V.V.M. - DE LIJN ARBEIDSREGLEMENT
2011
_____________________________
INHOUD
BLZ.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
2. 3. 4. 5. 5. 6. 7. 7. 7. 8. 8. 8. 9. 9. 9. 12. 12. 13. 13. 14.
Algemene bepalingen Arbeidsduur De wijze van meting van en controle op de arbeid Het tijdstip, de wijze en de plaats van betaling van de bezoldiging Inhoudingen op de bezoldigingen Feestdagen Jaarlijkse vakantie Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte Moederschapsbescherming De rechten en plichten van het toezichthoudend personeel Rechten en plichten rond het gebruik van internet en e-mail Rechten en plichten rond het gebruik van notebooks Rechten en plichten rond contacten met de pers Preventief alcohol- en drugsbeleid Tuchtmaatregelen Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging Beëindiging van de arbeidsovereenkomst om dringende reden Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Inlichtingen Inwerkingtreding van het arbeidsreglement
BIJLAGEN
1. Ziektereglement 1.1. Medische controle 2. Samenstelling ondernemingsraad 3. Paritair Comité voor het stads-en streekvervoer PC nr. 328 Paritair Comité voor het stads-en streekvervoer van het Vlaamse Gewest PC nr. 328.01 4. Samenstelling comité voor preventie en bescherming op het werk (C.P.B.W) 5. Algemene gegevens 6. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende de gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 7. Diensttijdenregelingen en werktijden 8. Bedrijfscao’s voor het personeel van de Vlaamse vervoermaatschappij 9. Geweld, pesterijen en ongewenste intimiteiten op het werk 10. Protocol rond het gebruik van internet en e-mail bij De Lijn 11. Protocol rond het gebruik van notebooks bij De Lijn 12.1 Wisselen van diensten bij chauffeurs West-Vlaanderen 12.2 Wisselen van diensten bij medewerkers belbuscentrale West-Vlaanderen 13. Beleidsverklaring preventief alcohol- en drugsbeleid 14. Borstvoedingsverlof
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 1
2011 ontwerp
16. 19. 21. 22. 23. 24. 29. 31.
37. 66. 67. 74. 78. 81. 84. 86. 87.
V.V.M. - DE LIJN ARBEIDSREGLEMENT _____________________________
Algemene bepalingen ___________________ Art.1 Het onderhavig arbeidsreglement regelt de arbeidsvoorwaarden van alle personeelsleden tewerkgesteld bij de V.V.M. - De Lijn – West-Vlaanderen, ongeacht leeftijd, geslacht of functie, en ongeacht de aard en de duur van de overeenkomst. De directie van De Lijn West-Vlaanderen is gevestigd te 8400 Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 110. Bij De Lijn worden loontrekkende personeelsleden (arbeiders) en weddetrekkende personeelsleden (bedienden) tewerkgesteld. Zowel de werkgever als de werknemer worden geacht, vanaf het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst, onderhavig reglement te kennen en te aanvaarden en verbinden zich ertoe de inhoud en de eventuele wettelijke of overeengekomen wijzigingen ervan na te leven. Via een bericht, zal de plaats worden aangegeven waar, op elk ogenblik en zonder tussenpersoon, inzage in het arbeidsreglement en de eventueel aangebrachte wijzigingen mogelijk is. De werkgever zal aan iedere werknemer een exemplaar van het arbeidsreglement overhandigen, mits aftekening voor ontvangst. Wijzigingen aan de bijlagen 1 tot 6 zullen onmiddellijk individueel overhandigd worden. Wijzigingen aan bijlage 7 zullen aangebracht worden en jaarlijks individueel overhandigd. Een afschrift van onderhavig reglement wordt overgemaakt aan de gewestelijke dienst van het Toezicht op de Sociale Wetten. Art.2 Bij de aanwerving moet het personeelslid aan de werkgever alle inlichtingen verschaffen omtrent zijn/haar identiteit en gebeurlijk de samenstelling van zijn/haar gezin, met het oog op de toepassing van de sociale en fiscale wetgeving en om het personeelslid alle voordelen te waarborgen waarop hij/zij krachtens deze wetgeving en afgesloten C.A.O.’s recht heeft. Hiervoor zal het personeelslid alle nodige documenten voorleggen. De personeelsleden verstrekken in de loop van hun arbeidsovereenkomst aan de werkgever, zodra in hun bezit, onmiddellijk alle inlichtingen die nodig zijn om de sociale wetgeving toe te passen, om uitkeringen te verkrijgen, te doen schorsen of te beëindigen; zo zullen zij zonder uitstel de afdeling Personeel van hun entiteit op de hoogte stellen o.m. van elke adresverandering en elke wijziging van burgerlijke stand, nationaliteit of gezinslast, enz.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 2
2011 ontwerp
Arbeidsduur ___________ Art.3 De diensturen worden door de werkgever geregeld binnen het kader van de arbeidswetgeving en van de collectieve arbeidsovereenkomsten, zowel op nationaal en gewestelijk vlak, als op het vlak van de onderneming. Art.4 Voor de personeelsleden die tewerkgesteld zijn volgens een dienstregeling die over verschillende weken loopt en waarbij de wekelijkse arbeidsduur ongelijk is verdeeld mag de wekelijkse arbeidsduur over een periode van een trimester gemiddeld slechts 37 uren bedragen. Per dag mag maximum 10 uren worden gewerkt. Overwerk is arbeid verricht boven de voorziene duur van de dagprestatie of boven de trimestriële grens (niet cumuleerbaar). De plaatselijke diensttijdregelingen zijn vastgelegd volgens het reglement en de plaatselijke overeenkomsten in de entiteiten (zie bijlage 7). Art.5 Voor de personeelsleden die volgens een vaste diensttijdregeling per week werken geldt een wekelijkse grens van 39 uur (gemiddelde arbeidsduur: 37 uur per week) en een daggrens van 9 uren. Overwerk is arbeid verricht boven de voorziene dagprestatie en boven de 39 uren per week (niet cumuleerbaar). De plaatselijke diensttijdregelingen zijn vastgelegd volgens het reglement en de plaatselijke overeenkomsten in de entiteiten (zie bijlage 7). Art.6 De ploegenarbeid en de continu-arbeid worden plaatselijk geregeld (zie bijlage 7). Art.7 Daar De Lijn een openbare dienst van doorlopende aard verzekert, kan in de maatschappij op alle dagen gewerkt worden, ook op zater-, zon- en feestdagen. De thans van kracht zijnde dienstregelingen zijn in bijlage aan onderhavig reglement vermeld (zie bijlage 7). Art.8 De amplitude van de dagprestatie (d.i. het tijdsverloop tussen begin en einde van een volledige dienstprestatie) beloopt in de regel maximaal 12 uren. Bij overschrijding wordt 25% in tijd toegekend voor de duur ervan. De plaatselijke diensttijdregelingen zijn vastgelegd volgens het reglement en de plaatselijke overeenkomsten in de entiteiten (zie bijlage 7). Art.9 De rusttijd tussen 2 dagprestaties bedraagt minimaal 8 uren.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 3
2011 ontwerp
Art.10 De minimale duur van elke werkperiode bedraagt 1u30. In West-Vlaanderen bedraagt dit 2 uur. De minimale dagprestatie bedraagt 4 uur. De plaatselijke diensttijdregelingen zijn vastgelegd volgens het reglement en de plaatselijke overeenkomsten in de entiteiten (zie bijlage 7). Art.11 Daar De Lijn een openbare dienst van doorlopende aard verzekert, kan in de maatschappij ook 's nachts worden gewerkt (zie bijlage 7). Art.12 De diensturen dienen te worden nageleefd volgens de dienstrol of de diensttijdregeling, die voor het personeel ter inzage ligt:
exploitatie
entiteitsdirectie
Personeelsadministratie
regio Kust
Brandariskaai, verkoopbureau en gang Knokke, lokaal chauffeurs Adinkerke, lokaal chauffeurs Assebroek, personeelslokaal Koekelare Zwevezele Waggelwater Kortrijk, ontvangerszaal Ieper, ontvangerszaal Diksmuide, ontvangerszaal Geluwe, ontvangerszaal lokaal brigadiers boven de scanning personeel bureau brigadier bureau meestergast
regio Brugge
regio Kortrijk - Ieper
techniek
werkhuis Oostende vaste installaties groot herstel autobus onderhoudscentrum Oostende onderhoudscentrum Brugge onderhoudscentrum Kortrijk onderhoudscentrum Ieper
bureau meestergast bureau meestergast bureau onderhoudscentrum
Van deze dienstrol of diensttijdregeling kan alleen in geval van dringende noodzaak, overmacht en bijzondere gevallen worden afgeweken in zover de goede gang van de onderneming dit vereist. Elk personeelslid dient aanwezig te zijn op de plaats van zijn taak op het volgens dienstrol of diensttijdregeling bepaalde beginuur, tot het vastgelegde einduur, met inachtneming van de minimale rusttijden tussen 2 dagprestaties. Voor de personeelsleden die in het stelsel van de glijdende uurregeling werken, geldt het bericht 553/FN/541 van 1 februari 2008.
De wijze van meting van en controle op de arbeid ________________________________________ Art.13 Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 4
2011 ontwerp
De arbeid wordt gemeten in tijdseenheden. De controle van de gepresteerde uren gebeurt door de dienstverantwoordelijke eventueel via de tijdregistratie - apparatuur.
Het tijdstip, de wijze en de plaats van betaling van de bezoldiging _______________________________________________________ Art.14 Voor de bedienden, resp. de arbeiders gebeurt de betaling maandelijks na vervallen termijn, de 1ste, resp. de 10de van de maand volgend op de gepresteerde maand. Indien deze datum op een zaterdag, zon- of feestdag valt, wordt de werkdag vooraf uitbetaald. De arbeiders ontvangen een loon. De lonen worden berekend per uur. De bedienden ontvangen een wedde. De wedden worden berekend per maand. Elke maand wordt op de 10de van de maand het basisloon betaald verhoogd met de eventuele premies en vergoedingen verworven over de voorgaande maand. Elke maand wordt op de laatste dag van de maand de basiswedde berekend verhoogd met de eventuele premies en vergoedingen tot de dag van afsluiting van de weddeverwerking. Op de laatste dag van de volgende maand wordt opnieuw de basiswedde voor de betrokken maand berekend, de eventuele premies en vergoedingen tot de dag van afsluiting, dezelfde premies en vergoedingen voor de dagen van de vorige maand, vallend na de dag van afsluiting en wordt eveneens overgegaan tot de eventuele regularisatie van de basiswedde van de vorige maand. De normale betalingswijze gebeurt via overschrijving op een financiële rekening. In principe moeten regelingen i.v.m. de uitgevoerde dienst (het punteren) doorgegeven worden door de punteerder.
