LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: PV Praktijk Elektriciteit TV Elektriciteit (22/22 lt/w)
Specifiek gedeelte Studierichting: Elektrische installaties Studiegebied: Mechanica-Elektriciteit Onderwijsvorm: BSO Graad : tweede graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2015/009 (vervangt 2012/018) Nummer inspectie: 2015/1112/1//V17 (2012/587/1//D)
Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
2
Inhoud Visie Beginsituatie Competenties Cluster 1: : Algemene competenties (deze competenties kunnen in alle projecten terugkomen) Cluster 2: Specifieke competenties Algemene pedagogisch-didactische wenken Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie
3 5 6 6 13 28 31 33 35
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
3
Visie Leerlingen die kiezen voor de tweede graad BSO elektrische installaties zijn aangetrokken door de wereld van de elektriciteit en de installatietechniek. Deze leerlingen zijn vooral geboeid door de praktische toepassingen en door de mogelijkheid om zelf praktische vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Het is van kapitaal belang om dit enthousiasme levendig te houden zodat hun schoolcurriculum gedragen wordt door een motiverende interesse. Om dit te realiseren is, naast een praktische professionele benadering, een dynamische en aanschouwelijke aanpak vereist zodat de leergierigheid van deze leerlingen continu wordt aangemoedigd. Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan ondermeer door:
een ruim en gevarieerd aanbod te bieden. de theoretische begrippen proefondervindelijk en praktijkgericht te benaderen. te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving. de praktijkopdrachten aantrekkelijk en uitdagend te maken. de verschillende beroepsmogelijkheden regelmatig toe te lichten (beroepenfilms, open bedrijvendagen ...) en te concretiseren via werkplekleren.
De theoretische en technische begrippen van de elektriciteitsleer zijn voor deze leerlingen te beschouwen als de onderbouw voor de praktijk elektriciteit. Ze zullen daarom worden gegeven in functie van de praktijkoefeningen. Het is dan ook sterk aan te raden om de realisatie van dit leerplan toe te vertrouwen aan één leerkracht (per leerjaar). Een goede coördinatie (VGW) zal ook noodzakelijk zijn. Leerlingen uit de studierichting Elektrische Installaties zullen in eerste instantie hun projecten begeleid verwezenlijken waarbij 25 % van de beschikbare tijd gaat naar het conceptuele en 75 % naar uitvoering. In deze opleiding wordt de klemtoon gelegd op het verwerven van ‘competenties’ en worden telkens relevante contexten, ondersteunende kennis, te verwerven vaardigheden en attitudes geïntegreerd tot zinvolle opleidingsgehelen. In cluster 1 vind je de algemene competenties die in alle projecten kunnen terugkomen. Een didactische aanpak via projectwerking met contextrijke authentieke opdrachten is een voorwaarde opdat leerlingen een competentie kunnen behalen. Deze projecten kunnen zowel klassikaal, in groep als individueel aan bod komen waarbij een toenemende graad van zelfstandigheid bij de leerlingen cruciaal is. In dit leerplan worden een aantal competenties beoogd die eigen zijn aan een aantal beroepen uit de sector. Hiervoor werd gebruik gemaakt van volgende beroepskwalificaties:
elektrotechnisch monteur. elektrotechnisch installateur.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
4
De elektrotechnisch monteur (m/v) monteert en plaatst leidingen en dozen, trekt draden en kabels teneinde de elektrische onderdelen van een installatie voor te bereiden op aansluiting en in bedrijfstelling. De elektrotechnisch installateur (m/v) heeft een ruimer takenpakket, maar zijn werk situeert zich steeds in sterk vergelijkbare contexten en omstandigheden. Hij sluit elektrische componenten aan in de verschillende borden conform het AREI en stelt de eigen elektrische installatie in bedrijf. Hij stelt de eigen residentiële en klassieke (niet-complexe) tertiaire elektrische installatie in werking en voert basiscontroles uit. Hij stelt in samenwerking met een specialist ook de niet klassieke (complexe) tertiaire installatie in dienst en assisteert bij het ingrijpen op niet klassieke (complexe) tertiaire elektrische installaties. Wegens praktische redenen zijn bepaalde onderdelen van 2de graad (monteur niveau 2) naar 3de graad (installateur niveau 3) en omgekeerd verplaatst: Onderstaande onderdelen zijn van niveau 2 naar niveau 3 verplaatst.
Gebruik van stellingen en hoogtewerkers Realiseert sleuven door slijpen (stage 3de graad) Bij bepaalde competenties zijn specifieke onderdelen verplaatst naar de 3de graad wegens gebrek aan kennis in de 2de graad Bij bepaalde competenties zijn onderdelen in differentiatie geplaatst maar die komen dan terug in de 3e graad met bijkomende kennis
Volgende onderdelen zijn van niveau 3 naar niveau 2 verplaatst
Aansluiten van diverse componenten Aansluiten van een aarding Bevestigen en aansluiten van materiaal voor laagspanning Aansluiten van installaties op zeer lage spanning: plaatsen en aansluiten van telefoons, TV en aanverwante toestellen, voorgeprogrammeerde modules en logische stuurmodules
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
5
Beginsituatie De leerinhouden sluiten naadloos aan bij de inhouden die behandeld werden in het beroepsvoorbereidend leerjaar, beroepenveld elektriciteit. De leerlingen komen vaak uit het 2e jaar van de eerste graad. De leerlingen kunnen uit verschillende basisopties of beroepenvelden komen, waardoor er een verschillende voorkennis kan zijn. Door middel van goed gekozen oefeningen en projecten, zal de leerkracht bij het begin van het schooljaar meteen het niveau van de leerlingen nagaan. Mocht blijken dat er voor sommigen een bijwerking nodig is, dan zal dit hoofdzakelijk moeten gebeuren door inhaallessen buiten het normale lessenrooster en/of door binnenklasdifferentiatie. De leerkracht zal echter steeds zorgen voor een gestructureerde bijwerking en voor een degelijke begeleiding van de leerling. Coördinatie met collega's zal zeker noodzakelijk zijn.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Competenties Cluster 1: : Algemene competenties (deze competenties kunnen in alle projecten terugkomen) DECR. Competentie 1. De leerlingen kunnen in teamverband werken NR KENNIS De leerlingen kunnen 1.1. het voorraadbeheer beschrijven. 1.2. de gebruikte materialen (types van kabels, gebruikte elektrische componenten…) beschrijven en aanduiden. 1.3. de onderdelen van een werkfiche aanduiden. 1.4. de belangrijkste gegevens van de elektrische componenten kunnen toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 1.5. informatie uitwisselen met medeleerling en leidinggevende. 1.6. instructies van leidinggevenden opvolgen. 1.7. verbruikte materialen registreren. 1.8. mondeling rapporteren. 1.9. de verantwoordelijke inlichten bij een onvoorziene omstandigheid. 1.10. tijdsbesteding registreren. ATTITUDES De leerlingen willen klantgericht werken. 1.11. 1.12.
positief omgaan met gezag.
