copyright abimo uitgeverij

Algemeen

Zintuigenwanden voor de jongste en de oudste kleuters Speelwanden

er ij

Deze doewanden zijn ideaal voor 2,5- en 3-jarigen. Je kunt deze wanden niet enkel bij dit thema, maar het hele jaar door gebruiken. Het loont dus de moeite om ze te maken. Wanneer je deze wanden aan elkaar bevestigt kun je ze gebruiken om je hoeken af te schermen.

ev

Doelen

ui tg

Lichamelijke opvoeding 1. Motorische competenties 1.39. De kleuters kunnen gerichte aandacht opbrengen voor verschillende sensorische prikkels en deze rustig laten inwerken.

co

py

rig

ht a

bi

m

o

Wereldoriëntatie 1. Natuur 1.6. De kleuters kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen; de kleuters kunnen de verschillen in vorm, geur, smaak, geluid, kleur en in aanvoelen onderscheiden.

Zintuigenmap Abimo Uitgeverij | Schoolsupport

10

Algemeen

Hoe maak je deze speelwanden?

Enkele ideeën voor het uitwerken van de speelwanden:

er ij

Koop in de winkel MDF-platen van 1 m bij 1 m of volgens de grootte van de hoek die je wilt afschermen. Zorg ervoor dat de platen niet te hoog zijn, zodat je het overzicht kan behouden over de klas. Het aantal platen bepaal je zelf aan de hand van je eigen mogelijkheden. Zorg ervoor dat de platen rechtop kunnen staan. Je kunt de platen aan elkaar bevestigen of je kunt ze afzonderlijk plaatsen.

ui tg

ev

Wand 1: Bekleed deze wand met allerlei voelmaterialen: een rups gemaakt uit verschillende soorten schuurpapier, een stuk vilt waarop je kunt werken met klittenbandfiguren, allerlei stofjes … . Je kunt ook een stuk hout beschilderen met magneetverf. De kleuters kunnen hier dan met magneetfiguren op spelen.

o

Wand 2: Een fotowand met hierop foto’s van elke kleuter, foto’s van de familie van de kleuters, foto’s van klassenuitstapjes …

bi

m

Wand 3: Zaag in deze wand allerlei gaatjes van verschillende groottes. Maak ook grote gaten waar de kleuters doorheen kunnen kruipen.

ht a

Wand 4: Beplak de wand met verschillende soorten spiegels (bolle spiegels, holle spiegels …) Hiertussen kun je een plastic buis bevestigen van boven naar beneden. Hier kunnen de kleuters knikkers door laten rollen; zo krijg je een leuke knikkerbaan.

py

rig

Wand 5: Maak geurzakjes met een lintje eraan. Bevestig op de plaat afbeeldingen van de verschillende geuren met haakjes erboven. De kleuters ruiken aan de zakjes en hangen deze vervolgens bij de juiste afbeelding. Je kunt op deze plaat ook geurverspreiders bevestigen zodat de kleuters hieraan kunnen ruiken.

co

Wand 6: Beschilder deze wand met bordverf. De kleuters kunnen hierop tekenen met krijt.


11

Algemeen

Vlinderwand Deze wand is een doewand voor 4- en 5-jarigen. De kleuters geven de vleugels van de vlinder mooie gekleurde bolletjes aan de hand van opdrachtkaarten. Zo oefenen ze al spelend de kleuren en de symmetrie.

Doelen

er ij

Wiskundige initiatie 1. Getallen 1.1. De kleuters kunnen handelend en verwoordend een concrete hoeveelheid dingen vergelijken met een andere hoeveelheid dingen. Bij het verwoorden gebruiken zij daarbij de passende hoeveelheidbegrippen.

