N W A ATER V D L I W
Wegwijzer Directie ABIMO UITGEVERIJ 2008
COLOFON © 2008 Uitgeverij Abimo, Europark Zuid 9, 9100 Sint-Niklaas, België www.abimo.net Auteur Logo Gent vzw: Veerle Devriendt en Marleen Roesbeke VIG vzw: Olaf Moens en Erika Vanhauwaert Stuurgroep Wild van water Arteveldehogeschool Bachelor in het Onderwijs: Kleuteronderwijs en Lager Onderwijs, Bond Moyson Oost-Vlaanderen, CLB GO! Gent, CM Midden-Vlaanderen, Departement Milieu en Sociale Zaken Stad Gent, Departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent, Gezondheidsdienst Stad Gent, GO!ouders vzw, Hogeschool Gent Departement Lerarenopleiding Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs, Interstedelijk CLB Gent, KOOGO vzw, Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen, Logo Gent vzw, PUNC-team UZ Gent, Partena ziekenfonds en partners, Urobel vzw, VCOV vzw, VIG vzw, Vrij CLB regio Gent Met medewerking van Pilootscholen: Basisschool de Regenboog Basisonderwijs Stad Gent, Basisschool de Vogelzang Oostakker, BSGO Voskenslaan Gent, BuBaO Het Kompas Gent, François Laurent Instituut Basisonderwijs Stad Gent, GVBS de Boomhut Gent, IVIO Korenbloem Gent, KLIM – Vrije Lagere Scholen Gent, methodeschool de Jenaplaneet Oostakker, Vrije Basisschool Sint–Laurens Wachtebeke
WILD VAN WATER, een project dat de dorst lest Het project Wild van water wil basisscholen helpen om een drink- en plasbeleid binnen een gezondheidsbeleid in te voeren. Deze brochure geeft handvaten om een omgeving te scheppen waarin kinderen gestimuleerd worden om geregeld water te drinken en om te luisteren naar hun lichaam voor het natuurlijke gevolg van dat drinken: het plassen.
Voor wie? Kleuter- en lager onderwijs. Directies, schoolpersoneel, leerlingen en ouders.
Aanleiding Een toenemend aantal kinderen kampt met plasproblemen. Daarnaast zijn er in elke klas kinderen die te weinig (water) drinken. Gezondheidswerkers stellen vast dat de schoolomgeving vaak onvoldoende aandacht besteedt aan het drinken en plassen. Goede drinkgewoonten zijn essentieel voor een goede gezondheid. Ook de mentale prestatie heeft baat bij een evenwichtige vochtbalans. En wie voldoende drinkt, moet ook … geregeld plassen. Om plasproblemen te vermijden, moet dit in optimale omstandigheden kunnen gebeuren. Goede drink- en plasgewoonten vormen daarom een belangrijk onderdeel van een gezondheidsbeleid op school.
Door wie?
Taalambtenaar Stad Gent
Gentse en buitenlandse onderzoeken vormen de basis van dit educatief pakket. Een stuurgroep van experten uit het onderwijs, de preventieve gezondheidszorg, de zorgsector en de wetenschap vertaalden de resultaten in aanbevelingen en richtlijnen, met inspraak vanuit het werkveld.
Illustraties
Wat?
Vertelboek ‘Wild van water’: Marjolein Pottie Jef Goedemé Grafische vormgeving Inne Van den Bossche Klaas Demeulemeester
Met steun van
De wegwijzer voor directies bevat een zelfanalyse-instrument voor een drink- en plasbeleid, achtergrondinformatie en tips voor de praktijk. Het project ‘Wild van water’ biedt bijkomende ondersteuning bij de uitbouw van een drink- en plasbeleid in het basisonderwijs: ● 10 aanbevelingen; ● wegwijzer voor directies; ● wegwijzer voor ouderverenigingen; ● kit voor leerkrachten kleuteronderwijs en lager onderwijs (per graad) met een voorleesboekje voor kleuters en beginnende lezers, vertelplaten, pictogrammen voor de tijdslijn, een cd met liedjes, werkbladen en achtergrondinformatie; ● toegankelijke informatie voor personeel en ouders met een werkboekje voor thuis; ● affiches en pictogrammen; ● een charter; ● de website www.wildvanwater.be.
3
Kies voor een drink- en plasbeleid! 1. Gezondheidsbeleid op school Een drink- en plasbeleid hoort thuis in het gezondheidsbeleid op school. ‘Wild van water’ sluit naadloos aan bij de aanbevelingen van de Vlaamse overheid en de kadermethodiek van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (www.gezondeschool.be). Met ‘Wild van water’ werkt u aan de verschillende pijlers van uw gezondheidsbeleid: educatie, afspraken en regels, infrastructuur, ouderparticipatie en het drankenaanbod.
Kinderen drinken te zoet! Jonge kinderen drinken opvallend veel zoete dranken. Meestal zijn die dranken calorierijk en bevatten ze koolzuurgas. Dat laatste verhoogt de druk op de blaas. Water is het herontdekken waard. Het is een ideale vervanger van zoete dranken en draagt bij tot een evenwichtiger drinkgedrag.
6. Gezonde leefgewoonten: geregeld plassen Van al dat drinken moet je plassen. Veel kinderen ervaren drempels om te plassen op school. Geurhinder, slecht sluitende deuren, onvoldoende tijd om te plassen enzovoort zetten kinderen aan om de plas op te houden en minder te drinken op school. Directe gevolgen zijn: een slechte vochtbalans, concentratieverlies, urinaire problemen …
2. Drinkbeleid op school Volgens de Vlor horen frisdranken niet thuis in het dagelijkse drankenaanbod van de basisschool. De Vlor pleit ervoor dat gratis drinkbaar water op school voor iedereen beschikbaar is en dat de dagindeling het toelaat dat er op verschillende momenten water gedronken kan worden. ‘Wild van water’ onderschrijft dit advies en biedt scholen ondersteuning voor de integratie ervan in de dagelijkse werking van de school.
7. Drinken maakt slim en verhoogt de prestatie
3. Ontwikkelingsdoelen en eindtermen (OD/ ET)
8. Imago en voorbeeldfunctie
Scholen hebben de opdracht om te werken aan basishygiëne, kennis van het eigen lichaam, kennis over het eigen gedrag in relatie tot gezondheid … De klasactiviteiten zijn gekoppeld aan de OD/ET. ‘Wild van water’ draagt onder andere bij tot het realiseren van de OD/ET wereldoriëntatie over gezonde leefgewoonten, voeding en hygiëne.
Voldoende en veelvuldige vochtopname is de sleutel tot een optimale leercapaciteit. Leerlingen kunnen zich beter concentreren en zijn niet afgeleid door effecten van dehydratie zoals vermoeidheid en irritatie. Dehydratie vermindert de mentale prestatie met 10%, terwijl het drinken van 4 tot 5 glazen water per dag leerlingen mentaal en fysiek in topvorm houdt.
