België – Belgique P.B. 9300 AALST 1 3/5557
Jebron vzw waar zoekers thuis zijn Begijnhof 1 , 9300 Aalst Tel 053/77.51.16 E-mail :
[email protected] Web: www.jebron.be
JAARGANG 35
Nr. 4
DECEMBER 2010
Afgiftekantoor 9300 Aalst 1
Erkenningsnummer 3770
Verschijnt maandelijks
(behalve in juli en augustus)
Verantwoordelijke uitgever :
JEBRON VZW
De Jebrongemeenschap… Als zoekende mensen levend in deze tijd willen wij ons oefenen in een andere manier van kijken, luisteren en spreken, een andere manier van gaan en leren. Kijken doen we met de blik van de zwakken en de kleinen, met wier ogen en stemmen in de samenleving nauwelijks rekening wordt gehouden. Luisteren willen we naar vreugde en pijn in de verhalen van mensen, naar de tekenen van onze tijd, naar woorden die perspectief geven aan onze gemeenschap. Spreken oefenen wij in naam van wie monddood gemaakt wordt. Met mensen gaan we een weg waarbij we vooral oog hebben voor hen die langzaam vooruit komen, voor alles wat kwetsbaar en weerloos is, voor alles wat en voor allen die door een niets ontziende economie dreigen vertrapt te worden. Leren gebeurt tijdens spontane of georganiseerde leerhuizen waar de vaak dodelijke mechanismen van onze samenleving geanalyseerd worden, waar verhalen van bevrijding klinken die in ons de hoop levend houden op een andere wereld die mogelijk is, waar ons samenleven zelf kan uitgroeien tot een proeftuin van die nieuwe wereld in gerechtigheid. Om dit te kunnen, zoeken we inspiratie. De bijbel is een eeuwenoude traditie met verhalen over JHWH, de ENE, de Profeten en bij uitstek Jezus Messias waarin velen van ons inspiratie vinden. Eveneens vinden we steun in teksten van andere religies of ideeën van denkers. In deze verscheidenheid van inspiratiebronnen vinden wij verbondenheid bij elkaar. Daarom komen wij op geregelde tijdstippen samen waar we vieren rond brood en wijn met verhalen uit de hertaalde en geactualiseerde bijbel en menselijke verhalen van hier en nu, verhalen levend in onze maatschappij. Tijdens die momenten van samen vieren is er ruimte voor woorden, stilte, zang en symbolen, die het hart van de aanwezigen verwarmen en zo de gemeenschap op de been houden. In dit zoeken vinden we bondgenoten met wie we op tocht kunnen gaan en door wie wij ons gedragen weten.
2
REDACTIONEEL Er zijn beeldjes van drie aapjes die het gezegde uitbeelden: “horen, zien en zwijgen.” Als het over armoede gaat moet ik daar vaak aan denken. Maar ik zou boodschap wat willen aanpassen. -> In plaats van “horen”, zou ik “luisteren” als uitdaging willen meegeven. Echt luisteren naar de verhalen van mensen in armoede is heel belangrijk Wanneer mensen in armoede beluisterd worden -voelen ze zich (soms voor het eerst in hun leven) aanvaard met hun pijn en onmacht. -wanneer je tijd voor hen neemt, voelen ze zich ernstig genomen. -iemand die beluisterd wordt voelt zich de moeite waard, voelt zich iemand. De problemen gaan het leven vanmensen in armoede soms zou overheersen dat hun zelfwaardegevoel er onder lijdt. Ook de negatieve reacties die ze veel te horen krijgen zorgen er voor dat hun zelfbeeld negatief wordt. Als iemand tiojd voor hen maakt en hen beluistert, zegt die meteen: “ik vind jou de moeite waard” Wanneer je niet de kans hebt om een persoonlijk contact te bouwen met mensen in armoede, ga er dan naar op zoek of lees hun getuigenissen en levensverhalen en beluister hen op die manier onrechtstreeks. -> In plaats van “zien”, zou ik “laten zien” als uitdaging formuleren. Er gaat maar iets gebeuren aan de armoedeproblematiek in Vlaanderen als een breed publiek vindt dat armoede een onrecht is en dat de oorzaken aangepakt moeten worden. Wanneer je het verhaal van mensen in armoede beluisterd hebt, laat dan ook zien wat er aan de onderkant van de samenleving leeft. Het gaat immers over een grote, ongekende realiteit. Het middenveld en Jebron, samen met vele anderen, kunnen “luidsprekers” zijn voor het verhaal van mensen in armoede. -> Het “zwijgen” van het aapje zou ik radicaal omgooien naar “niet zwijgen”. We mogen niet langer zwijgen over de armoedeproblematiek tegen diegenen die actief zijn in de hulpverlening, het onderwijs, het beleid. De laatste 40 jaar is er geen echte vooruitgang geboekt in Vlaanderen op vlak van armoede. De kloof tussen arm en rijk in de gezondheidszorg, het onderwijs en op vlak van inkomen is niet verkleind. Integendeel. Dit is verontrustend, dit maakt ons kwaad! We moeten diegenen die er iets aan kunnen veranderen aan de mouw trekken. Ze mogen ons niet langer in slaap sussen met kleine maatregelen links en rechts, waarvan de mensen in armoede zeggen: wij zien in de praktijk niets verbeteren. Om één voorbeeld te noemen: Zo zijn er veel jaren veel te weinig degelijke (ecologische) sociale woningen. Dit zou de absolute prioriteit moeten zijn en toch wordt er geen doortastend woonbeleid gevoerd. Armoede zorgt daardoor voor mij voor armWoede. Horen zien en zwijgen, kunnen en moeten we veranderen in “luisteren, laten zien en niet zwijgen”. Anders staan we voor aap… Een boeiende en zinvolle Advents en Welzijnszorg-tijd gewenst! Lieven De Pril www.welzijnszorg.be www.welzijnsschakels.be www.ikbeniemandniemand.be (info over armoede)
3
SAMUËL ADVENTSNAAM BIJ UITSTEK Op 1 november 2010 werd ons achtste kleinkind geboren. Mieke en Pieter gaven aan dit nieuwe mensenkind de prachtige en bijbelse naam Samuël. Roepnaam: Sam. Ik ben heel blij met die naam, vooral omdat hij letterlijk zo veelzeggend en meerduidig is. Een bijbelse reflectie Luisteren we eerst naar de tekst uit 1 Samuël1, 19-20: En zij waren des morgens vroeg in de weer en zij bogen zich voor het aangezicht van de ENE en zij keerden terug en zij kwamen in hun huis in Rama en Elkana bekende Hanna, zijn vrouw, en de ENE gedacht haar. En het geschiedde in de omloop van de dagen. daar was Hanna zwanger en zij baarde een zoon en zij riep zijn naam: Samuël! want ik heb hem van de ENE afgebeden Wanneer we deze tekst lezen is het belangrijk rekening te houden wat eraan voorafgaat. Elkana heeft twee vrouwen: Penina en Hanna. Penina is vruchtbaar en krijgt kinderen. Hanna is onvruchtbaar, zoals al die andere aartsmoeders in Israël: Sara, Rebecca en Rachel. Zij heeft geen kinderen en dat doet pijn. Nu moeten we weten: het gaat in deze onvruchtbaarheidverhalen niet over biologie, maar over theologie. Of liever over een wijze van kijken naar de werkelijkheid, ook naar die van vandaag. Het verhaal wil dus ook ons meenemen in dat proces van ‘leren zien’. Het eerste boek Samuël volgt onmiddellijk op het boek Rechters (of Richteren in de protestantse traditie). ‘Rechters’ vertelt een dramatisch verhaal over ontrouw aan de Thora, over machtsmisbruik en corruptie, samengevat in het dubbel refrein: “Ze deden niet wat goed was in de ogen van de ENE, ze deden enkel wat goed was in hun eigen ogen” (met andere woorden: in hun eigen belang) en “Er was geen koning in die dagen”. Op de dubbelzinnigheid van dit tweede refrein kunnen we hier niet dieper ingaan. Daarom houdt ik het hier bij volgende betekenis: “er was geen écht op menselijkheid bedacht leiderschap in die dagen”. In onze dagen wel? Het was dus in Israël een toekomstloze situatie. Komt er nog wel iets terecht van die beloofde toekomst van recht en vrede? Is niet alles gekenmerkt door onvruchtbaarheid? In het Hebreeuws staat er iets als ‘akarah’. En Martin Buber vetaalt dit woord in het Duits met een neologisme: “wurzelverstockt”: tot in der wortel niet tot enige verandering bereid of in staat. De situatie van maatschappelijke onvruchtbaarheid en toekomstloosheid wordt plastisch uitgebeeld in die onvruchtbare aartsmoeders van Israël. “EN TOCH!” zeggen de bijbelse verhalen: er komt een keer. De onvruchtbare wordt moeder van kinderen., of toch van minstens één kind, één zoon, één woord van toekomst. De bijbel laat zich in deze niet verleiden tot nihilistisch cynisme, dat zich neerlegt bij de brutale feiten uit onze vaak onmenselijke mensengeschiedenis. Deze weigering om aan dat cynisme toe te geven lezen we in de versie van de beginwoorden van Psalm 1, zoals Huub Oosterhuis die interpreterend vertaalt: “Goed is dat je niet doet wat slecht is, niet achter oplichters aanloopt, niet met ploert en schender heult niet je schouders ophaalt en zegt: “ploert en schender, ach, zo is de wereld nu eenmaal”.
