België – Belgique P.B. 9300 AALST 1 3/5557
Jebron vzw waar zoekers thuis zijn Begijnhof 1 , 9300 Aalst Tel 053/77.51.16 E-mail :
[email protected] Web: www.jebron.be
JAARGANG 36
Nr.10
JUNI
2012
Afgiftekantoor 9300 Aalst 1
Erkenningsnummer P004342
Verschijnt maandelijks
(behalve in juli en augustus)
Verantwoordelijke uitgever :
JEBRON VZW
De Jebrongemeenschap… Als zoekende mensen levend in deze tijd willen wij ons oefenen in een andere manier van kijken, luisteren en spreken, een andere manier van gaan en leren. Kijken doen we met de blik van de zwakken en de kleinen, met wier ogen en stemmen in de samenleving nauwelijks rekening wordt gehouden. Luisteren willen we naar vreugde en pijn in de verhalen van mensen, naar de tekenen van onze tijd, naar woorden die perspectief geven aan onze gemeenschap. Spreken oefenen wij in naam van wie monddood gemaakt wordt. Met mensen gaan we een weg waarbij we vooral oog hebben voor hen die langzaam vooruit komen, voor alles wat kwetsbaar en weerloos is, en voor allen die door een niets ontziende economie dreigen vertrapt te worden. Leren gebeurt tijdens spontane of georganiseerde leerhuizen waar de vaak dodelijke mechanismen van onze samenleving geanalyseerd worden, waar verhalen van bevrijding klinken die in ons de hoop levend houden op een andere wereld die mogelijk is, waar ons samenleven zelf kan uitgroeien tot een proeftuin van die nieuwe wereld in gerechtigheid. Om dit te kunnen, zoeken we inspiratie. De bijbel is een eeuwenoude traditie met verhalen over JHWH, de ENE, de Profeten en bij uitstek Jezus Messias waarin velen van ons inspiratie vinden. Eveneens vinden we steun in teksten van andere religies of ideeën van denkers. In deze verscheidenheid van inspiratiebronnen vinden wij verbondenheid bij elkaar. Daarom komen wij op geregelde tijdstippen samen waar we vieren rond brood en wijn met verhalen uit de hertaalde en geactualiseerde bijbel en menselijke verhalen van hier en nu, verhalen levend in onze maatschappij. Tijdens die momenten van samen vieren is er ruimte voor woorden, stilte, zang en symbolen, die het hart van de aanwezigen verwarmen en zo de gemeenschap op de been houden. In dit zoeken vinden we bondgenoten met wie we op tocht kunnen gaan en door wie wij ons gedragen weten.
REDACTIONEEL Nada te turbe Lieve Trees Maandag 11 juni. Deze voormiddag heb ik mijn laatste les voor dit schooljaar gegeven. Vandaag is er dus eindelijk tijd om het redactioneeltje te schrijven. Gisteren kregen we het droeve nieuws dat onze lieve Trees zaterdagavond is overleden. Veel te snel, veel te jong. Ik wilde in dit redactioneeltje schrijven over een lied dat me steeds bijblijft van Taizé: Nada te turbe, nada te espante; quien a Dios tiene nada le falta. Nada te turbe, nada te espante: solo Dios basta.
Laat je door niets verstoren of bang maken. Wie zich aan God hecht, heeft niets tekort. Laat je door niets verstoren of bang maken. God alleen volstaat.
Eric en ik zongen het zachtjes mee in een volle kerk in Drongen, tijdens de Taizé-bijeenkomst van 28 april. Het deed me denken aan de lessen die ik toen aan het geven was in een aantal klassen, rond Mt 6, 25-34: “Maak je geen zorgen over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en wat je zult aantrekken. […] Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.” In het leerboek van godsdienst wordt dan het verband gelegd met de drukte van een jong gezin (herkenbaar!). Verlies je niet teveel in zorgen om pietluttigheden (zoals het huis dat moet gepoetst worden of de strijk die staat te wachten), maar draag vooral zorg voor elkaar. Trees kende deze levensles goed. Zij wist waar het op aan kwam. Haar gedachten, woorden én daden waren steeds verbonden met dat streven naar gerechtigheid. Denk maar aan haar vele voorbeden voor de Palestijnen, tegen racisme en uitsluiting. Denk maar aan haar stem voor de soepverkoop ten voordele van 11.11.11. Denk maar aan haar “profetische” gedichten, waarin vaak een verontwaardiging te ontdekken viel over het streven naar macht, geld, gewin, en waarin ze ook de hoop op een betere wereld omschreef. Deze evangelietekst werd ook gelezen tijdens de uitvaart van een oud-leerlinge, Mieke, die onlangs uit het leven gestapt is. “Maak je geen zorgen…: “je kan altijd bij iemand terecht. De mama van Mieke was tijdens de herdenking op school aanwezig en zei heel krachtig aan onze leerlingen: “Denk nooit dat er geen oplossingen meer zijn. Er is altijd nog iemand met wie je kan praten, die samen met jou naar oplossingen wil zoeken.” Er wordt toch wel heel veel verwacht van jonge mensen vandaag: ze moeten sportief zijn, mooi zijn, vooral goed presteren op school, veel vrienden hebben (op facebook), … Teveel eisen, denk ik. Natuurlijk is deze evangelietekst ook perfect geschikt om naar de vakantie te verwijzen. Dan kunnen we ons even “afsluiten” van de drukte van alledag en ons in onze tuin zetten om te genieten van het zonnetje (hopelijk!). Ook al klinkt dat totaal niet “maatschappelijk betrokken”, dat moet toch ook eens kunnen… Dit jaar is er bovendien in augustus weer een bijbelweek van CvS, rond deze tekst. Benieuwd welke interpretatie daar aan het fragment zal worden gegeven. (Wij zitten dan wel in Frankrijk…)
