Weet wat je moet doen bij een hartstilstand.
Vragen en antwoorden over de 6 minuten campagne en de 6 minuten zones.
Vragen? Neem contact op met Dorien Poirters, communicatieadviseur Nederlandse Hartstichting, via 070-3155637 of
[email protected]. Zie ook www.6minuten.nl en www.6minutenzone.nl.
Een leven hoeft niet te stoppen bij een hartstilstand
Elke week worden 300 Nederlanders buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Dit zijn 15.000 à 16.000 slachtoffers per jaar. Minder dan 10% overleeft. De eerste zes minuten bij een hartstilstand zijn cruciaal. Als omstanders 112 bellen, reanimeren en binnen 6 minuten de Automatische Externe Defibrillator (AED) toepassen is de overlevingskans het grootst. De Nederlandse Hartstichting wil met behulp van het publiek de overlevingskans bij een hartstilstand vergroten. Daarom is het Nationaal Programma Hartstilstand opgestart, dat als doel heeft de overlevingskans te vergroten naar 25% in 2012. Onderdeel van het Nationaal Programma Hartstilstand van de Nederlandse Hartstichting zijn de ‘6 minuten campagne’ en de ‘6 minuten zone’. 6 minuten campagne De Hartstichting voert op dit moment een massamediale publiekscampagne; de 6 minuten campagne. De campagne laat het publiek zien wat je moet doen bij een hartstilstand (bel 112, reanimeer en defibrilleer binnen 6 minuten) en roept het publiek op om een reanimatie- en AEDcursus te volgen. De Hartstichting betaalt de kosten van de campagne geheel uit eigen middelen. Meer informatie via www.6minuten.nl. 6 minuten zone De Hartstichting motiveert gemeenten en bedrijven om een 6 minuten zone op te zetten. In zo’n gebied is het volgende aanwezig: AED’s, burgerhulpverleners (vrijwilligers die kunnen reanimeren en defibrilleren) en een reanimatieoproepsysteem. De overlevingskans bij een hartstilstand is groot omdat getrainde vrijwilligers direct en adequaat handelen binnen de eerste 6 minuten. Meer informatie via www.6minutenzone.nl.
2
Inhoud
6 minuten campagne
4
6 minuten zone
5
Hartstilstand
6
Cijfers
7
Reanimatie
9
AED
10
Reanimatie- en AED-cursus
12
3
6 minuten campagne
Hoe is de 6 minuten campagne ontstaan? De 6 minuten campagne, oftewel publiekscampagne, is onderdeel van het Nationaal Programma Hartstilstand van de Nederlandse Hartstichting. De campagne was in 2007 gericht op bewustwording (Elke week 300 slachtoffers van een hartstilstand) en kennisoverdracht (Als je binnen 6 minuten helpt kan je een leven redden) en is in 2008-2009 gericht op actie (Meld je aan voor een reanimatie- en AED-cursus). Wat is de hoofddoelstelling van het Nationaal Programma Hartstilstand? In januari 2012 is de overlevingskans bij een plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis 25%. Op dit moment is deze overlevingskans minder dan 10%. Welke uitingen heeft de 6 minuten campagne? De 6 minuten campagne is een massamediale publiekscampagne. Er zijn televisiespots, radiospots, advertenties en banners. Op www.6minuten.nl staan de campagne-uitingen, waarin de stappen van het 6 minuten concept – bel 112, reanimeer, defibrilleer- duidelijk zichtbaar zijn. Wat betekent het logo van de publiekscampagne? In het logo van de publiekscampagne zijn de stappen van het 6minuten-concept weergegeven: bel 112, reanimeer en defibrilleer binnen 6 minuten. Wat is het 6 minuten concept? Nederlanders zijn in staat een hartstilstand te herkennen en weten hoe zij moeten handelen. Een omstander belt direct 112, geeft basale reanimatie en gebruikt binnen 6 minuten de Automatische Externe Defibrillator (AED). Het toepassen van de AED heet ‘defibrilleren’. De overlevingskans kan oplopen tot 50 à 70%. De Hartstichting is eigenaar van het 6 minuten concept.
