Wederzijds Wederzijds Jaargang: 17 Nummer: 63 / oktober 2012
Indiareis februari 2012
Vol van bewondering
In dit nummer onder andere:
Werken in de sloppenwijken van Rio
C o n ta c t b l a d va n d e V e r e n i g i n g W e d e r z i j d s
3
Nieuwe reisleider Brazilië
5
Reis naar Indonesië
6
Op bezoek in Nederland
6
Els Zwanenburg bezocht afgelopen februari met een Wederzijdsgroep India. Onder leiding van Piet Kruizinga en met de deelnemers Marianne Kok, Ella Vriend en Cor van Zelst. Zij keerde terug met een heel andere visie op religie en de Roomse kerk. Voor de eerste keer met Wederzijds op reis. Een hele belevenis. Mijn verslag van de reis pretendeert niets meer te zijn dan een onbevangen blik. Ik zal niet uitputtend de projecten beschrijven die we bezocht hebben, ik beperk me tot een paar hoogtepunten. Onze reisgezelschap was klein, maar zeer ervaren. Sommigen hadden al vier of vijf keer
India bezocht met herhaaldelijk bezoeken aan Hyderabad, Chittoor en Chennai. Maar voor mij was het allemaal spiksplinternieuw: eerste keer India, eerste keer een dergelijke reis. De eerste stop was Hyderabad, met verblijf in het Henri Martin Instituut. Daar hebben we verschillende projecten bezocht, waarvan het bezoek aan een ‘bridge-camp’ van de MV-foundation op mij de meeste indruk heeft gemaakt. Deze organisatie vormt een netwerk waarin allerlei vrijwilligers proberen kinderen uit hun baantjes te halen en naar school te laten gaan. Baantjes zoals koe bewaker,
hotelbediende en katoenplukker. Het succes is groot, begonnen in 1991 hebben ze nu al één miljoen kinderen naar school gebracht. Een bridge-camp is letterlijk een ‘leerschool’: kinderen die een gebrekkige schoolcarrière hebben, wennen aan onderwijs, aan een regelmatige dagindeling, aan studeren. Dit kamp was zeer eenvoudig: jongens van 6 tot 12 jaar deelden een klaslokaal, tevens slaapzaal, volgden onderwijs in kleine groepen en moesten verder voor zichzelf zorgen. Er werd wel voor ze gekookt, maar hun kleren (wassen, verstellen) en de schoonmaak waren hun eigen verantwoordelijkheid.
De MV-foundation haalt kinderen naar school, foto: Els Zwanenburg
Opgewektheid Wat opviel was de opgewektheid die er heerste: de jonge, enthousiaste leraren pakten snel een gitaar of een trommeltje om een liedje te begeleiden. De kinderen waren er trots op dat ze binnenkort in een gewone openbare school konden instromen. Ondanks de eenvoudige behuizing een verkwikkende ervaring: iedereen was ervan overtuigd dat de kinderen het beter zouden hebben dan hun ouders. Na Hyderabad hebben we Tirupati bezocht, Chittoor en Chennai. Bestemmingen die bij de Wederzijds-reizigers bekend zijn. De grote betrokkenheid van alle medewerkers aan de projecten was overal te ervaren. Deze reis kende ook twee ‘toeristische’ gedeelten: Cochi in Kerala en Guwahati in Assam. Heerlijk zwerven door de mooie kuststad Cochi, of op de rug van een olifant één zijn met de neushoorns in het Parita wildpark bij Guwahati, was een hele belevenis. Het hoogtepunt van de reis vond echter plaats in Diphu, een paar uur treinen vanaf Guwahati. Daar zijn we ontvangen door Tom Mangatthuthazhe, ‘father Tom’, een zeer aimabel mens, die de
scepter zwaait over een jongensinternaat. Daar vonden we ook een (hard) slaapplaatsje en daar werden we ondergedompeld in het rijke, roomse leven. En dat voelde goed, beste mensen! Wat de commissie Deetman ook voor afschuwelijks boven tafel brengt, hier lijkt dat allemaal ver weg.
