LOB Routekaart voor havo / vwo p Van bewustwording naar verbetering
R
Voorwoord Eerder, in juli 2011 is de LOB Routekaart voor vmbo-scholen tot stand gekomen. Deze Routekaart biedt op concrete wijze inzicht in de manier waarop scholen uitvoering geven aan LOB en in nieuwe ideeën om LOB te versterken. De LOB Routekaart kan gebruikt worden als inspiratiebron voor andere scholen die een kwaliteits impuls aan LOB willen geven. De herkenbaarheid van het document vroeg voor havo/vwo-scholen om enige aanpassing. In de periode november 2011 – maart 2012 is in een veel kleiner traject in samen spraak met enkele havo/vwo -scholen een aangepaste versie tot stand gekomen: de LOB Routekaart voor havo en vwo.
LO
ement l p m i B
atiewi
De LOB Routekaart is geschreven voor de schoolleider, LOBcoördinator/ decaan en zijn team. Ieder heeft een eigen rol en verantwoordelijkheid voor het welslagen van LOB. Zo heeft een schoolleider een aantal essentiële taken bij het ontwikkelen van visie en beleid en het creëren van draagvlak. In deze publicatie vind je voorstellen voor interventies van de schoolleider, de LOBcoördinator/decaan en mentoren/vakdocenten. We hopen dat de opgedane ervaringen met de scholen van betekenis zullen zijn voor de LOB-reis die door andere scholen gemaakt is. We wensen je een prettige reis toe en een behouden aankomst op je bestemming. Project Stimulering LOB, maart 2012
e Vraag b
pa
ijzer
alen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave R 1 Inleiding R 2 Leeswijzer R 3 Voorbereiding op de reis R 6 Visie en beleid R 8
w erking Same n atie Organis ding b e g elei n e e i t a Orië nt
Do en uitvoer
Oriëntatie en begeleiding R 14 Organisatie R 20
C mo
Samenwerking R 26 Tot slot R 30
e former p e o r g Werk
n
B? met LO k j i l n e analys e e eig ool? taan w als sch e o t r a Waar s na illen we Waar w
D
Plan en Inricht b eleid visie e n Act Borg e n
Inleiding Loopbaanoriëntatie en -begeleiding heeft als doel om een geïnte greerd, dynamisch en continu leerproces te realiseren, zodat leerlingen zich gesteund weten in hun keuzeproces voor in eerste instantie een toekomstige vervolgopleiding, voor op een later moment een plek op de arbeidsmarkt en om als individu van betekenis te kunnen zijn voor de maatschappij. Het verwerven van loopbaancompetenties speelt hierin een cruciale rol. Het gaat hierbij vooral om het leren kiezen van leerlingen en het door gronden van die keuze. Leerlingen hebben daarbij zicht nodig op hun talenten, maar ook zicht op beroepen en (vervolg)opleidingen. Het versterken van LOB in de school blijkt, zowel voor de leerling als voor de school, een boeiende reis. In de LOB Routekaart kom je vragen tegen die je jezelf bij aanvang van het verbetertraject moet stellen: • Waar staan we eigenlijk met LOB? • Waar willen we naartoe als school? • Waar gaan we ons op richten? • Hoe doen we dat? • Wat voor kennis en vaardigheden hebben we daarvoor nodig? • Hoe nemen we iedereen mee?
2
R
‘Eerst even stilstaan voordat je van richting verandert en in galop gaat’
Leeswijzer Het formuleren van visie en beleid is geen eenvoudige zaak. Het is de pijler die aan de basis staat van de kwaliteitsslag op het totale LOBbeleid, maar ook weer aan de basis van de kwaliteitsslag op elke pijler afzonderlijk. Keer op keer gaat het om de vraag ‘Waar willen we naar toe?’ Het invullen van de LOB-scan op www.lob-vo.nl geeft inzicht in de huidige visie van de school en is daarmee een startpunt om te komen tot een –nieuwe- schoolvisie op LOB in het curriculum. Met het formuleren van de schoolvisie en beleid om LOB te versterken starten we de LOB Routekaart. Op www.lob-vo.nl vind je de uitgebreide inhoud van de vier pijlers en twaalf onderdelen van LOB. De vraag ‘Wat pakken we als eerste op?’ staat in het tweede deel van de LOB Routekaart centraal, waarin handreikingen staan om de overige drie pijlers van LOB te versterken. Deze LOB Routekaart is dan ook opgebouwd vanuit de gedachte dat de informatie die je vindt bij de pijler visie en beleid ook steeds gebruikt kan worden als aftrap voor het versterken van de drie overige pijlers van LOB. Dankzij de indeling in LOB-pijlers in dit boekje kun je snel bladeren naar de highlights die passen bij jouw reisbestemming.
Je vindt per pijler: • een toelichting op de pijler en de onderdelen van de pijler; • hoe je onderdelen van de pijler kunt versterken; • een praktijkvoorbeeld. De LOB Routekaart is een onderdeel van de Loopbaanbox. Deze box bevat allerlei handreikingen en hulpmiddelen om LOB binnen de school te versterken. Met behulp van 7 stappen wordt in kaart gebracht hoe een kwaliteitsslag op LOB vormgegeven wordt. Instrumenten die hierbij kunnen ondersteunen maken deel uit van deze box. Zie ook www.lob-vo.nl/lob-kwaliteits-traject . Naast de box zijn er ook praktijkverhalen van scholen uit het veld. Hierin staat beschreven hoe zij LOB vorm hebben gegeven, of een specifiek onderdeel van LOB inspirerend hebben ingericht. Dit zijn (vooralsnog) de volgende publicaties: • Ouders en school, praktijkverhalen, interviews en antwoorden • Praktijkverhalen havo-vwo, LOB • Praktijkverhalen vo-ho, LOB • Praktijkverhalen van vmbo naar havo, good practices
LOB Routekaart voor havo / vwo p Van bewustwording naar verbetering 3
In het vervolg van dit boekje zult je meer verwijzingen tegen komen naar publicaties uit de Loopbaanbox. De inhoud van de box is niet statisch en zal in de loop van de tijd vergroot en ververst worden. Je vindt deze informatie steeds op www.lob.vo.nl Inzichten in effectief LOB Om de zelfsturing van leerlingen op hun loopbaan te vergroten blijkt het van belang dat leerlingen hun loopbaancompetenties kunnen ontwikkelen. In havo/vwo-scholen is deze opdracht ingewikkelder dan op het vmbo, want het werk na de vervolgopleiding ligt verder van de leerlingen af. Als leerlingen ervaringen kunnen opdoen binnen en buiten de school en als ze gestimuleerd worden om te reflecteren op die ervaringen, dan zal de beoogde zelfsturing, ook bij havo/vwoleerlingen, toenemen. Om dit mogelijk te maken worden er eisen gesteld aan de leeromgeving. De leeromgeving moet zoveel mogelijk praktijkgericht zijn (denk aan stages, bedrijfsbezoeken), er moet sprake zijn van vraagsturing (bijvoorbeeld door keuzemogelijkheden aan te bieden) en er dient sprake te zijn van een dialoog met de leerling. Op deze wijze wordt de leerling meer geoefend in het maken van dit soort keuzes. Die oefening levert een steviger basis om de goede beslissingen te nemen in hun eigen loopbaan. We stimuleren hiermee goede, effectieve kwaliteitenreflectie en motievenreflectie. Werkexploratie, loopbaansturing en netwerken kunnen, wanneer deze reflectie goed is vormgegeven, op maat een plaats krijgen in de LOB op havo en vwo.
