Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Klimaatprogramma 2004 - 2008, Amsterdam Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Doelstelling Achtergrond Leeswijzer
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Klimaatbeleid 4 Internationaal klimaatbeleid Nationaaal klimaatbeleid Klimaatbeleid Amsterdam Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer: milieu- en klimaatbeleid
4 4 5 2
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Klimaatprogramma Oost/Watergraafsmeer BANS in het kort Ambitiebepaling na Kimaatscan en DE-scan Van Klimaatscan naar Klimaatprogramma Actieplan Klimaatbeleid Oost/Watergraafsmeer
8 8 8 9 10
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Financiën en inzet Stadsdeel Financiële aspecten van het Klimaatprogramma Extra subsidievoor maatregelen Voorwaarden van de BANS-subsidieregeling Personele inzet stadsdeel Coördinatie Uitvoering Klimaatbeleid
12
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Bijlagen 15 Actieplan Klimaatbeleid 2004-2008 Lijst met gebruikte afkortingen BANS-aanvraag (13aug04 zonder bijlagen) Beschikking VROM (1okt04, 2004/14288) Besluit voor BANS-aanvraag (Flap + Besluit DB 6jul04, 2004/9130) Besluit na beschikking (Flap DB 26okt04, 2004/14811)
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
2 2 2 3
12 12 13 13 14
-1-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
1
Inleiding
In november 2002 heeft het Dagelijks Bestuur van Oost/Watergraafsmeer ingestemd met de uitvoering van de Klimaatscan en de Duurzame Energiescan als start voor het opstellen van klimaatbeleid. Met de beide scans is een inventarisatie gemaakt van de kansen voor CO2-reductie binnen het stadsdeel. De stadsdeelraad heeft met het vaststellen van de diverse milieuprogramma’s over de jaren 2002 tot en met heden steeds de intentie uitgesproken activiteiten te ontplooien om CO2-reductie te realiseren. Deze milieuprogramma’s zijn alle gebaseerd op het Milieubeleidsplan 2001-2003, Oost/Watergraafsmeer dat als een van de speerpunten Reductie van energieverbruik en CO2-emissies kent. Ook in het nieuwe Milieubeleidsplan 2004-2006 voor stad en stadsdelen, waaraan Oost/Watergraafsmeer een eigen paragraaf wil toevoegen, is Klimaatbeleid een van de belangrijkste speerpunten. Daarnaast is het voornemen om meer aandacht te geven aan duurzaamheid door het verminderen van het energieverbruik, ook opgenomen in het Programakkoord 2002-2006 van Oost/Watergraafsmeer. Op basis van de Klimaatscan heeft het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer een onderbouwde keuze gemaakt ten aanzien van de thema's en ambities van het te ontwikkelen klimaatbeleid. Het resultaat is het voorliggende Klimaatprogramma 2004-2008
1.1
Doelstelling
Met het basispakket en de gekozen thema’s is het uiteindelijke doel van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer om de CO2 uitstoot flink te reduceren. Een ander belangrijk doel is om het klimaatbeleid in Oost/Watergraafsmeer een extra impuls te geven en dit beleid in het stadsdeel in alle beleidsvelden te integreren. Stadsdeel Amsterdam Oost/Watergraafsmeer wil bij haar keuze van het basispakket van de BANSsubsidieregeling naast de twee verplichte thema’s Woningbouw en Duurzame Energie extra inspanning te leveren op de thema’s Gemeentelijke gebouwen en Bedrijven. Daarvoor lijkt voldoende bestuurlijke en ambtelijke steun te bestaan om het uiteindelijke doel te bereiken. Ook voor het thema Verkeer en Vervoer is een aantal taakstellingen geselecteerd. In het Actieplan (bijlage 5.1) staat vermeld op welke activiteiten actief wordt ingezet.
1.2
Achtergrond
De aanleiding voor het opstellen van dit klimaatprogramma is tweeërlei. 1. Klimaatverandering
Energiebesparing stond voorheen vooral hoog op de agenda om de schaarse fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te ontzien; in de tweede helft van de jaren negentig werd echter de alarmbel over de gevaren van het broeikaseffect en de gevolgen voor het klimaat steeds vaker geluid. Deskundigen van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) raakten er steeds meer van overtuigd dat de opwarming van de aarde veroorzaakt door broeikasgassen - een stijging van de zeespiegel, andere
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-2-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
neerslagpatronen, meer stormen en een toenemende droogte en woestijnvorming tot gevolg kan hebben. Dit kan weer gevolgen hebben voor o.a. dijken van kust en rivieren, ruimtelijke inrichting, landbouw, ecosystemen, drinkwatervoorziening en binnenscheepvaart. Wereldwijd is de uitstoot van broeikasgassen tussen 1950 en 2000 bijna verdrievoudigd. 2. Bestuurlijke vernieuwing
Gemeenten worden vanwege hun wettelijke bevoegdheden en positie in de samenleving beschouwd als zeer belangrijke schakel voor het bereiken van de landelijke doelstellingen. Een integrale gemeentelijke aanpak van energiebesparing en duurzame energie binnen andere beleidsvelden is hierbij noodzakelijk. Doelstellingen op dit gebied dienen een vaste positie te krijgen binnen alle onderdelen van een gemeentelijk apparaat, in dit geval bij het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer.
