Wees dan waakzaam
Wees dan waakzaam
i
ii
Winand F. Breuer Wees dan waakzaam
www.debazuin.nu 2015
Herziende 2de druk in PDF formaat, maart 2015
Copyright © 2014 by Winand F. Breuer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of schrijver. Druk: LuLu.com Print datum: januari 2015 www.debazuin.nu
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................ viii 1. Een eerste waarschuwing .............................................. 11 2. Het eindtijdvisioen van Daniel ..................................... 21 3. Als in de dagen van Noach ............................................. 37 4. De tweede en grotere exodus ....................................... 47 5. Het begin verkondigt wat het einde zal zijn ............. 63 6. Met twee of drie getuigen staat elk woord vast ....... 72 7. Wat de gelegenheden betreft........................................ 83 8. Een tijd, tijden en een halve tijd................................... 96 9. Hem tegemoet in de wolken ....................................... 117 10. Zie de bruidegom komt.............................................. 129 Nawoord................................................................................ 139 Bijlagen ................................................................................. 141 Het eeuwig Verbond ........................................................... 147
vi
vii
Voorwoord Openbaring.12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren. Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn bek had gespuwd. En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van Elohim in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben. Er breekt spoedig een moment aan dat ‘de Dag de Heren’ c.q. Jakobs benauwdheid zal aanbreken. Het is de eindstrijd van deze huidige wereld die gestreden wordt tussen de tegenstander de oude slang en het verbondsvolk van Elohim. In het Hof van Eden heeft de oude slang Adam en Eva weten te overmeesteren door hen te misleiden met zijn leugens en het verdraaien van de woorden van Elohim. Hij weet dat zijn tijd kort is en probeert met al zijn macht die hij tot zijn beschikking heeft de uitverkorenen in een valse redding te laten geloven. Het is triest om te zien dat vele gelovigen door zijn rivier van valse leerstellingen worden meegesleurd. Er is maar één rivier van Levend Water; zo helder als een glazen zee die leven brengt en dat is het Levende Woord, Jeshua. Hij is de weg, de waarheid en het leven. Nu komt het er op aan, wie in deze laatste dagen gehoor geeft aan Zijn oproep om waakzaam te zijn. Het is de laatste kans om in Hem, de enig geboren Zoon van de Vader, te geloven. Dat wil zeggen; doen wat Hij zegt, om behouden te worden voor het oordeel dat over deze aarde komt. Vader JHWH sprak vanuit de Wolk; “Luister naar Hem”. Voordat ‘de Dag des Heren’ aanbreekt en de aarde geschud wordt viii
Wees dan waakzaam waardoor er een einde gemaakt wordt aan de rivier met valse getuigenissen komt er een tweede grotere exodus. We hebben dan ook niet veel tijd meer te verliezen om ons hierop grondig voor te bereiden. Wanneer dit wordt voltrokken dan zal er een groot en machtig volk verzameld worden zoals er niet eerder geweest is. Een schare die niemand tellen kan, aan wie arendsvleugels gegeven wordt om door de wind gedragen te worden en om hen tijdens ‘deze dag van het kwaad’ in veiligheid te brengen. Het zal op een gelijke wijze gaan zoals JHWH ook de eerste generatie van ‘de vrouw’ met arendsvleugels gedragen heeft en buiten het bereik van de Farao gehouden heeft. We weten van de grote profeten uit de Bijbel dat zij een tweede grotere exodus verkondigden, zoals er nog nooit is geweest en ook niet meer zal zijn. En dat over de eerste exodus niet meer gesproken zal worden omdat die in het niet valt bij de komst van deze tweede grotere exodus. Het proces zal nagenoeg hetzelfde zijn, ‘er is niets nieuws onder de zon. Wat geweest is zal weer zijn’ In deze laatste dagen roept Joël op om op de bazuin te blazen en een bijzondere samenkomst te beleggen. Groot, klein, mannen en vrouwen, kinderen, leiders en helpers, iedereen die ‘de bruidegom’ ziet naderen. Joël verwijst daarmee naar de komst van ‘de Dag des Heren’ dat gevolgd wordt door het zeventigste Jubeljaar. Het Jubeljaar waarop we de tweede komst van Jeshua mogen verwachten. Wie en waar zijn dan de wijze maagden die hun lampen met olie gevuld hebben en zich gereed hebben gemaakt voor deze tweede en grotere exodus om Jeshua te ontmoeten? De tijd vliegt en het is minder dan drie voor twaalf. Maranatha Jeshua komt! Winand F. Breuer
ix
Wees dan waakzaam
1. Een eerste waarschuwing Openbaring 8:13 En ik zag en hoorde één engel, die hoog aan de hemel vloog en met een luide stem riep: Wee, wee, wee hun die op de aarde wonen, vanwege de overige bazuinstoten van de drie engelen die nog op de bazuin zullen blazen. De tijd vliegt en velen zien de wederkomst van Messias Jeshua (Jezus) met rassé schreden naderen. Sommigen zijn zelfs van mening dat de zevende bazuin binnenkort gaat klinken en dat Hij elk moment kan komen om de Zijnen te ontmoeten. “Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn” (1.Thess.4:17). Maar vergis je niet, voordat het zover is zullen we een donkere nacht moeten doorstaan. De profeten en apostelen hebben voor deze zware tijd die aan de wederkomst van Jeshua voorafgaat gewaarschuwd. Een tijd waarvan Jeshua Zelf zegt; “Als die dagen niet ingekort worden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden” (Matt.24:22). Vele gelovigen zien niet de ernst van deze verschrikkelijke tijd in die eraan staat te komen, en hebben zich daarom ook niet voorbereid. Het is deze tijd die ook wel ‘Jakobs benauwdheid’ genoemd wordt en waar zowel de profeten in het eerste Testament als de apostelen in het tweede Testament het volk van JHWH voor gewaarschuwd hebben. “Dit zijn de woorden die JHWH gesproken heeft tot Israël en tot Juda” (Jer.30:4). Hier geeft JHWH via de profeet Jeremia een duidelijke waarschuwing af aan het huis Israel/Efraïm, de tien stammen die hoofdzakelijk in de wereld verspreidt zijn én aan het huis Juda, waar ook de stam Benjamin 11
en een deel van de Levieten deel van uitmaken en die deels in de huidige ‘staat Israël’ zijn teruggekeerd. Jeremia 30:5-6 Want zo zegt JHWH: Een schrikwekkende stem hebben wij gehoord, angst is er, geen vrede. Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Zelfs mannen waarvan gezegd wordt dat zij een groot geloof hebben zullen met hun handen in hun haar lijkbleek wegtrekken als zij zien dat er een groot volk wedergeboren wordt. Vervolgens gaat Jeremia verder met het uitroepen van een waarschuwing met een ‘Wee’ voor héél het volk Israël, zoals ook Johannes in Openbaring 9 de eerste ‘Wee’ aankondigt. Jeremia 30:7 Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden. Met Jakob wordt hier héél Israël, de twee huizen aangeduid; het huis Juda en het huis Israël/Efraïm. Tijdens deze benauwdheid is daar een belofte die bescherming en verlossing geeft. Want voor Jakob zal er ontkoming zijn. Héél Israël (de ware Jakob) zal uit deze benauwdheid verlost en gered worden (Mat.24:22). Deze verlossing van het verbondsvolk zal door JHWH Zelf worden ingezet. “Want op die dag zal het geschieden, spreekt JHWH van de legermachten, dat Ik zijn juk van uw nek zal breken en uw banden zal verscheuren. Vreemden zullen zich niet meer door hem laten dienen” (Jer.30:8). Het is een geruststelling voor de verbondsgelovigen dat Vader JHWH alle macht in hemel en op aarde aan Zijn Zoon Jeshua gegeven heeft. En Jeshua bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Matt.28:18). Hij 12
Wees dan waakzaam zal de vijand, de tegenstander de uiteindelijke genadeklap geven en hem overwinnen. Aan Hem zijn de engelen onderworpen en Hij zendt hen om Zijn woord te doen. “Looft de Here, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord” (Psalm 103:20). Zowel in de hemel, als ook op de aarde. Dit is onze hoop en ons geloof dat de Messias Jeshua tijdens deze benauwdheid alles onder controle heeft. Het woord Legermachten (Jer.30:8) is een woord dat vaak gebruikt wordt om de engelen aan te geven. “Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht” (Gen. 2:1 en Ps.33:6). “Loof Hem, al Zijn engelen, loof Hem, al Zijn legermachten” (Ps.148:2 en Luc.2:13). Jeshua is boven alle machten verheven en heeft de volledige controle in de eindstrijd. De uitdrukking “Heere van de legermachten” komt in de Bijbel ruim 280 keer voor. Goed om te onthouden. Efeze 6:12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Wie in de laatste dagen alleen een vleselijke eindstrijd verwacht tussen mensen, zit er goed naast. Natuurlijk, oorlogen en geruchten van oorlogen zullen er zijn en misschien nog wel erger dan de twee laatste wereldoorlogen, maar daar gaat deze waarschuwing niet over. We zullen gaan ontdekken dat de laatste strijd die voor de komst van Jeshua plaats gaat vinden van een heel ander kaliber is. In Openbaring 9 vallen de ‘vijfde bazuin’ en de ‘eerste wee’ samen. De ‘vijfde bazuin’ wordt ook wel de ‘eerste wee’ genoemd. We zullen hier in hoofdstuk 2 op terugkomen. Jeremia geeft in drie 13
punten aan hoe ‘Jacobs benauwdheid’ zal eindigen. De drie punten die aangegeven worden zijn: 1. het juk dat ‘hij’ (een tegenstander) op de mensen heeft gelegd, zal verbroken worden; 2. elke band waarmee ‘hij’ mensen gebonden heeft, zal worden verscheurd; 3. de tijd is voorbij dat ‘hij’ in staat zal zijn om zich door mensen te laten dienen. Jeremia 30:8 Want op die dag zal het geschieden, spreekt JHWH van de legermachten, dat Ik zijn juk van uw nek zal breken en uw banden zal verscheuren. Vreemden zullen zich niet meer door hem laten dienen, Amen. Met ‘hem’ zullen we te maken krijgen. Wie ‘hij’ is en wat ‘hij’ gaat doen wordt uitvoerig in Openbaring voorzegd. We komen hier in een volgend hoofdstuk op terug. Zoals al eerder aangegeven waarschuwen ook de apostelen uit het tweede Testament voor deze komende verschrikkelijke tijd die voorafgaat aan de tweede komst van Jeshua. Eén van hen is Paulus. Ook hij doet een dringend beroep op u om dit niet te vergeten en spreekt van dezelfde donkere periode. 2 Thess.2:1-2 En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. Nogmaals, dit is een ernstige waarschuwing voor de hele mensheid. Maar in het bijzonder voor de gelovigen die in slaap zijn gevallen 14
Wees dan waakzaam en zich hierop nog niet hebben voorbereid. Laat je dan ook niet van de wijs brengen dat Jeshua al gekomen is en verder niet meer fysiek naar de aarde zal terugkeren. De ‘zevende bazuin’ heeft nog niet geklonken (1Korinthe.15:52). Zelfs ‘de eerste wee’ heeft nog niet plaatsgevonden, althans niet op het moment van dit schrijven. Maar het jaar 2015 zou wel eens het moment kunnen zijn dat ‘de eerste wee’ werkelijkheid wordt. En dan nog zien vele gelovigen de ernst van deze waarschuwing niet in, want verder zegt Paulus van deze benauwde tijd die eraan staat te komen het volgende; 2 Thessalonicenzen 2:3-4 Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is èn de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. Als er in de Bijbel gesproken wordt over ‘die dag’ of ‘de dag’ aan het einde van de tijd, dan is dat altijd een verwijzing naar ‘de Dag des Heren’. Er zijn veel misverstanden ontstaan over het begrip “de afval” zoals hier in 2 Thess. 2 vers 3. Vele zijn van mening dat dit gelovigen zijn die eens de Weg van en met Jeshua bewandelden, maar door een of andere reden Hem de rug toe hebben gekeerd. Zijn zij dan ‘de grote afval’ waar Paulus over spreekt? Paulus heeft het hier niet over gelovigen die in de laatste dagen van hun geloof afvallen. Deze zijn er door de eeuwen heen altijd al geweest, ook vandaag de dag houden vele gelovigen het voor gezien. Het is één enkele zin die Paulus hier opschrijft en de komst van de afval èn (let op de klemtoon) de komst van de tegenstander in één adem noemt. De eerste kenmerk van ‘de gevallenen’ waar Paulus specifiek in die tijd van vlak voor de komst van Jeshua op doelt, zijn ‘de gevallenen’ die gelijktijdig komen (verschijnen) met ‘de mens 15
van de wetteloosheid’. Dit is dezelfde persoon die met ‘hem’ wordt aangeduid en waar Jeremia over spreekt. En van ‘deze mens van de wetteloosheid’ die samen met ‘de gevallenen’ komt zegt Paulus dat hij ‘de zoon van het verderf’ is en ‘een tegenstander’ die zich verheft boven alles wat van JHWH is. Volgens Openbaring 9 waar zij samen met ‘hem’ verschijnen, zijn ‘deze gevallenen’ dus niet ‘de gelovigen in Jeshua’. Nee, het gaat hier over de metgezellen van ‘de zoon des verderfs’ die zullen verschijnen! We weten allemaal wat de afkomst van deze persoon is en waar Jeremia ook naar verwijst, n.l. naar een tegenstander. Velen zien in hem de komst van de ‘antichrist’. Deze persoon heeft zelfs een naam want Johannes noemt hem Abaddon in het Hebreeuws of Apollyon in het Grieks wat vernietiger of verwoester betekent. Het Hebreeuwse woord Abaddon wordt ook vertaald als ‘de verwoester der engelen’. Het woord dat in 1 Thess. 2 vers 3 met ‘de afval’ is vertaald komt van het Griekse woord ‘APOSTASIA’. Velen menen hierin de betekenis van ‘een opname’ van gelovigen vòòr of tijdens de grote verdrukking te zien, omdat het woord ‘APOSTASIA’ ook ‘verlaten’ of ‘vertrekken’ kan betekenen. Maar vanuit de context (lees vers 1 en 2 nog eens), is ‘APOSTASIA’ het lijdend voorwerp waar iets mee gebeuren gaat. In deze context wordt hier niet het verlaten of vertrekken mee bedoeld, maar het ‘komen’. Dus, samenkomen met de tegenstander. Verder wordt het woord ‘APOSTASIA’ nog één keer in de Bijbel gebruikt en wel in Handelingen 21 vers 21. Paulus is dan in Jeruzalem aangekomen en heeft getuigd van de vele Judeeërs en heidenen die tot geloof in Jeshua zijn gekomen en allen, in overeenstemming met de Gerechtigheid vanuit de Torah leefden. Hand.21:20:21 En toen zij dat gehoord hadden, prezen zij de Heere en zeiden tegen hem: U ziet, broeder, hoeveel duizenden Joden er zijn die geloven; en zij zijn allemaal ijveraars voor de wet (Torah gerechtigheid). Men heeft hun over u verteld dat u alle Joden die onder de heidenen wonen, leert afvallig te worden van 16
Wees dan waakzaam Mozes, doordat u zegt dat zij de kinderen niet moeten besnijden en ook niet moeten wandelen overeenkomstig de gebruiken van de wet. In bovenstaand tekstgedeelte legt Lucas uit dat sommige ouderlingen van mening waren dat de gelovige Judeeërs hun kinderen volgens de wet van Mozes moesten laten besnijden. Echter, daarnaast waren zij ook van mening dat de gelovigen uit de heidenen dat niet hoefden te doen (Hand.21 vers 25). Ondanks dit wettische standpunt van de ouderlingen om onderscheid te maken tussen gelovigen uit het huis Juda en gelovigen uit de heidenen, gebruikt Lucas hier het woord ‘APOSTASIA’ voor de Judeeërs. Het betreft hier gevallenen van de Torah die daarmee het verbond van JWHW hadden verbroken, maar hier weer naar terug zijn gekeerd. Terugkomend op 2 Thessalonicenzen 2 vers 3; Paulus gebruikt hier het woord ‘APOSTASIA’ op dezelfde wijze als Lucas dat doet in Handelingen 21 vers 21. Hij gebruikt dit woord om aan te geven dat zij ‘APOSTASIA’ ergens voorheen deel van uitmaakten en dat zij dat nu niet meer zijn. Paulus zegt daarbij dat deze gevallenen weer op het toneel verschijnen samen met de zoon des verderfs. Dit kan dan alleen duiden op eenzelfde soort wezens als de zoon des verderfs die hun leider is. En als de zoon des verderfs een ‘gevallen engel’ blijkt te zijn, dan verwijst Paulus met het woord APOSTASIA naar de andere ‘gevallen engelen’ die onder zijn heerschappij staan. 2 Thess.2: 6 En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. De gevallen engelen zitten samen met de zoon des verderfs opgesloten in de ABYSS (bodemloze put). Het Griekse woord ‘KATECHO’, dat hier met weerhouden is vertaald, betekent volgens Strong letterlijk ‘ergens in vast gehouden’. In de ABYSS worden zij, de APOSTASIA c.q. de gevallenen, samen met hun 17
leider ‘vastgehouden’ totdat hij ‘de zoon des verderfs’ wordt vrijgelaten op ‘zijn tijd’ en op het moment dat door de profeten van JHWH voorzegd is. Dit moment is zoals Paulus dus zegt a. vòòr de komst van ‘de Dag des Heren’ en b. vòòr de tweede komst van Jeshua en c. zoals Jeremia en Johannes zeggen bij de eerste ‘wee’ dat gelijk is aan de ‘vijfde bazuin’. “En de vijfde engel blies op de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde gevallen. En hem werd de sleutel van de put (ABYSS) van de afgrond gegeven. En hij opende de put van de afgrond, en er steeg rook op uit de put als rook van een grote oven. En de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put. En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben” (Openb.9:1-3). Wie is dan die ‘iemand’ die ervoor zorgt dat de ABYSS nog op slot blijft? Ook hier zijn weer vele theorieën over geschreven om een persoon of systeem te vinden die in dit plaatje past. Bijvoorbeeld, de staat Israël, of het oude Romeinse rijk, de gelovigen, de engel Michael, de Heilige Geest, enz. Maar al deze benoemde personages of systemen spreekt de Schrift tegen. Als voorbeeld richten we ons op de Heilige Geest die door vele gelovigen als kandidaat wordt gezien als ‘de weerhouder’. Paulus zegt: “Totdat hij uit het midden verdwenen is”. Maar de Heilige Geest verdwijnt niet uit ons midden, want Jeshua heeft gezegd dat de Geest altijd bij ons zal blijven: “En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid”( Joh.14:16). De Bijbel en dus ook Paulus spreekt niet over een persoon of systeem die de komst van ‘de zoon des verderfs’ zou moeten tegenhouden. Want zoals we gelezen hebben is zelfs het moment van zijn komst al bekend “op zijn eigen tijd”, bij het ‘eerste wee’, wanneer op de ‘vijfde bazuin’ wordt geblazen. Het lijkt wel of er iets niet juist is met het woordje ‘iemand’. Wat zegt Strong hierover? 18
Wees dan waakzaam 2Th 2:7 ForG1063 theG3588 mysteryG3466 of iniquityG458 doth alreadyG2235 work:G1754 onlyG3440 he who now lettethG2722 G737 will let, untilG2193 he be takenG1096 out ofG1537 the way.G3319 Paulus begint hier met een verklaring dat “het mysterie van ongerechtigheid reeds haar werk doet”. “Het mysterie” is dus het lijdend voorwerp in het eerste gedeelte van deze zin. In de rest van de zin ligt de focus niet meer op ‘mysterie’ maar in de volle uiting en vertegenwoordiging van deze ‘ongerechtigheid’. Ongerechtigheid is waar het hier om draait. En van deze totale ongerechtigheid in haar volste zin van werkzaamheid, zegt Paulus dat het “voor nu wordt vastgehouden”. De uitdrukking die in de meeste van onze Bijbels vermeld staat is: “Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt”. Echter, volgens Strong en de King James Bijbel staat dit niet in de grondtekst vermeld. Deze onjuiste interpretatie zijn afkomstig van de woorden ‘he’ (2x) en ‘who’ die in de King James Bijbel zijn toegevoegd en dus ook aan de originele Griekse tekst is toegevoegd. Als ik vanuit Strong deze zin vrij vertaal staat er iets als: ‘totdat opstaat vanuit herkomst’. Paulus maakt de zin namelijk af met: heōs ginomai ek ex mesos (meta). Volgens Strong vertaling zegt het: Totdat (in tijd) opstaat (ontstaan, weer tot leven gewekt) van origine (compleet) uit (een bestaande situatie). Het laatste Griekse woord ‘Mesos’ is afkomstig van ‘Meta’ en betekent iets als ‘een primaire vòòrbestaan’, iets dat ver voorheen in de oudheid er ook al was. Bij de ‘eerste wee’ krijgen we dus te maken met de terugkomst van iemand die de absolute ongerechtigheid, tegen JHWH en Zijn Woord, met zich meebrengt vanuit ‘oude tijden’. Deze (tweede) komst van de ongerechtigheid, de antichrist is het tegenovergestelde van de (tweede) komst van gerechtigheid, de Messias. De geest van deze ongerechtigheid zal dan op deze aarde heersen en de dienst uit maken. Deze donkere periode is nog maar een voorproef19
je van de veel verschrikkelijkere ‘Dag des Heren’ die daarna zal aanbreken. 2.Thess.2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; De wetteloze, de niet Torah gezinde zal met zijn ongerechtigheid niet voor eeuwig, maar voor een korte tijd aan de macht zijn. Hij, ‘de wetteloze’ is niet de satan zelf maar een van zijn handlangers, een z.g.n. hoofdman en legeraanvoerder die het werk van zijn opdrachtgever, satan, ten uitvoer brengt. Hij komt voor hen die zich hebben laten misleiden en daardoor het zegel van JHWH niet op hun voorhoofd hebben, omdat zij de liefde voor de waarheid (de Gerechtigheid van JHWH) niet aangenomen hebben: 2.Thess.2:9-10 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. Dit is geen hoofdstuk om over te juichen, maar zoals de profeten in de eerste- en de apostelen in het Tweede Testament voorzegd hebben is het ook onze plicht om onze naasten te waarschuwen voor deze donkere dagen die voorafgaan aan ‘de Dag des Heren’ en de tweede komst van Jeshua. Het is dus van belang om hier ook geestelijk op voorbereid te zijn. Overigens, Jeshua Zelf waarschuwde de gelovigen voor deze donkere dagen die komende zijn. Het zullen dagen zijn als in de dagen van Noach (Matt.24:37). Gelukkig geeft het Woord van JHWH ook aan hoe de gelovigen zich hiervoor kunnen beschermen.
20
Wees dan waakzaam
2. Het eindtijdvisioen van Daniel Openbaring.8:13: En ik zag en hoorde één engel, die hoog aan de hemel vloog en met een luide stem riep: Wee, wee, wee hun die op de aarde wonen,… Daniël is de profeet die een boodschap over de eindtijd doorgaf, specifiek over de periode die vooraf gaat aan de komst van ‘de Dag des Heren’ en de tweede komst van Jeshua. In hoofdstuk zeven van het boek Daniël geeft hij precies aan welke koninkrijken er aan het einde van de tijd zullen overblijven. We doorlopen dit hoofdstuk vers voor vers. Vers 1. In het eerste jaar van Belsazar, de koning van Babel, had Daniël op zijn bed een droom en kreeg hij visioenen voor ogen. Toen schreef hij de droom op. De kern van de zaken omschreef hij als volgt: Belsazar, een (klein)zoon van Nebukadnezar (Jer.27:7) was de laatste koning van het rijk Babylon. Hij zou ongeveer vijftien jaar aan de macht blijven totdat de Meden en Perzen de heerschappij over de toenmalige wereld overnamen. In het eerste jaar van zijn koningschap kreeg Daniël zijn eerste visioen, eigenlijk de eerste van een reeks die bij elkaar horen. Het visioen dat Daniël van JHWH ontving was heel anders dan de droom van de voormalige koning Nebukadnezar in Daniël hoofdstuk 2. Vers 2. Daniël nam het woord en zei: s’ Nachts in mijn visioen keek ik toe, en zie, de vier winden van de hemel zweepten de grote zee op, Vers 3. en vier grote dieren stegen op uit de zee, die van elkaar verschilden.
21
Voordat de engelen de vier winden tegenhielden, zag Daniël vier dieren uit de zee opstijgen. De vier winden vertegenwoordigen de vier gekleurde paarden (Zacharia 6 vers 1 t/m 5). Dit komt overeen met de vier paarden en het openen van de eerste vier zegels uit Openbaring 6. De vier paarden of vier winden zijn krachten met een enorme macht die niets goeds brengen. Het is niet voor niets dat er in het tweede Testament staat geschreven; “En Hij (Jeshua), wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte (Markus.4:39). In Openbaring ziet Johannes een zelfde soort schouwspel voor zijn ogen afspelen. Hij ziet dat vier engelen deze vier winden tot bedaren brengt. “Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom (Openbaring7:1). In de periode vanaf het eerste zegel dat geopend wordt (Op.6:1) totdat de vier winden zijn gaan liggen (Op.7:1) zijn er vier dieren uit de zee opgestegen. Hieraan kunnen we al zien dat het eerste visioen van Daniël zich moet afspelen als de zegels van de boekrol één voor één geopend worden, op het moment wanneer het einde der tijden haar intrede doet. Die grote dieren, die vier in getal zijn, zijn vier koningen (of koninkrijken), die uit de aarde zullen opstaan (vers 17); daar kan geen twijfel over mogelijk zijn. Het zijn vier eindtijd koninkrijken die tot op de dag van vandaag over deze aarde heersen. Uiteindelijk zal het laatste, het vierde beest een grote rol spelen totdat Jeshua terug komt. Dit is de wijsheid (van Daniël) die je moet begrijpen, wil je niet voor verrassingen komen te staan. Deze vier beesten uit Daniëls visioen zijn geen koninkrijken die in zijn tijd (Babylonische rijk) bestonden of nadien opkwamen. Dit visioen was niet bestemd voor het huis Juda in Daniëls tijd, maar 22
Wees dan waakzaam voor het verbondsvolk dat in het eindpunt van de tijd leeft. Dat is ook de reden dat Daniël deze woorden in zijn hart bewaarde “bewaarde deze in zijn hart” (vers 28b) en ze met niemand deelden. Vers 4. Het eerste was als een leeuw, met vleugels van een arend. Ik keek toe totdat zijn vleugels uitgerukt werden. Het werd van de aarde opgeheven, het werd als een mens op zijn voeten gezet en het werd een mensenhart gegeven. Wij hebben het voordeel dat we terug kunnen ‘kijken’ in de geschiedenis en kunnen weten welke grote machtsimperiums in de tijd ver na het leven van Daniël er op aarde zijn geweest. Bron Wikipedia: ”Het Britse Rijk was het grootste imperium aller tijden. Het Rijk omvatte op zijn hoogtepunt, kort na de Eerste Wereldoorlog, een bevolking van 458 miljoen mensen, een kwart van de toenmalige wereldbevolking. Met zijn bijna 31 miljoen km² strekte het zich uit over ongeveer een kwart van het aardoppervlak. Aan het hoofd van het Britse Rijk stond de koning van GrootBrittannië”. Het koninkrijk van de leeuw (het nationale teken van de Britten) bereikte tussen 1890 en 1910 haar hoogtepunt als heerser over een groot deel van de aarde. In het begin van 1700 veroverde zij Noord Amerika dat later de Verenigde Staten werd. In deze onafhankelijkheidsoorlog die van 1775 tot 1783 duurde, maakte de arend zich los van de leeuw. De arend werd het nationale teken van Amerika. Deze twee koninkrijken functioneren vandaag nog steeds, precies zoals het eindtijdvisioen van Daniël dat ons vertelt. Vers 5. En zie, een ander dier, het tweede, leek op een beer. Het richtte zich op naar één kant. Het had drie ribben in zijn muil, tussen zijn tanden. Men zei het volgende tegen het dier: Sta op, eet veel vlees.
