WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Stand per: april 2010
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Inhoudsopgave
1.0 INLEIDING. ......................................................................................5 2.0 TERMINOLOGIE..............................................................................6 3.0 OVERDRACHTSMEDIA. .................................................................7 4.0 BESCHIKBARE RADIOBANDEN. ..................................................8 5.0 WAAR MOET VOORAL OP WORDEN GELET? ..........................9 6.0 VEILIGHEID VAN EEN MELDINGSOVERDRACHT.......................9 7.0 WAVENET SYSTEEM 3065 NETWERKCOMPONENTEN...........10 7.1 PC’s ___________________________________________________ 10 7.2 Router Nodes (algemeen) _________________________________ 11 7.3 Router Nodes (speciale varianten) __________________________ 11 7.4 Repeater Nodes__________________________________________ 12 7.5 Router Nodes ___________________________________________ 13 7.6 Central Nodes ___________________________________________ 16 7.7 LockNode met RS485 interface _____________________________ 17 7.8 Backbone-kabel verbindingen Router-/ Repeater Node _________ 18 7.9 Aansluitingseisen LockNode met kabelaansluiting (WN.LN.C) ___ 18 7.10 LockNodes_____________________________________________ 19 7.11 Network Inside _________________________________________ 22 7.12 SmartHandle in een netwerk opnemen______________________ 23 7.13 SmartRelais G2 in een netwerk opnemen ___________________ 24
8.0 WAVENET MANAGER..................................................................24 9.0 NETWERKSTRUCTUUR MET LSM..............................................25 10.0 VEILIGHEID. .................................................................................27 10.1 Veilige communicatie tussen de WaveNet Nodes _____________ 27 10.2 Automatisch controleren van de verschillende systeemcomponenten________________________ 27 10.3 Alarmmeldingen ________________________________________ 27
11.0 BATTERIJWAARSCHUWING......................................................27 12.0 NETWERK „N“/„W“. ....................................................................28 13.0 VERVANGEN VAN DE LOCKNODE BATTERIJEN. ...................28
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Inhoudsopgave
14.0 INSTALLATIE VAN WAVENET LOCKNODES. ..........................29 15.0 VISUALISERING VAN DE BEDRIJFSSTAND,............................30 WEERGAVE VAN DE LED’S. ...............................................................30 15.1 WN.RN.(XX), WN.LN.C ___________________________________ 30 15.2 WN.RN.R, WN.CN.(X)R, WN.RN.ER _________________________ 30 15.3 Knooppunt defect (autotest) ______________________________ 30 15.4 WN.RN.(X)C, WN.CN.(X)C: Master __________________________ 30 15.5 WN.RN.C(X), WN.LN.C: Slave _____________________________ 30 15.6 WN.LN.R_______________________________________________ 31 15.7 WN.RN.CC _____________________________________________ 31 15.8 WN.CN.U(X) ____________________________________________ 31 15.9 WN.RP.CC _____________________________________________ 31
16.0 TECHNISCHE GEGEVENS..........................................................32 16.1 WaveNet-stekkervoeding ________________________________ 32 16.2 WaveNet Central Node, RS232-verbindingskabel _____________ 32 16.3 WaveNet Central Node, RS232- / RS 485-interface ____________ 32 16.4 WaveNet Central Node, USB- / RS485-interface ______________ 33 16.5 WaveNet Central Node, RS232- / 868 MHz-interface ___________ 33 16.6 WaveNet Central Node, USB- / 868 MHz-interface_____________ 34 16.7 WaveNet Router Node ter uitbreiding van segment RS485 _____ 34 16.8 WaveNet Router Node 868 MHz____________________________ 35 16.9 WaveNet Repeater ______________________________________ 35 16.10 WaveNet Router Node als omvormer RS485/868 MHz _________ 36 16.11 WaveNet Router Node als omvormer 868 MHz/RS485 _________ 36 16.12 WaveNet Router Node als omvormer Ethernet/RS485 _________ 37 16.13 WaveNet Router Node als omvormer Ethernet/868 MHz _______ 37 16.14 WaveNet Router Node als omvormer WLAN/RS485 ___________ 38 16.15 WaveNet Router Node als omvormer WLAN/868MHz __________ 38 16.16 WaveNet LockNode _____________________________________ 39
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Inhoudsopgave
©
Copyright SimonsVoss Technologies AG Alle rechten voorbehouden Informatie: SimonsVoss Technologies AG behoudt zich het recht voor product wijzigingen uit te voeren zonder voorafgaande aankondiging. Om deze reden kunnen omschrijvingen en afbeeldingen in deze documentatie afwijken van de meest recente product- en softwareversies. In principe is in geval van twijfel het Duitse origineel de inhoudelijke referentie. Vergissingen en spellingsfouten voorbehouden.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 5
1.0
INLEIDING. In de navolgende tekst wordt bij de componenten (cilinder, Smart Relais, blokslot) van het Systeem 3060 altijd gesproken over sluiting(en) en deur(en). Indien niet uitdrukkelijk iets anders wordt vermeld, heeft deze informatie echter ook betrekking op alle andere componenten van het Systeem 3060. De programmering van het Systeem 3060 m.b.v. een laptop en SmartCD is zinvol bij gebouwen tot een zekere grootte of voor klanten met een klein aantal deuren, omdat hierbij doorgaans weinig wijzigingen aan de configuratie van de sluitingen plaatsvinden. Bij middelgrote en grote objecten waar het verlies van een sleutel, het machtigen van een nieuwe transponder of veranderingen in de organisatie vaker voorkomen, is het raadzaam het sluitsysteem via het netwerk te onderhouden. Hiervoor hoeven niet alle deuren in het netwerk te worden geïntegreerd. Het complete systeem kan ook worden ingesteld op een gemengde toepassing (netwerk / standalone). In een netwerksysteem kunnen niet alleen alle onderhoud- en programmeertaken vanuit een centrale pc worden uitgevoerd, maar ook de actuele toestand van het complete netwerk worden opgevraagd. Onder meer kunt u de status van sluitingen en deuren, zoals bv. deur open – deur dicht, deur ontgrendeld – deur vergrendeld, batterijwaarschuwing, toegangslijst, etc. centraal opvragen. Zodoende kunt u direct vanuit de centrale op gebeurtenissen reageren. WaveNet is een eenvoudig te installeren “Plug-and-Play”-netwerk voor toepassing in de gebouwautomatisering. Dankzij de kabelloze montage is dit speciaal geschikt voor het online beheren of bedienen van het digitale Sluit- en Organisatiesysteem 3060 van SimonsVoss in bestaande gebouwen, maar ook in nieuwbouw (bv. bij ruimtes die op verschillende manieren worden gebruikt). De gegevensoverdracht in een WaveNet-netwerk is vrijwel onafhankelijk van het overdrachtsmedium. U kunt de data bv. via een RS485-interface, Ethernet-interface (TCP/IP), USB-poort, RS232-interface, draadloze interface (868 MHz) of via WiFi overdragen. Samengevat betekent dit dat door de integratie van het complete toegangscontrolesysteem in een netwerk, dit vanuit een centrale pc kan worden geconfigureerd en bewaakt. Dit stelt de gebruiker in staat onmiddellijk op kritieke situaties te reageren. Wij raden u aan deel te nemen aan een WaveNet-scholing bij SimonsVoss of een WaveNet-project door een servicedeskundige van SimonsVoss voor u te laten plannen!
