN KOMENDE JAREN VAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN DE STAAT TE ONTVANGEN BIJDRAGEN Ingevolge artikel 24a Wam waarborgen de als motorrijtuigverzekeraar toegelaten verzekeringsmaatschappijen en de Staat, ieder overeenkomstig het aantal en de aard van de door hen in Nederland verzekerde motorrijtuigen, de verplichtingen van het Waarborgfonds. Dit betreft het bedrag dat in komende jaren dient te worden gedekt uit de bijdragen die verzekeringsmaatschappijen en de Staat conform de desbetreffende wettelijke regelingen aan het Waarborgfonds dienen te betalen. De looptijd van deze vordering bedraagt meer dan 1 jaar.
40
Jaarverslag 2012
2012
2011
Stand per 1 januari
71.299
49.712
Saldo van baten en lasten
-5.784
21.587
Stand per 31 december
65.515
71.299
De afname is ontstaan ten gevolge van verhoging van de tarieven en een lagere schadelast dan begroot. VORDERINGEN Vordering uit verhaalde schaden De vordering uit verhaalde schaden heeft enerzijds betrekking op de door onverzekerde aansprakelijken van een motorrijtuig verhaalde schade-uitkeringen en betreft anderzijds de vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas.
Vorderingen op onverzekerde aansprakelijken Vordering op de boedel van Ineas
2.440
1.840
10.490
10.580
12.930
12.420
De schade-uitkeringen op schaden veroorzaakt door onverzekerden en gemoedsbezwaarden worden verhaald. De vordering wordt gewaardeerd op basis van historische gegevens over de mate waarin de totale vordering incasseerbaar is gebleken. De vordering wordt berekend op 43% (2011: 42%) van de over de afgelopen twee jaar afgesloten verhaalsregelingen onder aftrek van de reeds geïncasseerde bedragen. De looptijd van de vordering op deze verhaalsdebiteuren is grotendeels meer dan 1 jaar. De vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas is bepaald aan de hand van de reeds betaalde schade-uitkeringen aan benadeelden alsmede de voorziening voor nog te betalen schaden. In zijn vijfde rapportage heeft de bewindvoerder aangegeven dat naar verwachting uitkeringen uit hoofde van personenschade volledig uit de boedel worden gerestitueerd en uitkeringen voor overige schaden gedeeltelijk. De vordering is hierop gewaardeerd. De looptijd van de vordering is grotendeels meer dan 1 jaar. Overige vorderingen Vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan Vooruitbetaalde en overige kosten
552
672
579
1.205
1.131
1.877
De vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan betreft grotendeels de tegenhanger van de onder de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden opgenomen voorziening in het kader van artikel 27o Wam. De looptijd van deze vordering is grotendeels meer dan 1 jaar.
Jaarverslag 2012
41
In de vooruitbetaalde en overige kosten zit het rekening courantsaldo met VAN begrepen groot 476 (2011: 1.157). Het saldo is in principe direct opvraagbaar en zal in de komende jaren worden verrekend met door VAN gemaakte kosten. Er zijn geen afspraken tussen het Waarborgfonds en VAN over de periode waarin het saldo wordt verrekend en/of over rentevergoedingen. De overige vorderingen die opgenomen staan onder het kopje Vooruitbetaalde en overige kosten hebben een looptijd korter dan 1 jaar. OVERIGE ACTIVA Materiële vaste activa Computerapparatuur
2012
2011
28
72
104
94
132
0
29
0
29
0
-6
-6
-19
-22
-25
-28
Desinvesteringen
0
0
-26
-9
-26
-9
Boekwaarde per 31 december
16
22
56
73
72
95
Cumulatieve aanschaffingswaarde
32
32
96
128
128
160
Cumulatieve afschrijvingen
16
10
40
55
56
65
Boekwaarde per 31 december
16
22
56
73
72
95
Afschrijvingen
22 0
Totaal
2011
Aanschaffingen
2011
Bedrijfsauto’s 2012
Boekwaarde per 1 januari
2012