4
Voorbereiding op de reis Maar laten we beginnen met de vraag: Waar willen we naartoe als school? In dit hoofdstuk krijg je aangereikt hoe je je kunt voorbereiden op je eigen LOB-reis. Een gedegen implementatieplan is namelijk de ultieme routebeschrijving. Voor het maken van zo’n routebeschrijving is enige voorbereiding nodig. De ervaring van de scholen leert dat de volgende stappen kunnen worden onderscheiden om te komen tot zo’n implementatieplan.
1 De schoolleiding beslist dat een kwaliteitsslag op LOB wenselijk is
2 Het invullen van de LOB-scan
Je begint met de voorbereiding voor het digitaal invullen van de LOB-scan, door schoolleiding, decaan of LOB-coördinator en (een selectie van) mentoren. Je vraagt je af: Hoeveel kennis en ervaring heb ik en waar staat onze school op het gebied van LOB? Kijk hiervoor op de website www.lob-vo.nl bij ‘Mijn LOB-scan’. Om te achterhalen of je kennis op LOB voldoende is om de scan te maken ga je naar ‘Wat weet ik van LOB?’, om de scan daadwerkelijk in te vullen ga je naar ‘Start de scan’. Vragen die belangrijk zijn in dit traject zijn: Met welk doel vullen we de LOB-scan op onze school in? Gaan we het gebruiken voor zelf evaluatie, als gespreksinstrument, om te komen tot visieontwikkeling of tot een verbeterplan?
5
3 Het bepalen van een scangroep
Wie gaan de LOB-scan invullen (met andere woorden: wie vormen de scangroep?)? (Op www.lob-vo.nl lees je hoe je een scangroep kunt aanmaken). Vullen we de scan schoolbreed in of per schooltype?
4 Bespreken van de scanuitslag
De schoolleider of LOB-coördinator/decaan organiseert een bijeenkomst met de scangroep om de uitslag van de scan te bespreken. Door de verschillende scangroepleden te spreken ontstaat een helder beeld van de stand van zaken op school. Doel Doel is om tot een gezamenlijk standpunt te komen over de scanuitslag. Daartoe bespreken we de huidige en gewenste LOBsituatie. Voor een gezamenlijke analyse maakt de scangroep een korte beschrijving van de huidige LOB-situatie per pijler en per onderdeel van de pijler. Maak daarna een globaal beeld van de gedroomde LOB-situatie. Onderdeel van het maken van deze analyse kan het maken van een SWOT-analyse zijn per onderdeel van de scan. Ervaring leert dat scholen hun visie herijken na het invullen van de SWOT-analyse. Tenslotte geef je aan welke onderdelen je wilt versterken en waarom. Zo wordt je ambitieniveau duidelijk.
5 Inrichten van werkgroep(en)
De schoolleider richt één of meer werkgroepen in die een (deel van het) implementatieplan LOB opstellen. Het doel van het instellen van een werkgroep is om eigenaarschap te creëren door medewerkers zelf met de verbetermaatregelen te laten komen. De werkgroep bedenkt wat er allemaal nodig is om de gewenste verbetering te realiseren, weer op de verschillende onderdelen van de scanuitslag. Ervaring leert dat een schoolleider met ervaring in veranderingsprocessen, die bovendien zicht heeft op de lopende ontwikkelingen in de school, hierin succesvoller opereert dan iemand zonder deze ervaring. In het genoemde kwaliteitstraject van de Loopbaanbox wordt dit als stap 1 gezien: Inventariseren. Er zijn diverse hulpmiddelen in de box te vinden die helpen bij bovengenoemde stappen. Denk aan een format voor de SWOT analyse, een werkgroepfoto en het bespreken van de scanuitslag. Hoe je die gewenste verbeteringen vervolgens kunt realiseren lees je in de volgende hoofdstukken. Je kunt heel gericht kijken naar de pijler die je wilt versterken, maar je kunt ook bij het begin beginnen. Zo stippel je je eigen route uit.
LOB Routekaart voor havo / vwo p Van bewustwording naar verbetering 6
R
Visie en beleid Toelichting Deze pijler ondersteunt de vraag: waar willen we naartoe met LOB? Dat vraagt om een visie op LOB, een visie waardoor jij en je team geïnspireerd raken. Door te starten met LOB binnen je school werk je aan doorstroom en talentontwikkeling van je leerlingen. Dat vraagt om begeleiding van leerlingen naar een flexibele loopbaan gedurende het leven. Lees meer op www.lob-vo.nl!
1. Visie op én doel(en) van LOB Toelichting In je visie werk je de gewenste LOB-situatie uit in samenhang met het onderwijs dat je biedt en je neemt er concrete, meetbare doelen in op. LOB levert een belangrijke bijdrage aan doorstroom en talentontwikkeling van leerlingen. Om dat goed te doen is het belangrijk om verbindingen te maken op de visie op het onderwijs van de school als geheel en de plaats van LOB daarin. Vervolgens toets je daaraan de organisatie die nodig is om deze ambities waar te maken. Werkwijze Hoe kunnen we visie en doelen op LOB ontwikkelen? 1. Durf te dromen. 2. Betrek zoveel mogelijk betrokkenen vanuit verschillende geledingen, directie, afdelings-/teamleiders, decaan en mentoren, van de school om een gezamenlijke visie op LOB te ontwikkelen.
7
visie en beleid
3. Betrek de goede dingen die je al doet bij de visieontwikkeling. 4. Zorg dat je op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen van LOB voordat je je visie gaat (her)formuleren. 5. Betrek leerlingen en ouders bij het vormgeven van de visie, bijvoorbeeld door aan hen te vragen wat ze van de school verwachten. 6. Formuleer deze doelen vanuit de wenselijke situatie. 7. Leg LOB-doelen vast in het schoolplan, en doe dit SMART 8. Denk na over manieren om de visie binnen de school kenbaar te maken, bijvoorbeeld door de visie op te hangen in de school. 9. Agendeer de visie op LOB op gezette tijden tijdens bijeenkomsten binnen de verschillende geledingen. Praktijkvoorbeeld Het Zwijsen College in Veghel heeft een beleidsplan Studie- en Loopbaanoriëntatie en Begeleiding 2011-2014 (SLOB) opgesteld. In dit plan is sterk ingestoken op congruentie tussen de algemene visie en de visie op Studie- en Loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Het Zwijsen College ziet Studie- en Loopbaanoriëntatie en -begeleiding als een belangrijk instrument om leerlingen hun talenten, mogelijkheden en (toekomst)wensen te laten ontdekken en voor te bereiden op de toekomstige opleiding. Door leerlingen een gefundeerde, succesvolle studiekeuze te laten maken, vermindert SLOB de uitval van leerlingen. In de onderbouw is SLOB gericht op identiteitsontwikkeling, in de middenbouw op zelfconcept verheldering en in de bovenbouw op een gerichte oriëntatie op
opleiding en studie en op het beslissen over en voorbereiden op de vervolgstudie. Er worden drie belangrijke elementen onderscheiden: • Samenwerken aan de toekomst van SLOB door sterk in te zetten op een duidelijke structuur, interne en externe communicatie. • SLOB richten op brede ontwikkeling van en bewustwording bij leerlingen; • Versterken van peer support en de rol van de ouders. Ieder element is vervolgens uitgewerkt in een SMART geformuleerde actielijst.