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 6
2.0
TERMINOLOGIE. WNÆ WaveNet LN Æ LockNode RN Æ Router Node RP Æ Repeater Node CN Æ Central Node S
Æ Serieel (RS232)
R
Æ Radio = draadloos (868 MHz)
C
Æ Cable = Kabel (RS485)
I
Æ Inside
U
Æ USB
E
Æ Ethernet (TCP/IP)
W Æ WLAN X
Æ Gereserveerd voor vrij te kiezen overdrachtsmedium
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 7
3.0
OVERDRACHTSMEDIA. Voor de interne gegevensoverdracht ondersteunt WaveNet de volgende overdrachtsmedia: •
• • • • • •
RS485 Buskabels voor verbinding met individuele WaveNet Routers en Repeaters als netwerk-backbone (‘netwerkruggengraat’) (Type leiding: CAT 5, afgeschermd, kabellengte tot max. 900 m). WN.RN.(X)C, WN.RN.C(X), WN.RP.CC, WN.CN.(X)C RS485 Buskabels voor verbinding met individuele WaveNet Locknodes in een kabelnetwerk WaveNet. WN.LN.C Internet of Intranet via TCP/IP voor gegevensoverdracht in een Ethernet-netwerk (10/100 Base T) of WLAN van verschillende WaveNet-netwerken. WN.RN.EC, WN.RN.ER, WN.RN.WC, WN.RN.WR USB, voor de gegevensoverdracht tussen een pc en de WaveNet Central Node. WN.CN.UC, WN.CN.UR (kabellengte 1,5 m) RS232, voor gegevensoverdracht tussen een pc en de WaveNet Central Node. WN.CN.SC, WN.CN.SR (kabellengte max. 2 m) 868 MHz radiografisch (reikwijdte ca. 20 – 40 m, afhankelijk van gebouwstructuur) WN.RN.(X)R, WN.RN.R(X), WN.CN.(X)R, WN.LN.R/I B-veld 25 kHz (reikwijdte ca. 30 cm), voor gegevensoverdracht tussen de WaveNet LockNode en de SimonsVoss-sluiting (bv. cilinder, Smart Relais, enz.)
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 8
4.0
BESCHIKBARE RADIOBANDEN. Als we het vandaag de dag hebben over moderne radiotechnologieën voor de veiligheidstechniek, moeten we die niet verwarren met wat men normaal gesproken in de automobiel branche of in de toekomst in de huiscommunicatie mag verwachten. Daarom moeten met name radiotransmissies met het oog op toegangscontrolesystemen aan de vereiste veiligheidsstandaard voldoen. Sinds het jaar 2000 is voor dit bereik een speciale SRD-band (short range device) op 868 MHz beschikbaar. Het voordeel van deze nieuwe SRD-band is, dat er voor de subbanden een duidelijke regeling op het vlak van de gebruiksduur per tijdseenheid getroffen is. Dat betekent dat een zendontvanger (bv. Router Node) die een frequentiekanaal in het bandbereik 868 MHz gebruikt, slechts 36 seconden per uur mag zenden. Deze regeling is in de zogenaamde "duty cycle-voorwaarden" vastgelegd. Hierdoor vallen, wat een veilige radiotransmissie aangaat, permanente gebruikers en daarmee dus ook storingsbronnen zoals draadloze hoofdtelefoon en radioamateurs, direct weg. Bovendien zijn er bereiken die uitsluitend voor veiligheidstechnische toepassingen voorbehouden zijn. Op basis van fundamentele informatie en vereisten uit de systeemtechniek, zoals grootte van de componenten, minimale reikwijdtes, batterij levensduur etc. resulteert voor het gebruik van het WaveNet een voldoende veilige transmissie weg in het bereik van de 868 MHZ-banden. In de VS maakt men gebruik van de 915 MHz-band, die vanzelfsprekend ook door SimonsVoss wordt aangeboden!