Hoe maak je deze vlinderwand?

ht a

Stap 1: Zorg voor een groot doek (ongeveer 1m x 1m)

bi

m

o

ui tg

ev

2. Meten 2.2. De kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeen- schappelijke kenmerken.

rig

Stap 2: Knip een kleurrijke vlinder uit vilt en stik hem op het doek.

co

py

Stap 3: Maak 6 gekleurde zakjes (groen, rood, blauw, geel, zwart en wit) en stik ze onderaan het doek vast. Stik elk zakje nogmaals in twee, zodat je een onder verdeling hebt voor de grote en de kleine bollen. Stap 4: Maak bollen uit gekleurd papier (groen, rood, blauw, geel, zwart en wit). Per kleur heb je 5 kleine en 5 grote bollen nodig. Voorzie elke bol van een stukje klittenband (eventueel de bollen lamineren). Stap 5: Bevestig bovenaan de plaat een plastic tasje waarin de opdrachtkaarten kunnen worden opgeborgen. Stap 6: Bevestig eventueel bovenaan de wand ringetjes, zodat de wand makkelijk kan worden opgehangen.


12

Algemeen

De opdrachtkaarten Hoe zien de opdrachtkaarten eruit? Op de opdrachtkaart staat de vlinder met mooi versierde vleugels afgebeeld. Het is de bedoeling dat de kleuters de grote vlinder op de wand net zo mooi versieren. De kleuters bekijken de opdrachtkaart aandachtig en zoeken in de zakjes naar de overeenkomstige gekleurde bollen. Daarna kijken ze goed naar de plaats van de bollen en proberen ze de bollen op de juiste plaats te bevestigen. De bollen bevinden zich steeds symmetrisch tegenover elkaar.

er ij

Hoe maak je deze opdrachtkaarten? In de bijlage vind je een sjabloon van de opdrachtkaarten. Je hebt rupskaarten, bloemkaarten en blanco kaarten (aangegeven met een icoontje in de bovenhoek).

o

Het verschil in moeilijkheidsgraad tussen de verschillende opdrachtkaarten

m

ui tg

ev

Stap 1: Kopieer de rupskaarten op groen papier. Stap 2: Kopieer de bloemkaarten op blauw papier. Stap 3: Kopieer de blanco kaarten op wit papier. Stap 4: Kleur de bollen van de vlinder. (groen, rood, blauw, geel, zwart en wit) Wanneer er met symmetrie wordt gewerkt, zorg er dan voor dat de kleuren overeenstemmen. Stap 5: Lamineer de kaarten eventueel.

ht a

bi

De rupskaarten (groen) De groene opdrachtkaarten zijn bedoeld voor de iets jongere kleuters. Bij deze opdrachtkaarten worden enkel de grote bollen gebruikt. Ook binnen de groene opdrachtkaarten is er een gradatie. Dit wordt op de kaart duidelijk aangegeven met een bol in de rechterbovenhoek.

rig

De gradatie binnen de groene opdrachtkaarten: 1. De beide vleugels van de opdrachtkaarten zijn gevuld met gekleurde bollen. De kleuters hoeven enkel te kijken naar de kleur en de plaats. (moeilijkheidsgraad 1 = 1 bol (rechterbovenhoek) )

co

py

2. Enkel de linkervleugel van de vlinder is gevuld met gekleurde bollen. De kleuters moeten nu zelf inzien waar ze de bollen op de rechtervleugel moeten kleven opdat de vlinder symmetrisch is. Ze moeten ook goed kijken naar de kleuren van de bollen. (moeilijkheidsgraad 2 = 2 bollen (rechterbovenhoek) )


13

Algemeen

De bloemkaarten (blauw) De blauwe opdrachtkaarten zijn bedoeld voor de oudere kleuters. Toch is het aan te raden om eerst de groene opdrachtkaarten te gebruiken en pas later de blauwe opdrachtkaarten. Bij de blauwe opdrachtkaarten wordt er zowel gebruik gemaakt van de kleine als van de grote bollen. Deze bollen worden willekeurig door elkaar gebruikt. Ook binnen de blauwe opdrachtkaarten is er een gradatie. Dit wordt op de kaart duidelijk aangegeven met een bol in de rechterbovenhoek.