Een drink- en plasbeleid draagt bij tot een positief imago van de school. Ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen op school ‘gezond’ drinken en naar een proper toilet kunnen gaan. Inspanningen op het gebied van infrastructuur, drankenaanbod, educatie, onderhoud … dragen rechtstreeks bij tot gezonde drink- en plasgewoonten. Geef zelf het goede voorbeeld en vergroot het effect van deze inspanningen.
4. Veiligheid en welzijn Het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming) geeft richtlijnen voor het aantal toiletten op school en voor het onderhoud van sanitaire installaties, wastafels en drankfaciliteiten. De veiligheidsindex van de onderwijsinspectie vermeldt wastafels met stromend water, de mogelijkheid om water te drinken en de aanwezigheid van voldoende degelijk en hygiënisch sanitair.
9. Ieder kind gelijk
5. Gezonde leefgewoonten: voldoende water
10. Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind
Water regelt onze lichaamstemperatuur, vormt de bouwstof voor lichaamscellen en is het hoofdbestanddeel van onze hersenen (80%). Water fungeert als transportmiddel, oplosmiddel en schokdemper. Daarom is het niet verwonderlijk dat water dé basis is van een evenwichtige voeding.
Kinderen uit lagere sociaaleconomische milieus hebben minder kans op een gezonde leefstijl. Dit project wil gezondere leefgewoonten stimuleren bij iedereen. Water is een gezond en goedkoop – en dus toegankelijk – alternatief, zowel voor de school als voor ouders thuis.
Het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind geeft elk kind het recht op een goede gezondheid en een goede gezondheidsbegeleiding. Zuiver drinkwater, hygiëne, sanitaire voorzieningen, gezondheidsvoorlichting en dergelijke moeten hiertoe bijdragen.
Kinderen drinken te weinig! Zo drinken kleuters amper 216 ml water per dag, terwijl aanbevolen wordt om dagelijks 1 tot 1,5 liter vocht te drinken, waarvan bij voorkeur 2/3de water. Geregeld drinken is de boodschap. Vaste drinkmomenten en extra vochtinname bij fysieke activiteit en warm weer dragen bij tot voldoende vochtinname.
4
5
2. AFSPRAKEN 3. AFSPRAKEN 4. FACILITATIE
NEE (0)
Besteed aandacht aan het belang van water drinken en goede toilethygiëne, maar ook aan het toiletgebeuren zelf. Kinderen worden gemiddeld zindelijk rond hun 4de levensjaar, maar het duurt tot het 12de levensjaar vooraleer de blaas ‘volgroeid’ is. Aandacht voor en kennis over een natuurlijke plashouding is dus niet alleen een kwestie van droog worden. Ook aandacht voor een correct gebruik van het sanitair en toebehoren behoort tot de gezondheidseducatie. Leerlingen drinken water tijdens en na fysieke activiteiten, sport en spel.
JA (1)
NEE (0)
Wie beweegt, zweet meer. Daarom moeten we tijdens en na bewegingen drinken. Dat vraagt tijd en de nodige faciliteiten. Laat in de les lo, tijdens de naschoolse sportactiviteit en in de speeltijd kinderen water drinken.
Leerlingen mogen tijdens de les naar het toilet.
6
JA (1)
JA (1)
NEE (0)
Kinderen onder de 7 jaar hebben meestal nog geen volgroeide blaas. Het is daarom belangrijk dat ze naar het toilet gaan als de natuur roept. Kinderen leren de sluitspier aanspannen om de plas op te houden en droog te blijven. Als de plas te vaak opgehouden wordt, wordt de sluitspier te veel geactiveerd en zijn de kinderen niet meer in staat om de sluitspier willekeurig los te laten. Vooral bij meisjes komt dit voor. Het kan aanleiding geven tot urineweginfecties. De aanbeveling is daarom: ga als je moet. We hebben een gratis wateraanbod voor leerlingen dat op verschillende tijdstippen van de schooldag toegankelijk is.
JA (1)
NEE (0)
Een belangrijke pijler in gezondheidsbevordering is het toegankelijk maken van gezonde keuzes. Een laagdrempelig aanbod van gratis drinkbaar water tijdens de hele schooldag is in dit verband cruciaal.
5.INFRASTRUCTUUR
1. EDUCATIE
Gezondheidseducatie rond water drinken, toilethygiëne en het toiletgebeuren komen in alle klassen van uw school aan bod.
6. PARTICIPATIE
Uw school doet ongetwijfeld veel inspanningen om leerlingen een gezonde leefstijl aan te leren. Maar hoe zit het met het drink- en plasbeleid? Doe de opwarmtest. Die geeft u een eerste indruk.
De school beschikt over urinoirs.
Leerlingen en ouders participeren actief in het drink- en plasbeleid op school.
JA (0)
NEE (1)
Zittend plassen geniet de voorkeur, ook voor jongens. Urinoirs laten dit niet toe en zijn vaak een bron van hardnekkige stank. Stank is dé afknapper voor leerlingen.
JA (1)
NEE (0)
Onderzoek wijst uit dat ouders vragende partij zijn om samen werk te maken van een gezond drink- en plasbeleid op school. Leerlingen vinden het belangrijk om tijdens de hele schooldag te kunnen drinken en om te kunnen plassen op propere toiletten.
TOTAALSCORE
Doe de opwarmtest
6
SCORE 5-6
Prima! Alles wijst erop dat leren op uw school samengaat met een gezonde leefomgeving, en met afspraken en betrokkenheid van de leerlingen en ouders. De grondige checklist kan helpen om het gevoerde beleid aan te scherpen en nieuwe ideeën of tips aan te reiken. Doen.
3-4
OK In uw school is er al heel wat op gang gebracht rond drinken en plassen. Zorg ervoor dat activiteiten gekaderd worden in een algemeen drink- en plasbeleid dat met meerdere niveaus rekening houdt. Een goede hulp hierbij is de checklist. Bepaal uw prioriteiten.
0-2
Kan beter Waarschijnlijk zijn er goede intenties, maar er is nog werk aan de winkel. Er kan in uw school nog heel wat gebeuren rond drinken en plassen. De checklist zet u alvast goed op weg. Veel succes!
7
Doe de Wild van watertest
5.
Over de leerjaren heen worden alle aspecten van het water drinken behandeld (regelmaat, hoeveelheid, drinken en sporten, drinken en gezondheid, drinken en warm weer, wateraanbod).
JA
NEE
6.
Over de leerjaren heen worden alle aspecten van het toiletgebeuren behandeld (plashouding, hygiëne, niet ophouden, zindelijkheid, correcte houding in de toiletten, plassen en gezondheid).
JA
NEE
7.
Ouders krijgen informatie over water drinken(*) of er wordt aandacht besteed aan water drinken: op een ouderavond, opendeurdag of schoolfeest, of schriftelijk.
JA
NEE
8.
Ouders krijgen informatie over het toiletgebeuren(*) of er wordt aandacht aan besteed: op een ouderavond, opendeurdag of schoolfeest, of schriftelijk.
