Kotwest – Infoavond voor kotbazen – Kortrijk – 6 juni 2012 Lezing door schepen Wout Maddens
Dames en heren, beste genodigden, Welkom in Kortrijk studentenstad. Kortrijk studentenstad, het is geen slogan. Het is een interessante realiteit. Met bijna 10.000 universiteits- en hogeschoolstudenten, 9847 om precies te zijn, daarmee begint Kortrijk serieus mee te tellen in Vlaanderen. Wij zijn zelfs dé studentenstad van West-Vlaanderen. Uiteraard is Kortrijk nog zoveel meer: het is een centrumstad, een designstad, een Europese stad, een historische stad, een cultuurstad, een woonstad… De grootste uitdaging voor de woonstad ligt in de ambitie om weer jonge mensen en jonge gezinnen aan te trekken. Onderwijs is zeker in hun kennismaking met onze stad een belangrijke, een bevoorrechte partner. De stad wil jongeren. Het onderwijs heeft die jongeren. Jongeren aantrekken is voor Kortrijk niet alleen de beste remedie tegen de geleidelijke vergrijzing. De afstudeerrichtingen moeten ook zo nauw mogelijk aansluiten op de arbeidsmarkt. Ook hierin zijn we bondgenoten. De stad wil dat de jongeren hier na hun studies blijven wonen, maar daarom moeten ze ook in de streek kunnen hun job vinden. We moeten dus voortdurend werken aan de voorwaarden om een aangename woonstad te zijn. Waarom bieden we een breed cultureel aanbod aan, waarom leggen we bedrijvenparken aan, waarom is het belangrijk dat we een winkelstad zijn, waarom zorgen we voor goede sportinfrastructuur, waarom doen we inspanningen voor klantvriendelijke dienstverlening ?? Niet omdat we persé de beste willen zijn. Ik denk dat we dit in de 1e plaats doen voor onze inwoners Het onderwijs is voor veel jongeren de beste introductie om kennis te maken met een stad. De vraag: waar heb je gestudeerd….? hebben we allemaal al dikwijls gekregen Het hoger onderwijs trekt bij uitstek veel mensen uit de brede regio aan. Deze kans mogen we niet laten liggen om hen van Kortrijk te laten proeven.
Hoe hen beter daarvan te overtuigen dan door de een positieve ervaring tijdens de studententijd. Vanavond hebben we het natuurlijk over de studentenstad waarin diverse actoren een belangrijke rol spelen. Er zijn uiteraard de onderwijsinstellingen, universiteit en hogescholen. Er zijn de duizenden studenten. Er is de overheid die aan het imago van studentenstad werkt. En er zijn, last but not least, … de kotbazen, u dus. Kortrijk bloeit als studentenstad. Het aantal studenten is in nauwelijks tien jaar met 3300 gestegen tot nu dus bijna 10.000. Daarvan zijn er ruim één vierde kotstudenten. 2582 om precies te zijn. Die zoeken hun eigen stek niet alleen op Hoog-Kortrijk, want de vraag naar studentenkamers stijgt ook in de binnenstad. Daar kan de aantrekkingskracht van het stadscentrum een rol spelen en zeker ook de groei van de campus Howest aan de Karel de Goedelaan. Recente studierichtingen zoals ‘Digital arts & Entertainment’ trekken er immers studenten aan van ver buiten de provincie die in de binnenstad van Kortrijk op kot gaan. Maar ook de groei van de Kulak en de Katho is hier niet vreemd aan. De Katho lonkt specifiek naar de binnenstad voor de huisvesting van zijn Erasmusstudenten. Van de zowat 2600 kotstudenten zitten er 470 in de klassieke peda’s en verblijven er zowat 2170 in studentenkamers verdeeld over zowat 265 studentenhuizen. Er zijn daarnaast ook studenten die private appartementen huren maar dat valt buiten het bestek van het thema van deze avond. Ik stel wel vast dat we de laatste tijd veel aanvragen