er ij

De gradatie binnen de blauwe opdrachtkaarten: 1. De beide vleugels van de opdrachtkaarten zijn gevuld met gekleurde bollen (zowel kleine als grote). De kleuters hoeven enkel te kijken naar de kleur, de grootte en de plaats. (moeilijkheidsgraad 1 = 1 bol (rechterbovenhoek) )

ui tg

ev

2. Enkel de linkervleugel van de vlinder is gevuld met gekleurde bollen (zowel kleine als grote). De kleuters moeten nu zelf inzien waar ze de bollen op de rechtervleugel moeten kleven opdat de vlinder symmetrisch is. Ze moeten ook letten op de kleur en de grootte van de bollen. (moeilijkheidsgraad 2 = 2 bollen (rechterbovenhoek) )

Wanneer je de opdrachtkaarten plastificeert en werkt met uitwisbare stiften, kun je met een doekje de stift weer uitwissen en de kaart opnieuw gebruiken.

co

py

rig

ht a

bi

m

o

De blanco kaarten Maak ook enkele blanco kaarten. De kleuters die het spel goed onder de knie hebben, kunnen zelf opdrachten maken door de bolletjes te kleuren.


14

Voelen

Knutselfiche 1: voelpopjes Materiaal

ev

er ij

Witte zakdoeken / stukjes witte stof Stempelmateriaal: wattenstaafjes, dopjes, kurken, piepschuim … Verschillende kleuren verf Verschillende voelmaterialen: knikkers, krantensnippers, watten, rietjes, kroonkurken, kurken … Touw Materialen voor de afwerking: oogjes, wattenbollen, wol, knopen, lintjes …

De kleuters bestempelen hun zakdoek met de verschillende materialen en laten ze drogen. De kleuters kiezen een voelmateriaal. Hiermee vullen ze het hoofdje van het popje. Nu kunnen de kleuters het popje afwerken met knopen, ogen, strikjes …

o

1. 2. 3.

ui tg

Werkwijze

m

Variatie / Gradatie

co

py

rig

ht a

bi

In plaats van de stofjes te bestempelen met verf kunnen de kleuters er ook op tekenen met textielstiften.


51

Voelen

Knutselfiche 2: spiegeltje, spiegeltje aan de wand… Materiaal

er ij

Spiegeltje of spiegelpapier Kader van karton (verschillende vormen mogelijk: rechthoek, hartje, cirkel, vierkant, ster …) Verschillende voelmaterialen: pasta, stukjes kurk, kroonkurken, touwen in verschillende diktes, watten … Lijm + lijmkwast Keukenpapier in behangerslijm gedrenkt Verschillende kleuren verf

ui tg

Plak de spiegel in het midden van het kader. De kleuters beplakken het kader met de verschillende voelmaterialen en laten hem drogen. Daarna beplakken ze het kader met keukenpapier dat in behangerslijm is gedrenkt. Door de verschillende voelmaterialen ontstaat een reliëf. Laat dit drogen. Det kader kan eventueel nog beschilderd worden.

o

1. 2. 3. 4.

ev

Werkwijze

m

Variatie / Gradatie

ht a

fotokader (in het midden een foto) prikbord (kurk in het midden plakken) krijtbord (beschilderen met speciale verf voor krijtborden) magneetbord (beschilderen met magneetverf) In de plaats van keukenpapier kun je ook repen stof gebruiken.

co

py

rig

bi

Je kunt ook andere dingen dan een spiegel maken:


52

Voelen

Knutselfiche 3: monodruk Materiaal

er ij

Stuk papier Natuurklei Groot stuk plastic Water wattenstaafjes, kam, speelgoedauto …