Educatie, educatie Father Tom heeft ons laten zien wat de kerk allemaal vermag. De katholieke kerk is pas sinds 1967 actief in Karbi Anglong, Assam, maar heeft al haar energie gericht op educatie, educatie, en nog eens educatie. De naburige school, gerund door twee nonnen, herbergde een leerlingenpopulatie van zo’n vijfhonderd leerlingen. De jongens van het internaat gingen er ook naar toe. De school staat open voor iedereen: katholiek, protestant, hindoe, islamiet, het maakt niet uit, als ze maar naar school gaan! De uitspraak ‘katholieken bouwen eerst scholen en daarna pas een kerk’, gaat hier zeker op: de school staat er al een tijd en er is een kerk in aanbouw. Educatie staat voorop, maar daarnaast heeft father Tom meer ijzers in het vuur. De
kerk heeft rubberplantages aangelegd, deels om zelf inkomsten te genereren, deels als proefplantage voor de dorpsbewoners, zodat zij het vak kunnen leren, en met de exploitatie van rubberbomen wat geld kunnen verdienen. Bij een dorpsbezoek konden we zelf ervaren hoé father Tom de mensen motiveert. Hij spoorde de klagende bewoners (‘Waar blijven onze waterputten?’) aan om harder te werken: ‘Jullie hebben land, je kunt daar van alles mee doen, bijvoorbeeld een visvijver aanleggen of een groentetuin, of rubberbomen, maar jullie laten het liggen!’ Dat maakte indruk, schoorvoetend gaven ze toe dat het andere dorpen, die in de rubber gegaan waren, voor de wind ging.
Vredeswerkgroep De energie van father Tom is hiermee nog niet uitgeput. In Karbi Anglong leven veel verschillende stammen, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Na het zoveelste conflict, waarbij zelfs doden vielen, is hij met een vredeswerkgroep gestart. De kern bestaat uit jonge mensen afkomstig uit de verschillende gemeenschappen. Zij spreken de taal en zij proberen de mensen met elkaar te laten
praten, in plaats van met elkaar te vechten. Straattheater is daarbij een hulpmiddel. Deze activiteit van Tom wordt ondersteund door de Nederlandse organisatie Cordaid. Tot slot vroeg hij aandacht voor het waterprobleem. Het grondwater wordt uit grote diepte opgepompt met als gevolg te veel fluoridezouten in het water. Dit tast op den duur het gebit en het beendergestel aan, met als gevolg verlammingen. Bovendien krijgen zieke moeders zieke kinderen. De oplossing lijkt eenvoudig: een filteringssysteem. Maar de filter moet wekelijks vervangen worden, wat discipline vraagt van de bevolking. Daarvoor is een mentaliteitsverandering nodig. De centrale overheid besteedt nauwelijks aandacht aan dit probleem: het speelt in een afgelegen gebied met een opstandige bevolking en het is ook nog eens een armeluis probleem. Dus zet Father Tom ook hier zijn schouders onder. Binnenkort is hij in Europa om dit probleem bij hulporganisaties onder de aandacht te brengen. Daarbij wil hij ook zijn Wederzijds-contacten gebruiken.
Uit het bestuur Een nieuw Contactblad, een nieuw bericht van het bestuur. Allereerst de website. Het bestuur is verheugd dat we een nieuwe, moderne website hebben. Deze heeft een eigentijdse uitstraling en is van vele foto’s voorzien. Ga eens het internet op en bezoek onze website. Als tweede het e-mailadres. Het zat er aan te komen dat het oude e-mailadres niet meer bruikbaar zou zijn. Het was gekoppeld aan het privé-account van Jan Glissenaar. Door de verhuizing van Maria Glissenaar is dit account opgeheven, dus ook het e-mailadres dat daar bij hoorde. Het nieuwe adres is:
[email protected] Als derde een wijziging van het aantal bijeenkomsten. Op de voorjaarsbijeenkomst van 31 maart jongstleden is gesuggereerd om de najaarsbijeenkomst en de reisinformatiebijeenkomst samen te laten vallen. Het bestuur heeft dat bekeken 2
en is van mening dat, met een strak tijdschema, dat zinvol en nuttig kan zijn. We hopen daarom dat u 15 december 2012 in uw agenda vrijhoudt om naar Utrecht te komen! Tenslotte wil ik u nog uw hulp vragen bij het verspreiden van de naamsbekendheid van onze vereniging. In de enveloppe waarin het Contactblad naar u verstuurd is, zijn een aantal folders ingesloten. Het bestuur vindt het belangrijk dat we met zijn allen de idealen van Wederzijds uitdragen. Met deze folders hebt u visueel materiaal in handen om uw enthousiaste verhaal te ondersteunen. Tot slot wens ik u veel leesplezier met het nieuwe Contactblad.