23
In deze laatste dagen zien we een tweede koninkrijk dat veel macht uitoefent op deze wereld. Het is de beer Rusland. Dit koninkrijk zal zich niet inlaten met de andere drie beesten uit het visioen van Daniël. Zij gaat haar eigen weg, het richt zich op naar één kant (communisme) en richt een zelfstandig pakt op uit vele republieken. De drie ribben zijn drie kleine republieken en/of provincies die de beer onder haar hoede heeft/neemt zoals Tsjetsjenië. Het begrip van de rib: Eva was gevormd uit een rib van Adam en haar naam betekent “moeder van alle levenden”, (zij vertegenwoordigt een groep mensen) (Gen.3:20). Verder zei Adam over de rib: “Been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees” (Gen.2:23). Met andere woorden de drie ribben uit Daniël 7 vers 5 maken onderdeel uit van de beer. De beer is ‘tot de tanden gewapend’. Zij zal er alles aan doen (militair) om deze drie provincies of republieken ‘van eigen vlees en bloed’ te verdedigen en zo nodig te bevrijden. We hebben dit nog kortgeleden op televisie gezien met de Krim en Slovenië. Het is overigens niet verstandig om daar tegenin te gaan, omdat de beer van bovenhand daartoe alle volmacht krijgt: ‘sta op, eet veel vlees’. Elke aanvallende leger zou dit van de beer gaan verliezen. Vers 6. Daarna keek ik, en zie, er was nog een ander dier, als een luipaard. Het had vier vogelvleugels op zijn rug en het dier had vier koppen. En het werd heerschappij gegeven. Het derde koninkrijk dat met een luipaard vergeleken wordt is Europa. We kunnen niet spreken van een verenigd Europa omdat de vier koppen aangeven dat er elke keer weer een nieuwe machthebber aan de macht komt die in zijn tijd heerschappij over Europa uitoefent. De vogelvleugels geven ook aan hoe snel dit koninkrijk opkomt en eventueel weer verdwijnt.
24
Wees dan waakzaam Het eerste rijk (kop 1) is het Romeinse rijk onder leiding van de eerste keizer Augustus (27 v. Chr. – 14 n. Chr.). Met de snelheid van een luipaard veroverde het Romeinse rijk heel Europa en bleef heerser in het westen tot 476 n. Chr. Het oostelijk deel van het Romeinse rijk (Byzantijnse rijk) bleef bestaan tot 1453 n. Chr. Het tweede rijk (kop 2) die in Europa de lakens uitdeelde was Frankrijk. Het Franse koloniale rijk bestond vanaf de 17e eeuw tot de jaren 60 van de 20e eeuw. Het restant van deze koloniën van Frankrijk is tegenwoordig onderverdeeld in vijf overzeese departementen, die volledig gelijkwaardig zijn aan de Franse departementen op Europees grondgebied, en een aantal andere overzeese gebieden. In het midden van de 18e eeuw begon een reeks conflicten tussen Frankrijk en Groot-Brittannië, die uiteindelijk het eerste Franse koloniale rijk zouden doen instorten. Deze oorlogen waren de Oostenrijkse Successieoorlog (1744-1748), de Zevenjarige Oorlog (1756-1763), de Amerikaanse Revolutie (17781783), de met de Franse Revolutie gepaard gaande Eerste Coalitieoorlog om die revolutie de kop in te drukken (1792-1797) en de Napoleonistische oorlogen (1803-1815). (Bron Wikipedia) Het derde rijk (kop 3) ligt bij sommigen nog vers in het geheugen: Duitsland. Deze periode duurde van het einde van de Weimanrepubliek op 30 januari 1933 tot de val van de Flensburgregering op 23 mei 1945. Het was de tijd van het nationaalsocialistische regime onder Adolf Hitler en de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Kenmerkend is hier ook het visioenbeeld van de luipaard. De strijders die tegen Duitsland gevochten hadden waren bevreesd voor ‘de tiger’ en ‘de panter’ twee van Duitsland beroemde tanks die vele veldslagen wonnen, waardoor Duitsland snel kon oprukken. Het vierde rijk (kop 4) is de Europese Unie dat in Brussel is gezeteld. Zij maakt min of meer de dienst uit in het Europa van 25
vandaag. In 1958 gevormd door zes landen (België, de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland). In de jaren erna groeide de EU in omvang toe door de toelating van nieuwe lidstaten en in macht door het uitbreiden van haar zeggenschap. Het Verdrag van Maastricht vormde in 1993 de huidige Europese Unie. De laatste aanpassing aan de constitutionele basis was in 2009 met het Verdrag van Lissabon. Of je er nu voor of tegen bent, zij bepaalt het leven van elke Europeaan op vele gebieden zoals financiën, voedsel, wonen en werk. Vers 7. Daarna keek ik toe in de nachtvisioenen, en zie, het vierde dier was schrikwekkend, gruwelijk, en uitzonderlijk sterk. Het had grote ijzeren tanden. Het at en verbrijzelde, en de rest vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van al de dieren die ervóór geweest waren. En het had tien horens. Dit vierde en laatste dier uit het eindtijdvisioen van Daniël is (zijn) de Verenigde Naties (V.N.). In 1945 opgericht door 51 landen. Het is een inter-gouvernementele organisatie die samenwerkt op het gebied van het internationale recht, mondiale veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. (Bron Wikipedia) In het voorjaar van 2015 wordt het zeventigste jubileum van de V.N. gevierd. De organisatie telt sinds 14 juli 2011 193 lidstaten. Vrijwel elk internationaal erkend, onafhankelijk land is lid van deze organisatie. Het is hetzelfde beest uit Openbaring 13 dat uit de zee komt. De zee (wateren) staat voor de bevolking van de aarde. “De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen” (Op.17:15). Met de eigenschappen van ‘schrikwekkend’ en ‘gruwelijk’ wordt aangegeven hoe de V.N. te werk gaat. Elk zelfstandig land dat zich tegen de V.N. verzet, krijgt met haar te doen. De V.N. heerst ‘met grote ijzeren tanden’ en noemt dit vredeslegers. Zij bepaalt wie er oorlog mag voeren en 26
Wees dan waakzaam wie niet, maar het heeft zelf geen eigen legers. De V.N. bepaald hoe een land verdeeld of bestuurd moet worden, maar heeft zelf geen eigen land. De V.N. bepaald het recht van/voor mensen, maar de V.N. is geen volk en heeft zelf ook geen volk. Zo bepaald de V.N. alles op het gebied van leven, voedsel, economie en vooral ook de wereldreligie die voor alle bewoners over de gehele wereld gelijk moet zijn. Hierin verschilt het met de vorige drie dieren. Het neemt wat het nodig heeft om een nieuwe wereld orde te creëren. Het vergt een hele studie om er achter te komen waar het allemaal toe in staat is. Het is de grootste wereldmacht tot nu toe die alle verantwoordelijkheid en zeggenschap over de mensheid en de aarde naar zichzelf heeft toegetrokken.
27
De V.N. kent verschillende belangrijke interne groepen. Zoals de Veiligheidsraad met vijf permanente leden: Amerika, China, Rusland, Frankrijk en Engeland. Het boek Openbaring spreekt van een zevenkoppig beest, wellicht is het beest nog niet volgroeid. Het plan ligt klaar om de gehele wereld op te delen in tien regeergebieden. Deze tien toekomstige koninkrijken kunnen wel eens overeenkomen met de tien horens. Uiteraard kunnen we niet in hun plannen kijken. Het is verstandig om net als Daniël, oplettend te blijven. Vooral als haar 70ste jubileum in het jaar 2015 bereikt wordt. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat Jeremia en Paulus hiervoor waarschuwden en dat deze verschrikkelijke tijd wordt ingeluid met de komst van de zoon des verderfs. In het eindtijdvisioen van Daniël wordt deze zoon van de ongerechtigheid afgebeeld als een ‘kleine hoorn’ (koning of macht). Vers 8. Terwijl ik op de horens bleef letten, zie, een andere, kleine, horen rees daartussen op. Drie van de eerdere horens werden voor hem uitgerukt. En zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. Een ‘kleine hoorn’ rijst op tijdens het bewind van het vierde en laatste dier dat vandaag, zo lijkt, door de Verenigde Naties wordt ingevuld. Het woordje ‘klein’ geeft niet aan dat het een kleine koning of koninkrijk is, of dat het weinig macht heeft. Integendeel het zal uitgroeien tot de machtigste koning die hier op aarde ooit zal regeren. Voor zijn komst moeten er al drie andere koninkrijken wijken. Later zullen ook al de andere koninkrijken hun macht aan hem overdragen. “zij zullen hun kracht en macht aan het beest overdragen” (Op.17:13). Het woordje ‘klein’ heeft betrekking op een koning die niet uit dezelfde bron komt als de andere horens, die uit de volken, menigten, naties en talen komen. Maar het doet zich voor als een mens of het is een macht uit het rijk der duisternis dat zich een mens verworven heeft. ”Zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak”. Het zal spreken als een mens. Daniël ziet in zijn eindtijdvisioen, in de verzen 9 en 10 hoe 28
Wees dan waakzaam een voorbereiding wordt getroffen om een einde te maken aan het bewind van deze ‘kleine hoorn’. Vers 9. Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Vers 9 en 10 gaan niet over de vier dieren die op de aarde regeren. Op ditzelfde moment worden er in de hemel voorbereidingen getroffen om de verbondsgelovigen die vandaag op de aarde zijn te verzegelen. De ‘Oude van dagen’ zette zich neer om een vergadering te beleggen, Zijn gewaad was wit als de sneeuw. “En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten” (Op.4:4). ” En de vierentwintig ouderlingen, die voor God op hun troon zitten, wierpen zich met hun gezicht ter aarde en aanbaden God” (Op.11:16). Vers 10. Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend. De vergadering is/wordt geopend en er wordt gekeken wie de ware gelovigen zijn die JHWH’s geboden doen en het getuigenis van Jeshua Messias hebben (Op.12:17b). “Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen (Op.3:5). Er blijven in het eindtijdvisioen van Daniël, net als in het openbaringsvisioen van Johannes slechts twee groepen over. De groep die niet in het boek des levens voorkomen zijn zij die de ‘kleine hoorn’ achterna zullen gaan: “allen die op de aarde wonen, zullen het (de kleine hoorn) aanbidden, althans van wie de namen 29
niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af” (Op.13:8). Zoals ik al eerder aangaf, zien we vanuit het eindtijdvisioen van Daniël dat er ook een einde zal komen aan het bewind van deze ‘kleine hoorn’. Vers 11: Toen keek ik, vanwege het geluid van de grote woorden die de horen sprak. Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven. Net als Paulus die de ‘kleine hoorn’ benoemt als de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, de tegenstander (2 Thess.2;3) die ingaat tegen alles wat gerechtigheid is en in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet (2 Thess.2;4), zal deze door JHWH voor eeuwig gestraft worden. “En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt” (Op.19:20). Vers 12. Ook de rest van de dieren ontnam men hun heerschappij, want verlenging van het leven was hun gegeven tot een bepaald tijdstip en een bepaalde tijd. Hetzelfde geldt voor de overige koningen, koninkrijken en allen die het beest de ‘kleine hoorn’ achterna zullen lopen. “En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen”(Op.20:15). Daarna, wanneer dit allemaal achter de rug is, breekt er een nieuw Koninkrijk aan, een eeuwig koninkrijk. Echter, we kunnen het alleen voor duizend jaar, een bepaalde tijd zien. Want ergens aan het einde van dit duizend jarig Koninkrijk zal er nog één kans komen om voor de eeuwigheid gered te worden voor hen die uit de tweede opstanding komen. Het 30
Wees dan waakzaam begin van dit eeuwig Koninkrijk dat met het duizendjarige vredesrijk begint wordt overigens ingeluid met de komst van Koning Jeshua. Vers 13. Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hij, Jeshua komt voor de Zijnen en wij zullen Hem tegemoet gaan in de wolken, naar een ontmoeting met Hem (1 Thess.4:17). “En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid (Mark.13:26).“Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen” (Op.1:7). Vers 14. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan. Het mag nu wel duidelijk zijn dat het visioen van Daniël een eindtijdvisioen is voor hen die in deze dagen op aarde leven. Het is bestemd voor de verbondsgelovigen die opgeschreven staan in het ‘boek des levens’. Het is een visioen dat niet zomaar op een nonchalante wijze aangenomen moet worden. Het is een ernstige zaak, wil je althans door de komende verdrukking heen komen. Ondanks dat Daniël deze gebeurtenis zelf niet zou meemaken was hij diep getroffen. Vers 15. Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn geest geraakt, en de visioenen die mij voor ogen kwamen, verschrikten mij. 31
Aan één van de (vermoedelijk) engelen die bij Daniël stonden of in zijn visioen verscheen vroeg hij om uitleg. Vers 16. Ik kwam in de nabijheid van een van hen die daar stonden, en vroeg hem naar de juiste betekenis van dit alles. Hij vertelde die mij en liet mij de uitleg van deze zaken weten: Dit visioen van Daniël uit hoofdstuk 7 is door velen uitgelegd als het visioen van Nebucadnezar (zie Daniël 2). Ik deel die mening niet aangezien de engel die bij Daniël stond in vers 18 nog eens duidelijk aangeeft dat het visioen van Daniël zich zal afspelen in de laatste dagen voordat ‘de Dag des Heren’ komt/aanbreekt en/of daarin overgaat. Jeshua zal als de leeuw van Juda terug komen in die tijd en “als de rechterhand van JHWH” het laatste Koninkrijk op aarde vestigen. Vers 17. Die grote dieren, die vier in getal zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde zullen opstaan. Vers 18. De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid. De vier koningen/koninkrijken spelen zich af voor en tijdens de periode wanneer de heiligen, Jakob, de twaalf stammen van Israël van de Allerhoogste het koningschap zullen ontvangen. Gezien de ontwikkelingen van de vier dieren die zich vandaag op deze aarde afspeelt zal de komst van het eeuwig Koninkrijk niet lang meer op zich laten wachten. Maar voordat het Koninkrijk van JHWH aanvangt gaan we dus eerst door die verschrikkelijke donkere tijd heen, waarin ook ‘de Dag des Heren’ is ingesloten. Vers 19. Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat verschilde van al de andere – uitzonderlijk schrikwekkend, zijn 32
Wees dan waakzaam tanden waren van ijzer, zijn klauwen van brons, het at, verbrijzelde en de rest vertrapte het met zijn poten – Vers 20. en van de tien horens die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die horen die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan die van zijn metgezellen. Waarom wordt deze ‘kleine hoorn’, waarvan de verschijning groter is dan alle overige horens benoemd als ‘klein’? Zijn verschijning is niet als de eerdere koningen of koninkrijken die vandaag aan de macht zijn. Hij is van een geheel ander kaliber dan van een menselijke organisatie. Hij zal in staat zijn om alle koningen van deze wereld met hun gevolg achter zich te krijgen. Hij heeft slechts één doel. Vers 21. Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die horen oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon, Hij zal oorlog voeren tegen de heiligen (apart gezette gelovigen) van JHWH. En tegen deze gelovigen zal hij overwinnen. “En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd” (Op.11:7-8). Deze tekst gaat over de twee getuigen. Ik heb niet de moed om te zeggen dat dit twee personen zijn, maar eerder de twee huizen. “Zij zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars, die voor de God van de aarde staan” (Op.11:4). Er zullen dus helaas ook martelaren te betreuren zijn zoals dat ook in het verleden het geval was.
33
Vers 22. Totdat de Oude van dagen kwam, de heiligen van de Allerhoogste recht verschaft werd en het tijdstip was bereikt dat de heiligen het koningschap in bezit namen. Hierna komen de heiligen van de Allerhoogste, dat wil zeggen de verbondsgelovigen die terug zijn gegaan naar de Torah. (Zoals in de dagen van ouds.) Dat tijdstip ligt vlak voor de tweede komst van Jeshua en is al enige jaren in volle gang. Velen vinden de weg terug naar de Hebreeuwse/Bijbelse wortels van het geloof en beginnen te wandelen in overeenstemming met de Torah van JHWH. Vers 23. Hij zei het volgende: Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. Het vierde dier, inmiddels onder de heerschappij van de ‘kleine hoorn’ zal zich na eerst vriendelijk en vredig gedragen te hebben, er op uit gaan/zijn om de hele aarde met alles wat daarop leeft te vernietigen. “En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was” (Op.13:12). Vers 24. En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. Binnenkort zal de ‘kleine hoorn’ opstaan die totaal verschilt van de andere wereld-machthebbers. Hij echter bezit grote kracht en zal macht uitoefenen over de gehele aarde. Wie is hij? Vers 25. Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit 34
Wees dan waakzaam zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. Het is niemand anders dan de komende antichrist, waar de profeten in het eerste Testament en de Apostelen in het tweede Testament voor waarschuwen. De gezette tijden (Moadiem) en sabbatten zullen niet meer gevierd mogen worden. Alles zal anders zijn, een zware tijd en vervolging voor Jakob, de twaalf stammen van Israël. Maar JHWH voorziet in redding en veiligheid. “Op de berg Sion zal ontkoming zijn: die zal een heilige plaats zijn; zij die van het huis van Jakob zijn, zullen hun bezittingen weer in bezit nemen” (Op.1:17). Vers 26. Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig vernietigen. Na de korte tijd dat hij aan de wereldmacht is, komt Jeshua terug om een einde te maken aan de heerschappij van deze antichrist. Vers 27. Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen. En het koninkrijk van JHWH breekt op aarde aan. Het zal niet lang meer op zich laten wachten, vermoedelijk in het laatste jubeljaar. In hoofdstuk 8 wordt dat verder toegelicht. De vraag is of wij ons gereed hebben gemaakt voor de komende ‘Dag des Heren’ die in het jaar daarvoor begint. Daniël geeft in zijn eindtijdvisioen heel wat informatie om ook hiervoor waakzaam te zijn. Vader JHWH laat Zijn kinderen niet in het ongewisse voor wat er komt. Het zijn Zijn Woorden die wij in onze harten opslaan. 35
Vers 28. Hier is het einde van deze woorden. Wat mij, Daniël, betreft – mijn gedachten verschrikten mij zeer, en mijn gelaatskleur veranderde. Deze woorden bewaarde ik echter in mijn hart.
36
Wees dan waakzaam
3. Als in de dagen van Noach “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal” (Mat.24:21). Over deze komende gebeurtenissen sprak Jeshua toen Zijn discipelen Hem vroegen wat zich zou voordoen voor Zijn wederkomst. Mat.24:37-39 Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Er is niets mis met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, zolang het volgens de Torah geoorloofd is. Toch waarschuwt Jeshua ons voor deze dagen die vergeleken kunnen worden met de dagen waarin Noach leefde, voordat hij en zijn gezin veilig in de ark waren. Om meer inzicht te krijgen over datgene wat zich in die dagen afspeelde gaan we eerst naar Openbaring 9. Op.9: 1-12 En de vijfde engel blies op de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde gevallen. En hem werd de sleutel van de put van de afgrond gegeven. En hij opende de put van de afgrond, en er steeg rook op uit de put als rook van een grote oven. En de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put. En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben. En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden. En hun werd macht gegeven, niet om hen te 37
doden, maar om hen te pijnigen, vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken maar die niet vinden. En zij zullen ernaar verlangen te sterven, maar de dood zal van hen wegvluchten. En de sprinkhanen zagen eruit als paarden die voor de oorlog gereedgemaakt zijn. En op hun koppen droegen zij kransen als van goud, en hun gezichten leken op gezichten van mensen. En zij hadden haar als haar van vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen. En zij hadden borstharnassen van ijzer, en het geluid van hun vleugels was als het geluid van wagens met veel paarden die ten strijde snellen. En zij hadden staarten die leken op schorpioenen, en er zaten angels aan hun staarten. En zij hadden de macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang. En zij hadden een koning over zich, de engel van de afgrond. Zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon, en in het Grieks heeft hij de naam Apollyon. Het ene wee is voorbijgegaan. Zie, nog twee weeën komen hierna. Deze gebeurtenissen beginnen bij het horen van de vijfde bazuin en lopen parallel met de eerste ‘wee’. De zesde bazuin loopt parallel met de tweede ‘wee’ en de zevende bazuin met de derde en laatste ‘wee’. Hieruit kan opgemaakt worden dat deze drie weeën samen een tijdsduur van vijf maanden bestrijkt. Aan het einde van deze gebeurtenis zal Abaddon c.q. Apollyon (de verwoester), het beest dat uit de aarde kwam, gevangen genomen worden en in een poel van vuur worden gegooid (Op.13:11). De rest van zijn leger dat uit de put kwam zal worden gedood. Op.19:20 En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. En de overigen (de sprinkhanen uit de put die eruit zagen als paarden, gezichten van mensen, haar van vrouwen en tanden van leeu38
Wees dan waakzaam wen hadden) werden gedood met het zwaard van Hem Die op het
paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees. Eerst wordt er afgerekend met de gevallen engelen en op een later tijdstip zal dit ook gebeuren met de volkeren die zich tegen JHWH hebben gekeerd. We zien dat de eerste profetie uit de Bijbel die in Genesis 3 vers 15 beschreven wordt, in vervulling gaat. Abaddon is de hoofd-engel en het zaad (nageslacht) van satan. Deze profetie die door JHWH gegeven wordt zegt dat het zaad (nageslacht) van de vrouw en dat is de Messias, die kop (=hoofd) van satan zal vermorzelen. Gen.3:15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht (zaad) en haar nageslacht (zaad); Dat zal u de kop vermorzelen en u zult het de hiel vermorzelen. Daarentegen zal het beest Abaddon de hiel van de vrouw proberen te vermorzelen. De vrouw is het beeld van het verbondsvolk Israël die in gerechtigheid wandelt. Wandelen in gerechtigheid betekent het opvolgen van de Torah instructies die door JHWH gegeven zijn. Wat raakt het eerste de grond als je wandelt? Je hiel. Waarin probeert het beest Abaddon, je te misleiden? In je wandel in gerechtigheid. Het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest (Op.13:14). Ook de oude slang zal, wanneer zijn tijd erop zit net zoals het beest, voor 1000 jaar in de bodemloze put worden gegooid. Openbaring 20:1-2 En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en 39
bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, De vraag die opkomt, is hoe Abaddon en zijn legermacht in de eerste instantie in de bodemloze put (ABYSS) terecht zijn gekomen, om vervolgens tijdens de eerste ‘wee’ weer losgelaten te worden. Paulus geeft aan dat Abaddon op JHWH’s vastgestelde tijd geopenbaard wordt (2 Thess.2:6). Het antwoord op wie zij zijn, wordt gegeven door Judas, een dienstknecht van Jeshua en broer van Jakobus. Judas1: 6 En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld. Judas spreekt hier van gevallen engelen die hun verheerlijkte lichaam verlaten hebben om satan te volgen. Johannes omschrijft hen als sprinkhanen, als paarden met gezichten van mensen, met haar als haar van vrouwen en tanden van leeuwen. Voor vijf maanden tijdens de grote verdrukking zullen zij als demonen vernietigend optreden tegen de mensheid. Tot dan heeft JHWH hen in bewaring gesteld (opgesloten) in de duisternis om ze te gebruiken als oordeel. Het is een periode die nog nooit in de geschiedenis heeft plaatsgevonden. Het is zo erg dat de mensen naar de dood verlangen maar het niet zullen vinden. “En zij zullen ernaar verlangen om te sterven.” Met onze huidige kennis over leven en dood kunnen we deze situatie niet begrijpen of bevatten. Ook Petrus spreekt over deze gevallen engelen. En met twee of drie getuigen staat elk woord vast (Mat.18:16). 2 Petrus 2:4 Want als JHWH de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden; 40
Wees dan waakzaam Het Bijbelboek Petrus geeft ons inzicht hoe deze engelen gevallen zijn en op welke wijze zij gezondigd hebben. Petrus verwijst naar de dagen van Noach en naar de dagen van Lot. 2 Petrus 2: 5-6 en als JHWH de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht; en als God de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot de vernietiging veroordeeld heeft en tot een voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven. Vanwege de zonde van de engelen en mensen heeft JHWH de zondvloed over de aarde laten komen. Vanwege dezelfde zonde van engelen en mensen die goddeloos (losstaand van JHWH) leefden heeft JHWH Sodom en Gomorra tot as verbrand. Dergelijke gebeurtenissen zullen ook plaatsvinden aan het eindpunt van de tijd voor ‘de dag des Heren’. Merk op dat het oordeel alleen komt over hen die geen verbond met JHWH hebben, zij die goddeloos zijn. Lucas vermeldt dat ook Jeshua de dagen van Lot genoemd heeft als een gebeurtenis die het einde zal inluiden en een begin maakt met ‘de Dag des Heren’, zoals ook in de dagen van Noach. Luc.17:28-30 zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om. Evenzo zal het zijn op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden. Ook Lucas bevestigt hier de komst van de gevallen engelen/demonen. Lot werd gered vanwege zijn gerechtigheid, maar Sodom werd omgekeerd vanwege de relatie van mensen met engelen. (Gen.13) “Evenzo wanneer de Zoon des mensen geopenbaard zal worden”, Evenzo duidt op een plotselinge komst, wanneer men het niet verwacht en de wereld in een soort gelijke toestand ver41
keert als in de dagen van Lot. Maar waarin hebben de gevallen engelen dan gezondigd? Wat bedoelt Jeshua als hij iets zegt over eten, drinken, etc.? En wat wordt er bedoeld met een goddeloze levenswijze? Waartoe zijn die gevallen engelen in staat als zij voor 5 maanden worden los gelaten? Genesis hoofdstuk 6 geeft het antwoord op deze vragen. Genesis 6:1-3 En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden, dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. Toen zei JHWH: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn. De term Gods zonen of Gods zoon (BEN ELOHIM) kan alleen gegeven worden aan Adam, de eerste mens die door ELOHIM geschapen is. Maar ook aan Jeshua die door Geest Gods verwekt is en aan de engelen die door JHWH geschapen zijn. Ook de wedergeboren gelovigen worden Gods zonen genoemd (Rom.8:14). Maar deze belofte van Geest vervulde gelovigen speelde zich niet af in de dagen van Noach of Lot. Petrus sprak over gevallen engelen die gezondigd hadden en had het niet over mensen die wedergeboren zijn. Job spreekt meerdere keren over engelen en gaf hen de titel ‘zonen van God’. Job 1: 6 Op zekere dag nu kwamen de zonen Gods om zich voor JHWH te stellen, en onder hen kwam ook de satan. (zie ook Job 2:1) Job 38:7 terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden? Het waren de ‘zonen Gods’ of anders gezegd de engelen die de dochters (BENOT ADAM) van de mensen zagen, dat zij mooi wa42
Wees dan waakzaam ren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. Dit zijn de woorden van Jeshua: “trouwen en ten huwelijk geven” in de dagen van Noach. Vanuit de Schrift weten we dat engelen niet huwen. “Immers, in de opstanding huwen zij niet en worden zij niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als engelen in de hemel” (Mat.22:30). Maar de gevallen engelen waar wij het over hebben, hebben volgens Petrus gezondigd door de dochters van mensen tot zich te nemen (huwen) en zij hebben volgens Judas hun bestaan en gedaante als engel afgelegd. Kennelijk hebben zij een ander gedaante die op een mens lijkt aangedaan. Het was JHWH’s plan dat engelen zich niet zouden voortplanten, dat was alleen voor de mens weggelegd. De mens moest zich vermenigvuldigen en talrijk worden zodat het uitsterven tegengegaan zou worden. Wanneer de engelen zich zouden voortplanten dan zou er een overbevolking van engelen zijn omdat zij geen sterfelijkheid bezitten. Wanneer de wedergeboren mens in de eeuwigheid aan de engelen gelijk is (Luc.20:36) zullen ook zij niet meer sterven maar eeuwig leven hebben. Vandaar dat Mattheus zei dat engelen van oorsprong niet huwen. Nu dan, de reden waarom Jeshua zei: ”het zal zijn zoals de dagen van Noach, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven”. Het gevolg van huwen is voortplanten en reproduceren. Zo was het ook in de tijd van Noach waarin de zonen Gods/engelen die rebellerend aan JHWH waren zich vrouwen van mensen namen, waardoor ze in aantal toenamen. Het menselijk ras was even schuldig en vermengde zich met nietmenselijk ras wat een gruwel is in de ogen van JHWH. Genesis 6:4 In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen (NEFLIM) op de aarde, toen Gods zonen (BEN ELOHIM) bij de 43
dochters (BENOT ADAM) van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, mannen van naam. De kinderen die uit de engelen en mensenvrouwen voortkwamen werden reuzen genoemd en bleken allen geweldenaars tegen JHWH te zijn. Deze reuzen hoorden niet in JHWH’s schepping thuis. Of deze gebeurtenis zich herhaalt, weten we niet, de tijd zal het leren. Maar dat ze komen, is voorzegd. Het zijn de woorden van Jeshua die spreekt over trouwen en ten huwelijk geven. Één ding is zeker, zij die voor een hele lange tijd opgesloten zitten en ten tijde van vòòr ‘de dag des Heren’ worden vrijgelaten zullen niet veel goeds brengen. Wees dan waakzaam wanneer deze gevallen engelen in de laatste dagen op aarde zullen zijn. Er is slechts één manier om dit komende oordeel te overleven. JHWH belooft Zijn verbondskinderen te verzegelen zodat zij niet hoeven te vrezen. Openbaring 9:4 En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van Elohim niet op hun voorhoofd hadden. Openbaring.22: en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam (JHWH) zal op hun voorhoofden zijn. Er is nog veel over deze donkere kant van een komende grote verdrukking te zeggen, maar daar gaan we hier niet verder op in. Het is alleen belangrijk dat je het weet, dat die verschrikkelijke tijd eraan staat te komen. Ook Daniël wist (al) wat Jeshua in Mattheus 24 vers 21 zou bevestigen. “Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd” (Dan.12:1b). We zijn inmiddels in drie hoofdstukken gewaarschuwd overeenkomstig drie keer een ‘wee’. Vanaf nu draaien we 180 graden om. Onze Vader JHWH heeft een plan om ons veilig 44
Wees dan waakzaam door de verdrukking vòòr en door ‘de Dag des Heren’, Zijn toorn over de volken en de wereld, heen te loodsen. Wat velen namelijk niet weten is, dat die komende dag min of meer ook een positieve kant heeft, die voor ons van zeer belang is! Vader JHWH heeft gelijktijdig met de oordelen op ‘de Dag des Heren’ voorzorgmaatregelen getroffen om Zijn verbondsvolk in deze eeuw (AION) te verzamelen en te beschermen tegen het oordeel dat over de aarde komt. Daniël vervolgt met de woorden “In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek” (Dan.12:1c). En met het volk wordt héél Israël (Jakob) bedoeld. Ook Jeremia bevestigt deze actie van JHWH. Jeremia 30:7 Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden. Deze belofte van verlossing voor het verbondsvolk van JHWH staat zo vast als een huis. Héél Israël, zowel het huis Juda als het huis Israël/Efraïm en haar metgezellen zullen tijdens die dag, tijdens Jakobs benauwdheid, weer één volk worden, met één Elohim en één verbond. Jeremia 30:1-6 Het woord dat van JHWH gekomen is tot Jeremia: Zo zegt JHWH, de Elohim van Israël: Schrijf voor u al de woorden die Ik tot u gesproken heb, in een boek. Want zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Mijn volk, Israël (huis Efraïm) en Juda (huis Juda), zegt JHWH, en Ik hen zal terugbrengen naar het land dat Ik hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het in bezit nemen. Dit zijn de woorden die JHWH gesproken heeft tot Israël (huis Efraïm) en tot Juda (huis Juda). Want zo zegt JHWH: Een schrikwekkende stem hebben wij gehoord, angst is er, geen vrede. Vraag toch en zie of 45
een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Tijdens ‘die dag die groot is’, en dan spreken we over ‘de Dag des Heren’ ofwel de toorn Gods, gaan vele beloften c.q. profetieën in vervulling. JHWH laat Zijn verbondsvolk (Jakob) van ouds weten, hoe, wanneer en waar zij veilig zullen zijn gedurende deze dag van grote verdrukking. Er zal een nieuw volk geboren worden, een hereniging plaatsvinden van de twaalf stammen van Jakob (héél Israël) en een ieder die zich daarbij aansluit. JHWH zal hen persoonlijk uit de natiën (volkeren der aarde) verzamelen. Deze verzameling van de verbondsgelovigen aan het einde van de tijd noemen we, ”de tweede en grotere exodus”.