CONTEXT
De elektrotechnisch monteur moet op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met collega’s en leidinggevenden.
De elektrotechnisch monteur moet gebruiksvriendelijke informatie uitwisselen aan collega’s en leidinggevende.
De elektrotechnisch monteur heeft formele of informele momenten met collega’s/klanten.
6
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Laat de leerlingen in groep werken (projectmatig werken).
De eigenheid van de diverse beroepen uit de sector met eigen woorden laten uitleggen.
De leerkracht stelt open en uitdagende vragen, hij lokt interactie uit.
De leerkracht stimuleert de leerlingen om in overleg te gaan.
DECR. Competentie 2. De leerlingen kunnen werken met oog voor veiligheid, energie, kwaliteit en welzijn NR KENNIS De leerlingen kunnen 2.1. de milieuvoorschriften in functie van de eigen werkzaamheden aanduiden. 2.2. veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s, signalisatie) aanduiden. 2.3. toepassingen van het AREI toelichten. 2.4. procedures van BA4/BA5 toelichten. 2.5. de Vitale 8 toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 2.6. zich houden aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu. 2.7. zuinig omspringen met materialen, gereedschappen en tijd. 2.8. verspilling vermijden (D). 2.9. afval sorteren. 2.10. ergonomische werken. 2.11. werken met oog voor de energieprestatie van gebouwen (D). 2.12. persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen gebruiken aangepast aan de werkomstandigheden. 2.13. gepaste maatregelen nemen om hinder (stof, lawaai …) en afval te beperken 2.14. de eigen werkplek inrichten volgens voorschriften en/of instructies. 2.15. de eigen gereedschappen, machines en materialen opslaan. ATTITUDES De leerlingen willen
7
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
2.16. 2.17. 2.18.
veilig werken. milieu- en duurzaamheidsgericht zijn. reflecteren op het eigen handelen in functie van kwaliteitszorg.
Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en stof voorkomen.
De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
De elektrotechnisch monteur wordt door zijn werkgever bevoegd verklaard om werkzaamheden uit te voeren aan installaties die een vergelijkbare bouw en complexiteit kennen.
Zelfevaluatie en reflectie in projectmatig werken.
CONTEXT
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Veilig werken houdt ook in: het niet dragen van scherpe gereedschappen, messen, schroevendraaiers … in de zakken van werkkledij.
Aandacht hebben voor de verschillende zintuigen (visueel, auditief, geur, tast …).
Gebruik filmmateriaal van Eandis.
Start met de VCA-opleiding in de 2de graad. ( werken op hoogte, gevaren van elektriciteit … ).
Maak gebruik van sites van keuringsorganismes. ( zoals vinçotte, BTV …. ).
BA4/BA5 toepassen naar eigen werkplaatsreglement.
DECR. Competentie 3. De leerlingen kunnen werken op hoogte volgens de veiligheidsvoorschriften NR KENNIS De leerlingen kunnen 3.1. de risico’s en veiligheidsvoorschriften van ‘werken op hoogte’ toelichten. 3.2. de PBM’s, CBM’s, soorten ladders,… herkennen en aanduiden. 3.3. het gebruik van een ladder toelichten.
8
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
9
VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 3.4. ladders plaatsen en gebruiken. 3.5. persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen gebruiken aangepast aan de werkomstandigheden. 3.6. een ladder veilig plaatsen en gebruiken. 3.7. de juiste ladder gebruiken (D). ATTITUDES De leerlingen willen 3.8. veilig werken. 3.9. spontaan een veilige houding aannemen in dagelijkse situaties. 3.10. maatregelen treffen ter voorkoming van situaties die personen en omgeving kunnen schaden. CONTEXT
Heel wat tertiaire en industriële werkzaamheden moeten verricht worden op een bepaalde hoogte. Hiervoor gebruikt de elektrotechnisch monteur ladders en stellingen. Hij moet in wisselende situaties kunnen werken met deze toestellen. Hij doet dat volgens instructies en steeds onder toezicht.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Neem ook in de werkbox de juiste houdingen aan.
Bespreek ook dit hoofdstuk van VCA .
DECR. Competentie 4. De leerlingen kunnen gepaste machines en gereedschappen gebruiken NR KENNIS De leerlingen kunnen 4.1. de gebruikte materialen, machines en gereedschappen toelichten. 4.2. de meetmethodes en meetgereedschap aanduiden. 4.3. de meetmethodes en meetgereedschap toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 4.4. de gepaste machines gebruiken. 4.5. machines en gereedschappen op de juiste manier gebruiken (veilig en efficiënt).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
4.6. 4.7.
de staat van arbeidsmiddelen (machines, gereedschappen, verlengkabels, ladder …) voor en na gebruik controleren. gereedschappen, machines en materialen reinigen en opslaan.
ATTITUDES De leerlingen willen 4.8. zorg dragen van het materiaal. 4.9. werken uitvoeren met goed functionerende apparatuur. CONTEXT
De elektrotechnisch monteur werkt met materialen en machines die met enige omzichtigheid moeten behandeld worden omwille van kans op breuken, beschadigingen … .
Alle leercontexten die de leerlingen tegenkomen tijdens hun opleiding.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Controle uitvoeren op gereedschappen alvorens het gereedschap in gebruik te nemen vb. waterpas, multimeter … .
De arbeidsmiddelen worden behandeld tijdens de realisatiemomenten.
www.livios.be is een erg bruikbare site in verband met bouwmaterialen en gereedschappen.
DECR. Competentie 5. De leerlingen organiseren de eigen taken in functie van een dagplanning NR KENNIS De leerlingen kunnen 5.1. de grenzen van bevoegdheden aanduiden. 5.2. de technische voorschriften aanduiden. de technische voorschriften toelichten (D). 5.3. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 5.4. afspraken maken over de planning. 5.5. voorbereidingen treffen om een opdracht optimaal uit te voeren. 5.6. installatieschema, situatieschema, montagevoorschriften en werkinstructies lezen.
10
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
5.7. 5.8.
11
installatieschema, situatieschema, montagevoorschriften en werkinstructies begrijpen . uitbreidingstoepassingen uitvoeren op een installatieschema, op een situatieschema, op montagevoorschriften en op werkinstructies (D).