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 9
5.0
WAAR MOET VOORAL OP WORDEN GELET? Onafhankelijk van de transmissie methode is een radiotransmissie aan verschillende omgevingsfactoren onderhevig, die de overdracht kunnen storen of hinderen. Ook toestel eigenschappen hebben een effect op de reikwijdte. Waarvan is de reikwijdte afhankelijk? • Zendvermogen • Antennes • Gevoeligheid van de ontvangers • Omgeving (luchtvochtigheid, temperatuur, externe storingsvelden) • Montageplek • Frequentie • Inpandige omgeving (wanden, plafonds, etc.) Bovendien kan de zendreikwijdte nog door hindernissen beperkt worden. De volgende tabel toont de hiervoor van toepassing zijnde richtwaarden:
6.0
Materiaal
Energiedoorvoer
Hout, Gips, Gipskarton Baksteen, Spaanplaat Gewapend beton (zender op metaal) Metaal, Metalen tralies, Aluminium bekleding, Vloerverwarmingen
90-100 % 65-95 % 10-70 % 0-10 %
VEILIGHEID VAN EEN MELDINGSOVERDRACHT. De veiligheid van een meldingsoverdracht via radiotransmissie in het WaveNet hangt af van: • • • •
de radiotransmissie veiligheid in de zin van data telegram-management mogelijke toevallige interferenties binnen het transmissie traject bewuste storingen, dus manipulatie, sabotage van het transmissie traject intelligente maatregelen om storingsbronnen te ontwijken of om alternatieve trajecten te vinden
De snelheid van de datatransmissie resp. het overbrengen van de melding kan, net zoals het verlies van een bepaald percentage van meldingen, afhangen van uiteenlopende invloeden. Deze invloeden kunnen zijn: ¾ ¾ ¾ ¾
Druk dataverkeer binnen het WaveNet Externe storingen in het radiobereik van het WaveNet Spanningsuitval in segmenten van het WaveNet Transmissie-uitval of transmissiestoring in een extern net (bv. LAN)
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 10
7.0
WAVENET SYSTEEM 3065 NETWERKCOMPONENTEN. WaveNet-netwerkcomponenten beschikken principieel over twee van elkaar onafhankelijke interfaces. Op die manier is het mogelijk om twee verschillende netwerksegmenten via de WaveNet-netwerkcomponenten met elkaar te verbinden. WN.CN.(XX), WN.RN.(XX) Definitie: netwerksegmenten zijn enerzijds gekenmerkt door een bepaald transmissiemedium (bv. RS485-Kabel, Ethernet (TCP/IP), USB, RS232-Kabel, 868 MHz Funk, WLAN) en anderzijds door een individueel ingangs- en uitgangs-segment adres (GID = Group ID Æ Slave- of Masteradres). De volgende SimonsVoss WaveNet-netwerkcomponenten staan ter beschikking:
7.1
PC’s Via speciale communicatie knooppuntsoftware (CommNode) kunnen pc's -
tussen gebruikersinterface en RS232-interface of tussen gebruikersinterface en TCP/IP (internet, intranet) of tussen gebruikersinterface en USB-poort in het Wavenet geïntegreerd worden
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 11
7.2
Router Nodes (algemeen) Principieel dienen WaveNet Router Nodes voor het aan elkaar schakelen van twee verschillende netwerksegmenten te beschikken ofwel over hetzelfde transmissiemedium (b.v. RS485-RS485) dan wel over verschillende transmissiemedia (bv. RS485-Kabel/Radio 868 MHz, Ethernet/RS485 of Radio 868 MHz, WLAN/RS485 of Radio 868MHz). Verder worden de uit de segmenten aankomende data stromen door de WaveNet Router Node zodanig gefilterd dat alleen die data in het achter de WaveNet Router Node geschakelde segment verder geleid worden, die ook in dit segment verwerkt moeten worden. Alle andere data worden dus door de WaveNet Router Node voor het daarachter geschakelde segment geblokkeerd. WaveNet Router Nodes kunnen momenteel de volgende transmissie-interfaces tussen de segmenten verbinden: RS485 CAT 5-kabel, Ethernet TCP/IP, USB, RS232-kabel, Radio 868 MHz, WLAN. RouterNodes met een radio- of WLAN-interface mogen nooit direct op metaal of gewapend beton worden gemonteerd! Er moet altijd een afstand van ca. 30 cm aangehouden worden.
7.3
Router Nodes (speciale varianten) WaveNet Central Nodes zijn Router Nodes het verbinden van PC (RS232-interface) en Radio 868 MHz, of van PC (RS232-interface) en CAT 5-kabels(RS485), of van PC (USB-poort) en Radio 868 MHz, of van PC (USB-poort) en CAT 5-kabels (RS485) mogelijk maken WaveNet Router Nodes zijn bedoeld voor het verbinden van Ethernet (TCP/IP) en Radio 868 MHz, of van Ethernet (TCP/IP) en CAT 5-kabels (RS485), of van WLAN en Radio 868 MHz, of van WLAN en CAT 5-kabels (RS485)
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 12
7.4
Repeater Nodes WaveNet Repeater Nodes zijn versterkers die binnen één segment voor reikwijdteverlenging gebruikt kunnen worden. Dat betekent dat als de geplaatste kabel binnen het netwerk een voorgeschreven lengte (t/m 900 m) overschrijdt, deze conform de systeemspecificatie met de WaveNet Repeater Node (WN.RP.CC) verlengd kan worden.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 13
7.5
Router Nodes WaveNet Router Nodes als omvormers van Radio (868 MHz) naar Kabel (RS485) of van Kabel naar Radio. WN.RN.RC of WN.RN.CR •
Afhankelijk van de structuur van het gebouw of de installatie situatie kan het overdrachtsmedium vrij worden gekozen.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 14
WaveNet Repeater Nodes kunnen worden ingezet •
Als er een radioreikwijdte naar een LockNode nodig is die verder gaat dan de radioreikwijdte van de WaveNet Router Node (het radiosignaal wordt dan door de WaveNet Router Node (868 MHz) naar de andere WaveNet Router Node en daarna naar de LockNode (LN) doorgestuurd). WN.RN.R
WaveNet Router Nodes kunnen worden ingezet •
Als er al een computernetwerk (LAN) of Internet/Intranet bij de klant voorhanden is. De keuze van de overdrachtsmedia is vrij! WN.RN.E(X)
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 15
WaveNet Router Nodes kunnen worden ingezet •
als er al een computernetwerk (WLAN) of Internet/Intranet bij de klant voorhanden is. De keuze van de overdrachtsmedia is vrij! WN.RN.W(X)
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 16
7.6
Central Nodes WaveNet Central Nodes kunnen worden ingezet •
als er al een computernetwerk (LAN) of Internet/Intranet bij de klant voorhanden is. De keuze van de aansluitende overdrachtsmedia is vrij! De Central Node WN.CN.S(X) of WN.CN.U(X) worden met de pc verbonden. Op deze pc wordt software voor een communicatieknooppunt (CommNode) geïnstalleerd. Op deze manier kan de Central Node vanuit een willekeurige plek (GUI = Graphic User Interface) in het netwerk worden aangesproken. Natuurlijk kan een Central Node ook ‘lokaal’ aan een pc worden aangesloten.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 17
7.7
LockNode met RS485 interface WaveNet LockNodes met geïntegreerde RS485-interface maken een „verkabelde“ versie van het WaveNet mogelijk. Het kabeltype dient CAT 5 of beter te zijn. Omdat er een aansluiting voor een externe stroomvoorziening (max. 24 VDC) voorhanden is, worden de LockNodes niet door batterijen aangedreven (zie 7.9). Per segment kunnen er max. 250 LockNodes worden beheerd. Om een segment uit te breiden, is altijd een WN.RN.CC nodig. De max. kabellengte per segment is begrensd tot 900 m. Als deze kabellengte wordt overschreden, is er een WN.RP.CC nodig. Deze High Speed Repeater dient voor het versterken van het signaal in beide richtingen (Up/Down-link). De Repeater breidt het segment niet verder uit.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 18
7.8
Backbone-kabel verbindingen Router-/ Repeater Node De bekabeling van een RS485-segment (backbone – ‘ruggengraat’) gebeurt met een busleiding in de vorm van een afgeschermde standaard CAT5-kabel. De busleiding bestaat uit twee dataleidingen (Data+, Data-) alsook een massaleiding. Deze busleiding wordt aan elke RS485-module van de bij dit segment behorende WaveNet-routers aangesloten. De RS485-modules contacteren de busleiding via een groen-oranjekleurige 8-polige Phoenix-stekker als volgt:
7.9
Aansluitingseisen LockNode met kabelaansluiting (WN.LN.C) Binnenkomende CAT-leiding
DC+ DC+ DC+ DC+
B B
Afscherming aan elke LN vastdraaien
A A
Aansluitklemmen Lock Node
Uitgaande CAT-leiding DC: Aansluiting van energievoorziening 6-24 VDC, polariteit gevoelig! Stroomafname van de LockNode: 15 mA A: Aansluiting van dataleiding D+, polariteit gevoelig! B: Aansluiting van dataleiding D -, polariteit gevoelig! Afscherming: bij elke LockNode/Router Node moet de afscherming worden doorverbonden, geïsoleerd en op één punt met aardpotentiaal (PE) worden verbonden!!!