JA
NEE
De opwarmtest is een goede start. Doe de Wild van watertest voor een grondige analyse van het drink- en plasbeleid op uw school. De test bestaat uit 3 strategieën (educatie, structurele maatregelen en afspraken). Daarnaast wordt er ook gepeild naar de deelname aan (of participatie in) het drink- en plasbeleid. Elk van deze pijlers is essentieel voor een evenwichtig drink- en plasbeleid en ze beïnvloeden elkaar. Hoe beter de verschillende onderdelen op elkaar zijn afgestemd, hoe groter de kans op succes. Een voorbeeld: als de directie beslist een drinkwaterfonteintje te plaatsen aan de sporthal, dan werkt dat enkel als de lo-leerkracht de les tijdig stopt om alle leerlingen te laten drinken. Met het resultaat van de Wild van watertest krijgt uw school een eerste zicht op de sterktes en werkpunten van haar huidige drink- en plasbeleid. Op die manier kunt u als school een eerste selectie maken van mogelijke acties die kunnen bijdragen tot een verdere uitbouw van dat beleid. Vaak komt een concrete actie tegemoet aan meerdere werkpunten binnen meerdere pijlers.
De antwoorden Ja = sterkte, houden zo Nee = werkpunt Nee op een blauwe vraag = prioritair werkpunt
(1) Met water wordt bedoeld: drinkbaar water dat gratis door de school wordt aangeboden. (*) Een van de aspecten van het thema water drinken of het toiletgebeuren is voldoende om JA te scoren.
1. EDUCATIE
1.2 VOORBEELDGEDRAG
1.1 ACTIVITEITEN
8
1.
Het schoolpersoneel is geïnformeerd over de noden van kinderen op het gebied van water drinken(1).
JA
NEE
2.
Het schoolpersoneel is geïnformeerd over de noden van kinderen op het gebied van plassen.
JA
NEE
3.
Het thema ‘water drinken’ komt in alle leerjaren aan bod.
JA
NEE, in een of meerdere leerjaren
NEE, in geen enkel leerjaar
4.
Het toiletgebeuren (plassen, hygiëne, orde …) komt in alle leerjaren aan bod(*).
JA
NEE, in een of meerdere leerjaren
NEE, in geen enkel leerjaar
1.
Leerkrachten drinken water tijdens de les.
JA
NEE
2.
Schoolpersoneel drinkt tijdens de schooldag geen frisdrank op school.
JA
NEE
3.
Leerlingen worden door het personeel actief gestimuleerd om water te drinken (gezamenlijk drinkmoment, aansporen tot drinken na het sporten en bij warm weer …).
JA
NEE
4.
De school organiseert activiteiten waarbij ze aspecten van haar drink- en plasbeleid kracht bijzet of kenbaar maakt: een projectweek, tekenwedstrijd of postercampagne, de inrichting van het sanitaire blok ...
JA
NEE
9
2. FORMELE AFSPRAKEN 1.
De school erkent de aanbevelingen voor een drink- en plasbeleid, onderschrijft ze in een visiedocument of charter, en zet ze om in een beleid.
2.
JA
NEE
Het schoolpersoneel kan geregeld water drinken tijdens de werkuren.
JA
NEE
3.
Leerlingen kunnen geregeld water drinken tijdens de les.
JA
NEE
4.
Frisdrank is op een gewone schooldag niet toegelaten op school.
JA
NEE
5.
Leerlingen mogen altijd naar het toilet. Het plassen hoeft niet uitgesteld te worden tot het einde van het lesuur of tot de speeltijd.
JA
NEE
6.
Leerlingen wassen de handen na het plassen.
JA
NEE
7.
8.
9.
10.
11.
10
JA
Afspraken over orde en netheid van de sanitaire voorzieningen en drinkpunten zijn opgenomen in het schoolreglement of een ander schooldocument (bijvoorbeeld leefregels of een brief naar de ouders).
JA
Werknemers die zich niet houden aan de formele afspraken rond drinken en plassen, worden hierop aangesproken.
JA
De school kent van de kinderen met bijzondere behoeften de noden op het gebied van water drinken.
De school kent van de kinderen met bijzondere behoeften de noden op het gebied van plassen.
JA
NEE
13.
De school heeft een visie op en een beleid rond het omgaan met kinderen met plasproblemen (detecteren, doorverwijzen, omgaan met het kind …).
JA
NEE
14.
De school heeft afspraken met het CLB over het opvolgen van kinderen met plasproblemen.
JA
NEE
3. STRUCTURELE MAATREGELEN
Afspraken over drinken en plassen zijn opgenomen in het schoolreglement of een ander schooldocument (bijvoorbeeld leefregels of een brief naar de ouders).
Nieuwe medewerkers worden geïnformeerd over de afspraken voor het drink- en plasbeleid.
12.
JA
JA
NEE, maar gedeeltelijk
NEE, helemaal niet
NEE
3.1 AANBOD 1.
Op vergaderingen is water beschikbaar.
JA
NEE
2.
De werkgever zorgt voor water voor het personeel.
JA
NEE
3.
In alle klassen is er water beschikbaar (via een waterkraantje, waterkan, waterdispenser … ).
JA
4.
Bij de sportvoorzieningen is er water beschikbaar.
JA
NEE
5.
Op de speelplaats is er water beschikbaar.
JA
NEE
6.
In de refter staat er water op tafel of is het beschikbaar voor alle leerlingen.
JA
NEE
7.
Op schoolfeesten, ouderavonden en opendeurdagen is er water beschikbaar, al dan niet gratis.
JA
NEE
8.
Op uitstappen, bosklassen, zeeklassen … is er water beschikbaar.
JA
NEE
10.
Bij warm weer wordt er extra water aangeboden.
JA
NEE
NEE, in enkele klassen
NEE, in geen enkele klas
NEE
NEE
NEE
11
3.2 INFRASTRUCTUUR EN ONDERHOUD
12
1.
Er is een kwaliteitscontrole uitgevoerd op al het drinkwater op school.
JA
NEE
2.
De drinkwaterpunten worden geregeld gereinigd.
JA
NEE
3.
Bekers die uitsluitend door een zelfde persoon gebruikt worden, worden dagelijks gereinigd, alle andere bekers na elk gebruik.
JA
4.
De drinkwaterpunten zijn bruikbaar voor alle leerlingen (hoogte, bediening).
JA
5.
De drinkwatervoorzieningen zijn niet onderhevig aan weersomstandigheden of de school zorgt bij slecht weer voor alternatieven.
JA
6.
Er zijn voldoende toiletten voor jongens en meisjes (1 toilet op 15 leerlingen).
JA
7.
Er zijn geen urinoirs op school.
JA
NEE
8.
Elk toilet heeft een vastgehechte toiletbril.
JA
NEE
NEE
NIET VAN TOEPASSING
15.
Er zijn voldoende wastafels (per 25 leerlingen 1 wastafel.
JA
NEE
16.
Alle leerlingen kunnen beschikken over zeep om hun handen te wassen.
JA
NEE
17.
Alle leerlingen kunnen hun handen drogen na het wassen.
JA
NEE
18.
Het sanitair wordt dagelijks schoongemaakt.
JA
NEE
19.
Stoffen handdoeken worden dagelijks vervangen.
JA
NEE
20.