2. Draagvlak en leiderschap Toelichting LOB gaat niet werken als het niet gedragen wordt door de leiding gevenden in de school. Schoolleiders hebben de taak om de mede werkers te motiveren, te activeren en te faciliteren om zo LOB te verbinden aan de schoolambities. Als schoolleider kun je een decaan/loopbaancoördinator aanstellen om de rol van projectleider of kartrekker te vervullen. Deze kan zorgen voor draagvlak bij de docenten, betrokkenheid van leerlingen en ouders en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het implementatieplan. Immers, hoe meer mentoren en docenten zich eigenaar voelen van LOB, hoe groter de kans van slagen is om van ‘Bewust naar Beter’ te gaan.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 8
Werkwijze Hoe kunnen we draagvlak en leiderschap bij ons op school versterken? 1. Toon als schoolleider en leidinggevende actieve en zichtbare betrokkenheid bij LOB-activiteiten. 2. Zorg dat leidinggevenden, mentoren en docenten het belang van goed LOB kunnen omschrijven en kunnen beschrijven hoe zij actief kunnen bijdragen aan de uitvoering. 3. Zet LOB in als speerpunt in schoolontwikkeling. 4 Formuleer samen welke taken en verantwoordelijkheden de medewerkers hebben in het kader van uitvoeren én verbeteren van LOB. 5. Laat docenten als ervaring reflecteren op de eigen loopbaan competenties om draagvlak en begrip te genereren voor het LOB-proces bij leerlingen. 6. Geef docenten, mentoren en leerlingen invloed bij de ontwik keling van visie, doelen, beleid en uitvoering van LOB. 7. Zorg als schoolleider voor de inbedding van de rol van decaan/ loopbaancoördinator als regisseur in het onderwijsbeleid en de schoolpraktijk 8. Werk aan bewustwording van wat LOB is door kennis ontwikkeling in te zetten (zie pijler Organisatie onderdeel ‘professionalisering’ in deze Routekaart en op www/lob-vo.nl).
9
9. Denk na over borging via de PDCA-cyclus, door opname van LOB in het curriculum en door opname in het Programma voor Toetsing en Afsluiting (PTA). Praktijkvoorbeeld Op veel havo/vwo-scholen realiseert men zich dat vooral decaan en afdelings-/teamleiders met LOB belast zijn. In de praktijk is veelal de decaan operationeel verantwoordelijk en delegeert de afdelings-/ teamleider de eindverantwoordelijkheid eveneens naar de decaan. Wanneer een de school in haar visie heeft staan dat de rol van mentoren in het kader van LOB versterkt zou moeten worden, moet er een omslag in het denken van de mentoren/docenten komen. Docenten en mentoren moeten het belang van het loopbaangesprek mét leerlingen gaan inzien. Voor mentoren betekent dit met name dat zij geschoold moeten worden in het voeren van loopbaan gesprekken met leerlingen. De schoolleiding houdt middels IPB (Integraal PersoneelsBeleid) de deskundigheid op het gebied van LOB op koers. Daarmee verandert de rol van decaan van eerstelijns naar tweedelijnsfunctionaris. Deze verandering kan niet anders dan met een zorgvuldig opgebouwd draagvlak plaatsvinden. Communicatie daarover met inachtneming van de bovenstaande checklist draagt daaraan bij.
Geef me een baan die bij me past en ik hoef nooit meer te werken, Confucius, 479 BC
De la Salle in Baarle-Nassau heeft onderwijsaanbod voor zowel vmbo als voor havo/vwo. De praktijkgerichte activiteiten die in eerste instantie onderdeel uitmaakten van het aanbod voor vmbo-t leer lingen, zoals jobshadowing, worden nu ook aangeboden voor havo/ vwo-leerlingen. Voor vmbo-leerlingen is de reflectie meer werk gerelateerd, voor havo/vwo-leerlingen is de reflectie vooral gericht op de profiel- en studiekeuze. Het ontwikkelde mentorprofiel is uitgewerkt voor vmbo en voor havo/vwo.In de uitvoering van het IPB-beleid is expliciet aandacht voor de rol van de mentor op basis van het profiel en de benodigde competenties die daarin zijn beschreven.
3. Beleid Toelichting Visie op en doel(en) van LOB geven richting aan de aard en koers van LOB op lange termijn. Het begint door de visie en doelen in een strategisch LOB-beleidsplan te schrijven. Zorg voor een meerjarenplanning en een vertaling naar middelen. Geef ook aan hoe je aan monitoring en evaluatie doet. In dit beleidsplan staat op welke manier LOB vorm krijgt. In het implementatieplan staat hoe de veranderingen stap voor stap ontwikkeld en ingevoerd worden.
Werkwijze Hoe kunnen we het beleid versterken? 1. Formuleer het beleid vanuit de huidige naar de gewenste situatie. Formuleer het beleid SMART en maak een meerjaren planning. 2. Bespreek met de mentoren/docententeams de consequenties van het beleid ten aanzien van hun eigen taken en verantwoordelijkheden. 3. Zet LOB op de agenda van de teambesprekingen en geef de docenten invloed bij het formuleren van beleid en/of bij de vormgeving LOB-activiteiten bijvoorbeeld in integrale opdrachten. 4. Formuleer het beleid ook in termen van concreet waarneembaar gedrag van mentoren en docenten. LOB dient herkenbaar bij hen zichtbaar te zijn voor leerlingen. 5. Ga met medewerkers in gesprek of het beleid duidelijk is en wordt uitgevoerd. 6. Evalueer en monitor het LOB-beleid, als onderdeel van de kwaliteitscyclus op school. (Plan, Do, Check, Act: PDCA) 7.Zorg voor een budget om het LOB-beleid vorm te geven. 7. Zorg voor afstemming, informeer en raadpleeg ouders en andere externe samenwerkingspartners en betrek hen bij de PDCAcyclus.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 10
visie en beleid
R
Zie in de Loopbaanbox ook de publicaties: ‘Aan de slag met vragen en voorbeelden, LOB monitoren, evalueren en borgen’ ‘Het zichtbaar maken van successen en cyclisch verbeteren’ voor meer informatie over evalueren en borgen.
een praktisch LOB-werkplan. In het LOB-werkplan neem je de activiteiten op die een bijdrage leveren aan de LOB-doelen. In dit werkplan wordt duidelijk wie precies wat doet, in welk leerjaar en met welk doel. Het LOB-werkplan voorziet ook in individueel maat werk voor de loopbaanroutes van verschillende leerlingen.
Praktijkvoorbeeld Vrije School het Bonnefanten College, sector Bernard Lievegoed (vmbo-t,havo/vwo) gaat het LOB-beleid vastleggen om beter sturing te kunnen geven aan de ontwikkeling van LOB. De directeur en de decaan gaan een eerste voorzet voor de visie op LOB en de vertaling naar beleid maken in het bestaande schoolbeleidsplan. Dat wordt besproken in de schoolleiding. Op basis van de input wordt dit plan aangepast en in de algemene personeelsvergadering besproken. Daar kunnen de medewerkers nog aanpassingen doen op het plan waarna het definitief wordt. Dit proces wordt vastgelegd, gevolgd en moet leiden tot een verankering in de school.