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 19
7.10
LockNodes
Lock Node met behuizing
WaveNet LockNodes vormen de interface tussen het WaveNet en de in het digitale sluit- en organisatiesysteem 3060 voorhanden sluitingen (bv. cilinder, Smart Relais enz.). Ze beschikken altijd over: • • •
Een speciale B-veld interface, waarmee de communicatie naar de SimonsVoss-sluitingen plaatsvindt (bv. cilinder, besturingseenheden, meubelsloten, enz.). Een radio-interface (868 MHz) om de datatransmissie naar de WaveNet Nodes te garanderen (b.v. WaveNet Router Nodes, WaveNet Repeater Nodes of WaveNet Central Nodes), of Een RS485-interface en aansluiting voor een externe spanningsvoorziening om in een WaveNet met kabelaansluiting te kunnen worden toegepast (WN.LN.C)
WaveNet LockNodes kunnen in het systeem altijd slechts aan één digitale sluiting toegewezen worden (bv. cilinder of Smart Relais of meubelslot, enz.) De afstand tussen de WaveNet LockNode en een digitale sluiting mag hierbij maximaal 30 cm bedragen. De afstand tussen LockNode en Smart Relais moet minstens 40 cm bedragen. Wij raden een kabelverbinding tussen beide componenten aan met WN.KAB.WIRED-BF, dan hoeft u niet met een minimum afstand rekening te houden (alleen met SREL.ADV). WaveNet LockNodes werken in een radiografisch netwerk op batterijen en kunnen dus volledig draadloos in het SimonsVoss WaveNet geïntegreerd worden. Hierdoor is het systeem uitstekend geschikt om achteraf in een gebouw geïnstalleerd te worden. Bij de variant van de LockNodes (WN.LN.C) met kabels zijn de aansluitingen voor de RS485-bus alsook voor externe spanningsvoorziening voorhanden (zie 7.9). Om het inbouwwerk zoveel mogelijk te beperken, is de behuizing van de Wave-Net LockNode voor inbouw in een standaard inbouwdoos (60 mm diep, 60 mm Ø) volgens DIN 49073 deel1 geschikt (bv. voor het inbouwen in een lichtschakelaarlijst).
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 20
TIP. Wij raden u aan een lege inbouwdoos in de planning op te nemen / te installeren. Dit om de LockNode en schakelunit ruimtelijk van elkaar te scheiden. Een schakelunit, bv. een dimmer of een elektronische voorschakel unit kan de communicatie tussen LockNode en sluiting negatief beïnvloeden. Er mogen geen schakelvoedingen (bv. als energievoorziening voor de LockNodes) worden gebruikt. Afstand van schakel voeding tot LockNode/ Router Node ≥ 2 m. Bij sommige schakelaarprogramma's is vanwege de afdekkings bevestiging minder ruimte beschikbaar. LockNode Inputs/ Output: Elke WaveNet LockNode beschikt bovendien over een uitgang en 3 ingangen bv. voor deurbewaking (behalve WN.LN.R.O.I/O und WN.LN.I) De drie ingangen maken het inschakelen van drie externe potentiaalvrije contacten mogelijk. Dit maakt centrale bewaking van bv. deur- of grendel contacten – maar ook van bewegingsmelders, fotocellen, etc. – via het WaveNet-netwerk mogelijk. De stand van aangeschakelde contacten kan altijd vanaf de centrale computer opgevraagd (gepolld) worden, wijzigingen aan de contacten (events) kunnen echter ook – bij een juiste configuratie van de LockNode – automatisch aan de centrale gemeld worden. De uitgang dient voor het doorgeven van signalen aan externe systemen, zoals bv. signaalgevers, verwarming, licht enz. De uitgang wordt door een elektronische schakelaar (Open Drain) gerealiseerd, die tot 25 V en 650 mA kan schakelen. Voor de optionele inschakeling van de I/O's staat een 6-polige met kleuren gecodeerde kabel ter beschikking (WN.LN.SENSOR.CABLE). De kabel wordt in de met "sensor" aangeduide bus op de LockNode aangesloten. Voor bewakingstaken kunnen drie potentiaalvrije contacten telkens tussen de groene "In-Common"leiding en één van de gekleurde (roze, grijs, geel) leidingen aangesloten worden (zie volgende afbeelding): Input 1, rosa Kontakt 1 Input 2, grau Kontakt 2 Input 3, gelb Kontakt 3 In-Common, grün
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 21
In de LDB- resp. LSM-gebruikers interface heeft een open contact de waarde 0, een gesloten contact de waarde 1. Wordt bv. in de tekening bovenaan contact 1 voor de deurbewaking gebruikt, dan zorgt een openende deur voor een event: "Input1 overgang van 1 op 0" als contact 1 bij een gesloten deur gesloten en bij een geopende deur geopend is. De uitgang wordt intern door een transistor in Open-Collector-schakeling gerealiseerd. Voor de aansluiting aan externe toestellen (bv. zoemers) staan de witte en de zwarte kabel ter beschikking. Hiervoor geldt: out = bruin, massa = wit. Aansluitingsvoorbeeld van een mogelijke output-schakeling:
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 22
7.11
Network Inside
“Network Inside” is ook bekend onder het begrip “direct netwerk”. De LockNode (netwerkknooppunt) die hiervoor nodig is, bevindt zich in de knopafsluiting (bodem) van de cilinderknop aan de elektronische zijde. De elektronica van de LockNode wordt met hardwareconnectors aan de TN4-elektronica gekoppeld. Hierdoor kan de netwerkverbinding naar de cilinder gerealiseerd worden zonder dat er een installatie naast of aan de deur nodig is. Een "offline“-cilinder kan naderhand als "online“-variant geüpgraded worden. Daarvoor hoeft u alleen maar de knopafsluiting te vervangen. Bestelcode: WN.LN.I. Een “offline”-cilinder die geüpgraded kan worden, herkent u aan de onderstaande kenmerken.