ATTITUDES De leerlingen willen 5.9. planmatig denken en werken. 5.10. binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig uitvoeren en afwerken volgens de vooropgestelde eisen. 5.11. relevante informatie verzamelen. 5.12. relevante informatie verwerken (D). 5.13. documentatie op de juiste wijze gebruiken. 5.14. positief omgaan met stress. CONTEXT
De beroepsbeoefenaar werkt in diverse installaties met gelijkaardig (vaak identiek) materiaal waarbij de werkinstructies en het situatieschema gerespecteerd moeten worden. Hij verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s.
De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
De monteur heeft in principe regelmatige uren, maar afhankelijk van de tijdsdruk die op een bepaald project zit, moet wel eens overgewerkt worden.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
DECR. NR KENNIS
Leer de leerlingen dat de planning minimaal antwoord geeft op: ‘wie’, ‘wat’ gaat doen, ‘hoe’ en ‘wanneer’.
Werkinstructie kan mondeling of/met een schets, technische gegevens … meegedeeld worden.
Stel gegevens ter beschikking van werkelijke uitvoeringstijden.
Met lezen bedoelen wij het uitvoeren van het schema, het strikt opvolgen van instructies. Met ‘begrijpen’ bedoelen wij bijv. een fout zoeken, een extra verbruiker bijplaatsen … .
Competentie 6.
De leerlingen voeren voorbereidende werkzaamheden uit
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
12
De leerlingen kunnen 6.1. de gebruikte materialen, machines en gereedschappen toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 6.2. de concrete mogelijkheden nagaan op de werkplek aan de hand van de werkinstructie. 6.3. het werkplaatsreglement naleven. 6.4. niet-standaardsituaties identificeren en melden aan de verantwoordelijke (D). 6.5. de benodigde gereedschappen, machines en materialen verzamelen voor de uit te voeren werkzaamheden. 6.6. de werkplek afbakenen en een doorgang voorzien voor bevoegden. ATTITUDES De leerlingen willen 6.7. professionele gedragsregels volgen. 6.8. flexibel handelen. CONTEXT
Hij moet werken volgens opgelegde werkinstructies en schema’s die bepalend zijn voor alle voorbereidende werkzaamheden die hij doet in functie van de installatie.
Hij moet aandachtig omgaan met gevaarlijke situaties en veiligheidssignalisatie op de werkplek/werf. Hij moet PBM’s en CBM’s respecteren en met zorg gebruiken.
Alle leercontexten die de leerlingen tegenkomen tijdens hun opleiding.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
13
Cluster 2: Specifieke competenties DECR. Competentie 7. De leerlingen zetten leidingtracés uit volgens de instructies NR KENNIS De leerlingen kunnen 7.1. de technische voorschriften toelichten. 7.2. aanbevelingen doen in functie van de eigen werkzaamheden (D). 7.3. de gebruikte gereedschappen: waterpas, laser, pasdarm, smetkoord … toelichten. 7.4. de meest gebruikte symbolen op schakelschema’s herkennen en aanduiden. 7.5. de leidingschema’s voor residentiële en tertiaire toepassingen toelichten om de voorbereidende werken te kunnen starten. 7.6. een grondplan toelichten om wijzigingen aan te brengen. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 7.7. elektrische schema’s en werkinstructies lezen. 7.8. elektrische schema’s en werkinstructies begrijpen (D). 7.9. ééndraad-, situatie- (grondplan), stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen (handmatig en/of met CAD-pakket). 7.10. componenten, leidingen en kanalisaties aftekenen in overeenkomst met het situatieschema of installatiedossier. 7.11. leidingen en kanalisaties aftekenen zodat het formaat ervan overeenkomt met het type kanalisatie en het installatiedossier. 7.12. het gepaste gereedschap op een veilige en efficiënte manier gebruiken. ATTITUDES De leerlingen willen 7.13. werken volgens instructie. 7.14. ordelijk en nauwkeurig werken. 7.15. hun verantwoordelijkheid nemen. CONTEXT
De beroepsbeoefenaar werkt in diverse installaties met gelijkaardig (vaak identiek) materiaal waarbij de werkinstructies en het situatieschema gerespecteerd moeten worden.
Hij moet werken volgens opgelegde werkinstructies en schema’s die bepalend zijn voor alle voorbereidende werkzaamheden die hij doet in functie van de installatie.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Maak gebruik van bestaande plannen en schema’s.
Bij het opstellen van situatieschema’s zijn ontwerpen van keukens en badkamers noodzakelijk.
Vermeld de specifieke gereedschappen in een overzichtslijst, ook gereedschappen die niet voorhanden zijn in de werkplaats.
14
DECR. Competentie 8. De leerlingen leggen buizen met draden en/of kabels voor de verschillende stroomkringen NR KENNIS De leerlingen kunnen 8.1. een toepassing van het AREI aanduiden. 8.2. ferro-metalen en non-ferro-metalen aanduiden. het gebruikte materiaal zoals buizen (tth, pvc, flexibele buis (geribd en glad), voorbedraad … ), handelsmaten en toebehoren herkennen 8.3. en aanduiden. 8.4. de isolatieklassen van de materialen aanduiden. 8.5. de normalisatie en harmonisatie: h07v-u, h07v-r, xvb-f2, UTP, FTP, coax, luidsprekerkabel…. aanduiden. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 8.6. de gewenste buislengte en diameter bepalen. 8.7. de buizen op maat brengen en ontbramen. 8.8. de leidingen plooien zodat de buigradius gerespecteerd wordt. 8.9. de buizen verbinden met behulp van een mof. 8.10. leidingen vastzetten op geregelde afstand. 8.11. buizen bevestigen bij opbouw en inbouw. 8.12. een ringbuis of flexbuis met draden of kabel volgens de stroomkringen leggen. 8.13. pakkingbussen (kabelwartels) plaatsen aangepast aan de uitwendige invloeden. 8.14. kabels bevestigen, ontmantelen en plaatsen met gepast gereedschap. 8.15. kabels invoeren in de toestellen. 8.16. voldoende draadreserve voorzien. 8.17. de kabels nummeren volgens de instructie. 8.18. de draden bundelen volgens de stroomkringen en labelen volgens het ééndraadschema. 8.19. isolatieklassen van de materialen onderscheiden. 8.20. een logica aanhouden in het kleurgebruik van verschillende elektrische draden, conform het AREI en normen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
15
ATTITUDES De leerlingen willen 8.21. ordelijk en net werken. 8.22. doelmatig te werk gaan. CONTEXT
De elektrotechnisch monteur moet oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg en toewijding en zin voor esthetiek te werken.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Volgens het AREI: blauw voor nulleider, geel/groen voor beschermingsgeleider.