Werkwijze Hoe stellen we een LOB-werkplan op? 1. Breng alle bestaande activiteiten LOB in kaart, heroverweeg de activiteiten (worden de nieuw geformuleerde doelen bereikt?) en zorg voor een goede opbouw over de leerjaren heen. 2. Formuleer een SMART-werkplan. 3. Betrek alle betrokken medewerkers bij het opstellen van het plan. 4. Zoek met leidinggevenden naar mogelijkheden om regelmatig naar de voortgang te informeren en daarover te rapporteren. 5. Evalueer het werkplan regelmatig, ook met leerlingen en stel het, indien nodig, bij.
4. Een LOB-werkplan Toelichting De visie is ontwikkeld en er zijn doelen gesteld. Er is draagvlak, de schoolleiding en de LOB coördinator zijn actief aan de slag gegaan met LOB en er ligt een beleidsplan. Daarnaast staat in het implementatieplan welke veranderingen er ingevoerd moeten worden voor het nieuwe LOB-beleid. Je gaat dit nu concreet vertalen naar
11
Praktijkvoorbeeld Het Zwijsen College heeft in het beleidsplan vastgelegd waar de focus voor Studie- en Loopbaanoriëntatie en-begeleiding (SLOB) ligt in de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Op basis hiervan is per jaarlaag een programma SLOB ontwikkeld en opgenomen in een werkplan.
b e re i visie en beleid
den
n
ie
e ri
stud
eld
k
ke
g
li ng
In het werkplan komt ook te staan hoeveel uur elke docent minimaal moet besteden aan LOB binnen zijn lessen. Het werkplan is een overzichtelijk en werkbaar document, dat mentoren en docenten houvast geeft in hun rol als SLOB-coach.
en
g
de r bo uw
denbouw
Bovenbo
uw
On
li ng
Mid
ke
Bovenbouw
e n e n v o o r b e re i d
die
ri n
iding en stu
i t s o n t wi k
ve ncept r hel de
O p le
fco
s li s s
el
it e
t
Be
Z
I de n
Focus SLOB. Bron: Het Zwijsen College
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 12
R
Oriëntatie en begeleiding Toelichting Deze pijler gaat over de reis van de leerling. Op een school betekent dit bijvoorbeeld dat leerlingen zich kunnen oriënteren op de sector en het profiel, op het vakkenpakket, op de vervolgopleiding en tenslotte op mogelijke rollen in het toekomstige werk. Daarbij moeten leerlingen keuzes maken. In de begeleiding van de leerling is er aandacht voor het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties. Daarmee leren ze zelf sturing te geven aan hun loopbaan. Voor meer informatie zie in de Loopbaanbox de publicaties: ‘Ontwikkelingsinstrument voor een loopbaangericht begeleidingsgesprek’ ‘Samenvatting van de vijf loopbaancompetenties’ Lees meer op www.lob-vo.nl/oriëntatie-en-begeleiding
5. De inhoud van LOB Toelichting Wanneer de LOB-activiteiten in de school samenhangen met elkaar en wanneer leerlingen de gelegenheid krijgen om, met hun docenten en mentor, te reflecteren op die activiteiten, ontwikkelen zij hun loopbaancompetenties.
13
Praktijkvoorbeeld Het Ashram College kiest voor een heldere mentoraatsopdracht: de mentor is de eerst verantwoordelijke voor de begeleiding van drie ontwikkelingsgebieden van de leerling: het persoonlijke ontwik kelingsproces, het leerproces en het keuzeproces. Die gaan hand in hand, de mentor ziet erop toe dat ze alle drie aan elkaar gebonden zijn, waarbij het persoonlijke ontwikkelproces in rangorde bovenaan staat. Mentoren zijn intern geschoold en hebben een heldere taak beschrijving en terugkoppeling op hoe zij die taken volbrengen. De decaan stuurt hen op afstand aan. Mentoren zijn getraind in gespreksvaardigheid individueel en in groepsdynamische processen. Leerlingen leren ook mét en ván elkaar. De mentor richt aandacht op elke leerling en niet exclusief op probleemleerlingen. Het mentorenteam komt 1x per week bij elkaar, ondersteunt LOB onder aansturing van afdelingsleider en/of decaan. Een systematisch portfolio is in ontwikkeling. Wel is er al een systematische gespreks cyclus vastgelegd tussen mentoren en leerlingen van onder- tot met bovenbouw.
6. De vorm van LOB in het curriculum Toelichting Op welke manier krijgt LOB vorm in het curriculum van de school? De visie op onderwijs en op LOB geven richting aan het antwoord op deze vraag (zie pijler ‘Visie en beleid’). Docenten besteden in
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 14
oriËntatie en begeleiding
Werkwijze Hoe kunnen we de inhoud van LOB versterken? 1. Versterk onder de uitvoerders het gevoel van ‘eigenaarschap’ door hen te betrekken bij het samenstellen van het LOBprogramma. Dat kan door een werkgroep te vormen die het LOB programma uitwerkt. 2. Onderzoek welke activiteiten die in de school al plaatsvinden, aan de doelstellingen voor LOB verbonden kunnen worden. 3. Zorg voor een structuur waarin de verbinding, tussen die activiteiten en de loopbaanontwikkeling voor leerlingen zichtbaar is. 4. Bevraag (oud-) leerlingen over LOB. Wat is hun behoefte, en wat hadden zij meer of anders willen hebben? 5. Zorg dat een meerjarige gesprekscyclus met leerlingen onderdeel uitmaakt van het werkplan. 6. Bepaal wie wanneer welke gesprekken voert in deze cyclus (zie onderdeel ‘Rollen en taken’) 7. Professionaliseer deze mensen in gespreksvaardigheden voor de loopbaandialoog. Praat mét de leerling en niet over en tegen de leerling. 8. Zorg voor een systeem om de ontwikkeling van de leerling beter te kunnen volgen, bijvoorbeeld een digitaal portfolio.
wisselende mate, aandacht aan de relatie van het vak met beroepen en opleidingen. Daarnaast zijn er aan studie- of werkgerelateerde programma’s zoals: maatschappelijke stage, praktische profieloriëntatie, buitenschools leren, profielwerkstuk, etc. In samenwerking met externe partijen bieden scholen aansluitings activiteiten die zich richten op verwerven van inzicht in vaardigheden die nodig zijn in het vervolg-/hoger onderwijs of werk. Er zijn verschillende manieren om LOB te organiseren in het curriculum. Voor meer informatie zie in de Loopbaanbox ook de publicaties: ‘Praktijkverhalen LOB’, ‘Praktijkverhalen havo-vwo, LOB en ‘Praktijkverhalen vo-ho, LOB’. Werkwijze Hoe kunnen we de vorm van LOB in ons curriculum versterken? Zorg ervoor dat LOB in een doorlopende leerlijn wordt vormgegeven van de brugklas tot aan het eindexamen. Belangrijk in de havo is daarbij, dat de leerling de mogelijkheid heeft zich meer op de wereld van arbeid te oriënteren, door in bijvoorbeeld ‘workshadowing’ mee te lopen en op die ervaringen te reflecteren. Het bedrijfsleven is daarbij een relevante doelgroep. Voor het vwo is de koppeling aan wereld van arbeid minder direct, toch geldt ook voor vwo-leerlingen dat ervaringen met werkenden op academisch niveau inspirerend en betekenisvol zijn voor leerlingen. Vormen van directe interactie zijn ook voor hen te organiseren, zowel binnen bedrijven als bij universiteiten.