4
Een stukje uit de commentaar bij deze verzen van Tom Naastepad. Waarom zou ik het warm water willen uitvinden, wanneer een groot en geëngageerd exegeet als Tom Naastpad bij deze verzen een krachtig en uitdagend commentaar heeft geschreven. Daarom hieronder een lang citaat (waarin ik enkel ‘de Heer’ vervangen heb door ‘de ENE’ en hier en daar voor de duidelijkheid nog enkele woorden heb veranderd): En dán, zegt de tekst: en het geschiedde, in die omloop van de dagen, daar werd Hanna zwanger, en zij baarde een zoon, en zij riep zijn naam Samuël, want, ik heb hem van de ENE afgebeden. Het is hier de vrouw, niet de man, die het kind bij name roept. Die naijver heeft Elkana niet, dat hij hier op zijn ponteneur zou staan. Het gebeurt wel meer in de Schrift, bijvoorbeeld bij de zonen van Jakob, dat de vrouw de naam roept over het kind, een naam die zij uitroept in haar weeën, een naam als een stervenskreet, zoals bij Rachel. Samuël, en Hanna zegt: want ik heb hem afgebeden, ontworsteld, afgedwongen van de ENE, met mijn gebeden. Zij denkt zelf dus bij' Samuël' aan het Hebreeuwse werkwoord 'sja' al', bidden. Zij denkt aan de moeite en het verdriet, die het haar heeft gekost; een gebed van jaar op jaar; een schier ónverhoord gebed; een jarenlange barenswee. Genade mag dan wel 'om niet' gegeven worden, maar het kostte haar het angstzweet van jarenlange ontroostbaarheid, verwachting zonder uitzicht. De betekenis die zij zelf geeft aan de naam Samuël legt de nadruk op dat vertwijfelde gebed. Zij blijft dus protesteren - ook na de geboorte! - tegen die ongenaakbaarheid van God in het huis in Silo. Daaruit blijkt haar oprechtheid nog eenmaal. In haar mond klinkt de naam van het kind als een nawee! Als een geslagen wonde in haar ziel. 'Sja'al', bidden, daar denkt zij aan; het zuchten van het schepsel. Daar is zij niet van af te brengen. Eén ding is nu al duidelijk: zij is niet verzadigd in haar moederschap. Voor haar is het moederschap geen element van de landelijke welvaart! Eerder een Exodus die de welvaartsaanbidding achter zich laat, de woestijn tegemoet! Het protest duurt voort. Er is ook nog een andere verklaring te geven van de naam Samuël: van het Hebreeuwse werkwoord 'sjama', horen. Dan betekent de naam Samuël: God heeft gehoord! Die verklaring ligt taalkundig en inhoudelijk zelfs veel meer voor de hand. De rabbijnen wijzen daar ook op, eenstemmig: God heeft de gebeden gehoord, vérhoord! God hoort het oprechte zuchten van het schepsel! Zou hij, die het oor geplant heeft, niet horen? Immers ja. Het is inderdaad de meest voor de hand liggende verklaring van de naam Samuël. Maar, de schrijver van onze tekst geeft júíst die verklaring niet! Die is te veel voor de hand liggend, te gemakkelijk, te veel de verklaring van de buitenstaanders, van de zie-jewel-gezichten uit de kerk, die zich niet kunnen inleven in de angst en de vertwijfeling van die vrouw. Die verklaring is wel rechtzinnig in de leer en dus uiterst orthodox: God verhoort de gebeden. Maar de schrijver neemt die niet voor zijn rekening. Rechtzinnigheid is er al genoeg in het land; waar de welvaart heerst, daar heerst ook de midden-orthodoxie. Daarmee wordt geen profetie geboren. Daarmee wordt het land niet gered. De schrijver houdt zich aan de interpretatie van Hanna. Hij voert ons naar de schepping in nood, naar de ontzetting van de barenswee. Hij vraagt hier, op dit punt, van de lezer geen objectieve rechtzinnigheid. Die is voor rekening van priester Eli, de Filistijn in het kerkelijke ambt. Hij maakt de lezer deelgenoot van de radeloosheid van de vrouw. Na de geboorte van het kind zijn we met God en zijn ontferming niet klaar. Nu gaat de bestorming van het heilige huis en de heilige stoel pas goed beginnen. Wie nu al het lied van Hanna aanheft (zoals we dat kunnen nalezen in 1 Samuël 2) is te vroeg! Heeft hij wel ooit de nood van de schepping gekend? Zoals Iwan Karamazow zegt: 'een traan van een kind is al voldoende argument tegen God. Wat zouden wij hem dan lofprijzen? Hanna blijft in verzet na het baren. God is met haar nog niet klaar. Hij kan niet op zijn stoel gaan zitten bij de deurpost van zijn huis: heb ik die vrouw eventjes mooi verhoord! Ze zullen straks wel een plechtig Te Deum gaan aanheffen voor mij. En de klokken zullen gaan beieren voor mij; dat hoor ik graag als God zijnde, die blijde galmen van een dankbare kerk in de omloop van de dagen. God is met Hanna nog niet klaar. Maar Elkana staat al weer gereed om naar de kerk te gaan, met zijn offergaven. Tot zover de commentaar van Tom Naastepad, die voor zich spreekt. Adventsnaam Samuël Hoe meer ik deze verzen uit 1Samuël herlees, des te meer raak ik ervan overtuigd hoe de naam van dit kind van de belofte een adventsnaam is. Geen naam van vervulling, want op het ogenblik dat zijn moeder Hanna deze naam (God hoort) als een opdracht ten leven over hem uitroept, moet het allemaal nog beginnen. Telkens opnieuw, ook vandaag. Want hoe zou God kunnen horen?
