Waar is de ferry.
Route Vanaf Naar Afstand Via Vertrek Aankomst Wind Beaufort Bewolking Reiziger Datum Bijzonderheden
Pagina 95
Wellington St. Arnaud 155.0 Wellington, Ferry, Picton, Havelock, Nelson Lake National Park, St. Arnaud 6-11-2000 6-11-2000 n.v.t. n.v.t. Bewolkt Henk Tenwolde 6/11/2000
Route
Stad / dorp
Picton
Linkwater Havelock
Renwick SH 6 – SH 63
St. Arnaud
Pagina 96
Kilometerstand Opmerkingen Use your city map (as blue line on day 6) to drive to ferry terminal. Crossing takes about 3h. park your car at Budget Rent a Car carpark. Bring key and documents to Budget counter situated at the arrival terminal (old building). Use your Rest New Zealand Voucher at the Ferryterminal. 0.0 Picton Ferry terminal outside on the left 30m Budget Rent a Car counter sign dir. Blenheim straight. 0.5 Intersection turn right Via Queen Charlotte Drive – Havelock. 1.0 Roundabout straight on dir Queen Charlotte Drive. 14.3 Petrol station. 22.2 Linkwater 30.9 Nice lookout and toilets on right. Intersection in Havelock turn left onto SH 6 to Blenhaim (nice lunchbar in Havelock opposite infocentre). 60.3 Winery Nautilus – 60.9km Le Burn. 61.3 63.3 Intersection: turn right onto SH 63 sign to St. Arnaud – Westcoast. Stay on this road all the way. 153.4 As you approach St. Arnaud. Just before little bridge intersection left into Bridge Street. Again at next intersection follow the sign (driveway) to your accommodation. There are nice walks along the lake (loop track2.5h).
Dag Noorder eiland. Vandaag zou ik de veerboot opstappen naar het Zuider eiland. Zo vaak heb ik ook deze week al gehoord dat het Zuider eiland zo mooi moet zijn. Als het half zo mooi is als het noorder eiland dan moet deze vakantie gewoon fantastisch worden. Maar eerst opstaan, wassen en van een ontbijt gaan genieten. Om vervolgens mijn auto te droppen. En om dat laatste op tijd te kunnen doen had ik een wake-up call gevraagd om zeven uur. Voor zeven uur was ik al wakker en op. Vijf over zeven kwam de wake-up call pas. Een heerlijke douche liet ik over mij heen stromen om mij daarna aan te kleden. De kamer was ook zeer prettig, groot, ruim, twee forse bedden, een t,v, en tafel en een prachtige badkamer. Tot nog toe is alles perfect georganiseerd. Op het onderkomen in Rotorua dan na. Dat vul ik wel in op het formulier dat ik aan Rest New Zaeland moet terug sturen. Al mijn spullen propte ik in mijn tas en rugzak. In twee etappes bracht ik vervolgens mijn spullen naar mijn auto. En waar ik gisteren al voor vreesde bleek waarheid te zijn geworden. Naast mij had iemand haar / zijn auto neer gezet. Uitrijden zou dus iets moeilijker worden. Maar dat was van latere zorg, eerst nog even genieten van een ontbijt. En dat bleek een lopend buffet te zijn. Ik kon gaan zitten waar ik wilde, waarschijnlijk lag de rest van de hotelgasten nog op een oor. Ik nam plaats aan een tafel vlak bij het raam en kon zo de hardwerkende mensen van Wellington, op weg naar hun werk, voorbij zien komen. Toen ik klaar was met het ontbijt kon ik aan de receptie afrekenen. Met de lift ging ik vervolgens naar beneden, naar de garage. Met flink wat heen en weer pielen kreeg ik mijn auto uit het parkeervak en onbeschadigd langs de palen die er stonden. Voor het uitrijden moest ik even wachten op iemand die net naar binnen kwam. De oprit op stond ik even later voor de grote deur. Alleen ging die niet open. Ik had een knop niet gezien, het is nog vroeg en zo wakker was ik niet. De man, op wie ik net had moeten wachten kwam een eindje omhoog rennen. Hij drukte voor mij op de knop en de deur ging open. Zonder problemen kon ik vervolgens naar buiten rijden. Alles ging verder van een leien dakje totdat. Ik moest mijn auto afleveren bij de Picton Ferry. Ik volgde borden voor twee andere veerdiensten waaronder de Interislander. Maar