1
2
De drie gele pijlen op de TN4-elektronica geven de contactpunten van de WN.LN.I aan. De contactpunten (pijl 2/3) op de TN4-printplaat geven aan dat “Network Inside” mogelijk is (cilinder vanaf mei 2008 in productie, softwareversie: 10.5.10.53)
3
Een cilinder met een direct netwerk (Network Inside) herkent u aan de doorlopende zwarte ring.
De cilinder met Netwerk Inside wordt als een WN.LN.R in een WaveNet geïntegreerd en moet over een segmentadres en een Member ID beschikken. Afhankelijk van de structuur van het gebouw bedraagt het bereik naar een Central- of RouterNode maximaal 30 meter. Na de aankoppeling aan een TN4-cilinder volgen vier korte geluidssignalen.Het temperatuurbereik ligt tussen –15°C (als de batterij een restcapaciteit heeft van 45%) en 50°C.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 23
7.12
SmartHandle in een netwerk opnemen Iedere SmartHandle kan door middel van de WN.LN.I.SH in een netwerk worden opgenomen.
De LockNode wordt (ook achteraf mogelijk) aan de buitenkant in de onderconstructie van het beslag geïntegreerd en is dus niet zichtbaar. De inlay met het logo van SimonsVoss dient hierbij als antenne. Installatie: lees voor de demontage van de inlay en de afdekking het handboek van de SmartHandle. Raak onderdelen op de printplaat nooit direct aan. Zorg er vóór de montage voor dat er geen elektrostatische lading aanwezig is, bijv. door een verwarming aan te raken. De WN.LN.I.SH (printplaat) wordt onder een hoek van ca. 15° ten opzichte van de onderconstructie van het buitenbeslag in de daarvoor bestemde opening geschoven Æ metalen clipje. Het metalen clipje zorgt voor een stevige bevestiging aan het beslag en vormt de pluspool. Als de printplaat correct is geplaatst, ligt deze vlak op de onderconstructie. De geveerde pen maakt later contact met de inlay (met logo van SimonsVoss). De inlay dient als antenne. Voordat de afdekkingen weer gemonteerd worden, moet de aansluitkabel van de WN.LN.I.SH naar de beslagelektronica nog verbonden worden met de 2-polige stekker. Leg de overtollige lengte van de leiding in de onderconstructie. Let erop dat de aansluitleiding niet beschadigd raakt en de afdekkingen weer makkelijk te monteren zijn. Technische waarden als WN.LN.I. Onderconstructie buitenkant WN.LN.I.SH Aansluitkabel met stekker
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 24
7.13
SmartRelais G2 in een netwerk opnemen De SmartRelais G2.W kan door middel van de WN.LN.I.SREL.G2 in een netwerk worden opgenomen.
De LockNode wordt (ook achteraf mogelijk) op de printplaat van het SmartRelais G2 aangebracht. Onder de horizontaal uitgelijnde antenne van het SmartRelais bevindt zich een stekker, die met het behuizingsdeel van WN.LN.I.SREL.G2 verbonden moet worden. Breng daartoe het behuizingsdeel zo aan dat het in de vorm van de SmartRelais-printplaat past. Door voorzichtig aandrukken kunnen de twee printplaten met elkaar verbonden worden. Raak onderdelen op de printplaat nooit direct aan. Zorg er vóór de montage voor dat er geen elektrostatische lading aanwezig is, bijv. door een verwarming aan te raken. De energievoorziening voor de LockNode wordt door de SmartRelais G2 resp. door de aangesloten adapter geleverd – gebruik geen schakelende voeding! Laten werken op batterijen met SREL.BAT is niet toegestaan! Technische waarden als WN.LN.I. TOP
Stekker voor de verbinding van SREL en LockNode WN.LN.I.SREL.G2 deel behuizing
met
Aansluitklem voor energievoorziening
8.0
WAVENET MANAGER. De WaveNet Manager maakt het mogelijk alle netwerkknooppunten in een draadloos/kabelnetwerk van SimonsVoss (Central-, Router- en LockNodes) automatisch te adresseren (hex-adres). Alle producten waarvan de bestelcode met WNM.XX.YY begint, zijn geschikt voor autoconfiguratie. Meer informatie is te vinden in het Handboek WaveNet Manager. URL: http://www.simons-voss.de/Downloads
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 25
9.0
NETWERKSTRUCTUUR MET LSM.