De materiële vaste activa worden in drie tot vijf jaren afgeschreven. Liquide middelen Waarborgfonds is door de Minister van Financiën aangewezen om in het kader van Centraal Kasgeldbeheer de middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Onder deze post zijn deposito's ad 45.650 (2011: 38.350) opgenomen met een gemiddelde looptijd van 53 dagen. FONDS MIDDELEN GEMOEDSBEZWAARDEN In het kader van artikel 24 lid 3 Wam wordt de opbrengst uit vrijstellingsbewijzen afzonderlijk geadministreerd en uitsluitend aangewend voor betaling van de door het Waarborgfonds in het kader van artikel 25 lid 1 onder e door gemoedsbezwaarden veroorzaakte schaden en kosten in het kader van de afgifte van vrijstellingsbewijzen en schadebehandeling. De gelden die resteren worden als apart fonds verantwoord. 2012 Stand per 1 januari opbrengst vrijstellingsbewijzen
2011
112 790
429 380
financiële baten en lasten
52
63
schadelast
112
-599
-282
-161
bedrijfskosten saldo van baten en lasten
672
-317
Stand per 31 december
784
112
42
Jaarverslag 2012
TECHNISCHE VOORZIENINGEN Voor nog te betalen schaden Uit hoofde van artikel 25 Wam (Waarborgfonds): 2011
2012 Claims in behandeling
97.244
93.880
28.000
29.600
2.200
2.100
127.444
125.580
Claims in behandeling
380
500
IBNR-claims
150
150
530
650
127.974
126.230
IBNR-claims Schadebehandelingskosten
Uit hoofde van artikel 27o Wam (Schadevergoedingsorgaan):
Totaal generaal
Het verloop van het saldo is als volgt: Saldo per 1 januari 2012
126.230
115.371
schadebetalingen, voorgaande jaren
-33.426
-41.085
schadebetalingen, huidig jaar
-31.067
-33.109
gemelde schaden huidig jaar
73.039
75.977
toegevoegd aan resultaat
-6.802
9.076
Saldo per 31 december 2012
127.974
126.230
In de technische voorziening per ultimo 2012 is in totaal voor € 11,1 (2011: € 12,5) miljoen opgenomen aan verplichtingen van het Waarborgfonds inzake het faillissement van Ineas. Het saldo van de technische voorziening voor nog te betalen schade bestaat voor € 81,4 miljoen (2011: 84,7 miljoen) uit aan te houden voorziening voor personenschaden. SCHULDEN Overige schulden Crediteuren Overige schulden
90
49
104
166
194
215
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Jaarverslag 2012
43
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten (x € 1.000) BIJDRAGEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN STAAT Op basis van opgaven (conform artikel 24 lid 1 Wam) van verzekeringsmaatschappijen omtrent het aantal verzekerde motorrijtuigen en van de Staat het aantal motorrijtuigen, werd de volgende bijdrage in rekening gebracht: in 2012 9.432.530 gekentekende motorrijtuigen
à
€ 7,70
72.631
1.569.288 niet-gekentekende motorrijtuigen
à
€ 1,20
1.883 74.514
in 2011 9.382.796 gekentekende motorrijtuigen
à
€ 6,60
61.926
1.498.261 niet-gekentekende motorrijtuigen
à
€ 1,05
1.573
Nagekomen afrekening voorgaande jaren
-22 63.477
OPBRENGST VRIJSTELLINGSBEWIJZEN Dit betreft de van gemoedsbezwaarden ontvangen bedragen inzake de aan hen, in het kader van artikel 19 Wam, verstrekte vrijstellingen voor het sluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. De tarieven worden jaarlijks door de Minister van Financiën (artikel 20 Wam) vastgesteld op voorstel van het Waarborgfonds en rekening houdende met de omvang van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden. HONORARIUM SCHADEVERGOEDINGSORGAAN Conform internationale afspraken is het Schadevergoedingsorgaan bevoegd om voor de behandeling van schaden een honorarium in rekening te brengen aan soortgelijke schadevergoedingsorganen en verzekeringsmaatschappijen. Het honorarium is afhankelijk van het totale bedrag van de uitgekeerde schade en bedraagt 15% van de schade met een minimum van € 200 en een maximum van € 3.500. FINANCIËLE BATEN De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente op deposito´s en op in rekening-courant aangehouden gelden. SCHADELAST 2012 Bruto schaden Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Herverzekeringspremie
2011
59.073
68.172
1.744
10.859
250
250
Verhaalde schaden
-3.172
-4.529
Schaderegelingskosten
5.420
6.022
63.315
80.774
44
Jaarverslag 2012
Bruto schaden
Waarborgfonds (cf. artikel 25 Wam) Schadevergoedingsorgaan (cf. artikel 27o Wam)
2012
2011