Lieve Trees, we gaan je heel hard missen. Je stok, je tastende handen, je zoekende ogen, je stem die het opnam voor de zwaksten, voor mensen wiens rechten geschonden worden. Dank je voor de mooie schrijfsels, verhalen, duidingen, gedichten. Dank voor je bezorgdheid, je vroeg zo vaak: “Hoe gaat het met…?” Dank je voor je levenslust, je vastberadenheid om te leven ondanks… Je blijft in onze gedachten, een voorbeeld voor ons. Waak over ons. Liesbet Hieronder nog een gedicht van Trees (Info-Jebron, november 2008):
Een twijfel licht klimt door strepen wolken tot in de nok van de dag verandert de kleur van pannen bloost de boom groen en bruin bloeit de tuin open Kruinen gaan zitten voor een koffieklets met het gras onkreukbare gevels verliezen zichzelf in het strelen van zonnestralen in het heetst van de dag rolt donder over daken met pijpenstelen wast een plensbui de Sehnsucht uit de kleinste hoeken De avond gevallen over een uitspringende wortel zingt een requiem voor het licht vergaan in verre sterren vale schim over een stroom blaren die in twijfel loslaten en deinen naar een ver gezicht de taal van de veerman is licht Trees Van Aerdebrugge
4
KERKCRISIS - ER IS MEER AAN DE HAND . Over de crisis in de Rooms-Katholieke kerk – deel 5.
4. Een toekomst voor de kerk? Wanneer we willen nadenken over de vraag of de Rooms-Katholieke Kerk nog toekomst heeft binnen de context van onze Europese samenleven, moeten we eerst de vraag stellen: voor welke kerk willen we nog een toekomst? En voor welke kerk niet meer? Op die vragen wil ik eerst een antwoord proberen te formuleren. 4.1. Een toekomst voor welke kerk? Met andere woorden: wat moet blijven in de kerk? (1) Ik denk dat het weinig of geen zin heeft valse dromen te koesteren over een soort anarchistische kerk, waarin ieder maar zijn goesting doet. Dat is niet alleen onmogelijk, maar het zou ook de bevrijdende kracht van het bijbels geloofsverhaal ontkrachten, waardoor dit verhaal zijn maatschappelijke zin zou verliezen. Dit anarchisme is ook de zwakte van bijvoorbeeld de beweging van de zogenaamde “Indignados.” Er is dus een blijvende nood aan soepele structuren die onmisbaar zijn om de kern van het evangelie toekomst te geven. (2) Een kerk die kiest voor een bijbelse invulling van gehoorzaamheid: We blijven tot vandaag geconfronteerd met de hiërarchische en autoritaire structuur van de (vooral katholieke) kerk, waarin een bepaalde unilaterale vorm van onbijbelse gehoorzaamheid wordt gehanteerd. Wat betekent dan gehoorzaamheid binnen een bijbels-evangelische context? Binnen de Rooms Katholieke kerk moeten gelovigen gehoorzaam zijn aan de leiders, de herders van een onmondige kudde. Ik denk dat een in de bijbel verankerde christelijke gehoorzaamheid vanuit minstens vier hoeken moet worden bekeken. Op de eerste plaats is er de absoluut niet vrijblijvende, maar eerder uiterst uitdagende gehoorzaamheid aan de bevrijdende grondrichting van het bijbels geloofsverhaal, dat in leerhuizen samen, machtsvrij en los van elke dogmatische bevoogding wordt gelezen, bestudeerd en geïnterpreteerd in dialoog met de samenleving en met onze eigen levensgeschiedenissen. Op de tweede plaats is er de wederzijdse gehoorzaamheid binnen de christelijke gemeenschap: gelovigen laten zich in open dialoog door elkaar bevragen op hun authenticiteit en op hun trouw aan de schriften van Tenach (Oud of Eerste Testament) en Evangelie (Nieuw of Tweede Testament). Daarbinnen hebben kerkelijke beleidsmensen hun plaats als bruggenbouwers, die er vooral op moeten letten dat de stem van de zwaksten en van de zwijgers ook wordt gehoord en gehonoreerd. Op de derde plaats is er de gehoorzaamheid aan de mensen van deze tijd, die tastend op zoek zijn naar zin, vrede en gerechtigheid. Deze vragen vormen de primaire agenda van de christelijke gemeenschap. En op de vierde plaats is elke mens ook gehoorzaamheid en trouw verschuldigd aan zichzelf, aan de eigen lijfelijke en geestelijke gezondheid, aan de onmiskenbare evoluties in het eigen leven, waardoor zich soms nieuwe keuzes opdringen. Deze nieuwe keuzes kunnen nogal eens de indruk van ontrouw wekken, maar meestal zijn ze het gevolg van langdurige worstelingen met zichzelf en met een verleden waarvan men niet zonder slag of stoot afscheid neemt. Deze vier polen van de gehoorzaamheid moeten elkaar in evenwicht houden. Het benadrukken of verwaarlozen van één of twee polen ten koste van de andere leidt bijna automatisch tot een aantal verleidelijke en zelfs gevaarlijke eenzijdigheden: fundamentalisme, binnenkerkelijke navelstaarderij, sektarisme, autoritarisme, wereldvreemdheid en vrijblijvend individualisme. (3) Een kerk die drie b’s vervangt door drie andere b’s: 5