Werkwijze

ev

Bedek de tafel met een groot stuk plastic. Doe er water op. De kleuters krijgen een stukje klei en wrijven dit open op het plastic tot het volledig is opgelost. Daarna wrijven de kleuters met allerlei materialen (vingers, wattenstaafjes, kam, speelgoedauto …) in de klei. Wanneer het kunstwerk van de kleuters klaar is, maak je er een monodruk van. Leg een papier op het kunstwerk en druk dit goed aan. Laat dit goed drogen.

ui tg

1. 2. 3.

m

In plaats van klei kun je ook verf gebruiken. Je kunt de monodruk ook afdrukken op een stuk stof.

co

py

rig

ht a

bi

o

Variatie / Gradatie


53

Voelen

Knutselfiche 4: zeg me je naam… materiaal 2

rechthoekig plankje of stevig karton verschillende kleuren verf + kwasten voelmaterialen: verschillende soorten parels, schelpjes, steentjes, pasta … woordkaart met eigen naam in drukletters (afhankelijk van de leeftijd van de kleuter)

ui tg

De kleuters beschilderen het plankje in een kleur naar keuze en laten het drogen. De kleuters maken met speeldeeg hun naam in drukletters. (let op dat de letters niet groter zijn dan het plankje) De letters worden versierd met parels, schelpjes, steentjes, pasta … Laat de letters hard worden. Plak de letters op het plankje. Aan de achterkant kun je een haakje bevestigen.

o

1. 2. 3. 4.

ev

werkwijze

m

variatie / gradatie

bi

Naargelang de gelegenheid kan de naam vervangen worden door: mama, papa, oma, opa …

co

py

rig

ht a

-

er ij

speeldeeg (recept zie bijlage 2: ) of boetseerklei uit de winkel.


54

Voelen

Knutselfiche 5: lief klein konijntje materiaal

ev

er ij

grote duidelijke afbeelding van een konijn kippengaas (A3-formaat) papier-maché (behangerslijm + papier) stro kartonnen kader eventueel verschillende kleuren verf

werkwijze

ui tg

Bevestig op voorhand het kartonnen kader rond het kippengaas; dit is veiliger voor de kleuters. Leg de tekening onder het kippengaas. De kleuters maken nu met papier-maché het konijn na op het kippengaas. Laat alles drogen. Daarna weven de kleuters stro door het kippengaas, zo zit het konijntje zacht in het hok. De kleuters kunnen het kader nog schilderen.

o

1. 2. 3. 4.

ht a

bi

In plaats van een konijn kun je ook kiezen voor andere dieren (bv. kip, kuiken, hamster …) Om die activiteit iets moeilijker te maken, laat je de afbeelding weg. De kleuters vormen dan zelf het dier. Wanneer de kleuters het dier goed waarnemen, is dit - zeker voor de oudste kleuters - een haalbare opdracht.

co

py

rig

m

variatie / gradatie


55

Voelen

Zintuigspelletjes VOELEN 1.

Er wordt een kleuter geblinddoekt. Een andere kleuter neemt een voorwerp uit de klas en stopt het in de voeldoos. De geblinddoekte kleuter raadt welk voorwerp het is.

2. Er wordt een kind geblinddoekt. Er wordt een andere kleuter voor het geblinddoekte kind geplaatst. De geblinddoekte kleuter raadt welk vriendje hij/zij voelt. Er wordt een leerling geblinddoekt. Er worden enkele voorwerpen op een rij gelegd. De geblinddoekte leerling raadt welk voorwerp niet thuishoort in de rij. De voorwerpen kunnen bijvoorbeeld verschillen in materiaal of hardheid (3 x hard en 1 x zacht).

4.