46
Wees dan waakzaam
4. De tweede en grotere exodus Openbaring.12:1 En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Door aanwijzingen in de zon, maan en sterren maakt JHWH aan Zijn kinderen bekend wat op Zijn gezette tijd gaat gebeuren. “En Elohim zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen dag en nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren” (Gen.1:14). De ‘gezette tijden’ stamt af van het Hebreeuwse woord ‘Moëd’ (enkelvoud) dat we regelmatig in onze Bijbels vertaald zien als ‘feest’ of ‘feesten’ (Moadiem). Vandaar dat de verbondsgelovigen deze feesten van Elohim elk jaar vieren om waakzaam te blijven zodat zij voorbereid zijn op de komst van “de Dag des Heren” en op Zijn tweede komst. Psalm.19:2 De hemel vertelt Gods eer het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. Vers 5 Hun richtlijnen gaat uit over heel de aarde, hun boodschap tot aan het einde van de wereld. Vers 6 En die als een bruidegom, die zijn slaapkamer uit gaat. Met behulp van het gratis te downloaden computerprogramma genaamd ‘Stellarium’, zal ik e.e.a. toelichten wat Johannes in Openbaring 12, in de hemel zag. Dit is geen astrologie maar een astronomische uitleg. ‘De vrouw’ wordt afgebeeld als het sterrenbeeld van ‘de maagd’ dat zich in het najaar, in de maanden september/oktober in de sterrenhemel laat zien. Het is het moment wanneer de laatste drie Moadiem worden ingeluid, te beginnen met Jom Teruah (Bazuinen feest), Jom Kipoer (Verzoendag) en Sukot (Loofhutten feest). Bij het zien van ‘de vrouw’ kreeg Johannes een visioen over het volk Israël dat door deze vrouw wordt voorgesteld. Johannes ziet in het 47
visioen van de vrouw (Israël) drie momenten uit haar bestaan. In vers vijf lezen wij het eerste moment, “En zij baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon.” Het mannelijk Kind dat zij heeft voortgebracht is naar de Vader en naar Zijn toegewezen troon gegaan. Dit Kind is niemand anders dan Jeshua de Messias. Deze gebeurtenis in het leven van de vrouw heeft zich ongeveer 2000 jaar geleden afgespeeld. Aan de sterrenhemel werd toen de geboorte van de Messias waargenomen. Met behulp van Stellarium vanuit het referentiepunt Jeruzalem, verschijnt er op de data 15-09-05 v. Chr., 05-09-04 v. Chr., 22-0903 v. Chr., 12-09-02 v. Chr. en 02-09-01 v. Chr. ‘de vrouw met de zon bekleed en de maan onder haar voeten’. Echter, er is er maar één juiste datum die de geboorte van Jeshua aangeeft en dat is 1209-02 V. Chr. Zie bijlage, figuur 1a: Stellarium d.d. 12 september 02 V. Chr. Dat jaar is het enige jaar t.o.v. de andere jaren dat gelijktijdig laat zien dat Jupiter in de constellatie Leo (Leeuw) is. Op die datum komt Jupiter in conjunctie met de koningster Regulus die deel uitmaakt van Leo. Tesamen gaven zij een extra helder licht aan de hemel. Jupiter wordt ook wel de koningsplaneet genoemd omdat het de grootste planeet is in onze planetenstelsel. De Hebreeuwse naam voor Jupiter is Tsedek en dat betekent rechtvaardige. Melchizedek betekent koning der gerechtigheid. We weten ook dat de Leeuw de banier van de stam Juda is (Gen.49:9). En uit Juda zal de verlosser (Silo) komen. (Gen 49:10) Zie Bijlage figuur 1b: Stellarium d.d. 12 september 02 V. Chr. Jupiter is dan ook de ster van de koning die geboren is en dat door de wijzen uit het oosten bevestigd is. Daniël stond ooit aan het hoofd van deze groep wijzen (letterlijk Magiërs), waar deze astronomen vandaan kwamen. (Dan.2:48). Zij kwamen een paar maanden later, na de geboorte van Jeshua aan en zagen Zijn ster boven Bethlehem stil staan. Als je in de gelegenheid bent om in Stellarium te kijken en de planeet Jupiter in Leo gevonden hebt op de datum van 12-09-02 v. Chr., ga dan met je muiscursor 48
Wees dan waakzaam in het datumvenster op de daginstelling staan en houdt de muis ingedrukt zodat de dagen op lopen. Je ziet dat de Ster (Jupiter) van rechts naar links verschuift (blijf de muis ingedrukt houden) en ongeveer op 25 tot 27 november 02 v. Chr. staat de ster een tijdje stil. (Vanuit Jerusalem gezien in het oosten boven de plaats Bethlehem. Mattheüs 2:9).Vervolgens gaat de ster van links naar recht en staat het opnieuw stil waarna het weer in haar baan komt en links uit het scherm verdwijnt.
Naast de bevestiging van de wijzen uit het oosten vermeld Lucas dat Jeshua “ongeveer 30 jaar was toen Hij Zijn dienstwerk begon” (Luk.3:23). Met het jaar nul meegerekend moet dat in het jaar 27 n. Chr. geweest zijn. Drie en half jaar later, in het voorjaar van 31 n. Chr. gaf Jeshua Zijn leven als het Lam dat voor onze zonden gestorven is. Johannes zag een groot teken aan de hemel. Het woordje ‘groot’ dat met het Griekse woord ‘Megas’ vertaald is betekent zoiets als ‘enorm’, ‘sterk’ of ‘belangrijk’. Het geeft aan hoe gewichtig dit teken van de vrouw in de sterrenhemel is dat Johannes aan ons door wilt geven, wellicht zullen wij er ook mee te maken krijgen. Zoals gezegd is, “laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden” (Gen.1:14b). Het Hebreeuwse woord ‘Oth’ dat hier met ‘teken’ of ‘aanduiding’ is vertaald betekend ook ‘baken’ zoals een schip haar weg kan vinden door een baken of een boei. In het tweede moment dat voor Johannes in de toekomst lag (voor ons inmiddels in het verleden), maakt de vrouw (Israël) een enorme grote verdrukking van 1260 dagen mee. Profetisch gezien staat één dag voor één jaar. “Hebt u dit voltooid, dan moet u vervolgens op uw rechterzij gaan liggen. Dan zult u veertig dagen de ongerechtigheid van het huis van Juda dragen. Voor elk jaar leg Ik u een dag op” (Ezech.4:6). 1260 Jaar is het pausdom van oktober 538 tot 1798 als een politiek rijk aan de macht geweest. Zie Bijlage: figuur 2: Stellarium d.d. 12-09-538. 49
In deze tijd die bekend staat als de donkere eeuwen (middeleeuwen) hebben vele duizenden gelovigen hun leven moeten geven. Wie zich niet tot deze politieke wereldreligie bekeerde werd een kopje kleiner gemaakt, werd verdronken, kwam op de brandstapel terecht of nog erger. Toch hebben velen van hen op tijd voor deze verdrukking weten te vluchten. “En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen (Op.12:6). De vrouw kon niet anders dan zelf het initiatief nemen om te vluchten naar een plaats die JHWH voor haar gereserveerd had om haar tijdens deze ‘donkere eeuwen’ te beschermen en te onderhouden. Denk aan de Hugenoten of de Waldenzen die naar het Woord van JHWH leefden en tijdens deze donkere periode wisten te overleven. Hier gold ook dat vele gelovigen zich niet hadden voorbereid en in de veronderstelling waren dat deze verdrukking van korte duur zou zijn, het met hun leven hebben moeten bekopen. Laat dit een waarschuwing zijn. Doch voor velen geldt helaas, dat de geschiedenis leert dat we niets van de geschiedenis hebben geleerd. Verder wil ik opmerken dat we hier niet van een volledige tweede grotere exodus kunnen spreken omdat de vrouw (het volk Israël) toendertijd nog niet was herenigd en was teruggekeerd naar het beloofde land. In de derde en laatste fragment uit het leven van de vrouw ziet Johannes wederom een vlucht van de vrouw naar de woestijn. Dit keer met extra hulp van JHWH. De vrouw krijgt arendsvleugels en zal als een arend met grote snelheid naar de woestijn vluchten. Want dat is wat (arends)vleugels voorstellen. “Daarna keek ik, en zie, er was nog een ander dier, als een luipaard. Het had vier vogelvleugels op zijn rug en het dier had vier koppen” (Dan 7:6). De vogelvleugels geven aan hoe snel koninkrijken opkomen. Openbaring 12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar 50
Wees dan waakzaam haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren. Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn bek had gespuwd. En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van Elohim in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben. Na de eerste vlucht van de vrouw die in vers 6 beschreven wordt, lezen we vanaf vers 7 t/m vers 13 over een enorme geestelijke strijd met de tegenstander die in de hemel begon en verder op aarde zal worden voortgezet. En op het moment dat de slang beseft dat hij nog maar weinig tijd heeft (vers 12), dus aan het einde van deze eeuw (AION), komt hij opnieuw terug om de huidige vrouw (Israel) te vervolgen die het mannelijke kind gebaard had (vers 13). Deze vrouw is de laatste generatie van het 6000 jarige tijdperk (AION), het overige van haar nageslacht die de geboden van Elohim in acht nemen en het getuigenis van Jeshua hebben. (Op.12:17) “En het getuigenis van Jeshua is de geest van profetie” (Op.19:10). Deze uittocht ‘naar haar plaats’ is een speciale woestijn. Ezechiël 20 vers 35 spreekt over ‘de woestijn van de volken’. Hier wordt niet gesproken over de verstrooiing van het huis Israël/Efraïm naar of in de volken. JHWH zegt in het vers daarvoor: “Ik zal u uit de volken leiden en u bijeenbrengen uit de landen waaronder ik u verspreidt hebt, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid” (Ezech.20:34-35). En verwijst in vers 36 naar de eerste exodus van de vrouw uit het land Egypte. Verder maakt het visioen een melding van een tijd en tijden en een halve tijd, dit is niet hetzelfde als 1260 dagen of één dag (=jaar), twee dagen (= twee jaar) en een halve dag (= half jaar). 51
De profetische formule van Ezechiël 4 vers 6 (dag staat voor één jaar) gaat hier niet op. Het Hebreeuws woord voor dag is JOM en het Hebreeuwse woord voor tijd of tijden is IDDAN. En dat is heel wat anders dan een dag of dagen. We hebben hier te maken met een profetische parabel (gelijkenis), zoals Jeshua Zelf onderwijs gaf in parabelen (omdat de wereld het niet begrijpen zal). In hoofdstuk 8 wordt deze parabel ‘een tijd, tijden en een halve tijd’ verder behandeld. Met de verschijning van het gewichtige teken van de vrouw in de sterrenhemel, wordt het signaal afgegeven voor de tweede grotere exodus. Op de eerste afbeelding (zie bijlage: figuur 3a: Stellarium d.d. 1409-2015) is de vrouw op ‘nieuwe maansdag’ d.d. 14 september 2015 (Jom Teruah) te zien op de datum die volgens de meeste Judeese kalenders gehanteerd wordt. Maar, als de eerste gerst oogst die mede de eerste Bijbelse maand bepaalt, te vroeg valt, namelijk vòòr de lente equinox, dan geldt de nieuwe maansdag van de maand die daarop volgt. Ook de maand Etanim (Thisri) schuift dan een maand op. Als dit het geval blijkt te zijn, dan zullen we rekening moeten houden met figuur 3b: Stellarium d.d. 14-10-2015. De nieuwe maansdag valt dan op 14 oktober 2015. Volgens Stellarium kunnen we nu al zien dat de datum van 14 september 2015 niet overeenkomt met het visioen van Johannes; omdat de maan nog onderweg is om onder haar voeten te komen. Het is dus heel goed mogelijk dat Jom Teruah in 2015 een maand later valt n.l. op 14 oktober. De huidige identiteit van deze vrouw zoals zij vandaag is, kan alleen begrepen worden als je de geschiedenis van haar kent en de vele profetieën die over haar zijn uitgesproken begrijpt. Hier volgt een kort verslag van haar geschiedenis: Onder leiding van Koning Salomo heeft héél het volk Israël gezondigd en het verbond met JHWH verbroken. JHWH is van haar gescheiden en heeft haar een scheidingsbrief meegegeven (Jer.3:8). 52
Wees dan waakzaam Hierop heeft Hij het volk in twee groepen opgedeeld die bekend staan als de twee huizen. 1 Kon.11:11-13 Daarom zei JHWH tegen Salomo: Omdat het bij u gebeurd is dat u Mijn verbond en verordeningen, die Ik u geboden heb, niet in acht hebt genomen, zal Ik het koninkrijk zeker van u losscheuren en het aan uw dienaar geven. In uw dagen zal ik dat echter niet doen, omwille van uw vader David. Ik zal het uit de hand van uw zoon losscheuren. Alleen, Ik zal niet het hele koninkrijk van u losscheuren: één stam zal Ik aan uw zoon geven, omwille van Mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem, dat Ik verkozen heb. En zo geschiede het, dat na het overlijden van koning Salomo het koninkrijk Israël onder koning Rehabeam, (de zoon van Salomo) werd losgescheurd van Juda. Rehabeam bleef koning van Juda en daarbij voegde zich zoals voorzegt ook de stam Benjamin. Zij stonden bekend als het koninkrijk van het Zuiden en werden het huis (van) Juda genoemd. Later voegden zich daar ook leden van de stam Levi bij omdat de Tempel op het grondgebied van Juda stond. Jerobeam, een Efraïmiet werd koning van de tien overige stammen, het nieuwe Israël en vestigden zich in het Noorden. In de profetieën wordt deze laatste groep genoemd als (het huis) Israël of (het huis) Efraïm en in sommige profetieën als Jozef. Dit is belangrijk om te weten omdat velen het huis Israël/Efraïm zoals in de Bijbel genoemd wordt verwarren met de huidige staat Israël. De huidige bewoners die voornamelijk uit het huis Juda komen worden dan gezien als het Bijbelse Israël. Deze verwarring is vandaag nog zeer groot. Beide huizen pleegden afgoderij, waardoor de scheiding met JHWH, groter en groter werd. De vloek, beschreven in Deuteronomium 27 en 28 was over beide huizen gekomen. In 722 voor Christus werd het volk Israël (het huis Israël/Efraïm) door de Assyriërs veroverd en verder naar het Noorden wegge53
voerd. Zoals voorzegd zijn zij hun identiteit als Israëliet tot op de dag van vandaag volledig kwijtgeraakt en zij zijn opgegaan in de heidense volkeren over de gehele wereld. “Zij werd opnieuw zwanger, en zij baarde een dochter. Daarop zei Hij tegen hem: Geef haar de naam Lo-Ruchama, want Ik zal Mij voortaan niet meer ontfermen over het huis van Israël, want Ik zal hen zeker wegvoeren” (Hos.1:6) en “En Hij zei: Geef hem de naam Lo-Ammi, want u bent niet Mijn volk en Ík zal er voor u niet zijn” (Hos.1:9). In het jaar 605 voor Christus, werd het huis Juda door Nebukadnezar naar Babylon gedeporteerd. Na de ballingschap keerde een groot deel van het huis Juda weer terug naar Judea. Echter in het jaar 70 na Christus werden zij door de Romeinen, wederom als slaven naar het Noorden (Europa) weggevoerd. Dit ging gepaard met de verwoesting van de tweede tempel. Zij hebben in tegenstelling tot het huis Israël/Efraïm hun identiteit tot op de dag van vandaag als lid van het huis Juda behouden. Zoals je weet is een deel van het huis Juda, vanaf 1917 en na de tweede wereldoorlog in1948 weer teruggekeerd naar de huidige Judese staat dat Israël genoemd wordt. Men spreekt in het huidige land Israël nadrukkelijk van de Judese (Joodse) staat. Als je vandaag in de staat Israël aan een Judeër die de Torah bestudeert vraagt waar de andere (10) stammen zijn, krijg je elke keer hetzelfde antwoord “Ik/wij weten dat niet, zij zijn opgegaan in de volken en wij zijn ze volledig kwijtgeraakt”. Veel profetieën in de Bijbel gaan over deze twee huizen. Vaak spreekt de ene profeet grotendeels over het huis Juda zoals Jeremia dat doet en een andere profeet zoals Hosea doet grotendeels uitspraken over het huis Israël/Efraïm, maar ook over beide huizen. Waar we vandaag naar uitzien en al in vervulling aan het gaan is: “Toch zal het aantal Israëlieten (huis Israël/Efraïm) zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd is: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: kinderen van de levende 54
Wees dan waakzaam Elohim. Dan zullen de Judeeërs (huis Juda) bijeengebracht worden samen met de Israëlieten (huis Israël/Efraïm). Zij zullen voor zich één Hoofd aanstellen en uit het land oprukken; want groot zal de dag van Jizreël zijn” (Hos.1:10-11). Het huis Juda en het huis Israel/Efraïm zullen op een dag samen terug keren naar het beloofde land. Ook voor de Messiaanse gelovigen uit het huis Juda, die nu in de staat Israël zijn, geldt dat zij zich gereed moeten maken voor de tweede grotere exodus, om samen met de overige stammen (huis Israël/Efraïm) weer terug te keren naar het beloofde koninkrijk van JHWH. Dit wordt bevestigd door Ezechiël. Hij spreekt ook over beide huizen, het huis Juda en het huis Israël/Efraïm en profeteert over de tijdsperiode in de laatste dagen, dat beide huizen weer als één volk wordt samengevoegd. De boodschap van Ezechiël en van de andere profeten die over één of beide huizen profeteren, is daarom bijzonder en belangrijk om te weten. Bestudeer deze profeten want ze vertellen wat we in de komende tijd kunnen verwachten. Vanuit hoofdstuk 9 in Daniël weten we dat de Messias gekomen is om het Eeuwige Verbond, die door héél het volk Israël verbroken is, weer te herstellen en opnieuw te bevestigen. Dan.9:26 Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid gesneden worden, maar het zal niet voor Zichzelf zijn. Letterlijk staat er, ‘zal de Messias gesneden worden’ er staat dus niet uitgeroeid, afgesneden of gedood worden! Het Hebreeuwse woord KARATH betekent: snijden of gesneden. Het is een antwoord op het gebed van Daniël om de vloek die over héél het volk Israël lag, zij die dichtbij zijn (het huis Juda) en zij die ver weg zijn (het huis Israël/Efraïm), ongedaan te maken en het verbroken verbond weer te herstellen. (Zie het gebed in Dan.9:4-11). De Messias zou komen om het volk te VERLOSSEN van deze vloek. Aan het kruis is de vloek ongedaan gemaakt en daardoor is het verbroken verbond met JHWH hersteld. Alleen moeten de leden van beide 55
huizen wel opnieuw een keuze maken. Daarom is de Messias een HEILAND voor hen die het (verbroken) verbond met Vader JHWH (opnieuw) aangaan. Dit verbond staat vandaag bekend als het Nieuwe Verbond, welke beschreven wordt in Jeremia 31. Verder zei Jeshua: “Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël” (Mat.15:24). En “Ik heb nog andere schapen (huis Israël/Efraïm), die niet van deze schaapskooi (huis Juda) zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde (héél Israël) en één Herder (Joh.10:16). Zowel leden van het huis Juda als van het huis Israël/Efraïm en een ieder die met hen meegaat kunnen door aanneming van de Messias als Verlosser van de vloek (Gal.3:16) weer teruggaan naar de Vader om de verbondsrelatie te herstellen of deze voor het eerst aan te gaan. “Jeshua zei: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh.14:6). Op deze wijze komen de wedergeboren kinderen van héél Israël, weer in aanmerking voor de beloften uit het eeuwige verbond. “En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen” (Gal.3:29). Helaas zijn er nog vele leden van beide huizen die enerzijds het offer van Jeshua (nog) niet accepteren of anderzijds de Torah, JHWH’s VerbondsWoorden (nog) niet serieus nemen. Echter, vandaag zien we ook dat velen Jeshua als de Messias geaccepteerd hebben en de Torah van JHWH herontdekt hebben en die zijn gaan bewandelen in overeenstemming met Zijn Gerechtigheid. Paulus spreekt hier van dezelfde vrouw uit Openbaring 12 als het beeld van héél Israël (beide huizen). In de Messias zijn zij het nageslacht van Abraham, het wedergeboren Israël. En Zij is de huidige vrouw die bekleed is met de Gerechtigheid (zon) van JHWH en wandelt in het licht (maan onder haar voeten) van Zijn Torah. Zij zijn de twaalf stammen (sterren) uit het huis Juda en het huis Israël/Efraïm. 56
Wees dan waakzaam Om deel te krijgen aan deze vrouw, legt Paulus uit, dat wanneer je afkomstig bent uit het huis Juda, je eens als tak bent afgebroken en dat je je opnieuw dient te laten enten op de natuurlijke olijfboom. “En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten” (Rom.11:23). Voor hen die uit het huis Israël/Efraïm komen geldt hetzelfde behalve dat zij afkomstig zijn van een wilde olijfboom. Ook zij zullen zich moeten laten enten op dezelfde natuurlijke olijfboom. ”Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom, beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U draagt de wortel niet, maar de wortel u (Rom.11:17-18). Als eindresultaat zal er dus maar één edele olijfboom (volk) overblijven, waarvan Jeshua de wortel is (wortel van Isaï) en de olijfolie de Heilige Geest uitbeeld. Dat geldt ook voor hen, de gelovigen die samen met één van de twee huizen optrekken, de zogenaamde metgezellen, zie Ezechiël 37. Zo krijgt iedereen een kans om (opnieuw) een verbond(relatie) met Vader JHWH aan te gaan. Als verbondsgelovige heb je dan als laatste generatie deel gekregen aan de vrouw uit Openbaring 12, die volgens het nieuwe verbond ook wel de Gemeente van Messias wordt genoemd. Het woord ‘gemeente’ komt in het eerste Testament (O.T.) ruim 90 keer voor. Zie bijvoorbeeld Ex.12:6 en Lev.16:17. Zo is het altijd geweest en zo zal het ook weer zijn. De vrouw, de gemeente Israël zal in de zeer korte tijd die haar rest, een nieuwe fase in haar bestaan tegemoet gaan. Juist in deze donkere periode zullen vele profetieën over héél Israël, (Juda en Israël/Efraïm) in vervulling gaan. Ook de scheiding tussen de vrouw en JHWH is dan ongedaan gemaakt op het moment dat de vrouw de Ketubah (huwelijkscontract), de Torah van JHWH opnieuw accepteert. De vrouw zal opnieuw (her)trouwen met JHWH, immers haar eerste man is gestorven, maar ook weer opgestaan. 57
Tijdens de komende grotere exodus die ons buiten het gezicht van de slang houdt, ontvangt iedere verbondsgelovige in Messias Jeshua haar/zijn eigen identiteit terug (van welke stam je afkomt). En omdat zij het Woord van JHWH hebben bewaard, dat wil zeggen Zijn Torah instructies in hun leven hebben toegepast, worden zij voor de toorn van JHWH, ook wel ‘het uur van de verzoeking’, veiliggesteld. Openbaring 3:10 Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken. Opmerking: Deze Herziene Statenvertaling is de juiste vertaling van Openbaring 3:10. In andere Bijbels is het zo onjuist vertaald, dat het lijkt alsof er een bevel is uitgegaan dat men een afwachtende houding aan moet nemen. Een nieuwe naam identificeert je met een persoon en met je afkomst. Ezechiël 20 vers 35 zegt dat je in deze tweede grotere exodus, wanneer je je in de woestijn van volken bevindt je een persoonlijke ontmoeting krijgt van aangezicht tot aangezicht. Ezechiël 20:33-35 Zo waar Ik leef, spreekt JHWH voorwaar, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid zal Ik over u regeren! Ik zal u uit de volken leiden en u bijeenbrengen uit de landen waaronder u verspreid bent, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid. Vervolgens zal Ik u brengen in de woestijn van de volken en daar van aangezicht tot aangezicht een rechtszaak met u voeren. Tijdens ‘de Dag des Heren’, is de vrouw uit Openbaring 12 de enige groep verbondsgelovigen die tijdens deze periode kan overleven.