Cor van Zelst, voorzitter Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
Het laatste deel van de reis, Nagaland, was ook interessant, maar na father Tom was ik vol: vol van bewondering voor zijn projecten, vol van de roomse kerk die ik eigenlijk al afgeschreven had en vol van de schoolkinderen die welkomst- of afscheidsliederen zongen. Dit bezoek aan India heeft ervoor gezorgd dat ik het belang van religie nooit meer zal bagatelliseren. In Nederland is het heel gewoon om nietreligieus te zijn. In India is dat godsonmogelijk! Ondanks mijn Hollandse scepsis kon ik na vier weken de vraagt: ‘Will you pray for us?’ voluit beamen. Wat een reis al niet vermag.
Els Zwanenburg Father Tom en Piet Kruizinga, foto: Els Zwanenburg
Werken in de sloppenwijken van Rio
Met één been op de stoep en één been in de goot Anne van den Ouwelant werkt in Rio de Janeiro voor de organisatie IBISS. In 2011 leidde zij een groep reizigers van Wederzijds rond. Hieronder beschrijft zij de dilemma’s en verschillen waar zij als Nederlandse in Brazilië mee te maken heeft.
‘Met één been op de stoep en één been in de goot’. Een zinsnede uit een liedje van ‘Kinderen voor Kinderen’: metafoor voor hoe ik me op dit moment voel. Vier dagen geleden ben ik terug aangekomen in Rio de Janeiro na ruim twee maanden op vakantie te zijn geweest naar Nederland.
Het trottoir langs de Copacabana Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
En ergens tussen Nederland en Brazilië is mijn leven weer helemaal anders geworden: van 8 graden Celsius naar 32 graden Celsius, van relatieve veiligheid naar relatieve onveiligheid, van rechttoe-rechtaan naar lekker rommelig, van stil naar muzikaal en luidruchtig, van de vriendelijke politieagent naar de onbetrouwbare politieagent met een mitrailleur in de hand, van kleurloos naar kleurrijk, van nieuwsberichten over de crisis naar nieuwsberichten over doden en gewonden bij politie-invallen in de sloppenwijken. Welkom terug in Rio de Janeiro! Vanaf 2010 werk ik hier voor IBISS, een non-gouvernementele organisatie die streeft naar toegang tot maatschappelijke voorzieningen
voor iedereen, bestrijding van sociale ongelijkheid en ziekten en het respecteren van de mensenrechten (www. ibiss.info). IBISS richt zich op de meest kansarme groepen van de samenleving, zoals kindsoldaten, straatkinderen, bewoners van sloppenwijken en prostituees. Ik coördineer voor IBISS het project ‘Lidar’, waarbinnen een training op het gebied van traumabehandeling wordt ontwikkeld voor de welzijnswerkers van IBISS.
Biertje In 2011 heeft Wederzijds een bezoek gebracht aan projecten van IBISS in Rio de Janeiro. Die dag liep ik met het reisgezelschap van Wederzijds mee door de sloppenwijken. En die dag heeft het reisgezelschap misschien zelf mogen 3
ervaren hoe het is om met één been op de stoep en één been in de goot te lopen. Het ene moment sta je – bij wijze van spreken – nog in badpak een biertje te drinken aan de boulevard van Copacabana en veertig minuten later kun je in de sloppenwijk op de grootste vuilnisbelt van ZuidAmerika staan (ook nu met een biertje in de hand, maar dan met gemiddeld twintig vliegen daar omheen). Door het werken in de sloppenwijken van Rio de Janeiro, maar ook door af en toe het dagelijks leven in Nederland weer kort mee te maken, kan ik nu niet meer zeggen waar
ik nou met mijn been op de stoep sta en waar in de goot. Het been dat op de stoep staat, staat hoger dan het andere been. Dit zou kunnen impliceren dat ik hiermee Copacabana (de stoep) bedoel tegenover de sloppenwijken (de goot). Maar zelf ben ik niet zo te spreken over Copacabana: het is er duur, ontzettend toeristisch, er zijn veel dieven daar en ik ken mooiere stranden in Rio de Janeiro. Terwijl de sloppenwijken juist ook heel plezierige kanten kennen, die menig inwoner van de duurdere wijken in Rio de Janeiro nooit zal leren kennen: het is er goedkoper (waar
kun je nou nog een super hippe, knalroze spijkerbroek kopen voor € 3,50?), ontzettend gezellig en ik voel me daar veiliger dan op Copacabana. Dat wil zeggen: ik voel me er veiliger zo lang er geen inval wordt gedaan door de politie of door een rivaliserende drugsbende …
Schone goot? Zelf hang ik op dit moment overal tussenin: tussen Nederland en Brazilië en tussen alle verschillen en tegenstrijdigheden in Rio de Janeiro. Want is het niet heel raar dat je in één en dezelfde stad ook echt letterlijk en figuurlijk met één
been op de stoep en één been in de goot kunt staan? Ik ben nog niet helemaal geland. En misschien wil ik voorlopig nog even niet helemaal landen, omdat ik mijn hart vasthoud voor alles wat er nog staat te gebeuren in de armere wijken van Rio de Janeiro met het oog op het WK Voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016. Want dan moet die goot toch helemaal schoon zijn voor al die mensen, die over de stoep willen lopen … ?