1.2
Leeswijzer
Deze beleidsnota geeft in een aantal hoofdstukken aan wat de achtergronden en de beschrijving zijn van activiteiten die gericht zijn op het reduceren van CO2 in het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding en doelstelling van de beleidsnota. Hier wordt tevens aangegeven waarom energiemaatregelen op alle overheidsniveau´s nodig zijn. In hoofdstuk 2 wordt klimaatbeleid, van nationaal tot op stadsdeelniveau, omschreven. In hoofdstuk 3 wordt het klimaatbeleid voor de komende vier jaren voor het stadsdeel beschreven. Verder wordt uiteengezet hoe dit programma tot stand is gekomen en welke concrete activiteiten de komende jaren in Oost/Watergraafsmeer worden uitgevoerd aan de hand van kansen, potentieel en ambities. Deze activiteiten worden gepresenteerd in tabelvorm, waarin alle activiteiten per thema zijn uitgezet naar looptijd, inzet en budget: Actieplan Klimaatbeleid (bijlage 5.1). Tot slot komen in hoofdstuk 4 de financiële aspecten en de BANS-subsidievoorwaarden aan de orde. Hoofdstuk 5 bestaat uit bijlagen. Bijlage 5.1 is het genoemde Actieplan Klimaatbeleid 2004-2005. Bijlage 5.2 is aanvraagformulier voor de BANS-subsidie en 5.3 de positieve beschikking van VROM. Bijlage 5.4 en 5.5. zijn de besluiten van het dagelijks bestuur, voor de aanvraag en na de beschikking.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-3-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
2
2.1
Klimaatbeleid
Internationaal klimaatbeleid
Vanwege de negatieve maatschappelijke gevolgen van de sterk groeiende welvaart staat het verduurzamen van onze energieconsumptie inmiddels internationaal hoog op de agenda. Niet alleen vanwege de mogelijke uitputting van onze fossiele brandstofvoorraden, maar meer nog ten gevolge van het broeikaseffect is het besef gegroeid dat, zeker in deze tijd van groeiende economieën, structurele internationale inspanning voor het terugdringen van het fossiele energiegebruik noodzakelijk is. Door verhoogde concentraties van schadelijke stoffen die vrijkomen bij verbranding van fossiele brandstoffen houdt de atmosfeer meer warmte vast. Klimaatverandering is het resultaat, met ingrijpende consequenties voor onze samenleving. De urgentie van dit mondiale probleem leidde in 1998 tot het ook door Nederland geratificeerde internationale Kyoto verdrag. Per deelnemend land werd een reductiedoelstelling van de belangrijkste broeikasgassen toegewezen. De reductie die Nederland moet behalen ten opzichte van het verdragjaar 1990 werd gezamenlijk met de andere Europese landen vastgesteld op een percentage van 6% voor de belangrijkste broeikasgassen: kooldioxide (CO2), lachgas (N2O), methaan (CH4) en een aantal fluorverbindingen. Die reductie moet in de periode 2008 - 2012 worden gerealiseerd.