Uitingen van de 6 minuten campagne: de televisiespot en twee printuitingen.
4
6 minuten zone
Wat is een 6 minuten zone? Een 6 minuten zone is een gebied waarin Automatische Externe Defibrillators (AED’s) zijn, een reanimatie-oproepsysteem is en burgerhulpverleners. Dit zijn mensen die kunnen reanimeren en defibrilleren. Het gebied is zodanig ingericht dat burgerhulpverleners binnen 6 minuten een hartstilstand herkennen en handelen. Wat is een burgerhulpverlener? Een burgerhulpverlener is een omstander die hulp verleent aan het slachtoffer. Hij of zij belt 112, reanimeert en/of defibrilleert. Hij blijft bij het slachtoffer tot ambulancezorgverleners het overnemen. Zijn er 6 minuten zones in Nederland? De Hartstichting is op de hoogte van zo’n 300 initiatieven voor 6 minuten zones in Nederland. Het betreft bedrijven, woonwijken, gemeenten en evenementen. Voorbeelden zijn te vinden op www.6minutenzone.nl. Hoe kan iemand bijdragen aan een 6 minuten zone? Mensen die een reanimatie- en AED-cursus hebben gevolgd, kunnen zich opgeven als vrijwilliger voor een 6 minuten zone. Als een telefonische melding via 112 binnen komt zal de meldkamercentralist de burgerhulpverleners in de buurt van het slachtoffer een SMS-bericht sturen op de mobiele telefoon met de instructies, plaats van de AED en het adres van het slachtoffer. De SMS wordt gestuurd naar meerdere burgerhulpverleners, zodat de kans groter is dat een van hen in de gelegenheid is om hulp te bieden en u er dus niet alleen voor staat. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via www.aedalert.nl of www.aedlocator.nl. Hebben alle meldkamers een reanimatieoproepsysteem? Een groot deel van de meldkamers in Nederland (19 van de 25) hebben of zijn van plan om binnenkort een reanimatie-oproepsysteem aan te schaffen zodat zij getrainde vrijwilligers, oftewel burgerhulpverleners, kunnen oproepen. Hoe zet je een 6 minuten zone op? Op de website www.6minutenzone.nl vindt de bezoeker een praktische handleiding voor het opzetten van een 6 minuten zone voor een bedrijf, woonwijk of evenement. Bij het opzetten van een 6 minuten zone zorgen de initiatiefnemers zelf voor AED’s en het opleiden van vrijwilligers, zodat zij kunnen reanimeren en defibrilleren. De Hartstichting helpt initiatiefnemers door te adviseren. Vragen kunnen gesteld worden via
[email protected]. Wat is nodig om Nederland tot een 6 minuten zone te maken? Om Nederland geheel dekkend te krijgen met 6 minuten zones, zijn tenminste 100.000 burgerhulpverleners nodig en 29.000 AED’s. Het is van belang dat er voor de 6 minuten zones in gemeenten en woonwijken een reanimatieoproepsysteem beschikbaar is via de meldkamers van de ambulancezorg Nederland.