Inhoudingen op de bezoldigingen _____________________________ Art.15 De bijdragen die krachtens wettelijke, reglementaire, vrijwillige of disciplinaire bepalingen ten laste vallen van het personeel worden ingehouden op het loon of op de wedde. Op de bezoldigingen kunnen slechts inhoudingen gedaan worden: a) de wettelijke: 1) uit hoofde van de wetgeving op de sociale zekerheid; uit hoofde van de fiscale wetgeving; uit hoofde van beslag op en overdracht van loon in toepassing van de Wet van 12.04.1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers; uit hoofde van de wetgeving inzake de alimentatierenten; 2) uit hoofde van het Pensioenplanreglement waarbij maandelijks een pensioenbijdrage wordt ingehouden bij de personeelsleden tewerkgesteld onder een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van minstens één jaar, al dan niet bereikt door één of meer op elkaar aansluitende overeenkomsten, met uitzondering van de stagiairs, dit overeenkomstig de CAO van 14 juli 1998 inzake de gelijkstelling arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur – arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur;
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 5
2011 ontwerp
3) uit hoofde van de bijdrage van het personeelslid in de maaltijdcheques; 4) uit hoofde van een individuele overeenkomst tussen de werkgever en het betrokken personeelslid. 5) uit hoofde van in speciën betaalde voorschotten onder vorm van leningen. Wordt beschouwd als voorschot of lening het bedrag gestort door de werkgever aan het personeelslid. b) de vrijwillige: 6) uit hoofde van de syndicale bijdrage en de mutualiteit. In de entiteit West-Vlaanderen is afhouding voor de mutualiteit niet mogelijk. 7) uit hoofde van de premie voor het sociaal verzekeringspakket (na kennisname brief van Centrale Diensten); c) de disciplinaire (na eventueel beroep, kennisname en akkoord i.v.m. de uitvoeringsmodaliteiten) : 8) uit hoofde van verkeers-of andere inkomsten die het personeelslid heeft geïnd ten bate van de maatschappij en die om welke reden ook niet werden overgemaakt na ingebrekestelling. 9) uit hoofde van de vergoedingen en schadeloosstellingen verschuldigd bij toepassing van art.17 van de Wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten dat bepaalt dat het personeelslid verplicht is de hem toevertrouwde gereedschappen en ongebruikte grondstoffen in goede staat aan de onderneming terug te geven. Deze verplichting is van toepassing bij mutatie en bij het verlaten van de Maatschappij. 10) uit hoofde van de vergoedingen en schadeloosstellingen verschuldigd bij toepassing van artikel 18 van de Wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Ingevolge artikel 18 is het personeelslid, wanneer hij tijdens de uitvoering van zijn overeenkomst schade berokkent, enkel aansprakelijk wanneer deze schade veroorzaakt wordt door zijn bedrog (bedrieglijke handeling die tot doel heeft te misleiden), zijn zware fout en een lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. Bij toepassing van artikel 19 van de Wet van 3 juli 1978 kan de werknemer niet aansprakelijk gesteld worden voor de schade of sleet die te wijten zijn aan een normaal gebruik van het voorwerp, noch voor het toevallig verlies. Het totaal van de inhoudingen, vermeld onder 9) en 10) mag nooit hoger zijn dan een vijfde van het bij elke uitbetaling verschuldigde nettoloon in speciën. Deze beperking is niet van toepassing voor de bedragen bedoeld onder 9) wanneer de werknemer bedrog gepleegd heeft of vóór de volledige afrekening van de vergoedingen of schadeloosstellingen vrijwillig zijn dienstbetrekking beëindigd heeft. Er zijn geen andere dan de bovengenoemde inhoudingen mogelijk zonder dat de overwogen maatregel vooraf tegenover het personeelslid is verantwoord; verhaal van het personeelslid is mogelijk. In geval van een terugvordering van het brutoloon wordt naar de werknemer een brief gestuurd waarin de reden van de terugvordering en het bedrag worden vermeld. Voor grotere regelingen wordt een voorschot toegekend van 60% van de bruto-regeling en betaalt de werknemer dit voorschot terug in schijven van 50,00 euro netto per maand, door afhouding op het loon of wedde. Er is de mogelijkheid het voorschot terug te betalen in grotere of kleinere schijven. Indien de werknemer in kleinere schijven wenst terug te betalen wordt een argumentatie en een minimumbedrag van 25,00 euro netto per maand gevraagd. De afhouding gebeurt nadat de werknemer getekend heeft voor akkoord. Wanneer de werknemer niet tekent zal de werkgever het bedrag vorderen via de arbeidsrechtbank.
Feestdagen __________ Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 6
2011 ontwerp
Art.16 De wettelijke feestdagen zijn: -1 januari (Nieuwjaar) -Paasmaandag -1 mei (Feest van de arbeid) -O.-H.-Hemelvaart -Pinkstermaandag -21 juli (Nationale feestdag) -15 augustus (O.-L.-V.-Hemelvaart) -1 november ( Allerheiligen) -11 november (Wapenstilstand) -25 december (Kerstmis) De Ondernemingsraden bepalen de vervangingsdata voor de feestdagen die vallen op een zaterdag of een zondag. Zoniet wordt de feestdag vervangen door de eerste gewone activiteitsdag die op de feestdag volgt.
Jaarlijkse vakantie ________________ Art.17 De maatschappij kent geen collectieve jaarlijkse vakantie. De Ondernemingsraden kunnen andere schikkingen treffen. Art.17bis Inzake de wettelijke jaarlijkse vakantie zijn de bepalingen van het KB van 30 maart 1967 inzake de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie voor werknemers, van toepassing. Art.17ter Wettelijke jaarlijkse vakantie is overeenkomstig de bepalingen van voormeld KB van 30 maart 1967 niet overdraagbaar naar een volgend jaar.
Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte _________________________________ Art.18 In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte moeten de personeelsleden zich gedragen volgens het in bijlage aan dit arbeidsreglement gevoegd ziektereglement (zie bijlage 1).
Moederschapsbescherming ________________________ Art.19 De zwangere werkneemster die haar overste op de hoogte heeft gebracht van haar zwangerschap, heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, met behoud van haar normaal loon, gedurende de tijd die nodig is om zwangerschapsonderzoeken te kunnen ondergaan, wanneer deze niet kunnen plaatsvinden buiten de arbeidsuren. Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 7
2011 ontwerp
Om gerechtigd te zijn op het loon, moet de werkneemster haar overste vooraf op de hoogte stellen van haar afwezigheid. De werkneemster dient tijdig te verwittigen, teneinde de werkorganisatie niet in het gedrang te brengen. De werkneemster dient haar afwezigheid te rechtvaardigen door het voorleggen van een geneeskundig voorschrift.
De rechten en de plichten van het toezichthoudend personeel _____________________________________________________ Art.20 De personen belast met het toezicht op en de leiding van het werk zorgen ervoor dat de bepalingen van dit reglement worden nageleefd en onpartijdig worden toegepast. De werkgever en zijn vertegenwoordigers zijn ertoe gehouden in hun relaties met de personeelsleden de beginselen van rechtvaardigheid en achting na te leven. Het toezichthoudend personeel heeft het recht aan de personeelsleden de bevelen te geven die nodig zijn voor de goede uitvoering van het werk. Het toezichthoudend personeel en de personeelsleden zijn elkaar respect verschuldigd.
Rechten en plichten rond het gebruik van internet en e-mail ___________________________________________________ Art. 20bis Sommige personeelsleden hebben in het kader van hun functie toegang tot het internet (“surfen”) en de elektronische post (“e-mail”). Als bijlage aan dit reglement is het “Protocol rond het gebruik van internet en e-mail bij De Lijn” opgenomen. Dit protocol bevat een aantal afspraken rond:
het professioneel gebruik opvolging en registratie van het gebruik van internet en e-mail gebruikersidentificatie de toegang tot het internet het gebruik van e-mail als communicatietool maatregelen bij niet-naleving van het protocol.
Aanvullend aan dit protocol worden de bepalingen opgenomen rond het syndicaal gebruik van e-mail als communicatiekanaal.
Rechten en plichten rond het gebruik van notebooks ______________________________________________ Art. 20ter Sommige administratieve personeelsleden beschikken over een notebook als ondersteuning van hun werkzaamheden hetzij op hun werkplaats, hetzij gedurende dienst- en woon-werkverplaatsingen. Als bijlage aan dit reglement is het “Protocol rond het gebruik van notebooks bij De Lijn” opgenomen. Dit protocol bevat de belangrijkste afspraken rond het gebruik van notebooks, m.n.: Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 8
2011 ontwerp
aanvraagmodaliteiten toegangsmodaliteiten algemene principes rond het gebruik van internet en e-mail installatie van software beheer van de bestanden aansluiting op het netwerk anti-virussoftware contactpersonen aansprakelijkheid van het personeelslid voor verlies notebook.
Rechten en plichten rond contacten met de pers _________________________________________ Art. 20quater De contacten met de pers verlopen via de in de entiteit daartoe aangeduide persverantwoordelijken. Een personeelslid dat gecontacteerd wordt door de pers zal de betrokken journalist doorverbinden met deze persverantwoordelijke, dan wel aan de journalist de coördinaten geven van de persverantwoordelijke. Het personeelslid dat niet aangesteld is als persverantwoordelijke onthoudt zich verder van alle commentaar aangaande de V.V.M. – De Lijn tegenover de journalist.