Gebruik de norm voor verdere kleuren (bijv. installatieboek Vynckier, cataloog van CEBEO).
DECR. Competentie 9. De leerlingen plaatsen en bevestigen dozen met aangepast materiaal, gereedschap en machines NR KENNIS De leerlingen kunnen 9.1. de opvoegmethodes van sleuven toelichten. het gebruikte materiaal: contactdozen (inbouw en/of opbouw), aansluitdozen voor toestellen met een vaste standplaats (inbouw en/of 9.2. opbouw), contactdozen in spatwaterdichte uitvoering aanduiden. de gebruikte machines en gereedschappen: beitel met handbescherming, hamer, boormachine met geschikte stofzuiger, 9.3. boorhamer … toelichten. 9.4. de gebruikte bouwstoffen: baksteen, plaaster, cellenbeton … aanduiden. 9.5. de gebruikte bevestigingsmiddelen: pluggen, lijmen … toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 9.6. inbouwdozen horizontaal of verticaal, enkelvoudig of meervoudig plaatsen. 9.7. inbouwdozen bevestigen met in de praktijkvoorkomende materialen: metselspecie, plaaster, PU-schuim … . 9.8. opbouwdozen plaatsen. 9.9. holle wanddozen plaatsen. 9.10. nissen en doorboringen maken door in muren en vloeren te kappen en te boren. 9.11. rekening houden met de bevestigingsmaterialen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
16
9.12. sleuf dichten. ATTITUDES De leerlingen willen 9.13. methodisch werken. 9.14. nauwkeurig werken. CONTEXT
De beroepsbeoefenaar werkt in diverse installaties met gelijkaardig (vaak identiek) materiaal waarbij de werkinstructies en het situatieschema gerespecteerd moeten worden. Hij verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s.
Hij moet in wisselende situaties kunnen werken met bepaalde toestellen.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Gebruik herbruikbare materialen (zavel) om sleuven te dichten ( sleuven zijn gemaakt door leerkracht).
De leerkracht demonstreert en/of verwijst naar toepassingen uit de praktijk (cement, plaaster.. eist het gebruik van specifieke PBM’s omwille van de chemische eigenschappen). Werk met overzichtstabellen, waar de leerlingen naast de benamingen en symbolen ook de gangbare gegevens gemakkelijk kunnen terugvinden.
DECR. Competentie 10. De leerlingen monteren en plaatsen leidingen, buizen, vloerdozen en verschillende soorten aansluitdozen NR KENNIS De leerlingen kunnen de gebruikte materiaal: buizen, opbouw kabelgoten, kabelgoten met compartimenten,… 10.1. bevestigingssteunen, hulpstukken (bochten, verloopstukken…), goot- en draagsystemen (kabelgoten)… inbouwdozen, aftakdozen, vloerdozen, verdeeldozen… toelichten. 10.2. in de praktijkvoorkomende fixeermiddelen: metselspecie, plaaster, plamuurmiddel … aanduiden. 10.3. bevestigingsmiddelen: pluggen, lijmen …aanduiden. 10.4. de gebruikte gereedschappen: zaag, winkelhaak… toelichten. 10.5. beschermingswaarden en IP-waarden aanduiden. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
10.6. 10.7. 10.8. 10.9. 10.10. 10.11. 10.12. 10.13. 10.14.
17
montagevoorschriften en technische tekeningen voor leidingen, buizen en kanalisatie lezen. montagevoorschriften en technische tekeningen voor leidingen, buizen en kanalisatie begrijpen (D). bevestigingssteunen en hulpstukken maken en aanpassen. goot-en draagsystemen bewerken. bevestigingsbeugels, gootsystemen, draagsystemen en hulpstukken monteren. buizen in opbouw parallel naast elkaar leggen met de geëigende hulpstukken. inbouwdozen, aftakdozen, vloerdozen en verdeeldozen plaatsen. leidingen met metselspecie of plaaster fixeren. beschermingswaarden- IP- waarden onderscheiden (D).
ATTITUDES De leerlingen willen 10.15. een constructieve houding aannemen. 10.16. kwalitatief werk leveren. CONTEXT
De beroepsbeoefenaar werkt in diverse installaties met gelijkaardig (vaak identiek) materiaal waarbij de werkinstructies en het situatieschema gerespecteerd moeten worden. Hij verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s.
De leerlingen voeren opdrachten uit tijdens schoolactiviteiten of thuis.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
IP-waarden toepassen volgens het AREI ( in de gebruikte opdrachten).
DECR. De leerlingen trekken draden en/of kabels voor de verschillende stroomkringen in elektrische installaties voor het Competentie 11. NR aansluiten van diverse toestellen KENNIS De leerlingen kunnen 11.1. de strip- en ontmanteltechnieken toelichten.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
18
11.2. de diverse draden met hun draaddoorsnede voor elektrische toepassingen aanduiden. 11.3. de verschillende soorten draden kabels, elektriciteitsbuizen en wandgootsysteem voor residentiele installaties toelichten. 11.4. het elektrisch vermogen van de woning verklaren. 11.5. de wet van Pouillet / spanningsval verklaren. 11.6. de wet van Ohm en vermogen definiëren. 11.7. de wet van elektrische arbeid en rendement verklaren. de verschillende elektrische verbindingen, steekklemmen, rijgklemmen, draadhulzen, solderen, lasverbinding, krimpkous,… herkennen en 11.8. aanduiden. 11.9. de functies en instellingen van een multimeter aanduiden. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 11.10. de kabels bevestigen met gepaste hulpmiddelen. 11.11. de kabels ontmantelen met gepast gereedschap. 11.12. pakkingbussen (kabelwartels) op een correcte wijze plaatsen aangepast aan de sectie van de draad. 11.13. voldoende draadreserve voorzien. 11.14. de kabels volgens de instructie nummeren. 11.15. kabels manueel hanteren. 11.16. vermogen- en stuurkabels in goten en buizen leggen, moduleren, bevestigen en verbinden. 11.17. de prijs van het elektrisch verbruik berekenen. 11.18. draden en kabels kiezen in functie van de toepassing en verbruikers. 11.19. materialen in functie van het vermogen en/ of stroom selecteren. 11.20. proefondervindelijk de factoren die de weerstand van geleiders beïnvloeden aantonen. 11.21. een snoerbreuk opsporen en herstellen. 11.22. elektrische verbindingen toepassen. ATTITUDES De leerlingen willen 11.23. de veiligheid garanderen door de juiste lengte en diameter van de draad te gebruiken. 11.24. de veiligheid garanderen door de juiste soort draad/kabel te gebruiken. CONTEXT
De elektrotechnisch monteur verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s in wisselde situaties.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Gebruik oefeningen aan de hand van de werkelijkheid, verlengkabel, halogeen verlichting, … .