Zeep wordt 2 maal per week aangevuld/vervangen.
JA
NEE
21.
Toiletpapier wordt dagelijks aangevuld.
JA
NEE
22.
Vuilbakjes worden dagelijks geleegd.
JA
NEE
23.
De sanitaire voorzieningen worden dagelijks verlucht.
JA
NEE
24.
De sanitaire voorzieningen zijn voldoende verlicht.
JA
NEE
25.
In de loop van de schooldag gebeurt er geregeld (minstens 2 keer) toezicht op de hygiëne en toestand van het sanitair en toebehoren.
JA
NEE
26.
In de toiletblokken worden leerlingen gestimuleerd (door affiches, pictogrammen, …) om na elk toiletbezoek hun handen te wassen.
JA
NEE
NEE
NEE
NEE
9.
In elk toilet is er voldoende toiletpapier.
JA
NEE
10.
In de meisjestoiletten zijn er vuilbakjes.
JA
NEE
11.
Er zijn gescheiden toiletvoorzieningen voor jongens en meisjes (enkel voor lager onderwijs).
JA
12.
Er zijn voldoende toiletten voor kinderen met een handicap (in het reguliere onderwijs: minstens 1).
JA
NEE
13.
Toiletten voor kleuter- en lager onderwijs zijn gescheiden en aangepast qua hoogte.
JA
NEE
14.
Elk toilet kan gesloten worden met een kindvriendelijk slot.
JA
NEE
NEE
NIET VAN TOEPASSING
PARTICIPATIE 1.
Leerlingen hebben inspraak in het drink- en plasbeleid, bijvoorbeeld voor de watervoorzieningen, de aankleding van de toiletten …
JA
NEE
2.
Ouders hebben inspraak in het drink- en plasbeleid, bijvoorbeeld voor de inrichting van het sanitair, van waterpunten …
JA
NEE
13
Hebt u de test ingevuld voor uw school?
Basisingrediënten voor een Wild van water-project
Maak hier uw prioriteitenlijstje. Zorg dat de verschillende pijlers in uw beleid voorkomen.
STRATEGIE 1: Educatie 1.1 Activiteiten
1.2 Voorbeeldgedrag
Het drinken en het toiletgebeuren maken deel uit van het dagelijkse schoolleven. Ze hebben een grote invloed op het welbevinden en de gezondheid van de leerlingen. Toch zien we vaak dat scholen enkel deelproblemen aanpakken of beperkte maatregelen nemen. Het grootste effect kan een school bereiken door haar drinkbeleid en plasbeleid te koppelen en formele afspraken, educatieve activiteiten, een laagdrempelig wateraanbod en een degelijke toiletinfrastructuur te combineren. De centrale doelstelling moet altijd zijn dat kinderen tijdens de hele schooldag voldoende kunnen drinken en geregeld naar het toilet kunnen.
Plaats ‘glas en plas’ op de agenda Ga eerst na of het onderwerp leeft op uw school. Hoe ervaren collega’s, leerlingen en ouders de drink- en plasfaciliteiten? Wat zijn de afspraken rond drinken en plassen? Is er in de klas aandacht voor drinken en plassen? Maakt dit alles deel uit van een gezondheidsbeleid op school? Kaart het drink- en plasbeleid aan bij collega’s, leerlingen en ouders.
STRATEGIE 2: Formele afspraken
STRATEGIE 3: Structurele maatregelen 3.1 Aanbod
Vorm een werkgroep Kiest u voor een drink- en plasbeleid, stel dan een team of werkgroep samen van mensen die er hun schouders onder zetten. U kunt gebruikmaken van bestaande werkgroepen zoals de werkgroep Gezondheidsbeleid, of kiezen voor een trekker als het oprichten van een werkgroep niet mogelijk of nodig is. Idealiter bestaat de werkgroep uit leden van het schoolteam (zowel leerkrachten als technisch en onderhoudspersoneel, als directie) en de CLB-medewerker. De leerlingen en hun ouders betrekt u bij de werkgroep door geregelde terugkoppeling in klasgesprekken, leerlingenraad, oudercontact, oudercomité ... De werkgroep heeft als doel een drink- en plasbeleid op te stellen op basis van een eerste verkenning en een beginanalyse. Verder is het zijn taak om het beleid na de invoering te evalueren en eventueel bij te sturen. Betrek ouders actief in het drink- en plasbeleid. Vraag logistieke en/of financiële ondersteuning bij de ouderwerking.
3.2 Infrastructuur en onderhoud
Geregelde communicatie met het hele schoolteam en alle leerlingen en ouders kan via bestaande kanalen zoals een personeelsvergadering, een brief voor de ouders, een oudercontact, een bijeenkomst van het oudercomité, klasgesprekken met leerlingen en de leerlingenraad.
Participatie
14
15
Bekijk de situatie op school
Omgaan met weerstand
De checklist is een prima start om sterktes en groeikansen in beeld te brengen. Geef verder alle betrokken partijen de kans om hun mening te uiten. Dat kan gebeuren via een enquête of via de bestaande overlegmomenten in uw school. Een goede beginanalyse levert belangrijke informatie om prioriteiten te stellen: Wat doet de school? Wat is er geprobeerd? Welke lacunes zijn er in het drink- en plasbeleid? Wat wensen de leerlingen, de ouders en het schoolteam? Wat zijn de mogelijkheden van de school?
Verandering is een proces. Het is belangrijk dat de directie 100% achter de vernieuwing staat. Voor het schoolteam en de ouders moeten de vernieuwingen en acties aanvaardbaar zijn. Sensibiliserende activiteiten zijn hiervoor nodig. Een duurzame werking veronderstelt ook gemotiveerde leerlingen: de boodschap om tijdens de schooldag geregeld water te drinken en geregeld een (proper) toilet te bezoeken, spreekt hen zeker aan. Wanneer iets niet op de ene manier lukt, probeer het dan op een andere. Verandering vraagt tijd en doorzetting. Het resultaat moet in het voordeel van de leerling zijn.
Stel een plan op
Meet het succes
Op basis van de verzamelde informatie uit de checklist, discussies, enquête … kan een plan van aanpak worden opgesteld. Het is noodzakelijk dat zowel aan het plassen als aan het drinken voldoende aandacht wordt besteed. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Betrek het niveau van de individuele leerling, klas, school en schoolomgeving in uw plan van aanpak. Plaats de actie in het matrixmodel (zie: www.gezondeschool.be > schoolfoto).
De invoering van een drink- en plasbeleid is geen eindpunt maar vraagt opvolging en evaluatie. De werkgroep of trekker kan knelpunten verzamelen en feedback vragen van de verschillende partijen. In overleg kan bekeken worden op welke manier het beleid kan worden bijgestuurd. Ga na of de beoogde doelen bereikt zijn. Behoud succesvolle initiatieven. Evalueren gebeurt geregeld en tussentijds binnen de acties. Evalueren kan via de Wild van waterchecklist. Ga na of de vooropgestelde werkpunten bereikt zijn. Welke wel? Welke niet? Stel in functie van de voorbije acties ook uw prioriteitenlijstje bij.