nergens een bord voor de veerdienst die ik zocht. Weer die waardeloze aanduidingen, ik wordt daar zo langzamerhand knap gestoord van. En dus was ik, voordat ik het goed en wel in de gaten had, de stad al weer uit. Zee geïrriteerd draaide ik de weg af om er vervolgens aan de andere kant er weer op te draaien. En ja hoor, daar stonden de bordjes voor de Picton Ferry weer. Maar ik stond ook in een file, een nieuwe belevenis hier in Nieuw Zeeland. De files hier wijken niet af van die in Nederland. Alles rijdt langzaam en je ziet sommige mensen de vluchtstrook gebruiken om er iets eerder af te komen. Zo snel als de verkeersregels dat toe lieten verliet ik de snelweg om vervolgens weer in een file terecht te komen. Ik volgde de bordjes voor de veerdienst weer totdat ze plotseling ophielden. Wel kwamen de twee andere veerdiensten weer aan bod en daarvoor was een afslag onder een viaduct. Foeterend draaide ik op een weg waar dat absoluut niet kon maar ik was in een stemming dat er geen mens in de buurt moest komen. Zij / hij zou de volle laag over zich heen krijgen van mijn opgekropte woede over zoveel stupiditeit. Mijn woede werd nog meer gevoed toen er nergens een aanduiding voor een parkeerplaats van Budget te vinden was. Op goed geluk reed ik een omheinde parkeerplaats onder het viaduct binnen. Daar liep een man met een oranje hesje aan en ik had het idee dat hij hier werkzaam moest zijn. En dus liet ik het raampje in het linker portier zakken en stopte naast hem. Ik vroeg hem waar ik mijn Budget auto kon parkeren. Hij wees mij naar een nog open plaats. Direct daarop vroeg ik hem waarom er geen aanduidingen stonden. Hij was verbaasd, daar had hij nooit op gelet. Maar misschien kwam dat omdat ze er zelf aan gewend waren. Ik bedankte hem voor zijn hulp, parkeerde mijn auto in de nauwe parkeerplaats en haalde al mijn spullen uit de auto. Toen ik er absoluut zeker van was dat ik alles bij mij had liep ik naar het gebouw waar de opstap voor het veer was. Daar binnen bleek het al behoorlijk druk te zijn. Met een beetje
Pagina 97
schuiven tussen de wachtrijen voor het afgeven van bagage ging het toch nog redelijk snel. Ook mijn voucher werd zonder vragen geaccepteerd, kreeg ik een soort van instappas en ik kon weer weg. Weg om de sleutels van mijn auto af te geven. En dat moest gebeuren in het andere gebouw. Dat bleek de aankomsthal te zijn. En die waren ze net aan het verbouwen. Er zaten drie autoverhuurmaatschappijen op een rij. In het midden zat Budget. De kantoortjes links en rechts waren bemand, bij Budget dus niet. Er stond wel een telefoon en die kon, zo stond aan gegeven, gebruikt worden indien er niemand was. Ik pakte de hoorn van de haak en wachtte tot ik iemand aan de lijn kreeg. Oh, nog niemand aanwezig? Nou dat zou echt niet lang meer duren. Soms kon ik de man aan de andere kant van de lijn zeer slecht verstaan door alle herrie van de verbouwing. Ik vertelde de man aan de andere kant aan de lijn dat ik tot kwart over negen zou wachten, ruim twintig minuten. Ja, nee er zou zo iemand komen. En anders zou ik mijn sleutels droppen. Even speelde ik met de gedachte om de sleutels gewoon mee te nemen en op het Zuider eiland bij het kantoor daar in te leveren. Ik wilde namelijk zeker weten dat ik niet achteraf voor iets aangeslagen zou worden waar ik geen controle meer over kon uitvoeren. Om kwart over negen was er dus nog steeds niemand van de verhuurmaatschappij binnen gekomen. Redelijk woest knalde ik de sleutels door het gat in de balie en liep weg. Bij het kantoor aan de andere kant zou ik mijn ongenoegens wel kenbaar maken. Je zal je auto komen ophalen, sta je daar mooi voor aap. Buiten het gebouw zag ik dat de passagiers al aan boord werden gelaten van het veer. En dus kon ik in een rechte lijn door naar boven lopen. De instapkaart gaf