Werk met overzichtstabellen voor draden, kabels en snoeren die de leerlingen steeds verder aanvullen doorheen de loop van het schooljaar.
Leer de leerlingen gericht zoeken in catalogi, multimedia en internet.
Metingen uitvoeren bij de verschillende wetten (labo) + verslag.
DECR. Competentie 12. De leerlingen plaatsen het aardingssysteem en sluiten aan NR KENNIS De leerlingen kunnen 12.1. de aansluiting van hoofd- en bijkomende equipotentiale verbindingen toelichten. 12.2. de bekabeling van het aardingssysteem aanduiden. 12.3. de procedure voor het plaatsen van een aardingslus en het inslaan van de aardelektrode toelichten. de functie van een aardingsinstallatie conform het AREI beschrijven. 12.4. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 12.5. een aarding plaatsen (aardingslus en aardelektrode). 12.6. de aarding aansluiten. 12.7. de spreidingsweerstand van de aardingsinstallatie uitmeten. 12.8. de aardingsonderbreker plaatsen. 12.9. de equipotentiaalverbindingen realiseren. het juiste type verliesstroomschakelaar bepalen en aansluiten, rekening houdend met de waarde van de spreidingsweerstand. 12.10. ATTITUDES De leerlingen willen 12.11. zorgvuldige verbindingen conform goede praktijken realiseren. 12.12. een correcte plaatsingswijze hanteren. CONTEXT
19
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
De elektrotechnisch monteur verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s in wisselde situaties.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Op de site van www.stroomopwaarts.be kan men de nodige didactische lespakketten terugvinden.
DECR. Competentie 13. De leerlingen leggen en sluiten gepantserde kabels aan NR KENNIS De leerlingen kunnen 13.1. de types van bekabeling herkennen en aanduiden. 13.2. de normalisatie en harmonisatie aanduiden. 13.3. de gebruikte gereedschappen: kabelmes, striptang, kniptang, metaalzaag … toelichten. 13.4. de toepassingsgebieden aanduiden. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 13.5. unipolaire kabels leggen. 13.6. EXVB en XVB kabels van elkaar kunnen onderscheiden. 13.7. EXVB en XVB kabels aansluiten. 13.8. kabels bevestigen, plaatsen met gepast gereedschap. 13.9. een energiebocht plaatsen. ATTITUDES De leerlingen willen controleren of het juiste kabeltype gebruikt wordt. 13.10. CONTEXT
20
De elektrotechnisch monteur moet in wisselende situaties kunnen werken met bepaalde gereedschappen en materialen.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Organiseer een workshop via eandis.
Instructies kan je vinden op www.eandis.be of www.infrax.be.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
21
Denk ook aan de nieuwe technieken zoals de intelligente meters.
Werk met overzichtstabellen voor draden, kabels en snoeren die de leerlingen steeds verder aanvullen doorheen de loop van het schooljaar.
Beperkte diameter gebruiken.
DECR. Competentie 14. De leerlingen bevestigen en sluiten materiaal voor laagspanning aan NR KENNIS De leerlingen kunnen 14.1. principe voor het opwekken van elektrische energie verklaren. 14.2. het blokschema van het elektriciteitsdistributiesysteem toelichten. het gebruikte materiaal: schakelaars (inbouw, opbouw en spatwaterdichte) schakelaars in uitvoering stopcontacten… herkennen en 14.3. aanduiden. de basisschakelingen: éénpolige schakeling, tweepolige schakeling, dubbele aansteking, wisselschakeling, dubbele wisselschakeling, 14.4. kruisschakeling, combinatieschakelingen … beschrijven. 14.5. toepassingen met signalisatie- en oriëntatielampjes, dimmers … beschrijven. 14.6. de wet van ohm, schakelen van weerstanden (serie- en parallel schakeling, vermogenmeting … ) definiëren. 14.7. de wet van vermogen, rendement verklaren. 14.8. het aansluiten en de schakelprocedure toelichten. 14.9. een meetprocedure toelichten. 14.10. een foutanalyse toelichten. 14.11. de functies en instellingen van een multimeter aanduiden. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 14.12. ééndraad-, situatie- (grondplan), stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen (handmatig en/of met CAD-pakket). 14.13. in een serieketen de stroomsterkte, de deelspanningen en de vervangingsweerstand meten en berekenen. 14.14. in een parallelketen de stroomsterkte en de deelstromen meten en berekenen. 14.15. schakelaars uitmeten naar klemmen en functie. 14.16. schakelaars en stopcontacten in de muren plaatsen. 14.17. opbouwschakelaars en –stopcontacten plaatsen. 14.18. elektrische kabels ontmantelen. 14.19. schakelaars en stopcontacten aansluiten door de geleiders aan de toestelklemmen te verbinden.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
14.20. 14.21. 14.22. 14.23. 14.24. 14.25.
22
toepassingen met signalisatie- en oriëntatielampjes, dimmers en dimmers voor led aansluiten volgens aansluitschema. het juiste type lampen in de verlichtingsarmaturen plaatsen. verlichting in residentiële gebouwen plaatsen en aansluiten. een meetprocedure kunnen toepassen (D). een fout analyse toepassen (D). correct gebruik maken van een multimeter.
ATTITUDES De leerlingen willen 14.26. onderhandelend ingesteld zijn (D). 14.27. innoverend ingesteld zijn. 14.28. uitvoeringsfouten ontdekken en mogelijke oplossingen aanreiken. CONTEXT
De elektrotechnisch monteur moet in wisselende situaties kunnen werken met bepaalde gereedschappen en materialen.
Hij verricht steeds weerkerende handelingen volgens opgelegde instructies en schema’s in wisselde situaties.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Leerlingen nooit laten testen/schakelen zonder bevoegd verklaarde leerkracht.
Vertrek steeds vanuit een probleemstelling.
Voor het CAD-tekenen kunnen eenvoudige gebruiksvriendelijke tekenpakketten gebruikt worden, met een volledige en correcte symbolenbibliotheek.
Bij het opstellen van situatieschema’s zijn ontwerpen van keukens en badkamers noodzakelijk.
In de werkplaats kan een mini-woning gebouwd worden met prefabwanden.
Geef aandacht aan de wandcontactdozen voor fornuizen, ovens, steamers … .
Leer de leerlingen gericht zoeken in catalogi, multimedia en internet.