Anne van den Ouwelant, Kunstzinnig therapeut & cultureel antropoloog
Lokale veranderingen in Brazilië Ben Krommendijk, die al jaren werkzaam is in Cametá in Brazilië, beschrijft hoe steun uit Europa oppositiegroeperingen in het verleden zo sterk heeft gemaakt, dat vele leiders ervan inmiddels landelijke, regionale en lokale bestuurders zijn geworden. In de beginjaren dat Wederzijdsgroepen onder leiding van Jan Glissenaar Brazilië bezochten, stonden de contacten met lokale groepen vaak in het licht van zich versterkende oppositiegroepen. Die stonden tegenover lokale, regionale en nationale overheden, die in handen waren van elitaire groepen, die zo weinig mogelijk wilden investeren in de belangen van de armere bevolkingslaag. Vanuit de Nederland waren in die jaren in Brazilië organisaties actief als Cordaid, ICCO, Novib, Melania, Brasil op Weg en vele anderen. Door veelal kleine initiatieven uit Nederland konden oppositiegroepen in de vorm van vakbonden, vissersbonden, verenigingen van landlozen, wijkorganisaties, basisgemeenschappen, boerenorganisaties, coöpera4
ties en politieke partijen zich versterken. Niet vergeten mag worden dat ook uit andere Europese landen en Canada vergelijkbare initiatieven werden ondersteund. Binnen de ontwikkelingssamenwerking, zowel in Nederland als internationaal was er intensief overleg om zoveel mogelijk complementaire initiatieven te steunen.
Verkiezing Lula Hoewel dat moeilijk met concrete cijfers hard te maken is, heeft de ondersteuning van initiatieven als de Commissie voor de Grondproblematiek, (CPT), de Commissie voor ondersteuning van de Indianen (CIMI), de vele diocesane sociale programma’s over heel Brazilië, de landlozenbeweging (MST) en de overkoepelende vakbondsorganisatie (CUT) er aan bijgedragen dat, na verschillende pogingen, Lula als arbeider uit het arme noordoosten werd verkozen tot president van Brazilië. Dit feit kreeg internationale bekendheid, waaraan wereldwijd in de media aandacht werd besteed. Minder bekend is dat op regionaal en lokaal niveau ook veel groepen doorgroeiden
van oppositie naar bestuur op gemeentelijk niveau en deelstaat niveau. Veel leiders uit de oppositiegroepen van de jaren ‘80 en ‘90 zijn nu terug te vinden als gemeenteraadslid, parlementariër, burgemeester of gouverneur van een deelstaat. Het is onmogelijk om een beschrijving te geven van álle groepen die doorgroeiden van oppositie naar uitvoerder op gemeenteniveau, zo veel zijn het er. Op 7 oktober 2012 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen in Brazilië en ongetwijfeld zal het beeld opnieuw veranderen. Om heel concreet te zijn de volgende situatie. In de afgelopen jaren heb ik meerdere malen groepen van Wederzijds begeleid bij bezoeken aan de vissersbond in Cametá, Colônia de Pescadores, zowel met Jan Glissenaar als met andere begeleiders. Momenteel is de grote leider van de vissers van de afgelopen jaren, Iracio, kandidaat bij de burgemeestersverkiezingen in Cametá en hij heeft een redelijk grote kans om te winnen.