ik af en kon door lopen. Binnen op het veer besloot ik nog een etage naar boven door te lopen. Daar aangekomen liep ik naar links, richting achterdek. Een deur door kwam ik in een soort van lounge. Ik zag achter in zes stoelen waarvan er vijf bezet waren. Ik had gehoord dat de mensen die er zaten in het Nederlands met elkaar communiceerden. Ik vroeg of de zesde stoel bezet was. Even keken ze verbaasd op maar vertelden dat de stoel onbezet was. Ik nam plaats en het duurde niet lang of ik was in gesprek met een aantal van de mensen die er zaten. Ze vroegen mij wat ik in Nieuw Zeeland kwam doen. Ik vertelde hun dat ik een rondreis maakte. Ik liet hun het boekwerk zien dat ik meegekregen had en waarin de hele reis uitgestippeld stond. Ze waren behoorlijk onder de indruk van dit boek. Ik vertelde ze waar ik geboekt had, zelf vertelde ze met welke organisatie reisden en vertelden ook dat hun reisleider een voormalig medewerker van I.B.M. was. Ze waren verbaasd en vol bewondering over het feit dat ik dit in mijn uppie deed. Ik legde hun uit dat ik het ook liever anders had gezien maar dat ik mij niet liet tegen houden als dat niet ging. Zij reisden in een groep. Met hen reisde er een andere jonge man mee ook alleen. Er was ook een meisje bij dat alleen reisde maar of ze nou begeleid werd werd mij niet helemaal duidelijk. Toen ze vroegen waar ik vandaan kwam uit Nederland vertelde ik dat ik in Krimpen aan den IJssel woonde. Direct ging er een soort van herkenningsgeluid door de groep. Het bleek dat een man binnen de groep daar nog al eens kwam. Maar dan wel jaren geleden. Toen ik wilde weten waar zij vandaan kwamen kreeg ik te horen dat ze in Gouda woonden. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik wilde weten waar in Gouda ze woonden. De Voorwillens, daar waar pa dus gewoond had. Toen ik dat vertelde bleek de wereld weer vreselijk klein te zijn. Ik vroeg of ze even op mijn spullen wilde letten. Dat was geen probleem en ik liep naar buiten om daar even te bellen met het thuisfront. En om even foto’s te maken, we waren in de tussentijd van wal gestoken. Ik liep het achterdek op om een beter ontvangst te hebben en omdat het uitzicht daar mooier was. Pa nam de telefoon op nadat ik foto’s gemaakt had en contact zocht. Hij gaf mij het huisnummer van toen door. Binnen vertelde ik wat ik wist. Het bleek dat ze wel wisten waar dat dat was maar dat ze zelf nu een eindje daar vandaan woonden. Een man had veel belangstelling voor mijn fotokoffer. Ik liet hem de inhoud ervan zien. Hij liet zijn spullen zien en heel mooi was het statief dat hij zelf verbouwd had. Er was een bar aan boord en die zat redelijk dicht in de buurt waar wij zaten. E dus werd er regelmatig koffie gehaald. Ik haalde ook koffie en nam iets te eten mee, een soort van muffin.
Pagina 98
De reisleider van het gezelschap kwam voorbij om te vragen wat ze wilden eten. Een van de mensen stelde mij aan hem voor. Zijn naam was Van Ieperen en kende A.H. wel. Wij bleken een van de grootste systemen 38 in Nederland te hebben gehad. Hij was gepensioneerd en reisde nu een paar maal per jaar naar Nieuw Zeeland als reisleider samen met zijn vrouw voor een Nederlandse organisatie. Ook kende hij Ruud Glas. Dit is een medewerker van I.B.M. met wie ik af en toe contact heb als er iets mis gaat. En op dit moment reist dhr. Glas ook door Nieuw Zeeland. We kletsen nog wat, een paar bekende namen passeerden de revue nog, zijn vrouw kwam ook nog even voorbij maar op een gegeven moment verontschuldigde hij zich omdat hij verder langs de groep moest. Een paar maal ging ik nog naar buiten om foto’s te maken. Op een van deze uitstapje kwam ik ook de jongen tegen die alleen in de groep mee reisde. Even met hem staan kletsen maar hij kwam mij een beetje ingedut over.
Verlaten van de haven van Wellington.