Ik bedoel de “b’s” van burgerlijk braaf, behoudsgezind en bekrompen vervangen door drie andere b’s: bijbels, bevrijdend en betrokken. Deze laatste b’s vinden we duidelijk terug in de omschrijving van christelijk geloven zoals die wordt gegeven door de Nederlandse theoloog J. Sperna Weiland: Geloven is het handelen waarin het bevrijdend handelen van Jezus zich voortzet in deze tijd. (4) Een kerk die focust op de plaatselijke gemeenschap, waarbinnen het leven in verscheidenheid kan worden geoefend en gerealiseerd. Hoe gaat de kerkgemeenschap om met de grote verscheidenheid van mensen die min of meer met die kerk verbonden zijn? Ook binnen de joodse gemeenschap is daarover intens nagedacht. En de rabbijnen zetten ons op een spoor. Bij het Loofhuttenfeest maken de joden een soort van palmtakken, genaamd de LOELAV. Deze Loelav moet samengesteld worden uit 4 verschillende takken, waarvan er twee wel vruchten geven (de etrog - een soort citroen - en de dadelpalm), en twee geen vruchten geven (de mirtetak en de wilgetak). En die vier hebben elkaar nodig, want anders is er geen echte loelav. Alleen samengebonden kan er sprake zijn van een geldige loelav. Dit samengebonden zijn verwijst symbolisch naar de noodzaak van solidaire verbondenheid met elkaar, zonder dewelke het volk Israël als gemeenschap uit elkaar valt. Wat zeggen nu de rabbijnen over de symbolische betekenis van de loelav? "De etrog heeft smaak en geur, zo heeft Israël mensen die leren en goede daden doen. Palmtakken hebben wel smaak, maar geen geur, zo heeft Israël mensen die leren en geen goede daden doen. Mirtetakken hebben geen smaak maar wel geur, zo heeft Israël mensen die niet leren maar wel goed doen. Wilgetakken hebben geen smaak en geen geur, zo heeft Israël mensen die niet leren en niet goed doen. Wat doet nu de Heilige, gezegend zij Hij? Ze vernietigen is onmogelijk. Maar, zegt God, laten ze samengebundeld worden en zo zullen ze voor elkaar verzoening krijgen. En als jullie dit doen, word ik daardoor verheven." Gods eer ligt dus niet in de mate van individuele voortreffelijkheid of perfectie, maar in de mate waarin mensen het voor elkaar opnemen. En daarvan is de loelav het symbool. (5) Een kerk waar het niet gaat over het bezitten van de éne absolute waarheid, maar over het samen zoeken naar wegen om als gemeenschap betrouwbaar te zijn voor de meest kwetsbaren in onze samenleving en in de wereld. De radicale optie voor de armen is de toetssteen bij uitstek voor de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de kerken. Reeds tijdens de Vlaamse Kerkdagen van Antwerpen 1993 citeerde Walter Corneillie de priesterarbeider uit Willebroek Leo Bernaerts: "Als we het evangelie zouden uitpersen dan komt er één ding naar boven: verheffing van en zorg voor de armen". En elders in dezelfde inleiding zegt Walter: "De kerk begon ergens in een bovenzaal, ergens in Jeruzalem, met gesloten deuren omwille van de angst voor de joodse autoriteiten. De schande van het kruis had de mensen bijeen gebracht. Dit is mijn grondige overtuiging: willen wij de kerk vormen, willen we ook kerk vernieuwen (eender welke gemeenschap die kerk is: kleine kerk, basisgroep, kloostergemeenschap, vriendengroep, want dat zijn allemaal modellen van kerk), willen we dat tot op het bot authentiek maken, dan staat ons één ding te doen: dat is vertoeven bij het kruis. Bij de passie die inderdaad elke dag te ontmoeten is in de miserie, de ellende, de verdrukking en de achteruitstelling van mensen. Kerk moet bij het lijden van het volk zijn." En ik denk dat Walter Corneillie vanuit zijn eigen doorleefde ervaring heel goed wist waarover hij het had. (wordt vervolgd) Paul De Witte
6