Preventief alcohol- en drugsbeleid _____________________________ Art. 20quinquies In uitvoering van de cao nr. 100 gaat als bijlage 13 de beleidsverklaring preventief alcohol- en drugsbeleid. (Wijziging arbeidsreglement, na consensus C.P.B.W. 11 maart 2010)
Tuchtmaatregelen ________________ Art.21: Algemeen Alle inbreuken op de bepalingen van de arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement, wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op de Maatschappij alsmede alle dienstonderrichtingen kunnen worden gesanctioneerd. Daarenboven moeten alle handelingen of houdingen van de werknemer die de goede naam en de orde en tucht binnen de maatschappij aantasten, beschouwd worden als een inbreuk. Het personeelslid moet zo snel mogelijk mondeling en ten laatste binnen de 5 werkdagen schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de vaststelling van een inbreuk. Behoudens in de gevallen waar dit uitdrukkelijk anders werd voorzien kunnen de voorziene sancties slechts opgelegd worden na afloop van de beroepstermijn. Alle sancties worden schriftelijk bevestigd en komen in het dossier dat op eenvoudige vraag van het betrokken personeelslid, desgewenst in bijzijn van de afgevaardigde kan ingezien worden. Het personeelslid dient bij elke sanctie het daarvoor opgestelde document voor ontvangst te tekenen, zoniet is geen beroep mogelijk. Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 9
2011 ontwerp
Indien, al dan niet na beroep van het personeelslid, een sanctie wordt opgelegd, dan worden aan het dossier van het personeelslid behoudens de vermelding van de sanctie eveneens alle documenten die er betrekking op hebben toegevoegd. Indien na de vaststelling van de inbreuk geen sanctie volgt dan mag van deze inbreuk geen enkele melding gemaakt worden in het dossier van het personeelslid. Art.22 De mogelijke sancties zijn: - de schriftelijke opmerking; - de schriftelijke berisping; - de dienstschorsing voor een periode van 1 tot 8 dagen; - de vermindering of het verlies van anciënniteit; - de tijdelijke of definitieve overplaatsing naar een andere dienst met loonverlies; - het ontslag met opzegging en/of uitbetaling van verbrekingsvergoeding en het ontslag wegens dringende redenen. Art. 23 Verjaring van de sanctie betekent niet dat het personeelslid in zijn vorige toestand wordt teruggeplaatst maar wel dat bij de periodieke evaluatie en beoordeling van het personeelslid of bij de toepassing van andere sancties geen rekening meer gehouden wordt met de verjaarde sanctie. Art. 24: Procedure De hierna geschetste procedure is van toepassing op alle sancties, behalve deze vermeld in artikel 28. Het personeelslid wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de vaststelling van de inbreuk binnen de 5 werkdagen na de vaststelling of binnen de 5 werkdagen nadat het afdelingshoofd of zijn vervanger er kennis van kreeg. Het personeelslid kan hierop binnen de 5 werkdagen schriftelijk reageren. Het afdelingshoofd neemt binnen de 10 werkdagen een beslissing over de toe te passen sanctie. Het personeelslid tekent voor kennisname van de opgelegde sanctie. Indien het afdelingshoofd binnen de vermelde termijn geen beslissing neemt, blijft de vastgestelde inbreuk zonder gevolg. Binnen de 5 werkdagen na de beslissing van het afdelingshoofd kan het personeelslid beroep aan- tekenen tegen de sanctie door nieuwe schriftelijke argumenten in te dienen. Het afdelingshoofd neemt hierop een definitieve beslissing binnen de 3 werkdagen. Van die beslissing wordt het personeelslid binnen de 10 werkdagen schriftelijk kennis gegeven. Indien het afdelingshoofd binnen de vermelde termijn geen beslissing neemt, blijft de vastgestelde inbreuk zonder gevolg. Binnen de 5 werkdagen na de kennisgeving door het afdelingshoofd, kan het personeelslid beroep aantekenen bij de directeur van de entiteit of zijn vervanger door schriftelijk te reageren op de sanctie. Daarenboven kan het betrokken personeelslid zelf, bijgestaan of vertegenwoordigd, de sanctie mondeling bespreken met de directeur van de entiteit. De directeur van de entiteit neemt hierop een definitieve beslissing binnen de 3 werkdagen. Van die beslissing wordt het personeelslid schriftelijk kennis gegeven. Indien de directeur van de entiteit, binnen de vermelde termijn geen beslissing neemt, blijft de vastgestelde inbreuk zonder gevolg. Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 10
2011 ontwerp
Art.25: Sancties Schriftelijke opmerking De schriftelijke opmerking wordt opgelegd door het afdelingshoofd of een door hem aangeduide vervanger. De sanctie verjaart, en de vermelding ervan wordt uit het dossier verwijderd, als binnen het jaar geen nieuwe schriftelijke opmerking of een belangrijkere sanctie volgt. Schriftelijke berisping De schriftelijke berisping wordt opgelegd door het afdelingshoofd of een door hem aangeduide vervanger en kan gepaard gaan met een verwittiging die verwijst naar de sanctie die kan worden toegepast bij een volgende inbreuk. De sanctie verjaart, en de vermelding ervan wordt uit het dossier verwijderd, als binnen het jaar geen nieuwe schriftelijke berisping of een belangrijkere sanctie volgt. Dienstschorsing De dienstschorsing wordt opgelegd door het afdelingshoofd of een door hem aangeduide vervanger. De dienstschorsing is een effectieve schorsing van de arbeidsovereenkomst van het personeelslid voor een periode van maximaal 8 dagen. De sanctie verjaart, en de vermelding ervan wordt uit het dossier verwijderd als binnen de 2 jaar geen nieuwe dienstschorsing of een belangrijkere sanctie volgt. Vermindering of verlies van anciënniteit De vermindering of het verlies van anciënniteit wordt opgelegd door het afdelingshoofd en betreft het gedeeltelijk of geheel verlies van anciënniteit met betrekking tot : -
bevordering mutatie op aanvraag plaatsing in het dienstrooster.
De sanctie verjaart, en de vermelding ervan wordt uit het dossier verwijderd als binnen de 2 jaar geen nieuwe vermindering of verlies van anciënniteit of een belangrijkere sanctie volgt. Tijdelijke of definitieve overplaatsing naar een andere dienst met loonverlies De tijdelijke of definitieve overplaatsing naar een andere dienst met loonverlies wordt opgelegd door het afdelingshoofd. De sanctie verjaart, en de vermelding ervan wordt uit het dossier verwijderd als binnen de 2 jaar geen nieuwe tijdelijke of definitieve overplaatsing naar een andere dienst met loonverlies of een belangrijkere sanctie volgt. Het ontslag met opzegging en/of uitbetaling van verbrekingsvergoeding en het ontslag wegens dringende reden. De directeur van de entiteit ontslaat een personeelslid. Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 11
2011 ontwerp
De procedure voor ontslag met opzegging verloopt zoals uiteengezet onder art. 24. met dien verstande dat het de directeur van de entiteit of zijn vervanger is die optreedt van in het begin van de procedure. Het ontslag met uitbetaling van een verbrekingsvergoeding en het ontslag wegens dringende reden worden onmiddellijk uitgesproken. De beroepstermijn tegen bovenvermelde ontslagen loopt vanaf het tijdstip van kennisname door het personeelslid van de ontslagbrief, dit is uiterlijk 3 werkdagen na het versturen van de ontslagbrief. Het beroep schort het ontslag met verbrekingsvergoeding en wegens dringende reden niet op. Binnen de 5 werkdagen na kennisname kan het personeelslid bij de directeur Personeelsbeleid schriftelijk beroep aantekenen tegen het ontslag. De directeur Personeelsbeleid beslist hierop binnen de 3 werkdagen over de toe te passen sanctie na, op diens verzoek, het personeelslid dat zich kan laten bijstaan of vertegenwoordigen, gehoord te hebben. Art.26 Voor de tuchtprocedure bij de Centrale Diensten moet directeur van de entiteit gelezen worden als directeur-generaal, adjunct-directeur-generaal of directeur. In het geval de directeur Personeelsbeleid een sanctie uitspreekt, kan beroep aangetekend worden bij de directeur-generaal.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging __________________________________________________ Art.27 Inzake de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging worden de wettelijke opzeggingstermijnen en modaliteiten gevolgd, zoals bepaald in de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. In toepassing van artikel 60 van deze Wet wordt de opzeggingstermijn voor het loontrekkend personeel met minder dan 6 maanden anciënniteit in de maatschappij bij opzegging door de werkgever op één week gebracht en bij opzegging door de werknemer op een halve week. Voor de loontrekkenden worden de opzeggingstermijnen vastgesteld overeenkomstig de CAO nr 75 van 20 december 1999 betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst om dringende reden _____________________________________________________ Art.28 De arbeidsovereenkomst kan door de werkgever om dringende redenen zonder opzegging, noch vergoeding worden beëindigd. Als aanwijzing en niet beperkend, onverminderd de feiten welke door de rechtspraak of de gewoonte als dringend worden beschouwd, worden volgende feiten of toestanden als dringende reden aangezien: - voorleggen van valse getuigschriften bij de aanwerving; - dronkenschap en alcoholintoxicatie boven de wettelijke grens; - druggebruik en bezit van drugs; - diefstal en plegen van geweld; - beledigingen t.o.v. de werkgever, collega’s en klanten; Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 12
2011 ontwerp
- uitvoeren van concurrerende activiteiten voor eigen rekening of voor rekening van derden; - overtreding van elementaire veiligheidsvoorschriften; - opstellen van valse verklaringen of van bedrieglijke staat van onkosten; - ongerechtvaardigde afwezigheid en afwezigheid zonder verwittiging na schriftelijke ingebrekestelling; - schenden van het beroeps- of fabricagegeheim; - prikken voor een ander en laten prikken door een ander; - definitief verlies van het rijbewijs. De secretaris of zijn vervanger wordt altijd voorafgaandelijk op de hoogte gebracht van het ontslag.
Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk ______________________________________________________________________ Art.29: Beginselverklaring Elke werknemer heeft het recht om met eerbied en achting te worden behandeld. Elke vorm van pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk, is, zonder onderscheid van de persoon van wie het uitgaat en van de omstandigheden waarbinnen het gebeurt, verboden. Het ondubbelzinnig beleid tegen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, gebeurt conform de regels die verwoord zijn in het bericht : “Geweld, pesterijen en ongewenste intimiteiten op het werk” dat als bijlage 9 gaat. In geval van een sanctie wordt de procedure gevolgd overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 en 23 t.e.m. 26. Art.29 bis: Alle personeelsleden worden verzocht bij oproep tot gesprek door de bevoegde preventieadviseur of vertrouwenspersoon in te gaan op dit verzoek en bij te dragen tot een vlot en discreet verloop van de procedures. De doelstelling van de wet en de interne procedures is het grensoverschrijdend gedrag te doen ophouden met medewerking van alle partijen. Art.30: Procedure De inbreuken op de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk worden gesanctioneerd met: • • • •
schriftelijke berisping; dienstschorsing voor een periode van 1 tot 8 dagen; ontslag met opzegging en/of uitbetaling van verbrekingsvergoeding; ontslag wegens dringende reden.
Inlichtingen __________ Art.31 Volgende inlichtingen zullen worden verstrekt via bijlagen aan onderhavig reglement. Bijlage 1 Ziektereglement: arbeidsongeschiktheid wegens ziekte Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 13
2011 ontwerp
Bijlage 2 Samenstelling van de Ondernemingsraad
Bijlage 3 Samenstelling van de Paritaire Comités Bijlage 4 -Samenstelling van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (C.P.B.W.) -Preventieadviseur -Naam en adres van de arbeidsgeneeskundige dienst -Eerste hulp -Plaats van de E.H.B.O.-posten Bijlage 5 -R.S.Z. -Kinderbijslagfonds -Vakantiefonds voor arbeiders -Verzekering tegen arbeidsongevallen -Toezicht op de Sociale Wetten -Toezicht op het Welzijn op het Werk Bijlage 6 C.A.O. nr.25bis van 15 oktober 1975 betreffende de gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers. Bijlage 7 Diensttijdenregelingen Bijlage 8 Overzicht van de bedrijfs-CAO’s Bijlage 9 Geweld, pesterijen en ongewenste intimiteiten op het werk Bijlage 10 Protocol rond het gebruik van internet en e-mail bij De Lijn Bijlage 11 Protocol rond het gebruik van notebooks bij De Lijn Bijlage 12 Wisselen van diensten bij chauffeurs West-Vlaanderen Wisselen van diensten bij medewerkers belbuscentrale West-Vlaanderen Bijlage 13
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 14
2011 ontwerp
Alcohol- en drugsgebruik Bijlage 14 Borstvoedingsverlof
Inwerkingtreding van het arbeidsreglement _____________________________________ Art.32 Dit reglement werd aangeplakt overeenkomstig de voorschriften van art. 11 van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Het reglement werd goedgekeurd tijdens de zitting van de Ondernemingsraad op 28 februari 2008 en trad in werking op 14 maart 2008. In de ondernemingsraad van 27 mei 2010 werden wijzigingen goedgekeurd. De ondergetekenden verklaren dat de werknemers op de wettelijke voorziene wijze werden geraadpleegd over de inhoud van dit reglement.