Spelletje cactus en bloem: een kleuter gaat naar buiten, de andere kleuters zitten in een kring. Spreek af wie ‘de bloem’ is. De andere leerlingen zijn ‘de cactussen’. De kleuter komt terug naar binnen. Alle kleuters leggen hun handen op hun knieën en houden hun vingers omhoog. Zij zijn de cactussen. De kleuter gaat op zoek naar de bloem. Wanneer hij op de schoot van een van de kleuters gaat zitten, knijpt deze kleuter in het achterwerk van het andere kind (cactus) of geeft hem/haar een zoen (bloem). Wanneer de kleuter de bloem vindt, is het spel gedaan.

ui tg

ev

er ij

3.

m

o

5. Er wordt een kleuter geblinddoekt. Er staat een doos met blokken in de klas. De kleuter krijgt de opdracht om X-aantal blokken geblinddoekt uit de doos te nemen. Het aantal hangt af van de leeftijd en het niveau van de kleuter.

ht a

bi

6. Vul twee voeldozen (schoenendoos met 2 voelgaten in het deksel) met piepschuimbolletjes. Stop in elke doos een klein balletje. De kleuters proberen om als eerste het balletje in hun voeldoos te vinden.

co

py

rig

7. Er wordt een kleuter geblinddoekt. Leg verschillende voorwerpen voor de kleuter neer en zorg ervoor dat elk voorwerp tweemaal aanwezig is. De kleuter zoekt nu naar twee dezelfde voorwerpen. Het aantal voorwerpen hangt af van de leeftijd en het niveau van de kleuter.


56

Proeven

De speelhoeken rond het zintuig proeven Bouwhoek Ontwikkelingsdoelen

De kleuters maken met de blokken een maquette van een restaurant. Zorg ervoor dat de kleuters weten hoe een restaurant eruit ziet. Naast de ruimte voor de klanten, heb je ook een keuken, toilet, hal, tuin … Foto’s en plattegronden van restaurants kunnen een hulp zijn.

rig

ht a

bi

m

o

ui tg

ev

er ij

Muzische vorming 1. Beeld 1.4. De kleuters kunnen visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeld elementen te herkennen. 1.4. De kleuters kunnen verschillende beeldende en technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen.

py

Boekenhoek

co

Ontwikkelingsdoelen

Nederlands 3. Lezen 3.1. De kleuters kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen. 3.4. De kleuters zijn bereid om spontaan en zelfstandig voor hen bestemde boeken en andere infobronnen in te kijken.

Leg in de boekenhoek allerlei kookboeken, foto’s van voedingswaren … Het kookboek dat de kleuters in de lees- en schrijfhoek hebben gemaakt (zie later), kan in deze hoek worden gelegd.


151

Proeven

Boetseerhoek Ontwikkelingsdoelen Muzische vorming 1. Beeld 1.8. De kleuters kunnen materiaalgevoeligheid ontwikkelen door te exploreren en te experimenteren.

De kleuters kunnen met speeldeeg ‘eten’ bereiden. Zorg voor potjes, pannen, borden, glazen, en bestek waarmee de kleuters kunnen spelen. In de handel zijn er ook leuke boetseervormen verkrijgbaar.

ui tg

ev

er ij

Nederlands 3. Lezen 3.2. De kleuters kunnen door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete activiteiten begrijpen.

m

o

De kleuters kunnen het speeldeeg eerst zelf bereiden aan de hand van het stappenplan dat je vindt bij het zintuig voelen.

ht a

Ontwikkelingsdoelen

bi

Denkhoek

rig

Muzische ontwikkeling 1. Beeld 1.4 De kleuters kunnen visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeld elementen te herkennen.

co

py

Nederlands 5. Taalbeschouwing 5.4. De kleuters beseffen dat symbolen dienen om boodschappen over te dragen.

De kleuters maken menukaarten via een opdrachtkaart. Die opdrachtkaarten maak je door etenswaren te tekenen, bv. een appel, een worst, frietjes … De kleuters kiezen een opdrachtkaart en zoeken in reclamefolders naar afbeeldingen van dezelfde voedingsmiddelen. Ze knippen die uit en plakken ze op de menukaarten.