5
Hoe zou God het hartstochtelijk bidden en schreeuwen van mensen in hun nood horen en verhoren? Wij hebben het met deze vragen moeilijker dan velen van onze door de kerk gebrainwashte voorouders. Die ‘gelovige’ voorouders van ons moeten toch ook de ervaring hebben gehad dat God de gebeden van de ene wel en de gebeden van de andere niet leek te verhoren. Maar zij konden zich blijkbaar gemakkelijker neerleggen bij “de ondoorgrondelijke wil van een of andere goddelijk Opperwezen dat de hele wereld bestuurde” en dat ervoor zorgde dat alle geleden leed wel ruimschoots zou veergoed worden in het hiernamaals met zijn eeuwig leven. Wij kunnen dat vandaag niet meer. En in die onmacht zijn we in goed gezelschap: heel wat psalmen zijn uit die twijfel geboren evenals de bijbelboeken Job en Prediker. Daarom denk ik dat de jaar na jaar terugkerende advent de geschikte tijd is om op zoek te gaan naar wat “het horen van de ENE” vandaag nog kan betekenen. Hoe worden onze diepste verwachtingen niet beschaamd? Hoe kunnen wij er onze bijdrage toe leveren dat de diepste verwachtingen tegen alle wanhoop in van vele medemensen in hoge nood (Welzijnszorg) geen dwaze illusies blijven? Want met Kerstmis klinkt er toch iets door van vreugde om een nog niet vervulde vervulling. Zou het kunnen dat alleen al in de hoopvolle verwachting reeds de contouren zichtbaar worden van die vervulling? Dat is wellicht Kerstmis: het vieren van de contouren van de vervulling, niet van de vervulling zelf. De vervulling staat dus nog altijd letterlijk in kinderschoenen. Het moet allemaal nog beginnen, telkens opnieuw. Een poëtische uitsmijter Mannen en vrouwen verwekken nieuw leven. Het is nooit anders geweest. En zo gaat de geschiedenis door: nieuwe levens dus, die in de lijn liggen van al die vorige, hoe uniek elk nieuw mensenkind ook is. Maar kijken wij allen, levend in deze oud geworden wereld, niet vaak uit naar de verwekking van écht nieuw leven, niet voor één vrouw en één man, maar voor allen die de aarde bewonen? Die geboorte van écht nieuw leven zal niet het resultaat zijn van onze berekeningen, geen bevestiging van onze machtsaanspraken, geen kopie van wat altijd is geweest. De geboorte van écht nieuw leven valt ons letterlijk en figuurlijk in de schoot zowel bij mannen als vrouwen. Het komt ons tegemoet in oude verhalen uit lang vervlogen dagen: een kind, genoemd Jezus - déze God brengt bevrijding heel en al geschenk als een lied van licht en hoop als een weg om samen te gaan. Paul De Witte
6
Brief aan mijn zoon in Peru (2) Lelystad, 24-10-2010 Lieve Senne, Dag jongen. Alleen al die vier woorden schrijven, laten tranen over mijn wangen lopen. Onverwachts, want onze gesprekken via webcam en Skype verlopen de laatste weken al minder emotioneel. Het afscheid valt minder zwaar. En toch… nu ik eindelijk met het zonnetje op mijn gezicht op de bank bij Ria en Ger begin aan deze brief, heb ik tranen in de ogen. Zo was het ook de eerste dagen na je vertrek. Alles wat enigszins maar naar jou verwees, riep een gevoel van verlies en gemis op. Een stokbrood met kruidenboter waarmee ik jou verraste na je vakantiewerk, de Franse kazen die je zo lekker vindt, jouw geur (die langzaam verdween) in je slaapkamer, enz. “Sterven doe je elke dag wanneer je van iets of iemand afscheid neemt. Loslaten kun je leren.” Daaraan moest ik die eerste uren en dagen denken. Is dit de emotionele pijn wanneer ik ooit bewust zal voelen wanneer mijn leven naar het einde loopt? Begin september riepen al die fijne herinneringen aan jou alleen maar verdriet op. Alsof je nooit meer zou terugkomen. (Nu begin ik weer te wenen.) Dat mag. Ik vind het niet erg. Want zo ben ik. Het is een deel van mezelf. Misschien wel het mooiste, wellicht het meest gevoelige. Vandaag kan ik dat intense gevoel ook kaderen. Via mijn wezen (PRH) en mijn verstand kwam ik erachter dat ik die pijn ook vroeger moet gekend hebben. Waardoor ze opgeroepen wordt door jouw vertrek naar Peru. Ik heb je vroeger ook moeten loslaten: bij de babysit of de onthaalmoeder, op je eerste schooldag, het uitzwaaien op ’t perron op weg naar een kamp, de knuffel bij de bus richting Zweden, enz. Maar dit afscheid viel me veel zwaarder, leek meer definitief. Tot duidelijk werd waarnaar het verwees. Wat voor elk kind een wezenlijke band betekent: de relatie met zijn moeder. Het gaat bij mij terug naar de onbereikbaarheid van mijn mama, de onoverbrugbare afstand, de afwijzing van mijn zorg. Ik mocht haar niet helpen… Toen ik dit voor de eerste keer ontdekte, vatte ik die ervaring samen in “van wie ik hou, is onbereikbaar”. Vandaar ook mijn gemengde gevoelens naar oma toe. Natuurlijk zie ik haar graag, maar ze heeft me nooit kunnen aanvaarden in het meest wezenlijke van mezelf: anderen willen helpen. Maar wat is hier oorzaak en gevolg? Wellicht ben ik die gave en gevoeligheid ook gaan ontplooien, onbewust op zoek naar bevestiging en waardering. Lieve zoon, ik gun jou je AFS-jaar van harte. Ook al roept het soms verdriet en pijn op. Ga je eigen weg, geniet van het parcours, leef jouw unieke leven. Maak er iets moois van voor allen die je pad kruisen. Ik zie je graag. Een dikke knuffel en warme tranen, Stefaan, je papa
7
IN DE WAAN VAN 2010 (II) 2010, het jaar van de dertigjarige herdenkingen. 30 jaar geleden werd scheutist en pastoor in Guatemala Walter Voordeckers voor communist vermoord door katholieke grootgrondbezitters. 30 jaar geleden werd aartsbisschop Oscar Romero de hostie uit de handen geschoten en vermoord door katholieke Salvadoreense militairen. De bloedspatten vlokten de wereld rond als zaad dat tot op heden Oscar Romero Comités bevrucht. 30 jaar geleden ontving Adolfo Pérez Esquivel, de Argentijnse oecumenische voorvechter voor de mensenrechten de Nobelprijs voor de Vrede. 30 jaar alternatieve Triodos Bank en Artsen zonder Grenzen – België. 30 jaar lang zingt het Woshkoor, dat het rad anders wilde doen draaien met 'Druppels uit het Regenwoud,' harten deed zinderen op de graspollen onder het dekzeil van feesttenten en dromers over een revolutionair Midden-Amerika liet dansen met schuddende schouders en huppelende heupen op in der haast aangelegde planchetten vloeren. In Aalst vierden we 30 jaar solidariteit met Guatemala. Vandaag ontwaren we hier te lande een epidemie van onder-de-kerktoren gelokaliseerde groepen die elk een puzzelstukje van Guatemala meer leefbaar willen maken. Flauwe zomer. Tijdens hun vlucht flikkerlichten de kantelende witte buiken van de duiven in het al te schaars azuur. Vakantiemaanden, pruimen- en komkommertijd. De wereld draait op halve toeren. Alhoewel. Het Amerikaanse weekblad TIME vergastte ons op de voorpagina met de foto van de geschonden 18-jarige Afghaanse Bibi Aisha. Nadat ze haar gearrangeerde huwelijk ontvluchtte, mocht haar man van een talibanrechtbank haar neus en oren afsnijden. Naast de foto de tekst: ‘Wat er gebeurt als we Afghanistan verlaten.’ Gruwel prijs. Zoiets kan inderdaad niet. Ik heb te doen met het meisje, maar dat verklaart niet ten volle mijn naar gevoel. En warempel. Enkele dagen later blokletterde een krant over een foto, geplukt van de website van de Mexicaanse drugsmaffia, met de sprekende ondertitel: ‘De drugsoorlog gaat ook om de controle over het nieuws dat daarover wordt