Oostende,
2011
voor de werkgever,
voor de werknemers,
Dhr. Luc De Man directeur
_____________
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 15
2011 ontwerp
BIJLAGE 1 ZIEKTEREGLEMENT
Art.1: Algemene bepalingen In geval van ziekte of ongeval moet de werknemer de rechtstreekse chef hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen, dit is minstens één uur vóór het aanvatten van zijn werk, behoudens overmacht, waarvan, in voorkomend geval, de werknemer het bewijs moet leveren. Bij elke verlenging van de arbeidsongeschiktheid moet de werknemer zijn rechtstreekse chef of diens aangestelde verwittigen zodra de verlenging gekend is, en dit uiterlijk op de laatste dag van de voorgeschreven periode van werkonbekwaamheid vóór 12 uur, behoudens overmacht, waarvan in voorkomend geval, de werknemer het bewijs moet leveren. Voor elke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ziekte of van een ongeval moet de werknemer, zo snel mogelijk en ten laatste binnen de 2 werkdagen, zaterdagen, zondagen en feestdagen uitgezonderd, aan de werkgever een geneeskundig getuigschrift bezorgen, waarin het begin en de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid vermeld zijn, of de werknemer al dan niet de woonst mag verlaten, alsook de identiteit en de handtekening van de dokter en de datum waarop het attest werd opgemaakt. Het attest dat de verlenging van werkonbekwaamheid bevestigt, moet ten laatste de tweede werkdag na het verstrijken van de vorige ongeschiktheidsperiode toekomen bij de werkgever. Bij verzending van het geneeskundig getuigschrift geldt de poststempel als datum om de tijdigheid van de inlevering na te gaan. Heeft de werkgever dit attest niet ontvangen uiterlijk de tweede werkdag volgend op de dag waarop de arbeidsongeschiktheid aangevangen is of verlengd wordt, zaterdagen, zondagen en feestdagen niet inbegrepen, dan verliest de werknemer ieder recht op loon voor de dagen begrepen tussen de dag van stopzetting van het werk en de dag waarop het medisch attest door de werkgever wordt ontvangen, tenzij hij het bewijs kan leveren dat hij zich in de onmogelijkheid bevond om de voorziene termijnen te eerbiedigen. De werkgever moet zich kunnen vergewissen van de inhoud van het geneeskundig getuigschrift. Teneinde recht te hebben op gewaarborgd loon, zal het buitenlands geneeskundig getuigschrift opgemaakt zijn in het Nederlands, Frans, Duits of Engels of ten minste vergezeld zijn van een door de arts gemaakte vertaling in een van deze opgesomde talen zo het in een andere taal is opgemaakt. Art.2: Controle in geval van ziekte De werkgever behoudt zich het recht voor elke werknemer wiens arbeidsovereenkomst geschorst wordt wegens ziekte of ongeval, een geneeskundig onderzoek te doen ondergaan, uit te voeren door een door hem aangestelde geneesheer. Dit onderzoek heeft tot doel de lichamelijke geschiktheid van de werknemer na te gaan. De werkhervatting wordt afhankelijk gesteld van de uitslag van dit onderzoek waaraan de werknemer zich niet kan onttrekken. De werknemer moet alles in het werk stellen om dit onderzoek mogelijk te maken. Onverminderd het recht van de werkgever om bij een vermoeden van werkbekwaamheid, op ieder moment en voor gelijk welke afwezigheid een controle te laten uitvoeren, geniet de werknemer een vrijstelling van controle indien de tijd, verlopen sinds het beëindigen van de vorige ziekteperiode, meer bedraagt dan één jaar. De medische controle kan gebeuren op alle dagen van de week tussen 9 uur en 20 uur, alsook op zaterdag, zondag en feestdagen voor de personeelsleden waarvoor prestaties op deze dagen zijn voorzien. Wanneer de controlerende geneesheer vaststelt dat de werknemer arbeidsgeschikt is op het moment van de controle, moet de werknemer onmiddellijk contact nemen met zijn rechtstreekse chef of zijn aangestelde.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 16
2011 ontwerp
Indien de voorziene prestatie nog een aanvang dient te nemen na het plaatsvinden van de controle dient de werknemer zich onmiddellijk aan te melden bij de rechtstreekse chef of zijn aangestelde en dient de werknemer prestaties te verrichten voor de voorziene dienstduur. Indien de voorziene prestatie reeds een aanvang heeft genomen, maar nog niet werd beëindigd, dient de werknemer zich onmiddellijk aan te melden en moet de werknemer prestaties verrichten voor de resterende voorziene dienstduur. Voor het deel van de voorziene prestatie dat niet wordt uitgevoerd, wordt het loon gewaarborgd. Indien de voorziene prestatie reeds is verstreken wanneer de controle plaatsvindt, dan wordt de arbeidsongeschiktheid van de werknemer voor de voorbije periode als bewezen beschouwd en wordt het loon gewaarborgd. De werknemer mag niet weigeren deze geneesheer te ontvangen of weigeren zich door hem te laten onderzoeken. Indien de werknemer zich tijdens de ongeschiktheidsperiode op een andere verblijfplaats bevindt dan zijn woonplaats (b.v. bij een opname in het ziekenhuis, tijdelijke verblijfplaats, enz.), dan dient hij hiervan de werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen teneinde het onderzoek door de controlerende geneesheer mogelijk te maken. De werknemer die nalaat zijn juiste verblijfsadres aan de werkgever mee te delen en daardoor een controle onmogelijk maakt, verliest zijn recht op gewaarborgd loon voor de volledige ongeschiktheidsperiode. Indien de werknemer afwezig is wanneer de controlerende geneesheer zich aanbiedt, laat deze laatste een uitnodiging na in de brievenbus, opdat de werknemer zich zou aanbieden op zijn kabinet. De werknemer dient zich stipt op de controle aan te melden volgens de uitnodiging, behalve indien hij het werk zou hebben hervat op het tijdstip van de uitnodiging. De werknemer zal worden uitgenodigd in het kabinet van de controlerende geneesheer in de namiddag van de dag volgend op de dag waarop de controlerende geneesheer zich bij de werknemer aanbood. De werknemer kan met de controlerende geneesheer een ander uur afspreken wanneer hij op het voorgestelde uur verhinderd is omwille van medische behandeling of medische onderzoeken, vòòr het uur van onderzoek. De verplaatsingsonkosten van de werknemer zijn ten laste van de werkgever. Het zich niet of laattijdig aanbieden bij de controlegeneesheer staat gelijk met het verhinderen van de medische controle met als gevolg het verlies van het recht op gewaarborgd loon vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid, behoudens overmacht, waarvan, in voorkomend geval, de werknemer het bewijs moet leveren. Bij effectieve werkhervatting op de dag dat het personeelslid is opgeroepen om zich aan te bieden bij de controlearts, dient aan de oproeping geen gevolg meer gegeven te worden. Wanneer het medisch getuigschrift vermeldt dat het verlaten van de woonst om medische redenen verboden is of wanneer het niet vermeldt dat het verlaten van de woonst toegelaten is en de werknemer is bij het controlebezoek niet thuis of niet bereikbaar, dan schendt de werknemer de bewijsregelen met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid. In voorkomend geval kan de werkgever weigeren het loon te betalen vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. De werknemer die in het bezit is van een geneeskundig getuigschrift, waarop duidelijk vermeld staat dat het verlaten van de woonst verboden is, dient bij het vinden van de uitnodigingskaart, onmiddellijk contact op te nemen met de controlegeneesheer. In overleg met de werkgever zal, rekening houdend met de aangevoerde redenen van afwezigheid bij het controlebezoek, beslist worden of de controlegeneesheer zich opnieuw bij de werknemer zal aanbieden of dat art. 2, 9de alinea van dit reglement zal worden toegepast. Art.3 Indien de vaststellingen van de behandelende en de controlerende geneesheer met betrekking tot eenzelfde periode tegenstrijdig zijn, en de werknemer gaat niet akkoord met de beslissing van de controlerende geneesheer, dan zal deze laatste een bijkomende kennisgeving opstellen, die het personeelslid onmiddellijk dient te overhandigen aan de behandelende geneesheer. In deze kennisgeving wordt de behandelende geneesheer uitgenodigd voor telefonisch overleg. De werknemer dient onmiddellijk zijn/haar rechtstreekse overste te verwittigen.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 17
2011 ontwerp
Gebeurt dit niet, dan gaat de werkgever ervan uit dat de behandelende geneesheer de beslissing van de controlegeneesheer aanvaardt en is de beslissing tot werkhervatting bindend. Het indienen van een nieuw medisch getuigschrift (zelfs uitgaande van een andere geneesheer) voor de betwiste periode volstaat niet om de aanspraken van de werknemer op gewaarborgd loon te handhaven. Bij een blijvend meningsverschil tussen de behandelende en de controlerende geneesheer, wordt de geneesheer-scheidsrechter in onderling overleg tussen de behandelende en de controlegeneesheer aangeduid. Indien het onmogelijk is, in gemeen akkoord tot de aanstelling van een scheidsrechter over te gaan, kan de werknemer zich tot de arbeidsrechtbank wenden met het oog op de benoeming van een gerechtsdeskundige. De werknemer moet zich binnen de 2 werkdagen bij de geneesheer-scheidsrechter of de gerechtsdeskundige aanbieden en hem het verslag van zijn behandelende geneesheer overhandigen. De beslissing van de geneesheer belast met de arbitrage is bindend voor beide partijen. Het niet ingaan op een verplichte werkhervatting na beroep te hebben gedaan op de scheidsrechterlijke tussenkomst, of zonder beroep te hebben gedaan op de scheidsrechterlijke procedure, heeft tot gevolg dat de belanghebbende het recht op gewaarborgd loon verliest vanaf de aanvang van de periode waarvoor de vaststellingen van de behandelende en de controlerende geneesheer tegenstrijdig zijn. Is de uitspraak van de geneesheer-scheidsrechter of van de geneesheer-deskundige in het nadeel van de werknemer, dan moet hij het werk hervatten op de datum die door deze geneesheer werd bepaald ofwel op de eerste arbeidsdag volgend op de uitspraak van deze geneesheer wanneer de uitspraak retroactief was. De werknemer die verzaakt hieraan gevolg te geven, bevindt zich in een toestand van ongewettigde afwezigheid. De kosten van de scheidsrechterlijke tussenkomst worden gedragen door de V.V.M. Art.4: Werkhervatting Bij elke werkhervatting moet de werknemer zijn rechtstreekse chef verwittigen en dit uiterlijk de laatste dag voor het verstrijken van de voorafgaande periode van werkonbekwaamheid vóór 12 uur. Na een arbeidsongeschiktheid van tenminste vier weken, moeten de personen onderworpen aan de periodieke arbeidsgeneeskundige onderzoeken, een medisch onderzoek ondergaan bij de arbeidsgeneesheer, en dit uiterlijk 8 dagen na de werkhervatting. Na een afwezigheid van 3 maanden geldt ook voor het overige personeel dit medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer. Ieder arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt beschouwd als arbeidstijd en wordt als dusdanig bezoldigd. Het onderzoek gebeurt tijdens de normale werkuren. Art.5 Indien de werknemer, na zijn werk hernomen te hebben, opnieuw arbeidsongeschikt wordt binnen de veertien dagen volgend op het einde van de vorige arbeidsongeschiktheidsperiode, moet op het geneeskundig getuigschrift vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al of niet te wijten is aan een andere ziekte. Bij gebrek aan dergelijke vermelding zal het hervallen beschouwd worden als zijnde te wijten aan dezelfde ziekte als de vorige ongeschiktheid. Dit vermoeden kan weerlegd worden.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 18
2011 ontwerp
BIJLAGE 1.1: MEDISCHE CONTROLE Wat is een medische controle? De wet voorziet dat de werkgever door een geneesheer kan laten nagaan of de periode van afwezigheid die opgelegd werd door de behandelende geneesheer gewettigd is. De Lijn West Vlaanderen heeft met Securex een contract afgesloten voor het uitvoeren van controleonderzoeken. De vraag om controle onderzoeken uit te voeren gebeurt door De Lijn. Wanneer krijg je een controle? Voor het bepalen of iemand een controle krijgt wordt nagegaan of voldaan is aan de formule a² X b >= 25 waarbij a: aantal afzonderlijke ziekteperiodes in de laatste 12 maanden b: aantal dagen afwezigheid wegens ziekte of ongeval in de laatste 12 maanden In deze formule wordt de nieuwe ziekte niet meegerekend. Een controle gebeurt ook bij eventuele verlengingen van dezelfde ziekteperiode waarvoor een controle werd gevraagd. Wij vragen eveneens een controle op vraag van de verantwoordelijke van het personeelslid. Personen die gehospitaliseerd zijn, personen van wie wij weten dat zij een moeilijke periode doormaken of aan een ernstige ziekte lijden krijgen geen controle. Die informatie krijgen wij van de chef of van de maatschappelijke dienst. In geval van hospitalisatie moet je dit kenbaar maken door het bvb. op het ziektebriefje te vermelden. Na de hospitalisatie is een medische controle wel mogelijk. Een werknemer mag zich niet onttrekken aan het onderzoek van de controlegeneesheer. Wanneer dit gebeurt moet de werkgever geen gewaarborgd loon of aanvullende vergoeding uitbetalen. Hoe gebeurt de controle? De controlegeneesheer meldt zich voor het controleonderzoek bij de werknemer thuis. Dit is op het officiële adres dat bij ons gekend is. Wanneer je op een ander adres verblijft tijdens de ziekte moet je dit op het ziekteattest meedelen. Aangezien dit kan wijzigen moet dit gebeuren voor iedere ziekteperiode, ook de verlengingen. Aan de controlegeneesheer leg je alle documenten betreffende je ziekte en de te nemen medicatie voor. Je deelt hem ook mee wat je functie is bij De Lijn. De controlegeneesheer oordeelt of de periode van afwezigheid gerechtvaardigd is, of niet. Het kan gebeuren dat je niet hoort dat de controlegeneesheer aanbelt, of dat je niet thuis bent wanneer hij zich aanbiedt. Hij zal dan een briefje in de brievenbus steken en je uitnodigen voor een onderzoek in zijn kabinet. Je moet hierop ingaan. Wij vragen dus om op het einde van de dag in de brievenbus te kijken om te zien of een controlegeneesheer zich heeft aangeboden. Gevolgen van de controle? De werkgever volgt de beslissing van de controlegeneesheer. Bij verlenging wordt opnieuw een controlegeneesheer gestuurd. Wanneer de controle niet heeft kunnen gebeuren door de schuld van de werknemer wordt geen gewaarborgd loon of aanvullende vergoeding uitbetaald. Wat te doen wanneer niet alles vlot verloopt? •
Je gaat niet akkoord.