15
Praktijkvoorbeeld Havo 3 leerlingen van het Gerrit Rietveld College organiseren zelf de ouderavond waarin zij alle kennis over profielen en doorstroom naar het hoger onderwijs aan hun ouders toelichten. Vanaf de onderbouw zijn mentoren betrokken bij de opbouw van een digitaal portfolio op “keuzeweb”. Alle LOB-activiteiten die leer lingen verplicht uitvoeren hebben een vorm van verslag waarover mentoren met hen in gesprek gaan. De decaan voert een afrondend gesprek. In het Ashram college maken alle derde klas leerlingen een profiel keuzewerkstuk. Dat is een uitgebreide beschrijving van hun oriëntatieproces, hun afwegingen en motivering voor hun uiteinde lijke keuze. Dit werkstuk is altijd het centrum van een gesprek tussen de leerling, de mentor en de ouders. In een andere school maken leerlingen in de derde klas voor ditzelfde doel een videofilmpje, dat ook bij hen uitgangspunt is voor het gesprek met de ouders, mentor én medeleerlingen. Metameer Stevensbeek zet de komende jaren sterk in op een goede voorbereiding van Havo-leerlingen op het HBO. De school is één van de 30 scholen die zijn aangesloten bij ‘Havisten Competent (HaCo)’. Dit is een samenwerkingsverband tussen meerdere Havo-scholen die een lespakket en methoden ontwikkeld hebben die ervoor zorgen dat havisten gestimuleerd worden competenties te ontwikkelen die de overgang naar het HBO vergemakkelijken. HaCo werkt met vijf
7. Krachtige leeromgeving Toelichting Om het keuzeproces van leerlingen te faciliteren is het van belang een LOB-leeromgeving te creëren die leerlingen optimaal de kans biedt hun loopbaancompetenties te ontwikkelen. Zo leren zij sturing te geven aan hun loopbaan. Dit vraagt om het passend aan laten sluiten van je LOB-activiteiten aan de LOB-begeleiding. Het gaat om een LOB-gerichte leeromgeving die: • activerend is en gericht op integratie van leerinhouden. • de leerling in dialoog brengt met zijn begeleider. • aanbod biedt dat aansluit bij de leerbehoefte van de leerling. • praktijkgericht is, functioneel en levensecht. • de leerling aanzet tot reflectie en het maken van keuzes: wat past bij mij?
Zo’n LOB-gerichte leeromgeving kan binnen- en buitenschools gerealiseerd worden. De korte omschrijving voor een LOB-gerichte leeromgeving is: er valt wat te beleven voor de leerling. Werkwijze Hoe kunnen we onze leeromgeving versterken? 1. Creëer betekenisvolle activiteiten buiten school. 2. Maak opdrachten samen met het bedrijfsleven. 3. Maak gebruik van de directe omgeving van de school door bijvoorbeeld rolmodellen te interviewen over beroepstrots en beroepsdilemma’s. 4. Zorg voor de verbinding van leerlijnen met behulp van integrale leeropdrachten. 5. Organiseer projecten met het hbo / universiteit. 6. Laat leerlingen het profielwerkstuk maken in samenwerking met hbo-studenten. 7. Laat leerlingen gedurende een bepaalde periode meelopen en ervaring opdoen op het hbo. 8. Zorg ervoor dat leerlingen keuzes kunnen maken in het onderwijs . 9. Zorg voor een inspirerende aankleding van de school, zodat leerlingen voorbeelden kunnen zien van de wereld van arbeid en beroep, over leren, leven en de toekomst. 10. Nodig rolmodellen en gastsprekers uit om lessen te laten verzorgen.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 16
oriËntatie en begeleiding
methoden die bijdragen aan de krachtige leeromgeving waarin LOB goed in te passen is. Betekenisvolle leeractiviteiten, snuffelstages, werken met competentieprofielen die aansluiten bij het HBO zijn voorbeelden hoe binnen deze scholen gewerkt wordt. Zie voor meer informatie www.havistencompetent.nl. De uitdaging is om leerlingen te laten reflecteren op hun kwaliteiten en motieven. Op deze wijze wordt er een verbinding gelegd met LOB.
11. Gebruik de ervaring uit de maatschappelijke stage ook voor de reflectie binnen LOB. 12. Denk na over een goede inzet van reflectieve werkvormen. Praktijkvoorbeeld Havo /vwo scholen kunnen ervaringen in de maatschappelijke stage een plaats geven in hun LOB. Hoewel de stage geen expliciet LOBdoel heeft, doen leerlingen wel ervaringen op die hen kunnen laten nadenken over zichzelf, hun kwaliteiten en hun motieven. . Het Ashram College kent al vanaf ver voor de verplichte invoering van de maatschappelijke stage profilerings-uren in klas 3 en 4, waarin leerlingen 72 uur (!) dienstverlenend actief zijn. De ‘werkervaring’ van leerlingen wordt betrokken in de reflectie op het persoonlijk ontwikkelproces van de leerling, en is daarmee een onderdeel van LOB. Daarna gaan alle leerlingen in de examenklassen op een 40 uurswerkstage in een door hen zelfgevonden bedrijf of instelling. Leerlingen maken een uitvoerig logboek met een daaraan gekoppeld verslag. Op termijn zal de deze stage worden afgerond met een presentatie aan medeleerlingen, ouders en het docentteam van de betreffende jaarlaag.
17
Metameer Stevensbeek heeft een tweetalige havo/vwo met een internationale stage als onderdeel van het onderwijsprogramma. Deze stage is onderwerp van gesprek met de mentor, zowel vooraf als achteraf. Met name door expliciet te reflecteren met leerlingen en door de presentatie is deze internationale stage ingebed in het LOBprogramma.
R
Organisatie Toelichting LOB betekenisvol invoeren binnen de schoolorganisatie vraagt om een goede organisatie. Een helder adviseringstraject voor de leerling, een duidelijke rolverdeling en een professionaliseringsplan voor de medewerkers zijn essentiële randvoorwaarden om de loopbaanreis van de leerling goed te begeleiden. In de loopbaanbox is in de publicatie ‘LOB en Professionaliseren in verschillende vormen en maten’ onderscheid gemaakt tussen drie schoolmodellen op basis waarvan een ontwikkelperspectief voor een school geschetst kan worden. De LOB-scan biedt een beeld van waar de school staat. De ruimte die een school heeft om zich door te ontwikkelen is sterk afhankelijk van het model waarin de school werkt. Er zijn ruwweg drie school modellen van elkaar te onderscheiden. Elk model geeft een ander ontwikkelperspectief, waarin een school zich met LOB kan begeven. Globaal gesproken staat: • model 1 voor de vakkenschool, waar de decaan gelijkstaat aan LOB en overige actoren geen rol van betekenis spelen. • model 2 voor de activerende school, waar de decaan en de mentoren de uitvoerders van LOB zijn; • model 3 voor de flexibele school, waar docenten en mentoren de voornaamste uitvoerders van LOB zijn met een faciliterende rol van de decaan.