58.998
68.033
75
139
59.073
68.172
Gesplitst naar de categorieën in artikel 25 lid 1 Wam is de bruto schade van het Waarborgfonds als volgt te verdelen: 2012 Schaden veroorzaakt door
a. onbekend gebleven motorrijtuigen b. niet-verzekerde motorrijtuigen
2011
aantal
%
bedrag
%
aantal
%
bedrag
%
36.177
96
48.914
83
40.257
95
54.713
80
1.309
3
6.874
12
1.598
4
7.842
12
196
1
1.846
3
224
1
2.152
3
0
0
1.169
2
57
0
2.618
4
22
0
194
0
20
0
708
1
37.704
100
58.997
100
42.156
100
68.033
100
c. door diefstal of geweld verkregen motorrijtuigen d. onvermogen van de verzekeraar e. motorrijtuigen met een vrijstelling gemoedsbezwaarden
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan
2012
2011
1.864
11.059
-120
-200
1.744
10.859
In de wijziging voorziening voor nog te betalen schaden is opgenomen een vrijval van de voorziening ultimo voorgaand boekjaar groot 5.493 (2011: dotatie van 9.076, voornamelijk als gevolg van enkele incidentele schaden). Verhaalde schaden Dit betreft de baten uit hoofde van het recht van verhaal dat het Waarborgfonds krachtens artikel 27t (Schadevergoedingsorgaan) en 28 Wam verkrijgt tegen de aansprakelijke personen en degenen die hun verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig waarmee de schade is veroorzaakt niet zijn nagekomen. Waarborgfonds Ontvangen verhaal
2.706
2.550
Mutatie voorziening
510
2.040
Schadevergoedingsorgaan, incl honorarium
-44
-61
3.172
4.529
Jaarverslag 2012
45
In de mutatie voorziening voor verhaalde schade is begrepen de opgenomen vordering op de boedel van Ineas. De mutatie voor de vordering bedroeg in 2012 € 0,09 negatief (2011: €2,1 miljoen positief). Het restant van de mutatie in de voorziening betreft de mutatie op de verhaalsvordering op onverzekerde aansprakelijken. Schaderegelingkosten Dit betreft uitsluitend externe schadebehandelingskosten. Interne schadebehandelingskosten zijn opgenomen onder de bedrijfskosten.
Expertisekosten Leges, proces-, advies- en verhaalskosten
2012
2011
1.923
2.180
145
203
3.352
3.639
5.420
6.022
Salarissen
12
1.011
Sociale lasten
0
127
Pensioenlast
0
208
Overige personeelskosten
17
63
Buitengerechtelijke kosten
BEDRIJFSKOSTEN Personeelskosten
Doorberekende Ov.personeelskosten VAN Doorberekende personeelskosten VAN
234
365
3.899
2.236
4.162
4.010
0
0
Aantal werknemers ultimo boekjaar uitgedrukt in volledige dienstverbanden
Met ingang van 1 juli 2011 heeft Waarborgfonds haar werkzaamheden uitbesteed aan de VAN, ten gevolge waarvan alle medewerkers in dienst zijn getreden bij de VAN. De VAN belast de ten behoeve van Waarborgfonds gemaakte kosten door op basis van de daadwerkelijke gemaakte kosten zonder opslag voor risico of winst. Beloning bestuur en directie De bezoldiging van het bestuur bedroeg 12 (2011: 17). Wijzigingen in de beloning van het bestuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Financiën en Justitie. Het bestuur heeft de VAN aangesteld als directeur. De kosten van de VAN, waaronder de kosten van de directie van VAN, worden door VAN aan het Waarborgfonds doorbelast op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Ten aanzien van de kosten voor de directie is vastgelegd dat deze niet meer mogen bedragen dan het met de bestede tijd overeenkomend percentage van de wettelijke norm zoals vastgelegd in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. De totale kosten voor de directie blijven binnen de wettelijke norm.
46
Jaarverslag 2012
Beheerkosten 2012
2011
Huisvestingskosten
404
446
Kantoor- en algemene kosten
834
799
Automatiseringskosten
473
399
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa
130
109
1.841
1.753
In de beheerkosten zijn doorberekende kosten van de VAN begrepen ter hoogte van 1.272 (2011: 1.281). Onder de Kantoor- en algemene kosten is 68 (2011:69) opgenomen voor accountantskosten. Dit betreft geheel de controle van de jaarrekening. BELASTINGEN De Stichting is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
7.