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 19
2011 ontwerp
De werknemer kan contact opnemen met zijn behandelende geneesheer wanneer hij meent het werk niet te kunnen hervatten op de datum die door de controlegeneesheer werd bepaald. De twee geneesheren zullen overleggen en de controlegeneesheer zal zijn beslissing eventueel herzien. Komen zij niet overeen dan wordt een derde geneesheer aangesteld. Zijn beslissing kan dan nog enkel betwist worden bij de arbeidsrechtbank. •
Je hebt het briefje van de controlegeneesheer te laat gevonden of je kunt je onmogelijk naar het kabinet van de controlearts begeven. Je neemt onmiddellijk telefonisch contact op met de personeelsadministratie of de maatschappelijke dienst tijdens de kantooruren, of met de verantwoordelijke in de regio buiten de kantooruren. Wij verwachten ook een schriftelijke bevestiging van wat zich heeft voorgedaan. De Lijn beslist daarna of er nog een nieuwe controle wordt aangevraagd. Een contact met de controlegeneesheer hierover is nutteloos omdat enkel De Lijn een nieuwe controle kan aanvragen.
•
Er is een moeilijk contact met de controlegeneesheer. Je geeft een schriftelijk verslag aan de personeelsadministratie. Eventueel kan je dit mondeling nog verduidelijken. De Lijn zal altijd het nodige doen opdat de controleonderzoeken op een correcte wijze gebeuren. Alle klachten m.b.t. het controleonderzoek wordt aan het controleorganisme meegedeeld. De Lijn volgt nauwkeurig de uitleg die zij ons geven.
Voor alle vragen, opmerkingen, en problemen kan je contact opnemen met Frank Nootaert, hoofd personeelsadministratie 059-56 53 11 of met mail op het adres
[email protected] of Michel Saelens, maatschappelijk assistent 059 56 53 20 of met mail op het adres
[email protected]
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 20
2011 ontwerp
BIJLAGE 2 SAMENSTELLING ONDERNEMINGSRAAD
Voorzitter: de heer Luc De Man
Werkgeversafgevaardigden Luc De Man Jan D’hooge Yvan Bellaert Karine Van Moortel Brita Verniest Andy Herman
directeur afdelingshoofd Exploitatie afdelingshoofd Marketing & Communicatie afdelingshoofd Financiën & Administratie afdelingshoofd Personeelsbeleid afdelingshoofd Rollend Materieel & Vaste Installaties
Werknemersafgevaardigden effectieve leden:
plaatsvervangende leden:
* Arbeiders ACOD Roger Rau Christel Lapierre Franky Tanghe Petra Depoorter Jeffry Loones
* Arbeiders ACOD Ronny Ghys Danny Taghon Glenn Lambrecht Ronald Strubbe Stefaan Vansteenkiste ACV
ACV
Erwin Poppe Kathy Vermandel
Alain Haegheman Shirley Demeester
ACLVB Pascal Hallumiez ACLVB Marc Vandenberghe * Bedienden ACOD Bianca Hoornaert * Jeugdige werknemers ACV Sandy Procureur
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, Blz. 21
* Bedienden ACOD Marcel Stafford * Jeugdige werknemers ACV Kevin De Craemer
2011 ontwerp
BIJLAGE 3 PARITAIR COMITE VOOR HET STADS- EN STREEKVERVOER PC nr.328 Voorzitter:
de heer A. De Gieter
1. werkgeversafvaardiging ___________________________
gewone leden:
plaatsvervangende leden:
Kesteloot, Roger Raa, Paul De Kesel, Lode Busschaert Dirk Peeters, Francy De Man, Luc Flausch, Alain Lauwers, Kris Kempinaire, Philippe Corthouts, Michel Delva, Gilbert Gosee, Arthur Mewissen, Isabelle Servais, Jean-Marc
Jacobs, Werner Roubben, Heidi Bullynck, Johan Bussens, Veerle Vanhove, Pierre Reyntjens, Jozef Lenaerts, Philippe Auquier, Bauduin Vigneron, Jean-Marie Bes, Catherine Gilson, Didier Demal, Grégory Dewaay, Daniel Carballo, Martinez Sagrario
2. werknemersafvaardiging ____________________________
gewone leden:
plaatsvervangende leden:
Coeck, Rita Depas, Yves Vervoort, Luc Vickevorst, Claude Stautemas, Dirk Vonck, Alex Coppens, Dario Coolbrandt, Jan Braeckevelt, Jurgen De Wilder Freddy Witterzeel, Geert Absil, Ludovic Timmermans, Robert Muls, Xavier
Claes, Willy Menart, Christian Backs, Martine Duquene, Philippe Lambert, Johan Gens, Martine De Vuyst, Marc Demoen, Dirk Mestach, Guy Van Der Herten, Jo Luytens, Urbain Sabel, Véronique Smekens, Luc Quisthoudt, Erik
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 22
PARITAIR SUBCOMITE VOOR HET STADS - EN STREEKVERVOER VAN HET VLAAMSE GEWEST PC nr.328.01 Voorzitter:
de heer A. De Gieter
1. werkgeversafvaardiging ________________________
gewone leden:
plaatsvervangende leden:
Kesteloot, Roger Raa, Paul De Kesel, Lode Busschaert Dirk Peeters, Francy De Man, Luc Roubben, Heidi Bussens, Veerle Reyntjens, Jozef Vanhove, Pierre Jacobs, Werner Bullynck, Johan
Reynders, Patrick Feys, Marc Claes, Wim De Bruecker, Tamara Christiaens, Marina Bellekens, Juliaan Audoore, Paul Verniest, Brita Vanné, Linda Swerts, Daniël De Vos, Axel Vandenbergh, Peter
2. werknemersafvaardiging __________________________
gewone leden:
plaatsvervangende leden:
Coeck, Rita Vervoort, Luc Claes, Willy Stautemas, Dirk Steelandt, Guido Danckaert, Ronnie Coolbrandt, Jan Praet, Roger Braeckevelt, Jurgen De Wilder, Freddy Witterzeel, Geert Quisthoudt Erik
Backs, Martine Moonen, Dirk Merken, Raimond Van Houtte, Guy Rau, Roger Conters, Marcel Van Cauwenberghe, Erwin Van Hal, Paul Mestach, Guy Van Der Herten, Jo Vandeput, Jan Vuchelen Thierry
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 23
BIJLAGE 4 SAMENSTELLING COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (C.P.B.W.) Voorzitter: de heer Luc De Man Werkgeversafgevaardigden Luc De Man Jan D’hooge Yvan Bellaert Karine Van Moortel Brita Verniest Andy Herman
directeur afdelingshoofd Exploitatie afdelingshoofd Marketing & Communicatie afdelingshoofd Financiën & Administratie afdelingshoofd Personeelsbeleid afdelingshoofd Rollend Materieel & Vaste Installaties
Secretaris Elza Schrauwen
preventieadviseur
Arbeidsgeneeskundige dienst Marie-Jeanne Meesters
preventieadviseur - arbeidsgeneesheer
Werknemersafgevaardigden effectieve leden:
plaatsvervangende leden:
* Arbeiders ACOD Freddy Bossant Rony D’Hont Ronny Strubbe Eddy Vanronselé Petra Depoorter
* Arbeiders ACOD Olivier De Busscher Christophe Debusschere Bart Desmet Antoon Proot Stefaan Vanderhaeghen
ACV
ACV
Bjorn Verleye Kathy Vermandel
Bianca Ysenbaert Erwin Poppe
ACLVB Thierry De Glas
ACLVB Marc Braem
* Bedienden ACV Frank Wylin
* Bedienden ACV Annick Lamoot
* Jeugdige werknemers ACV Stefaan Lycke
*Jeugdige werknemers ACV Wouter Dinneweth
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 24
PREVENTIEADVISEUR Mevrouw Elza Schrauwen is belast met de leiding van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (I.D.P.B.), wiens bureau zich bevindt te Nieuwpoortsesteenweg 110, 8400 Oostende. Telefoonnummer: (059) 56 52 45.