5
Hartstilstand
Wat is er aan de hand bij een plotselinge hartstilstand? Bij een plotselinge hart- of circulatiestilstand stopt het hart met pompen en staat de bloedsomloop in het lichaam stil. Er bestaat acuut levensgevaar, omdat de bloedtoevoer in het lichaam stopt en daarmee ook het zuurstoftransport. Na 4-6 minuten raken hersencellen onherstelbaar beschadigd, daarna lopen ook andere organen schade op. Wat is de oorzaak van een hartstilstand? Een hart- of circulatiestilstand is meestal (50%) het gevolg van een chaotische hartritmestoornis, het kamer- of ventrikelfibrilleren (VF), waarbij de hartspier niet meer samentrekt. Andere hartritmestoornissen zijn een stilgevallen hart (asystolie) en een stoornis in het prikkelgeleidingsysteem van het hart (PEA). De oorzaak van een hartstilstand is vaak een acuut hartinfarct, waardoor hartritmestoornissen kunnen ontstaan. Andere oorzaken zijn bijvoorbeeld cardiomyopathie, een ontsteking (myocarditis), hartfalen of een elektriciteitsongeval. Soms spelen genetische oorzaken een rol, bijvoorbeeld een lang QT- syndroom. Het hart kan ook tot stilstand komen door ademhalingsproblematiek, bijvoorbeeld bij verdrinking. Wat zijn de gevolgen van een hartstilstand? Door het uitvallen van het transport van zuurstofrijk bloed, leidt een hartstilstand binnen een paar seconden tot bewusteloosheid. Dit komt doordat de hersenen als eerste orgaan reageren. De normale ademhaling en hartslag vallen ook uit. Een hartstilstand leidt zonder reanimatie tot de dood. Met reanimatie kun je de bloedsomloop en zuurstoftoevoer kunstmatig op gang houden. Zo voorkom je dat organen afsterven. Met defibrillatie kan je de normale hartslag (bij VF) herstellen. Bijna 90% van de slachtoffers die een reanimatie overleven, heeft geen of nauwelijks een beschadiging. 10% van de slachtoffers heeft dusdanige schade dat verpleeghuisopname noodzakelijk is. Hoe herken je een hartstilstand? Een slachtoffer van een hartstilstand is bewusteloos. Hij reageert niet wanneer je hem aanspreekt of voorzichtig zijn schouders schudt. Ook ademt het slachtoffer niet of niet normaal. De ademhaling is te controleren door het hoofd van het slachtoffer naar achteren te bewegen en een kinlift uit te voeren: voel, luister en kijk 10 seconden of er ademhaling is. Wat te doen bij een hartstilstand? Om een slachtoffer een overlevingskans te bieden, is het belangrijk dat je direct begint met reanimeren. Reanimatie is onderdeel van de keten van overleving. Deze bestaat uit vier stappen: Stap 1. Bel direct 112 om een ambulance op te roepen. Stap 2. Start direct met basale reanimatie. Dit bestaat uit hartmassage in combinatie met mond-op-mondbeademing. Reanimatie zorgt ervoor dat de bloedsomloop en de zuurstofvoorziening kunstmatig op gang worden gehouden. Hiermee overbrug je tijd. Stap 3. Daarna volgt zo vroeg mogelijk defibrillatie. Dit is het toedienen van een elektrische stroomstoot met een defibrillator, bijvoorbeeld een Automatische Externe Defibrillator (AED), om het ventrikelfibrilleren te beëindigen. Defibrilleren zorgt ervoor dat het hart weer een normaal ritme kan krijgen. Bij ongeveer 50% van de slachtoffers van een hartstilstand buiten het ziekenhuis is sprake van ventrikelfibrillatie. Voor deze groep patiënten is de enige effectieve behandeling defibrillatie.
6
Stap 4. Ambulancezorgverleners zetten de reanimatie voort met specialistische reanimatie. Specialistische reanimatie door zorgprofessionals bestaat onder meer uit het toedienen van medicijnen, defibrilleren, intubatie (het inbrengen van een beademingsbuis in de luchtpijp) en koeltechnieken. De ambulance is bemand door een gespecialiseerde verpleegkundige en een chauffeur. De ambulancezorgverleners zorgen ervoor dat het slachtoffer ter plaatse in een (semi)stabiele situatie is, alvorens deze te vervoeren naar het ziekenhuis.
Hartstilstand bij sporters Sporten is goed voor de gezondheid en verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. Toch worden jaarlijks honderden sporters getroffen door een plotselinge hartstilstand. Op initiatief van de Vereniging van Sportgeneeskunde (VSG) en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) is ‘Sportcor’ opgericht. De website www.sportcor.nl biedt achtergrondinformatie over plotselinge hartstilstand bij sporters en de mogelijke onderliggende hartziekten.