te vertellen over de huidige burgemeester van Baião, Saci en de huidige burgemeester van Igarapé-Mirim, Pina. Zij waren leiders binnen de progressieve kerk in de jaren ‘70 en ‘80, leiders binnen de volksorganisaties die in die tijd werden opgebouwd, en zij groeiden uiteindelijk uit tot politieke leiders die gekozen werden tot burgemeester van hun gemeente in 2008. Beide burgemeesters gaan 7 oktober voor een tweede mandaat. Dan heb ik het alleen nog maar over gemeenten in de buurt van Cametá. Deze omwentelingen doen zich in vele gemeenten in Brazilië voor, waarbij de successen wel wisselend zijn. Overstappen van oppositie naar uitvoerende macht, zonder veel ervaring en met vele financiële beperkingen die dat met zich meebrengt, is niet altijd eenvoudig. Ook in Oeiras do Pará, Limoeiro de Ajuru en Abaetetuba, hebben kandidaten, voortgekomen uit de volksorganisaties een goede kans om tot burgemeester gekozen te worden.
Meer burgemeesters
Ben Krommendijk
Vergelijkbare verhalen zijn Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
Nieuwe reisleider Brazilië Ben Krommendijk wordt de nieuwe reisleider voor Brazilië. Ben Krommendijk is opgegroeid in Ruurlo in de Achterhoek. Na de middelbare school heeft hij de hbo-studie tropische landbouw in Deventer gedaan. In 1975 is hij in Cametá terecht gekomen, als vrijwilliger voor vervangende dienstplicht. Voor de sponsororganisatie Vastenaktie
(later in Cordaid opgegaan) heeft Ben alle deelstaten van Brazilië leren kennen. Hij heeft rond de eeuwwisseling vanuit Nederland gewerkt en was toen ook verantwoordelijk voor de afdeling Oost-Europa. In 2004 kon hij terugkeren naar Cametá voor Cordaid. Echter in 2010 stopte Cordaid met alle activiteiten in Brazilië en dit betekende voor Ben
geen inkomsten meer. Maar er is inmiddels een bedrijf uit Italië aangekomen dat gaat investeren in de productie van olie uit een palmboom die in de streek op grote schaal vrij in de natuur aanwezig is. Hier is Ben bij betrokken. Verder wil een bedrijf uit Nieuw-Zeeland op korte termijn gaan investeren in de verwerking van tropisch fruit
voor de internationale markt. Alles duurzaam en sociaal verantwoord, anders zou Ben er niet bij betrokken zijn! Met het begeleiden van bezoekers uit Europa heeft Ben al de nodige ervaring. Samen met zijn vrouw hebben ze regelmatig bezoekers op de ‘pousada’ en trekken daarmee rond in de eigen streek of door heel Brazilië.
Woning in de omgeving van Cametá
Nieuw e-mailadres
Contributie
Het nieuwe e-mailadres is:
[email protected] Het oude e-mailadres werkt niet meer!
Vriendelijk verzoek aan alle leden die nog geen contributie voor het jaar 2012 hebben betaald dit alsnog op korte termijn te doen. De bedragen (25 euro per lid, 35 euro voor (echt)paren) zijn ongewijzigd en het bankrekeningnummer is 13.46.66.216, vereniging Wederzijds te Woerden. Vast hartelijk dank!
Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
5
Reisgroep in Indonesië Als u dit Contactblad ontvangt zijn vijf reizigers onder leiding van Brecht Gerbrandy in Indonesië. Helaas hebben twee reizigers om gezondheidsredenen af moeten zeggen. Hieronder een kort reisschema: 13 september: vlucht Amsterdam-Denpasar, meteen doorvliegen naar Yogyakarta op Java. 15 t/m 24 september: verblijf op Java, bezoek verschillende projecten waaronder Kompleet, en een bezoek aan de tempel van Borobudur. 25 september: vlucht van Yogyakarta via Denpasar naar Kupang op West-Timor. 26 t/m 30 september: verblijf op West-Timor, onder andere bezoek aan kindertehuis van stichting Yasap, en aan Nenas een dorpje bij berg Mutis in noorden van Timor. 1 oktober: vlucht Kupang-Denpasar. 2 en 3 oktober: bezoek aan projecten in Ubud en Denpasar. 4 oktober: vlucht Denpasar-Amsterdam. Op zaterdag 15 december zullen de reizigers een presentatie houden over deze reis.