Voer het drink- en plasbeleid in Voldoende aandacht besteden aan de invoering verhoogt de kansen op succes. Hou zeker rekening met de volgende punten: • Kies de startdatum. • Zorg dat iedereen zijn rol en verantwoordelijkheden kent. • Bespreek binnen het schoolteam de lessen over drinken en plassen. • Neem afspraken op in het schoolreglement of in een ander schooldocument (leefregels, schoolwerkplan). • Informeer tijdens de actie geregeld personeel, leerlingen en ouders. • Organiseer positieve activiteiten en overwin weerstanden: laat collega’s, leerlingen en ouders de voordelen van water drinken en een goed toiletgebeuren ervaren door een ludieke activiteit. • Maak de nieuwe afspraken zichtbaar in de school (affiche, tekeningen, pictogrammen …).
Kader het drink- en plasbeleid in het ruimere gezondheidsbeleid van de school. Breng het thema geregeld onder de aandacht zoals op een personeelsvergadering. Op die manier wordt het thema in de aandacht gehouden, ook als de school nieuwe thema’s als prioritair behandelt.
Charter In de kit voor leerkrachten vindt u een Wild van watercharter. Dit charter is een formele manier om de intenties van de school op papier te zetten. De school engageert zich op die manier om de tien aanbevelingen voor een drink- en plasbeleid ter harte te nemen en zoveel mogelijk ook om te zetten in praktijk.
16
17
ALS HET TOILET MAAR PROPER IS EN HET WATER KOEL VLOEIT
1.
+
Infrastructuur: waar moet u op letten?
Aanbevelingen aangeduid met
WET
zijn wettelijk verplicht.
WATERTAP
Raadpleeg het ARAB voor het totaaloverzicht.
DRINKWATERFONTEINTJES
Velen denken bij de invoering van een drink- en plasbeleid aan dure infrastructurele aanpassingen. Toch is er veel mogelijk zonder grote kosten. Het drink- en toiletgebeuren bespreekbaar maken en enkele basisregels invoeren, helpt de school al een heel eind op weg. Het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming) vormt het wettelijk kader voor drink- en plasfaciliteiten voor leerlingen in het onderwijs. Deze richtlijnen zijn verwerkt in de veiligheidsindex die de inspectie bij doorlichtingen hanteert. Zij kunnen als minimum voorwaarden worden gehanteerd. Voor de optimale ontwikkeling van een kind dienen we met bijkomende elementen rekening te houden.
18
DRINKWATERVOORZIENINGEN
-
Aandachtspunten
o Onbeperkt drinken. o Spaarzaam: het water blijft niet lopen en de waterstraal is beperkt. o Weinig onderhoud. o Hygiënisch. o Geen afval of transport.
o Kosten voor de aanpassing van het leidingnet. o Kan niet overal geplaatst worden. o Beperkte toegang (enkel tijdens speeltijd). o Voor fonteintjes met een koelsysteem moet er ook elektriciteit zijn. o Verlies aan hygiëne door verkeerd gebruik (mond over kraantje). o Een fonteintje op zich is onvoldoende om leerlingen te laten drinken. Vaak dient het meer als mondverfrisser dan als dorstlesser. Als onderdeel van een ruimer aanbod kan dit zeker.
o Controleer de bron en buizen van het water op school. o Kies voor een fonteintje met een afschermkap, zodat de mond de kraan niet kan raken. o Koeling is niet noodzakelijk en zuiniger in energiegebruik! o Fonteintjes in de buurt van toiletten ervaren kinderen als vies. Soms zorgen die toiletten trouwens ook voor geurhinder en een slechtere hygiëne aan de fonteintjes. o Stem de hoogte af op de verschillende leeftijden. Voor kleuters mogen de fonteintjes bijvoorbeeld niet hoger zijn dan 65 cm. o Aan fonteintjes met een zwanenhals kunnen de kinderen ook bekers vullen. De kranen van deze fonteintjes zijn niet afgeschermd voor de mond. o Enkele fonteintjes op school volstaan als aanvulling op andere watervoorzieningen.
o Hygiënisch. o Spaarzaam: het water blijft niet lopen. o Voor elk wat wils: er zijn systemen om aan te sluiten op de waterleiding en systemen met bronwater. o De watertap met bronwater is een prima idee als het water van de school niet drinkbaar is (waterput/oude leiding).
o Milieu: wegwerpbekers. o De duwknoppen of kraantjes moeten dagelijks gereinigd worden. o Prijs: blijvende kosten voor nieuwe waterbidons en bekers. o Een gebrekkige hygiëne bij de vervangingen van de bidons kan zorgen voor besmet water.
o Een watertap aangesloten op de waterleiding is veel goedkoper en wordt aanbevolen. Laat wel het water controleren op kwaliteit. o Wegwerpbekers kunnen vervangen worden door herbruikbare drinkbekers, maar dit is minder handig. o Een systeem zonder koeling is energiezuiniger, maar kan problemen geven bij warm weer . o Systemen met een duwknop zijn duurzamer. o Kraantjes kunnen afbreken en zijn duur om te herstellen.
19
+
DRINKFLESJES
(BRON- EN MINERAALWATER)
DRINKBUS
DRINKBEKER (HERBRUIKBAAR)
WATERKAN
o Overal te plaatsen. o Hygiënisch. o Milieuvriendelijk.
o Milieuvriendelijk. o Overal toepasbaar. o Aangenamer drinken dan uit een wegwerpbeker. o Water bij de hand.
o o o o
o o o o
Afsluitbaar. Milieuvriendelijk. Overal toepasbaar. Water bij de hand.
Afsluitbaar. Overal toepasbaar. Water bij de hand. Kan nagevuld worden met (leiding)water.
o Glazen/bekers nodig. o Reiniging. o Moeilijker hanteerbaar voor jonge kinderen. o Kan geen uren vooraf worden gevuld.
o Reiniging: na elke drinkbeurt of - als de beker bij één persoon hoort - dagelijks. o Risico op omstoten.
o Dagelijks reinigen. o Voor de reiniging van een aantal modellen is een flessenborstel noodzakelijk.
o Minder milieuvriendelijk dan bijvoorbeeld herbruikbare bekers. Een drinkflesje is maximaal 10 keer te hergebruiken. o Prijs. o Medewerking van de ouders noodzakelijk voor de aankoop.
Aandachtspunten o Grote of volle kannen geven aanleiding tot waterverspilling en bemoeilijken het uitgieten. o De keuze van het materiaal van de waterkan is belangrijk: plastic kan het water een onaangename smaak geven. Inox kan in de vaatwas en is niet breekbaar. o Voeg ijsblokjes toe bij warm weer. o Gebruik ook waterkaraffen tijdens vergaderingen en in de lerarenkamer. o Ververs het water geregeld.
o Kies voor een model dat niet glad wordt (ruwe kunststof). o Kies voor een model met een gemakkelijke greep (zoals door een versmalling in het midden). o Kies voor een kunststof die niet gemakkelijk breekt. o Kies voor een model zonder scherpe rand, zodat kinderen zich niet kunnen kwetsen. o Er bestaan modellen met een deksel.