Cijfers
Incidentie Onder incidentie wordt verstaan het aantal nieuwe patiënten dat een hartstilstand krijgt per tijdseenheid (dit is dus iets anders dan sterfte). Plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis overkomt 1 op de 1000 inwoners. Voor Nederland betekent dit: 15.000 – 16.000 slachtoffers per jaar 300 slachtoffers per week 43 slachtoffers per dag Patiëntenkenmerken Leeftijd: gemiddeld 65 - 66 jaar. De incidentie neemt toe met de leeftijd. Verhouding man/vrouw = 3:1 Verhouding wel/geen voorgeschiedenis van hartklachten = 50:50 Situatiekenmerken Plaats van de hartstilstand. 70 - 80%: thuis 20 - 30%: openbare ruimten, op het werk (maximaal 10%), sportaccommodatie e.d. Bij ongeveer 75% van de slachtoffers van een hartstilstand is een omstander aanwezig. 35%: levenspartner 58%: omstanders/naasten Er is onderzoek gedaan naar de locaties waar het plaatsen van een of meer AED’s het meest efficiënt zou zijn in samenhang met grote concentraties bezoekers en passanten. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de incidentie van hartstilstanden hoog is op luchthavens, in casino’s, winkelcentra en op golfterreinen.
7
Onderzoek Amsterdam Airport Schiphol en Amsterdam ArenA De overlevingskans bij een hartstilstand op Schiphol en in de Arena is flink gestegen sinds de introductie van de AED’s, namelijk van 16 procent (in 2002-2003) naar 39 procent (in 2007). Sinds de introductie van de AED zijn op Schiphol en in de Arena samen 70 mensen gereanimeerd, waarvan 27 overleefden. Vóór de introductie van de AED werden 56 mensen gereanimeerd, waarvan slechts 9 de reanimatie overleefden. Ventrikelfibrilleren Bij ongeveer 50% van de slachtoffers buiten het ziekenhuis is ventrikelfibrilleren (VF) de oorzaak van de hartstilstand. Bij deze groep patiënten is defibrillatie noodzakelijk. Hoe eerder gedefibrilleerd wordt, des te groter is de overlevingskans. Defibrillatie kan dus alleen bij een schokbaar ritme (ongeveer 50% van de gevallen). Aantal reanimisten Ongeveer 35% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder is reanimist. Dit zijn ruim 4 miljoen mensen. Als gevolg van de 6 minuten campagne is het aantal cursisten voor een basis reanimatiecursus (Basic Life Support) in 2007 60% gestegen t.o.v. 2006. Het aantal cursisten dat een gecombineerde cursus reanimatie- en AED volgde steeg met 145%. Het aantal cursisten dat een AED cursus volgde (hiervoor is BLS benodigd) is gestegen met maar liefst 235%. Dit blijkt uit de resultaten van een enquête gehouden onder de Reanimatiepartners van de Hartstichting. Noodzaak reanimatie Bij 150 tot 200 slachtoffers per week wordt vóór de komst van de ambulance een reanimatie gestart. In 64% van de gevallen wordt deze reanimatie gestart door omstanders. Reanimatie door omstanders overbrugt de tijd tot de volgende schakel in de keten van overleving. Reanimatie verdubbelt de overlevingskans ten opzichte van de slachtoffers bij wie dit niet gebeurt. Wordt ieder slachtoffer met een hartstilstand gereanimeerd? 30 tot 50% van de slachtoffers wordt niet gereanimeerd omdat de hartstilstand niet of te laat is opgemerkt. Dit komt omdat het slachtoffer bijvoorbeeld is overleden in de slaap. Ook kan het zijn dat er geen omstanders zijn, bijvoorbeeld wanneer iemand alleen is.