ER KOMEN ANDERE TIJDEN I Een wat langere bijdrage van Frans De Maeseneer, die wonderwel goed aansluit bij het artikel over enkele krachtlijnen voor de kerk van morgen. Deze woorden komen uit een lied. Uit een bekend lied. Alleen, ik ben niet helemaal zeker van de auteur. En ik vind het bovendien niet vitaal belangrijk of Boudewijn de Groot er voor iets tussen zit? Maar de naam van de zanger is voor één keer niet zo belangrijk. De uitdrukking zelf is het des te meer: er komen andere tijden. Om te beginnen. Dit is een boeiend gegeven. Maar vooral, we hebben er allemaal van nabij mee te maken. Kijk, een paar uur geleden zei me iemand dat het met al die veranderingen te plots en te vlug is gegaan. Alsof die 'andere' tijden pas van gisteren zijn...Ik heb in ieder geval niet het idee dat het allemaal zo vlug en zo plots is gebeurd. Die andere tijden zijn ongeveer in 1960 begonnen. Dat is, dames en heren, intussen meer dan vijftig jaar geleden. Als ik tenminste juist tellen kan. Wiskunde is namelijk nooit mijn sterkste vak geweest. 1960 dus. Het was de explosie van de wetenschap en de technologie. Het was de opening op de wereldwijdheid van de wereld. En dat werd voor ieder mens, in elke huiskamer, gratis maar ook dwingend toegankelijk. Populair gezegd: de predikant werd ingeruild voor de journalist, de deftigheid van de heilige huizen werd vervangen door een vlotte democratische levensstijl. Alles op aarde werd - sorry voor de uitdrukking 'getutoyeerd'. Iedereen speelde mee op het grote theater. Open en bloot. En alles werd mogelijk en maakbaar en oplosbaar en geneesbaar...De tijd van pastoor Munte was voorgoed over en out. Vandaag, in 2012, is er niemand die dat tegenspreekt. Wie dat toch probeert, staat in de verlorenheid. En treurt. Er zijn wel vele mensen die daar vragen bij stellen. Dat is voorlopig het meest positieve van die 'andere' tijden: wij zijn mensen geworden die met vragen mogen leven, en die dat aankunnen, en die dat zelfs met graagte doen. Boeiend is het in ieder geval. Moeilijk is het ook in ieder geval. Persoonlijk voel ik er niets voor om terug te keren naar de stencils van Gestetner of naar de Olivetti-typemachine van mijn wijdingsdag. Zelfs mijn faxtoestel is uit de circulatie genomen. De tijd is me vandaag te dierbaar en te kostbaar om mij in nostalgie te verliezen. Vanaf nu - sinds 1960 dus - dienen wij met de vraag te leven naar wat wezenlijk is en wat toekomst kan hebben. Daarmee zeg ik natuurlijk heel veel in twee woorden: wezenlijk en toekomstvatbaar!!! Dat is vermoedelijk het meest belangrijke programmapunt voor de jaren die komen. Kritische mensen gevraagd! Maar vooral: liefhebbende mensen gevraagd! Meer en meer begin ik immers te denken dat de christenen van vandaag en morgen - tegen alle doemdenkers in - mensen zullen zijn die graag leven, die zin hebben in het leven, en die daardoor zin geven aan het leven. Zo eenvoudig is mijn pastoraal recept geworden. Wat dat betreft verwijs ik naar een groot woord van Paul Tillich. Volgens hem is het tegenovergestelde van het geloof niet het ongeloof. Wat de moderne rationalisten graag beweren. Het tegenovergestelde van het geloof is de angst. Kerkmensen zijn vaak zo paniekerig en zo bang. In 2013 zal God nog zeggen: ik-zal-er-zijn. Met vele uitroeptekens. En wij zullen antwoorden: als het verhaal van Jezus en de profeten maar door mag gaan. Met evenveel uitroeptekens. Toch nog een woord van Johannes XXIII: in de loop van de geschiedenis is duidelijk geworden dat de pessimisten zelden gelijk hadden. En indien ze al eens gelijk hadden, hebben ze met dat gelijk niets gedaan. Daarom kies ik voor het gelijk van de 'andere' tijden. Allemaal goed en wel: er komen andere tijden. Maar wat doen we daarmee? Hoe gaan we daarmee om? Boudewijn De Groot mag gelijk hebben met zijn lied, maar de jonge generatie kent nog nauwelijks zijn song. Voor hen zijn er wellicht geen andere tijden? Zij beleven dèze tijd, hùn tijd, ònze tijd. En daarmee basta. De spanning tussen gisteren en vandaag en morgen is niet hun eerste zorg. ( zie vervolg pg. 10) 7
In memoriam Trees Van Aerdebruggge
Hoogvlieger met gebroken vlerk Geen ogen om te priemen, geen blikken fulminerend, haar gezicht een landschap van verwondering, vraagtekens haar gelaatstrekken, bevestiging ook en verwachting om wat ze beluisterde. Andermans gedachten lezen met de oren, het binnenste ontcijferen langs de intonatie van het stemgeluid, dichterbij of verderop. Muziek maakte haar het mooie weer, noten als cadeau, georkestreerde klanken een toeristische uitstap. Haar vingers, de kijkende voelsprieten die haar het beeldhouwwerk van de omgeving verhalen. Haar voeten die de wereld aftastend betreden, zoekend haar plaats zonder grote voetafdruk, die de kreunende aardbol belast. Het uitgesproken nieuws, de ethergolven, bereikten dagelijks haar antennes. Solidair was ze met de mensenstroom. Staande op haar eigen geaardheid, ondanks kritiek van sommigen haar Vlaamse fierheid hield ze overeind. Woorden in de watten leggen, leven herscheppen in taal en tekst, schrijven om te blijven. Je blijft.