Via de hierboven afgebeelde netwerkstructuur kunnen verschillende gebruikers met individuele rechten met behulp van de SimonsVoss WaveNet communicatie knooppuntsoftware (CommNode) en de GUI (graphic user interface) via het internet/ intranet toegang tot een gemeenschappelijke server verkrijgen. Deze werkt als een zogenaamd communicatie knooppunt en is via een RS232- of USB-kabel met de WaveNet Central Node verbonden. In het voorbeeld hierboven communiceert de aan de server aangesloten WaveNet Central Node radiografisch (868 MHz) direct met een LockNode, die op zijn beurt radiografisch (25 kHz) met de digitale component (cilinder) gegevens uitwisselt. Alle andere LockNodes liggen in het voorbeeld hierboven buiten de radioreikwijdte van de WaveNet Central Node en worden daarom indirect via een WaveNet Repeater Node aangesproken. De structuur hierboven kan op een elegante manier gerealiseerd worden via de multiuser- en clientcompatibele, op databank gebaseerde LSM-sluitsysteem-beheersoftware van SimonsVoss. In het voorbeeld hierboven is er echter slechts één enkele CommNode en dus ook maar één enkele Central Node met lokaal subnetwerk. In de praktijk kan een vrijwel onbeperkt aantal CommNodes in het intranet of internet verdeeld worden. Zo kan bijvoorbeeld een "filiaalmodus" gerealiseerd worden, d.w.z. vanuit één centrale kan via intranet/internet een onbeperkt aantal filialen met lokale Central Nodes en daaraan hangende subnetwerken aangesproken worden.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 26
In de LSM kunnen vrijwel oneindig veel WaveNet Ethernet Routers WN.RN.E(X) en/of WaveNet WLAN Routers (Wireless Local Area Network) WN.RN.W(X) in een bestaand computernetwerk (LAN of WLAN) worden geïntegreerd. Het installeren van een Backbone (RS485-buskabel) is niet nodig, maar wel mogelijk voor plaatsen waar Ethernet/WLAN niet beschikbaar is. De WN.RN.E(X) is PoE-compatibel (Power over Ethernet). Als er met PoE wordt gewerkt, is er een zgn. Midspan Power-voorziening nodig, bv. Phihong PSA 16 U. Natuurlijk kunt u de WN.RN.E(X) net als alle WN.RN.(XX) als alternatief ook via een adapter van stroom voorzien. Æ WN.POWER.SUPPLY.PPP (niet in het leveringspakket!). De veel eenvoudiger te installeren (en dus ook eenvoudiger te beheren) op bestanden gebaseerde LDB-sluitsysteem beheersoftware van SimonsVoss maakt directe integratie van het overdrachtsmedium intranet/internet net zo goed mogelijk. Hiervoor wordt er een WaveNet RouterNode aan het bestaande LAN aangesloten en d.m.v. LDB, resp. extra software (Digi Connect) geconfigureerd (zie handboek WN.RN.E(X)). Er kunnen hoogstens vier WaveNet Routers in een LDB worden beheerd, er kan er echter maar één geactiveerd zijn. Æ dit geldt voor WN.RN.E(X) en WN.RN.W(X) Netwerken worden in segmenten ingedeeld. Hierbij kan een WaveNet Central Node tot 253 segmenten bedienen, waarbij elk segment t/m 250 WaveNet LockNodes/ WaveNet Router Nodes kan hebben. Tip: Als er wordt gewerkt met de LSM-software, dan is een indeling tussen 2030/30 en 250/250 (segmenten/ LockNodes per segment) mogelijk. Bij de projectplanning kan op deze wijze beslist worden of er meer segmenten of meer LockNodes per segment ter beschikking moeten staan.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 27
10.0 VEILIGHEID. Omdat het WaveNet kritieke informatie registreert en protocolleert, moet het op een betrouwbare manier tegen toegang door onbevoegden beveiligd worden. Dit stelt de hoogste eisen aan het systeem wat betreft informatieveiligheid en manipulatieveiligheid. 10.1
Veilige communicatie tussen de WaveNet Nodes Een uitgebreid en ingewikkeld cryptografisch systeem beschermt de netwerkcommunicatie tegen het afluisteren en bespieden van gegevens.
10.2
Automatisch controleren van de verschillende systeemcomponenten Omdat de verschillende componenten over alle hoeken van een gebouw verspreid geïnstalleerd kunnen zijn, moet een functiestoring, manipulatie en het openbreken van een deur automatisch herkend en aan een besturings-pc gemeld kunnen worden. BELANGRIJK Als een deur met een openbreek alarmfunctie uitgerust moet worden, dan moet die minstens worden uitgerust met een deurcontact dat de openingstoestand herkent!
10.3
Alarmmeldingen Alarmmeldingen zijn meldingen waarop onmiddellijk gereageerd moet worden (bv. inbraak, brand). WaveNet is niet geschikt als vervanging van het brand- of inbraakalarm!
11.0 BATTERIJWAARSCHUWING. Als de spanning van de in de LockNode geplaatste batterijen, stroomvoorziening van de LockNode vereist is, onder een bepaalde dan kunnen zowel tussen de LockNode en de bijbehorende sluiting LockNode en een RouterNode (WaveNet RouterNode, WaveNet communicatiestoringen optreden.
die voor de waarde komt, als tussen de CentralNode)
Indien dergelijke storingen optreden, wordt achter de betreffende sluiting de bijbehorende “N” of “W” rood weergegeven (communicatiestoring). Indien de rode “N” of “W” ook na herhaaldelijk uitvoeren van het protocol niet geel of blauw wordt, moet gecontroleerd worden of de batterijen vervangen moeten worden. Voordat de nieuwe batterijen in de WN.LN.R geplaatst worden, moet één van de nieuwe batterijen ca. 1 seconde lang omgekeerd geplaatst worden. Dit leidt tot een reset en de batterijwaarschuwing op de LockNode verdwijnt. Plaats daarna beide batterijen op de juiste manier.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 28
12.0 NETWERK „N“/„W“. In de LDB/LSM worden sluitingen/deuren met een „N“/„W“ gekenmerkt als deze met een LockNode zijn uitgerust. De volgende gekleurde „N’s“/„W’s“ staan ter beschikking om de status te kunnen onderscheiden. Rode „N“/„W“: Gele „N“/„W“:
Geen verbinding met de LockNode Verbinding met de LockNode, maar niet met de sluiting (evt. deur geopend) Blauwe „N“/„W“: Verbinding met de LockNode, en met de sluiting
13.0 VERVANGEN VAN DE LOCKNODE BATTERIJEN.
Om de batterijen van de LockNode te vervangen, moet de LockNode uit zijn inbouwpositie (bv. inbouwdoos) genomen worden en moet het deksel aan de achterkant afgenomen worden. De positie van de beide batterijen is in het batterijvak duidelijk gemarkeerd. Er mogen alleen door SimonsVoss goedgekeurde batterijen gebruikt worden. Gelieve bij het plaatsen van de nieuwe batterijen op de lichtdiode te letten. Meteen al na het plaatsen van de eerste nieuwe batterij in het lege batterijvak moet de LED 2 keer kort knipperen. Dan is het knooppunt bedrijfsklaar (Power-On reset). Brandt de LED niet, gelieve dan de batterij er opnieuw uit te nemen, de batterijcontacten van de LN kort te sluiten en daarna de batterijen opnieuw te plaatsen.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 29
14.0 INSTALLATIE VAN WAVENET LOCKNODES.
De afstand tot de cilinder moet zo klein mogelijk zijn. Houd echter een afstand van minstens 3 cm tot het kozijn of deurpost aan. De afstand tussen WaveNet Lock Node en cilinder mag hoogstens 30 cm bedragen. De minimum afstand bedraagt 10 cm. D e W a v e N e t L o c k N o d e d ie n t o p h o o g te v a n d e s lu itc ilin d e r te w o rd e n a a n g e b ra c h t. (M o n ta g e lie fs t in e e n s ta n d a a rd in b o u w d o o s in d e m u u r e n e e n ‚b lin d e ’ lic h ts c h a k e la a r e rv o o r)
•
De radioreikwijdtes van RN's en LN's zijn in de regel optimaal als de Router Nodes zodanig gemonteerd zijn dat de antenne verticaal naar boven (of onderen) wijst. De „Init-toets“ op de LockNode dient altijd richting digitale cilinder te wijzen. Als de LockNode bv. rechts naast de cilinder wordt geïnstalleerd, dan staat het SimonsVoss-logo ondersteboven!