18
in de school gebruiken daar verschillende instrumenten en gegevens voor. In de meeste gevallen is er open overleg tussen de leerling en zijn ouders/verzorgers en de mentor/begeleider over het advies. De uitdaging is om bij de loopbaanbesluitvorming een goede balans te vinden tussen de input van de leerling zelf en de input van de school.
Het vraagt om met wat afstand naar de school te kijken en zo door bestudering, vergelijking van eigen en andere LOB-praktijken en discussie, de situatie helder te krijgen. Het ontwikkelstadium waarin de school zich bevindt, is namelijk het uitgangspunt voor het professionaliseringstraject dat in die situatie het best wordt uitgezet. Er ontstaat spanning als vernieuwingen gewenst zijn, die te ver afstaan van het ontwikkelstadium waarin de school verkeert. Elk model kent namelijk een eigen kracht en waarde. En elk model vult de LOB-visie, doelen, werkwijze, organisatie, rollen en taken van de medewerkers en de benodigde competenties verschillend in.
Werkwijze Hoe kunnen we onze advisering en loopbaanbesluitvorming versterken? 1. Betrek de LOB-gegevens in de advisering. 2. Investeer in het in beeld brengen van talenten van leerlingen: wat kunnen ze, wat kunnen ze goed en waar zijn ze trots op? Weeg dit ook mee, naast de cijfers die de leerling heeft behaald. 3. Betrek ouders bij het keuzeproces (zie ook onderdeel ’ouders en verzorgers’). 4. Behandel de leerlingen niet gelijk. Leerlingen zijn immers verschillend in hun wensen en mogelijkheden. Dat vraagt per leerling andere oplossingen en loopbaanroutes. 5. Voer loopbaangesprekken met leerlingen en betrek daar ook de ouders bij.
Lees meer op www.lob-vo.nl/organisatie. en http://www.lob-vo.nl/ sites/default/files/LOB_en_Professionaliseren_1.pdf
8. Advisering en loopbaanbesluitvorming Toelichting In het LOB-traject staan de voorkeuren en mogelijkheden van de leerling centraal. Doel is om elke leerling een advies te bieden dat aansluit bij de individuele behoeften van de leerling. De medewerkers
Praktijkvoorbeeld Op het Helen Parkhurst College formuleren alle leerlingen in leerjaar 3 een uitgeschreven ‘advies aan zichzelf’. Ouders, mentor en leerling gaan met elkaar in gesprek over de kwaliteit van het advies.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 19
organisatie
Of model 1, 2 of 3 van toepassing is, is een kwestie van goed kijken en luisteren naar hoe er door de leidinggevenden en collega’s over de leerlingen en het onderwijs wordt gedacht en naar de manier waarop de school is georganiseerd. De beschreven modellen helpen om de betekenis van de schoolscores op de LOB-scan te interpreteren.
De docentenvergadering neemt vervolgens een besluit, gehoord de inbreng van de mentor. In bepaalde gevallen kan de ouder bezwaar aantekenen tegen de beslissing en de leerling voor dragen om op ‘eigen risico’ toch te starten met een leerweg die eerder door het docentteam werd verhinderd. Op zowel het Gerrit Rietveld College als het Ashram College geven vakdocenten in de 3e klas determinatie-adviezen. Deze gaan schriftelijk naar de ouders waarna de ouders en leerlingen in de gelegenheid zijn vragen stellen aan de mentor en de vakdocent. Ouders worden intensief bevraagd op de wens van de te volgen leerroute. De beslissing over de te volgen leerweg, vmbo, havo of vwo neemt de docentenvergadering, gehoord de inbreng van leerlingen en ouders. Profiel- en pakketkeuze zijn in principe voorbehouden aan de leerling, tenzij de overgang daardoor niet mogelijk is.
9. Rollen en taken in de school Toelichting Bij ‘organisatie’ hoort ook de vraag wie, welke rol binnen LOB heeft en welke taken daar onder vallen. Van oudsher is de decaan de expert op het gebied van vervolgopleidingen en beroepsmogelijkheden. Maar er zijn goede argumenten om het eigenaarschap van LOB te verdelen tussen decaan, mentor en vakdocent (zie pijler ‘Visie en beleid’, onderdeel ‘Draagvlak en
20
leiderschap’). De reden is dat de leerlingen de mentor aanwijzen als eerste gesprekspartner: ‘die kent jou het beste’. De docent is vakinhoudelijk goed op de hoogte en kan vanuit die expertise realistische beroepsbeelden, vaktoepassingen overbrengen en wijzen op mogelijke vervolgstudies. De docent komt nadrukkelijker in beeld als een school werk maakt van verbindingen tussen de vakinhoud en wat in de buitenwereld van school met die vakinhoud gebeurt. De rol van de decaan is van groot belang, om zowel leerlingen, ouders/verzorgers als collega’s te ondersteunen bij ieders eigen opdracht en hun rol. De verschillende taken en rollen moeten helder beschreven en afgebakend zijn. Een goed samenspel tussen alle betrokkenen is hierbij essentieel. Als de rollen en taken helder op papier staan, weten de uitvoerders waar zij zich aan te houden hebben. Goed leiderschap onderkent dat en complimenteert of stuurt tijdig bij. Dat gebeurt zowel in het dagelijks leiding geven als ook op de geëigende momenten waarop er functioneringsgesprekken plaatsvinden. Schoolleiders hebben daarmee een zelfstandige, niet te delegeren verantwoordelijkheid in het kader van LOB.
R
Informatie over rollen en taken staan uitgebreid beschreven in de brochure ‘LOB en professionaliseren’ uit de Loopbaanbox. Zie ook www.lob-vo.nl
Praktijkvoorbeeld Een volledig tweedelijns decanaat vraagt om heldere beschrijvingen van taken en rollen. Wanneer de beschrijvingen helder zijn, is de volgende succesfactor: consequent ernaar handelen. De decaan van het Ashram College voert daarin een duidelijke strategie om niet in de valkuil te trappen en ‘toch maar even helpen’. Wanneer de decaan in het LOB-traject van de leerling betrokken wordt, dan is dat altijd een uitzondering, die gemarkeerd wordt door dan ook direct de ouders in het gesprek te betrekken. In alle andere gevallen is het de directe taak van de decaan om de mentoren te voorzien van kennis en materiaal om hun LOB-rol te versterken.