krijgen voor de bouw van studentenhuisvesting. Vorig jaar werden bouwvergunningen afgeleverd voor 13 studentenhuizen met in totaal 133 kamers. Dit jaar zijn al 9 nieuwe studentenhuizen vergund met 78 kamers, en er zitten er nog tientallen kamers in de pipeline. De vraag rijst dus of we stilaan niet naar een overaanbod zullen gaan van studentenkamers. Wij willen daarom in elk geval zicht krijgen op de reële behoefte aan studentenkamers en wij zullen dan ook vraag en aanbod in kaart laten brengen. Er is trouwens al wel een en ander onderzoek gedaan. Zo heeft bv Katho studente Elien Lernoult hieraan een waardevol eindwerk besteed. Het leert ons dat in de meeste studentenhuizen bijna alle kamers zijn verhuurd. Het kan er op wijzen dat er nog niet direct een overaanbod is. Integendeel uit de enquête blijkt dat volgens meer dan de helft van de eigenaars er nog een groeiende vraag is naar kamers. Maar zoals reeds gezegd, vraag en aanbod zullen we dus in het oog houden. Overheid en kotbazen ontmoeten elkaar op twee cruciale vlakken: 1° over de plaats waar er nog studentenhuizen kunnen voorzien worden;
2° over de kwaliteit en de veiligheid waaraan studentenkamers moeten voldoen;
De plaats waar er nog nieuwe studentenhuizen komen is belangrijk. Met onze woningtypetoets willen we in Kortrijk de bestaande eengezinswoningen zoveel mogelijk bewaren. We kunnen dus niet altijd en overal tegemoet komen aan een vraag om weer eens een eengezinswoning om te vormen tot een studentenhuis. Als we een woonstad willen zijn voor jonge gezinnen moeten we er voor zorgen dat die jonge gezinnen hier nog een huisje met een tuintje kunnen vinden. Daarenboven zijn studenten jong en ze willen wel wat. Er wordt wel eens gefuifd, dat is niet meer dan normaal, en het durft er wel eens lawaaierig aan toe gaan. Hoe tof zo’n fuif ook kan zijn, de buren die in hun rust nodig hebben zien dat wel eens anders. Ook daar moeten we rekening mee houden.
Ten tweede veiligheid en kwaliteit. Hier mogen we niet zuinig op zijn. Hier reiken we de hand aan de eigenaars om er samen aan te werken. Kortrijk gaat voor kwaliteit en veiligheid. Ik weet dat veruit de meeste eigenaars ons steunen om hierin een streng beleid te voeren. Ik weet ook dat er begrijpelijke ergernis bestaat bij plichtsbewuste verhuurders als anderen er de kantjes aflopen, of erger nog, als sommigen kamers verhuren die ronduit slecht zijn. Ik kan u verzekeren, de stad zal hier sterk werk van maken. We zullen niet dulden dat een klein aantal kotmelkers de boel verpesten voor de anderen . Momenteel zijn onze diensten alle studentenkamers en logementskamers aan het oplijsten en aan het controleren. Wie niet voldoet aan de minimale normen van het Vlaams Kamerdecreet, wie niet voldoet aan de vereisten van brandveiligheid, en wie dat niet verbetert na een duidelijke verwittiging, welnu dergelijke kotmelkers zullen er onverbiddelijk uit vliegen. De normen van het Kamerdecreet en de veiligheidsvoorschriften van de brandweer zijn een strikt minimum. Maar onze stad gaat na rijp beraad nog verder. Sinds 1 januari 2009 is de nieuwe algemene Politieverordening van kracht. Daarin zijn twee cruciale begrippen opgenomen waaraan moet voldaan zijn om een studentenhuis te kunnen uitbaten. Het conformiteitsattest en de uitbatingsvergunning. Het conformiteitsattest zegt iets over de kwaliteit van het gebouw en de kamers. Het attest is dus bij wijze van spreken aan het gebouw verbonden. Het zegt dat het studentenhuis en de kamers in orde zijn.