Guido De Schrijver 8
De stilte ruikt naar je Je bent zoals elk moment in al de dagen samen wij door de steriele ziekenkamer het vragen het raden op gezichten naar wat komt aan de andere kant hoor ik je in mijn wezen zit je achter mijn ogen in mijn lach maak je mijn handen mijn stap lichter verder voller mens verder de grens voorbij. Samen wij. Trees Van Aerdebrugge In stilte aanwezig Ik noem U Woord dat troost als een vader en moeder verborgen In mensen Uw Naam heiligt mijn leven Gij zegt: leer om uw medemens geven Gij zegt: Ik ben niet in roddel, ik buit niet uit, ik pleeg geen broedermoord Vraag In mijn naam elke dag om brood Gij zegt: Dat ik soms niet wil weten Dat de andere mij is vergeten Dat ik verdwaal tussen gouden zuilen Dat ik val in geldkuilen Ik noem U: Woord dat mij doet opstaan, Stem die mij richt Naar de warmte van uw licht. Trees Van Aerdebrugge
9
(vervolg van pg.7. Zij vergelijken niet. Zij kijken weinig in de achteruitkijkspiegel. Zij zitten volop, vast, geklemd in het drukke verkeer van zeven tot negentien uur. Dat is voor hen gewoon de stress die bij het leven hoort: laat Boudewijn maar zingen...Drukte is noch storend noch vreemd: zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Er gebeurt zoveel elk uur en elke dag, maar elke dag en elk uur hebben genoeg aan hun eigen leed, hun eigen ritme, hun eigen charme. François Mitterand zou zeggen: et alors? Het leven bezit geen rode draad die geschiedenis maakt. Het leven is een opeenvolging van momenten. Eigenlijk zingt Boudewijn dus het verkeerde lied. Volgens hen. Hij zou beter iets zingen over het leven dat mooi is, over het leven dat leefbaar is. Liefst in het Engels. En wat wil je nog meer, nonkel pater? Als wij daarmee kunnen functioneren? Neem ons toch onze drukte niet af. Het is onze biotoop. Wees gerust, wij overleven het wel. Vanaf vrijdagmiddag begint immers ons 'prettig weekend'. Dat 'prettig weekend' is ons therapeutisch soelaas voor zowat alles. Eindelijk een tijd om eens flink te niksen. Dat wil zeggen om eens flink niet te niksen. Om in te halen wat we tijdens de week moesten overslaan: de kapper, het grasperk, de vaat, de bank, de container, de winkel, het golf- of het basketspel, en nog vierendertig andere dingen zonder naam. Op vele deuren staat dan, in dat 'prettig weekend', bezet of ‘occupé’. Ze kunnen het niet helpen. Maar wellicht is dat niet hun vraag? Daar ben ik serieus mee bezig. Oude knaap als ik intussen geworden ben... Want het is wel echt mijn vraag. Waar zijn wij fout of juist? Waar zijn zij juist of fout? Laat ik maar beginnen bij onszelf. De oudere generatie werd opgevoed met scrupuleuze trouw. Hoe je het ook draait of keert, wij werden tot een stijl van braafheid geroepen. Naarstig. Ernstig. Het leven was geen spel. Het leven liet geen verkwisting toe. Altijd bezig zijn. Luiheid was een oorkussen...De tijd moest je per minuut bestormen. Zodoende legden wij - onder bevel - druk en beslag op onze dagorde. Wij waren mensen die veel moesten. Anders was het fout. Om rechtvaardig te zijn: dat systeem had zijn voordelen en zijn nadelen. Het grote voordeel was zeker dat trouwe, sterke, betrouwbare mensen werden afgeleverd. De samenleving heeft veel te danken aan deze deugdelijkheid. Met een oprecht uitroepteken alsjeblieft. Toch – ik parafraseer Johan Cruyf - elk voordeel heb zijn nadeel. Zo werden wij weinig vaardig gemaakt om flexibel om te gaan met vernieuwing, evolutie en revolutie van leven. We werden zo vaak onzalig geërgerd. Daarom gingen we makkelijk in het offensief van de defensie. Er was volgens ons goud dat echt goud is, en er was goud dat alleen maar blonk. Dat was de dubbelzinnigheid van de mensen toen. En dan denk ik aan Joris en Chantal, geboren na 1980. Ze komen hun kinderen 'afzetten' voor de catechese. Vijftig minuten later zijn ze terug om hun kinderen 'af te halen'. God geve dat ik dat ooit begrijp! Het zijn toch geen boze mensen? Ik weiger in ieder geval dat te geloven. Ze kennen alleen maar de overvolheid van hun deze tijd. Mag ik voor hen toch het vreemde lied zingen: er komen andere tijden. Geluk kan, gelukkig, ook anders. Zomer
Mijn kat ligt zalig Te soezen op het terras Muizen genieten Een jonge hond jaagt Mijn poes in de hoogste boom Hij kijkt heel verbaasd Bladstille avond Na een frisse regenbui De nachtegaal zingt Jozef Van Dromme 10
BOETES