ARBEIDSGENEESHEER Naam en adres van de dokter, hoofd van de geneeskundige dienst van de onderneming, of van de dokter van de interbedrijfsgeneeskundige dienst waarbij de onderneming aangesloten is en die belast is met het toezicht op de onderneming : ATTENTIA – CBMT preventie & bescherming Dr. Carine Vinckx Algemeen Directeur, geneesheer-coördinator De Lijn Ad. Lacomblélaan 52, bus 7 1030 BRUSSEL Naam van de geneesheer of van de hoofdgeneesheer aan de onderneming verbonden voor WestVlaanderen: Dr. Meesters M.J. Noordzeestraat 14B 8380 ZEEBRUGGE Tel. 050 54 58 60
EERSTE HULP De eerste hulp wordt verleend door de hulpverleners op de plaats van tewerkstelling, waarvan de namen en telefoonnummers worden uitgehangen in de hulpposten. Naam van de hulpverleners: Brugge Chantal Deprince Dirk Mortier Peggy Debaene Eddy Vanronselé Dimitri Hoppe Tim Druwel Philippe Rommens
Ghislain Van Wassenhove Hans Vernieuwe Thierry De Glas Xavier Noë Miranda Speecke Mario Debaene
De Panne Adinkerke Thomas Vander Brugghen
Luc Vandersteene
Diksmuide Dirk Derck Geert Sambaer
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 25
Frank Sinnaeve
Directie Filip Bouckaert Fien Van Den Bogaert Chris Naessens Marc Deknock Jean-Paul Noulez
Tim Pieters Erwin Develter Caroline Rotty Jorg Simoens
Rijschool Brugge Ives Hoolants Gebouwen Edith Vergote
Kevin Ydens
Geluwe Eric Decuypere
Patrick Callewaert
Ieper Frédéric Douchy
Luc Pannekoecke
Knokke Luc Danneels
Valerie Pinoy
Kortrijk Didier Maes Danny Vantomme Wim Van den Hoeck
Rik Seys (brugpensioen) Yves Vandebuerie
Caroline Callens Luchtlijnen Bart Desmet Luc Vanhoirelbeke P
Gino Henderyck Pascal Vanuxem
Onderhoud Brugge Kurt Pecceu Onderhoud Ieper Onderhoud Kortrijk Tony Cobbe Onderhoud tram Oostende Dany Nobus Oostende Egide Vanhooren
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 26
Geert Barbier
Guy Denaet Steven Sabbe Stefan Germonprez
Rudy Schaubroeck Willem Steylaerts
Wegen en Werken Eddy Bonduelle Jean-Pierre Bouckenooghe Geert Vanparys
Gino Robert Franky Verbuecken Pascal Schacht
Werkhuis Oostende Rudy Degraeuwe Brain Beirens Bjorn Dewulf
Pascal Lescrauwaet Renaud Schuyesmans
PLAATS E.H.B.O.-posten Plaats van de E.H.B.O.-post : op het gelijkvloers van het directiegebouw aan de ingang van het werkhuis. De overeenkomstig het A.R.A.B. voorgeschreven verbandkistjes bevinden zich : Directiegebouw Oostende Rijschool Brugge exploitatie Brugge, bureau dispatchers exploitatie Brugge lijnwinkel station exploitatie Brugge, Koerdienst exploitatie Zwevezele exploitatie Koekelare exploitatie Waggelwater exploitatie Kortrijk, bureau dispatchers exploitatie Kortrijk lijnwinkel station onderhoudscentrum Brugge onderhoudscentrum Kortrijk onderhoudscentrum Ieper onderhoudscentrum tram Oostende werkplaats schilderij centraal werkhuis Oostende werkplaats LL & WW ploeg gebouwen bestelwagen LL&WW magazijn luchlijnen wagens (5x) wegen en werken wagens (7x) depannage wagen opslagruimte Zandvoordestraat Oude stelplaats Adinkerke
Arbeidsreglement – entiteit West-Vlaanderen, 27/05/2010 Blz. 27
exploitatie Ieper, exploitatiegebouw exploitatie Diksmuide exploitatie Geluwe exploitatie Brandariskaai, exploitatiegebouw exploitatie Brandariskaai, rangeerders exploitatie Brandariskaai, tankers exploitatie Knokke exploitatie Adinkerke
OVEREENKOMSTIG DE ARBEIDSONGEVALLENWET AANGEWEZEN ZIEKENHUIS De slachtoffers van arbeidsongevallen hebben vrije keuze van geneesheer, kliniek of hospitaaldienst om zich te laten verzorgen.
BIJLAGE 5 ALGEMENE GEGEVENS
1. R.S.Z. Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 1060 Brussel aansluitingsnummer: 347/829027-95 Website: http://www.rsz.be E-mail:
[email protected]
2. Kinderbijslagfonds SECUREX Genèvestraat 4 1140 Brussel aansluitingsnummer: 65-650250 (loontrekkend personeel) 65-650260 (weddetrekkend personeel) Website: www.securex.be E-mail:
[email protected] 3. Vakantiefonds voor arbeiders Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie Elyzeese Veldenstraat 12 1050 Brussel aansluitingsnummer: 046/829027-95 Website: http://www.onva-rjv.fgov.be E-mail:
[email protected] 4. Verzekering arbeidsongevallen ETHIAS Prins Bisschopssingel 73 3500 Hasselt polisnummer: 6 050 912 Website: www.ethias.be E-mail: via de site 5. Toezicht op de Sociale Wetten (die toezicht uitoefent op de arbeidsreglementering) Directie Brugge Breidelstraat 3 8000 Brugge Directie Kortrijk Ijzerkaai 26-27 8500 Kortrijk Directie Roeselare Kleine Bassinstraat 16 8800 Roeselare Website: http://www.werk.belgie.be
6. Toezicht op het Welzijn op het Werk (die toezicht uitoefent op de toepassing van de regeling inzake arbeidshygiëne en –gezondheid en die zich inlaat met de arbeidsveiligheid – A.R.A.B.) Breidelstraat 3 8000 Brugge Website: http://meta.fgov.be E-mail:
[email protected]
BIJLAGE 6 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS VAN 19 DECEMBER 2001 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités ; Gelet op het Internationaal Arbeidsverdrag nr. 100 betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde en op artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ; Gelet op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 februari 1975 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers ; Gelet op punt 5 van het Nationaal interprofessioneel akkoord van 10 februari 1975 betreffende de gelijkheid inzake arbeidsvoorwaarden ; Gelet op artikel 47 bis van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers ; Hebben navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers ..... in de Nationale Arbeidsraad, op 15 oktober 1975, navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I - VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, dat is neergelegd in artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, te verwezenlijken. De gelijkheid van beloning houdt in dat voor gelijke arbeid van gelijke waarde ieder onderscheid naar kunne wordt afgeschaft. Commentaar De gelijkheid van beloning moet worden verwezenlijkt op het niveau waar de lonen worden gevormd. Artikel 2 De overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. HOOFDSTUK II - TENUITVOERLEGGING Artikel 3 De gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet verzekerd worden voor alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt.
In geen geval mogen de systemen van functiewaardering tot discriminatie leiden, noch door de keuze van de criteria, noch door de weging van die criteria, noch door het systeem van omzetting van de functiepunten in loonpunten. Artikel 4 Onder loon wordt verstaan : 1 het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever ; 2 de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht heeft ingevolge zijn dienstbetrekking of krachtens het gebruik ; 3 de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever. Worden voor de toepassing van onderhavige overeenkomst eveneens in aanmerking genomen : a) de vergoedingen die krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst en ter aanvulling van het wettelijk vakantiegeld door de werkgever als vakantiegeld worden betaald ; b) de vergoedingen die voortvloeien uit de aanvullende niet-wettelijke sociale zekerheidsregelingen. Met betrekking tot de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel, hebben de partijen besloten wat volgt : - als algemene regel zal deze bepaling van kracht worden zodra een nieuwe, door de Raad van de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtlijn het probleem van de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid zal hebben geregeld ; - met betrekking evenwel tot de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor thans een verschil in regeling voor de mannelijke en vrouwelijke werknemers bestaat, zal deze bepaling slechts van kracht worden wanneer maatregelen in het wettelijke vlak zullen genomen zijn. Commentaar Het begrip loon moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd, conform de geest van de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (cf. Verslag van de Hr. L.E. TROCLET aan de Commissie Tewerkstelling, Arbeid en Sociale Voorzorg, Parl. Stuk, Senaat, nr. 115, zitting 1964-1965, 9-2-1965, blz. 9 en 18). De overeenkomst bepaalt dat de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel zal worden verdaagd en als algemene regel zal afhangen van de datum waarop genoemde richtlijn door de Raad van de Europese Gemeenschappen zal vastgesteld zijn. Een voorbehoud wordt evenwel gemaakt voor de voordelen die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen, waar een verschil in regeling bestaat op nationaal niveau (b.v. pensioenen), aangezien de richtlijn niet onmiddellijk bij wet ten uitvoer zal worden gelegd en het lot van deze aanvullende niet-wettelijke voordelen derhalve moet gebonden worden aan de maatregelen die in het wettelijke vlak zullen worden genomen. Dit geldt niet voor de aanvullende niet-wettelijke sociale zekerheidsregelingen die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor geen discriminatie bestaat (b.v. verzekering, ziekte-invaliditeit) en die van kracht zullen worden op de datum waarop de richtlijn van kracht wordt. Artikel 5 Elke werknemer die zich benadeeld acht of de representatieve werknemersorganisatie waarbij de werknemer is aangesloten kan bij het bevoegde rechtscollege een rechtsvordering instellen om het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers te doen toepassen.