58
Wees dan waakzaam Er komt een grote uittocht aan vanuit alle volken van de aarde. Het zijn zij die door Vader JHWH in hun hart geroepen worden om zich nu voor te bereiden. Deze grotere exodus heeft veel weg van de exodus uit Egypte onder leiding van Mozes. Deze exodus uit Egypte is ons gegeven om ervan te leren en om niet dezelfde fouten te begaan die de voorvaderen gemaakt hebben tijdens hun uittocht. Voor alle duidelijkheid, de vrouw die hier in Openbaring 12 met arendsvleugels naar de woestijn gebracht wordt, is niet het volk dat destijds uit Egypte vluchtte. Johannes spreekt hier over een tijd die voor ons ligt. Het moment om naar de woestijn van de volken te vertrekken ligt bij JHWH. Maar de verantwoordelijkheid om te kunnen vertrekken ligt bij de vrouw. Een ieder die waakzaam is en de bazuinen hoort en deze verstaat, staat op en maakt zich gereed. Daarbij krijgt een ieder persoonlijk de hulp van de Ruach (Geest) van JHWH. “Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen”(Joh.16:13). De Moadiem zijn door JHWH aan het volk opgedragen als een samenkomst of in het Hebreeuws als een Mikra (Leviticus 23). Mikra betekent oefening of generale repetitie. Een samenkomst is dus een generale repetitie voor datgene wat er in de toekomst gaat plaatsvinden. Moëd betekent vaste of gezette tijd of afspraak. Het is heel goed mogelijk dat Moëd Soekot (shelter of tent) een Mikra is voor wat straks werkelijkheid zal worden. Het is een degelijke voorbereiding, een ieder woont zeven dagen in zijn eigen Sukah (tent) en leert hoe men met beperkingen in verschillende weersomstandigheden om moet gaan. Het is daarom ook een praktische voorbereiding om gereed te staan voor de dagen tijdens de komende grotere exodus aangezien we met grote snelheid 59
(arendsvleugels) zullen vertrekken. ”Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag (Moëd), een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus” (Kol.2:16-17). Het lichaam van de Messias vertegenwoordigt de gemeente, héél het volk Israël, ofwel de vrouw uit Openbaring 12. In deze vrouw zal Moëd Soekot tijdens ‘de Dag des Heren’, dat we nu nog als een schaduw vieren, weleens werkelijkheid kunnen worden. Een goede geestelijke en praktische voorbereiding is een pré, Laat je daarom goed onderwijzen over de Moadiem, de ‘gezette tijden’ van JHWH. Daarnaast betekent dat dus ook: letterlijk in de praktijk brengen. De feesten met hun symboliek zijn niet voor niets door JHWH gegeven en zoals Paulus zegt, ze zijn “zaken van toekomstige dingen”, dat wil zeggen dat de werkelijke vervulling straks in het Lichaam (de gemeente, Israël, de vrouw) van de Messias is. De eerste hindernis die je moet overwinnen is een stap in geloof. Je bereidt je nu voor, zowel geestelijk als praktisch. Hebreeën 1 vers 1 zegt “Het geloof nu is …”, dat betekent niet straks, morgen of een volgende keer. Maar NU. Zorg dat alles gereed staat, zodat je niet achter hoeft te blijven in deze wereld waarover de toorn van JHWH komt. Als het toenmalige volk in de tijd van Mozes niet de instructies van JHWH hadden opgevolgd om Pesach te vieren waren ze nooit uit Egypte vertrokken. Zij die niet in de duisternis wandelen weten wat ze te doen staat. Zo zal ook de laatste generatie met de staf (wandelstok) in de hand en met (wandel)schoenen aan in snel tempo het Pascha eten om voorbereid te zijn op de tocht, de grotere exodus, die ons eerst naar de woestijn van de volken brengt en uiteindelijk naar het beloofde land (Exodus12:11). 1 Tess.5:1-6 Maar wat de tijden (Moadiem) en de gelegenheden (voorbodes en bazuinen) betreft, broeders, is het voor u niet nodig 60
Wees dan waakzaam dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere (Jakobs benauwdheid)komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen (Toorn Gods), zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag (des Heren) u als een dief zou overvallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. Zij die de Torah of het eerste Testament (O.T.) hebben verworpen, zijn in slaap gevallen en hebben geen idee wat eraan staat te komen. Het Evangelie van Gods Koninkrijk is wereldwijd verkondigd, het einde is nabij (Mat.24:14). Het is nu de hoogste tijd om waakzaam, nuchter en voorbereidt te zijn. Op.12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. Het is JHWH Zelf die de vrouw op bovennatuurlijke wijze naar en in de ‘woestijn van de volken’ zal leiden. Net zoals Hij dat ook deed met het toenmalige volk Israël die Hij uit Egypte leidde. “U hebt zelf gezien wat Ik met de Egyptenaren gedaan heb en hoe Ik u op arendsvleugels gedragen en u bij Mij gebracht heb” (Ex.19:4). We krijgen hoogstwaarschijnlijk een herhaling van wat er toen bij de uittocht in Egypte gebeurde. En zoals de Farao en zijn gespecialiseerde legers op wagens niet bij het volk konden komen, zo zal dat straks ook met de laatste generatie van de vrouw niet gebeuren. De vrouw zal buiten het gezichtsveld (bereik) van de slang (satan) blijven.
61
Een Vader als JHWH zorgt voor Zijn kinderen. In tijden van verdrukking met vele gevaren zal Hij Zijn kinderen beschermen en voeden. Dan zal ook de profetie van Jeremia 30 vers 7 in vervulling gaan: “Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.” De Bijbel geeft niet aan dat het voor de vrouw, het huis Juda en het huis Israël/Efraïm een makkelijke tijd zal zijn. Het zal “een tijd van Jacobs benauwdheid” zijn. Vergeet niet dat het voor elke lid van Jacob ook een test is, JHWH zal “van aangezicht tot aangezicht een rechtszaak met u voeren". Tijdens deze periode van ‘de Dag des Heren’ is heel de wereld in rep en roer, maar voor de vrouw zal het met hulp van JHWH nog uit te houden zijn. Net als in de tijd van Mozes zal de vrouw allerlei gebeurtenissen in de woestijn gaan meemaken. Op de vraag wie dan deze laatste generatie is die de vrouw vertegenwoordigt geeft Johannes een duidelijk antwoord; “de overigen van haar nageslacht, die de geboden van JHWH in acht nemen en het getuigenis van Jeshua Messias hebben”.
62
Wees dan waakzaam
5. Het begin verkondigt wat het einde zal zijn We hebben gezien dat Johannes in Openbaring 12:14 ‘de vrouw’ aankondigt als laatste generatie, ‘het overige van haar nageslacht’. We zagen dat deze groep gelovigen door JHWH naar de woestijn van de volken wordt gebracht voor een veilig onderkomen om zo buiten het gezichtsveld van de slang te zijn. De slang die eerder en tijdens de komende Dag des Heren flink te keer zal gaan en de wereld in een ondraaglijke toestand brengt. Bij velen zal de vraag naar boven komen: “Hoe kunnen wij weten, dat deze uittocht naar de woestijn van de volken, ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden? En, is het wel Bijbels?” “Want er is niets verborgen wat niet openbaar zal worden; en er is niets geheim wat niet bekend zal worden en in de openbaarheid komen (Luc.8:17). Voor een dergelijk belangrijke gebeurtenis en boodschap moeten er minstens drie verschillende profeten zijn die deze komende grotere exodus hebben aangekondigd en op zijn minst nog een apostel naast Johannes, die dit aangeeft. We laten daarom eerst de profeet aan het woord die dit als eerste aangekondigd heeft, Jesaja. We lezen eerst een Bijbelgedeelte dat Jesaja in naam van JHWH uitgesproken heeft; Jesaja 46:8-10 Denk hieraan en wees flink; neem het weer ter harte, overtreders. Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik Elohim ben en niemand anders. Ik ben Elohim, en er is er geen als Ik, Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen; Vader JHWH heeft besloten dat Zijn Woord tot het einde toe zal standhouden. “En als iemand afdoet van de woorden van het boek 63
van deze profetie, zal Elohim zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn” (Op.22:19). Vader JHWH zegt ons dat wij dienen te denken aan de dingen van vroeger, van oude tijden af. Dus als Johannes in Openbaring 12, de laatste generatie van de vrouw (héél het verbondsvolk Israël, dat de geboden van de Vader doet en het getuigenis van Jeshua heeft) beschrijft, dan is dat omdat dit voorval al in Genesis door JHWH is voorzegd. Exact zoals JHWH door de profeet Jesaja gesproken heeft: “Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn”. We zijn het er allemaal mee eens dat dit tijdperk (AION) ten einde loopt. De 6000 jaar is zo goed als voorbij en de komst van Jeshua en Zijn Koninkrijk is aanstaande. Maar voordat wij het Koninkrijk van Jeshua kunnen betreden komt er eerst een beproeving. Een ieder die dan leeft zal ‘het einde’ meemaken. Echter, Vader JHWH heeft voor Zijn verbondsvolk in ‘het einde’, voordat ‘de dag des Heren‘ begint, een plan voor Zijn kinderen klaar liggen. Dit plan heeft Hij in Zijn Woord laten opschrijven. Zijn raadsbesluit (plan) staat vast en zal stand houden. De eerste persoon uit de Torah die zich uitspreekt over een toekomstige grotere exodus voor héél het volk Israël is Mozes. Na veertig jaar in de woestijn te hebben rondgedwaald, spreekt Mozes de tweede generatie toe, waaronder ook de jongeren uit de eerste generatie van het volk Israël, zoals Jozua en Kaleb. Zij stonden op het punt om het beloofde land in te gaan. Opmerking om te onthouden: dit moment is een referentiepunt in de tijd voor de laatste generatie van de vrouw, die op een tijd, tijden en halve tijd naar haar plek wordt gebracht. Mozes geeft aan dat wanneer het volk JHWH niet gehoorzaam zal zijn, daar consequenties aan verbonden zijn. JHWH blijft trouw aan Zijn Woord en de regels die daaraan verbonden zijn. 64
Wees dan waakzaam Deut.30:1 Het zal gebeuren, wanneer al deze dingen, de zegen en de vervloeking die ik u voorgehouden heb, over u komen, dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verdreven heeft. En zoals Mozes gesproken heeft, zo is het ook gebeurd. Zoals we in hoofdstuk 4 behandeld hebben heeft heel het volk Israël onder leiding van Koning Salomo gezondigd en is het volk in twee huizen opgedeeld; het huis Juda en het huis Israël/Efraïm. Zij zijn onder de volkeren van de aarde verspreid. Vandaag de dag is een gedeelte van het huis Juda en een klein deel van het huis Israël/Efraïm teruggekeerd naar de staat Israël. Het overgrote deel, een schare die niemand tellen kan, van het huis Juda en voornamelijk van het huis Israël/Efraïm met haar metgezellen bevindt zich momenteel nog onder de volken in de wereld. Deut.30:2 En u zult zich bekeren tot JHWH, uw Elohim, en Zijn stem gehoorzaam zijn, u en uw kinderen, met heel uw hart en met heel uw ziel, overeenkomstig alles wat ik u heden gebied. De profetie gaat verder. We zien al enige jaren dat velen zich tot Jeshua bekeren, Hem volgen en net als Hem de Torah in acht nemen om hierin te wandelen. “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet (Torah) of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen” (Mat.5:17). Met geheel hun hart en ziel volgen zij in liefde de instructies op die Mozes in de Torah opgeschreven heeft. Zowel gelovigen uit het huis Juda als gelovigen uit het huis Israël/Efraïm en de metgezellen die hun voorbeeld volgen komen wekelijks op de Sabbat bijeen (w.o. Messiaanse gelovigen die wereldwijd in aantal sterk toenemen). Ook deze woorden die Mozes gesproken heeft, zijn werkelijkheid geworden. De geboorte van deze nieuwe generatie van de vrouw is in volle gang. “Zij die de geboden van de Vader doen en het getuigenis van Jeshua de Messias hebben” (Op.12:17). 65
Het volgende deel van de profetie die Mozes uitsprak betreft het gehéle volk Israël. Dit is nog niet vervuld maar zal nog moeten plaatsvinden. Deut.30:3-5 Dan zal JHWH, uw Elohim, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verspreid had. Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal JHWH, uw Elohim, u vandaar bijeenbrengen en u vandaar weghalen. En JHWH, uw Elohim, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en Hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen. Dat Mozes hier profeteert over een toekomstig volk dat door JHWH persoonlijk bijeengebracht wordt, moge duidelijk zijn. Het gaat hier niet om het huis Juda en enkelen uit het huis Israel/Efraïm die vandaag in de staat Israël zij teruggekeerd. Het gaat hier om het volledige hersteld Israël, de complete éénwording van beide huizen dat nog moet plaatsvinden. Dat het huis Juda en een aantal van het huis Israël/Efraïm nu in de staat Israël bij elkaar zijn, is heel mooi. Evangelisten hebben nu de gelegenheid om over Jeshua en het komende koninkrijk te vertellen. Mozes spreekt in bovenstaande tekst niet tegen het volk dat destijds met hem in de woestijn was. We kunnen dit opmaken uit een vers die Mozes daarvòòr uitgesproken heeft. Deut.29:15 maar met [hem] (de tweede generatie) die hier heden (in de Sinaï woestijn) bij ons staat voor het aangezicht van JHWH, onze Elohim, en met [hem] (toekomstige generatie) die hier heden niet bij ons is (maar in de toekomst). Opmerking, het woord ‘hem’ dat in onze Bijbel staat, staat niet in de origineel Hebreeuwse tekst. De woorden waarover Mozes sprak 66
Wees dan waakzaam waren bestemd voor het toenmalige volk in de Sinaï woestijn en diezelfde woorden waren ook bestemd voor het toekomstige volk dat, het moge duidelijk zijn, toen niet bij hen aanwezig was. Want in de verzen daarvoor staat geschreven: Deut.29:12-13 om het verbond van JHWH, uw Elohim, en Zijn vervloeking, binnen te gaan, dat JHWH, uw Elohim, heden met u sluit, opdat Hij u heden voor Zichzelf tot een volk bevestigt, en Hij voor u tot een Elohim is, zoals Hij tot u gesproken heeft en zoals Hij uw vaderen, Abraham, Isaac en Jakob, gezworen heeft. Deut.29:14-15 En niet alleen met u sluit ik dit verbond en deze vervloeking, maar met [hem] (de tweede generatie) die hier heden bij ons staat voor het aangezicht van JHWH, onze Elohim, en met [hem] (toekomstige generatie) die hier heden niet bij ons is. Mozes wendt zich in deze boodschap direct tegen het volk dat in de laatste dagen gereed staat om het Koninkrijk van JHWH binnen te gaan. JHWH is een verbonds Elohim, zoals Daniel bad, “Ik bad tot JHWH, mijn Elohim, en deed belijdenis en zei: Och JHWH, grote en ontzagwekkende Elohim. Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen (Dan.9:4).We zien hier een 100% match met de overigen van het nageslacht van de vrouw uit Openbaring 12, zij die de geboden van de Vader doen omdat zij een verbond met JHWH hebben gesloten. Het verbond van JHWH is via Abraham, Isaac en Jakob geven. En het is vanwege dit verbond (belofte) waarom er een volk verzameld wordt dat zo talrijk zal zijn dat niemand het tellen kan. En dit volk zal in de laatste dagen, vlak vòòr de Dag des Heren, en voor de komst van Jeshua verzameld worden. De clausule (regels) van het verbond, de geboden van de Vader zijn via Mozes gegeven. Door het geloof in Jeshua hebben we aanspraak op ditzelfde verbond met haar beloften en hebben wij de Ruach (Geest) van JHWH ontvangen die ons in staat stelt om in 67
Zijn Gerechtigheid (geboden) te wandelen. Er is nog een lange weg te gaan om ons deze leefregels eigen te maken. En dat is ook één van de redenen waarom er een grotere exodus komt. Juist om in die grotere exodus deze regels, net als bij het toenmalige volk uit Egypte, met elkaar te leren. Dan worden de puntjes op de I gezet. En zoals we uit de geschiedenis van de toenmalige exodus uit Egypte weten, zal dat niet gemakkelijk zijn met ons democratische opvoeding en achtergrond. In het volgende Schriftgedeelte uit Exodus 20 vers 2; “JHWH, uw Elohim, Die u uit het land Egypte heeft geleid en u uit het slavenhuis verlost heeft”, wordt duidelijk gesproken over de eerste exodus. Als Mozes vervolgens profeteert in Deut. 30 vers 3 t/m 5; ”Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verspreid had. Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal JHWH, uw Elohim, u van daar bijeenbrengen en u vandaar weghalen. En JHWH, uw Elohim, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden.”, dan spreekt Mozes hier over de komende grotere exodus vanuit de gehele wereld. ”Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verspreid had.” Het is JHWH Zelf die Zijn volk over de gehele wereld verspreid heeft. Dit was het grote plan om de gehele wereld te bereiken met het Evangelie van Zijn Koninkrijk. Wat een geweldig plan is dit, als de wereld in ‘de Dag des Heren‘ wordt geoordeeld door de toorn van JHWH. Want tegelijkertijd zal Hij héél Israël weer uit alle windstreken verzamelen. Dit is inclusief de gelovigen uit de heidenen die zich bij het verbondsvolk hebben aangesloten. JHWH zal ons bijeenbrengen en ons weghalen waar we ons ook op deze wereld bevinden en uiteindelijk naar het land brengen dat in het verbond beloofd is. Dit volk zal talrijker in aantal zijn dan het volk tijdens het leven van de voorvaderen; een schare die niemand tellen kan. 68
Wees dan waakzaam Deut.30:6-10 JHWH, uw Elohim, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om JHWH, uw Elohim, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult. JHWH, uw Elohim, zal al deze vervloekingen op uw vijanden leggen en op hen die u haten en die u vervolgd hebben. En ú zult zich bekeren, de stem van JHWH gehoorzaam zijn en al Zijn geboden, die ik u heden gebied, houden. JHWH, uw Elohim, zal u overvloed geven in al het werk van uw handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee en in de vrucht van uw land, ten goede. Want JHWH zal Zich weer ten goede over u verblijden, zoals Hij Zich over uw vaderen verblijd heeft, wanneer u de stem van JHWH, uw Elohim, gehoorzaam bent door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die in dit wetboek geschreven zijn, in acht te nemen; wanneer u zich bekeert tot JHWH, uw Elohim, met heel uw hart en met heel uw ziel. Een ander verschil met de voorvaderen is de besnijdenis. Mozes profeteert dat de nieuwe generatie verbondsgelovigen een besnijdenis van het hart zullen ontvangen. JHWH, uw Elohim, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om JHWH, uw Elohim, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult. Dit was niet het geval met de voorvaderen die met Mozes in de woestijn waren. “Maar JHWH heeft u geen hart gegeven om dat te erkennen, of ogen om te zien, of oren om te horen, tot op deze dag” (Deut.29:4). Met een nieuw hart dat JHWH geeft worden wij in staat gesteld om Zijn verbond met haar regels volledig te verstaan en te begrijpen. Precies zoals Jeremia ook voor de toekomstige éénwording van de twee huizen Juda en Israël/ Efraïm geprofeteerd en bevestigd heeft. Dit is als het ontvangen van de Ketubah, het huwelijksverbond, zoals Jeshua bad “Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn (Joh.17:22).
69
Jer.31:31 Zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat Ik met het huis van Israël (Efraïm) en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt JHWH. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël (Eénwording van het huis Juda en het huis Efraïm na die speciale dagen uit vers 31) sluiten zal, spreekt JHWH: Ik zal Mijn Thora (wet) in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. ‘Die dagen’ dat de twee huizen, het huis Juda en het huis Israel/Efraïm verenigd zullen worden zijn nog niet door JHWH letterlijk samengevoegd tot één volk. En zoals Jeremia zegt: “er komen dagen” dat dat wel gaat gebeuren. Het zou goed mogelijk zijn dat dit proces van samenvoeging tijdens ‘de Dag des Heren’ zal plaatsvinden. Net als het volk dat destijds in de woestijn de Torah ontving, zo zullen de gelovigen dit tijdens de komende grotere exodus, in onze woestijn der volkeren, de Torah van JHWH in hun harten volledig ontvangen. Momenteel bevinden we ons midden in de weeën (Mat.24:8). Deze weeën geven aan dat er een nieuw volk Israël geboren gaat worden. Dit is niet het bestaande volk dat zich in de staat Israël bevindt. Alhoewel zij een belangrijk deel uitmaken van de ‘vrouw’ die geboren gaat worden. Want dat is ook de reden waarom Paulus zegt dat je niet zomaar een Israëliet bent. “Ik zeg dit niet alsof het Woord van God vervallen is, want niet allen die uit Israël voortgekomen zijn, zijn Israël. Ook niet omdat zij Abrahams nageslacht zijn, zijn zij allen kinderen. (Rom.9:6-7). En de nieuwe besnijdenis in overeenstemming met het nieuwe verbond is: “maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God”(Rom.2:29). 70
Wees dan waakzaam Mozes verkondigt als profeet ‘de dagen’ aan dat JHWH al Zijn kinderen weer bijeen zal brengen die Hij onder de heidenvolken verspreid heeft. “Wanneer u de stem van JHWH, uw Elohim, gehoorzaam bent door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die in dit wetboek geschreven zijn, in acht te nemen; wanneer u zich bekeert tot JHWH, uw Elohim, met heel uw hart en met heel uw ziel” (Deut.30:10). Deze profetie gaat vandaag in vervulling, velen keren terug naar de Hebreeuwse/Bijbelse wortels van het geloof die in de Torah staan opgeschreven en volgen hiermee in de voetsporen van Jeshua de Messias. Het is ook de vervulling van de profetie van Johannes over de vrouw uit Openbaring 12 vers 17: “de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.” Mozes zegt uitdrukkelijk dat zijn boodschap niet alleen bestemd was voor het toenmalige volk dat toen bij hem in de Sinaï woestijn was, maar hij sprak ook over het tijdsperk waar wij nu in leven. Tegen (de laatste generatie van de vrouw) die hier (in de Sinaï) niet bij ons is (Deut.29:15). Als laatste zegt Mozes tegen het volk, en dus tegen het verbondsvolk van vandaag: Deut.9:19-20: Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door JHWH, uw Elohim, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen – om te blijven in het land dat JHWH uw vaderen, Abraham, Isaac en Jakob, gezworen heeft hun te geven.