Het mosterdkleurige bekleedsel van de zitbanken is van hard materiaal en met voorbedachten rade zonder ingewanden gefabriceerd, anders zouden die uit de gapende snee puilen. Een vandaal heeft de rugleuning opengereten. Waarom doet men zoiets? Uit woede omdat hij betrapt werd op zwart rijden en een boete opliep? Ik neem plaats op de bank tegenover de verminkte zitting. Op dit uur van de avond rijdt de metrotrein nagenoeg leeg. Er steken enkele koppen boven de zitplaatsen uit, meestal gekleurde. Op de bank naast mij met de loopgang ertussen in leunt een zwarte kerel tegen het raam, ietwat in elkaar gedrongen, blinkende schedel, de blik op oneindig, een astronaut in de ruimte, zwevend in onbekende ruimten. Hij draagt een lange crèmekleurige tunica tot tegen de grond, sandalen zichtbaar onder de zoom. Ik probeer bijhorende herderstaf en schapen weg te denken. Bij de volgende halte stapt iemand op, zwart, dezelfde tunica. Die leefde waarschijnlijk woestijninwaarts maar twee heuvelruggen verder dan mijn reisgenoot, want bij het zien van mekaar springt mijn buur recht. De vreugde kan niet op. Ze reiken mekaar lange handen met slanke vingers en zetten zich tegenover mekaar. Langs de beenderige slaap van de nieuwkomer kronkelt een onderhuids bloedslangetje in bas-reliëf. Beiden hebben mekaar geruime tijd niet meer ontmoet, zoveel is duidelijk. Ze spreken een inheemse taal, zo overtuigend en gesticulerend dat ik hen na een tijdje denk te verstaan. Mijn buurman wijst herhaaldelijk met de arm doorheen het raam en het plafond van de metrotunnel richting Grote Markt. Hij blijft dezelfde kant uit wijzen ondanks de veranderende positie van de vooruitsnellende trein die de Grote Markt achter zich laat liggen. Hij zal het dus wel over iets anders hebben, misschien over de heuvelruggen in de heimat. De man met het aderaddertje tegen de slaap gehecht, beaamt de feiten op het ogenblik dat twee controleurs in donkerblauwe uniformen bij de volgende halte opstappen. Iemand vlucht naar buiten net tussen de dichtslaande deuren door. Ze roepen beleefd maar krachtdadig dat ze de reistickets gaan controleren. De reizigers halen hun abonnement of tienrittenkaart boven. De twee verdwaalde herders zijn op dat ogenblik tussen hun zandbergen aan het zoeken, naar een oase wellicht, en kijken met moeite op. Toch begrijpen ze dat er iets van hen verwacht wordt. Druk doorpratend met mekaar, zonder goed te weten wat ze moeten zoeken en waar het te vinden in het labyrint van de kleren onder de toga, duurt het wel een poos. De agenten hebben geoefend om geduldig te blijven. Op de duur halen de herders elk een vergeeld documentje te voorschijn, loshangende blaadjes, gekreukt en broos als versleten bankbiljetten. Ik hoor de controleurs bezig onder mekaar. ‘Nog nooit in mijn leven zulke paspoorten gezien.’ ‘Bestaat dat land wel, ze kunnen het gemakkelijk uitgevonden hebben.’ ‘Tegenwoordig is alles mogelijk. Maar laat ons er van uitgaan dat de documenten ergens op slaan. Wie weet gaat het over een mistig koninkrijk of een onbekende zandvlakte waar enkele nomadengroepen op kamelen rondzwerven.’ Zie je wel, net wat ik dacht, zij ook al. Hoewel. Meer spier dan vet, konden beide togadragers evengoed op dit ogenblik ergens eerste prijzen lopen in een marathon. Zonder zich bewust te zijn van de problemen waarin de agenten zich gewerkt hebben, gaan de langeafstandlopers door met hun gedachtewisseling. Mijn buurman zet zijn opgerichte linkerhand tegen de rechter oksel en strijkt met strakke handpalm langzaam neerwaarts over de hele lengte van de binnenarm tot voorbij de toppen van de vingers. ‘De zaak waar hij voor staat moet dus van ver komen of beetje bij beetje vorderen,’ dunkt me. De man met het kruipend bloedvat weet blijkbaar niet goed de ligging te situeren, lost een waterval woordenklanken en wijst vragend alle kanten uit. Ondertussen zijn de controleurs er achter gekomen 11
dat de twee geen metroticket hebben. Ze vullen een boetebriefje annex overschrijvingformulier in waarop de overtreders het verschuldigde bedrag kunnen storten en overhandigen de papieren samen met de vergeelde paspoorten aan de drukpratende mannen die nauwelijks opkijken. Deze moffelen het paspoort weg tussen de katoenen plooien. Handig, dat het er nooit onderweg eens tussenuit valt, denk ik. De formulieren van de controleurs verhuizen van de ene hand naar de andere naarmate het gesprek opschiet. Ik denk dat ze het nu over een bloedverwant hebben, die er erg aan toe is of onder het zand ligt. In elk geval het gesprek stokt plots, enkele seconden is het doodstil, terwijl de papieren roerloos in de lucht