Commentaar Conform artikel 4 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, kunnen de representatieve werknemersorganisaties in rechte optreden ter verdediging van de rechten welke hun leden putten uit de door hen gesloten overeenkomsten ; deze bevoegdheid doet echter geen afbreuk aan het recht van de leden om zelf op te treden. Artikel 6 Een gespecialiseerde paritair samengestelde commissie zal op initiatief van de organisaties, die onderhavige overeenkomst hebben ondertekend, worden opgericht. Zij zal tot taak hebben het bevoegde rechtscollege van advies te dienen, indien het erom verzoekt, omtrent geschillen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning. [Bovendien zal zij de sociale partners informeren en sensibiliseren met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en op verzoek van de paritaire comités dienaangaande advies en bijstand verlenen] 1. Commentaar Wegens de zeer technische aard van tal van geschillen die aan de bevoegde rechtscolleges kunnen worden voorgelegd omtrent de toepassing van het beginsel van gelijke beloning, hebben de ondertekenende organisaties zich uitgesproken voor de oprichting van een commissie, bestaande uit personen die gespecialiseerd zijn op het gebied van de functiewaardering en de vaststelling van het loon. Zij zal bestaan uit 3 leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en uit 3 leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen ; er zullen evenveel plaatsvervangende leden worden aangeduid. De leden van de Commissie kunnen zich naargelang van het geval door deskundigen laten bijstaan. De Commissie Vrouwenarbeid zal ingelicht worden over de werkzaamheden van die Commissie. [Om een dynamiek te ontwikkelen met het oog op het bewerkstelligen van sekseneutrale functiewaarderingssystemen, zal de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie alle nuttige informatie verzamelen met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en de sociale partners hiervan op de hoogte brengen en bewustmaken. Bovendien kunnen de paritaire comités, indien zij dit wensen, dienaangaande de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie om advies en bijstand verzoeken.] 2 Artikel 7 § 1. De werkgever die een werknemer tewerkstelt die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn, hetzij bij de sociale inspectie een met redenen omklede klacht heeft ingediend of die een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld tot herziening van het loon op basis van onderhavige overeenkomst, mag de arbeidsbetrekking niet beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering. De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever, indien de werknemer wordt ontslagen of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd binnen de 12 maanden volgend op het indienen van een klacht zoals bedoeld in het vorig lid. Deze bewijslast rust eveneens op de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden nadat een rechtsvordering werd ingesteld, zoals bedoeld in het vorige lid en dit tot 3 maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis. § 2. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt in strijd met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten hem opnieuw in de onderneming op te nemen of hem te herplaatsen in de arbeidspost onder de voorwaarden vastgesteld in de
arbeidsovereenkomst. Het verzoek moet worden gedaan binnen de 30 dagen die volgen op de datum van de betekening van de opzegging, van de beëindiging zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever moet binnen de 30 dagen volgend op de betekening zich over de aanvraag uitspreken. De werkgever die de werknemer opnieuw in de onderneming opneemt of hem opnieuw aan zijn vroegere arbeidspost tewerkstelt, moet het door de werknemer wegens ontslag of wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en werknemersbijdragen op dat loon storten. § 3. Wanneer de werknemer ingevolge het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek niet opnieuw wordt opgenomen of niet wordt herplaatst in zijn arbeidspost en er geoordeeld werd dat het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden indruist tegen de beschikkingen van § 1, lid 1, zal de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen die, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor 6 maanden, hetzij aan de werkelijke door de werknemer geleden schade ; in laatstgenoemd geval zal de werknemer de omvang van de geleden schade moeten bewijzen. § 4. De werkgever is verplicht dezelfde vergoeding uit te betalen, zonder dat de werknemer het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek om opnieuw te worden opgenomen of in de arbeidspost te worden herplaatst, moet indienen : 1 wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst verbreekt, omdat het gedrag van de werkgever in strijd is met de beschikkingen van § 1, lid 1, wat in hoofde van de werknemer een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te verbreken ; 2 wanneer de werkgever de werknemer heeft ontslagen om een dringende reden, op voorwaarde dat het bevoegde rechtsorgaan dit ontslag voor ongegrond houdt en in strijd acht met de beschikkingen van § 1, lid 1. Commentaar Dit artikel voorziet in een bescherming tegen ontslag, in die zin dat de werkgever geen einde mag maken aan de arbeidsbetrekking om redenen die verband houden met het instellen van een rechtsvordering of het indienen van een klacht. De procedure voor het indienen van de klacht moet soepel worden toegepast. Deze klacht kan worden ingediend volgens een op afspraak berustende procedure op ondernemingsniveau of bij de sociale inspectie, doch de schriftelijke klacht, ingediend door een werknemer die is aangesloten bij een niet in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisatie kan eveneens als geldig worden beschouwd. Deze bescherming geldt eveneens wanneer, ingevolge het indienen van een klacht of het instellen van een vordering de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd, b.v. het doorvoeren van onverantwoorde mutaties, d.w.z. mutaties die niet noodzakelijk zijn wegens de normale organisatie van het werk in de onderneming. Anderdeels dient de aandacht te worden gevestigd op het feit dat, volgens de rechtspraak, de eenzijdige wijziging van een essentiële voorwaarde van de arbeidsovereenkomst de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor gevolg kan hebben. In geval van ontslag of van eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden, wegens hogergenoemde niet verantwoorde redenen, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten om de wederopneming in de onderneming of in zijn arbeidspost. Indien dit wordt geweigerd, moet de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen wanneer het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden als strijdig met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel werden beoordeeld. Deze vergoeding is, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk aan hetzij een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor 6 maanden, hetzij een bedrag dat overeenstemt met de werkelijk geleden schade, op voorwaarde dat de werknemer de omvang ervan kan bewijzen.
HOOFDSTUK III - BEKENDMAKING Artikel 8 De tekst van onderhavige overeenkomst wordt in bijlage bij het arbeidsreglement van de onderneming gevoegd. HOOFDSTUK IV - SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Deze overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd ; zij wordt van kracht op de datum van de ondertekening ervan, met uitzondering van de bepalingen van artikel 4, lid 3. Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van 6 maanden. De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen ; de andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. HOOFDSTUK V - VERPLICHTENDE BEPALINGEN Artikel 10 De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de nodige maatregelen te treffen opdat de sociale rechters en raadsheren, die in de arbeidsrechtbanken en -hoven als werknemers of als werkgevers zetelen, zouden worden ingelicht over het bestaan van de bij artikel 6 van onderhavige overeenkomst voorziene gespecialiseerde commissie. Tevens verbinden zij zich ertoe aan hun organisaties, die in rechte zouden optreden ter verdediging van de uit onderhavige overeenkomst voortvloeiende rechten, aan te bevelen dat zij het bevoegde rechtscollege zouden vragen genoemde commissie te raadplegen. [De ondertekenende partijen gaan bovendien de verbintenis aan om de nodige maatregelen te treffen opdat de paritaire comités zouden worden ingelicht over de in artikel 6, derde lid van onderhavige overeenkomst voorziene rol van de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen.] 3 Commentaar [Ter uitvoering van artikel 10, tweede lid hebben de ondertekenende partijen de mededeling nr. 8 van 19 december 2001 aan de paritaire comités overgemaakt betreffende de rol van de bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers opgerichte gespecialiseerde paritair samengestelde commissie inzake neutrale functiewaarderingssystemen.] 4 Artikel 11 De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de resultaten van de toepassing van onderhavige overeenkomst te onderzoeken, ten laatste 12 maanden na de inwerkingtreding ervan. x
x
x
3 Ingevoegd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 (artikel 1). 4 Nieuwe commentaar (Beslissing van de Raad van 19 december 2001).
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, verzoekt de Nationale Arbeidsraad dat de artikelen 1 tot 9 van deze overeenkomst door de Koning algemeen verbindend zouden worden verklaard. Gedaan te Brussel, op vijftien oktober negentienhonderd vijfenzeventig.
BIJLAGE 7 DIENSTTIJDENREGELINGEN EN WERKTIJDEN INHOUDSTAFEL A. BEDIENDEN I. Entiteitsdirectie 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Centrale Controle Belbuscentrale Rijschool Bedienden techniek
2. Roosters 2.1. Centrale controle 2.2. Belbuscentrale 2.3. Rijschool 2.4. Bedienden Techniek II. Regio’s 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. bericht dd. 04.04.2005 m.b.t. terugname saldo uren op 31/12/2004 2.
Roosters 2.1. regio Kust 2.2. regio Brugge 2.3. regio Kortrijk-Ieper
B. ARBEIDERS 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. Regio’s 1.1.1. regio Kust 1.1.2. regio Brugge 1.1.3. regio Kortrijk-Ieper 1.2. Afdeling techniek 2. Roosters 2.1. Regio’s 2.1.1 regio Kust 2.1.2 regio Brugge 2.1.3. regio Kortrijk-Ieper 2.2. Afdeling techniek
C. BIJLAGE 12.1: Wissel van diensten bij chauffeurs West-Vlaanderen BIJLAGE 12.2: WISSELEN VAN DIENSTEN BIJ MEDEWERKERS BELBUSCENTRALE WESTVLAANDEREN. A. BEDIENDEN I. Entiteitsdirectie 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1.
Centrale Controle • • • • • • •
1.2.
Belbuscentrale • • • • • • •
1.3.
Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. De diensttabellen worden naar gebruik 30 dagen vóór het begin van de maand bekendgemaakt. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. De gemiddelde diensttijd bedraagt 37 u/week, over een trimester gerekend. De werkwijze in geval van deeltijdse tewerkstelling is de volgende: er wordt een vaste dag bepaald, na overleg, volgens de dienstnoodwendigheden. De plaats van tewerkstelling is Oostende. Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
Rijschool • • • • • • •
1.4.
Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. De dienstrollen worden naar gebruik maandelijks opgemaakt en 14 dagen vóór het begin van de volgende maand bekendgemaakt. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. De gemiddelde diensttijd bedraagt 37 u/week, over een trimester gerekend. De werkwijze in geval van deeltijdse tewerkstelling is de volgende: er wordt een vaste dag bepaald, na overleg, volgens de dienstnoodwendigheden. De plaats van tewerkstelling is Oostende. Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. De diensttabellen worden uiterlijk op de 20ste van de maand bekendgemaakt. De toegekende diensten kunnen steeds wijzigen volgens dienstnoodwendigheid. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. De gemiddelde diensttijd bedraagt 7.48 u/dag. De plaats van tewerkstelling is Oostende. Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
Bedienden techniek
2. Roosters 2.1. Centrale controle Nr. 506, 508, 510 530, 533, 535, 537, 547
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Dagdienst
Rooster over 7 dagen volgens vastgelegd schema
2.2. Belbuscentrale Nr.
Omschrijving rooster
8 effectieven 401 tot 408
Roosters uitgezet over 168 dagen volgens vastgelegd schema
4 vaste reserven 410 tot 413
Roosters uitgezet over 168 dagen volgens vastgelegd schema
3 reserven 414 tot 416
Roosters uitgezet over 28 dagen volgens vastgelegd schema
Back-office 3 effectieven 421 tot 423
Roosters uitgezet over 28 dagen volgens vastgelegd schema
2.3. Rijschool Nr.
Omschrijving rooster rooster over 7 dagen werken van maandag t.e.m. vrijdag
Bijkomende elementen Opvolging chauffeurs / jobstudenten
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Late dienst Dagdienst
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk Praktische opleiding Tram / bus werken van maandag t.e.m. vrijdag Theoretische opleiding en bureel
Dagdienst
Seizoenspersoneel coaching Systeem 4 dagen werken, 2 dagen thuis
Late dienst Dagdienst
2.4. Bedienden Techniek Nr. Onderhoudscentrum
Omschrijving rooster rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag
Bijkomende elementen Meestergasten en brigadiers
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie)
II. Regio’s 1. Gemeenschappelijke bepalingen • • • • • • • • •
1.1.
Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. De dienstrollen worden naar gebruik (jaarlijks) opgemaakt en minimaal 15 dagen vooraf bekendgemaakt. In de regio Brugge is dit 21 dagen vooraf. De begindata van zomer, winter, hoogseizoen en halfseizoen worden jaarlijks bepaald, in functie van de schoolvakanties. (enkel regio Kust) De diensten voorzien op de diensttabel worden individueel verdeeld. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. De gemiddelde dagelijkse prestaties bedragen in de dienstrollen gemiddeld 37 uren per week, over een trimester gerekend. De deeltijdse tewerkstelling wordt op volgende wijze geregeld: via individuele overeenkomst. De plaats van tewerkstelling wordt bepaald volgens regio. Binnen een regio kan men overal tewerkgesteld worden, met inachtneming van de afspraken. Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
Bericht dd. 04/04/2005 m.b.t. terugname saldo uren op 31/12/2004. Zie bijlage hierna.