10. Professionalisering Toelichting Organisatie en professionalisering zijn sterk verbonden. Een geactualiseerde visie op LOB, doelen en beleid vraagt van de schoolleiding om dat ‘ tussen de oren te laten landen’ bij elke medewerker op school. De vraag “wat we doen en waarom”, moet ook een medewerker in de school kunnen beantwoorden die niet direct bij de uitvoering betrokken is. In de verschillende school modellen is de mate waarin meer medewerkers betrokken worden sterk verschillend.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 21
organisatie
Werkwijze Hoe kunnen we de verdeling in rollen en taken in de school versterken? 1. Toon als schoolleiding eindverantwoordelijkheid voor LOB. 2. Betrek als schoolleiding alle personeelsleden bij het proces en committeer hen aan LOB. Ook ieder personeelslid die niet direct betrokken is weet ‘wat we als school willen bereiken met LOB’. 3. Beschrijf als schoolleiding de afzonderlijke en complementaire rollen in LOB. 4. Expliciteer de rol van de decaan in het geheel. 5. Zorg ervoor dat het voor leerlingen helder is wie ze kunnen aanspreken. 6. Schep, indien van toepassing, duidelijkheid over het verschil tussen vakgebonden en vakoverstijgende loopbaanbegeleiding. 7. Regel de afstemming tussen eerstelijns-LOB en tweedelijnsLOB. 8. Maak een procedure voor het verwijzen van een leerling van het eerste aanspreekpunt naar een tweedelijner. 9. Maak een procedure voor verwijzen van een leerling naar de derde lijn, via LOB-coördinator/decaan. 10. Zorg ervoor dat nieuwe collega’s soepel ingewerkt kunnen worden op het terrein van LOB.
Méér mensen in de school inschakelen in verschillende rollen betekent bovendien dat het niet kan blijven bij louter informeren. Als de rollen en taken helder op papier staan, kan de leiding de uitvoerders daar aan houden. Dat gebeurt zowel in het dagelijks leiding geven als ook op de geëigende momenten waarop er functioneringsgesprekken plaatsvinden. Het ontwikkelen en bijhouden van de benodigde professionaliteit met kennis, vaardig heden en houding voor elk van de LOB-uitvoerders kan op zeer verschillende manieren worden ingevuld en vraagt om borging. Werkwijze Hoe kunnen we de professionalisering versterken in de school? 1. Koppel de professionaliseringsactiviteit aan de visie op en doelen van LOB. 2. Start met het scholen van personeelsleden over LOB: wat is het en wat betekent het voor de school en de les? 3. Professionaliseer mensen in het voeren van loopbaangerichte reflectiegesprekken. 4. Denk na over de vorm van professionalisering. Wat past bij de doelen die je ambieert? Wees daarbij creatief: denk niet enkel aan een cursus, maar bijvoorbeeld ook aan het bezoeken van en uitwisselen met andere scholen, deelname aan lerende net werken, uitwisseling van docenten met vervolgonderwijs en het bedrijfsleven (docentenstages). 5. Ga als leidinggevende met docenten in gesprek over hun competenties in relatie tot LOB en nodig hen uit tot reflectie.
22
6. Begeleid als leidinggevende de docenten actief in het professionaliseringstraject door hen leerdoelen te laten formuleren en achteraf na te gaan hoe het geleerde kan worden geïmplementeerd (o.a. in gesprekscyclus). 7. Evalueer wat de professionaliseringsactiviteiten hebben opgeleverd in de zin van: adequate begeleiding van de leerling, meer zelfbewust het reflectiegesprek aangaan, beter luisteren naar de leerling etc. Praktijkvoorbeeld Het Ashram College hecht veel belang aan interne scholing en vooral coaching van mentoren. Intern vinden er regelmatig intervisie trajecten plaats: van motivatie tot begeleiding, niet altijd door de schoolleiding gestructureerd, maar wel effectief. Teams kiezen zelf het onderwerp, spontaan en in grotere en kleinere eenheden; Deze korte lijnen blijken effectief te zijn. Daarbij is er aandacht voor individuele behoeften van mentoren die worden vastgesteld in de IPB cyclus. Het gevolg daarvan is dat mentoren extra geschoold worden op maatwerk trajecten bijvoorbeeld in cursus loopbaangesprekstraining. Structureel is een jaarcyclus voor alle medewerkers van enige studiemiddagen. Hierin kunnen allerlei zaken aan de orde komen zoals de visie van de school, maar ook begeleidingszaken, waar LOB een onderdeel van kan zijn.
R
Sommige mensen bereiken de hoogste sport van de carrièreladder en ontdekken dan pas dat deze tegen de verkeerde muur staat!
In het najaar van 2012 zal een overzicht verschijnen van aanbod op professionalisering i.h.k.v. LOB, passend bij de visie zoals verwoord in de LOB-scan en de drie organisatiemodellen.
organisatie
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 23
R
Samenwerking Toelichting LOB heeft uiteindelijk zijn waarde als de leerling zijn schoolloopbaan voort kan zetten in een passende vervolgopleiding. Samenwerking met het vervolgonderwijs en met maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven in de regio levert een krachtige bijdrage aan het keuzeproces van leerlingen. Samenwerken met ouders en verzorgers is daarnaast van belang. Zij zijn immers, naast leeftijdsgenoten, belangrijke vertrouwenspersonen van hun kind op zijn/haar loopbaanreis. Lees meer op www.lob-vo.nl
11. Ouders en verzorgers Toelichting Ouders en verzorgers zijn een belangrijke gesprekspartner voor de leerling en daarmee ook voor de school. Samen optrekken is daarin belangrijk, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Werkwijze Hoe kunnen we de samenwerking met ouders/verzorgers versterken? 1. Zorg voor een goede relatie met ouders door ze te betrekken bij activiteiten in de school. 2. Breng het onderwerp LOB onder de aandacht van ouders, door er bijvoorbeeld aandacht aan te besteden tijdens ouderavonden. 3. Maak ouders bewust van het belang van het voeren van loop baangerichte gesprekken. Geef ze daarbij ook handvatten om die te kunnen voeren.
24
4. Laat ouders/verzorgers actief deelnemen aan LOB-activiteiten door ze bijvoorbeeld te betrekken bij het zoeken van adressen waar leerlingen stages kunnen uitvoeren of door ze te betrekken als stagebegeleider of coach. 5. Laat leerlingen de resultaten van LOB-activiteiten presenteren tijdens een ouderavond. 6. Richt de uitnodiging voor de ouderavond in vanuit een ander perspectief : de leerling wordt uitgenodigd en neemt zijn/haar ouders mee. 7. Nodig ouders/verzorgers als rolmodel uit op school, om te vertellen over hun loopbaan en beroep. Zorg voor een goede afspiegeling van de op de doelgroep afgestemde arbeidsmarkt.
Het inzetten van ouders als rolmodel bleek bij het Zwijsen College niet zo goed te werken. Ouders waren geneigd vooral te praten over hetgeen ze in hun werk tegenkwamen, terwijl de leerlingen vooral behoefte leken te hebben aan de weg die de beroepsbeoefenaars daarvoor hadden afgelegd. Welke opleiding hebben de betrokkenen gevolgd en wat kunnen ze daarover vertellen? Voor veel ouders was dat inmiddels te lang geleden. Reden voor het Zwijsen College om niet langer ouders als rolmodel in te zetten maar jongere beroeps beoefenaars die hun opleiding net hebben afgerond of studenten die nog bezig zijn met hun HBO- of WO-opleiding.