verspreid.’ De oorlog om het nieuws. Is in die zin de publicatie in vier kleuren van Bibi zonder neus ook oorlog? Ik heb alleszins vergeefs gezocht naar een voorpaginafoto, desnoods in zwart-wit, op eender welk internationaal weekblad van een kind met een arm of een been, dat er niet meer is, want afgerukt door Amerikaanse bombardementen. 2010, de eerste 10 jaren van een nieuw duizendjarig bestaan van mens en wereld na Christus zit er op. Dure eden werden gezworen door de machtigen der aarde. In 15 jaar tijd de armoede in de wereld halveren, alle kinderen naar de lagere school en nog meer van dat moois. Er werd teveel champagne ontkurkt en vuurwerk afgeknald in luxueus feestgedruis. Na tien jaar staan wij nagenoeg nergens. In Gent werd dat aangeklaagd een eind de septembernacht in. Wachtnacht. Maar wees getroost, zie ’t oosten bloost. De Belgische millenniumdoelstellingen mikken op niet meer dan 500 verkeersdoden tegen 2015. Het dagelijks televisienieuws over bomauto’s in Irak en Pakistan met telkens tientallen doden riskeert ervaren te worden als banaal, waarbij de vermelding van het ontploffen van een fles butagas in een Brusselse achterbuurt meer aandacht krijgt. Af en toe ook een opbeurend nieuwsje: “de boezems van de Westerse vrouwen blijven gestaag aandikken.” In het zog van de media zou je moeten besluiten dat België stiefmoederlijk behandeld wordt door de natuur, het blijft geteisterd door afwezigheid van ademafsnijdende aardbevingen, beeldbuisvullende vulkaanuitbarstingen en dorpen die integraal naar zee dobberen. De media drammen dan maar door over een CO²–vergiftiging in een Gentse keuken en een Antwerps achterhuis, met gedetailleerde beschrijving van de slachtoffers, hun geslacht, hun huisnummer, het type boiler of kachel, en zo verder enzovoorts. En als dat niet voldoende is, vinden ze wel een huis dat in lichterlaaie staat. Al moest de VRT er desnoods zelf een aansteken. De oorzaak, een sigaret. Heel Vlaanderen zal ook weten dat ergens een boom omgewaaid is, bij voorkeur op een auto. Een lijk moet niet echt, maar geeft meer verve. Maar dan ineens! Is de opwarming van de aarde toch de media ter hulp gesneld nog voor het
8
einde van het jaar? Decennia ongekend hoog waterpeil, over de blauwe steen door het raamgat klauteren en bootje varen in de straten, met de waterscooter door de bossen scheuren, bivakkeren op zolder of in turnzalen van gemeentescholen. Opwarming of niet, in feite hebben we Vlaanderen gevloerd. En dus kampen we ondanks alles met waterschaarste. Het peil van het grondwater stijgt nauwelijks. En de overvloedige regens dan? Pijpenstelen gieten, drashen, plenzen. Overlast dat wel. Maar we hebben Vlaanderen volgegoten met beton, verzegeld met asfalt, dichtgemetseld met klinkers en siertegels. Het water dringt niet meer in de grond, rioleringen voeren het af of gieten het in de kelders. Tussendoor brood en spelen, de saus en de room druipt van het scherm, schateren op commando met quizzen en talkshows. De druk van de kijkcijfers en de bezoekcijfers is moordend. Doch niet gezeurd. De Belgen zijn rijk. Alhoewel. De berekeningen van de Nationale Bank over de rijkdom van de gemiddelde Belg spreken met geen woord over de omvang van het onroerend vermogen van rijke Belgen noch over het roerend onvermogen van de Belgen die uit de boot vallen. Duizenden gezinnen zitten, volgestouwd met dubieus buikvulsel, het pakje onbetaalde facturen op de onverwarmde schoorsteenmantel, in het donker vruchteloze pogingen te ondernemen om al zappend de stortvloed aan televisieprogramma's over culinaire hoogstandjes, buitenissige gerechten en dure restaurants te ontwijken. En dan de Kerk in het oog van een zelf opgewekte orkaan. Indertijd waren de goddeloze communistische regimes weinig minder dan duivelse creaties. En het Vaticaan bracht onvermoeibaar alle beschikbare batterijen in stelling om ze te bestrijden. Maar volgens Kardinaal Tarcisio Bertone, nummer 2 op het pauselijk paleis, hebben zelfs de communisten het nooit bestaan om een voltallige bisschoppenconferentie een ganse dag gegijzeld te houden, laat staan graftomben van kathedralen open te breken, zoals in Mechelen gebeurde. Versta ik het goed dat eigenlijk het kapitalistisch systeem, waarin we leven, de kerk nu eens ongenadiger aangepakt heeft dan haar
historische vijanden van toen? In een adem weze gezegd dat je de pineut bent, als je geloof afhangt van het instituut. Naast kinderschendingen nu ook miljoenenfraude en andere louche praktijken door de Vaticaanbank. “De mensen bouwden een toren van Babel.” Echter niet in de hoogte, maar in de diepte, ver onder de zeebodem, aan de kusten van Amerika. Het spoot uit de hand. En er ontstond spraakverwarring onder de stervelingen. Over de scheiding der machten. De rechterlijke macht floot president Obama terug die de opschorting beval van nieuwe boringen in de diepzee. Bleek dat de rechter belangrijke aandeelhouder is van de olieindustrie. Dus, perverse verstrengeling van machten. Nog voor Sint-Maarten deed Kafka, overigens een trouwe bezoeker, weer zijn intrede in ons land. Na onwettige verkiezingen in juni, op basis van een door de Raad van State verklaarde discriminerende situatie, zit de bengelende regering beter dan ooit tevoren de Europese Unie voor tot einde van het jaar. Hoe minder regering, hoe beter Belgie floreert. Taal willen verzilveren in metaal en geld begrenzen door talige kilometerpalen leiden tot stilstand. Maar alles gaat gewoon door. Er was ook al eens een Belgische koning die een dag geen koning was. Wie durft daar nog beweren dat onze democratie een miskleun zou zijn? En dan plots een Waalse kattensprong. Hendrik Vuye, professor staatsrecht van de Université de Namur schrijft: “We hebben onze democratie vergrendeld met belangenconflicten, alarmbellen en bijzondere wetten.” (…) “Een beslissing meerderheid tegen minderheid zorgt soms op termijn voor meer communautaire vrede dan het rusteloos blijven zoeken naar een consensusoplossing.” Ondertussen moeten migranten de taal en de kou aanleren. Vandaag klost Wim Delvoye fijne gotische kant met cortenstaal de hoogte in. Maar veilinghuis Cristie’s in Amsterdam hamerde onlangs voor een pak geld een drol van Wim Delvoye of beter gezegd van de cloaca-machine van de Belgische kunstenaar, die menselijke stront produceert, hij zelf en zijn machine, en dat in een land waar men hopeloos kampt met overbemesting. Guido De Schrijver
9