Onze kant van het Wederzijds-principe
Bezoekers die soms liever naar huis willen Wij zijn lid van een vereniging met de naam Wederzijds. Een veelzeggende, maar ook veel verplichtende naam. Het betekent niet alleen dat we contacten willen hebben met
Stanley had het erg koud … 6
mensen uit het armere deel van de wereld, maar ook en vooral dat deze contacten betekenis voor onszelf hebben. Het gaat dus niet alleen om onze vrienden daar ver weg
en de impact die onze relatie op hen heeft, maar ook over de manier waarop dat voor ons hier in Nederland, in dat koude land aan de kust van de Noordzee, betekenis heeft. Of, beter nog, betekenis krijgt. Deze houding, deze insteek, proberen we steeds opnieuw waar te maken bij onze contacten en tijdens onze reizen naar Brazilië, Indonesië, Tanzania en India. Dat is gemakkelijk gezegd, maar in de praktijk niet altijd even eenvoudig. Iedereen die wel eens op één of meerdere van onze reizen is meegeweest, zal dat uit eigen ervaring kunnen beamen. Soms zijn de rollen omgedraaid. Dan gaat het niet om een groepje mensen vanuit het Nederlandse dat een ver en vreemd land bezoekt, maar om mensen die op onze
uitnodiging enige tijd hier in Nederland verblijven. Kun je je dat voorstellen: de cultuurschok die wij doormaken als we voor de eerste keer in India of Tanzania arriveren, geldt in dezelfde mate of misschien wel meer, voor onze vriend of vriendin die voor de eerste keer de Nederlandse samenleving in al zijn complexiteit meemaakt.
Veel te koud De afgelopen tijd hebben we dat twee keer aan den lijve kunnen meemaken. In de herfst van vorig jaar was gedurende een drietal weken bij ons op bezoek onze vriend Stanley uit Chittoor, Andhra Pradesh, India. Onze voorzitter Cor van Zelst had hem een jaar daarvoor gedurende een drietal weken meegemaakt en
Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
Stanley’s bezoek aan ons land was een soort tegenbezoek. Geheel in de geest van ons Wederzijds-principe. Het was een gedenkwaardig bezoek. Wij, de gastheren en -vrouwen, kregen van het begin af door dat de temperaturen hier Stanley nogal tegenvielen. Hij vond het veel te koud en hulde zich bij voortduring in meerdere truien, jassen, schoenen en petten. Je kon echt zien dat hij leed onder de koude temperaturen. En hoe vaak we ook zeiden dat het tamelijk warm was voor de tijd van het jaar (wat ook zo was), het hielp hem niet. In een onbewaakt ogenblik openbaarde hij onze Cor na een paar dagen dat hij wel weer terug wilde naar zijn eigen land. Dat ging natuurlijk niet want het retourticket was al geboekt en de nodige afspraken al gemaakt. Maar niet alleen de temperatuur was een probleem, ook het eten. De gewone Hollandse pot was zo vreemd van wat hij gewend was, dat hij die eigenlijk niet wilde eten. Degenen die weleens mee naar India zijn geweest en van begin af aan het scherpe Zuidindiase eten hebben moeten verorberen, kunnen zich wellicht in Stanley’s positie verplaatsen. Maar, en zo gaat het gelukkig meestal, na een paar dagen was er toch
een soort evenwicht gevonden en draaide Stanley mee met de Nederlandse zeden en gewoonten. Persoonlijk heb ik een rijstbereiding gevonden die mijnheers goedkeuring kon wegdragen en overigens mijzelf ook goed smaakte. Maar ook dat terzijde. Want gedurende de overige weken hebben we gedaan wat we gepland hadden. Mooie tochten rond een mistig IJsselmeer en een excursie naar het VOCschip de ‘Batavia’. Maar ook bezoeken aan mogelijke sponsororganisaties, kerkdiensten en alles wat daarbij hoort. En toen we hem uiteindelijk uitgeleide deden op Schiphol, hadden we toch de overtuiging dat we zo goed mogelijk aan ons Wederzijds-principe uitvoering hadden gegeven. Want wij geloven echt in dat principe.