Subsidie -
Veel maatschappijen geven subsidies voor de aankoop van waterfonteintjes of geven gratis fonteintjes aan scholen in hun werkingsgebied.
Vlaams Gewest - Elke Vlaamse school kan via de gemeente subsidies van het Vlaams Gewest aanvragen voor drinkwaterfonteinen. Per fontein is er een maximaal subsidieerbaar bedrag. De voorwaarde is dat de gemeente een aanvraag doet voor minstens 10 drinkwaterfonteinen (eventueel voor verschillende scholen op haar grondgebied). -
Alle Vlaamse gemeentes kunnen bij het Vlaams Gewest subsidies aanvragen voor de aanschaf van herbruikbare bekers (bijvoorbeeld voor scholen en jeugd-verenigingen). De voorwaarde is dat ze minstens 5000 bekers aanvragen. Meer informatie over deze subsidies vindt u op www.milieukoopwijzer.be.
o Leidingwater is goedkoper en dus toegankelijk voor alle leerlingen. o Afhankelijk van de bereidheid van de ouders: er is kans op sociale ongelijkheid.
Variatie Maak het wateraanbod divers en toegankelijk, dit helpt leerlingen om voldoende te drinken op een dag. Bijvoorbeeld: Waterfonteintjes bieden geen garantie voor een voldoende vochtopname. Ze zijn niet altijd toegankelijk en kinderen drinken maar een beperkte hoeveelheid water via deze kraantjes.
o Kies voor een gemakkelijk te reinigen model dat eventueel ook in de afwasmachine kan. o Tandartsen raden aan om het gebruik van een sportdop te beperken en af te wisselen met andere drinkmogelijkheden.
De school stelt drinkwater of een andere drank en bekertjes ter beschikking op een bereikbare plaats. 20
TIPS
Locatie -
WEL: in refters en andere eetruimtes, in klaslokalen, in gangen en in de nabijheid van kleedkamers en sportruimtes.
-
NIET: in de buurt van elektrische toestellen, bij nooduitgangen, in de nabijheid van toiletten, in laboratoria of computerlokalen.
-
Beschut tegen: regen, wind en vrieskou.
Drinkmomenten -
Minimaal 5 drinkmomenten op een schooldag.
-
Drinkmomenten: tijdens de les.
-
Stimuleer het drinken van water in de klas. Geef zelf het goede voorbeeld. Las per lesblok een drinkmoment in of geef toestemming om tijdens de les water te drinken.
voor-
en
naschoolse
opvang,
speeltijden,
middagpauze
en
WET
21
Laat leerlingen water drinken tijdens of na fysieke inspanningen: de les lichamelijke opvoeding, sport en spel.
-
Stimuleer het drinken van water bij extra-murosactiviteiten.
-
Op warme dagen is het noodzakelijk om meer water te drinken.
SANITAIRE VOORZIENINGEN
-
+ o
Basishygiëne.
o
Gebruik
-
-
-
-
Als het water een tijdje niet gebruikt is (zoals na een onmiddellijk van gedronken worden. U moet het dan Hoe lang hangt af van de afstand van de watermeter Voor 15 m worden 30 seconden aanbevolen: op basis berekenen voor grotere afstanden.
Verleidelijk om ‘creatief’ met
o
Kies voor absorberend papier.
papier te zijn: wc-rollen in het
o
Kies voor gerecycleerd papier.
toilet, afrollen …
o
Zorg dat er in elk toilet altijd
o
Hou rekening met de reikafstand.
o
Maak duidelijke afspraken.
o
Kies voor afgesloten systemen,
WC-PAPIER
Hou de drinkvoorzieningen proper. Een voorziening die als onhygiënisch wordt ervaren is een ware afknapper.
zodat de wc-rol niet verwijderd kan worden, of kies voor een dispenser met remsysteem om overmatig papierverbruik of papierverspilling tegen te
vakantie), mag er niet eerst wat laten lopen. tot het verste tappunt. hiervan kunt u de tijd
Voorzieningen moeten ook gemakkelijk te hanteren zijn door jonge kinderen. Ook zij moeten weten hoe ze alles juist kunnen gebruiken. Hiervoor bevestigt u het best pictogrammen met het goede gebruik bij de drinkwatergelegenheden. In sommige scholen verstoppen de leidingen van fonteintjes omdat leerlingen er papier in proppen. Maak afspraken over het gebruik van de watervoorzieningen. Vermijd mogelijke chloorsmaak van leidingwater door een kan water even te laten staan (indien mogelijk in een ijskast of een andere koeleenheid). Of voeg een schijfje citroen toe. Ook filterkannen en waterontharders kunnen helpen tegen chloorsmaak, maar zijn geen noodzaak. Opgelet: filters vormen ook een broeihaard voor bacteriën en moeten geregeld vervangen worden.
BSGO Voskenslaan, Gent Bij juf Wendy mogen leerlingen continu drinken in de klas. Iedereen mag een flesje water van thuis meebrengen en op de grond naast de bank plaatsen. Morsen komt bijna nooit voor.
Aandachtspunten
wc-papier is.
gaan. o
Vermijd prutsen met de rol door te werken met een verdeler van losse velletjes.
o
VOCHTIGE DOEKJES
-
Laat de kwaliteit van het water op school testen. Leidingwater wordt streng gecontroleerd maar de binneninstallatie kan de kwaliteit aantasten. Vooral oude en loden leidingen veroorzaken problemen. Putwater is vaak ongeschikt. Als het water uit de kraan niet drinkbaar is, duid dit dan aan met pictogrammen. WET
ZEEP:
-
22
2.
ZEEPDISPENSER
-
Overbodig: creëren bij kinderen
o
Ouders sensibiliseren om be-
een behoefte die hen belem-
wust te consumeren: wc-papier
mert om naar het toilet te
volstaat en helpt kinderen om
gaan als er geen doekjes zijn.
naar het toilet te gaan.
o
Mogelijk schadelijk voor de
o
Mogelijk oorzaak van verstop-
huid. pingen.
o
Hygiënisch.
o
Zeepresten op wastafel.
o
Bij bevestiging aan de muur
o
Kostprijs.
kan de zeep niet meer verdwij-
o
Garandeer een bereikbare
o
Controleer dagelijks of er
hoogte.
nen. o
voldoende zeep aangeboden
Gemakkelijk in gebruik.
wordt. o
Hygiëne: zorg voor afgesloten aanvullingen in plaats van een dispenser te hervullen.
o
Leer kinderen hun handen te wassen.
23
HANDDOEKEN
o
o
Papieren handdoeken zijn
o
Stoffen rollen vertonen snel
hygiënischer dan stoffen hand-
defecten omdat jongeren niet
doeken.
goed inschatten welke kracht
Sommige scholen gebruiken
o o
o Correcte plashouding.
o Vraagt ruimte.
hoogte voor elke leerling.
o Minder geurhinder dan bij een
o Is duurder dan een urinoir.