Reële situaties uit meten.
Meetprocedure: controle van meettoestel op goede werking, controleer de continuïteit van de meetsnoeren, meet daar waar zeker spanning is en daarna de andere meetpunten, controleer als laatste stap opnieuw daar waar spanning is.
Metingen uitvoeren bij de verschillende wetten (labo) + verslag.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Dimmers voor led.
Betrek ook de hernieuwbare energie.
Eéndraadschema wordt gegeven.
DECR. Competentie 15. De leerlingen monteren en sluiten op zeer lage spanning aan (telefonie, informatica …) NR KENNIS De leerlingen kunnen 15.1. de logische poorten aanduiden en beschrijven. 15.2. de aansluiting van de logische stuurmodule aanduiden. 15.3. voorgeprogrammeerde modules toelichten. 15.4. intelligente relais toelichten. 15.5. het aansluiten van databekabeling toelichten. 15.6. de gebruikte gereedschappen: UTP-tang, coax-stripper, LAN meter, ….toelichten. 15.7. herlaadbare en niet herlaadbare cellen beschrijven. 15.8. wet van Faraday verklaren. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 15.9. stuurkabels en outlets voor telefonie, TV- en datadistributie monteren. 15.10. RJ11, RJ45 plaatsen en aansluiten. 15.11. ééndraad-, situatie- (grondplan), stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen (handmatig en/of met CAD-pakket). 15.12. technische bronnen (installatievoorschriften, technisch dossier …) raadplegen. (D) 15.13. telefoons, TV en aanverwante toestellen (belinstallatie, modem, parlofoon, videofoon, telefooncentrale,…) plaatsen en aansluiten.
23
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
15.14. de specifieke gereedschappen en testtoestellen gebruiken (D). componenten van domotica systemen in woningen en kantoorgebouwen zoals garagepoortopeners, zonnewering, rolluikbediening,… 15.15. plaatsen en aansluiten (D). 15.16. voorgeprogrammeerde modules plaatsen en aansluiten. 15.17. eenvoudige digitale schakeling uitvoeren met behulp van logische stuurmodule. ATTITUDES De leerlingen willen leergierig zijn. 15.18. CONTEXT
De leerlingen voeren opdrachten uit tijdens schoolactiviteiten of thuis.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Gebruik voorgeprogrammeerde kits zoals Came, Faac … .
Gebruik RF zender, hand- en wandzender, draadloze bedieningen (tempolec).
Stel toestellen van verschillende fabrikanten ter beschikking. leer de leerlingen de installatievoorschriften raadplegen.
Leer de leerlingen gericht zoeken in catalogi, multimedia en internet.
Laat de leerlingen hun eigen netwerkkabeltje maken en gebruiken.
Gebruik de logische stuurmodule als hulpmiddel om logische poorten in te oefenen.
DECR. Competentie 16. De leerlingen plaatsen, monteren en bedraden verdeelborden NR KENNIS De leerlingen kunnen 16.1. de soorten zekeringen, overbelasting, kortsluiting aanduiden. 16.2. joule effect verklaren. 16.3. de differentieelschakelaars aanduiden. 16.4. de verschillende soorten kWh-meters aanduiden. 16.5. de gebruikte schakeltoestellen: impulsrelais, trappenhuisautomaat, schakelklok, bewegingsmelder, … toelichten.
24
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
16.6. een meetprocedure en foutanalyse toelichten. 16.7. de bedoeling van afschermingen in verdeelkastenbeschermkap (vingerveiligheid) beschrijven. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 16.8. technische bronnen (ééndraadschema, situatieschema, technisch dossier …) raadplegen. 16.9. ééndraad-, situatie-, stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen (handmatig en/of met CAD-pakket). 16.10. een residentieel bord plaatsen volgens de instructies van de ontwerper. 16.11. de samengestelde delen van een verkregen ontwerp monteren. 16.12. een residentieel bord bedraden. 16.13. de voedingskabel invoeren en verbinden met de aansluitscheider. 16.14. een meterkast plaatsen. 16.15. de installatie uitvoeren conform de richtlijnen van de distributiebeheerder. 16.16. bordcomponenten volgens de bord lay-out van het verdeelbord bedraden. 16.17. schakelmateriaal en verbruikers plaatsen en aansluiten. 16.18. residentiële verdeelborden uitmeten (op kortsluiting, op continuïteit van de aarding, op functionaliteit,…). ATTITUDES De leerlingen willen 16.19. een veilig en goed werkend verdeelbord maken. 16.20. een verdeelbord systematisch uitmeten. 16.21. de procedure voor werkzaamheden onder spanning toepassen. CONTEXT
De leerlingen voeren opdrachten uit tijdens schoolactiviteiten of thuis.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Leer de leerlingen de bijsluiter van schakelcomponenten lezen en interpreteren.
Bord eerst spanningsloos uitmeten.
Je kan een kWh-meting demonstreren met een elektrische verwarming.
Soorten metingen: doormeting van kringen, isolatiemeting, weerstandsmeting, meting op kortsluiting, meting op functionaliteit.
Voorbeeld meterkast: 25s60-kast, frame voor de meetmodule (Kwh-meter), kabel correct doorvoeren, scheiderblok plaatsen,… .
25
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Volg de richtlijnen van de lokale distributienetbeheerder (bijv: energiekabel …).
DECR. Competentie 17. De leerlingen installeren en sluiten verlichtingsinstallaties aan NR KENNIS De leerlingen kunnen 17.1. soorten lampen: halogeenlampen, fluorescentielampen, ledverlichting, spaarlampen … aanduiden. 17.2. duurzame technologieën toelichten. 17.3. begrippen zoals magnetisme en elektromagnetisme verklaren. 17.4. de werking van transformatoren beschrijven. 17.5. gegevens en de beveiliging van transformatoren toelichten. VAARDIGHEDEN De leerlingen kunnen 17.6. leidingtracés uitzetten voor kabelgoten en kabels volgens de instructie. 17.7. verdelingen maken van het stroomnetwerk naar de verschillende lichtpunten. 17.8. ééndraad-,situatie-, stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen (handmatig en/of met CAD-pakket). 17.9. enkele toepassingen van elektromagnetisme (transfo, bel, deurslot, relais …) toelichten. 17.10. verlichtingsarmaturen plaatsen. 17.11. de verlichtingsarmaturen verbinden. 17.12. railsystemen plaatsen voor het bevestigen van verlichtingsarmaturen in plafonds, valse plafonds en muren (D). 17.13. indien nodig transformatoren plaatsen bij de lampen en aansluiten (transfokasten). 17.14. een starter en voorschakelapparatuur bij fluorescentielampen plaatsen en aansluiten (D). 17.15. het juiste type lampen in de armaturen plaatsen. 17.16. metingen toepassen op transformatoren (D). bescherming tegen opwarming van de isolatie van de geleiders toepassen. 17.17. ATTITUDES De leerlingen willen 17.18. een optimale verlichting realiseren vertrekkende van een verlichtingsstudie. 17.19. de juiste montagemethode hanteren. CONTEXT
26
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
De leerlingen voeren opdrachten uit tijdens schoolactiviteiten of thuis.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Sta voldoende stil bij duurzame verlichtingsconcepten.