8
Reanimatie Wat is reanimatie? Reanimatie is iemand weer tot leven wekken. Het woord betekent letterlijk ‘de geest (animus) terug (re)’. Er is een onderscheid tussen ‘basale reanimatie’ en ‘specialistische reanimatie’. Basale reanimatie/ elementaire reanimatie/basic life support (BLS) De basale reanimatie bestaat uit hartmassage (borstcompressie) in afwisseling met beademing, meestal mond-op-mond beademing. Bij hartmassage wordt het borstbeen ritmisch ingeduwd en in de rustpositie gebracht. Bij het induwen wordt het hart tussen borstbeen en wervelkolom samengedrukt, waardoor het hart bloed in het lichaam pompt. Door het borstbeen terug te laten veren naar de ruststand (de loslaatfase) vullen het hart en de kransslagaders zich met bloed. Bij het induwen van het borstbeen kan vervolgens weer bloed worden rondgepompt. Specialistische reanimatie De specialistische reanimatie door zorgprofessionals bestaat onder meer uit het toedienen van medicijnen, defibrilleren, intubatie (het inbrengen van een beademingsbuis in de luchtpijp) en koeltechnieken. Wat zijn de ethische aspecten rond reanimatie? Er kunnen goede redenen zijn om een reanimatie te starten, niet te starten en te stoppen. In principe is voor elke medische verrichting - waartoe reanimatie behoort - toestemming van de patiënt nodig. Dit zelfbeschikkingsrecht kan betekenen dat iemand niet gereanimeerd wil worden en daarvoor een rechtsgeldige niet-reanimateren-wens tekent en bij zich draagt. Bij een ziekenhuisopname wordt een dergelijke wens van de patiënt schriftelijk in het medische dossier vastgelegd. Bij een plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis kan aan de wens om niet gereanimeerd te worden, niet altijd gevolg worden gegeven. Burgerhulpverleners leren om niet op zoek te gaan naar een wilsverklaring, om te voorkomen dat een reanimatie wordt uitgesteld en de kwaliteit van de reanimatie ongunstig wordt beïnvloed. Als vóór de aanvang van de reanimatie een geldige niet-reanimeren-wens van het slachtoffer zichtbaar is of wordt getoond door bijvoorbeeld een begeleider, adviseert de NRR de burgerhulpverlener niet te starten met reanimeren. Als het slachtoffer en de burgerhulpverlener elkaar kennen (familielid, huisgenoot, huisarts) zijn ze vaak op de hoogte van de nietreanimatiewens. De burgerhulpverlener zal dan de niet-reanimatiewens van de betrokkene respecteren en geen hulp verlenen. Dit betekent ook dat de ambulance niet moet worden opgeroepen. De Nederlandse Reanimatieraad (NRR) heeft een richtlijn geschreven voor het starten, niet starten en stoppen van een reanimatie. Wat zijn de juridische aspecten rond reanimatie? Niemand is verplicht te reanimeren. Je zou wel kunnen spreken van een indirecte verplichting vanwege een artikel in het Wetboek van Strafrecht. In artikel 450 staat: “hij die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander verkeert, nalaat deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij hem, zonder gevaar voor zichzelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan, wordt, indien de dood van de hulpbehoevende volgt, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie”. Dit artikel kan dus een aansporing zijn om de handen uit de mouwen te steken. Op de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst, de WGBO, wordt in bovengenoemd standpunt en richtlijn van de NRR ingegaan. Omdat deze wet van toepassing is voor zorgprofessionals wordt op deze plaats hierop niet nader ingegaan.
9
AED
Wat is een AED? Een Automatische Externe Defibrillator, een AED, is een apparaat dat via twee plakelektroden op de ontblote borstkas, de hartactie van een slachtoffer met een hartstilstand registreert. De AED is een apparaat dat burgerhulpverleners kunnen inzetten bij een reanimatie. Aan de hand van computergestuurde protocollen, geeft de AED gesproken opdrachten aan de burgerhulpverlener(s). Uitsluitend bij een te defibrilleren hartritmestoornis wordt een schokopdracht gegeven. De AED is een belangrijk apparaat, maar vervangt niet de basale reanimatie. Directe basale reanimatie is altijd nodig om de hersenfunctie veilig te stellen, de tijd te overbruggen tot de AED er is en het hart zelf voor te bereiden op een of meer stroomstoten van de AED.