2.2
Nationaal klimaatbeleid
Binnen de Europese context heeft Nederland zich na Kyoto vervolgens verplicht tot een emissiereductie van 6% (50 miljoen ton voor CO2) ten opzichte van de situatie in 1990, te bereiken in 2010. Nederland maakt gebruik van de mogelijkheid om 50% van deze reductiedoelstelling niet binnen Nederland maar in het buitenland te realiseren. Het aandeel duurzame energie dient in 2010 5% en in 2020 10% te bedragen. Belangrijk is dat de verwachte gemiddelde stijging van het energieverbruik 1,5% per jaar bedraagt indien geen extra maatregelen worden genomen, waardoor de totale binnenlandse CO2-emissie flink stijgt tot 2010 1. In de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid (1999) heeft het kabinet een groot aantal extra maatregelen gepresenteerd om de doelstellingen te realiseren. Eén van deze maatregelen is het opnemen van een klimaatparagraaf in BANS (BestuursAkkoord Nieuwe Stijl, gesloten in 1999 tussen de drie bestuurslagen). Op grond hiervan hebben de ministeries van VROM en EZ, de VNG en IPO in februari 2002 een Klimaatconvenant ondertekend. Het rijk is namelijk van mening dat ook andere overheden, waaronder gemeenten, onmisbaar zijn bij de aanpak van het klimaatprobleem. Om gemeenten te stimuleren heeft het rijk een subsidieregeling in het leven geroepen. Daarom lokaal energiebeleid? De gemeente (c.q. het stadsdeel) staat van de drie overheden het dichtst bij burgers en bedrijven. Dit zijn belangrijke doelgroepen in het kader van klimaat- en energiebeleid. De gemeente / het stadsdeel heeft invloed op bijv. de ruimtelijke inrichting van woon- en werkgebieden (energie-infrastructuur, 4
Het Global Change (GC) scenario gaat onder meer uit van een jaarlijkse economische groei van 3,3% en een bevolkingstoename naar 16,3 miljoen inwoners in 2010. Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-4-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
verkeersinfrastructuur) en op de woningbouw (energieverbruik huishoudens). Daarnaast is het stadsdeel belast met de uitvoering van de Wet milieubeheer: milieuvergunningverlening aan bedrijven (en toezicht op de naleving). De Wet milieubeheer verplicht gemeenten ook aandacht te besteden aan energiebesparing bij bedrijven. De gemeente is ook zelf als bedrijf aan te merken en behoort het goede voorbeeld te geven. Op grond van de Wet milieubeheer moet ook in (eigen) (kantoor)gebouwen aandacht aan energiebesparing worden besteed. Ook speelt de gemeente een belangrijk rol bij de bevordering van duurzame energie (bijvoorbeeld toepassing zonne-energie woningbouw).
2.3
Klimaatbeleid Amsterdam
In het Milieubeleidsplan Amsterdam 2000 – 2003 dat op hoofdlijnen zijn grondslag vindt in het Derde Nationaal Milieubeleidsplan, is de landelijke Kyoto doelstelling als basis genomen om een stedelijke doelstelling te formuleren: stabilisering van de CO2-uitstoot in 2004 ten opzichte van het jaar 1998 en een reductie met 5% in 2010 ten opzichte van 1998. Inmiddels is echter geconstateerd dat de CO2uitstoot in Amsterdam zich niet stabiliseert, maar nog elk jaar stijgt. Als de trend zich doorzet is de uitstoot gestegen van circa 4.925 kiloton in 1998, naar circa 5.470 kiloton in 2010. In het nieuwe Amsterdamse Milieubeleidsplan 2004-2006 is verder vorm gegeven aan de doelstelling door in Amsterdam jaarlijks de uitstoot van CO2 met 500 kiloton (5%) te willen verminderen in 2007 ten opzichte van de autonome groei. Wordt dit beleid voortgezet dan kan Amsterdam in 2010 een reductie van 550 kiloton behalen. Deze reductiedoelstelling is gebaseerd op de besparingsacties uit het nieuwe beleidsplan en daarom exclusief hetgeen Amsterdammers en Amsterdamse bedrijven via eigen acties bijdragen. Met deze doelstelling kiest Amsterdam voor een haalbare doelstelling en neemt bijna 4% van de landelijke Kyoto doelstelling (reductie met 13 Mton) voor haar rekening. De provinciale doelstelling bedraagt 2 Mton in 2005. De Amsterdamse doelstelling draagt daar dus voor 25% aan bij. Voor Amsterdam is de CO2-uitstoot verdeeld zoals in onderstaande figuur
29%
Wonen
49%
Verkeer 22%
2.4
Bedrijven (incl. gemeentelijke gebouwen)
Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer: milieubeleid en klimaatbeleid
De afgelopen jaren is het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer in redelijke mate actief geweest op het gebied van energiebesparing en klimaatbeleid. Diverse activiteiten zijn uitgevoerd met betrekking tot stadsdeelgebouwen, woningbouw (nieuw en bestaand) en bedrijven. In 2003 heeft het stadsdeel
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-5-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
budget beschikbaar gesteld voor de prioriteit Energie en Communicatie en is een motie aangenomen voor het realiseren van duurzame energieopwekking (realisatie windmolen/zonne-energie op de werf aan de Rozenburglaan). Energiebesparing en voorlichting: Uitgevoerde energieprojecten in Oost/Watergraafsmeer Cursus Milieuhuis en Ecoteam project
Beide zijn vooral gericht op energiebesparing bij migrantenhuishoudens. Het Ecoteamproject wordt inmiddels in meerdere stadsdelen uitgevoerd. (Cursus milieuhuis 2001 – 2003, Ecoteam 2001- heden)
MAKK MilieAdvies Kleinzakelijke Klanten
Milieuadvies aan vooral MKB bedrijven (1999-heden)
EPA promotie actie (EnergiePrestatieAdvies)
uitbrengen van EPA-krant, met een respons van meer dan 3% (ruim 150 woningeigenaren, een hoge score op zowel stedelijk als landelijk niveau) (2002)
Lespakket
Aandacht voor zonne-energie in lespakket leerlingen Montessori College Oost (2003)
MES
Milieu efficiencyscan stadsdeel wagenpark (2001)
Voorlichting bewoners
Artikelen in Stadsdeeljournaal en gratis te verkrijgen boekje Duurzaam Wonen (2003/4)
Duurzame energie Zonne-energie Montessori College Oost
Realisatie van 40 PV-zonnepanelen (2003)
Zonne-energie bij particulieren
Met EPA-actie is een aantal zonnepanelen met (extra)subsidie aangeschaft door particuliere woningeigenaren (2002).