IMPRESSIES VAN EEN VERDIEPINGSDAG Zondag 21 november 2010 - Aaigem Een grijze mistige herfstdag, en toch eenentwintig mensen die blij en lachend naar Aaigem afzakken om een verdiepingsdag te volgen Thema: waarden in ons leven, wie of wat heeft (ons) gemaakt tot wie we nu zijn? Hoe beleven wij die waarden vandaag, wat is overboord gegooid, wat nog belangrijk? Waarin worden wij bevestigd in de maatschappij, of waar staan die haaks binnen onze samenleving? Een hele boterham. Als inleiding las Paul ons een heel mooie tekst voor van Frans De Maeseneer, uit zijn recent boek “Stiller spreken”. En toen kwamen de verhalen uit het leven gegrepen: warm, realist, ontroerend. Bij elk van de verhalen was er een overeenkomst; onze start, onze basiswaarden zijn meegegeven en sterk beïnvloed door onze ouders, het gezin waarin we opgroeiden. Hieronder een bloemlezing en bundeling van de meest frappante verhalen, elk verhaal op zich was de moeite en het beluisteren waard. Om het wat overzichtelijk te maken, zijn een aantal min of meer gelijklopende verhalen samengevat. Onze ouders waren zeer geëngageerd, wij hadden een open gezin. Solidariteit, aandacht voor het milieu, derde wereld, empathie en begrip voor de ander waren geen loze begrippen. Er werd heel veel en open met mekaar besproken. Wij hadden een groot gezin, vader zeer sociaal geengageerd, maar weinig thuis.Hij was een arbeiderskind en keek op naar diegenen die (maatschappelijk) hoger op de ladder stonden. Opvoeding en huiselijke taken waren voor moeder. Onze ouders waren correct en eerlijk. Er was engagement van huis uit, soms te hoog gegrepen. Er waren discussie over Kerk en Geloof, wat openheid en visie meebracht. Onze ouders hadden - met een eigen zaak - weinig tijd en toch was er tijd voor gezelligheid. Door de waarden in ons gezin kan ik nu beter relativeren en leven van dag tot dag. Vroeger heb ik ook kansen gekregen tot vorming, om bevrijdend bezig te zijn. Door vele jaren in het pensionaat heb ik pas in mijn partnerschap andere waardevolle zaken ervaren. Via vormingsavonden bij de Jezuiëten, in Jebron, via Mariage Encouter ... De invloed van de opvoeding heeft ook zijn weerslag en het partnerschap. Er is een enorm verschil in opvoeding en opvatting. Samen kunnen wij erover praten, om niet verbitterd te geraken als ouders en proberen we een open gezin te zijn. Bij ons thuis was enorm veel ruzie en verdriet om een aantal redenen. Toch was het een gezellig thuis met veel volk over de vloer, het was een bevrijding om op pensionaat te mogen gaan, en tot andere inzichten te komen. Van thuis uit heb ik het zorgende meegekregen, de inzet in de arbeidersbeweging,in VKAJ, later in KAV, je leren 'verplaatsen' in de ander. Strenge ouders met strenge regels leiden mij naar het internaat en seminarie, waar de regels een verlenging waren van het ouderlijk gezag: armoede, gehoorzaamheid, kuisheid. Het was en blijft een 'zoeken', de marxistiche bevrijdingstheologie bracht verheldering, andere inzichten. De werkelijke situatie en ervaring in het buitenland deden weer veel vragen rijzen. Zijn wij toevallige passanten in een ruimer geheel? Zijn we goed bezig???Er zijn ook mensen eenzaam geweest als kind, die de liefde van de ouders nooit gevoeld hebben, de aandacht voor de andere kinderen was groter. Dit resulteert in een grote aandacht en betrokkenheid bij de eigen kinderen. Er waren ook een paar mensen die nog opgegroeid zijn met verhalen over de oorlogen, en de gevolgen daarvan. Blijven jezelf wegcijferen. Er waren heel veel mooie momenten, er is hartelijk gelachen, maar we werden ook stil en ontoerd door sommige verhalen ... En uit al die verhalen hebben wij allemaal geleerd. Wat toen als 'waarden' aanzien werd mischien overboord gegooid, maar heel veel waardevolle dingen bewaard en gekoesterd. Er zijn zoveel mooie dingen aangebracht, een paar herkenbare lijnen: De kracht van een GROEP -VRIENDSCHAP is zeer belangrijk. ZORG dragen voor mekaar, iemand zijn, trouw zijn. de 'BLIK OP DE WERELD' Zoeken naar het 'GODDELIJKE IN DE BIJBEL', geraakt zijn door God. VORMING (cfr. het boek “Zien ... soms even” (Dorothe Solle)) 10
Jebron als groep is zeer belangrijk, meer nog dan geloof. De dingen anders bekijken, zorg dragen, dat 'iets meer zijn'. Interactie = hoe ga ik om met de waarden die ik meekreeg? Zoeken naar zekerheden, naar het goddelijke in de mens? Er zijn voor mekaar, knuffelen, verdriet delen. Rond de maatschappij: de eigen wereld verbreden, aan zelf-analyse doen,verhalen, ervaringen, sfeer vormen wie we zijn. Empathie hebben voor het wereldgebeuren. De vraag is gesteld : eenzaamheid is dat een waarde? De bijbel = niet onbelangrijk. En dan ... was het hoogtijd voor een soepje (overheerlijk en gemaakt door Judith). In de namiddag was er tijd om in kleinere groepen alle grote verhalen en waarheden nog even te toetsen aan onze eigen verlangens en toekomstplannen, daarbij kwamen volgende bemerkingen nog eens extra naar voor : Hoe moet het nu verder met de waarden in ons leven? Wij willen leren van onze fouten, onze eigen fouten herkennen om ons wijzer te maken. We hebben mensen beter leren kennen, met mildere ogen leren kijken. Er zijn veel gelijke betrachtingen,veel gelijkenissen, ook veel onzekerheden. Er is nood aan groepsvorming en ontmoeting is zeer belangrijk. De mens is een vat vol tegenstrijdigheden, in elke mens zit een deel conservatisme en een deel progressisme. Iedereen heeft zijn sterke punten, laten wij ze uitwerken. Het gelovig aspect is zeer belangrijk en het Bijbelboek niet onbelangrijk. Het is een deel van onze cultuur (Hebreeuwse overlevering); diepgang , communicatie en zorg hebben we gemeen. Vraag naar meditatieve vieringen Door gesprekken, informatie aan mekaar WE ZIJN ER VOOR ELKAAR! Dit verslag is een poging om een impressie te geven van zoveel verhalen, gevoelens en betrachtingen van de dag, moeilijk in woorden te vatten. De afwezigen hadden groot ongelijk ! Trees Debusschere
Twee inspirerende teksten bij de voorbije verdiepingsdag van zondag 21 november 2010 Wij begonnen onze verdiepingsdag met een tekst van Frans De Maeseneer uit zijn recent verschenen boek “Stiller spreken”, p. 91-92 (Uitgeverij Halewijn 2010), onder de titel:
IK VOEL ME THUIS IN DEZE TIJD Gisteravond zei me iemand: 'Ik mag voor paters een project ontwikkelen voor de toekomst. Ik voel me daar goed bij, niemand kent immers mijn verleden'. Op het eerste gezicht mag dat een vreemd woord zijn. Dat is het ook. Toch is dit soort taal bevrijdend. Wij zijn namelijk 'gebiologeerd' door ons voortdurend verwijzen naar het verleden. Wij verwijzen altijd graag naar de tijd van toen. Naar de tijd van de heilighartbonden, de processies, de volksmissies, de christuskoningfeesten, de driekoningenstoeten, de katholieke bonden. Enzovoort. De tijd van toen. Welnu, deze tijd is over en out. Ikzelf ben in die sfeer van toen opgegroeid. Ik heb daar zo sterk in geloofd dat ik onvoorwaardelijk deze geloofsstijl wilde hanteren en dienen. Ik heb daar nog geen seconde spijt over gevoeld. Ik ben, om eerlijk te zijn, priester en pater geworden omdat het oude geloof voor mij zo mooi was. Dat blijft voor mij waar tot vandaag.