De uitbatingsvergunning daarentegen is persoonsgebonden. Het is de vergunning die de uitbater krijgt. Om een uitbatingsvergunning te krijgen zijn er een aantal voorwaarden: - Een plan met alle nodige details van het gebouw - Een bewijs van goed zedelijk gedrag - Een verklaring dat het gebouw steeds mag gecontroleerd worden - Het conformiteitsattest uiteraard - Het brandattest dat door de brandweer wordt afgeleverd De politieverordening voorziet een overgangsperiode van 5 jaar tot 1 januari 2014. Iedereen is verwittigd en vijf jaar is een ruime tijd om u met een en ander in orde te stellen. Voor de zowat 265 studentenhuizen zijn er al 110 met een conformiteitsattest. Daarvan zijn er zelfs een 40-tal die al hun uitbatingvergunning vast hebben Nog tientallen andere dossiers zijn ook in behandeling, d.w.z. dat een bouwdossier is ingediend, een conformiteitattest aangevraagd, een plaatsbezoek gepland, een brandattest in de maak,…en dergelijke meer. We schieten dus zeer goed op. Van zowat 35 studentenkamerwoningen hebben we nog geen enkele reactie gekregen. Ook zij hebben dus nog anderhalf jaar de tijd tot 1 januari 2014 om zich in regel te stellen. Na die datum zijn ze te laat en moeten ze er uit. Nog eens, de plichtbewuste eigenaars die de nodige investeringen doen mogen niet de dupe zijn van diegenen die na diverse aanmaningen van kwade wil blijken. Dat was dus de Politieverordening. Nu een woordje over onze Algemene stedenbouwkundige Verordening. De stad heeft inmiddels de laatste hand gelegd aan een nieuwe Algemeen Stedenbouwkundige verordening. Die kan nog deze zomer voor de gemeenteraad komen. Daarin worden ook specifieke voorschriften opgenomen voor studentenkamers. Omdat de stad hoge kwaliteitseisen stelt, gaan die regels iets verder dan het Vlaamse Kamerdecreet. Dat slaat dan in de eerste plaats op nieuwbouw en op verbouwingen waar dat technisch mogelijk is. Het spreekt vanzelf dat voor bestaande koten die aan het Kamerdecreet voldoen hun vergunning niet in het gedrang zal komen.
Verschil
KAMERDECREET
STED. VERORDENING
12 m2 minimum
12 m2 minimum + 3m2 als er badkamer in kamer is
OPPERVLAKTE
LET WEL: de delen van de kamer bv. onder schuin dak lager dan 1,80 m tellen niet mee ! De opp. zal dan groter moeten zijn;
HOOGTE PLAFOND 2,20m minimum
GEMEENSCHAPPELIJKE KEUKEN Niet verplicht
GEMEENSCHAPPELIJK TOILET Niet verplicht, mag individueel Als het gemeenschappelijk is: 1 per 6 personen GEMEENSCHAPPELIJKE DOUCHE Niet verplicht, mag individueel Als het gemeenschappelijk is: 1 per 10 personen FIETSBERGING Verplicht vanaf 4 kamers AUTOSTAANPLAATSEN Niet verplicht
2,50m (dus bij nieuwbouw of waar mogelijk bij verbouwing !)
verplicht, minimum 6m2 (1,5 m2 per persoon)
idem 1 per 4 (min. 1,2 m2)
idem 1 per 6 (min. 1,5 m2)
Altijd verplicht
Verplicht bij nieuwbouw van minstens 10 kamers: 0,2 per kamer
LABEL: 1, 2 of 3 STERREN Van zodra de stedenbouwkundige verordening zal zijn goedgekeurd komt het systeem van ‘labeling’ in werking, zeg maar ons ‘sterrensysteem’. Dit betekent dat bij de uitbatingsvergoeding een label of vignet wordt gevoegd met daarop 1, 2 of 3 sterren. 1 ster = enkel conform het Kamerdecreet 2 sterren= conform het Kamerdecreet maar met extra comfort of kwaliteit. 3 sterren = extra comfort of kwaliteit en daarenboven conform de stedenb. Verordening
Bij extra confort of kwaliteit denken we dan bv. aan: Grotere oppervlaktes dan minimaal vereist : Individuele douche en/of toilet op de kamer; Individuele tellers van gas, elektriciteit en water; Een gemeenschappelijke leefruimte (bovenop de keuken);
Buitenruimte: tuin, koer;
De stad is een partner voor de kotbazen. Onze huisvestingsdienst, dat is aan de balie ‘Wonen’ op het gelijkvloers op het stadhuis, staat tot uw dienst.
Wout Maddens Schepen van stedenbouw, ruimtelijke ordening en huisvestingsreglementering. Stad Kortrijk