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 30
15.0 VISUALISERING VAN DE BEDRIJFSSTAND, WEERGAVE VAN DE LED’S. 15.1
WN.RN.(XX), WN.LN.C ¾ ¾
Power-On reset: 2 x kort rood knipperen Link-kwaliteit tussen twee WN.RN.R door bediening van de toetsen op het baseboard:
1-2-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen slecht 3-4-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen okay 5-6-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen optimaal 15.2
WN.RN.R, WN.CN.(X)R, WN.RN.ER ¾ ¾ ¾
15.3
Knooppunt defect (autotest) ¾
15.4
Continu rood licht: Hardware defect
WN.RN.(X)C, WN.CN.(X)C: Master ¾
15.5
Als de groene LED langzaam knippert, is de luistermodus actief, of als deze snel knippert, bestaat er een communicatieverbinding met de LockNode. Rode LED uit
Rood knipperlicht, groene LED uit: geen segment-slave gevonden (kabel defect of slave functioneert niet).
WN.RN.C(X), WN.LN.C: Slave ¾
Rood knipperlicht, groene LED uit: geen segment-master gevonden (kabel defect of master functioneert niet).
Voor 14.4-5 geldt: als beide LED’s knipperen is alles okay!
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 31
15.6
WN.LN.R ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Power-On reset: 2 x kort rood knipperen Batterij toestand (na Power-On reset): 1 x kort rood oplichten Æ batterijen volledig geladen 1 x lang rood oplichten Æ batterijen toestand kritiek 1 x continu rood oplichten > vier seconden Æ batterijen leeg
¾
Link-kwaliteit tussen WN.(X)N.(X)R en LockNode door drukken op toetsen van Baseboard van LockNode:
1-2-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen slecht 3-4-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen okay 5-6-keer knipperen van de signaal-LED Æ zend- en ontvangstvermogen optimaal 15.7
WN.RN.CC ¾ ¾ ¾
15.8
WN.CN.U(X) ¾ ¾ ¾ ¾
15.9
Power-On reset: gele LED aan Upstream gegevensoverdracht (richting Master): groene LED aan Downstream gegevensoverdracht (vanuit Master): donkergroene LED aan
USB juist herkend en Power-On reset: gele LED aan als de groene LED langzaam knippert, is de luistermodus actief, of als deze snel knippert, bestaat er een communicatieverbinding met de LockNode Rode LED uit
WN.RP.CC ¾ ¾ ¾
Spanning aanwezig: gele LED aan. Upstream gegevensoverdracht: groene LED aan. Downstream gegevensoverdracht: donkergroene LED aan.
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 32
16.0 TECHNISCHE GEGEVENS. 16.1
16.2
WaveNet-stekkervoeding Bestelnummer Beschrijving
WN.POWER.SUPPLY.PPP Extern geregelde 230V AV / 9V DC / 250 mA stekkervoeding voor WaveNet Central Node, WaveNet Repeater & WaveNet Router. (PPP = Plug Power Pack)
Bestelnummer Beschrijving
WN.POWER.SUPPLY.LNC Extern geregelde 230V AC / 24V DC / 1,25A stekkervoeding alleen voor WN.LN.C, WN.RP.CC, WN.RN.E(X) en WN.RN.W(X) met verschillende netadapters UK/US/AU
WaveNet Central Node, RS232-verbindingskabel Bestelnummer Beschrijving Lengte
WN.CN.RS232.Cable RS232-verbindingskabel tussen pc en WaveNet Central Node 2m
Opmerking: de afbeeldingen van de vanaf 15.3 getoonde behuizingen kunnen afwijken van het origineel!
16.3
WaveNet Central Node, RS232- / RS 485-interface
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.CN.SC Central Node met geïntegreerde RS485-interface voor backbone (‘ruggengraat’) 100x65x40 mm (geldt voor alle routers zonder antenne) 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – jstroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 33
16.4
WaveNet Central Node, USB- / RS485-interface
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Stroomvoorziening Vermogen
16.5
WN.CN.UC WaveNet Central Node voor aansluiting op een pc/server. Central Node met geïntegreerde RS485-interface voor backbone 100x65x40 mm (geldt voor alle routers zonder antenne) door USB-poort Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WaveNet Central Node, RS232- / 868 MHz-interface
Bestelnummer Beschrijving
WN.CN.SR WaveNet Central Node met 868 MHz radiografisch interface en externe antenne Afmetingen (L*B*H) 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) Stroomvoorziening 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Vermogen Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting) Voor alle routers met radiografisch module: Max. zendvermogen 5 dBm (3,16 mW) aan antenne-aansluiting Gevoeligheid -90 dBm bij 19,2 kBaud Frequentieband 868 MHz Stroomafname in 12 mA bij 9 V ontvangstmodus
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 34
16.6
WaveNet Central Node, USB- / 868 MHz-interface
Bestelnummer Beschrijving
WN.CN.UR WaveNet Central Node met 868 MHz radiografisch interface en externe antenne Afmetingen (L*B*H) 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) Stroomvoorziening door USB-poort Vermogen Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting) Voor alle routers met radiografisch module: Max. zendvermogen 5 dBm (3,16 mW) aan antenne-aansluiting Gevoeligheid -90 dBm bij 19,2 kBaud Frequentieband 868 MHz Stroomafname in ontvangstmodus 12 mA bij 9 V
16.7 WaveNet Router Node ter uitbreiding van segment RS485
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RN.CC WaveNet Router Node als RS485-Router met twee RS485interfaces voor uitbreiding van segment incl. aansluitklem voor externe stekkervoeding 100 x 65 x 40 mm 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 35
16.8 WaveNet Router Node 868 MHz
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RN.R WaveNet Router Node met 868 MHz-radiografische module incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding en externe zend- en ontvangstantenne 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 868 MHz 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
16.9 WaveNet Repeater
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RP.CC WaveNet RS485-Repeater met twee RS485-interfaces om de lengte van de leiding te vergroten incl. aansluitklem voor externe stekkervoeding 100 x 65 x 40 mm 9V 40 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 36