De AED is veilig en betrouwbaar. Een AED zal alleen een schok toedienen, als de analyse van het hartritme uitwijst dat dit noodzakelijk is. Een schok toedienen aan iemand die geen hartstilstand heeft, is dan ook niet mogelijk. Het bedienen van een AED is relatief eenvoudig te leren. Iemand die al kan reanimeren, kan binnen een paar uur leren omgaan met een AED. Zodra de burgerhulpverlener de AED aanzet neemt de AED de regie over. Een AED kan als ‘apparaat’ nooit levens redden. Het is de burgerhulpverlener die een kans op overleving geeft. Het apparaat kan adviseren om wel of geen schok toe te dienen. Indien geen schok wordt geadviseerd, zal het apparaat aangeven dat je door moet gaan met reanimeren. Het is belangrijk dat er dan iemand aanwezig is die kan reanimeren.
Verschillende types AED
Wat is defibrillatie? Defibrillatie is het toedienen van een elektrische stroomstoot (schok) bij ventrikelfibrilleren. Zo kan het hart weer een normaal ritme krijgen. Hoe herken je een AED? De AED is herkenbaar aan het officiële logo, dat is ontwikkeld volgens Europese normen. Het logo of beeldmerk staat symbool voor de functie van de defibrillator. Hoeveel AED’s zijn er in Nederland? In Nederland hangen naar schatting 10.000 à 20.000 AED’s. Niemand weet precies waar de AED’s hangen/ staan of hoeveel AED’s er in totaal zijn. AED’s zijn te vinden in bijvoorbeeld kantoorlocaties, winkelcentra, luchthavens, diverse NS-stations, supermarkten, sportlocaties en woonwijken. Wie mag een AED bedienen? Iedere burgerhulpverlener mag een AED gebruiken. Hoewel uit onderzoek blijkt dat ongetrainden in staat zijn een AED te gebruiken, gaat dit ten koste van vele kostbare minuten. Een training in het gebruik van de AED is aan te bevelen om snel en doeltreffend te kunnen handelen. Indien iemand al kan reanimeren (basale reanimatie) is een korte training van een paar uur al genoeg om te leren omgaan met de AED. Iedereen kan een AED cursus volgen als onderdeel van een reanimatiecursus, bijvoorbeeld van een Reanimatiepartner van de Hartstichting. In de wet staat dat een burgerhulpverlener een AED mag gebruiken. In ons land zijn geen wettelijke bezwaren.
10
Hoe zit het met vandalisme en diefstal van AED’s? Er zijn incidentele gevallen van vernieling en diefstal van AED’s en AED-kasten gerapporteerd. Gelukkig tot op heden in zo’n beperkte mate dat deze nog geen aanleiding geven voor grote zorgen over vandalisme en diefstal van AED’s. Op dit moment is een AED een onbekend ‘kastje’ dat mogelijk uitnodigt tot openen en nieuwsgierigheid oproept. Onbekendheid maakt dat mensen soms denken dat de AED van waarde kan zijn bij doorverkoop, of dat het een instrument is waarmee je anderen uit balorigheid zomaar een stroomstoot kunt toedienen. De landelijke campagne van de Hartstichting, aangevuld met goede voorlichting op lokaal niveau is o.a. gericht op de betekenis van een AED in geval van nood. Vandalisme kan ook beperkt worden door de AED in een kast te plaatsen die niet vrij toegankelijk is, maar achter glas of met een pasje of code geopend moet worden. Op de AED-kast moet dan een telefoonnummer staan van personen die de code kunnen geven in geval van nood. Sommige leveranciers van AED’s kunnen dergelijke kasten leveren. Echter, de Hartstichting geeft de voorkeur aan vrij toegankelijke AED’s. Kan een AED verzekerd worden? ING Insurance & Risk Consultancy en Delta Lloyd maken het mogelijk een AED te verzekeren. Beide steunen de doelstelling van de Hartstichting en hebben daarom de verzekering tegen kostprijs beschikbaar gesteld voor het publiek. Uniek aan de dekking is dat er ook in openbare gelegenheden of zelfs buiten dekking geboden kan worden. Een aanvraagformulier van de AED-verzekering kun je vinden op www.6minuten.nl en www.6minutenzone.nl. Waar moet je op letten bij de aanschaf van een AED? De prijs van AED’s ligt tussen de € 1.200,- en € 3.000,- per stuk, afhankelijk van het type en de leverancier. Alle AED’s zijn veilig en betrouwbaar. Ze voldoen aan nationale en internationale wettelijk gestelde eisen en bezitten tevens een CE-keurmerk. De AED-apparatuur kan onderling verschillen in gebruiksgemak, gewicht, afmetingen, soort batterij, typen elektroden en waterdichtheid. Dit zorgt ook voor een verschil in de onderhoudskosten en de aanschafprijs. Qua uitvoering zijn er verschillen ten aanzien van de zogenaamde shockknop, te weten de semiautomatische en de volautomatische. Bij de semi-automatische krijgt de hulpverlener een opdracht om de shockknop in te drukken. Bij de volautomatische geeft de AED de schok.