71
6. Met twee of drie getuigen staat elk woord vast Mat.18:16 Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Om je geloof in Zijn Woord te versterken ten aanzien van de tweede grotere exodus en een veilige doortocht tijdens ‘de Dag de Heren’, heeft JHWH profeten gestuurd om de boodschap die eerder door Mozes gegeven is te bevestigen. “Op de verklaring van twee getuigen of op de verklaring van drie getuigen staat de zaak vast” (Deut.19:15). De eerste getuige die de profetie van Mozes bevestigd is Jesaja. Jesaja11:11-13 En het zal op die dag gebeuren dat JHWH opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand de rest van Zijn volk zal verwerven, die overgebleven zal zijn in Assyrië en Egypte, in Pathros, Cusj, Elam, en in Sinear, Hamath en op de eilanden in de zee. Hij zal een banier omhoog heffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël (huis Israël/Efraïm) verzamelen en zij die vanuit Juda (huis Juda) overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. Dan zal de afgunst van Efraïm verdwijnen, en wie Juda in het nauw drijven, zullen uitgeroeid worden. Efraïm zal niet langer jaloers zijn op Juda, en Juda zal Efraïm niet meer in het nauw drijven. ‘Die dag’ die Jesaja hier aanhaalt is een verwijzing naar ‘de Dag des Heren’, die in de Bijbel vele malen wordt aangehaald en bekend staat als een komende ‘grote verdrukking’ die een verwoestende werking over de hele aarde zal brengen. ‘Die dag’ is een schakel tussen oud en nieuw, het einde van deze huidige wereld (AION) en het begin van een nieuwe wereld van vrede (vers 1 t/m 10). Als we verder lezen in hoofdstuk 13 geeft Jesaja een korte samenvatting weer van wat er in ‘de Dag des Heren’ plaatsvindt. 72
Wees dan waakzaam Jesaja13:6-13: Weeklaag, want de dag van de HEERE is nabij; als een verwoesting van de Almachtige komt hij. Daarom zullen alle handen slap worden en elk hart van stervelingen zal wegsmelten. En zij zullen verschrikt worden, smarten en weeën zullen hen aangrijpen, zij zullen ineenkrimpen als een barende vrouw. Verbijsterd zullen zij elkaar aanstaren, hun gezichten zullen vlammen. Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen. Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden zullen hun licht niet laten schijnen, de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt, en de maan zal haar licht niet laten schijnen. Ik zal de wereld haar slechtheid vergelden, en de goddelozen hun ongerechtigheid. Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden, en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen. Ik zal stervelingen schaarser maken dan zuiver goud en mensen zeldzamer dan het fijne goud van Ofir. Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal lostrillen van haar plaats. Deze ‘Dag des Heren’ bestrijkt het laatste jaar van deze tijdsperiode (AION). Zij staat bekend als een grote verdrukking en als Jakobs benauwdheid. Voor die periode die vermoedelijk één jaar duurt, is er voor het verbondsvolk een ontsnapping mogelijk gemaakt naar de woestijn van de volken, waar zij veilig wordt gesteld voor de brandende toorn. In Jesaja 11 vers 11 wordt gesproken over twee uittochten (exodussen) om het gehele volk thuis te brengen. Uit de geschiedenis weten we dat één ervan heeft plaatsgevonden tijdens de uittocht uit Egypte. Jesaja zegt dat de tweede grotere exodus zal bestaan uit ‘de rest van Zijn volk’. Dit is zoals Johannes dat in Openbaring 12 verwoord: ‘het overige van haar nageslacht’. 73
Met zekerheid kunnen we vaststellen dat de tweede grotere exodus bestaande uit het ‘overige van haar nageslacht van de vrouw’ nog niet heeft plaatsgevonden. Anders zouden de beide huizen Juda en Israël/Efraïm nu als één volk weer samen met Jeshua als Koning in het beloofde land zijn. “Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen van Israël. Zij zullen allen één Koning als koning hebben” (Ez.37:22). Jesaja vermeldt nog een belangrijk punt dat tijdens de tweede, grotere exodus niet over het hoofd gezien mag worden. JHWH zal persoonlijk wederom Zijn hand gebruiken om de rest van Zijn volk te verzamelen. Deze Bijbelse uitdrukking dat “JHWH Zijn hand gebruikt”, geeft aan dat Jeshua hier volledig bij betrokken is. Alleen komt Hij nu niet met genade maar met het oordeel. “Het zal gebeuren, als uw zoon u morgen vraagt: Wat is dit? Dat u tegen hem zult zeggen: JHWH heeft ons met sterke hand uit Egypte, uit het slavenhuis, geleid” (Exodus13:14). “De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Mijn hand op Egypte leggen en Mijn legers, Mijn volk, de Israëlieten, uit het land Egypte wegleiden onder zware strafgerichten“ (Ex.7:4). En “Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik JHWH ben, als Ik Mijn hand over Egypte uitstrek en de Israëlieten uit hun midden wegleid” (Exodus7:5). Tijdens deze ‘Dag des Heren’ zal er door de hand van JHWH zeven plagen over de wereld komen. Deze plagen staan beschreven in Openbaring 16. Jesaja vervolgt de profetie door uit te spreken dat de tweede grotere exodus zal bestaan uit leden van het verdreven huis Israël/Efraïm en leden uit het huis Juda. En natuurlijk een ieder die zich daarbij aansluit en met hen meegaat (Ezechiël 37:15-22). Dit heeft tot op de dag van vandaag nog niet plaatsgevonden. Heel Israël/Efraïm heeft immers haar identiteit verloren en vele verbondsgelovigen uit de volken wachten totdat zij bij de vrouw (héél Israël) worden sa74
Wees dan waakzaam mengevoegd. Verder geeft Jesaja, net als Mozes aan dat de tweede, komende grotere exodus een uittocht zal zijn uit de gehele wereld. Uit de vier hoeken van de aarde zal het verbondsvolk verzameld worden om uiteindelijk deel te krijgen aan het komende Messiaans Koninkrijk, dat in de komende 1000 jaar hier op aarde gevestigd zal worden. Een enorme operatie dus. De verzameling zal anders gaan dan bij de eerste exodus waarbij iedereen eigenlijk al verzameld was in één land, Egypte (Goosen) en als één volk samen vertrok. Bij de tweede exodus zal er in de eerste instantie per land/volk één of meerdere groepen gevormd worden. In de loop van een jaar, de Dag des Heren, zullen deze groepen steeds groter worden doordat zij samengevoegd worden en er uiteindelijk één volk overblijft. Hoe dit exact zal plaatsvinden wordt niet beschreven. Ook de tweede grote profeet Jeremia getuigt over een komende grotere exodus en refereert naar dezelfde dagen als Jesaja. Hij zegt dat er op een bepaalde dag dan niet meer over de Egyptische exodus gesproken zal worden omdat er op dat moment (in die dagen die komen) een andere grotere exodus zal plaatsvinden. Verder beroept hij zich bij het uitspreken van de profetie op de naam van JHWH en herhaalt en bevestigd hij de profetie die Mozes uitgesproken heeft in Deut.30:1 ”Het zal gebeuren, wanneer al deze dingen, de zegen en de vervloeking die ik u voorgehouden heb, over u komen, dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verdreven heeft”. Jer.16:14-15 Daarom, zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat er niet meer gezegd zal worden: Zo waar JHWH leeft, Die de Israëlieten uit het land Egypte geleid heeft, maar: Zo waar JHWH leeft, Die de Israëlieten uit het land in het noorden en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had, geleid heeft. Ik zal hen terugbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven heb. 75
Jeremia is nog niet uitgesproken. Hij profeteert net als Mozes en Jesaja over de komende grotere exodus waardoor JHWH héél het volk Israël terug zal brengen naar het land dat JHWH aan de voorvaderen beloofd heeft en vastgelegd heeft in het verbond. In overeenstemming met de profetie van Mozes: “Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen JHWH, uw Elohim, u verspreid had. Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal JHWH, uw Elohim, u van daar bijeenbrengen en u van daar weghalen” (Deut.30:4). Het is een feit dat niet alle Israëlieten en haar metgezellen vanuit alle landen in de wereld verzameld zijn, laat staan teruggebracht zijn naar het beloofde land. Opmerking: Sinds het bestaan van de huidige staat Israël heeft JHWH een groep Judeeërs uit het huis Juda naar dit land gebracht. Dit kan een voorbode zijn van de grotere exodus voor alle 12 stammen van Israël. Jeremia profeteert over dezelfde vrouw uit Openbaring 12 die in de laatste dagen zal bestaan uit het overige van haar nageslacht. Jeremia schetst dit met andere voorbeelden, “het overblijfsel van Mijn schapen” en Jesaja zegt: “de rest van Zijn volk”. Jeremia 23:3 Ik (JHWH) echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. Zonder twijfel gaat het hier om de laatste verbondsgelovigen die op aarde leven. Zij vertegenwoordigen de laatste generatie van de vrouw die voor héél Israël, de gemeente van de Messias staat. Na Openbaring 12 wordt er echter nog één andere, maar religieuze vrouw aangehaald. “En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens. En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels, en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van 76
Wees dan waakzaam onreinheid van haar hoererij (Openbaring 17:3-4). Deze vrouw vertegenwoordigt alle traditionele religies en geloven bij elkaar, die niet de geboden van de Vader doen en/of het getuigenis van Jeshua de Messias hebben. Een ieder is vrij om te kiezen bij welke vrouw hij of zij wil behoren. Een andere keuzemogelijkheid is er niet. Dat de profetie van Jeremia hier gaat over de dagen die voorafgaan aan de wederkomst van Jeshua, wordt duidelijk gemaakt in de volgende verzen. Jeremia 23:5-6 Zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijn dagen zal Juda (huis Juda) verlost worden en Israël (huis Israël/Efraïm) onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: JHWH ONZE GERECHTIGHEID. De naam Jeshua betekent JHWH VERLOST. Een nieuwe tijd zal aanbreken waarbij we Jeshua zullen gaan leren kennen als een Rechtvaardige Koning die de Torah, JHWH’s Gerechtigheid als uitgangspunt zal gebruiken. Hiermee geeft Jeremia aan dat de komende tweede grotere exodus direct gerelateerd is aan de komst van het Messiaans Koninkrijk op deze aarde. Voor wie nog steeds twijfelt over de komende grotere exodus, hoor en zie de woorden die door Jeremia voor de zekerheid nog een keer herhaald worden. Jeremia 23:7-8 Daarom zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar JHWH leeft, Die de Israëlieten geleid heeft uit het land Egypte, maar: Zo waar JHWH leeft, Die het nageslacht van het huis van Israël geleid heeft en Die het gebracht heeft uit het land in het noorden en uit al de landen waarheen Ik hen verdreven had: zij zullen wonen in hun eigen land.
77
De volgende grote profeet die de profetie van Mozes, Jesaja en Jeremia bevestigd is Ezechiël, die hier uitsluitend spreekt over het huis Israël/Efraïm. Ezechiël 20:33-38 Zo waar Ik leef, spreekt JHWH Elohim, voorwaar, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid zal Ik over u regeren! Ik zal u uit de volken leiden en u bijeenbrengen uit de landen waaronder u verspreid bent, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid. Vervolgens zal Ik u brengen in de woestijn van de volken en daar van aangezicht tot aangezicht een rechtszaak met u voeren. Zoals Ik met uw vaderen in de woestijn van het land Egypte een rechtszaak gevoerd heb, zo zal Ik een rechtszaak met u voeren, spreekt JHWH Elohim. Ik zal u onder de herdersstok doen doorgaan en u brengen in de band van het verbond. Ik zal van u uitzuiveren wie in opstand komen en wie tegen Mij overtreden. Ik zal hen leiden uit het land waar zij vreemdeling zijn, maar zij zullen op het grondgebied van Israël niet komen. Dan zult u weten dat Ik JHWH ben. Het bijzondere van de profetie van Ezechiël is, dat hij ook de reden vermeld waarom het verbondsvolk (hier voornamelijk het huis Israël/Efraïm) vanuit de wereld naar de ‘woestijn van de volken’ zal worden gebracht. Daar zal Ik van aangezicht tot aangezicht een rechtszaak met u voeren. Zoals Ik met uw vaderen in de woestijn van het land Egypte een rechtszaak gevoerd heb, zo zal Ik een rechtszaak met u voeren, spreekt JHWH Elohim. De vaderen die uit het land Egypte naar de woestijn werden gebracht, hebben in de woestijn de Torah, JHWH’s Gerechtigheid ontvangen. In de tijd die zij in de woestijn doorbrachten leerden zij om deze gerechtigheid in hun levens en als volk toe te passen. Gerechtigheid is het doen van de Torah instructies die JHWH aan Zijn volk geeft. Net als bij de eerste exodus zal er tijdens de tweede grotere exodus een persoonlijke ontmoeting plaatsvinden met JHWH. JHWH zal Recht spreken en het volk zal zich hieraan met 78
Wees dan waakzaam liefde voor JHWH houden. Zo zullen zij, de wedergeboren vrouw, als nieuwe levens(stijl) in deze gerechtigheid wandelen. De geschiedenis herhaalt zich; “Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon (Prediker1:9). In Exodus 19 lezen we de indrukwekkende verschijning van JHWH op de berg Horeb in de Sinaï. Ondanks dat het volk zei: “Alles wat JHWH gesproken heeft, zullen wij doen!” (Ex.19:8), heeft deze persoonlijke ontmoeting niet plaatsgevonden dan alleen via de bemiddelaar Mozes en Aaron. Hoe het in de komende grotere exodus in onze eigen woestijn zal verlopen, is niet bekend. Maar het doel is om te komen tot een persoonlijk (huwelijks)verbond met JHWH. “Ik JHWH, zal u onder de herdersstok doen doorgaan en u brengen in de band van het verbond.” Dit is een geweldig moment om naar uit te kijken. Het verbond van JHWH is een Ketubah (trouwakte). De voorvaderen hebben in de woestijn een trouwakte ontvangen en zijn daardoor in het echt/huwelijk getreden met JHWH. Door ongehoorzaamheid aan JHWH is de vrouw gescheiden (van haar man). We mogen dankbaar zijn dat Jeshua, door Zijn offer, deze scheidbrief aan het kruis genageld heeft. “En het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen (Kol.2:14). In de komende grotere exodus zal volgens Ezechiël hetzelfde huwelijksverbond tussen JHWH en de wedergeboren vrouw opnieuw worden gesloten. Ook Johannes spreekt van een komende bruiloft. “Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt” (Op.19:7). En “Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van Elohim( Op.19:9). 79
Ondanks dat er verschillende nationaliteiten aan de grotere exodus zullen deelnemen, zal dit niet zonder slag of stoot gaan. Ezechiël voorzegt; “Ik zal van u uitzuiveren wie in opstand komen en wie tegen Mij overtreden. Ik zal hen leiden uit het land waar zij vreemdeling zijn, maar zij zullen op het grondgebied van Israël niet komen. Dan zult u weten dat Ik JHWH ben.” Dit is een waarschuwing aan hen die rebelleren tegen Elohim en tegen de herders (leiding). In de eerste exodus hebben we dit ook zien gebeuren. Er zij nog meer getuigen in de Bijbel te vinden maar de laatste getuigen die in dit hoofdstuk wordt opgeroepen aangaande de tweede grotere exodus is Paulus. 1 Cor.10:1-6 En ik wil niet, broeders, dat u er geen weet van hebt dat onze vaderen allen onder de wolk waren en allen door de zee zijn gegaan, en dat allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, en allen hetzelfde geestelijke voedsel gegeten hebben, en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus. Maar in de meesten van hen heeft God geen welgevallen gehad, want zij zijn neergeveld in de woestijn. En deze dingen zijn gebeurd als voorbeelden voor ons, opdat wij niet zouden verlangen naar kwade dingen, zoals ook zij verlangd hebben. Paulus wil niet dat wij onkundig zijn over de inhoud en ervaringen van de eerste generatie van het volk Israël dat Egypte verliet. Dit geldt voor zowel de positieve als de negatieve gebeurtenissen. Paulus wijst ons erop dat de laatste generatie daar in de tweede en grotere exodus rekening mee moeten houden. Omdat: deze dingen gebeurd zijn als voorbeelden voor ons. “Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is (1 Cor.10:11).
80
Wees dan waakzaam “Over wie het einde van de eeuwen (AION) is gekomen. Dat moment is wanneer de 6000 jaren voorbij zijn en een begin gemaakt wordt met het 7000ste jaar zodat we de beloofde Sabbatsrust in kunnen gaan. ‘De Dag des Heren’ en de grotere exodus is voor velen een ongelooflijke en onvoorstelbare gebeurtenis. Maar wie in Zijn Woord gelooft en daarop vertrouwt mag rekenen op een veilige doorgang door de meest verschrikkelijke tijd die er ooit in het bestaan van de wereld heeft plaatsgevonden. “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zal zijn” (Mat.24:21). Het is dan ook van groot belang dat de verbondsgelovigen zich op de komst van deze grotere exodus gaan voorbereiden.
81
82
Wees dan waakzaam
7. Wat de gelegenheden betreft 1 Tess.5:1-5 Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heren komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. Paulus geeft hier aan dat wanneer je in het licht van de Torah wandelt, “Het Woord (Torah) is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad” (Ps.119:105) je in staat bent om te weten bij welke gelegenheden en welke (gezette) tijden (Moadiem) ‘de Dag des Heren’ aanbreekt. De vorige hoofdstukken gaven aan dat de komende grotere exodus ten tijde van Jakobs benauwdheid gelijk opgaat met de komst van ‘de Dag des Heren’. Joël zegt in hoofdstuk 2 vers 1; “Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij!” En meteen daarop volgend in vers 2; “Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken, ja, donkere wolken. Zoals de dageraad zich over de bergen verspreidt, verspreidt zich een groot en machtig volk, zoals er niet geweest is van oude tijden af, en er hierna niet meer zal zijn, jarenlang, van generatie op generatie.” De gelovigen, die niet het licht van de Torah wandelen, wandelen in duisternis. Zij zien ‘de Dag des Heren’ niet aankomen en zijn ervan overtuigd dat niemand ‘de Dag’ kan weten. Dit wordt nog eens bevestigd door apostel Johannes. “Bedenk dan hoe u het hebt 83
ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen (Op.3:3). De eerste generatie van de vrouw (het volk Israël) kwam het beloofde land niet in vanwege ongehoorzaamheid en ongeloof. Door een verhard hart verstonden zij het Woord niet meer. In de dagen voordat ‘de Dag des Heren’ aanbreekt zal het niet anders zijn. Vele hebben de Torah verworpen, geloven de boodschap van de profeten niet en luisteren niet naar het onderwijs van de apostelen. Zij zijn overtuigd dat het eerste Testament (O.T.) niet voor hen geldt omdat zij een andere hemelse roeping hebben. Volgens hen behoren zij niet tot de vrouw, het volk Israël. Maar zij die de geboden van de Vader doen en het getuigenis van Jeshua de Messias hebben (Op.12:17), zijn niet in de duisternis en kunnen de komst van ‘de Dag des Heren’ wel weten. ‘De Dag des Heren’ komt in de nacht, dat wil zeggen wanneer de duisternis hier op aarde regeert en een bepaald hoogtepunt heeft bereikt. Vermoedelijk zal er een wereldleider van een nieuwe wereldorde aan de macht komen, die zich voordoet als een vredestichter en zichzelf uitroept als de verwachte Messias. Deze zal “er is vrede en veiligheid verkondigen voor iedereen”. Dit is één van die gelegenheden waar Paulus het over heeft en waarvoor we waakzaam moeten zijn. Een reeks van gebeurtenissen (gelegenheden) zal binnen een kort bestek samenvallen en ‘de Dag des Heren’ inluiden. Daarom zijn deze gebeurtenissen signalen dat het verbondsvolk zich gereed moet maken voor het vertrek naar de ‘woestijn der volken’, om door JHWH in veiligheid te worden gebracht. Dit gebeurt door de sterke arm van Vader JHWH. Onder arendsvleugels wordt de laatste generatie van de vrouw door de komende toorn en grote verdrukking geleid. JHWH heeft deze gelegenheden in Zijn Woord niet voor niets laten opschrijven. De overige die Zijn Woord heb84
Wees dan waakzaam ben verworpen en zich niet gereed hebben gemaakt voor de komende grotere exodus zullen dan geheel onverwacht bezoek krijgen van de dief. Paulus zegt in 2 Thess.1 vers 9; ”Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van JHWH en van de heerlijkheid van Zijn macht”. “En zij zullen beslist niet ontkomen en niet ontvluchten”. 2 Petrus 3:10 Maar de Dag des Heren zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. De eerste gelegenheid (waarschuwing) die Jeshua ons aanreikt over het moment van het aanbreken van ‘de Dag des Heren’ staat in Mattheus 24 vers 15: “Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten!” – Het is juist deze profetie van Jeshua die door menig bijbelleraren verkeerd wordt geïnterpreteerd waardoor menig gelovigen op het verkeerde been worden gezet. In vele Bijbels zo niet allen, wordt er verwezen naar de tekst uit Daniel 9 vers 26-27. Daniel 9:26 Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed en tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is. Vers 27: Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Als we Daniël 9 vanaf vers 26 goed hebben begrepen is niet Daniël die deze verzen uitgesproken heeft maar de engel (boodschap85
per) Gabriël. Volgens de instructies die Jeshua geeft, moeten we waakzaam zijn en opletten op dat wat door de profeet Daniël uitgesproken is. Voor alle duidelijkheid, als de profeet Daniël een Woord van JHWH ontvangt en deze uitspreekt, heet dat profetie. En dat is hier maar voor een gedeelte het geval. De verzen 26 en 27 van Daniel 9 is in de eerste instantie een deel van het antwoord (vers 21 – 27) wat Gabriël gaf, naar aanleiding van een gebed dat Daniël in de verzen daarvoor (vers 3 – 21) naar JHWH opzond. Kijken we in de grondtekst dan zien we dat er meerdere woorden onjuist vertaald zijn: “Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid gesneden worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.” Ook hier wordt in bijna alle Bijbelse vertalingen het Hebreeuwse woord KARATH verkeerd weergegeven. KARATH betekent snijden of gesneden en wordt speciaal gebruikt in combinatie met een verbond. Je bakt een brood, je bouwt een huis en je snijd een verbond. “Op die dag KARATH (sneed) JHWH een verbond met Abram (Gen.15:18). Jeshua was het offer dat omstreeks 31 Na Chr. gesneden werd om het bestaande verbond dat door Israël verbroken was weer te herstellen. Daniël bad: “Och JHWH, grote en ontzagwekkende Elohim, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen” (Dan.9:4). Daniël bad voor héél het volk Israël, het huis Juda en het huis Israël/Efraïm dat in de volken verdreven was. “Bij U, JHWH, is de gerechtigheid, maar bij ons de schaamte op het gezicht – zo is het heden ten dage bij de mannen van Juda, bij de inwoners van Jeruzalem en bij heel Israël, bij hen die dichtbij zijn (huis Juda) en die ver weg zijn (huis Israel/Efraïm), in alle landen waarheen U hen verdreven hebt om hun trouwbreuk, die zij tegenover U gepleegd hebben“ (Dan.9:7). En Daniël kreeg van JHWH via de engel Gabriël een antwoord dat het verbond hersteld zou worden, door wie, hoe en wanneer.
86
Wees dan waakzaam Jeshua is het fundament om weer via het (ver)nieuw(d)e verbond bij de Vader terug te keren en te wandelen in Zijn Gerechtigheid. Bidt net als Daniël voor hen die nog niet zijn teruggekeerd naar het nieuwe verbond. De volgende opmerking gaat over het eerste deel van vers 27 waardoor het overgrote deel van de gelovigen vandaag zijn misleidt. “Hij zal voor velen het verbond versterken bevestigen, één week lang na een (dag) en zeven weken”. Het Hebreeuwse woord dat foutief met ‘versterken’ vertaald is, is het woord GABAR (H1396) dat bevestigen betekent. Strong voegt daarbij toe, met grote kracht en autoriteit. De vraag is dan, wanneer wordt het verbond dat opnieuw gesneden is bevestigd? In de tekst staan twee Hebreeuwse woorden, ECHAD wat één betekent en SHABUA SHABUA SHABUAH (H7620). Zeven series van zevens (of weken) dat nooit één enkele week kan aanduiden. De serie bestaat zelf ook uit SHABUA (zeven), we krijgen dus zeven zevens en dat is totaal negenenveertig (49) dagen. Na negenenveertig dagen (49) plus Echad (1) is het verbond dat Jeshua met Zijn dood hersteld heeft, bevestigd. Handelingen 2:1-4 En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Het Griekse woord Pentecost betekent vijftig (50). Op deze dag dat onder de gelovigen beter bekend is als Shavuot of het Wekenfeest kwam JHWH met Zijn Ruach (Geest) om Zijn Verbond te bevestigen. En Petrus zei tegen hen: “Bekeer u en laat ieder van u 87
gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen” (Hand.2:38). Op die dag werden ongeveer 3000 man uit het huis Juda (vers 5) van het volk Israël (vers 22) wedergeboren tot het (ver)nieuw(d)e verbond. Er bestaat niet zoiets als het ontstaan van een nieuwe kerk tijdens Pinksteren. Het ware volk Israël zijn de wedergeboren gelovigen uit het huis Juda en het huis Israel/Efraïm. Zij zijn de gemeente van de Messias en dat geldt ook voor een ieder die zich daarbij aansluit en zich laat enten op deze edele olijfboom (zie Romeinen hoofdstuk 11). Drie en half jaar later aan het einde van de 70 jaarweken (Sabbatsjaren) profetie van Daniël werd het evangelie van het Koninkrijk voor het eerst aan het huis Israël/Efraïm gebracht, zie Handelingen hoofdstuk 11. Wedergeboren Israël is de Gemeente van de Messias, de vrouw van de laatste generatie die door JHWH veilig naar de woestijn gebracht wordt tijdens de dagen des oordeels (Op.12:14). Lees onderstaande teksten nog eens goed door. Hier worden SHABUA SHABUA SHABUAH (H7620) als meervoudige week vertaald en niet als één enkel week. Exodus 34:22 Ook moet u voor uzelf het Wekenfeest (H7620) houden, dat is het feest bij de eerste vruchten van de tarweoogst; en ook het Feest van de inzameling, bij de jaarwisseling. Numeri 28:26 Ook op de dag van de eerstelingen, als u op uw Wekenfeest (H7620) JHWH een nieuw graanoffer aanbiedt, moet u een heilige samenkomst houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Deuteronomium 16:9 Zeven weken (H7620) moet u voor uzelf aftellen. U moet de zeven weken (H7620) beginnen te tellen vanaf het moment dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren. 88
Wees dan waakzaam Door deze misleidende vertaling gaan er vele gelovigen ervan uit dat er (nog) een zevenjarige verdrukking komt. De tegenstander doet nog steeds zijn werk, zodat men zich niet gaat voorbereiden op ‘de Dag des Heren’ immers de zevenjarige verdrukking laat maar op zich wachten. De Bijbel spreekt over één Dag des Heren. En voor een profetisch dag staat één jaar. Ook de Complete Jewish Bible (CJB) zegt dat deze tijd gelimiteerd is, en kan dus nooit langer duren, eerder korter, “ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden. anders zou niemand het overleven” (Mat.24:22). Matthew 24:22
Indeed, if the length of this time had not been limited, no one would survive; but for the sake of those who have been chosen, its length will be limited 1 Cor.3:11-13 Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus de Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Terug naar de gruwel der verwoesting, welke Jeshua aankaart om daar in de eindtijd waakzaam over te zijn voordat ‘de Dag des Heren’ aanbreekt. Over die gruwel waarover Daniël spreekt. Daniel 7:7 Daarna keek ik toe in de nachtvisioenen, en zie, het vierde dier was schrikwekkend, gruwelijk, en uitzonderlijk sterk. Het had grote ijzeren tanden. Het at en verbrijzelde, en de rest vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van al de dieren die ervóór geweest waren. En het had tien horens.