Inkoop groene energie AEB
Afname van 50% duurzaam opgewekte elektriciteit van het AfvalEnergieBedrijf voor de stadsdeelgebouwen en installaties (contract voor 2004-2005)
Gemeentelijke gebouwen Energie besparen
Aandacht voor energiebesparing in de stadsdeelkantoren. Op de werf Rozenburglaan wordt al jaren het verbruik geregistreerd. Op de meeste basisscholen is een energiescan uitgevoerd. In de planvorming voor nieuwbouw (werf, stadsdeelkantoor, scholen, sporthal) is energie een belangrijk onderwerp.
Woning- en utiliteitsbouw Energievisie
Voor de ontwikkeling van het Polderweggebied en de Parooldriehoek locatie zijn energievisies opgesteld (2003). Verder is voor het Polderweggebied een marktverkenning uitgevoerd naar de levering van warmte-koude opslag in de bodem.
Ook in het Milieuprogramma van 2004 is energiebesparing een belangrijk speerpunt. Voor 2004 zijn prioriteiten toegewezen voor de uitvoering van maatregelen uit de Klimaat- en DE-scan en een bijdrage in de voortzetting van het stedelijke bureau ARC. Dit bureau is belangrijk voor Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-6-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Oost/Watergraafsmeer omdat ARC projecten opzet met en voor de stadsdelen, bovendien deskundigheid en ervaring levert. Een van de in het Actieplan genoemde activiteiten is/wordt samen met ARC ontwikkeld. 2004 is een overgangsjaar waarin het nieuwe Milieubeleidsplan 2004-2007 wordt vastgesteld, Klimaatbeleid krijgt daarin een centrale positie. De volgende milieuprogramma’s, te beginnen met 2005, worden op dit nieuwe beleidsplan gebaseerd. Het stadsdeel onderschrijft hiermee de landelijke en stedelijke doelstellingen voor duurzame energie, energiebesparing en de reductie van CO2. Een verdere concretisering van het klimaatbeleid is in het volgende hoofdstuk van deze nota te vinden.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-7-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
3.
Klimaatprogramma Oost/Watergraafsmeer
3.1
BANS-subsidieregeling in het kort
Het rijk was van mening dat ook de andere overheden, gemeenten en provincies, onmisbaar zijn bij de aanpak van het klimaatprobleem. Om gemeenten te stimuleren heeft het rijk een subsidieregeling in het leven geroepen. Op grond van de BANS (BestuursAkkoord Nieuwe Stijl, gesloten in 1999 tussen de drie bestuurslagen) hebben in februari 2002 de ministeries van VROM en EZ, de VNG en IPO het Klimaatconvenant ondertekend. Om voor de BANS-subsidie in aanmerking te komen moeten gemeenten een klimaatscan, een duurzame energiescan (DE-scan) en een klimaatprogramma opstellen. Wanneer VROM positief beschikt over de aanvraag, kunnen gemeenten daarnaast een beroep doen op een provinciale subsidiepot. In een klimaatprogramma moeten al de activiteiten beschreven worden waarmee aan het klimaatbeleid uitvoering wordt gegeven. Verder moet het programma aansluiten bij de taakstellingen van de zogenaamde Prestatiekaart Klimaatbeleid Gemeenten van VROM, afgeleid van de gemeentelijke Menukaart van Senter-NOVEM voor duurzame energie. BANS-subsidie is aan te vragen voor uitvoeringskosten: • loonkosten van medewerkers intern die het project uitvoeren • kosten voor de inhuur van derden • andere kosten voor de uitvoering van de activiteiten, uitgezonderd investeringen in hardware zoals installaties en het geven van subsidies. De Prestatiekaart onderscheidt zes klimaatthema’s met elk taakstellingen op drie ambitieniveaus. Voor de BANS-subsidie hebben gemeenten de keuze uit een basispakket of een pluspakket2. De subsidie geldt voor een periode van vier jaar gerekend vanaf de beschikking van VROM terwijl de voorbereidingsperiode voor het opstellen van Klimaatbeleid mogen meetellen. Een voorwaarde is dat het stadsdeel zelf ten minste een bedrag van dezelfde hoogte als het subsidiebedrag aan het klimaatbeleid moet besteden. Dit kan zowel in de vorm van middelen als in de vorm van capaciteit.