blijven hangen. Maar dan zijn ze weer niet meer te houden tot aan het eindstation Simonis. Het zijn twee hogepriesters die de automatische roltrap naar boven hijst. Ze staan naast elkaar, waardoor geen mens die nog haastig de trappen wil opklimmen, kan passeren. De ene wijst nadrukkelijk, de papieren als richtingwijzers, naar de toppen van zijn blote tenen. De formulieren gaan met de gebaren heftig op en neer. Het lijkt er op of zijn verhaal ergens met de plaats van zijn voetzolen te maken heeft. Hier, in de metro, in de stad of in dit raar in elkaar gestoken land? Of heeft hij het eerder over het nu, nu meteen? De andere kan er moeilijk bij. Hij reageert vinnig en heft zijn ellebogen omhoog. Als de roltrappen ons op straatniveau omhooggetrokken hebben, gaan ze dezelfde richting uit waar ook ik heen moet, een tiental meter voor mij, pratend zonder pauze. Aan de hoek van het Ladbrokes kantoortje, waar ik een paar fortuingokkers formuliertjes voor een sportweddenschap zie invullen, scheiden hun wegen. Dan pas merken ze de papieren. Ze weten duidelijk niet hoe die in hun handen terecht gekomen zijn en bekijken ze stomverbaasd. Dat ze de teksten niet eens lezen, heeft wellicht te maken met het feit dat ze überhaupt de taal van hier niet kunnen ontcijferen. Nog even staan ze de papieren aan te gapen en gooien ze dan weg. Een kereltje uit de buurt, Marokkaanse snoet, gezeten op de rugleuning van een metalen bank, de fonkelende basketschoenen op de zitting, de ellebogen op de knieën gedrukt, roept hen na. ‘Vuil weggooien op straat, daar kun je een flinke boete voor oplopen. ’ Guido De Schrijver
Vrolijk kleurt de berm langs het fietspad talrijke klaprozen afgewisseld met kleine witte bloempjes en hoge grassen een zachte bries uit de mond van de Schepper maken het tot een vuurrode zee met witte schuimkoppen waartussen zeilschepen met groene masten draaiend op de wind hun koers zoeken Siebel, Nico
12
JARIGEN
13 juni 14 juni 15 juni Berghe 15 juni 17 juni 18 juni 23juni 27 juni 30 juni 02 juli 03 juli 04 juli 05 juli 07 juli 07 juli 07 juli 10 juli 14 juli 17 juli 30 juli 01 aug
Roger Callebaut Geert Limpens Christiane Van den Stijn De Witte Dirk Vannoorenberghe Hanne Lore Anseeuw Linda Van Der Eecken Tille De Coster Marjoleine Van Assche Toon De Coster Lieve Croux Germaine De Smedt Eric Van den Bossche Beatrijs Van Der Paelt Luc Van Durme Joachim De Smedt Joke Verleysen Luna De Witte Annie Maes Simonne Wailly Sarah & Ruben Rottiers
02 aug 03 aug 06 aug 10 aug 13 aug 14 aug 16 aug 19 aug 24 aug 26 aug 26 aug 28 aug 30aug 06 sept 06 sept 07 sept 11 sept 14 sept 14 sept 14 sept 16 sept 17sept 17 sept
Pia Hanssens Kathelijne De Rijck Fran D’Hooghe Lander Wantens Lander Van den Branden Janne Wantens Ingrid Van De Voorde Filip Van den Branden Peter Beuckens Ignace Coppens Hannelore Samyn Mozes De Witte Siska De Backer Joren Limpens Paul De Groote Hanne Yperman Isaak Van Durme Ester Coppens Luc D’Hooghe Pieter De Witte Stani Van Assche Wout Van Geert Danielle Verdickt
Tijdens de grote vakantie gaan de vieringen van Jebron door op zondagvoormiddag om 10.30 uur in het jebronhuis. Onze vakantievieringen verlopen steeds in een ongedwongen sfeer van ontmoetend bij elkaar zijn. Iedereen is van harte welkom.
13
Van Luc Van Lierde kregen we volgend bericht: “Heb goed nieuws van mijn dochter GRIET in Singapore, die een (adoptie-)kindje mag verwelkomen in haar gezinnetje. Juridisch is nog wel één en ander te regelen en het blijft nog 6 maanden afwachten. Maar toch is ze (en haar man) immens blij met deze kans. Ik hoop van LARA snel eens te zien en te mogen vasthouden.” We wensen Lara, haar ouders en Luc van harte proficiat
Op 11 mei is Florida Daelman ( 5 oktober 1925) overleden, moeder van Anne De Cremer. Op 9 juni is Trees Van Aerdebrugge.( 24 april 1951) overleden, moeder van Christine en Gilles en vriendin van velen……( zie redactioneel en middenpagina) nu alles is gezegd rest de stilte de oorverdovende stilte de verzachtende stilte de angstaanjagende stilte de rustgevende stilte haar stem in de stilte Zijn stem in de stilte kom, Ik wil je warmen in de kilte Brandt, Willem
Dit is het laatste nummer van de 36 ste jaargang. Op 9 september starten we het 37ste werkjaar van jebron. Wil je ook dat werkjaar 2012-2013 op de hoogte blijven van alle activiteiten in en rond het Jebrongebeuren, HERABONNEER je dan op Info Jebron.. Voor 10€ ontvang je 10 interessante nummers in de brievenbus of voor 8€ ontvang je infojebron in je mailbox.