89
Daniel 7:23 Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. Daniel 7:25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen (gelovigen) van de Allerhoogste zal hij te gronde richten, Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. In de laatste dagen, waar wij ons in bevinden, zal deze machthebber proberen om de gelovigen te verslinden, vertrappen, verbrijzelen en te gronde te richten. Er is maar één ontkoming aan, samen met de vrouw mee de woestijn van de volken in te gaan. In hoofdstuk 2 is aangegeven wie of welke macht hiervoor in aanmerking komt. Eén van de punten die op de agenda van Verenigde Naties staat is dat het oostelijk deel van Jeruzalem Palestijns grondgebied moet worden. Mocht dit in de nabije toekomst plaatsvinden dan zullen de Judeese bewoners, die in de zogenaamde bezette gebieden wonen, moeten vertrekken. Met andere woorden ‘het land zal opgedeeld worden’. Dit is ook een gelegenheid die ‘de Dag des Heren‘ aankondigt en waarvoor we waakzaam moeten zijn. Joel 3:1-2 1 Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken (verenigde natiën) bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld. De misleiding in de laatste dagen is zo groot. De strategie van de tegenstrever is in 6000 jaar niet veranderd. Het begint met 1. Twijfel zaaien, “Is het echt zo dat God gezegd heeft” 2. Woord verdraaien, “U mag niet eten van alle bomen in de hof” en 3. liegen, “U zult zeker niet sterven” (Gen3:1-4). “want hij is een 90
Wees dan waakzaam leugenaar en de vader van de leugen, vanaf het begin” (Joh.8:44). We zien dit patroon elke keer weer terugkomen, zie ook Mattheus 4, tijdens de verzoeking in de woestijn. Het is heel verleidelijk om zijn beloftes van schijn-vrede aan te nemen, vooral als de Bijbel erbij wordt gehaald. Jeshua zei tegen de vrouw bij de put; “Als u de gave van God kende, en wist Wie Hij is Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben (Joh.4:10). En in Johannes 7 vers 38 zegt Jeshua; “Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.” Het gaat hier om het onderwijs uit het Levende Woord, de leer van Jeshua die Leven brengt. Het onderwijs of de leer van de tegenstander kan Bijbelse inhoud hebben, maar zal nooit leven in zich hebben en altijd tot de dood leiden. Wie het water van de slang verspreidt, verspreidt misleiding dat leidt tot de dood. Herken dus zijn strategie van misleiding door waakzaam te zijn en dicht bij de waarheid van het Woord te blijven. Op.12:15 En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren. Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn bek had gespuwd. Een andere gelegenheid die ‘de Dag des Heren’ aankondigt, is het getuigenis van het evangelie van Gods Koninkrijk. Mattheus 24 vers 14 “En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen”. Het gaat hier om de blijde boodschap die al 6000 jaar en ook door Jeshua Zelf verkondigd is en dat in de gehele wereld verspreid is; over de komst van een Koning met Zijn Koninklijke wet en het Messiaans Koninkrijk in het 7000ste jaar dat hier op aarde gevestigd wordt 91
Maleachi 4:5-6 “Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban”. Al tientallen jaren klinkt de roepstem “in de geest en kracht van Elia” om terug te gaan naar de Koninklijke wet, de Torah. De roepstem klinkt ook vandaag nog om terug te keren naar de Sabbat en om de heidense feesten zoals kerstmis en Pasen los te laten en de Moadiem (feesten) van JHWH op te volgen. De gelovige dient overeenkomstig het Woord een heilig (apart gezet) levensstijl te bewandelen. Wie gehoor gegeven heeft aan de roep om terug te keren naar de kern van de Hebreeuwse/Bijbelse gewoonten, weet dat deze boodschap in ‘de geest en kracht van Elia’ al jarenlang verkondigd wordt. En dat deze roep een vogelvlucht heeft doormaakt sinds de tijd van het ontstaan van de huidige staat Israël. Het is dezelfde boodschap die vlak voor de eerste komst van Jeshua door Johannes de doper gepredikt werd. Een engel verscheen aan Zacharias en profeteerde dat zijn zoon, Johannes velen in Israël zou doen keren tot ‘de Gerechtigheid van JHWH’ en dat hij “voor zijn aangezicht zou uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden” (Lucas 1:17). Vele gelovigen zijn al teruggekeerd naar de Torah en passen Zijn Gerechtigheid in hun levens toe. Daarnaast zijn er vele Judeeërs die de Messias Jeshua hebben gevonden. Tijdens deze oproep (tijd van Elia) zou dit wel eens het moment zijn wanneer de kinderen van JHWH verzegeld worden voor de komst van ‘de Dag des Heren’. In Openbaring 9 vers 4 lezen we dat zij die het zegel niet hebben ontvangen, overgegeven worden aan de demonen die uit de put (ABYSS) zullen komen. Het zegel dat JHWH op hun voorhoofd (in hun denken) heeft geplaatst, is de levensstijl in overeenstemming 92
Wees dan waakzaam met Zijn Woord de Torah, dat gezien kan worden door ‘de vrucht’(Psalm 1), bijvoorbeeld het houden van Zijn sabbatten. Er zijn nog vele andere gelegenheden zoals de bazuinen die ‘de Dag des Heren’ inluiden. Dat zijn dan de laatste waarschuwingen waarbij het nog mogelijk is om je te bekeren. Alleen de tweede bazuin zal ik in het kort toelichten. “Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat” (2 Petrus 1:20). De Bijbel verklaart zichzelf! Openbaring 8:8-9 En de tweede engel blies op de bazuin, en er werd iets als een grote berg, die van vuur brandde, in de zee geworpen. En het derde deel van de zee werd bloed. En het derde deel van de schepselen in de zee, die leven hadden, stierf. En het derde deel van de schepen verging. De bazuin(en) is/zijn zoals ik zei een waarschuwing om de ongelovigen en de gelovigen die in slaap gevallen zijn wakker te maken. Zolang de bazuinen klinken is er nog hoop totdat ‘de Dag des Heren’ aanbreekt. Het eerste gedeelte van de tweede bazuin spreekt over een grote berg die van vuur brandt en in de zee geworpen wordt. Een brandende berg is een koninkrijk dat door JHWH verworpen is. Jeremia 51:25 Zie, Ik zál u, berg die te gronde richt, spreekt JHWH, u, die heel de aarde te gronde richt! Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, Ik zal u van de rotsen afrollen en Ik zal u maken tot een berg die in brand staat. Psalm 83: 14-15 Mijn God, maak hen als een werveldistel, als stoppels voor de wind. Zoals vuur een woud verbrandt, zoals de vlam de bergen verzengt,
93
Dit koninkrijk, of deze koninkrijken zijn tegen het volk Israël van JHWH en zullen zich nu afreageren op (de staat) Israël en andere volken en natiën. Immers, profetisch gezien staat de zee voor volken en natiën. “En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen” (Op.17:15). Een derde deel van de schepselen sterft. Dit kan duiden op de komst van een grote oorlog, waarvan we anno 2014/2015 al een voorbode zien. En een derde deel van de schepen verging. Schepen zijn in profetische termen ‘rijke economieën’. Koningen 10:11 Ook bracht de vloot van Hiram, die goud uit Ofir vervoerde, zeer veel sandelhout en edelstenen uit Ofir. 2 Kronieken 8:18 En Hiram stuurde hem door middel van zijn dienaren schepen, slaven en kenners van de zee. Samen met de dienaren van Salomo gingen zij naar Ofir en haalden daar vierhonderdvijftig talent goud vandaan, en brachten het naar koning Salomo. 2 Kronieken 9:21 De koning had namelijk schepen die met de dienaren van Hiram op Tarsis voeren. Eens in de drie jaar liepen de schepen van Tarsis binnen, beladen met goud, zilver, ivoor, apen en pauwen. Met andere woorden, veel rijke koninkrijken (een derde deel van alle rijke landen) die het nu financieel goed hebben zullen in één klap arm worden. De komst van een wereldwijde financiële crash is niet meer uit te sluiten nu de torenhoge schulden van deze landen niet meer terug betaald kunnen worden. Denk aan Griekenland en andere landen die zullen volgen. We zullen zien. Verder zijn er nog tekenen aan de zon, de maan en de sterren. Met de komst van zonsverduisteringen en rode manen, is al veel over gezegd en geschreven. JHWH gebruikt natuurverschijnselen 94
Wees dan waakzaam om Zijn volk te waarschuwen. De regenboog is ook een natuurverschijnsel, maak ook een verbondsteken aan de hemel. “Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding (letterlijk tot tekenen) van vaste tijden en van dagen en jaren” (Genesis 1:14)! In de Bijbel worden deze zonsverduisteringen en bloedrode manen meerdere keren aangehaald. We blijven waakzaam en houden de tekenen van de zon en maan goed in de gaten. Joël 2:31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de Heere komt, die grote en ontzagwekkende. Hand.2:20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt. Op.6: En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed. Vader JHWH heeft Zijn kinderen gewaarschuwd door het geven van vele gelegenheden. Deze waarschuwingen geven je de tijd om je voor te bereiden op de komende ‘grotere exodus’ die vooraf gaat aan ‘de Dag de Heren’ en ‘de tweede komst van Jeshua als Koning‘. Er is geen tijd meer te verliezen, wees dan waakzaam.
95
8. Een tijd, tijden en een halve tijd 1 Tess.5:1 Maar wat de (gezette) tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heren komt als een dief in de nacht. Vers 4 en 5: Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou vervallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. Ook ‘de gezette tijden’ (Moadiem) worden door Paulus aangehaald om ons goed te doen beseffen dat ‘de Dag des Heren’ voor velen als een dief in de nacht komt. Maar niet voor de gelovigen die de gezette tijden van JHWH onderhouden en naleven. Zij wandelen niet in de duisternis maar in het licht van het Woord. Daarom is het ieders eigen verantwoordelijkheid om de tijden van JHWH te (leren) kennen. Wie ‘de gezette tijden’ niet kent lijkt op één van de vijf dwaze maagden die geen olie in hun lamp hadden toen de roepstem klonk en zij beseften dat zij niet voorbereid waren op datgene wat komen zou. Velen uit deze categorie zijn dan ook van mening dat de mens niet in staat is om de dag en/of tijd wanneer ‘de Dag des Heren’, aanbreekt te kunnen weten. Word wakker, lees en versta! Mat.25:6-8 En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Zij die in het licht van de Torah wandelen weten heel goed de tijden en gelegenheden wanneer ‘de Dag des Heren’ aanbreekt. Dit zijn de gelovigen die wandelen in de schaduw van de Messias. Zij hebben de sabbatten van JHWH beoefend en zijn daardoor de 96
Wees dan waakzaam diepe profetische betekenis van deze schaduwfeesten gaan kennen. Net als Paulus attendeert Jeshua ons erop dat we niet alleen maar naar boven moeten kijken met de verwachting dat er iets komt en aanstaande is, maar dat we ‘de tekenen van de (gezette) tijden’ goed in de gaten moeten houden zodat we voorbereid zijn om op de juiste tijd datgene te doen wat er van ons verwacht wordt. Afwachten totdat er iets gebeurd is geen optie. Mat.16:1-4 En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien. Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Als het avond geworden is, zegt u: Mooi weer, want de hemel is rood; en 's morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden? Het verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken; En vervolgens waarschuwde Jeshua Zijn volgelingen voor het zuurdesem (= onderwijs) van deze leraren (Mat.16:6). Als Jeshua spreekt over het ‘einde der tijden’ en de ‘komst van het koninkrijk’, spreekt Hij altijd in parabelen (gelijkenissen), opdat de wereld het niet begrijpt of kan begrijpen. Als we verder lezen in Mattheus dan licht Jeshua het antwoord toe aan de hand van datgene wat er dan plaatsvindt; de wonderbaarlijke spijziging met de vijf broden en twee vissen. Om het antwoord nog meer kracht bij te zetten geeft Hij dit aan door de tweede spijziging met de zeven broden. De vijf broden is een verwijzing naar het Woord van JHWH, de Torah, die in de eerste vijf boeken van de Bijbel staan opgeschreven. De twee vissen is een verwijzing naar de twee huizen, het huis Juda en het huis Israël/Efraïm.“ En zij aten allen en werden verzadigd, en ze raapten het overschot van de stukken brood op, twaalf manden vol” (Mat.14:20). De ‘twaalf manden vol’ is een verwijzing naar de twaalf stammen van Israël, 97
die na afloop verzameld worden. Deze gelijkenis is een scenario van wat er in het einde van deze eeuw (AION) gebeuren zal. Een (nieuw) volk wordt geboren, héél Israël, de gemeente/het lichaam van de Messias dat het Woord van de Vader, de Torah opvolgt. Bij de tweede wonderbaarlijke spijziging geeft Jeshua aan hoe en wanneer deze twaalf volle manden verzameld zullen worden. En Jeshua vroeg: “Hoeveel broden hebt u? Zij zeiden: Zeven, en enkele visjes (Mat.15:34). De zeven broden verwijzen naar de zevende dag, de sabbat en de overige vissen naar de metgezellen die met het huis Juda of het huis Israël/Efraïm meegaan (Ezech.37) en samen de geboden van de Vader opvolgen, waarvan de sabbat, het vierde gebod is. “En zij aten allen en werden verzadigd. En zij raapten het overschot van de stukken brood op, zeven manden vol (Mat.15:37). ‘Zeven manden vol’ is een verwijzing naar het laatste sabbatsjaar van deze AION (het 7000ste jaar, de volheid). En zoals wellicht bekend is, vindt er iedere 7de jaar een sabbatsjaar plaats en na de 7 sabbatsjaren wordt deze afgesloten met een jubeljaar. Zowel het sabbatsjaar als het jubeljaar zijn gigantische sabbatten voor JHWH en mogen we niet uit het zicht verliezen. De totale volheid zal bereikt zijn in het zeventigste jubeljaar waar wij Zijn totale rust mogen ingaan. Dit is de vervulling van het Evangelie van het Koninkrijk; het 70ste jubeljaar, het begin van het Messiaanse Koninkrijk op aarde. Hebreeën 4:1-11 Laten wij er dan beducht voor zijn dat iemand van u ooit schijnt achter te blijven, terwijl de belofte om in Zijn rust (sabbat) binnen te gaan nog van kracht is. Want ook aan ons is het Evangelie verkondigd, evenals aan hen. Maar het gepredikte woord bracht hun geen voordeel, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen die het hoorden. Wij die tot geloof gekomen zijn, gaan immers de rust (sabbat) binnen, zoals Hij gezegd heeft: Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust (sabbat) zullen zij niet binnengaan! En dat terwijl Zijn werken al sinds de grondlegging van de wereld voltooid zijn. Want Hij heeft ergens over de 98
Wees dan waakzaam zevende dag als volgt gesproken: En God heeft op de zevende dag van al Zijn werken gerust. En op deze plaats opnieuw: Zij zullen Mijn rust (sabbat) niet binnengaan! Omdat dus het feit blijft dat sommigen deze rust (sabbat) binnengaan, en dat zij aan wie het Evangelie eerst verkondigd was, niet binnengegaan zijn vanwege hun ongehoorzaamheid, bepaalt Hij opnieuw een zekere dag, namelijk heden, wanneer Hij zo lange tijd daarna door David zegt (zoals al eerder gezegd is): Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet. Want als Jozua hen al in de rust gebracht had, zou God daarna niet gesproken hebben over een andere dag. Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God, want wie Zijn rust (sabbat) binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust (de sabbat gehouden), zoals God van de Zijne. Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan, opdat niemand door het volgen van dit voorbeeld van ongehoorzaamheid ten val zal komen. Een heel verhaal van de Hebreeër schrijver, dat je een paar keer moet lezen wil deze boodschap tot je door dringen. Het gaat hier over de vervulling van de Sabbat. Want ook aan ons in het evangelie van het (Sabbat) Koninkrijk verkondigt. De eerste generatie van de vrouw kwam op enkelen na, het beloofde land niet binnen vanwege hun ongehoorzaamheid. In de Hebreeënbrief wordt aangegeven dat deze ongehoorzaamheid onder andere veroorzaakt werd door het verzaken van de sabbatdag. Eens zal deze afweging opnieuw worden gemaakt. Er blijft dus nog één Sabbatsrust over, het 1000 jarig Vrederijk dat na het einde van de 6000 duizend jaar menselijk bestuur komt. Voor het volk dat gekozen heeft om de sabbat te onderhouden die door Vader JHWH is ingesteld rest de vervulling in de zevende dag van 1000 jaar. Genesis 2:2 Toen Elohim op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 99
Exodus 20:11 Want in zes dagen heeft JHWH de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende JHWH de Sabbatdag, en heiligde die. Exodus 31:17 Hij zal tussen Mij en de Israëlieten voor eeuwig een teken zijn, want JHWH heeft in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en Zich verkwikt. De Sabbat is het fundament voor alle gezette tijden (Moadiem). En tot op de dag van vandaag is het een eeuwig verbondsteken tussen Vader JHWH en Zijn verbondskinderen. De sabbat is tegelijkertijd een teken voor wat ‘de gezette tijden’ betreft van de laatste dagen. Het onderhouden van de wekelijkse sabbat is een schaduw van de werkelijkheid (het sabbatsmillennium) dat na het 6000ste jaar aanvangt. Alle gelovigen die in de Messias zijn en dit teken, de sabbatdag van JHWH onderhouden, hebben hun levensstijl alvast (in)gericht op toekomstige dingen als het komende sabbatsmillennium van 1000 jaar rust. “Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus” (Kol.2:16-17) De sabbat is ook het fundament om de tijden te kunnen onderscheiden. De reden waarom Jeshua tegen de Farizeeën en de Sadduceeën zei dat zij de tijden niet (meer) konden onderscheiden, was omdat zij o.a. het Sabbatjaar niet in ere hadden gehouden en daardoor de (eerste) komst van de Messias gemist hadden. Daardoor wisten zij ook niet wanneer het laatste jubeljaar zou komen dat het begin van het 1000 jarig Vrederijk inluidt. Vandaag is dat nog steeds zo, velen (h)erkennen de sabbatdag niet en weten daardoor ook de gezette tijden van JHWH niet, dus ook niet wanneer het Koninkrijk op aarde aanvangt en de tweede komst van Jeshua. Toch mogen we de Judeese broeders uit het huis Juda 100
Wees dan waakzaam dankbaar zijn dat zij door de eeuwen heen de sabbatdag in ere hebben gehouden. Daardoor is het mogelijk dat de volgelingen van Jeshua zich kunnen houden aan deze, speciaal door JHWH apart gezette dag; de dag van verlustiging. Mede hierdoor erkennen zij Jeshua als hun Heer van de Sabbat. “Want de Zoon des mensen is Heere, óók van de Sabbat” (Mat.12:8). Jeshua waarschuwt dat de sabbat in ere gehouden moet worden ook in deze laatste dagen. “En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een Sabbat“ (Mat.24:20). Verder wordt er vandaag wereldwijd verkondigd dat dit nieuwe Israëlisch burgerjaar dat 24/25 september 2014 van start ging een sabbatsjaar is. Elk zevende jaar is een sabbatsjaar, net zoals elke sabbatdag de zevende dag van de week is. Alleen het moment wanneer het werkelijke sabbatsjaar begint is niet volgens de Judeese burgerkalender maar volgens de ‘verborgen’ kalender van JHWH ofwel de Bijbelse kalender. Lev.25:1-5 JHWH sprak tot Mozes bij de berg Sinaï: Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor JHWH. Zes jaar mag u uw akker bezaaien, zes jaar mag u uw wijngaard snoeien en de opbrengst ervan inzamelen. Maar in het zevende jaar moet het voor het land Sabbat zijn, een periode van volledige rust, een Sabbat voor JHWH. Uw akker mag u niet bezaaien en uw wijngaard mag u niet snoeien. Wat er na uw laatste oogst nog opkomt, mag u niet oogsten, en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok mag u niet plukken. Het is een jaar van volkomen rust voor het land. Het moment dat de eerste generatie van het volk Israël voor het eerste in het beloofde land kwam moest er begonnen worden met het tellen van de sabbatsjaren overeenkomstig de sabbatsweek van zes dagen arbeid en vervolgens de zevende dag rust. 101
Lev.25:8 Verder moet u voor uzelf zeven Sabbatsjaren tellen, zeven keer zeven jaar, zodat de perioden van de zeven Sabbatsjaren negenenveertig jaar voor u zijn. Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. U moet het vijftigste jaar heiligen (apart zetten) en vrijlating in het land uitroepen voor alle bewoners ervan. Het is jubeljaar voor u: ieder zal terugkeren naar zijn eigen bezit en ieder zal terugkeren naar zijn familie. Elk vijftigste jaar moet jubeljaar voor u zijn. U mag dan niet zaaien, niet oogsten wat er na uw laatste oogst nog opkomt, en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok mag u niet plukken, want het is jubeljaar. Het moet heilig voor u zijn. U mag van de akker eten wat het uit zichzelf opbrengt. Nadat het volk het beloofde land betrad moesten zij de jaren gaan tellen. Als 7 sabbatsjaren geteld zijn (7 x 7 jaar), is het jaar dat daarop volgt een jubeljaar. Dus 49 jaar + 1 = 50ste jaar. Dit 50ste jaar is tevens weer het eerste jaar van een nieuwe cyclus van zeven jaren. Voor hen die bekend zijn met het vieren van de 4de Moëd, Shavuot, zal bovenstaande telling niet onbekend zijn. We tellen dan 7 sabbatsweken wat gelijk staat aan 49 dagen. De 50ste dag die na de 49ste dag komt, is hier ook de 1ste dag van een nieuwe sabbatsweek. Alle sabbatsdagen, sabbatsweken, sabbatsjaren en jubeljaren moeten met elkaar in harmonie zijn. (Lees: sabbatsharmonie) “Want Elohim is geen Elohim van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen” (1Kor.14:33). In de staat Israël is voor het huidige Judeese burgerjaar 2014-2015 een sabbatsjaar uitgeroepen en voor het volgende burgerjaar 20152016 een jubeljaar. Veel uitleggers aangaande het komende jubeljaar gaan uit van deze Judeese kalendertelling, waarbij Etanim (Thisri) als eerste maand gezien wordt. Helaas zien zij iets over het hoofd. “Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de 102
Wees dan waakzaam maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken” (Lev.25:9). In de (verborgen) kalender van JHWH is Etanim (Thisri) de zevende maand en niet de eerste. Voor de eerste maand van de Bijbelse kalender is dat Abib (Nisan) dat bij onze Gregoriaanse kalender, afhankelijk van de Abib (eerste gerstoogst) en de nieuwe maan in maart of april valt. Het gebruik van de Judeese burgerkalender geeft verwarring met de maand en dag waarop een jubeljaar begint, wat nog eens versterkt wordt door een onjuiste vertaling. In sommige Bijbels wordt ervan uitgegaan dat het jubeljaar op de 10de dag van de 7de maand zou beginnen, op de dag van Verzoening (Jom Kipoer). Maar we lezen dat op de Verzoendag (in de 7de maand) van het 49ste sabbatsjaar alleen een waarschuwing gegeven moet worden zodat het volk zich kan voorbereiden op het Bijbelse Jubeljaar dat daarop volgt. “U moet het vijftigste jaar heiligen (apart zetten) en vrijlating in het land uitroepen voor alle bewoners ervan.” En dat 50ste jaar begint op de (verborgen) kalender van JHWH gewoon weer bij de 1ste maand Abib (Nisan). De zeven maanden van Abib tot Etanim vallen binnen onze Gregoriaanse kalender die van januari tot december loopt. We kunnen dus onze eigen kalender hanteren om het jaar aan te duiden waarop het sabbatsjaar en het jubeljaar valt, rekening houdend dat Abib ergens in het einde van maart of begin april valt en Etanim aan het einde van september begin oktober. Met de Judeese burgerkalender zijn we of 5 maanden te vroeg of 7 maanden te laat. Daarnaast mist de jaartelling van de Judeese burgerkalender ook nog eens ruim 220 jaar. Dit is in Judeese kringen algemeen bekend. (google maar eens naar, ‘missing years on the jewish calendar’.) Onze eigen Gregoriaanse burgerkalender is daarom meer geschikt om de ‘gezette tijden’ van JHWH te bepalen. Tevens wordt er vandaag beweerd dat het jaar 1917 een jubeljaar was. Om hier zekerheid over te krijgen blikken we terug in het verleden. In het jaar 1917 werd door de minister A.J. Balfour van 103
Engeland een Verklaring getekend met de intentie om het Judeese volk dat in de wereld zwierf een thuisplaats te geven in het land dat toen Palestina genoemd werd. Pas in 1918 trokken de toenmalige bezetters, de Ottomanen (Turkije) zich terug uit het land dat nu de staat Israël heet. Naar mijn inziens is niet het jaar 1917, maar 1918 een jubeljaar. Ook van het jaar 1967 wordt gezegd dat het tot een jubeljaar behoort. In dat jaar werd Jeruzalem tijdens de zesdaagse oorlog door de Judeeërs heroverd en kwam het weer in bezit van het Judeese volk, waarna een gedeelte (denk aan de tempelberg) weer terug gegeven werd aan de voorheen toenmalig bewoners die uit verschillende omstreken kwamen en zich vandaag de dag Palestijnen noemen. Tussen het jaar 1918 en 1967 zit precies 49 jaar in overeenstemming met de telling van de sabbatsjaren om tot een jubeljaar te komen. Als deze data juist zijn, dan zou het volgende jubeljaar 49 jaar later uitkomen in het jaar 2016. Let op: het is een aanname, we moeten minstens nog een berekening hebben die deze stelling verifieert. Daarnaast is de grote vraag of het komende jaar 2016 dan niet het laatste jubeljaar kan zijn uit een reeks van 70 jubeljaren. We gaan dit verder onderzoeken. Want als dat zo is dan zou in het jaar 2015 op de 10de dag van de 7de maand Etanim (Thisri) de laatste bazuin op Jom Kipoer kunnen klinken die wellicht het laatste Jubeljaar inluidt. Daarnaast zou, en daar verwijst de Bijbel van kaft tot kaft naar, ‘de Dag des Heren’ plotseling kunnen beginnen. Met deze wetenschap is het verbondsvolk in staat om zich op tijd voor te bereiden op de komende tweede grotere exodus. Dit zou dan ook kunnen betekenen dat in het jubeljaar 2016, de tweede komst van Jeshua zou kunnen plaatsvinden. Dat zou in eens wel heel erg snel zijn! Het lijkt enigszins onoverzichtelijk maar dat komt omdat er in 2015 en 2016 dan veel profetieën in vervulling zullen gaan. Het Bijbelvers hieronder gaat over de komende gebeurtenissen die gelden voor het gehele volk Israël (de twee huizen) in de periode vòòr het zeventigste en laatste jubeljaar. 104
Wees dan waakzaam Openbaring 12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. Wat betekent Een tijd en tijden en een halve tijd? In dit vers wordt een moment in de tijd genoemd als, ”een tijd en tijden en een halve tijd”, die in de context van ‘de grotere exodus’ wat benoemd is in hoofdstuk 4 nog onbeantwoord is gebleven. Het Hebreeuwse woord IDDAN dat met ‘tijd’ en ‘tijden’ is vertaald, is niet hetzelfde als het Hebreeuwse woord voor JOM dat met ‘dag’ wordt vertaald. IDDAN kan en mag dus niet vergeleken worden met een periode van bijvoorbeeld 1260 dagen of drie en half jaar. De uitspraak ”een tijd en tijden en een halve tijd”, is een parabel (gelijkenis), die ook nog profetisch is, en dus alleen door de Bijbel zelf uitgelegd mag worden. (2 Petrus 1:20). Wat we graag willen weten is wanneer die dag zal aanbreken als wij arendsvleugels krijgen die ons naar de woestijn van de volken zal brengen. Dit met het oog op het voorbereiden van de komende grotere exodus. In het boek Daniël en zoals we dat in de vorige les hebben gezien niet altijd begrepen wordt, lezen we in hoofdstuk 9: “Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen (Dan.12:4). Jarenlang wordt het boek Daniël al bestudeerd maar nu ‘in de tijd van het einde’ mogen we het ook verstaan. De kennis, en dan gaat het natuurlijk over geopenbaarde kennis van JHWH (van Zijn Woord) en niets anders, is in ‘deze tijd van het einde’ enorm toegenomen door het bestuderen van o.a. deze Daniëlteksten. Daniël is “de profeet onder de profeten” en wat hij opschreef is de kern is van het Evangelie van het Koninkrijk. Bijbelstudenten noemen het boek Daniël (hoofdstuk 9) dan ook “de ruggengraat” van 105
de Bijbel. Wil je de eindtijdprofetieën begrijpen, dan zul je Daniël moeten bestuderen. In het boek Daniël liggen de sleutels om de eindtijdprofetieën te begrijpen en te verstaan zodat je mag weten in welk jaar en maand ‘de Dag des Heren’ valt. Onderstaande 2 afbeeldingen hebben betrekking op het visioen van de 70 sabbatsjaarweken uit Daniël hoofdstuk 9.
.