11
Reanimatie– en AED-cursus
Waarom een cursus volgen? Een hartstilstand komt altijd onverwacht. Elke week worden 300 Nederlanders buiten het ziekenhuis getroffen. Het merendeel wordt in de thuissituatie getroffen. Reanimeren is niet moeilijk en iedereen vanaf 13, 14 jaar kan het leren. Direct beginnen met reanimatie verdubbelt de overlevingskansen ten opzichte van slachtoffers die niet gereanimeerd worden. Wat leer je tijdens een cursus? Reanimeren en defibrilleren leer je in 4 tot 6 uur. Men leert de technieken op een reanimatiepop onder begeleiding van een gecertificeerde instructeur. Aan het einde van de lessen weet je hoe je een hartstilstand herkent, hoe je het bewustzijn en de ademhaling van een slachtoffer controleert en hoe je hartmassage en mond-op-mondbeademing toepast. Een geldig reanimatiediploma is een voorwaarde voor het leren bedienen van een AED. Waar kan je een cursus volgen? De Reanimatiepartners van de Hartstichting zijn vrijwilligers die verspreid over het land, op zo’n 300 locaties, kwalitatief reanimatieonderwijs organiseren. Zij hebben geen winstoogmerk, waardoor de cursuskosten laag zijn. Op deze manier wordt het volgen van een reanimatie- of AED-cursus voor iedereen toegankelijk. De Hartstichting ondersteunt de Reanimatiepartners actief met materialen, middelen, advies en voorlichting. Meer informatie via www.reanimatiepartner.nl. Wat kost een reanimatie-en-AED cursus? De Reanimatiepartners van de Hartstichting organiseren gecombineerde cursussen waarin u leert reanimeren en defibrilleren. De kosten voor zo’n reanimatiecursus bij een Reanimatiepartner liggen tussen de €15 en €55. De herhalingsles kost tussen de €10 en €35 persoon. Wat is de Mini Anne? De Mini Anne is een persoonlijke oefenset om op een eenvoudige manier de vaardigheden van basale reanimatie te oefenen. De set bestaat uit een instructie DVD en een mini oefenpop. De Nederlandse Mini Anne kwam tot stand door de samenwerking van Laerdal Benelux met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), de Nederlandse Hartstichting en het Nederlandse Rode Kruis. Is er ook nazorg? Reanimeren is een zeer indrukwekkende en emotionele gebeurtenis. Bij het verwerken van deze ervaring helpt het als betrokkenen hun verhaal kunnen doen. Hierbij enkele tips voor mensen die hebben gereanimeerd: zoek contact met (de familie van) het slachtoffer en praat samen over wat er gebeurd is, praat met uw reanimatie-instructeur en/of huisarts, spreek met mensen die hebben geholpen bij de reanimatie, neem contact op met de Informatielijn van de Hartstichting via telefoonnummer 0900 3000 300 (bereikbaar van 9 -13 uur, lokaal tarief) en per e-mail (
[email protected]). De voorlichters luisteren naar uw verhaal en helpen u verder. Ook kunt u contact opnemen met Sensoor via www.federatie.sensoor.nl of 0900-0767, dag en nacht bereikbaar.
12