We waren sneller in Picton, de aanleg plaats voor het Zuider eiland, als gedacht. De overtocht zou drie uur in beslag hebben genomen. Maar door het vele praten was de tijd letterlijk voorbij gevlogen. Ergens wel prettig, het was niet echt geweldig weer geweest. Stijf bewolkt met af en toe een waterig zonnetje er door heen. En thuis had ik nog zo gehoopt op stralend mooi zonnig weer. Dan had ik de hele trip buiten op het dek kunnen doorbrengen. Bij het aanleggen werd het wat beter weer, de zon kwam er meer door. Het schip meerde af en alle passagiers leken wel op hetzelfde tijdstip naar buiten te willen. Ik nam afscheid van de
Pagina 99
mensen met wie ik een zeer plezierige overtocht had meegemaakt. Ik wenste ze nog een prettige reis toe. Op de trap kwam ik weer dhr. Van Ieperen tegen. Hij had even gekeken of zijn bus er al was en had gezien dat alles in orde was. Omdat alles stil stond konden we nog even door kletsen. Toen er eenmaal weer gang in de meute zat wenste ik hem veel plezier en een goede reis. Ik zou zijn groeten overbrengen aan de mensen van I.B.M. als ik ze tegen zou komen. Ik liep de trappen af naar beneden. Omdat ik vrijwel altijd ruzie met mijn veters heb struikelde ik hier bijna over een los zittende veter. Op de trappen knielde ik om ze vast te maken. Met vast gesnoerde veters kon ik weer veilig verder. Ik miste bijna de plaats waar ik mijn tas weer kon ophalen. Ik liep terug en moest een hele tijd wachten voordat ik mijn tas van de lopende band kon ophalen. Met al mijn spullen weer bij mij liep ik naar buiten op weg naar de autoverhuurmaatschappij. Die bleek zo gevonden te zijn. Een zeer klein kantoortje waar net drie mensen voor de balie konden staan. Een dame handelde alles af. Toen ik vertelde dat bij het afgeven van de vorige auto niemand aanwezig was in het kantoortje werd daar nogal laconiek overgedaan. Ik vertelde dat ik de auto had afgetankt en gewassen. Over het laatste was ze zeer verbaasd. Dat schijnt hier normaal niet voor te komen. Ik vroeg wat voor een auto ze voor mij hadden. Een Ford Explorer was het antwoord. Ik vertelde dat ik het Noorder eiland een Toyota Prado mee gekregen had en dat ik dat een fantastische auto had gevonden. Ze keek mij even met een sip gezicht aan en zei dat ze geen Prado meer voor mij had. Die was al toebedeeld aan iemand anders. Helaas. Wel wist ze te vertellen dat ook op deze auto de extra verzekering was toegepast. De auto stond op parkeerplaats elf van het gedeelte dat gereserveerd was voor Budget. Er stonden nog al wat krassen op en er zat een ster in de voorruit. Alles stond aangegeven op het formuliertje dat ik meegekregen had. Ik zette mijn spullen in de achterbak, trok het afdicht zeil er overheen, keek even op de teller en reed weg. Er stonden net geen zestig duizend kilometers op de teller, 59000 en een paar om precies te zijn. De tank zat niet helemaal vol en dus als deze auto terug afgeleverd wordt door mij zal de tank ook niet helemaal vol zijn. Wat wel vervelend was was dat er geen mogelijkheid was om mijn telefoontje op te laden. De plug die normaal in de sigaretten aansteker zat was eruit gehaald en het gat was afgedicht met een rode dop. Die dop vertelde dat ze liever niet hadden dat je in deze auto rookte. Via een mooie weg, en dan bedoel ik de omgeving, reed ik weg van Picton. Even reed ik verkeerd, ik ging links af waar ik gewoon rechtdoor had gemoeten. Maar deze vergissing had ik heel snel door en ook zo weer gecorrigeerd. Een schitterende omgeving reed ik door en het weer werkte mee. De zon stond hoog aan de hemel. Een uur of twee later stond ik ineens in Blemheim. Ik had bij vertrek uit Picton niet gekeken op mijn atlas. En ineens realiseerde ik mij dat ik niet zou uitkomen bij het Abel Tasman Park. Sterker nog, ik werd helemaal de andere kant uit geleid. Een paar wijnstreken bleken belangrijker te zijn dan natuurschoon. Commerciële belangen? Chips en stom van mij om niet eerder in te grijpen. Wat nu. Het was te laat om nog helmaal terug te rijden maar eigenlijk wilde ik dit park wel zien. Direct besloot ik om de route voor morgen om te gooien en alsnog een bezoek aan het Abel Tasman Park te brengen. Ik weet dan wel dat ik hier absoluut nog een keer moet terug komen maar God alleen weet hoe lang ik nog moet wachtten op weer een gelegenheid. Ik reed verder en kwam uiteindelijk uit op een zeer lange, slechte, smalle en vooral eentonige weg.
Pagina 100
Postbus langs de weg naar St. Arnaud.