Besteed voldoende aandacht aan het gebruikt van de juiste draaddoorsnede bij halogeenverlichting. beveiliging van gewikkelde transformatoren.
27
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
28
Algemene pedagogisch-didactische wenken DIFFERENTIATIE Er worden leerplandoelstellingen voorzien om aan differentiatie te doen zodat de leerkracht kan inspelen op de verschillende interesses, leerstatus en leerprofielen van de leerlingen. Deze differentiële leerplandoelstellingen worden cursief gedrukt en aangeduid met een D.
PROJECTMATIG WERKEN Een project bestaat uit onderstaande verschillende fasen: •
toelichten van de opdracht,
•
plan van aanpak,
•
uitvoeren volgens plan van aanpak,
•
tonen van het resultaat,
•
evaluatie.
Voorbeelden van projecten kan je terugvinden op de virtuele klas elektronica/elektriciteit.
HANDELINGSWERKWOORDEN Kennis Herkennen: het juiste gereedschap, materiaal,… kunnen nemen Aanduiden: juiste benaming kunnen geven (bijv. normalisatie en types) Toelichten: kennis die nodig is om het juist te gebruiken (bijv. gebruik van gereedschappen toelichten) aan de hand van (concrete) voorbeelden begrijpelijk maken Beschrijven: principiële werking geven, in woorden schetsen Omschrijven: theoretisch benadering/begrippen nauwkeurig de bijzonderheden van iets aangeven Verklaren:
formules verklaren (de formule ter beschikking krijgen en uitleggen) (blok)schema krijgen en uitleggen
Definiëren:
formules kunnen weergeven en uitleggen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
VAARDIGHEDEN De keuze verantwoorden: linken leggen met de theorie en berekeningen Lezen: schema kunnen volgen en toepassen Begrijpen: schema’s kunnen begrijpen om uiteindelijk geen schema meer nodig te hebben en uitbreiding aan toevoegen Interpreteren: werking verstaan, fouten zoeken, wijzigingen aanbrengen
LEERLIJNEN 2e graad 3e graad De leerlingen kunnen in teamverband werken. verbruikte materialen registreren materiaal in werkbox materiaal in een reële situatie informatie geven correcte doelgerichte rapportering mondeling ook schriftelijk De leerlingen kunnen werken met oog voor veiligheid, energie, kwaliteit en welzijn. toepassingen van het AREI enkel de gemaakte toepassingen in de 2de graad toepassingen van de 3de graad BA4/BA5 werkplaatsreglement juiste procedure De leerlingen kunnen werken op hoogte volgens de veiligheidsvoorschriften. ladders ook rolsteigers, stellingen theoretisch hoogtewerker De leerlingen kunnen gepaste machines en gereedschappen gebruiken. enkel de gebruikte machines en gereedschappen ook de gebruikte machines en gereedschappen in de 2de graad van de 3de graad opslaan, reinigen en de staat controleren ook herstellen meetprocedure: fout zoeken bij bij complexe oefeningen, motorschakelingen basisschakelingen De leerlingen organiseren de eigen taken in functie van een dagplanning. planning eigen werk plannen ook aanbevelingen doen Bestellingen plaatsen belangrijkste gegevens volgens oefening in volledige bestelbon werkbox technisch dossier oefening in werkbox reële situatie De leerlingen voeren voorbereidende werkzaamheden uit. benodigde gereedschappen, machines en materialen materialenlijst ook klemmenlijst, kabellijst, verbindingslijst De leerlingen zetten veilig leidingtracés uit volgens de instructies. enkel van de basisschakelingen ook van motorschakelingen,…
29
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
meeste gebruikte symbolen alle gebruikte symbolen residentieel en tertiair industrieel De leerlingen plaatsen het aardingssysteem en sluiten aan. residentieel ook industrieel en tertiair werfkast De leerlingen bevestigen en sluiten materiaal voor laagspanning aan. materialen aansluiten op laagspanning materialen aansluiten op mono- en driefasige spanning basisschakelingen residentieel, tertiair, industrieel schakelaars: residentieel industriële schakelaars stopcontacten: residentieel industrieel 230V ook 3-fasig soorten schema’s eenvoudig CAD pakket complexer CAD pakket De leerlingen monteren en sluiten op zeer lage spanning aan (telefonie, informatica …) voorgeprogrammeerde modules inbraakalarm, brandalarm, domotica basiskennis Logo grondige kennis Logo De leerlingen plaatsen, monteren en bedraden verdeelborden. soorten verdeelborden basisschakelingen residentieel, industrieel en tertiair De leerlingen installeren en sluiten verlichtingsinstallaties aan. residentieel tertiair en industrieel
30
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
31
Minimale materiële vereisten1 ALGEMEEN •
Vaste beamer + projectiescherm aanwezig in het vaklokaal
•
Centrale PC of laptop aangesloten op het internet + (laser)printer aanwezig in het vaklokaal
•
Werkbanken met bankschroef
•
Kleine trapladder
•
Om de leerplandoelstellingen geïntegreerd te realiseren is het noodzakelijk dat de lessen steeds gegeven worden in een daartoe aangepast vaklokaal
•
PC’s (voldoende aantal) met aangepast software (o.m. CAD programma)
•
Kopieën van bijgeleverde aansluitschema's
•
Geïnstalleerde werkboxen met spanningsvoorziening, voorzien van de benodigde beveiliging en best met een sleutelcontact, zodat de leerkracht de opstelling zelf kan bedienen
•
Set didactische componenten om de verschillende formules (wet van Ohm, vermogen, weerstand van geleiders, schakelen van weerstanden) te kunnen afleiden
•
Set didactische componenten om de eigenschappen van het magnetisme, het elektromagnetisme, de elektromagnetische krachtwerking en de elektromagnetische inductie aan te tonen
SPECIFIEK (per groep leerlingen)
Set geïsoleerde schroevendraaiers Set platte steeksleutels Set ringsleutels Set inbussleutels Set geïsoleerde tangen (combinatie, zijkniptang, striptang, bektang …) Ontmanteltang voor kabel Tang voor drukverbindingen Gereedschap voor het aansluiten en bewerken van data- en telefoniekabels Hamer Beitel Zaag Kabelmes
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex ARAB AREI Vlarem Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: De uitrusting en inrichting van lokalen; De aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: Duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; Alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; De collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
De persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Vijlen Rolmeter of vouwmeter Pasdarm, Smetkoord Waterpas (eventueel laserwaterpas) Lichte soldeerbouten. liefst op ZLVS (vb. 24 V) Hete luchtblazer voor krimpkous Elektrische schroevendraaier Boormachine Boorhamer Set boren Klokboor Universeel meettoestel KWh-meter Isolatie en aardingsmeter Plooiveer Trekveer Waterpas Aardingssystemen Verlichtingsarmaturen Communicatiesystemen Voorgeprogrammeerde modules Logische stuurmodules Elektrische veiligheidscomponenten Wandgootsystemen Bevestigingsmaterialen, fixeermateriaal, bouwstoffen PBM en CBM in functie van de risico- analyse Verbruiks- en installatiemateriaal afhankelijk van de uitgevoerde oefeningen
32
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
33
Evaluatie Doelstelling Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de doelstellingen en over het leerproces. De leraar gebruikt deze informatie bij toekomstige besluiten over het leerproces van de leerlingen en het onderwijsleerproces (bijv. de instructie en begeleiding van de leraar). Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk – een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat: • •
de school hierover haar visie ontwikkelt. de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
De leerling en zijn ouders vinden in de rapportering (score, commentaar, remediëring) bruikbare informatie over de doelmatigheid van de gevolgde studiemethode. Competentiegericht evalueren Competentiegericht evalueren houdt in dat de leraar de kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd beoordeelt. De leraar beoordeelt op welke manier competenties gebruikt worden bij het oplossen van authentieke of levensechte problemen op meerdere momenten tijdens het leerproces en via verschillende evaluatiemethoden. De leerling zelf is bij competentiegerichte evaluatie sterk betrokken en neemt onder begeleiding van de leraar ook een toenemende verantwoordelijkheid hierin. De complexiteit van de situatie en de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerling hierin hangen af van de competentie van de leerlingen. Er zijn verschillende soorten competentiegerichte evaluatievormen en -instrumenten: bijv. het portfolio, casusopdrachten, simulaties, authentieke opdrachten (bijv. op de werkplek), reflectiegesprekken of – verslagen, beoordelingsformulieren (a.d.h.v. gedrags- of prestatie-indicatoren scores geven, zie verder), zelf-, peer- of co-evaluatie. Het gaat niet zozeer om welke evaluatievorm de beste is, wel om afwisseling te brengen in de evaluatiepraktijk gezien de verscheidenheid aan leerlingen. Het kiezen van de juiste evaluatievorm hangt af van het doel van de evaluatie (bijv. de manier van aanpak toetsen, samenwerking beoordelen, het resultaat of product beoordelen…) en het moment waarop je evalueert (bijv. tijdens of na het leerproces). Feedback geven zorgt ervoor dat de evaluatiemethoden krachtige leerinstrumenten worden. Effectieve feedback beantwoordt volgende vragen: hoe doet de leerling het, wat is het doel van de leerling en wat nu? Bij het ontwerpen van competentiegerichte evaluatieopdrachten wordt vaak aan de opdracht een beoordelingsinstrument gekoppeld (= wat we beoordelen). Daarin staan gedragsindicatoren: er wordt beschreven welk gedrag de leerling moet laten zien of aan welke kwaliteitseisen de leerling in het proces of het product moet voldoen. Kwaliteitsvol evalueren De evaluatie zelf moet voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen, wil er aan de hand van de resultaten een zinvol oordeel over de competentieontwikkeling van een leerling geveld kunnen worden.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
-
-
34
Valide: meten wat je moet meten. Bij competentiegericht onderwijs betekent dit dat de leraar meet in hoeverre de leerling in staat is om problemen op te lossen door kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd in te zetten. Betrouwbaar: evaluatieresultaten worden niet beïnvloed door toevalligheden en storende factoren. Eerlijk. Generaliseerbaar naar andere taken. Cognitieve complexiteit: vraagt de taak om probleemoplossend vermogen, kritisch denken, begrip, metacognitieve processen …. Efficiëntie: een toets moet zoveel mogelijk informatie verschaffen tegen een zo laag mogelijke kost. Transparantie over de evaluatiecriteria. Authenticiteit van problemen/situaties. Impact op het leerproces en onderwijsproces.
Bronnen: BERBEN, M. & VAN TEESELING, M, Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs., CPS Onderwijsontwikkeling en advies, Amersfoort, 2014. CASTELIJNS, J., SEGERS, M. & STRUYVEN, K., Evalueren om te leren. Toetsen en beoordelen op school., Coutinho, Bussum, 2011. CLUITMANS, J.J. & DEKKERS, M.A.F., Aan de slag met competenties. Een kennisbasis over competentiegericht leren voor de onderwijsprofessional., OAB drs. M.A.F. Dekkers bv, Nuenen, 2009. COUBERGS, C., Struyven, K., Engels, N., COOLS, W. & DE MARTELAER, K., Binnenklasdifferentiatie. Leerkansen voor alle leerlingen., Acco, Leuven, 2013. COUBERGS, C. & STRUYVEN, K., Zomerdriedaagse. Verschillen als troef., Brussel, 1-3 juli 2014. DOCHY, F. & NICKMANS, G., Competentiegericht opleiden en toetsen. Theorie en praktijk van flexibel leren., Lemma BV, Utrecht, 2005. HARRE, K., SMEYERS, L. & VANHOOF, J., Evaluatiepraktijk op school. 10 pijlers voor een kwaliteitsvolle leerlingenevaluatie., Politeia nv, 2014. HATTIE, J., Leren zichtbaar maken., Abimo, 2013. KLATTER, E., Visiedocument evalueren, beoordelen en kwalificeren van competentieontwikkeling, Stichting Consortium Beroepsonderwijs, 2011. Steunpunt Diversiteit en Leren, Evalueren om te leren. Document geraadpleegd op 19/11/2014: http://www.diversiteitenleren.be/sites/default/files/Evalueren_om_te_leren_0.pdf
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties PV Praktijk elektriciteit en TV Elektriciteit (1e leerjaar: 22 lestijden/week, 2e leerjaar: 22 lestijden/week)
Bibliografie Een actuele bibliografie kan teruggevonden worden in de virtuele klas elektronica/elektriciteit.
35