3.2
Ambitiebepaling na Klimaatscan en DE-scan
In 2002/2003 heeft Senter-Novem in het stadsdeel een Klimaatscan uitgevoerd. Dat is een nulmeting van het uitvoeringsniveau van klimaatbeleid in een gemeente of stadsdeel. Het bestaat onder andere uit een draagvlakonderzoek onder het dagelijks bestuur en ambtelijk apparaat. De resultaten van de Klimaatscan waarbij een aantal betrokken medewerkers is geïnterviewd over relevante feiten en meningen over klimaatbeleid in het stadsdeel zijn in een rapportage weergegeven volgens de thema’s van de Prestatiekaart3.
2 Een basispakket bestaat uit alle voor de BANS-subsidie verplichte taakstellingen binnen de thema's Woningbouw en Duurzame Energie en 4 taakstellingen naar keuze. Een pluspakket bestaat uit alle voor de BANS subsidie verplichte taakstellingen binnen de thema's Woningbouw en Duurzame Energie en 10 extra naar keuze. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal inwoners en de oppervlakte. Het subsidiebedrag voor Oost Watergraafsmeer is in het geval van een basispakket maximaal (€ 110.000). 3 De volledige lijst bevat nog de thema’s agrarische bedrijven en internationaal
.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-8-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Klimaat in beleid Gemeentelijke gebouwen en installaties (verplicht thema) Woningbouw Bedrijven en bedrijventerreinen Verkeer en Vervoer Duurzame energie (verplicht thema)
Per klimaatthema is zowel de stand van zaken als de kansen en bedreigingen weergegeven. Op basis van het draagvlak en de nulmeting kan het ambitieniveau worden bepaald voor het klimaatprogramma. Mogelijke uitvoeringsniveau’s: • Actief (= maatregelen gaan iets verder dan wettelijk is vereist) • Voorlopend (= verdergaande maatregelend dan het actieve niveau) • Innovatief (= topambities op het gebied van energiebesparing). De conclusie uit de rapportage was dat er vooral activiteiten op het actieve niveau, voor alle relevante thema’s, zijn uitgevoerd. Op voorlopend en innovatief niveau zijn de activiteiten nog beperkt. In de Klimaatscan wordt het besparingspotentieel van het stadsdeel hoog ingeschat. De belangrijkste CO2reductiekansen liggen met name in de woningbouw- en bedrijvensector, maar ook op de thema’s duurzame energie en gemeentelijke gebouwen. Ook in 2003 is een DE-scan opgesteld voor Oost/Watergraafsmeer als onderdeel van de scan voor de gemeente Amsterdam. Daaruit kwam naar voren dat ons totale potentieel 2% is van het totale energieverbruik, te realiseren door het benutten van zonne-energie, het toepassen van warmtepompen en warmtekoude opslag in de bodem.
3.3
Van klimaatscan naar klimaatprogramma
Op basis van de resultaten van de klimaatscan zijn alle intern betrokkenen vervolgens aan de slag gegaan om voor het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer te inventariseren welke uitvoeringsactiviteiten passen bij het stadsdeel, gezien ambities, kennis en inhoudelijke en bestuurlijke prioriteiten. Op een workshop (februari 2003) is een eerste versie van een zogenaamde ambitietabel voorgesteld. Hiermee werden de eerste contouren gepresenteerd van een werkprogramma voor de uitvoering van klimaatbeleid voor het stadsdeel. Toen werd ook duidelijk dat stadsdelen niet verantwoordelijk zijn voor alle CO2 emissies in het stadsdeel. Verder heeft een stadsdeel voor het succesvol uitvoeren van klimaatprojecten in hun gebied niet altijd de bevoegdheid door de afhankelijkheid van stadsdeeloverstijgende belangen van andere partijen. Zo kunnen stadsdelen niet volledig verantwoordelijk worden gesteld voor de mobiliteitsstromen op hun gebied, hebben stadsdelen geen zeggenschap over grootstedelijk projecten of de Amsterdamse diensten en bedrijven, en woning- en utiliteitsbouw is onderhandelen met private partijen. Vervolgens werd met individuele gesprekken een verfijning tot stand gebracht met de ‘milieucontactpersonen’ van bijna alle betrokken sectoren. Daarna is ook uitvoerig contact geweest met Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) en bureau ARC waarbij, op basis van de gegevens uit de stadsdelen, verschillende activiteiten uit het stadsdeel klimaatactieplan ontwikkeld zijn. Ook is gekeken naar mogelijke afstemming met uitvoeringsactiviteiten van de andere stadsdelen.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
-9-
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Via een aantal verfijningstappen, waarin ook duidelijk is gekeken naar de financiële dekking en haalbaarheid, is het eigenlijke Actieplan Klimaatbeleid tot stand gekomen waarin alle activiteiten per thema zijn uitgezet naar looptijd, inzet en budget. Hierbij is de “beproefde” driestappen strategie (Trias Energetica) steeds als uitgangspunt gehanteerd: o Eerst verminderen van de energievraag; o Dan zoveel mogelijk inzetten van duurzame energie; o Voor de resterende vraag een zeer energie-efficiënte opwekking van energie verzorgen. Het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer kiest ervoor om klimaatbeleid in te zetten op het actieve niveau. De inschatting is dat het voorlopend niveau niet realiseerbaar is. Wel zijn meer activiteiten dan minimaal nodig voor dat niveau opgevoerd. Het resultaat hiervan is het voorliggende Klimaatprogramma voor het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer 2004-2008.