152

Proeven

Knutselhoek Ontwikkelingsdoelen

er ij

Muzische vorming 1. Beeld 1.2. De kleuters kunnen materiaalgevoeligheid ontwikkelen door te exploreren en te experimenteren. 1.5. De kleuters kunnen impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken en vinden.

ui tg

ev

Zoek een kartonnen doos waarvan je een kookfornuis kunt maken. Knip een luikje in de doos voor de oven. Maak vier kartonnen rondjes die je na het beschilderen bovenaan op het fornuis plakt. De kleuters schilderen het kookfornuis in kleuren naar keuze. Dit fornuis kan achteraf in de poppenhoek worden gebruikt (= restauranthoek).

o

Laat de kleuters onderleggers maken. Geef hen een A3-blad. Aan de hand van de blaastechniek (met een rietje waterverf openblazen) versieren ze de onderleggers. Laat de onderleggers drogen. De kleuters zoeken in tijdschriften drie gerechten die ze lekker vinden en plakken die op hun onderlegger. Je kunt de onderleggers ook op een andere manier afwerken.

bi

m

De kleuters kunnen een papieren tafelkleed versieren. Ze kiezen zelf hoe ze dit aanpakken: stempelen, schilderen, tekenen met stiften, kleuren, plakken … Later kan dit tafelkleed in de poppenhoek worden gebruikt (= restauranthoek).

co

py

rig

ht a

Bij het thema restaurant hoort uiteraard een koksmuts! Knip een lange strook uit papier. De kleuters kunnen de strook bestempelen met wijnkurken. Maak opdrachtkaarten met een bepaald patroon (verschillende moeilijkheidsgraden), zodat de kleuters dit patroon op de band van de koksmuts kunnen stempelen. Pas de band aan het hoofd van de kleuter aan en niet er wit zijdepapier aan vast. De koksmuts is klaar!


153

Proeven

Lees- en schrijfhoek Ontwikkelingsdoelen

er ij

Nederlands 3. Lezen 3.3. De kleuters kunnen op materialen, in boeken en op uithangborden lettertekens onderscheiden van andere tekens.

Maak woordkaarten met het woordje ‘MOND’ of ‘m o n d’. Biedt ook A3-bladen aan met bovenaan deze woorden. De kleuters kiezen een opdrachtkaart + een bijpassend A3-blad. Nu kunnen de kleuters door te stempelen, te knippen en te plakken, te schrijven ... het A3-blad vullen met hetzelfde woord.

ui tg

ev

4. Schrijven 4.2. De kleuters kunnen, met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van symbolen vast leggen en kenbaar maken.

materiaal

ht a

bi

m

o

- stempels (zowel drukletters als kleine letters) - letters op stickers - magneetletters - letters op parels - letters uit kranten en tijdschriften (knip op voorhand grote titels uit en stop ze in een doos) - letters van legoblokjes - klei of plasticine - allerlei soorten schrijfmateriaal: potloden, stiften, waskrijtjes …

py

rig

Maak een klaskookboek met het lievelingseten van de kleuters erin. Maak voor elke kleuter een A4-blad met bovenaan de naam en de foto of het symbool van de kleuter. Elke kleuter zoekt in tijdschriften (vooral tijdschriften rond voeding) naar zijn/haar lievelingsgerecht, knipt dit uit en plakt dit op het blad. Daarna wordt alles gebundeld en wordt dit een echt kookboek!

co

De kleuters maken een uithangbord voor de restauranthoek. In de kring wordt er eerst een naam bedacht voor het restaurant. Die naam wordt op een groot stuk karton gestempeld. Je kunt op het bord ook foto’s van eten plakken, het bord versieren met stiften …


154

Proeven

Ontdekhoek Ontwikkelingsdoelen

1

De materialen die je hiervoor nodig hebt, vind je in bijlage 1:

ev

Spelletje: Wat zit er in mijn mond?

er ij

Wereldoriëntatie 1. Natuur 1.6. De kleuters kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel er instaat voor het proeven en kunnen de verschillen in smaak aangeven. 1.7. De kleuters tonen een experimenterende en explorerende aanpak om meer te weten te komen over de natuur.