Negentig kilometers weinig te zien. Ik kwam na ruim een uur uit in St. Arnaud. Daar was mijn onderkomen voor vannacht en dat bleek zo gevonden te zijn. Ik moest een steile smalle oprit oprijden en stond ineens achter een huis. Een vriendelijke, wat dikke kleine dame begroette mij. Ze liet mij zien waar mijn kamer voor vannacht was. Het hele huis bleek van hout te zijn. Even later ontmoette ik ook de eigenaar. Hij bleek een beroerte te hebben gehad. De tweede en deze had hem behoorlijk in zijn functies beperkt. Lopen was een probleem en praten ging vrij langzaam. Maar zijn denk vermogen was nog volledig in takt. Hij was bezig met het schrijven van een boek. Ik kon even buiten gaan zitten op de veranda. Even later kwam de eigenaresse vragen of ik thee of koffie wilde hebben. Ik vond thee wel een goed idee. Een paar minuten later kwam ze buiten met een blad met daarop een thee kan en een schaal vol muffins. De muffins waren doorgesneden en voorzien van boter. Ze heeft nog een tijdje met mij staan praten maar moest verder en liet mij alleen. In de zon was het heerlijk vertoeven en ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken en een beetje te schrijven. Af en toe kreeg ik bezoek van een paar sandflies. Pest beesten. Met deze beesten in de buurt schijnt er ander weer op komst te zijn volgens de eigenaresse. Ze vertelde dat er een meer in de buurt is en dat een vriendin van haar daar in de buurt woonde. Als die naar buiten wil dan moet ze soms een soort van imkernet over haar hoofd doen anders wordt ze helemaal onder gestoken door de sandflies. Het huis waar ik nu in overnacht staat te koop. Met de tweede beroerte van haar man heeft ze te veel werk erbij gekregen om ook dit huis te blijven onderhouden. Ze hadden al kijkers binnen gehad. Ze vroeg mij nog of ik wilde eten in het plaatselijke restaurant, The Alpine Lodge. Dan zou ze even reserveringen maken. Graag zei ik tegen haar. Even later was ze terug met de mededeling dat ik om halfzeven verwacht werd. Later ging niet meer, alles was al vol geboekt. Toen het buiten niet meer lekker vertoeven was ging ik weer naar binnen. Daar bleek dat er een Duits echtpaar was binnen gekomen. Het was net het duo de Dikke en de Dunne. Ik moest weg, naar het restaurant, maar heb eerst nog heel even met de twee Duitsers staan praten. Ze bleken uit Munchen te komen. De rit naar de Alpine Lodge bleek kort te zijn. Binnen een paar minuten was ik er. Op het dak van mijn auto zat nog een ski imperiaal. Omdat ik weet dat deze dingen benzinevreters zijn en er binnen in de auto voldoende plaats was om ze weg te leggen heb ik ze eerst van het dak gehaald. Daarna liep ik naar binnen. De reservering bleek bekend en mij werd gevraagd waar ik wilde zitten. In de zon leek mij wel lekker, tevens kon ik daar goed de gegevens voor morgen doornemen en wijzigen. Zalm heb ik zitten eten en het is al voor de zoveelste keer dat ik tijdens deze reis vis eet. Normaal eet ik zelden vis maar nu dus des te meer. Even later
Pagina 101
kwamen er twee dames binnen. Duidelijk Engelse. Jeetje wat was een van beide lelijk zeg. Het hoofd van een man en dan nog ongeschoren ook. Ze zal wel aardig zijn. Niemand heeft zich zelf gemaakt, wel onderhouden. Ook het Duitse duo kwam binnen en gingen ergens zitten. Na het eten reed ik terug naar het onderkomen van vannacht. Binnen ging ik zitten aan de grote tafel en begon te schrijven. De eigenaar, de Colin heet, kwam ook even in de kamer op een grote stoel zitten. Even hebben we zitten kletsen. Maar volgens mij was hij behoorlijk doodop. Niet veel later verdween hij dan ook naar bed. Plotseling kwamen de twee Engelse dames, die ik in het restaurant gezien had, binnen. Ze bleken hier ook te overnachten maar verdwenen vrijwel direct naar hun kamer. De eigenaresse was ondertussen bezig met het dekken van de tafel voor morgen. Ik zat niet in de weg en kon nog rustig even door schrijven. Tegen negen uur kwam ook het Duitse duo binnen. En ook die verdwenen direct naar hun kamer. Was alles zo vermoeiend geweest vandaag of hadden ze andere plannen. Omdat het zo gezellig was, op de achtergrond was ondertussen een cassette met klassieke muziek op gezet, verdween ik tegen half tien maar naar mijn slaapkamer. Aan de tafel in het restaurant had ik gezien dat het morgen een niet al te spannende dag zou worden en dat de afstand van hier naar het Abel Tasman Park wel te doen zou moeten zijn. Ik heb uitgerekend dat ik ongeveer twee uur kan doorbrengen in dit park om toch nog redelijk op tijd in Hanmer Springs te kunnen arriveren.
Pagina 102