14
KALENDER Zaterdag 16 juni om 18.30 uur: ASIELWAKE in de Begijnhofkerk. Naar aanleiding van de internationale dag van de vluchteling (20 juni) organiseren we met Jebron opnieuw een open en interlevensbeschouwelijke asielwake. Hiermee sluiten we ons bewust aan bij KMS (Kerkwerk Multicultureel Samenleven) dat tot deze plaatselijke initiatieven oproept. IEDEREEN IS WELKOM! Na de asielwake is er in het Jebronhuis een open ontmoeting gepland met mensen van verschillende Afrikaanse (Congolese) gemeenschappen in Aalst. Wie met open ogen doorheen de straten van Aalst loopt, kan niet voorbijgaan aan de duidelijk zichtbare toename van “zwarte” Afrikanen, wellicht vooral van Congolese origine, in onze stad. Wie zijn deze mensen? Wat dreef hen ertoe naar ons land te komen en naar onze stad? Vanuit deze en andere vragen willen we luisteren naar de verhalen van deze mensen. Dinsdag 19 juni om 20 uur: RAAD VAN BESTUUR. Zaterdag 23 juni om 18.30 uur: SLOTVIERING van ons 36ste werkjaar in de begijnhofkerk. Deze viering wordt voorbereid door de Raad van Bestuur. We staan stil bij de goede en minder goede momenten van het afgelopen jaar (geboorte, communie, huwelijk, overlijden, ...).
Daarop volgend, tradititiegetrouw een heerlijke kaas- en wijnavond Gelieve hiervoor IN TE SCHRIJVEN, dat kan via mail naar Jebron of je naam invullen op de lijst in het Jebronhuis. liefst zo vlug mogelijk. Onze prijzen zijn: 7,5 euro per volwassene en 3,5 euro per kindje (dranken worden apart betaald). Om deze gezellige avond zoet af te sluiten, vragen we vrijwilligers om een lekker dessertje mee te brengen.( laat iets weten) Hartelijk dank
Zondag 1 juli om 10.30 uur: EERSTE VAKANTIEVIERING in het Jebronhuis
We wensen aan iedereen een prettige en deugddoende vakantie. 15
Info Jebron: Het tijdschrift dat maandelijks verschijnt (behalve juli en augustus) Het abonnement kost 10€ voor een gedrukt exemplaar. Wens je hem via E-mail te ontvangen, dan vragen wij 8€. Jebron vzw Open Huis voor Vorming en Pastoraat Begijnhof 1 - 9300 Aalst Open ma, di, do en vr van 08.00 tot 16.45 uur. Tel. 053/77.51.16 E-mailadres:
[email protected] Website: www.jebron.be Stortingen en financiële steun zijn welkom op BE46 0680 6230 4036 Wij bieden: Wekelijkse viering op zaterdagavond om 18.30 uur. Ontmoetingsmomenten: Leefweekend, wandelingen, … Bijbels leerhuis: Eén dinsdagavond per maand. Interactieve vormingsmomenten zoals open haard gesprekken op zaterdagavond en jaarlijkse verdiepingsdag. Tijdschriftenbibliotheek met meer dan 80 verschillende tijdschriften. Alle artikels staan op trefwoord. Artikels, suggesties, tips zijn welkom bij de Redactieraad
[email protected] Raad van Bestuur Monique Batavia Judith Spitaels Erik Van Assche Fred Van den Branden
Luc Rottiers Inge De Bruyn Paul De Witte
Personeel Vera Baeyens Anne De Cremer Hilde De Saedeleer Linda Van Der Eecken Liturgieverantwoordelijke Paul De Witte 16
Vakantievieringen Jebron 2012 Data zondagen
mogelijke lezingen
1 juli 2012 Wijsh. 1,13-15&2,23-24 Joke en Stefaan 10.30 uur 2 Kor. 8,7.9.13-15; Mc. 5, 21-43 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------8 juli Ez. 2,2-7; 2 Kor. 12,7-10 Mc. 6,1-6 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------15 juli Amos 7,12-15; Ef. 1, 3-14 of 3-10 Monique en Guido Mc. 6,7-13 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------22 juli Jer. 23,1-6; Ef. 2,13-18; Mc. 6,30-34 Miquel ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------29 juli 2 Kon. 4,42-44;Ef. 4,1-6; Joh. 6,1-15 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------5 augustus Ex. 16,2-4.12-15; Ef. 4,17.20-24 Ignace Joh. 6,24-35 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------12 augustus 1 Kon. 19,4-8; Ef. 4,30 -5,2; Joh. 6,41-51 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------19 augustus Spr. 9,1-6; Ef. 5,15-20 Trees Debusschere Joh. 6,51-58 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------26 augustus Jozua 24,1-2a.15-17.18b; Ef. 5,21-32 Luc Van Durme Joh. 6,60-69 september Deut. 4,1-2.6-8; Jak. 1,17-18.21b-22.27 Hilde VC en Mc. 7,1-8.14-15.21-23 Erik VA en co (Casa del Mundo)
9 september om 10.30 uur startviering in de kerk.
17
18