11
En toch. Eens, zowat veertig jaar geleden, is er iets gebroken. Open-gebroken. Open-gebaard. Alle boeken en teksten en woorden, alle gewaden en liederen en rituelen, begonnen een nieuwe melodie te zoeken. Het begon een eigen leven te leiden. God en geloof en religie en klooster en parochie begonnen nederig te worden. Voor mij een heilig signaal van nieuwe waarachtigheid! Het ging niet langer meer om het bewaren van heilige huisjes. Het ging niet langer meer om het beperken van de zogezegd onvermijdelijke schade. Ik besliste toen voor mezelf dat ik niet langer trouw moest blijven, maar dat ik trouw moest wórden. Het was, als ik eerlijk mag zijn, mijn grote bekering. Jezus en de profeten zijn gidsen voor morgen. Zo waren ze. Zo zijn ze ook nu bedoeld. Jezus en de profeten zijn gidsen voor de kleinkinderen in mijn familie. Sport, entertainment, multimedia, taizéavonden, jokrikampen, samenwonen, babyborrel, lentefeest, crematoriumdiensten, fuiven, co-ouderschap, digitale fotografie ... het is allemaal van deze tijd. Drugs en drugdealers, gsmberichten, tot in het absurde toe ... het is allemaal van deze tijd. Wat moet ik als oude nonkel met dit alles? Ik weet het echt niet. Ik weet het zeker helemaal niet wanneer ik ervan uitga dat ik voor alles een oplossing en een remedie moet vinden. Is dat trouwens ook niet een beetje pretentieus? Precies deze pretentie wil ik bewust afleggen: ik mag onder geen enkel beding een rechter zijn. Foei! Het zou fijn zijn als ik er zou toe komen de kinderen van deze eeuw lief te hebben. Heeft het evangelie ons ooit iets anders gevraagd? Blaise Pascal zegt: Jezus is de tijdgenoot van elke tijd. Waarom zou hij niet de tijdgenoot mogen zijn van deze generatie? Waarom moet ik me schamen als ik steeds maar opnieuw pogingen doe om de cultuur van deze tijd te begrijpen? En mensen graag te zien? Bij deze geef ik een knuffel aan alle digitale kinderen van 2009.
En we eindigden onze verdiepingsdag met een bezinningstekst die Marinus van de Berg schreef bij het bekende evangelieverhaal van de Broodvermenigvuldiging. Brood voor elkaar voor onderweg Ik ben maar dat Ik kan maar dat Ik beteken niet veel Ik heb zo weinig te bieden Misschien helemaal niets Leeg en verloren Op een eenzame plaats Woestijn Vijf broden en twee vissen Wat kruimels, wat overschot Dat durf ik niet bovenhalen Die laatste reserves niet aanboren Dat weinige liever voor mezelf houden Oppotten Opkroppen Vijf broden en twee vissen Veel is het niet ... Het is meer dan je vermoedt Een schamel begin van een groot wonder! Je eerste brood is dat van je warm en goed woord Spreek het maar, je kunt het En je zult mensen bemoedigen Ze zitten erop te wachten Hoe lang al? Hou dat brood niet voor jezelf alleen! Je tweede brood is dat van je aanwezigheid. Gewoon 'er zijn' als je geen woorden meer hebt, meer niet. Er zijn voor 'n eenzame mens die al jaren in het ijle tast Hou dat brood niet voor jezelf alleen! Je derde brood is dat van je glimlach Je aanstekelijk optimisme Je dankbaarheid en je vreugde Om zoveel mooie dingen Om zoveel goede mensen Hou dat brood niet voor jezelf alleen! 12
Je vierde brood is dat van je laatste restje 'moed' Na alles wat je hebt meegemaakt In die woestijn van tegenslag en eenzaamheid Hou dat broodje niet voor jezelf alleen! Je vijfde brood is dat van je laatste greintje 'geduld' Wat je net dreigt te verliezen Aan alle geduld komt een einde ... Je laatste greintje 'hoop' Je laatste greintje 'inzet' Hou dat brood niet voor jezelf alleen! Je eerste vis is die van de 'laatste kans' Waarvan je net op het punt staat ze te weigeren Je tweede vis is die van je schaarse tijd Je staat op het punt mensen weg te sturen Je zegt bijna "Nu niet!" en toch doe je het niet! Vijf broden en twee vissen Haal ze maar boven Want ze staan op het punt wonderen te doen!
Wolken drijven als zwarte schaduwen over het verdronken land. Kaal en dor is elke boom die ik ontmoet. Eens waart gij de trots van de zomer, toen ik in verloren uren kon rusten in de schaduwen van uw lover. Maar elk seizoen kerft zijn sporen in uw schors. Toch komt er een nieuwe dageraad, waarin gij, mijn boom, weer stoer in blad en bloei te pronken staat. Jozef Vandromme
13
DE WOELIGE JAREN ’60 - Vervolg Juli 1967 het derde jaar snit en naad zit erop maar in die richting verder gaan zie ik niet zitten. Mama was in 1938 afgestudeerd als kleermaakster, ze was toen 18 jaar en dat was in die tijd een grote uitzondering voor meisjes. Vanaf het derde jaar werd het naaiwerk steeds fijner en dat zag ik helemaal niet zitten! Koken, wassen en strijken dat waren mijn plezante vakken, daar kreeg ik goede punten voor en een aanmoedigend woord. Fietsen, kuisen en auto’s wassen om geld in te zamelen voor de zwartjes van Afrika daar had ik alles voor over, maar stikken, patronen tekenen, knippen en naaien dat was er teveel aan. Ik zou graag kinderverzorgster worden. Dat kon je leren in de kliniek, maar dat was op het beroepsniveau dus dat mocht ik niet. En zo kwam ik in de St Jozefschool van Wetteren terecht bij de verpleegaspiranten. De school was een reusachtig gebouw waarin kinderen zaten van nul tot 18 jaar. Babytjes boven in de kindercreche, kruipertjes en lopertjes beneden in een soort klaslokaal waar ze met een 40tig tal over de grond kropen. Tegen de muur aan het venster stonden een tiental ‘pispotjes’, daar werden die kleine kaboutertjes om de twee uur opgezet. Het was nog geen pampertijd. Een stoffen luier in een plastiek broekje moest zoveel mogelijk het bevuilen van de vloer tegenhouden. Het eerste jaar mochten we elke week 1 dag met de kinderen doorbrengen, ook bij die in de kleuterklas en het 1ste en het 2de leerjaar. Zalige dagen waren dat maar ook met de andere leerlingen van de klas