Maak duidelijke afspraken over
urinoir.
ze nodig hebben.
het gebruik van de handdoe-
Rondslingeren van losse hand-
ken. Pictogrammen of tekenin-
doeken (stof of papier).
gen aan de muur kunnen dit
is dat er zo geen rondslinger-
o
Prijs papieren handdoeken.
helpen herinneren.
end papier is. Een firma reinigt
o
Mindere hygiëne bij stoffen
papieren rollen). Het voordeel
de stof en garandeert de
o
handdoek.
Bij gebruik van stoffen handdoeken: dagelijks vervangen
hygiëne.
-
Garandeer een bereikbare
o
stoffen rollen (in plaats van
+
Aandachtspunten
en (laten) reinigen
Aandachtspunten o
Meermaals per dag onder-
o
Zorg voor correcte afmetingen,
o
Verlucht, verlicht en verwarm
o
Voorzie tussenschotten met
houden. vooral de hoogte is van belang. voldoende. een maximale opening van 15
WC
-
+
cm om voldoende privacy te waarborgen.
o
o
Een waterkraan met een
o
sensor is duurzaam: het water
jks. De kraan is de grootste
stopt onmiddellijk met lopen.
bron van bacteriën.
Een waterkraan met drukknop
o
kan een schrikreactie veroorza-
automatisch na een ingestelde
ken bij jonge kinderen en is vrij
tijd.
duur.
o
Draagt bij tot de netheid van
o
Vermijdt dat de leerlingen
o
o o
Leer leerlingen zuinig om te
o
Warm water wordt aanbevolen
Onderhoud: leeg de afvalem-
kind comfortabel en verkleint de angst om in het toilet te vallen. o
gaan met water.
Plaats een afvalemmer in elke
o
Kies voor gesloten afvalem-
mer dagelijks.
een dubbele spoelknop.
o Zorgt voor de nodige rust en
o Een gevoel van onveiligheid
privacy.
bij een moeilijk slotsysteem of bij het ontbreken van een slot.
toiletruimte.
afval in het toilet en in de
mers, bij voorkeur pedaale-
omgeving van de wasbakken
mmers. Een pedaalemmer
dumpen.
vermijdt handcontact en houdt
o
Kies voor gemakkelijk te reini-
o
Voorkom kijkgleuven boven en
gen materiaal. onder de deur (opening van maximum 15 cm). o
Elk toilet moet van binnen
o
Zorg voor een speciale sleutel
gesloten kunnen worden.
de emmer afgesloten. o
waarmee leerkrachten in geval
Maak duidelijke afspraken over
van nood de deur kunnen
het gebruik van de afvalem-
openen.
Vaak aanwezig in de school.
o
Geurhinder.
o
Prijs.
o
Hygiëne.
o
Ruimte.
o
Foute plashouding.
o
o Netheid.
Te mijden bij renovatie of nieuwbouw.
WC-BORSTEL
URINOIR
mers.
o
Kies voor een duurzaam en bereikbaar spoelsysteem, zoals
maar is geen noodzaak.
o
Elk toilet, ook voor peuters, heeft een toiletbril. Zo zit een
Garandeer een bereikbare hoogte voor elke leerling.
Een waterkraan met sensor
is duurzaam: het water stopt
het sanitaire blok.
AFVALEMMER
Onderhoud: minimaal dageli-
WC-DEUR
WATERKRAAN WASBAK
o
0 Bij verkeerd gebruik: haard van
o
vuil en geurhinder
Ook leerlingen zijn verantwoordelijk voor de netheid van het toilet. Peuters en kleuters kunnen al vertrouwd worden met het gebruik van een wcborstel.
o
Plaats de borstel in de hoek of achter de wc om overdracht van kiemen te beperken.
24
25
Klaslokalen - Ideaal is een handwasbak in elke klas. Handhygiëne vormt een belangrijk onderdeel in het basisonderwijs. Er kan een bijkomende gootsteen geplaatst worden met een druipbord op aangepaste hoogte (tussen 55 en 75 cm). - Een toilet in of buiten de klas? Kinderen willen graag op het gemak en privé naar het toilet. De integratie van het toilet in de klas is enkel aan te bevelen voor de jongste kleuters omdat bij hen de veiligheid primeert. De nabijheid van de juf en de kindjes is belangrijk, maar zorg ook voor een fysieke afscheiding. WET
Het sanitaire blok
Het gebruik van urinoirs wordt sterk afgeraden omdat jongens als ze rechtstaan hun blaas niet volledig legen. De kans op infecties verhoogt hierdoor. Daarnaast is plassen in urinoirs minder hygiënisch omdat druppels urine op de gebruiker spatten. Urinoirs veroorzaken bovendien sterke geurhinder. Onderzoek toont aan dat kinderen vaak daarom hun toiletbezoek tot thuis uitstellen.
Inrichting Behalve in de kleuterklassen zijn de toiletruimten voor jongens en meisjes WET het best gescheiden. Kindvriendelijke pictogrammen WET moeten deze gescheiden toiletten aanduiden. Maak van het sanitaire blok een aangename ruimte om te vertoeven. In elk toilet is er een kleerhaak. WET
Faciliteiten Het aantal toiletten en wastafels moet aangepast worden aan het aantal kinderen op school, zodat alle kinderen voldoende tijd hebben om rustig naar het toilet te gaan en hun handen te wassen: - Een toilet per 15 meisjes; WET - Een toilet per 25 jongens en een urinoir per 15 jongens; WET - Eén kraan per 20 kleuters; - Een wastafel per 4 toiletten of urinoirs. WET
Sint Pietersinstituut, Gent De deuren van de toiletten zijn hier op een aantrekkelijke en originele manier aangekleed. De kleuters zitten samen met een olifant, een leeuw of een slang op de bril. Bij de leerlingen uit de lagere school is het thema ‘onder water’, met afbeeldingen van een duiker, een zeester ...
TIP: Een toiletbezoek duurt gemiddeld 3 minuten. Houd hiermee rekening voor het aantal toiletten op een school. Als er op school te weinig toiletten zijn om de leerlingen voldoende tijd te geven, pas dan de pauzes aan. Zo kan de middagpauze in drie blokken worden georganiseerd, zodat de sanitaire voorzieningen niet te druk worden. Beperk de urinoirs. Aanbevolen voor meisjes én voor jongens is: zittend plassen. Zorg dat er minstens één toiletruimte is voor personen met een handicap. In voorkomend geval moet de inrichting van de voorzieningen aangepast zijn aan leerlingen met een fysieke handicap. WET In toiletten voor meisjes boven de 8 jaar is een afvalbakje een must.
WET
Het moet altijd mogelijk zijn om de handen te wassen met water en zeep en om ze nadien af te drogen. WET
26
27
Plaats Leerlingen moeten zich vrij naar de toiletten kunnen begeven. WET De toiletten moeten goed toegankelijk en gemakkelijk bereikbaar zijn. Hou rekening met volgende aandachtspunten:
Onderhoudspersoneel: betrek hen in een gezond plas- en drinkbeleid op school. De praktijk leert dat er op dit vlak heel wat fout kan lopen. Zo doen sommige schoonmaaksters de toiletten op slot na de schoonmaak om te voorkomen dat de toiletten te snel weer vuil worden.