3.4
Actieplan klimaatbeleid Oost/Watergraafsmeer
Het Actieplan klimaatbeleid van Oost/Watergraafsmeer 2004-2008 is per thema onderverdeeld naar de taakstellingen die overeenkomen met Prestatiekaart. Het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer geeft uitvoering aan de meeste taakstellingen voor de verplichte thema’s ‘Woningbouw’ en ‘ Duurzame Energie’. Daarnaast zijn 5 taakstellingen extra opgenomen uit de overige thema’s naast een verplicht aantal van 4 en een compensatie. Bijlage 5.1 omvat het Actieplan Klimaatbeleid 2004-2004. Een kort overzicht staat in onderstaande tabel. Klimaatthema Gemeentelijke gebouwen
Acties / projecten • • • • • • •
Woningbouw
•
• • • •
Opstellen checklist duurzaam bouwen voor nieuwbouw en renovatieprojecten Uitvoeren maatregelen met terugverdientijd van 10 jaar voor de nieuwbouw en renovatie Inkoop > 40 %duurzame energie Opzetten monitoringsysteem Energiebeheer stadsdeel gebouwen Aanpassen onderhoudscontracten met aandacht voor energiebesparing Plan van aanpak Milieuzorg voor stadsdeelwerf en structureren BIM (nieuw) stadsdeelkantoor en werf. Aanleg warmte-koude opslag in Polderweggebied t.b.v. nieuw stadsdeelkantoor e.a. Opstellen energievisies voor nieuwbouwlocatie, Amstelstation, Amstel Campus, Overamstel en mogelijk Jeruzalem (Polderweggebied en Parool driehoek zijn uitgevoerd) Uitvoeren Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam Energieconsulent voor corporaties (ARC) Training EPC berekening en toetsing voor plantoetsers Opstellen Plan van aanpak Energielabeling voor particuliere en huurwoningen
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 10 -
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Bedrijven
•
Instellen infopunt Energie-efficiency & Duurzame Energie (EE & DE) (ARC).
• • • •
Voortzetten MAKK-project Oprichten infopunt EE & DE (ARC) Organiseren informatiebijeenkomst Duurzaam Detail Controles in het kader van de Verruimde Reikwijdte van de Wet milieubeheer (DMB) Kennis vermeerderen inspecteurs Verruimde Reikwijdte (DMB);
•
Verkeer en Vervoer
• •
Duurzame energie
• • •
•
Opstellen uitvoeringsplan vervoersmanagement eigen organisatie Opstellen en uitvoeren actieplan eigen wagenpark; DE-scan (uitgevoerd) Realisatie kleine windturbine en zonnecollectoren op nieuwbouw werf Inventariseren en Plan van aanpak opstellen om snoeien maaiafval te gebruiken voor opwekken duurzame energie. Warmte-koude opslag in de bodem (zie hierboven bij gemeentelijke gebouwen)
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 11 -
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
4.