16.10
WaveNet Router Node als omvormer RS485/868 MHz
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
16.11
WN.RN.CR WaveNet Router Node als omvormer tussen RS 485-interface en 868 MHz-interface om de Router Nodes als Backbone te gebruiken; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding en externe zend- en ontvangst antenne 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 868 MHz 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WaveNet Router Node als omvormer 868 MHz/RS485
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (L*B*H) Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RN.RC WaveNet Router Node als omvormer tussen 868 MHz en de RS 485-interface om de Router Nodes als Backbone te gebruiken; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding en externe zend- en ontvangst antenne 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 9V 12 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 37
16.12
WaveNet Router Node als omvormer Ethernet/RS485
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
16.13
WN.RN.EC WaveNet Router Node als omvormer tussen Ethernet-interface (TCP/IP) en de RS485-interface om de Router Nodes als Backbone te gebruiken; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 868 MHz 9V ... 48 VDC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WaveNet Router Node als omvormer Ethernet/868 MHz
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RN.ER WaveNet Router Node als omvormer tussen 868 MHz en de 868 MHz-interface; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding en externe zend- en ontvangst antenne 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 868 MHz 9V 48 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 38
16.14
WaveNet Router Node als omvormer WLAN/RS485
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
16.15
WN.RN.WC WaveNet Router Node als omvormer tussen WLAN-interface (TCP/IP) en de RS485-interface om de Router Nodes als Backbone te gebruiken; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met antenne) 868 MHz 9V 48V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continu last*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WaveNet Router Node als omvormer WLAN/868MHz
Bestelnummer Beschrijving Afmetingen (L*B*H) Frequentieband Stroomvoorziening Vermogen (voor alle routers)
WN.RN.WR WaveNet Router Node als omvormer tussen WLAN-interface (TCP/IP) en de 868 MHz-interface; incl. aansluitklemmen voor externe stekkervoeding en externe zend- en ontvangst antenne 100 x 65 x 40 mm, of 100 x 65 x 130 mm (met 2 x antenne) 868 MHz 9V 48 V DC geregelde stekkervoeding Min. 3 VA (250 mA bij continue belasting*) * – stroompiek bij afsluiten van beide einden in de backbone
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 39
16.16 WaveNet LockNode
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (H x ∅) Stroomvoorziening Stroomverbruik
Max. zendvermogen Gevoeligheid Frequentieband Ingang (3x) Uitgang (Open Drain)
Batterijlevensduur Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (H x ∅) Stroomvoorziening Stroomverbruik
Max. zendvermogen Gevoeligheid Frequentieband Batterijlevensduur
WN.LN.R WaveNet LockNode op batterijen (knooppunt voor pc-netwerk van de digitale componenten) met 3 ingangen en een uitgang 37 mm x 53 mm 2 batterijen CR2/3AA, Lithium 3,6 V, fa. Tadiran, SL761 Radiografisch zenden: 32 mA; Radiografisch ontvangen: 18 mA; Stroomverbruik zonder gegevenstransfer: ca. 20 µA Aanwijzing: afhankelijk van datatransfer en HF-storings dichtheid ca. 1 mW -95 dBm 868 MHz potentiaalvrij (Stroompuls ca. 35 µA, 1ms lang, per 0,5 sec) Max. schakelspanning: 25 V DC Max. inschakelstroom: 2 A Continu: 650 mA Interne weerstand (AN): 0,5 Ω ca. 6 jaar WN.LN.R.O.I/O WaveNet LockNode op batterijen (knooppunt voor pc-netwerk van de digitale componenten) zonder ingangen en uitgang 37 mm x 53 mm 2 batterijen CR2/3AA, Lithium 3,6 V, fa. Tadiran, SL761 Radiografisch zenden: 32 mA; Radiografisch ontvangen: 18 mA; Stroomverbruik zonder gegevenstransfer: ca. 20 µA Aanwijzing: afhankelijk van datatransfer en HF-storings dichtheid ca. 1 mW -95 dBm 868 MHz ca. 6 jaar
WAVENET DRAADLOOS NETWERK 3065 Pagina 40
Bestelnummer Beschrijving
Afmetingen (H x ∅) Stroomvoorziening Stroomverbruik Max. zendvermogen Gevoeligheid Frequentieband Ingang (3x) Uitgang A(Open Drain) a n w
WN.LN.C WaveNet LockNode met geïntegreerde RS485-interface voor de „verkabelde“ versie van WaveNet. (knooppunt voor pc-netwerk van de digitale componenten) Met 3 ingangen en een uitgang 37 mm x 53 mm Aansluitklemmen voor externe stroomvoorziening 6-24 V DC Zie hierna Æ Afmetingen van de voeding Stroomverbruik zonder gegevenstransfer: ca. 20 µA ca. 1 mW -95 dBm 868 MHz potentiaalvrij (Stroompuls ca. 35 µA, 1ms lang, per 0,5 sec) Max. schakelspanning: 25 V DC Max. inschakelstroom: 2 A Continu: 650 mA Interne weerstand (AN): 0,5 Ω
Aanwijzing m.b.t. afmetingen van de voeding voor WN.LN.C: De berekende waarde per LockNode is 15 mA. 15 mA (0,015 A) x aantal LockNodes = totale stroomsterkte Æ zie 15.1
Bestellnummer Beschreibung
WN.LN.I Netzwerk-Knauf als Nachrüst-Knauf zur Vernetzung eines TN4-Zylinders (Direktvernetzung)
Abmessungen (L x ∅) Spannungsversorgung Stromverbrauch
26 mm x 30 mm 3 V DC Batterie(n) vom TN4-Zylinder Stromverbrauch ohne Datenverkehr: ca. 6 µA Stromverbrauch mit Datenverkehr: ca. 30 mA
Lebensdauer Maximale Sendeleistung effektiv (ERP) Sensitivität Reichweite zu Central/RouterNode
Bis zu 5 Jahre Standby oder 150.000 Schließvorgänge
-95 dBm Bis zu 30m (von Gebäudestruktur abhängig)
Ausgelagerte Antenne
Wird nicht mehr benötigt!
Input / Output Umgebungsbedingung Wetterfest (.WP) Sonderknäufe
Keine Bis – 15°C mit 45% Restkapazität Batterie / bis + 50° C Als wetterfeste Variante erhältlich Keine
ca. 0,4 mW bei – 4dBm