- Installeer de toiletten zo dicht mogelijk. WET Hoe jonger de leerlingen, hoe dichter het toilet bij de klas/speelplaats moet komen. - Installeer per afzonderlijke vleugel van het gebouw en per verdieping een extra toilet. Leerlingen krijgen toestemming deze aparte toiletten te gebruiken.
Leerlingen: ook zij zijn verantwoordelijk voor de netheid van het sanitair. Maak hierover afspraken. Betrek hen bij het rein houden van de toiletten en wijs ze op hun verantwoordelijkheid om technische mankementen te melden.
De toiletten binnen de gebouwen mogen niet rechtstreeks met de refter in verbinding staan. Er moet dus altijd een sas zijn tussen de toiletruimten en de eetzaal. WET
Leerkrachten: zij kunnen instaan voor het toezicht bij de toiletten. Toezicht bevordert het naleven van de regels en geeft de kans om leerlingen te helpen bij het toiletbezoek. Idealiter worden de toiletten na elke speeltijd gecontroleerd.
Onderhoud Onderzoek toont aan dat heel wat leerlingen door de geurhinder en de gebrekkige netheid in het sanitaire blok niet op school naar het toilet willen gaan. Een actieve supervisie en een goed schoonmaakbeleid moeten ervoor zorgen dat de sanitaire voorzieningen hygiënisch en aantrekkelijk blijven. Een goed schoonmaakbeleid kan maar renderen als de leerlingen de toiletten zo proper mogelijk achterlaten. Hoe ziet een ideaal schoonmaakprogramma eruit? Dagelijkse taken - Katoenen handdoeken minstens elk dagdeel verschonen. Bij intensief gebruik nog vaker. - Legen en reinigen van afvalemmers. - Reinigen van wc-potten, wc-brillen, lavabo’s en urinoirs. - Reinigen van toiletborstels en houders. - Reinigen van deurklinken. - Aanvullen van zeep, papieren handdoeken en toiletpapier. - Vochtig reinigen van handdoek- en zeepapparaten. - Nat reinigen van de vloer. Wekelijkse taken - Reinigen van deuren en deurlijsten. Maandelijkse taken - Reinigen van muurtegels en verluchtingsroosters. Zorg voor een transparant systeem waarbij eventuele schade snel gemeld en hersteld wordt.
28
Wie?
Ouders: in belangrijke mate is de perceptie van hygiëne en netheid aangeleerd gedrag. De standaard voor hygiëne is in vele thuissituaties hoog. Reclame speelt hierbij een niet te onderschatten rol. Kinderen zijn gebaat bij een realistische kijk op hygiëne. Betrek ook de ouders en het oudercomité bij het plas- en drinkbeleid. Zij kunnen actief meehelpen aan de realisatie ervan. Tips - Kies voor lichtsensoren. Die zijn duur in aankoop, maar helpen de school om zuinig met elektriciteit om te springen. Ze vermijden bovendien dat leerlingen in het donker worden gezet. - Kies voor gemakkelijk te reinigen en waterdichte materialen, zowel voor de vloer als voor de muren als voor de deuren van de sanitaire voorziening. - Het gebruik van potjes voor peuters wordt afgeraden. Als er toch potjes zijn, leeg ze dan na elk gebruik, spoel ze om met warm water en maak ze schoon met een borsteltje dat uitsluitend hiervoor wordt gebruikt. Dat gebeurt het best boven een stortbak in de toilet/werkruimte.
Regina Caeli, Dilbeek De leerlingen van het 4de tot het 6de leerjaar voerden samen met ouders en leerkrachten een opsmukoperatie uit. Het team dompelde het sanitair onder in frisse kleuren. Een poetslied en een Nette Kettenlied enthousiasmeerden de hele school. Op een speelse manier lezen de leerlingen nu van de muren af hoe ze deze plek netjes houden. Het doel was om gezonde en hygiënische plasgewoonten bij alle scholieren te bevorderen. Leerlingen werden door het oudercomité aangespoord om mee te denken aan een toiletcharter.
29
Meer weten?
Hoogtes Om ontspannen en op een gezonde manier naar het toilet te gaan, moeten de verschillende attributen gemakkelijk bereikbaar zijn. De onderstaande curve geeft de ideale hoogte aan voor de toiletten en wastafels, de zeepdispensers, de deurklinken en de slotjes. Ook de maximale reikafstand voor het toiletpapier wordt aangegeven.
Toiletten
Papierrolhouder
Ideale hoogte Kleuteronderwijs
Lager onderwijs
Volwassenen
Wastafels
Deurklinken
Ideale hoogte (van
Zeepdispenser
Papieren handdoeken
Ideale hoogte (van Ideale hoogte (van
(van grond tot toiletbril)
Max. reikafstand
grond tot bovenrand)
Ideale hoogte
grond tot onderkant)
grond tot onderkant)
26 cm
35 cm
50 cm
60 cm
65 cm
65 cm
34 cm
50 cm
72 cm
85 cm
85 cm
90 cm
45 cm
75 cm
92 cm
105 cm
130 cm
130 cm
Informatie over het opzetten van een drink- en plasbeleid op school vindt u op de webstek van de Stuurgroep ‘Wild van water’: www.wildvanwater.be. Voor informatie en advies over een evenwichtig drankenaanbod op school in het kader van een gezonde voeding en de actieve voedingsdriehoek kunt u terecht op de website van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie vzw: www.vig.be. Informatie over het opzetten van een gezondheidsbeleid op school vindt u op de website www.gezondeschool.be. Links naar interessante materialen vindt u op de portaalwebsite van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) www.gezondopschool.be. Drinkt u voldoende? Doe de vochttest. Een test voor kinderen vanaf 8 jaar (en ook voor volwassenen): www.gezondheidstest.be.
Meer informatie over de aanbevolen afmetingen vindt u op www.wildvanwater.be. Voor toiletruimtes voor personen met een handicap gelden specifieke richtlijnen. Het agentschap voor infrastructuur in het onderwijs (Agion) baseert zich hierbij op de richtlijnen van het ARAB. Kijk voor meer informatie op www.digo.be.
Controle Bewaak de degelijkheid en netheid van drink- en toiletvoorzieningen. Iedereen is hiervoor verantwoordelijk: de leerlingen, de leerkrachten … en de directie. Maak afspraken wie (om beurten) deze verantwoordelijkheid opneemt. Maak ook meteen afspraken hoe, door wie en wanneer deze bevindingen snel en correct opgevolgd worden. Maak hiervoor gebruik van de controlelijsten in de kit bij onderdeel ‘extra’: Dagelijkse controle - Voldoen de voorzieningen aan de richtlijnen? - Deze lijst wordt bij voorkeur door schoolpersoneel ingevuld. Vraag om actie - Defecten worden gerapporteerd en opgevolgd. - Deze lijst kan door de verschillende betrokkenen ingevuld worden.
30
31
Meer weten over
WILD VAN WATER? surf naar www.wildvanwater.be