m

o

ui tg

Hoe maak je het spel? Kopieer het blad met de zes vakjes en vergroot het naar A3-formaat. Kleur de zes vierkantjes in de volgende kleuren: rood, geel, blauw, groen, paars en oranje. Maak zes losse vierkantjes in dezelfde kleuren en bevestig ze met klittenband aan de andere vierkantjes. Kleur eventueel de stukken fruit in. Kopieer de opdrachten controlekaart. Het is handig om alles te lamineren, zo blijft het spel in goede staat. Bevestig nu in de bovenste vakjes van de opdrachtkaart klittenband.

co

py

rig

ht a

bi

Hoe speel je het spel? De opdrachtkaart is verdeeld in vakjes. Leg op deze vakjes stukken fruit (appel, druiven, aardbei, peer, citroen en banaan). Op het spelbord vind je van elke fruitsoort een afbeelding met daarbij een gekleurd vierkantje. Wanneer de kleuters een stukje fruit proeven, zoeken ze naar de juiste afbeelding. Ze nemen het gekleurde vierkantje en hangen dat boven het juiste vakje. Zo gaan ze door tot alle vakjes zijn gevuld. In de bijlage vind je ook een controlekaart, zodat de kleuters zelf kunnen controleren of alles juist is. Kleur op deze kaart de vierkantjes al in de juiste kleuren.


155

Proeven

Poppenhoek Ontwikkelingsdoelen Nederlands 2. Spreken 2.10. De kleuters kunnen zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en hierop inspelen vanuit de eigen verbeelding/beleving.

De poppenhoek wordt omgetoverd tot een restaurant. Het restaurant wordt ingedeeld in twee delen: de eetruimte en de keuken.

ui tg

ev

er ij

Wereldoriëntatie 4. Maatschappij 4.1. De kleuters kunnen beroepen en bezigheden van volwassenen die ze kennen op een eenvoudige wijze beschrijven.

materiaal restaurant

rig

Materiaal keuken

ht a

bi

m

o

- twee tafels met een tafelkleed (eventueel gemaakt in de knutselhoek) - bloemen - placemats - servetten - kaartje om een tafel te reserveren - borden, bestek, glazen - telefoon - opdrachtkaart: de gedekte tafel - bordje met openingstijden: open (groen) / gesloten (rood) - portefeuilles met geld / handtassen - uithangbord met de naam van het restaurant (eventueel gemaakt in de lees- en schrijfhoek) - rollenkaartjes: ober, gast, kok

co

py

de kookhoek: - oven - kook- en steelpannen - keukengerei (gardes, deegrol, houten lepel, maatbekers, plankjes …) - weegschaal - kookwekker - pannenlapjes - kokskledij: witte hemden, koksmutsen - etenswaren de afwashoek: - afwasteiltjes - leeg flesje afwasmiddel - afdruiprek - handdoeken - vaatdoek / sponsje Zintuigenmap Abimo Uitgeverij | Schoolsupport

materiaal obers - serveerschorten, zwart vestje, strikje - dienblad - notitieboekje + balpen - grote witte servet / handdoek - borden, bestek, dienbladen

156

Proeven

Winkel Ontwikkelingsdoelen

ev

Maak een kleine supermarkt. De kleuters verkopen hier groenten, fruit, vlees … De personeelsleden van het restaurant komen hier de ingrediënten kopen die ze nodig hebben voor hun bereidingen in het restaurant. Zorg voor kaartjes zodat de kleuters prijskaartjes kunnen maken.

co

py

rig

ht a

bi

m

o

ui tg

er ij

Wereldoriëntatie 4. Maatschappij 4.1. De kleuters kunnen beroepen en bezigheden van volwassenen die ze kennen op een eenvoudige wijze beschrijven. 4.2. De kleuters kunnen in een concrete situatie het onderscheid maken tussen geven, krijgen, ruilen, lenen, kopen en verkopen.


157

copyright abimo uitgeverij

Recommend Documents