Toelichting op het kasstroomoverzicht (x € 1.000)
Ontvangen en betaald inzake regresconvenanten Het Waarborgfonds incasseert jaarlijks bij verzekeraars die deelnemen in daartoe afgesloten convenanten verhaalsvorderingen uit hoofde van ANW- en AWBZ-uitkeringen en betaalt deze ná incasso door aan de betreffende uitkeringsinstanties.
Regres ANW
2.534
2.590
Regres AWBZ
15.781
15.928
18.315
18.518
Rijswijk, 24 april 2013
Het bestuur
De directie
mr drs R.J. Hof (voorzitter)
voor deze:
Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. mr L.J.H. Ceelen
mr F.J. Blees
mw. M.M. Heezen
N.J.M. Barendse RA
mr T.L.W.M. Mallant drs F. van Bruggen
Jaarverslag 2012
47
OVERIGE GEGEVENS
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het Bestuur van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengsten vrijstellingsbewijzen en bruto schaden. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de relevante wet- en regelgeving/bepalingen zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26, en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Protocol toetsing rechtmatigheid, zoals overeengekomen tussen Stichting Waarborgfonds Motorverkeer en de Ministeries van Veiligheid en Justitie en Financiën. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
48
Jaarverslag 2012
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer per 31 december 2012 en het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en bruto schaden over 2012 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26 en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht, 24 april 2013 KPMG Accountants N.V. F.J.J. Glorie RA
Jaarverslag 2012
49
KERNCIJFERS
2012
2011
2010
2009
2008
nieuwe claims
48.476
54.255
57.174
53.164
53.557
Aantal toegewezen claims
37.704
42.156
44.222
42.501
40.191
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1.000)
58.997
68.033
66.876
59.786
57.091
9.432.530
9.382.796
9.245.391
9.176.319
9.007.453
1.569.288
1.498.261
1.422.119
1.363.786
1.269.724
4.437
4.295
4.153
4.098
4.001
867
836
802
764
703
ALGEMEEN
Aantal in behandeling genomen
Aantal motorrijtuigen waarvoor door verzekeraars, de Staat en de Gemoedsbezwaarden een bijdrage werd gestort: Gekentekende motorrijtuigen Niet gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
GEMOEDSBEZWAARDEN Aantal motorrijtuigen waarvoor een vrijstelling is afgegeven: Gekentekende motorrijtuigen Niet gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
BIJDRAGE VERZEKERAARS EN STAAT De basis van de inkomsten van het Waarborgfonds is de jaarlijkse bijdrage door de verzekeraars en de Staat op grond van het aantal verzekerde motorrijtuigen en motorrijtuigen van het Rijk. De ontwikkeling van de jaarlijkse bijdrage per motorrijtuig is als volgt:
2012
2011
2010
2009
2008
gekentekende motorrijtuigen
7,70
6,60
6,00
7,00
7,00
niet-gekentekende motorrijtuigen
1,20
1,05
0,95
1,10
1,10
(in euro)
50
Jaarverslag 2012
SCHADECIJFERS NAAR SOORT CLAIM Aantal ontvangen claims per jaar Parkeer-
Weg-
Overige
Personen-
schade
meubilair-
materiële
schade
schade
schade
2007
32.149
13.494
6.037
Totaal
1.561
53.241
2008
30.084
18.775
5.935
1.763
56.557
2009
30.375
15.632
5.451
1.706
53.164
2010
30.916
18.488
6.025
1.745
57.174
2011
28.881
18.005
5.624
1.745
54.255
2012
26.404
15.529
4.950
1.580
48.463
Totaal
Betaald schadebedrag per jaar (bedragen x € 1.000) Parkeer-
Weg-
Overige
Personen-
schade
meubilair-
materiële
schade
schade
schade
2007
23.986
12.489
7.669
13.673
57.817
2008
20.599
15.706
7.046
13.740
57.091
2009
22.475
18.184
7.681
11.446
59.786
2010
21.941
22.114
9.148
13.673
66.876
2011
20.355
21.972
10.569
15.137
68.033
2012
17.342
20.626
7.595
13.434
58.997
Jaarverslag 2012
51
Colofon Themateksten: FC Tekst, Job de Kruiff en Nienke Ledegang Fotografie: Chantal Ariëns, Amsterdam Vormgeving: Ton Wienbelt, Den Haag Druk: Mediacenter De Swart, Den Haag
52
Jaarverslag 2012
Handelskade 49 Postbus 3003 2280 MG Rijswijk Telefoon (070) 340 82 00 www.wbf.nl