was er al heel gauw een goede band. Er zijn er spijtig genoeg al een paar overleden maar van anderen krijg ik nog ieder jaar een nieuwjaarskaartje. De school had ook een internaat en de helft van de leerlingen uit mijn klas zaten daar, in kleine hokjes met een bed, een nachttafeltje en een gordijn die het hokje afsloot. Maandag was de woeligste dag, dan had iedereen veel te vertellen wat er in het weekend was gebeurd. Bij velen ging het over ‘in het geniep gaan kussen met hun lief’… Voor mij was naar ‘den eendracht’ gaan kijken veel plezanter! Ik wist zelfs niet wat een lief was. Ik had zelf drie broers die allemaal heel slim waren en al twee die Latijn studeerden, voor mij was een jongen een boekenworm met moeilijke woorden. Gaf mij dan maar liever een voetbal of een paar rolschaatsen of een ladder om in een boom te klimmen om perziken te plukken. Op zaterdagmorgen van 7 uur tot 13 uur, ging ik naar het hospitaal als lid van de caritas gemeenschapssdienst. Hoe ik daarin terecht ben gekomen weet ik niet meer wel wat ik deed: Zieken wassen, bedden opmaken, nachtkommen ledigen, gewassen injectiespuiten in de doosjes steken, maar eerst mijn handen wassen en ontsmetten met ether. Daar leerde ik op zaal 12 Franske kennen, een zwaar lichamelijk gehandicapte die daar al een tijdje woonde. Een zaal met twintig bedden, twintig nachtkastjes, twintig stoelen en in het midden een lange tafel. Franske was lief en aardig en zeer dankbaar om alles wat ik voor hem deed; eens naar de winkel om wat snoep en sigaretten, de rolstoel proper maken om in de zomer buiten te kunnen rijden, een krant halen of een boek naar de bib, … Plots was hij weg, zijn vader was overleden en had een testament geschreven waarin het grootste deel naar zijn gehandicapte zoon ging. Zijn zus haalde hem weg uit het hospitaal en hij mocht bij haar gaan wonen in de Limburg. De eerste weken kreeg hij alles waar hij ooit van droomde; een eigen kamer, een groot bed, een verpleegster die hem dagelijks kwam verzorgen, … maar toen kwam de rekening. De verpleegster werd beleefd aan de deur gezet. Zijn zus had geleerd hoe ze haar broer moest verzorgen, al gauw werd het wassen geen dagelijkse bezigheid meer, hem uit bed halen en in een rolstoel zetten was te zwaar, eten in kleine stukjes snijden te lastig. En op een dag viel Franske letterlijk van het verschieten uit zijn rolstoel. De deur sloeg dicht, hij was alleen en lag op de stenen vloer met een gebroken heup. Zes uur later werd hij naar een ziekenhuis gebracht waar hij twee maanden verbleef. De erfenis was geregeld en Franske belandde weer in het hospitaal van Aalst. Nu op kamer 14, acht bedden, acht stoelen en een tafel. Ik probeerde zoveel als mogelijk na school eens binnen te wippen, dan glansden zijn starende ogen en kon hij weer even glimlachen. Op een woensdagmiddag zat hij op zijn stoel naast het bed, de zaalgenoten liepen door de gang of zaten te roken. Op de tafel stond zijn bord met het middagmaal. Niemand had het fijn gesneden, niemand had het hem zelfs gegeven, niemand had hem aan tafel gezet. “Wil jij mijn bord geven?” vroeg hij toen ik binnenkwam. 14
Hij staarde voor zich uit en de tranen stonden in zijn ogen. Ik nam zijn mes en vork om het vlees te snijden en de aardappelen en groenten te pletten. “Je moet dat niet doen,” zei hij, “ik zal zo wel opeten wat ik in mijn mond krijg, ga naar huis en kom zo snel mogelijk terug en breng een touw mee.” Wie gebruikt er nu een touw om eten op te eten, dacht ik. Of misschien wil hij het vastmaken aan zijn stoel en de tafel zodat hij er zich kan naartoe trekken. Voor ik ook maar een vraag kon stellen nam hij mijn hand vast en zei: “Straks bind je mij vast in de rolstoel en rij je met mij naar de Dender, ik zal er zelf wel ingeraken want ik wil niet dat jij van iets de fout krijgt, jij bent het liefste kind dat ik ooit ben tegengekomen.” Ik ben de zaal uitgerend en stond na vijf minuten aan de pastorij snakkend naar adem. Gelukkig was pastoor De Cubber thuis! Met horten en stoten vertelde ik het verhaal. “Ik zoek direct een oplossing,” zei hij in kalmte, “ga maar terug naar hem toe en zeg dat deze week alles nog goed komt.” Ik dacht dat hij die nonnen zou uitmaken voor goddeloze schepsels, maar drie dagen later stond hij aan het bed van Franske. ”Kom, ik breng je naar het rusthuis in Herdersem, daar is een nieuw gebouw en zijn er nog wat kamers vrij… Ik ga vandaag tegen Ingrid zeggen dat ze je daar kan vinden.” Zaterdagnamiddag zag ik hem daar voor het eerst. Mooi gewassen en verzorgd, een prachtige kamer, een luide vrolijke lach en een uitzicht of hij tien jaar jonger was geworden. We hebben de volgende jaren nog uren samen doorgebracht, in de winter op zijn kamer, in de zomer in het park, in de tuin of gewoon in de stad. Hij met een rolwagen met een motor ik te voet of met de fiets, een zalige tijd en een zalige man! Ingrid Van De Voorde
Als ergens op deze aarde een moeder toekomst droomt voor haar kind, als er gastvrijheid is voor vreemdelingen en ontheemden, als mensen kiezen om te delen in plaats van te bezitten, als tederheid het haalt op hardheid in de wereld, als trouw de vreugde van het leven laat groeien, als levenskracht de pijn om de dood overwint, als mensen het Woord van Leven ontvangen en delen, dan wordt God opnieuw mens, vandaag, ergens op aarde of midden onder ons. Luc Maes Uit catechetische service – oktober 2009
Naar het jaareinde toe bieden wij u op onze website www.jebron.be twaalf advent- en kerstgedachten aan. Wij hebben ze gevonden in de tijdschriftenbibliotheek van Jebron. Op de website van het Catechesehuis www.catechesehuis.be vind je nog andere advent- en kerstsprokkels, die je kunnen inspireren. Neem een goede aanloop naar een vredevolle kerst!