Daniel 9:21- 24a terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, kwam de man Gabriël, die ik in het begin in het visioen gezien had, snel aangevlogen en raakte mij aan, omstreeks de tijd van het avondoffer. Hij begon mij te onderwijzen en sprak met mij. Hij zei: Daniël, nu ben ik eropuit gegaan om u de betekenis te doen begrijpen. Bij het begin van uw smeekbeden is er een woord uitgegaan en nu ben ik zelf gekomen om u dat te vertellen, want u bent zeer gewenst. Begrijp dan dit woord en krijg inzicht in het visioen. Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te
106
Wees dan waakzaam beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen” De engel Gabriël die het antwoord van JHWH doorgaf zei heel toepasselijk: “Daniël, nu ben ik eropuit gegaan om u de betekenis te doen begrijpen”. Zeventig (sabbatsjaren) weken (70 x 7 jaar = 490 jaar) zijn er bepaald…om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen en de ongerechtigheid te verzoenen. 70 Sabbatjaarweken is een goddelijke volheid van 70 op een goddelijke volheid van 7 sabbatsjaren. Deze Zeventig zijn er bepaald om de eerste komst van de Messias aan te geven en de schuld door de overtredingen die het volk heeft begaan te beëindigen. Kijk nu goed naar de indeling van de tijden op beide afbeelding. Je ziet een tijd (7 weken), tijden (62 weken) en een halve tijd (de helft van 1 week) dat in drie momenten in de geschiedenis, een zeer belangrijke gebeurtenis aangeeft waarvan een derde moment ‘een halve tijd’ is. Op de tweede afbeelding geeft de drie en half jaar, de helft van een sabbatsjaar aan. We zien dat Jeshua het middelpunt is van het sabbatsjaar (7 jaar), doordat Hij met Zijn leven het sabbatsjaar door midden gesneden heeft zoals Hij het offer is voor het verbond dat opnieuw gesneden is. Hij is immers de Heer van alle sabbatten en de sabbat het teken van het verbond. Laten we beginnen met het verklaren van de profetische parabel (gelijkenis) genaamd ‘een halve tijd’. Mat.27:46 Ongeveer op het negende uur (om 3 uur middags) riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachthani? Dat betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Jeshua stierf omstreeks het derde uur dat berekend wordt vanaf de eerste avond die deel uitmaakt van het Bijbelse begrip: 'tussen twee avonden'. “U moet het in bewaring houden tot de veertiende dag van deze maand, en heel de verzamelde gemeenschap van Israël zal 107
het slachten tussen twee avonden” (Ex.12:6) Letterlijk staat er in het Hebreeuws ‘tussen twee avonden’ en niet ‘tegen het vallen van de avond’. De eerste avond begon destijds wanneer de zon op haar hoogste punt stond en dan naar beneden daalde (12 uur s ‘middags). De tweede avond ging in wanneer de zon achter de horizon verdween. (6 uur namiddag). Toen Jeshua ongeveer om 3 uur s ’middags stierf vervulde Hij ‘een halve tijd’ van ‘tussen twee avonden’. Hieronder volgt de uitleg van het doormidden snijden van ‘een week’: Mat.28:1 Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken. En de engel zei; "Hij is hier niet, want Hij is opgestaan zoals Hij gezegd heeft" (vers 6a). Jeshua lag volgens het teken van Jona drie dagen en drie nachten in het graf. “Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn (Mat.12:40). Als we drie hele dagen en drie hele nachten terug tellen, dan stierf Jeshua rond 3 uur op de woensdagmiddag en stond Hij op de wekelijkse sabbat op en daarmee vervulde Hij als Heer van de Sabbat ‘een halve tijd’ van een (sabbats)week. Op Pesach 14 Abib, woensdagavond 25 april, 31 Na Chr. (Gregoriaanse kalender), was er om 19:59 uur in Jeruzalem een 100% volle maan te zien op Pesach 14 Abib. (Bron: NASA) Dat betekent dat de volgende dag, 15 Abib het Feest van Ongezuurde Broden aanbrak. Hieronder volgt de uitleg van het doormidden snijden van ‘een sabbatsjaar’ Als Jeshua de vervulling is van ‘de halve tijd’ (van alle sabbatten) dan is Hij ook gestorven precies tussen twee sabbatsjaren in. En is/zijn de sabbat(ten) werkelijk een teken van het Eeuwige 108
Wees dan waakzaam Verbond. Jeshua is namelijk het offer dat gesneden is om het Verbond tussen JHWH en Zijn kind(deren) te herstellen. Jeshua is gestorven op Pesach, 14 Nisan (voorjaar) in het jaar 31 na Chr. Dan zou er drie en half jaar daarvoor in het jaar 27 na Chr. een sabbatsjaar zijn geweest en 7 jaar later, in het jaar 34 na Chr. ook. We kunnen dit als volgt controleren. Als we bij dat jaar 27 na Chr. 284 sabbatsjaren erbij optellen (284 x 7 jaar = 1988 jaar) dan komen we uit op in het jaar 2015 als sabbatsjaar (27 + 1988 = 2015). Het vermenigvuldigingsgetal 284 is hier niet van belang, het kan elk getal zijn als het totaal (hier 1988) maar een meervoud van sabbatsjaren (7 jaar) is. We zien dat Jeshua ook de vervulling is van ‘een halve tijd’ van een sabbatsjaar. En we hebben een (dubbele) match met het jaar 2015 als sabbatsjaar. Als Jeshua de vervulling is van het (ver)nieuw(d)e verbond, dan wordt die dag, woensdag 14 Nisan 31 na Chr. ‘een halve tijd’ genoemd overeenkomstig Zijn offer aan het kruis toen Hij gesneden (KARATH) werd en het verbond dat door Israël verbroken was weer herstelde. Nu kijken we of Jeshua volgens deze ‘sabbatsharmonie’ ook op de helft van een jubeljaar is gestorven. Dus op de helft van 49 jaar wat gelijk is aan zeven sabbatsjaren. Met het verkrijgen van 70 jubeljaren (dat is een tijd die volgens Daniël 9 bepaald is, “70 is bepaald”) kunnen we ook uitrekenen of 2016 het 70ste jubeljaar is die het begin van het Messiaanse Koninkrijk inluidt. Om het juiste jaar te kunnen bepalen waarin het laatste jubeljaar valt, zullen we eerst moeten weten wanneer het volk Israël onder leiding van Jozua het beloofde land is binnengetrokken. Immers, van toen af aan kreeg het volk de opdracht om sabbatsjaren en jubeljaren te onderhouden en deze te tellen. Leviticus 25:1:4 JHWH sprak tot Mozes bij de berg Sinaï: Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in 109
het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor JHWH. Zes jaar mag u uw akker bezaaien, zes jaar mag u uw wijngaard snoeien en de opbrengst ervan inzamelen. Maar in het zevende jaar moet het voor het land sabbat zijn, een periode van volledige rust, een sabbat voor JHWH. Leviticus 25:8-9 Verder moet u voor uzelf zeven sabbatsjaren tellen, zeven keer zeven jaar, zodat de perioden van de zeven sabbatsjaren negenenveertig jaar voor u zijn. Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand (Jom Kipoer), bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. Er is geen duidelijke bron die aangeeft in welk jaar het volk Israël het beloofde land binnen ging. Toch kunnen we wel enigszins nagaan wanneer de uittocht uit Egypte plaatsvond. In mijn onderzoek vond ik meerdere keren het jaartal 1456 v. Chr. Zoals hier onderstaand. 1 Nisan – (1456 BC) – First mitzvah; "Head of Months" On the first of Nisan of the Hebrew year 2448 (1456 BC, two weeks before the Exodus), according to the Book of Exodus 12:1-2, "God spoke to Moses and to Aaron in the land of Egypt" instructing them regarding the setting of the Jewish calendar and that "this month shall be for you the head of months, the first of the months of the year." This is regarded as the first mitzvah (divine commandment) given to the Children of Israel. On that occasion God also commanded them regarding the Passover offering and the various observances of the festival of Passover. (Bron: Wikipedia) De jaren die tevoorschijn kwamen die ouder zijn dan deze datum kunnen we vergeten, want dat zou betekenen dat het 70ste jubeljaar al geweest is, nu bezig is of in 2015 aanvangt. Verder vond ik ook jongere datums zoals 1446 voor Chr. die de eerste exodus uit Egypte aangaven. Het probleem is alleen dat er geen match is met de 110
Wees dan waakzaam jubeljaren 1918 en 1967. Verder mogen we niet vergeten dat een jubeljaar altijd moet volgen op een sabbatsjaar. We nemen optioneel als uitgangspunt het jaar 1456 v. Chr. aan als eerste woestijnwoestijnjaar omdat het volk Israël in de eerste maand (Abib) Egypte verliet. Nu volgt voor sommigen een ingewikkelde rekensom; Tel bij het woestijnjaar 1456 v. Chr., nog 39 jaar woestijnperiode op en je komt op 1417 v. Chr. als laatste woestijnjaar dat het totaal van 40 jaar woestijnperiode afsluit. Dan is het jaar dat daarop volgt, 1416 v. Chr. het eerste jaar voor onze sabbatstelling. Volgens Gabriël is 70 bepaald. 70 x 7 x 7 = 3430 jaar. Het 3430ste jaar na de intocht in het beloofde land is het laatste sabbatsjaar. Hier moeten we 1 jaar voor het overgangsjaar nul bij optellen (die telt niet mee, maar zit wel in onze Gregoriaanse jaartelling die van het voor Chr. – 0 – na Chr.), dan wordt het 3431 jaar om tot de laatste sabbatsjaar te komen -1416 voor Chr. + 3431 = het jaar 2015. Het jaar dat hierop volgt is dan het 70ste en laatste jubeljaar 2016. Of anders gezegd op onze Gregoriaanse burgerkalender begint het 70ste jubeljaar in het voorjaar (Abib) van het jaar 2016. Om deze stelling te verifiëren moeten we alleen nog controleren of er een jubeljaar (7 x 7 jaar = 49 jaar) door midden wordt gesneden als ‘een halve tijd’. We kunnen volgens dezelfde telling het dertigste jubeljaar uitrekenen. Ik kies voor het 30ste jaar omdat er minsten 40 jubeljaren moeten overblijven na Pesach (kruisiging), overeenkomstig de woestijnperiode van 40 jaar van de eerste generatie van het volk Israël. Tel bij het eerste jaar 1416 voor Chr. 30 jubeljaren (30 x 7 x 7 = 1470 jaar) op om aan het einde van het 30ste jubeljaar te komen. -1416 + 1470 + 1 (extra voor het jaar 0) = het jaar 55 na Chr. Het jubeljaar daarvoor is dan het jaar 55 – 49 jaar = het jubeljaar 6 na Chr. Op de helft ‘een halve tijd’ van jubeljaar 6 en jubeljaar 55 ligt 111
30,5 ofwel het jaar 31 na Chr. Ook dit jaar komt overeen, want in dat jaar is Jeshua gesneden en heeft daarmee als Heer van de Sabbat ook het jubeljaar vervuld. (zie de 2de afbeelding). Dus in het boek Daniël zit een verborgen jubeljaar dat in onze jaartelling het jaar 2016 aangeeft en dat in dat jaar de tweede komst van Jeshua voorzegt wordt, "zeventig is bepaald". Waarschijnlijk is het je opgevallen dat ik de zin van Gabriël in Daniël 9 vers 24 niet geheel heb afgemaakt. Jeshua deed dit ook, toen Hij uit Jesaja 61 voorlas in Lucas 4 vers 18-19. Hieronder volgt het vers nog een keer in zijn geheel waarbij het 2de gedeelte in vet gedrukt is. Daniel 9:24 Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven. Letterlijk staat er in deze vetgedrukte woorden, “gerechtigheid van eeuwigheden” en ook “Heiligheid van heiligheden”. Dit zijn verwijzingen naar het laatste 70ste jubeljaar, het begin van het ‘aangename jaar des Heren’. Waarbij (alle) “visioenen en uitspraken van de profeten in vervulling zijn gegaan”. Volgens Gabriel zijn er 70 sabbatsjaren bepaald. Maar in deze zin zien we ook dat dit voor 70 jubeljaren geldt. Daniël 9 voorzegt niet alleen de eerste komst van Jeshua (die letterlijk is vervuld) maar het voorzegt hier ook de tweede komst van Jeshua! Het boek Daniël is niet meer gesloten maar in deze eindtijd geopend voor een ieder die het verstaat of wil verstaan. Volgens deze profetie zal het jaar 2016 een bijzonder jubeljaar zijn waarin we de 2de komst van Jeshua mogen verwachten; en dit wordt aangekondigd in het jaar 2015, volgens de (verborgen) Bijbelse kalender in “de zevende maand, op de tiende dag van de maand (Jom Kipoer), bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoen112
Wees dan waakzaam dag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken” (Leviticus 25:9). Het woord dat Gabriël aan Daniël doorgaf: "Zeventig weken zijn er bepaald” (Dan.9:24) heeft dus een dubbele betekenis. Het Hebreeuwse woord of woorden “shâbûa‛ shâbûa‛ shebû‛âh” dat in onze Bijbels met weken is vertaald kan nog beter worden vertaald met zevens (meervoud). Zeventig zevens betekent zeventig sabbatsjaren en ze verwijzen naar de eerste komst van Jeshua naar de aarde. Zeventig zevens betekent ook zeventig jubeljaren en ze verwijzen naar de tweede komst van Jeshua naar de aarde. Het nummer zeven is altijd gerelateerd aan een volheid, 7 sterren in Zijn hand, 7 gemeenten, 7 bazuinen, 7 zegels, het lam met 7 hoorns. De eerste komst van Jeshua is exact uitgekomen zoals in Daniël 9 vers 24 voorzegd is. Slechts enkelen hebben dit woord verstaan en begrepen, zoals Simeon en Anna (Lukas 2:25-37). In de Bijbel wordt nog een keer melding gemaakt van ‘een tijd, tijden en een halve tijd'. Daniël.7:23 Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. (vers 25) Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. We spreken hier dan over de gruwel der verwoesting waar Jeshua naar verwijst, waarover in het vorige hoofdstuk 7 gesproken is. In hoofdstuk 2 staat vermeld dat dit vierde beest weleens de Verenig113
de Naties zou kunnen zijn, die in de nabije toekomst de Nieuwe Wereld Orde zal regeren onder leiding van de kleine hoorn. De V.N. werd opgericht op 25 april 1945. Zeventig (tijden) zijn vastgesteld voor een tijd, tijden en een halve tijd. (Let wel: dit zijn geen sabbatseenheden). 1945 + 70 jaar = het jaar 2015. Volgens Daniel’s eindtijdprofetie zal het vierde dier als vertegenwoordiger van alle natiën niet ouder worden dan zeventig jaar. 2015 zal het laatste jaar zijn dat het vierde dier nog leeft, een profetische tijd, tijden en een halve tijd. Met de komst van ‘de Dag des Heren’ in het najaar van 2015, zal de toorn van JHWH een einde maken aan de macht van dit vierde en laatste dier en in het jaar 2016 doen ophouden te bestaan. Uitgaande dat de combinatie van de voorjaars equinox, de eerste gerstoogst en de nieuwe maan op tijd is, vieren we vijf dagen na Jom Kipoer dat op 23 september 2015 valt, de eerste dag van Soekot (loofhutten). Het is dan 28 september 2015. (of een maand later op 24 oktober voor Jom Kipoer en 29 oktober voor Soekot). Als dan het verbondsvolk in de woestijn der volken veilig in tenten is ondergebracht onder bescherming van de arendsvleugels van JHWH, zou ‘de Dag des Heren’ wel eens van start kunnen gaan. Als de berekeningen kloppen, rest ons niet veel tijd meer om ons voor te bereiden op de komende grotere exodus. Joël geeft aan om een bijzondere samenkomst te beleggen om hier met elkaar over te praten. “Laten we de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u ‘de grote dag’ ziet naderen” (Hebr.10:25). Joël zegt: “Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van JHWH komt, ja, is nabij! Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken, ja, donkere wolken. Zoals de dageraad zich over de bergen verspreidt, verspreidt zich een groot en machtig volk, zoals er niet geweest is van oude tijden af, en er hierna niet meer 114
Wees dan waakzaam zal zijn, jarenlang, van generatie op generatie” (Joel.2:1-2). Volgt het volk dan ook zijn raad op? Blaas de bazuin in Sion, kondig een vastentijd af, roep een bijzondere samenkomst bijeen. VerVerzamel het volk, heilig (apart zetten) de gemeente, breng de oudsten bijeen, verzamel de kleine kinderen en de zuigelingen. Laat de bruidegom uit zijn binnenkamer gaan, de bruid uit haar slaapkamer. (Joel.2:15)
115
116
Wees dan waakzaam
9. Hem tegemoet in de wolken 23 september 2015 is een potentiele dag om bij stil te staan. Het is de grote Verzoendag (Jom Kipoer) waarop de bazuin (sjofar) geblazen wordt om wellicht het 70ste jubeljaar dat op 1 Abib 2016 begint aan te kondigen. Behalve dat het jubeljaar wordt aangekondigt zal vanaf die dag ook ‘de Dag des Heren’ plotseling kunnen beginnen. Voordat dit verschrikkelijke oordeel begint, zal het verbondsvolk arendsvleugels krijgen om haar in veiligheid te brengen op een; ‘afgesproken plaats’ (Openbaring 12:14), zoals ook voorzegd in Ezechiël 20 vers 35 ‘in de woestijn onder de volkeren’. Daar zal zij voor een tijdsbestek van ongeveer één jaar verblijven tot de fysieke komst van Jeshua in het 70ste jubeljaar (één profetische dag staat voor één jaar). Jeshua heeft toegezegd dat Hij deze tijd ter wille van de uitverkorenen zal inkorten, met hoeveel dagen dat is, is niet bekend. Openbaring 12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. Met betrekking tot deze derde en laatste fragment van de vrouw uit Openbaring 12 vers 4 van het visioen dat Johannes zag, hebben we op een drietal vragen een antwoord gekregen, n.l. over wie, hoe en wanneer deze profetie in vervulling gaat. 1. Wie? Het laatste beeld van de vrouw is het overige van haar nageslacht, de laatste generatie, vertegenwoordigt door de 12 stammen van Israël. Het huis Juda, het huis Israël/Efraïm en alle metgezellen die met hen meegaan. Die de geboden van de Vader naleven en het getuigenis van de Messias hebben. 117
2. Hoe? We weten dat er een tweede grotere exodus aankomt die ons ergens in de woestijn van de volken zal leiden met als bestemming het 1000 jarig Messiaans Koninkrijk. 3. Wanneer? Wij wandelen niet in duisternis, maar zijn kinderen van het licht. We weten wanneer het de tijd is om ons voor deze exodus te verzamelen. Ruim een jaar vòòrdat het 70ste jubeljaar aanvangt. Dit jaar kenmerkt zich als ‘de Dag de Heren’ dat ook bekend staat als ‘Jakobs benauwdheid’. We hebben in eerdere hoofdstukken behandeld hoe deze dag wordt aangekondigd door de vele gelegenheden (bazuinen) en door de “gezette tijden”, de sabbatten van JHWH. Iedere gelovige die in het licht van de Torah wandelt, zal weten wanneer ‘die Dag des Heren’ als een dief in de nacht komt. De andere gelovigen (de dwazen en zij die slapen) zeggen dat niemand ‘die dag’ kan weten, want Jeshua zei: “Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader” (Mat.24:36). Helaas lezen velen niet de context, waar Jeshua met “die dag” naar verwijst; “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan” (Mat.24:35). Jeshua verwijst met “die dag” in vers 36, naar het vers daarvoor, de komst van de achtste dag, dat aan het einde van het 1000 jarig vrederijk aanvangt. “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer” (Openbaring 21:1). De overgang van het 1000 jarige Vrederijk naar die achtste dag weet niemand, dan alleen de Vader. Maar wij spreken en kijken vol verwachting uit naar een andere dag waar jarenlang over gepredikt en gesproken is; het Evangelie van het (komende) Koninkrijk van JHWH. En die dag is aanstaande. Vele gelovigen zijn van mening dat zij de 'Dag des Heren' die, aan de komst van het komende Koninkrijk op aarde voorafgaat niet zullen meemaken. Zij geloven namelijk dat zij vroegtijdig van deze 118
Wees dan waakzaam aarde worden weggenomen, weggerukt of opgenomen. ‘Wegneming van deze aarde’ betekent echter sterven. Als we spreken over het komende oordeel lezen we; “Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden” (Mat.24:40). Ook hier wordt deze waarschuwing die Jeshua geeft, vaak niet in de context gelezen. Let op waarmee deze zin begint, met de koppel-woorden 'Dan... zullen' verwijst Jeshua naar de vorige tekst; “Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen” (Mat.24:38-39). Jeshua spreekt hier over het oordeel dat over de wereld komt, voor en tijdens ‘de Dag des Heren’. In beide Bijbelverzen wordt gesproken over het wegnemen of weghalen, verwijderen van deze aarde. Net zoals dat in de dagen van Noach en in de dagen van Lot plaatsvond. De mensheid in Sodom en Gomorra zijn door het vuur omgekomen en weggenomen van de aarde maar Lot werd daaruit gered en kreeg een schuilplaats in Soar. (Gen.19:22). Zowel Noach als Lot bleef op de aarde achter. Daarom bad Jeshua voor Zijn volgelingen: "Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze" (Joh.17:15). Jeremia 32:37 Zie, Ik ga hen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen in Mijn toorn, in Mijn grimmigheid en in grote verbolgenheid verdreven zal hebben, en Ik zal hen terugbrengen naar deze plaats en hen onbezorgd doen wonen. De vraag waar vele gelovigen nog mee worstelen is, op welke wijze ‘de twee vleugels van een grote arend’ aan de gelovigen worden gegeven. De arendsvleugels die ons uiteindelijk naar onze ‘afgesproken plaats’ zullen brengen, dat wat tevens onze bescherming zal zijn en ons ‘buiten het gezichtsveld van de slang’ zal houden. Merk op dat tijdens deze periode in ‘de Dag des Heren’ de ver119
drukking van de slang en zijn strijd tegen de vrouw gewoon doorgaat. De tegenstander is dan nog niet in de poel des vuur geworpen. De paralleltekst met Openbaring 12 vers 14 is Exodus 19 vers 4; “U hebt zelf gezien wat Ik (JHWH) met de Egyptenaren gedaan heb en hoe Ik u op arendsvleugels gedragen en u bij Mij gebracht heb.” Volgens Salomo is er niets nieuws onder de zon: wat geweest is zal weer gebeuren. Alleen is de komende tweede exodus zo groot, zo indrukwekkend en massaal, dat er dan niet meer over de eerste exodus gesproken zal worden. ”Daarom zie, er komen dagen, spreekt JHWH, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar JHWH leeft, Die de Israëlieten geleid heeft uit het land Egypte, maar: Zo waar JHWH leeft, Die het nageslacht van het huis van Israël geleid heeft en Die het gebracht heeft uit het land in het noorden en uit al de landen waarheen Ik hen verdreven had: zij zullen wonen in hun eigen land” (Jeremia 23:7-8). Deuteronomium 28:49 JHWH zal een volk van ver weg tegen u doen opkomen, van het einde van de aarde, zoals een arend aan komt zweven; een volk waarvan u de taal niet verstaat, In deze profetische woorden geven Mozes en Johannes te kennen dat het volk dat uitgeleid wordt, zal lijken op een arend. “De vrouw vliegt naar de woestijn” en “een volk komt op, zoals een arend aan komt zweven”. Deze Bijbelse manier van spreken: “hoe Ik u op arendsvleugels gedragen heb”, duidt op een bovennatuurlijk ingrijpen van JHWH. “Ik (JHWH) echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb” (Jer.23:3a). Het is een persoonlijk ingrijpen van JHWH door Zijn Ruach. Zoals de arend zijn vleugels spreidt en de wind hem op tilt, zo behoren wij naar de Ruach van JHWH te luisteren om door de wind naar de ‘afgesproken plaats’ in de woestijn van de volken gebracht te worden. “De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar 120
Wees dan waakzaam u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is” (Joh.3:8). “Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken, ja, donkere wolken. Zoals de dageraad zich over de bergen verspreidt, verspreidt zich een groot en machtig volk, zoals er niet geweest is van oude tijden af, en er hierna niet meer zal zijn, jarenlang, van generatie op generatie. Ervóór verteert een vuur, en erachter verzengt een vlam” (Joël 2:2-3). Joël spreekt hier over een dag van oordeel die over de mensheid en de aarde komt en tegelijkertijd over een hereniging van het verbondsvolk van JHWH. Joël spreekt hier ook over wolken, ja, donkere wolken (meervoud). Voor de wetteloze die JHWH niet kennen en de gelovigen die zich niet hebben voorbereidt komen er donkere wolken. Maar voor de verbondsgelovigen zijn diezelfde wolken lichtgevend en hoopvol. “Hij kwam tussen het leger van Egypte en het leger van Israël. De wolk was duisternis en tegelijk verlichtte hij de nacht. De een kon niet in de nabijheid van de ander komen, heel de nacht (Ex.14;20). En “Het volk bleef op een afstand staan, maar Mozes naderde tot de donkere wolk, waar Elohim was (Exodus.20:21). Een groot en machtig volk verspreid zich over deze aarde uit. Het is de schare die niemand tellen kan, geheel in overeenstemming met het verbond dat JHWH met Abraham sloot. Het is tevens de vervulling van een profetie uit Daniël; “Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde (Dan.2:35). Op deze 'Dag des Heren' zal korte metten gemaakt worden met het koninkrijk van de tegenstander. Babylon zal eindelijk vallen en de vrouw Israël zal op deze aarde vertegenwoordigd zijn, als een berg die heel de aarde vervuld. 1.Thes.4:15-17 Want dit zeggen wij u met een woord van JHWH, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin 121
van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Hierboven wordt niet beschreven dat Jeshua fysiek naar de aarde terugkeert. Maar Hij is hier wel vertegenwoordigd ‘in de wolk’, net als bij de eerste exodus. Verder schrijft Johannes over de komst van een engel met bijzondere kenmerken naar de aarde, maar (nog) niet over de fysieke wederkomst van Jeshua. Openbaring 18:1 Hierna zag ik een andere engel neerdalen uit de hemel. Hij had grote macht, en de aarde werd verlicht door zijn heerlijkheid. Hier wordt een engel (boodschapper) aangeduid die afwijkt van de engelen die op bazuinen blazen. Deze boodschapper heeft vanuit zichzelf grote macht en is in staat om met Zijn Heerlijkheid, Glorie en Kracht de gehele aarde te verlichten. Volgens mij kan dit niemand anders zijn dan Jeshua die via de Geest van de Messias (Heilige Geest) een boodschap heeft voor Zijn volgelingen. Als je verder leest in Openbaring 18 lezen we dat het oordeel over de wetteloze en ongelovige mens gekomen is. De gehele aarde bevindt zich in duisternis (de donkere wolken die beschreven worden in Joël 2 vers 2 en 3). Gelijktijdig zal voor het verbondsvolk het Licht opgaan. Het Licht van Jeshua komt in de vorm van Zijn Heerlijkheid en Glorie. Dit is te vergelijken met de komst van de Wolk der Heerlijkheid, zoals Hij ook bij de eerste exodus aanwezig was. Paulus zegt in 1 Thess.4 vers 17; op die dag zullen wij in de wolken worden opgenomen, daar zullen we een ontmoeting met de Heere hebben. We spreken hier over een ‘geestelijke wolk’ zoals we ook over ‘geestelijke arendsvleugels’ spreken. Want, natuurlijke wolken bestaan uit waterdruppels die wederkeren naar de aarde om 122