Financiën en inzet stadsdeel
4.1
Financiële aspecten Klimaatprogramma
Voor de uitvoeringsperiode januari 2004 tot en met september 2008 is ca. € 560.900,- geraamd voor uitvoering van de activiteiten zoals gedefinieerd in het Actieplan Klimaatbeleid 2004-2008. Voor gedeeltelijke dekking van dit bedrag wordt een aanvraag ingediend bij het ministerie van VROM voor een bijdrage uit de BANS-subsidieregeling. De activiteiten opgesomd in het Actieplan Klimaatbeleid Oost/ Watergraafsmeer vormen een zogenoemd basispakket. Het subsidiebedrag bedraagt voor Oost/Watergraafsmeer € 110.730, hiermee wordt ca. 20% van de totale kosten gedekt. De dekking van de overige 80% (eigen bijdrage) is opgesplitst in: • ‘externe kosten/ inhuur’ voor advies en ondersteuning door derden, bijvoorbeeld de dienst Milieu- en Bouwtoezicht; • beschikbaar te stellen eigen werkuren: dit zijn reeds bestaande formatie-uren voor klimaatbeleid (uitgedrukt in Euro). Per jaar wordt ervan uitgegaan dat het stadsdeel gemiddeld een bedrag van € 21.000 (incl. BTW) reserveert aan externe kosten, en een zelf gefinancierde inzet pleegt die € 91.500 waard is (met een uurtarief van € 125,00 per uur). De uitvoeringsperiode is bijna vijf jaar. Er wordt uitgegaan van een looptijd van januari 2004 tot en met september 2008. Hierna is voor het stadsdeel een financieel overzicht opgenomen met daarin de eigen bijdrage, voor zowel de totale periode van vier jaar als per jaar. Dit jaarbedrag is opgesplitst in uren voor activiteiten (à € 125,00 per uur) en kosten voor externe ondersteuning. Overzicht financiën stadsdeel Actieplan Klimaatbeleid 2004-2008 (incl. BTW) Einddatum
Kosten
Dekking
Eigen bijdrage totaal (vier jaar)
Eigen bijdrage totaal per jaar (gemiddeld)
30 september 2008
€ 560.900
BANS-regeling: € 110.730 Eigen bijdrage stadsdeel: € 450.170
€ 450.170
€ 112.540 waarvan: - Inzet eigen uren 733 uur - Eigen budgetten € 21.000
4.2
Extra subsidies voor maatregelen
Behalve het gebruik van een bijdrage uit de de BANS-subsidieregeling voor het maken en uitvoeren van beleid, kunnen gemeenten en stadsdelen ook een klimaatovereenkomst aangaan met de provincie Noord-Holland. Die regeling sluit goed aan bij de BANS-subsidieregeling en levert derhalve geen additionele inzet of extra accenten op. Het grote voordeel is wel dat de provinciale regeling, in tegenstelling tot de BANS-subsidieregeling van het Rijk, extra financiële mogelijkheden biedt voor de uitvoering van concrete maatregelen, zoals zonneboilers (voor warm tapwater), zonnepanelen (voor
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 12 -
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
elektriciteit), warmtepompen, maar ook de realisatie van een CO2-arm stadsdeelgebouw door warmtekoude opslagin de bodem. Voor het stadsdeel Oost/ Watergraafsmeer betekent een positieve beschikking van het ministerie van VROM dat er een beroep kan worden gedaan op een maximaal subsidiebedrag van de provincie Noord-Holland van totaal € 57.500, bestemd voor inhoudelijke maatregelen op het gebied van duurzame energie. 4.3 Voorwaarden van de BANS-subsidieregeling Gemeenten, ook stadsdelen, en provincies kunnen onder voorwaarden vóór 1 augustus 2004 een aanvraag indienen voor een bijdrage uit een totaal budget van € 37.000.000. De belangrijkste voorwaarde is het overleggen van een Plan van Aanpak, hier in Oost/ Watergraafsmeer Actieplan Klimaatbeleid genoemd. In dit Plan van Aanpak moeten gegevens staan over de soort activiteiten en het uiteindelijke doel van die activiteit afgezet tegen de doelstellingen genoemd in de Prestatiekaart Klimaatbeleid Gemeenten van VROM (subsidiabel extract van de gemeentelijke Menukaart van SenterNovem). Daarnaast moet duidelijk zijn wie de trekker is van een activiteit, wanneer er wordt gestart, hoeveel capaciteit wordt ingezet zowel ambtelijke als met externe ondersteuning, en met wie wordt samengewerkt buiten de organisatie. Het betreffen over het algemeen activiteiten die volgens de subsidieregeling een inspanningsverplichting betekenen, niet een inhoudelijke resultaatsverplichting. Het Actieplan moet worden onderschreven door het Dagelijks Bestuur, en de aanvraag voor een financiële bijdrage uit de BANS-subsidieregeling moet tijdig worden ingediend, dat wil zeggen uiterlijk vrijdag 30 juli 2004 zijn ingeboekt bij het ministerie van VROM in Den Haag. Direct daarna begint SenterNovem, onderdeel van het ministerie van EZ, aan het opstellen van een advies aan de minister