Voor meer informatie zie in de Loopbaanbox de volgende publicaties: Ouders en school, praktijkverhalen, interviews en antwoorden Hulpkaart ‘Ouderbetrokkenheid bij LOB’ Hulpkaart ‘Ouderbetrokkenheid bij LOB; praktisch aan de slag’ (tips en adviezen)
Toelichting Externe partijen als vervolgopleidingen en het bedrijfsleven kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van het keuzeproces dat leerlingen doorlopen. In alle gevallen kan de school de samenwerking bekrachtigen met een formele samenwerkingsovereenkomst. Samenwerking met externe partijen realiseren, vraagt om een goed geplande aanpak. Overweeg steeds welke acties kunnen passen bij de context waarbinnen jouw school staat: stad of platteland, opleidingsniveau, regio. Kies die activiteiten die passen bij de leerlingen en ouders van jouw school. Voor meer informatie zie in de Loopbaanbox ook de publicatie ‘Praktijkverhalen vo-ho, LOB’.
LOB Routekaart p Van bewustwording naar verbetering 25
Samenwerking
Praktijkvoorbeeld Het Zwijsen College in Veghel wil ouders bewust maken van het belang van LOB en de rol die zij zelf kunnen vervullen. Er wordt een speciale informatie-avond georganiseerd waarin het onderwerp wordt toegelicht en waarin ouders met betrokkenen vanuit de school, met experts en met betrokkenen uit hbo en universiteiten in gesprek kunnen gaan.
12. Externe partijen
Werkwijze Hoe kunnen we de samenwerking met externe partijen versterken? 1. Zoek contact met het regionale bedrijfsleven door lid te worden van bedrijvennetwerken in de buurt. Maak ook gebruik van het netwerk dat ouders en leerkrachten hebben. Stel indien mogelijk formele samenwerkingsovereenkomsten op. 2. Maak iemand binnen de school verantwoordelijk voor de contacten naar buiten. 3. Organiseer regionale bijeenkomsten met het bedrijfsleven en betrek daar eventueel leerlingen bij. 4. Zorg voor een goede relatie met het hbo en het wo en maak dat leerlingen ervaringen kunnen opdoen bij het mbo. 5. Creëer een netwerk van beroepsbeoefenaars en zet dat in ten behoeve van LOB-activiteiten. 6. Organiseer en onderhoud een netwerk van ‘vrienden van de school’ ex-leerlingen (gebruik social media zoals LinkedIn of Facebook).
26
Praktijkvoorbeeld Metameer in Stevensbeek participeert in het platform Hoger Onderwijs Gelderland. In dit platform zijn scholen voor vo, hbo en universiteiten vertegenwoordigd. In dit platform worden verschillende initiatieven ontplooid. Een voorbeeld is dat het voor vwo-leerlingen bovenbouw mogelijk is om zogenaamde talentlessen te volgen op de Radboud Universiteit Nijmegen. Elke faculteit heeft in dit verband een aanbod en leerlingen worden in de gelegenheid gesteld tentamens af te leggen. De behaalde studiepunten blijven staan voor het geval dat de leerlingen de betreffende wetenschappelijke opleiding ook echt gaan volgen. Leerlingen zelf, docenten, mentor en decaan kunnen het initiatief nemen om in aanmerking te komen voor het volgen van deze talentlessen aan de universiteit. In de praktijk blijkt dat deze talentlessen het opleidingsbeeld versterken en dat ze kunnen bijdragen aan het vergroten van de motivatie van leerlingen.
Tot slot In de vorige hoofdstukken heb je kunnen lezen hoe je je kunt voorbereiden om LOB in je school te versterken. Je hebt inspiratie kunnen opdoen wat je zou kunnen doen om in je eigen school aan de slag te kunnen gaan met de voorbereiding voor een kwaliteitslag met LOB. Als je weet wat je wilt en je weet hoe je dat vorm wil gaan geven is het tijd om het implementatieplan te maken. Daarin ga je met het team dat actief was in de voorbereiding, beschrijven vanuit welke visie je daadwerkelijk aan de slag gaat met de activiteiten die je wilt gaan uitvoeren. In de loopbaanbox vind je een voorbeeld van een implementatieplan dat je hierbij kunt gebruiken. Een groep van zes scholen leverde bijdragen aan de tot standkoming van de havo/vwo versie van de LOB Routekaart. Wij willen hen danken voor hun inzet en betrokkenheid.
27
Deelnemende scholen Ashram College, Alphen aan de Rijn De la Salle, Baarle-Nassau Gerrit Rietveld College, Utrecht Helen Parkhurst College, Almere Metameer, Stevensbeek Zwijsen College, Veghel Onderstaande scholen deden mee in het oorspronkelijke vmbotraject. Zij legden daarmee de basis voor deze uitgave. Zuyderzee College, Emmeloord OSG Sevenwolde, locatie VP/Kingcollege, Heerenveen Dr. Aletta Jacobscollege, Hoogezand CSG Comenius, Leeuwarden Agnieten College, Nieuwleusen Gerrit Rietveld College, Utrecht Gereformeerde Scholengemeenschap Guido de Bres, Amersfoort Cals College, Nieuwegein Anna van Rijn College, locatie Harmonielaan, Nieuwegein CSV Veenendaal, Veenendaal Pallas Athene College, Ede Groenhorst College , Ede De Driemark Scholengemeenschap, Winterswijk Jac. P. Thijsse College, Castricum Heliomare-onderwijs VSO, Wijk aan Zee Compaen, Zaandam MAVO aan Zee, Den Helder CS De Hoven, locatie Windroos, Gorinchem
Het College Vos, Vlaardingen Carré College, Unie Noord, Stanislas College, locatie Krakeelpolderweg, Delft Stanislas College Reinier de Graafpad (KEM communicatie), Delft Pleincollege, Nuenen Midden Brabant College, Economie en Groen, Tilburg De Vakschool, Tilburg Csg Willem Van Oranje, Oud-Beijerland Citaverde College (vmbo), Nederweert Dendron College, Horst Jan van Brabant College, Helmond Helicon VMBO, Eindhoven Metameer, Boxmeer Fioretti College, Veghel Sondervick College, Veldhoven Mondriaan College, Oss Helicon Opleidingen VMBO Groen, Den Bosch Het Kwadrant, Weert Bouwens van der Boije College, Panningen Graaf Huyn College, Geleen Sophianum scholengemeenschap in het Heuvelland, Gulpen Carbooncollege St.-Jan, Hoensbroek Sint-Maartenscollege, Maastricht Bonnefanten College sector Bernard Lievegoed, Maastricht Porta Mosana College VMBO, Maastricht OPDC St. Michaël, Maastricht
LOB Routekaart voor havo / vwo p Van bewustwording naar verbetering 28
nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
29
Colofon VO Raad Project Stimulering LOB, Karen Oostvogel Ondersteunende instellingen bij totstandkoming LOB Routekaart Havo/VWO APS Ad Bijlard KPC Groep Edith Vissers Ondersteunende instellingen bij totstandkoming LOB Routekaart APS Ad Bijlard en Annemarie Oomen CINOP Hans de Wit en Jan Willem Bruil CPS Mariette Zuijdgeest en Cor Verbeek KPC Groep Tom Koot, Edith Vissers en Marionette Vogels SLO Nynke Jansma en Viola van Lanschot Hubrecht Vormgeving OSAGE / Communicatie en ontwerp Utrecht maart 2012 Dit is een product van de VO-raad
Project Stimulering LOB Postbus 8282 / 3503 RG Utrecht / T 030 232 48 00 / F 030 232 48 48
[email protected] / www.vo-raad.nl/stimulering-lob / www.lob-vo.nl
project Stimulering LOB