15
WIST JE DATJES Wist je... ... dat we met Jebron op 01 november voor de jaarlijkse herdenking van Priester Daens en zijn overleden bondgenoten op het kerkhof van Aalst gezorgd hebben voor het bezinnigsmoment. Paul schreef de tekst en Ignace heeft die tekst naar voor gebracht. We hebben achteraf heel veel positieve reacties gekregen voor onze gewaardeerde bijdrage. Waarvoor dank! ... dat we op 11 november opnieuw heel veel soep hebben verkocht ten voordele van de 11.11.11-actie. We hebben vanuit Jebron 615 Euro overgemaakt aan 11.11.11. De verkoop zou wellicht nog beter geweest zijn indien we niet waren overvallen geweest - niet door een dievenbende - maar door het stormweer, waardoor de hele markt vroegtijdig is geëindigd. Toch is het bedrag dat we konden overmaken nog hoger dan vorig jaar. Met dank aan alle solidaire medewerkers. ... dat we op zondag 21 november ons met 21 mensen hebben verdiept tijdens onze jaarlijkse verdiepingsdag. Voor de meesten aanwezigen is het een heel boeiende dag geworden, tijdens dewelke we met aandacht hebben geluisterd naar elkaars boeiende levensverhalen. Kortom een hoopvol en bemoedigend gebeuren waarover je elders in dit nummer meer kunt lezen in een reflectie van Trees. ... dat er op zaterdag 27 november in Jebron een Breed Beraad van de Vlaamse christelijke basisbeweging is doorgegaan. Het is een boeiende voormiddag geworden waarbij we vooral stilstonden bij de hedendaagse situatie van de plaatselijke Kerk: pedofilieschandalen en seksueel misbruik door 'geestelijken' enerzijde, en anderzijds de controversiële uitspraken van aartsbisschop André Léonard. We kregen die voormiddag ook bezoek van een ploeg van TERZAKE, die gedurende twee uur gefilmd en geluisterd hebben. Op het moment dat deze rubriek wordt geschreven heb ik de uitzending nog niet gezien. Het is altijd wel een beetje (bang?) afwachten om te zien wat ze ervan zullen gemaakt hebben. We kijken er naar uit! Toch nog een reactie op de ook voor mij vrij ontgoochelende uitzending van Terzake. Niet omdat ik persoonlijk nauwelijks in beeld ben gekomen, maar om dezelfde reden die ook Annemie Castelein hieronder vermeldt: “Beste bondgenoten, wat jammer dat Terzake zoveel tijd gaf aan de Lier en eigenlijk niet weergaf wat zaterdag in het Breed beraad werd gezegd. Het interview met jou Paul, de goede interventie van Elke (Vandeperre), allemaal niet doorgegeven en dan knippen ze mijn interventie en die van jou Toon (Mondelaers) eruit. Een gemiste kans alweer... Ik kreeg enkel reacties vanuit mijn familie die totaal onwetend was...” Elke Vandeperre naar aanleiding van de uitzending in Terzake: “Inderdaad, erg teleurstellend wat er overblijft van 2 uur filmen. Ik krijg dan echt het gevoel dat journalisten ons laten 'buikspreken': wat ze zelf willen zeggen zetten ze in een collage met onze woorden bijeen. Wat onze boodschap is, is niet van belang. We hadden ze na een uur ook beter wandelen gestuurd, dan hadden we tenminste nog voldoende tijd gehad om serieus te vergaderen. Maar goed, da's allemaal gemakkelijk gezegd achteraf he. Hoe dan ook, doen wat we moeten doen! En niet te veel van de media verwachten dus!” ... dat we op zaterdag 11 december een gemeenschapsviering hebben met krentenbroodmaaltijd, gevolgd door het samen bekijken van foto's uit het Jebronarchief. Ook daar kijken we hoopvol naar uit.
16
KALENDER DECEMBER / JANUARI Zaterdag 11 december: GEMEENSCHAPSVIERING -Om 18.30 uur: Wekelijkse viering van het derde adventsweekend, voorbereid en voorgegaan door Stefaan en Joke rond het thema: “GRENZEN VERLEGGEN”, met als schriftlezingen Jesaja 35,6-10 en Mattheus 11,2-11. -Na de viering is er gemeenschapsmaaltijd met krentenbrood, chocomelk, koffie en thee. -Vanaf 20.00 uur bekijken we samen foto’s uit het Jebronarchief.
Dinsdag 14 december: -Om 19.30 uur: Bijbels leerhuis, waarin we verder lezen in het boek van PSALMEN, als woord van “CRISIS EN HOOP” ook in deze tijden.
Zaterdag 18 december: -Om 18.30 uur: Wekelijkse viering van het vierde adventsweekend. Thema: “WIE IS EEN RECHTVAARDIGE?” We staan stil bij dit thema vanuit Jesaja 7,10-15 en Mattheus 1, 18-25. Of hoe Mattheus naar aanleiding van het verhaal over Jezus’ afkomst zich laat inspireren door teksten uit het zogenaamde Oude of Eerste Testament.
Dinsdag 21 december: Om 20.00 uur: Raad van Bestuur. Vrijdag 24 december: -Om 18.30 uur: KERSTVIERING (in de Begijnhofkerk) Thema: “KIEZEN VOOR HET GOEDE LEVEN” We willen ons voor deze Kerstviering en voor de twee erop volgende vieringen laten inspireren door een tekst van de bevrijdingstheoloog Leonardo Boff. Ook laten we de uitspraak van Franciscus van Sales meeklinken: "Lawaai doet geen goed en het goede maakt geen lawaai".
Aan allen een zalige kerst toegewenst! Zaterdag 01januari: Geen viering owv Nieuwjaarsdag. Zaterdag 08 januari: -Om 18.30 uur: Wekelijkse viering rond het thema: “Kiezen voor het goede leven”.
Na de viering wensen we elkaar met een drankje en een hapje een goed & deugddoend 2011.
Wij wensen jullie alvast een gelukkig nieuwjaar!
17
Dinsdag 11 januari: -Om 19.30 uur: Bijbels leerhuis, waarin we verder lezen in het boek van PSALMEN, als woord van “CRISIS EN HOOP” ook in deze tijden.
Zaterdag 15 januari: -Om 15.00 uur: Nieuwjaarsreceptie in Leuven van de Basisbeweging en voorstelling van het boek: EEN DERDE TESTAMENT. BEVRIJDENDE SCHRIFTLEZINGEN. We hopen met zoveel mogelijk mensen van Jebron samen naar Leuven te gaan en er een fijne en vruchtbare namiddag van te maken. -Om 18.30 uur: Wekelijkse viering. Derde viering rond het thema: “Kiezen voor het goede leven” met als mogelijke insteek: "Vertrouwen is de vogel die zingt als de dageraad nog donker is".
Dinsdag 18 januari: Om 20.00 uur: Raad van Bestuur.
04 Dec 2010 05 Dec 2010 06 Dec 2010 09 Dec 2010 10 Dec 2010 18 Dec 2010 23 Dec 2010 27 Dec 2010 27 Dec 2010 29 Dec 2010
Lieve Van Cutsem Mien Bogaert Paul De Witte Anneleen De Witte Herlinde Van Assche Inge De Bruyn Judit Coppens Linda Van Paepegem Marc De Coster Joke Spijker
02 Jan 2011 03 Jan 2011 04 Jan 2011 05 Jan 2011 06 Jan 2011 08 Jan 2011 14 Jan 2011
Maria De Vriendt Kjell Bastianssens Haïki Goffin Veronica Samyn Timon De Dycker Wilfried Vinck E.H. Deken De Baere
16 Jan 2011 17 Jan 2011 19 Jan 2011
Frederick D’Hooghe Gerda Limpens Hannes Van Lierde
18
Info Jebron: Het tijdschrift dat maandelijks verschijnt (behalve juli en augustus) Het abonnement kost 10€ voor een gedrukt exemplaar. Wens je hem via E-mail te ontvangen, dan vragen wij 8€. Jebron vzw Open Huis voor Vorming en Pastoraat Begijnhof 1 - 9300 Aalst Open elke werkdag van 08.00 tot 16.45 uur. Tel. 053/77.51.16 E-mailadres:
[email protected] Website: www.jebron.be Stortingen en financiële steun zijn welkom op 068-0623040-36 Wij bieden: Wekelijkse viering op zaterdagavond om 18.30 uur. Ontmoetingsmomenten: Leefweekend, wandelingen, … Bijbels leerhuis: Eén dinsdagavond per maand. Interactieve vormingsmomenten zoals open haard gesprekken op zaterdagavond en jaarlijkse verdiepingsdag. Tijdschriftenbibliotheek met meer dan 80 verschillende tijdschriften. Alle artikels staan op trefwoord. Artikels, suggesties, tips zijn welkom bij de Redactieraad
[email protected] Raad van Bestuur Monique Batavia Judith Spitaels Erik Van Assche Fred Van den Branden Personeel Vera Baeyens Anne De Cremer
Luc Rottiers Inge De Bruyn Paul De Witte
Hilde De Saedeleer Haïki Goffin
Liturgieverantwoordelijke Paul De Witte
19