van VROM. Naar verwachting is voor Oost/ Watergraafsmeer eind september 2004 de beschikking van VROM op de aanvraag binnen bij het stadsdeel. [Naschrift 14 oktober 2004: 1 oktober heeft VROM een beschikking tot voorwaardelijke subsidieverlening verzonden (registratienumer KLIM2004 5512; 2004/14288). De totale subsidie bedraaagt € 110.731,00.] Binnen een maand na datum van de beschikking ontvangt het stadsdeel 40% van de voorlopige toekenning van het BANS-subsidiebedrag (40% van € 110.000). Na het indienen bij VROM van ontvankelijke en goedgekeurde voortgangsrapportages in de volgende jaren ontvangt het stadsdeel vervolgens 30, 25% en tot slot 5% van het subsidiebedrag. Gerapporteerd moet worden over afwijkingen van meer dan 10% in de inzet op activiteiten. SenterNovem voert naar verwachting steeds op dat moment een actualisering van de Klimaatscan uit. Uiteindelijk moet het stadsdeel direct na afloop van de uitvoeringsperiode (hier: oktober 2008) op basis van de bereikte resultaten een gebruikelijke aanvraag indienen voor definitieve subsidievaststelling. Deze aanvraag voor subsidievaststelling moet in dit geval (subsidiebedrag meer dan € 50.000) worden voorzien van een accountantsverklaring, waarna wordt overgegaan op het uitkeren van de resterende 10% van het subsidiebedrag.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 13 -
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
4.4 Personele inzet stadsdeel De totale werkzaamheden binnen het klimaatprogramma voor het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer zijn op basis van het Acieplan geraamd op ca. 3.000 uur. Het gaat hier om uitvoeringswerkzaamheden die dienen te leiden tot (direct of indirect) reducties van CO2-emissies in het stadsdeel. Werkzaamheden bestaan uit voorbereidingen en implementatie van activiteit door de klimaatcoördinator, en door de inzet van afdelingen voor uitvoering van energiebesparingprojecten, overleg, opleiding, instructies en overige implementatiewerkzaamheden. In bijlage 5.1 Actieplan Klimaatbeleid 2004-2008 staat de benodigde personele inzet voor de realisering van het totale projectplan, opgesplitst naar de afdeling Stadsdeelwerken/Beheer Ontwikkeling (SDW/milieu) en overige sectoren/afdelingen, en de kosten van betrokken derden. Daarnaast zijn de personele inzet en kosten voor inzet van derden ook nog verbijzonderd per project. 4.5 Coördinatie Klimaatbeleid De coördinerende taak voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid is ondergebracht bij de sector Stadsdeelwerken/Beheer Ontwikkeling. De functie betreft het initiëren, plannen en uitvoeren van het Klimaatbeleid. Deze medewerker klimaatbeleid draagt de verantwoordelijkheid voor de voortgang en realisatie van de projecten beschreven in onderliggend plan als ook de communicatie richting stakeholders en doelgroepen van beleid. Daarnaast is hij/zij aanspreekpunt voor alle zaken en activiteiten op het gebied van klimaatbeleid. Voor deze werkzaamheden heeft hij/zij voor de periode 2004-2008 in totaal 1200 uur beschikbaar.
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 14 -
Klimaatprogramma 2004-2008, stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Bijlage 5.2 Lijst met gebruikte afkortingen AEB ARC AZ AZ/FO BANS BIM BMO CO2 DE EE & DE EPA EPC MES MKB PV SDW SDW/B SDW/D SDW/O S/Mil VROM WOS WOS/O WOS/S WW
Afval Energie Bedrijf Amsterdam reduceert CO2, bureau voor stedelijk samenwerking sector Algemene Zaken sector AZ/afd. Facilitaire Ondersteuning Bestuursakkoord nieuwe stijl (tussen de drie bestuurslagen) Bedrijfsinterne milieuzorg Bureau Bestuurs- en Managementondersteuning Kooldioxide Duurzame energie Energie-efficiency & Duurzame Energie (stedelijk Infopunt) Energieprestatieadvies (advies voor gebouw) Energieprestatie coëfficiënt (maat voor warmte-isolatie van gebouw) Milieu efficiencyscan (van wagenpark) Midden en Kleinbedrijf Photovoltaïsche cellen (elektra opwekking) sector Stadsdeelwerken & Milieu sector SDW/afd. Beheer Ontwikkeling sector SDW/afd. Dagelijks Beheer sector SDW/afd. Ondersteuning sector SDW/afd. Beheer Ontwikkeling - milieu Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu sector Welzijn, Onderwijs, Sport en Recreatie sector WOS/afd. Onderwijs sector WOS/afd. Sport sector Wonen Werken
WW/B WW/H WW/P WW/V
sector WW/afd. Beleid sector WW/afd. Handhaving en Vergunningen sector WW/afd. Projecten sector WW/afd. Vastgoed
Raadscommissies november 2004, Gerda Menkveld. tel. 774 4416
- 15 -