Paters uit Assam Dat was wat ingewikkelder toen we eind april dit jaar bezoek kregen van een tweetal paters uit Assam, Noordoost India. De deelnemers aan de laatste Indiareis zullen zich hen zeker herinneren. Father Tom uit Manja en Father Joseph uit Diphu. Waarom rooms-katholieken hun geestelijken aanspreken met ‘vader’ is mij niet geheel duidelijk. Hun hoogste baas,
de paus in Rome, is ook een soort ‘vader’. Betekent immers niet ‘paus’ ‘papa’ in het Latijn? Hoe het ook zij, ik heb nooit enige familieverwantschap gevoeld. Maar aardige mensen zijn het natuurlijk wel. Tijdens ons laatste bezoek aan het Noordoosten van India hebben we zeer van hun hartelijke gastvrijheid genoten. En toen zij vroegen of wij hen wilden uitnodigen voor een tegenbezoek aan Nederland hebben we dan ook graag ingestemd. Nee, zeiden ze, het zou ons geen geld kosten. En het programma zouden ze zelf regelen. Mooie toezeggingen, dus onze Cor schreef trouwhartig zijn uitnodigingsbrief. Eenmaal aangekomen in dit tochtige land vertelden de paters dat ze na hun aanvraag voor een visum voor Nederland een week lang naar Delhi hadden moeten gaan om medewerkers van de Nederlandse ambassade uit te leggen waarom juist zij, twee katholieke paters uit Assam, een toeristenvisum voor Nederland wilden hebben. Dit verhaal horend heb ik me wel even plaatsvervangend geschaamd. En de rest van hun bezoek aan Nederland? De beide vaders hadden dus geen huisvesting en helemaal niets voorbereid en in de korte tijdspanne die ons ter beschikking stond
Regen op het Afrikafestival Het Afrikafestival in het openluchttheater in Hertme in Twente zag na veel regen ook wat zonneschijn. Thomas van de Wetering, Wim Peters en Ina du Pont verzorgden een stand van Wederzijds.
Contactblad Wederzijds | Jaargang 17 | Nummer 63
moesten we dus nog van alles zelf zien te regelen. Soms lukte dat, soms niet. Ik moet bekennen dat ik beide heren na een dag of zeven met een zekere opluchting op de trein naar Brussel kon zetten. Nee, ze hadden geen problemen met ons eten. Maar de kou (het was redelijk warm voor de tijd van het jaar) was wel een probleem. Truien, jassen, petten en schoenen werden dag en nacht gedragen. En ’s avonds stond de tv alleen maar op de BBC-Worldservice en Al Jazeera. Maar heb geen medelijden met mij. Vanuit mijn Wederzijds-instelling heb ik alles ondergaan en meebeleefd. Mijn eigen keuze dus.
Serieuze vraag U hebt de licht-ironische ondertoon van dit artikeltje natuurlijk al lang door. Zelfspot is immers de hoogste vorm van welke spot dan ook. Maar er is wel een serieuze vraag aan u als lezer en Wederzijdslid: als we weer eens bezoek krijgen van één van onze vrienden uit de Wederzijds-landen, kunnen we dan ook rekenen op een uiteraard bescheiden bijdrage van uw kant? Echte liefde komt nu eenmaal van vele kanten. Ja toch?
Piet Kruizinga
Volgende bijeenkomst Op zaterdag 15 december 2012, om 13.00 uur, in zalencentrum Kargadoor, Utrecht. Met een lezing over Tanzania en reisinformatie voor 2013.
7
Vernieuwde website De nieuwe website van Wederzijds al gezien? Nog niet? Dat is jammer! Breng een bezoek aan de nieuwe website. Klik op de verschillende mogelijkheden. En maak eens reclame voor de website: www.wederzijds.com
Verspreid de folders! Vereniging Wederzijds kan alleen groeien als haar naamsbekendheid groter is. Daarom wil het bestuur u, als lid inschakelen. Wij vragen u de folders bij het Contactblad te verspreiden zodat ze uw verhaal over Wederzijds kan ondersteunen. Maak uw vrienden en kennissen enthousiast!
Vereniging Wederzijds Prins Bernhardstraat 4 3417 AD Montfoort
Redactie: Frans Glissenaar (eindredactie), Cor van Zelst (coördinatie) Adres secretariaat: Prins Bernhardstraat 4 3417 AD Montfoort Telefoon: (0348) 48 07 68 Internet: www.wederzijds.com E-mail:
[email protected] Bankrekening: 13.46.66.216 Adres bankzaken: Corn. Troostlaan 3 3443 WE Woerden Vormgeving en drukwerk: Harry Nederend Drukkerij Domstad bv