Wees dan waakzaam die te bevochtigen. De Bijbel spreekt ook niet dat we 'op' een wolk gaan maar dat we 'in' de wolk(en) gaan. Paulus heeft het over DE WOLK. Daarnaast kan het Griekse woord dat hier met ‘lucht’ vertaald is ook met ‘adem’ vertaald worden. Dan spreken we over de Heilige Geest, de Ruach van JHWH. Het is Elohim Zelf die in de wolk zal nederdalen zoals Hij dat bij de eerste exodus ook deed! En zo zal Hij ons opnieuw begeleiden. 1 Kor.10:1-2 En ik wil niet, broeders, dat u er geen weet van hebt dat onze vaderen allen onder de wolk waren en allen door de zee zijn gegaan, en dat allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, en allen hetzelfde geestelijke voedsel gegeten hebben, en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus. Paulus spreekt hier vooral tegen ‘de laatste generatie’ en herinnert hen aan bovenstaande belangrijke gebeurtenissen. “Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is.” Als wij ervanuit mogen gaan dat wij de laatste generatie van de vrouw zijn, dan ondergaan wij dezelfde doop in de wolk zoals de vaderen in de tijd van Mozes, de eerste generatie van de vrouw, die in de eerste exodus ook onder de wolk waren. “En dan zullen zij (wij) de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid (Luk.21:27). We kunnen de conclusie trekken; als er geen wolk is, dan is er ook geen exodus. Beiden horen onlosmakelijk bij elkaar. Vanaf Genesis tot en met Openbaring wordt hierover gesproken zodat het verbondsvolk zich hierop kan voorbereiden. Nochtans zijn er maar weinig gelovigen de hiervan op de hoogte zijn, omdat wij, zoals ik eerder aangaf, een ander gedachtegang hebben geleerd. Maar als je de Schrift wilt geloven, geloof dan alleen wat de profeten en apostelen ons leren. Paulus bevestigt wat de profeten verkondigd 123
hebben in 1 Kor. 10 en verwijst naar de gebeurtenissen tijdens de eerste exodus met de focus op de Wolk der heerlijkheid. Dan zien we dat Elohim JHWH zich allereerst aan Zijn kinderen bekend maakte in de Wolk. Exodus13:21-22 JHWH ging voor hen uit om hun de weg te wijzen, overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een lichtende vuurzuil. Zo konden ze dag en nacht verder trekken. Overdag ging de wolkkolom het volk voortdurend voor, en ’s nachts de vuurzuil. Numeri 9:17-18 Telkens als de wolk zich van de tent verhief trokken de Israëlieten verder, en op de plaats waar de wolk stilhield sloegen ze hun kamp op. Op bevel van JHWH trokken de Israëlieten verder, en op bevel van JHWH sloegen ze hun kamp op. Zolang de wolk op de tabernakel rustte, bleven ze op de plaats waar ze waren. Tijdens het komende onheil dat op deze aarde zal gaan plaatsvinden is de Ruach (Geest) van JHWH, middels de geestelijke wol(ken) aanwezig bij Zijn kinderen om hen in veiligheid te brengen. JHWH verschijnt in de wolk (Lev.16:2). Terwijl Aäron tot heel de gemeenschap van de Israëlieten sprak en zij zich naar de woestijn keerden, gebeurde het dat, zie, de Heerlijkheid van JHWH in de wolk verscheen (Ex 16:10). Bij de inwijding van de eerste Tempel verscheen de wolk van Gods Heerlijkheid en vulde het heiligdom. Bij de tweede Tempel heeft zich dat niet meer voorgedaan, immers het verbond tussen JHWH en het volk was verbroken. Ook de ark des verbond, waar de Ketubah, JHWH's Verbondsakte in was opgeborgen, was niet meer aanwezig in de tweede Tempel. Toch zien we de wolk van JHWH weer verschijnen ten dage dat Jeshua op aarde was. Mat.17:1-5 Zes dagen later nam Jeshua Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij (Jeshua) van gedaante, zijn 124
Wees dan waakzaam gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jeshua: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’ Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’ Zowel Jeshua, Mozes, Elia, Petrus, Jakobus en Johannes waren in de wolk, toen er een stem uit die wolk klonk. Ook wanneer wij in de wolk zullen zijn, zullen wij Zijn Heerlijkheid aanschouwen. Het verschijnsel van de wolk is door de hele Bijbel terug te vinden en is een Bijbels begrip dat iedere gelovigen zou moeten weten. Als je ernaar uitstrekt kun je de wolk der Heerlijkheid, de Ruach van JHWH ook vandaag ervaren. Het is de aanwezigheid van JHWH bij/onder de mensen. In Exodus (19:10) werd al gesproken van de Heerlijkheid van JHWH, die bij de huidige Judeeërs bekend staat als de Shekinah. De Shekinah is de plaats waar JHWH verblijft, de plaats waar Elohim wil wonen. Er zijn vele teksten in Bijbel die over de wolk der Heerlijkheid van JHWH spreken, ik tel er precies 88 in 80 verzen. Is 888 niet de getalswaarde van de Messias? Bij de arendsvleugels die ons naar onze ‘afgesproken plaats’ in de woestijn brengt gaat het om IN de aanwezigheid, de Glorie en Heerlijkheid van JHWH te zijn. Als JHWH bij machte is om bij de eerste exodus in één wolk aanwezig te zijn om heel Israël te leiden en te beschermen, dan is Hij ook bij machte om in meerdere wolken (meervoud) bij de tweede grotere exodus meerder groepen te leiden en te beschermen. Het is moeilijk te bevatten, als je de wolk van Zijn Heerlijkheid nog niet eerder hebt meegemaakt, maar je zult het begrijpen wanneer je in de wolk bent. 125
Handelingen 11:26 En het gebeurde dat zij een heel jaar met de gemeente samenkwamen en een grote menigte onderwezen en dat de discipelen voor het eerst in Antiochië christenen genoemd werden. De volgelingen van Jeshua in de gemeente te Antiochië die een jaar lang door de apostelen onderwezen waren, werden voor het eerst christenen genoemd. Het woord 'christenen' is een afgeleide vertaling van het Griekse woord 'Christos'. En Christos is hetzelfde Hebreeuwse woord als "Messiach". Een betere en mooiere vertaling naar het Nederlands is 'zalving'. De gemeenteleden in de gemeente te Antiochië noemde zichzelf 'de gezalfden' (van JHWH) naar het beeld van Jeshua. Want Jeshua is DE GEZALFDE (De Messias). Ook zij, de gemeenteleden te Antiochië, hebben de zalving (Wolk) van JHWH ervaren net zoals Jeshua zei: "De Geest van JHWH is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft", (Lucas 4:18). Micha.2:12-13 Ik (JHWH) zal u, Jakob (héél Israël), zeker verzamelen, geheel en al (alle 12 stammen). Ik zal het overblijfsel van Israël zeker bijeenbrengen. Ik zal het samenbrengen als schapen van Bozra, als een kudde midden in zijn weide. Het zal er gonzen van de mensen. De Doorbreker trekt vóór hen op. Zij zullen doorbreken, door de poort trekken en daardoor naar buiten gaan. Hun Koning gaat vóór hen uit, JHWH gaat aan de spits. De betekenis van Bozra is schaapskooi. Zoals een herder een kudde schapen verzamelt, beschermt en leidt, zal het overige van haar nageslacht, de laatste generatie van de vrouw, bijeen worden gebracht. Elke tegenstand of obstakel zal doorbroken worden. De doorbreker en Koning is hier Jeshua die in de wolk van kracht en heerlijkheid is en voor ons uitgaat. Zo was het bij de eerste exodus en zo zal het weer zijn bij de tweede en grotere exodus. We hebben gelezen dat Hij zal nederdalen in de wolken. “En dan 126
Wees dan waakzaam zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met kracht en grote heerlijkheid” (Lukas 21:27). Jes.42:16-17 En Ik zal de blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door de paden, die zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor hun aangezicht ten licht maken, en het kromme tot recht; deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten. De groter exodus die tijdens Jacobs benauwdheid zal plaatsvinden, zal niet makkelijk zijn. Maar geleid door één Herder, zullen we als één volk het Koninkrijk van JHWH ingaan. Ezra 37:24 En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn. Voor hen allen zal er één Herder zijn. Zij zullen in Mijn bepalingen wandelen en Mijn verordeningen in acht nemen en die houden. Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij zullen daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn. Ezra 37:21-22 En spreek tot hen: Zo zegt JHWH: Zie, Ik ga de Israëlieten (huis Efraïm) nemen uit de heidenvolken waarheen zij gegaan zijn. Ik zal hen van rondom bijeenbrengen en hen naar hun land brengen. Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen van Israël. Zij zullen allen één Koning als koning hebben De Psalmist geeft in Psalm 91 een beschrijving van wat we mogen verwachten als we tijdens Jacobs benauwdheid in de wolk van JHWH zullen zijn. Moge deze Zalving van Jeshua, de wolk der Heerlijkheid jouw deel zijn bij de komende tweede grotere exodus. Psalm 91: Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen 127
JHWH: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn Elohim, op u vertrouw ik.’ Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger en redt je van de dodelijke pest, hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een veilig schild. De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, noch de pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag. Al vallen er duizend aan je linkerzijde en tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. Open je ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft. U bent mijn toevlucht, JHWH. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen. Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen. Leeuw en adder zul je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen. ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is. Roep je mij aan, ik geef antwoord, in de nood zal ik bij je zijn, je bevrijden en met roem overladen, je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.’
128
Wees dan waakzaam
10. Zie de bruidegom komt In dit laatste hoofdstuk bespreken we de voorbereiding en het moment wanneer de tweede grotere exodus van start gaat. We doen dit door het volgen van het scenario dat door Jeshua Zelf aan Zijn volgelingen gegeven is in Mattheus 24. Dit was naar aanleiding van een drietal vragen, “Zeg ons wanneer deze dingen gebeuren?”, “Wanneer is het teken van uw komst?” en “van de voleinding van de wereld?” (Mat.24:3). We weten inmiddels dat de gelegenheden en de tijden elkaar snel opvolgen en elkaar zelfs overlappen. En ook dat er vele misleiders zouden komen die een valse christus prediken en dit tot het einde der tijden zullen volhouden (Mat.24:4-5). Daarom mogen we niet nonchalant worden, maar zoals eerder gezegd moet we waakzaam en voorbereid zijn. Omdat Jeshua met deze waarschuwing begint, “Pas op dat niemand u misleidt”, is dit de belangrijkste waarschuwing waarvoor we op onze hoede moeten zijn. In de Efeze brief geeft Paulus aan dat we weerstand moeten bieden op de dag van het kwaad. Efeze 6:10-13 Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleedt u met de hele wapenrusting van Elohim, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
129
Dat de brief van Paulus in de eerste instantie aan de gemeente te Efeze is geschreven is duidelijk. Maar des te meer heeft het betekenis voor het verbondsvolk dat zich gereed gemaakt heeft en klaar staat om het Koninkrijk van JHWH in te gaan. Dan zal de belofte die in het Verbond geschreven staat welke JHWH aan Abraham gegeven heeft, worden ingelost. JHWH komt Zijn Woord (belofte) altijd na. Efeze 1:11-14 In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Messias gevestigd hadden. In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid. Paulus spreekt hier tegen Judeeërs, Grieken, en een ieder die in de Messias is, die samen één volk vormen (Efeze hoofdstuk 2 en 3). Er is geen enkel onderscheid (meer) binnen de twee huizen Juda en Israël/Efraïm en alle metgezellen die met hen meegaan. Zij is de volwassen gemeente en wedergeboren vrouw van de levende Elohim, één lichaam die in één Geest gedoopt is (Efeze 4). Een andere groep of volk dat in de eindtijd het Koninkrijk van JHWH erft is er niet. Het zijn de kinderen van het Licht, bekleed met gerechtigheid en zij zijn de aanstaande bruid (Efeze 5). Tegen dit verbondsvolk geeft Paulus in hoofdstuk 6 nog een laatste instructie. Efeze 1:4-6 En als je alles wat ik je nu zeg in je leven gedaan hebt, ben je in staat om in ‘deze dag’, ‘de dag van het kwaad’, in ‘de Dag de Heren’ stand te kunnen houden. Omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. Hij heeft 130
Wees dan waakzaam ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Messias Jeshua, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. Het is de hoogste tijd om onze geestelijke wapenuitrusting te inspecteren en eventueel in orde maken, om niet misleidt te worden voor wat er nog op ons pad komt. We kunnen het ons niet veroorloven om maar één enkel onderdeel van de wapenuitrusting te vergeten en daardoor op ‘de dag van het kwaad’ door de tegenstander geveld te worden. Uiteraard is die strijd al aan de gang want er zijn gelovigen die ‘de waarheid’ uit het oog hebben verloren en zich hebben laten overhalen en misleid zijn door “de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Efeze 2:2). Vergeet niet dat de duivel de meest sluwste persoon is die er op aarde leeft en kennis heeft van het Woord. Maar de genade en liefde van Vader JHWH is groter en kan een gevallen gelovige weer terug brengen in Zijn Waarheid. “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Messias Jeshua om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Efeze 2:10). De goede werken die we mogen doen zijn bekend, zij zijn van tevoren aan Mozes gegeven. Door ze in je leven toe te passen als een nieuwe levensstijl, ga je leren om in Zijn Gerechtigheid te wandelen. Laat daar geen misverstand over zijn, we spreken hier over leven en dood in ‘de dag van het kwaad’, Vader JHWH weet wat het beste voor je is. ”Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (Efeze 6:12). Als wij strijden, vallen wij niet aan, maar houden wij stand. Wij zijn het geestelijke IDF (Israël Defense Forces) bestaande uit mannen en vrouwen van geloof die uitgerust zijn met de hele wapenrusting van Elohim. Een wapenuitrusting niet van onszelf maar van Hem, 131
door Hem en in Hem. De opdracht van de Heer van de Legermachten is om stand te houden en niets of niemand van ons te laten roven totdat Jeshua komt. Efeze 6:14-18 Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de Boze zult kunnen uitblussen. En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. “Uw middel omgord met de waarheid”. De lamp die iedereen heeft (Ps.119:105), begint pas te schijnen als je Jeshua liefhebt en Hem gehoorzaamt, dat wil zeggen doen wat Het Woord zegt te doen. Alle tien woorden (geboden), inclusief de Sabbat zijn voor de mens, JHWH gaf ze aan de mens (Ex.20:1-17) als Zijn huwelijksvoorwaarden. De reden waarom Paulus zegt dat je je lendenen (middel) moet omgorden met de waarheid is om een goede start te maken. Dit is voor de komende grotere exodus van cruciaal belang, net als bij de start van de eerste exodus uit Egypte. “En zo moet u het eten: uw middel (lendenen) omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand. U moet het met haast eten, het is Pascha voor JHWH” (Ex.12:11). Het Volk Israël moest klaar staan om direct te kunnen vertrekken. Ook Elia moest gereed staan en op het moment wanneer de hand van JHWH (Jeshua) kwam, snel in actie komen. “En de hand van JHWH was op Elia, en hij omgordde zijn middel en snelde voor Achab uit tot waar men bij Jizreël komt” (1.Kon.18:46). Ben je gereed, sta je in de startblokken? Zonder je lendenen met de waarheid te hebben omgord ben je niet of nauwelijks in staat om een beslissing te nemen. Als ‘die dag’ dan aanbreekt zul je te laat zijn want je hebt je dan niet voorbereidt en je hebt niet naar de Geest der Waarheid geluisterd. Leer vanuit 132
Wees dan waakzaam de gelijkenis van de tien maagden dat de wijze maagden je geen olie zullen lenen. Voorbereiden is dus je eigen verantwoordelijkheid. Het is aan te bevelen om de Efeze brief en daarmee ook oveoverige delen van de wapenuitrusting goed te bestuderen en/of met elkaar door te spreken als goede voorbereiding op ‘de dag van het kwaad’. Verder spreekt Jeshua over oorlogen en geruchten van oorlogen, etna tegen etna oftewel burgeroorlogen (etna is een groep van de bevolking; deel van een volk dat onder enig aspect als een afzonderlijke categorie te beschouwen, Bron Wikipedia). Koninkrijken die tegen andere koninkrij-
ken optreden, hongersnoden, besmettelijke ziekten en aardbevingen als begin van de weeën. Als wij deze dingen vandaag zien gebeuren, dan zijn dat de geboorteweeën van een nieuw volk. Deze tekenen zijn ook het begin van het aanbreken van ‘de Dag des Heren’(Mat.24:6-8). Met andere woorden als je deze dingen ziet gebeuren is het de hoogste tijd. De tijd waarin we nu leven! Wanneer je je niet hebt voorbereid, dan zegt Mat. 24 vers 9 Dan…ben je overgeleverd aan de verdrukking… dat is ‘de Dag des Heren’. Lees vers 9 tot en met 12. We staan nu vlak voor het aanbreken van ‘de Dag des Heren’. Wanneer je de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël (in Dan.7:7) op de heilige plaats zult zien staan. (Mat.24:15). Dan zullen onze broeders en zusters in Jeshua die in Judea zijn (in de staat Israël) die dit teken van dichtbij zien moeten vluchten naar de bergen. Dit hebben zij al eens eerder moeten doen in 70 na Chr. toen de Romeinse legers de stad Jeruzalem omsingelden (Luc. 21:29-21).Vergeet niet dat Jeshua het hier in Mattheüs over het einde der tijden heeft en dat deze waarschuwing voor héél het volk Israël geldt. Zowel het huis Juda dat vandaag gedeeltelijk in de staat Israël is als het huis Israël/Efraïm die vandaag in de volkeren der wereld is. “Wie op het dak is, moet niet 133
naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen” (Mat.24:17-18). De reden waarom Jeshua dit zegt moge nu duidelijk zijn, er is dan geen tijd meer over om je dan nog te gaan voorbereiden, in feite ben je te laat. Als je dan nog je eerste levensbehoefte (je overleveringsmateriaal) moet inpakken ben je duidelijk niet gereed met alle gevolgen van dien. “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zal zijn”(Mat.24:21). Wederom haalt Jeshua ‘misleiding’ aan. Dit keer zullen zij de gelovigen proberen te misleiden met grote wonderen en tekenen, zodat zelfs de uitverkorenen misleid worden. Inmiddels wordt de boodschap van de komende grotere exodus, waarbij geheel Israël (Juda en Israël/Efraïm) als arenden met arendsvleugels naar de woestijn wordt gebracht, wereldwijd verkondigd. Maar zelfs deze boodschap zal worden misbruikt om de gelovigen te misleiden. “Zie, Hij is in de woestijn”, maar Jeshua zegt; “ga er niet op uit” Verder zullen zij zeggen; “Hij is in de binnenkamers”, maar Jeshua zegt; “geloof het niet” (Math.24:26). Het woord dat hier met binnenkamers vertaald is komt van het Griekse woord Tameion en betekent ‘geheime kamer’ bijvoorbeeld om te schuilen onder de grond of (voorraad) kelder onder het huis. In veel kringen, mensen die niets met JHWH of Zijn Woord te maken willen hebben, maar wel van de eindtijd profetieën afweten hebben voorzorgmaatregelen getroffen door schuilkelders diep onder de grond te bouwen. Zij verwachten binnenkort een enorme catastrofale gebeurtenis over deze aarde. Maar die schuilkelders zullen hen niet kunnen redden. De enige redding voor het verbondsvolk is een veilige plek ergens in de woestijn van de volken. Dan begint de grotere exodus. Wereldwijd verzamelen zich kleine en grote groepen verbondsgelovigen die aan het Woord van JHWH gehoor hebben geven. 134
Wees dan waakzaam Joël 2:16 Verzamel het volk, heilig (zet apart) de gemeente, breng de oudsten (leiders) bijeen, verzamel de kleine kinderen en de zuigelingen. Laat de Bruidegom uit zijn binnenkamer gaan, de bruid uit haar slaapkamer. En als er geen herders, oudsten aanwezig zijn die de groep leidt, dan zal Vader daar voor zorgen. Vader JHWH heeft overal aan gedacht. “Ik echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. Ik zal over hen herders doen opstaan die hen weiden zullen. Zij zullen niet meer bevreesd zijn, ontsteld zijn of gemist worden, spreekt JHWH” (Jeremia 23:3-4). De bruid heeft zich voorbereid en staat klaar om de bruidegom te ontmoeten. We gaan wederom terug naar Openbaring 12 vers 1 wanneer er een groot teken aan de sterrenhemel verscheen. En zoals we eerder gezien hebben valt dit teken van de vrouw bekleed met de zon op Jom Teruah. De dag van luid geroep om in actie te komen. Zowel de oproep van Joël 2 vers 16 en het visioen van Johannes in Openbaring 12 vers 1, is een parabel (gelijkenis) en refereren naar Psalm 19. Ps.19:1-2 “De hemel verteld Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen” Ps.19: 5a “Hun richtlijnen gaat uit over heel de aarde, hun boodschap tot aan de einde van de wereld”. De volgende gedeelte van de tekst plaats ik zonder toevoegsels, punt en hoofdletter, zoals die in het originele Hebreeuws ook ontbreken.
135
Ps.19:5b-6 “Hij heeft daar een tent opgezet voor de zon die zoals een bruidegom uit zijn kamer vertrekt” In de sterrenhemel wordt de bruidegom vertegenwoordigd door de zon, “de zon die zoals een bruidegom”. De zon die gerechtigheid brengt, en voor ons van achter de horizon (Zijn verborgen vertrek) in het oosten opkomt. Hij gaat regelrecht naar de tent die voor Hem gereed staat. Het woordje tent komt van het Hebreeuwse woord ôhel. Die door de King James Bible vertaald is met ‘tabernakel’. De tabernakel is de woning van Elohim, de gemeente, héél wedergeboren Israël. Vandaag wordt zij vertegenwoordigd door de vrouw uit openbaring 12 vers 14; “En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven”. De dag waarop de vrouw met de zon bekleedt wordt is bekend, dat is eerste dag van de zevende maand Etanim (zie hoofdstuk 4). Ook Jeshua verwijst naar dit grote teken aan de sterrenhemel. “En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet” (Mat.25:6)! Jeshua geeft hiermee het moment aan wanneer we volgens Hem moeten verzamelen voor de grotere exodus. Wees dan waakzaam. “want u weet de dag en ook het uur niet waarop de zoon des mensen komen zal” (Mat.25:13). Er is maar één “vastgestelde tijd” (Moëd) waarop wij niet kunnen weten wanneer die dag begint wanneer de vrouw met de zon bekleed word. Wie oren hebben die horen. Van de vrouw is bekend, dat zij de wedergeboren verbondsgelovigen in Jeshua zijn, het enige ‘lichaam’ die het lichaam van de Messias in de eindtijd levend vertegenwoordigt. Elk andere lichaam is vanwege de zonde (zonder Torah en Jeshua) geestelijk dood (Romeinen 6). Luister goed wat Jeshua nu zegt als enige juiste plaats waar je kunt overleven. Niet de zandwoestijn, niet de schuilkelder.
136
Wees dan waakzaam Mat.24:28 Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. Let op het woordje ‘want’ dat naar de vorige verzen verwijst; “Zie, Hij is in de woestijn”, “Hij is in de binnenkamer”, dat aangeeft waar je niet moet zijn. Jeshua zegt waar wij ons wel moet bevinden, namelijk daar ’waar’ het dode lichaam is. Het dode lichaam is hier de wetteloze die JHWH niet kennen. Zij bevinden zich over de gehele aarde. Zoals Ezechiël meerdere malen zegt in ‘de woestijn van volken’. Wie zijn dan de gieren die zich tussen dit dode lichaam verzamelen? Het Griekse woord is Aetos en betekent helemaal geen gieren maar arenden. Strong zegt er nog bij, arenden die door de wind worden voortbewogen. Wie zijn dan de arenden? Jawel, dat is de vrouw uit Openbaring 12, héél Israël, het huis Juda en het huis Efraïm en alle metgezellen die met hen meegaan, die op dat moment arendsvleugels gekregen hebben. Opmerking: arenden komen niet in aanraking met dode kadavers, zij blijven uit hun buurt ondanks dat zij rondom aanwezig zijn.
Let op de meervoudsvorm van arenden. Overal op deze aardbol is er een tweede grotere exodus gaande die de verbondsgelovigen in honderden zo niet duizenden aparte groepjes bij elkaar brengt. De Ruach (Geest) van JHWH brengt hen bij elkaar, zoals JHWH bij de eerste generatie van de vrouw, het volk op arendsvleugels gedragen heeft en hen uit Egypte geleid heeft. Zo zal Hij ons uit de gebondenheid van deze wereld leiden en naar een veilige plaats op deze aardbol (waar het dode lichaam nog aanwezig is) brengen totdat ‘de Dag des Heren’ voorbij is. Mat.24:29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de 137
sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemel zullen heftig bewogen worden. Dan zal de Zoon des mensen komen. “En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken (vier hoeken van de aarde), van de ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan (Mat.24:31). Dan zal het nieuw millennium aanbreken het Koninkrijk van JHWH met Jeshua als Koning. En het Koninklijk volk, ja dat zal weer één zijn, de twee huizen Juda en Israël/Efraïm, alle stammen van Jacob en haar metgezellen zullen weer bij elkaar zijn. Efeze 2:16-22 opdat Hij die beiden (huizen) in één lichaam met Elohim zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was (huis Israël/Efraïm), en aan hen die dichtbij waren (huis Juda). Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Messias Jeshua Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest. Amen
138
Nawoord Dit boekje is geschreven met de kennis die op dit moment geopenbaard is. Ik ben heel zorgvuldig en biddend te werk gegaan met het onderzoeken van het Woord aangaande de beschreven hoofdstukken. Ik geef aan dat ik niet alle wijsheid in pacht heb. JHWH zal in deze laatste dagen meer van Zijn plan openbaar maken aan hen die Zijn Woord onderzoeken. Daarom verbondskinderen van Vader JHWH, houd je vast aan de Waarheid en groei in liefde in elk opzicht naar Hem toe (Efeze 4:15). Wees een gewillige discipel van Jeshua en laat je leiden tot geestelijke volwassenheid (Rom.8:14, Efeze 4:13-14). Laat Zijn koningschap in je komen, tot een getuigenis van alle volken! Laat het Koninkrijk van JHWH, dat het eerst openbaar werd in Jeshua Messias, ook in jou leven zichtbaar worden. Aan Zijn Koningschap zal geen einde komen. (Num.14:21, Dan.2:35,44, Jes.65:17, 66:22, Rom.8:18-21, Op.21 en 22). Vergeet niet, zolang het nog dag is geldt het gebod van Jeshua om het Evangelie van het Koninkrijk van JHWH aan de gehele wereld te verkondigen. Winand F. Breuer
139
140
Wees dan waakzaam
Bijlagen
Figuur 1a: Stellarium: d.d. 12-09-02 v.Chr.
141
Figuur 1b: Stellarium d.d. 12-09-02 V.Chr.
142
Wees dan waakzaam
Figuur 2: Stellarium d.d. 12-09-538
143
Figuur 3a: Stellarium d.d. 14-09-2015
144
Wees dan waakzaam
Figuur 3b: Stellarium d.d 14-10-2015
145
146
Het eeuwig Verbond
“Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden” (Mat.26:28). Er is veel verwarring ontstaan over het nieuwe verbond waarover Jeshua (Jezus) sprak toen Hij het verbondsmaal instelde. Velen zijn van mening dat dit verbond een geheel nieuw verbond is en anderen spreken over een vernieuwd verbond. Wat is de inhoud van dat verbond waar Jeshua over sprak? En wat is nu eigenlijk een verbond in Bijbelse termen en wat is het doel daarvan. Wat bedoelt Jeremia als hij profeteert dat er een nieuw verbond komt en zegt: “Zie er komen dagen, spreekt JHWH, dat Ik met het huis Israel/Efraïm en met het huis Juda een nieuw verbond zal sluiten” (Jer.31:31). Het zijn allemaal cruciale vragen waar een Bijbels gefundeerd antwoord van belang is. Op de website www.debazuin.nu kunt u dit blad gratis aanvragen.
147
148