Bericht 553/FN/522.02.00+542.06.00+541
ter uitvoering
ingangsdatum geldig tot vervangt
heden nader bericht voorgaande
Terugname saldo uren op 31/12/04 Saldo uren weddetrekkenden met een barema tot en met Kl9 die niet prikken, behalve regiochefs aan
alle weddetrekkenden met een barema tot en met Kl9 die niet prikken
vanwege
verspreiding
directie
West-Vlaanderen
centrale diensten
afdeling
personeel, organisatie en IKZ
contactpersoon
Frank Nootaert, verantwoordelijke personeelsadministratie
entiteiten
op naam
derden
Op 01/01/05 beginnen alle personeelsleden met een nieuw saldo van 0 uren. Het is de bedoeling dat het saldo blijft tussen -8.00 uren en +12.00 uren op het einde van de maand. Uren gepresteerd op vraag van het afdelingshoofd of de regiochef, waardoor het saldo boven de 12.00 uren stijgt dienen binnen de 3 maanden teruggenomen te worden. Deze uren worden “opgelegde uren” genoemd. Het saldo op 31/12/04 wordt op een afzonderlijke rekening gezet. Dit saldo wordt “TS” genoemd. Hierna wordt de werkwijze en de toe te passen reglementering van de verschillende onderdelen uiteengezet. 1. Terugname saldo op 31/12/04 Het positief saldo op 31/12/04 wordt in een afzonderlijk bestand bijgehouden. Ieder personeelslid spreekt af met het afdelingshoofd of de regiochef hoeveel uren in 2005 zullen worden teruggenomen. Dit wordt vastgelegd op een document dat op naam wordt bezorgd. Een planning over 4 jaren wordt opgemaakt (binnen 4 jaren zijn alle TS-uren opgenomen).Na overleg met regiochef of afdelingshoofd kan een andere planning opgemaakt worden. 2. Verwerking van de gegevens en opvolging Het saldo op 31/12/04 wordt door de personeelsadministratie in de AS400 ingebracht. Dit saldo en het saldo dat ontstaat door de prestaties vanaf 01/01/05 worden gewijzigd door de puntering. Het terugnemen van het oud saldo gebeurt met de code CO99, het terugnemen van uitgevoerde meerprestaties vanaf 01/01/05 gebeurt met de code C001. Met een individuele fiche kan iedereen zijn saldi volgen. 3. Uitbetaling uren van het saldo op 31/12/04 Nadat ¾ van het aantal uren dat voorzien werd teruggenomen is, kan het personeelslid vragen om het resterende ¼ uitbetaald te worden. Dit is echter niet verplicht. vb.: u voorziet 100 uren terug te nemen, na 75 uren te hebben teruggenomen krijgt u 25 uren uitbetaald. 4. Opmaak dienstrollen -- Er zijn 2 verschillende soorten dienstrollen: alle dagen van de week: baancontroleurs, controleurs-dispatchers, medewerker exploitatie kl.45, medewerker administratie en lijnwinkel. van maandag tot en met vrijdag: regiochef, exploitatiechef, meestergasten Brugge en Kortrijk, personeel rijschool
-- Opmaak dienstrollen Regio’s De definitieve dienstrol is opgemaakt 2 weken voor de maand in de regio Kortrijk, 4 weken voor de maand in de regio Kust en Brugge Centrale controle, rijschool, meestergasten. De dienstrol wordt opgemaakt voor het begin van de maand De verantwoordelijke voorziet de regelmatige spreiding van T-, X-, en eventueel CG-dagen. Ieder personeelslid heeft per periode van 7 dagen minstens 1 rustdag. CG-dagen worden opgelegd door de verantwoordelijke als voldoende diensten die het gemiddelde overschreden werden uitgevoerd. CO-dagen worden toegekend op vraag, of door de verantwoordelijke als de aanvraag uitblijft. 5. Saldo lopende rekening Het saldo van de nieuwe lopende rekening ligt tussen 8 uren in negatief en 12 uren in positief. Vanaf heden is het niet toegelaten om het saldo te laten stijgen tot boven de 12.00 uren in positief indien hiervoor onvoldoende opgelegde uren werden opgegeven. 6. Opgelegde uren In uitzonderlijke gevallen kunnen prestaties verricht worden die als gevolg hebben dat het saldo van 12.00 uren overschreden wordt. Deze uren moeten vermeld worden op de daartoe voorziene staat. Deze staat wordt op naam aan iedereen toegestuurd. De handtekening van het afdelingshoofd of de regiochef, niet van zijn vervanger, is nodig. Op deze staat wordt ook de terugname van deze uren vermeld. Het afdelingshoofd of de regiochef vermeldt ook of er overloon moet toegekend worden. Opgelegde uren moeten teruggenomen worden binnen de 3 maanden na de maand waarin zij werden gepresteerd. Dit kan met 3 maanden verlengd worden. De staat wordt per maand aan de personeelsadministratie overgemaakt. 7. Overloon Overloon wordt toegekend -- 50% bij opgelegd werk boven de voorziene dagprestatie -- 100% bij opgelegd werk op X-, T- en CG-dag -- 100% bij opgelegd werk op zon- en feestdagen. Het overloon wordt altijd uitbetaald en kan niet omgezet worden in uren. Overloon wordt toegekend aan personeelsleden bezoldigd in klasse 8 of lager. Personeelsleden bezoldigd in klasse 9 of hoger worden aanzien als personeelsleden met een leidinggevende functie of een vertrouwenspost, in dit geval worden er geen overloon toegekend. 8. Toelage De toelage voor werk op zaterdag wordt altijd toegekend voor de personeelsleden bezoldigd in de klasse 8 of lager. Personeelsleden bezoldigd in klasse 9 of hoger worden aanzien als personeelsleden met een leidinggevende functie of een vertrouwenspost, in dit geval worden er geen toelagen toegekend. De toelage voor werk op zon- en feestdag wordt toegekend aan de personeelsleden met prestaties op alle dagen van de week. 9. Hitte-uren Hitte-uren worden in een afzonderlijk saldo opgenomen. 10. Wijze van terugname van uren De TS-uren worden teruggenomen per halve of gehele dag, of in stukken, voor zover de dienst het toelaat. Opgelegde uren kunnen in stukken teruggenomen worden, voor zover de dienst het toelaat. De regiochef of afdelingshoofd voorziet de terugname van de uren, in overleg met het personeelslid. 11. Punteringsfiche Maandelijks met de loonbrief krijgt iedereen een overzicht van de puntering.
12. Documenten De aanvraag formulieren die kunnen worden gebruikt worden bij dit bericht gevoegd. Het bijgevoegde document “terugname uren saldo<2005” moet worden ingevuld en is bestemd voor de personeelsadministratie. De lijsten voorzien in het programma MENUPD05 kunnen door de punteerder afgedrukt worden. 13. Vragen De personeelsleden kunnen met al hun praktische vragen en opmerkingen terecht bij hun afdelingshoofd, regiochef of de afdeling personeel.
Oostende, 04 april 2005
Luc De Man directeur
2. Roosters 2.1. Regio Kust
2.2. Nr. Nr. D1 D101 D102 D105 D103 D104 D105 C130
Regio Brugge Omschrijving rooster Omschrijving rooster Rooster over 7 dagen volgens Rooster over 7 dagen volgens vastgelegd schema vastgelegd schema Werken van maandag t.e.m. vrijdag Rooster over 7 dagen volgens vastgelegd schema Werken van maandag t.e.m. vrijdag Werken van maandag t.e.m. vrijdag Rooster over 6 dagen: 4w-2r Werken van maandag t.e.m. vrijdag Werken van maandag t.e.m. zondag Rooster over 6 dagen : 4w-2R
C131 C132 C133 C134 C135 C136 C137 C138
Werken van maandag t.e.m. vrijdag
2.3. Nr. B/K1
Bijkomende elementen Bijkomende elementen Planners Medewerker omleidingen Zaterdag en zondag werken in beurtrol. Teamleider controle en interventie Weekendwerk in overleg met de regiomanager, bij Planners te coördineren controle-acties en bij evenementen. Medewerkers omleidingen Medewerker Regio-administratie Zaterdag en zondag werken in beurtrol. Teamleider operaties & administratie Teamleider controle en interventie Hoofd regioplanning Weekendwerk Regio-assistentin overleg met de regiomanager, bij te coördineren controle-acties en bij evenementen. Lijncontroleurs Medewerker Regio-administratie Dispatchers Teamleider operaties & administratie Hoofd regioplanning Lijnwinkel Brugge Lijncontroleurs Dispatchers
Regio-assistent
Type diensten in het rooster Type diensten in het rooster (benaderende (Benaderende beginen einduren) begin en einduren) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met Dagdienst permanentie) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Vroege dienst Dagdienst Late dienst(glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie)
Regio Kortrijk-Ieper Omschrijving rooster Werken van maandag t.e.m. vrijdag
Bijkomende elementen Medewerker Regio-administratie Teamleider operaties & administratie hoofd regioplanning Regio-assistent
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie)
B/K2
Rooster over 6 dagen: 4w-2r
Lijncontroleurs Dispatchers
B/I1
Rooster over 7 dagen volgens vastgelegd schema
Planners Medewerker omleidingen Zaterdag en zondag werken in beurtrol. Teamleider controle en interventie Weekendwerk in overleg met de regiomanager, bij te coördineren controle-acties en bij evenementen. Lijnwinkel
Werken van maandag t.e.m. vrijdag 306
Werken van maandag t.e.m. vrijdag
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst (glijdende arbeidstijd met permanentie) Dagdienst
B. ARBEIDERS 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. Regio’s 1.1.1. Kust • Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. • De dienstrollen, worden naar gebruik jaarlijks, maandelijks opgemaakt en 7 dagen vooraf bekend gemaakt. • De begindata van zomer, winter, hoogseizoen en halfseizoen worden jaarlijks bepaald, in functie van de schoolvakanties. • De diensten voor het reservepersoneel worden 7 dagen vooraf voorzien op hun diensttabel. Speciaal vervoer wordt twee dagen vooraf bekend gemaakt. • De diensten voorzien op de diensttabel dienen uiterlijk de 7de dag vooraf te worden uitgehangen. Dit uitgezonderd de dienstwijzigingen voor het reservepersoneel die dienen aangebracht te worden in onvoorziene gevallen die zich voordoen in de periode die aanvangt de 7de dag voor de dienst en eindigt op de dag van de dienst. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. • De deeltijdse tewerkstelling wordt op volgende wijze geregeld: via individuele overeenkomst. • Reservepersoneelsleden van de regio Kust kunnen worden tewerkgesteld in alle stelplaatsen van de Kust. • De minimumduur van elke deelprestatie bedraagt 2 uren. De minimumprestatie per dag bedraagt 4 uren. Een onderbreking voor niet-betaalde pauze moet minstens 2 uren bedragen; kortere onderbrekingen worden doorbetaald op voorwaarde dat het personeelslid ter beschikking blijft van de verantwoordelijke. • De gemiddelde dagelijkse prestaties met inbegrip van de tijd voor buiten- en binnenrijden, voor verplaatsingen en administratie, bedragen in de dienstrollen gemiddeld 37 uren per week, over een trimester gerekend. • De dienstomvang (amplitude) met onderbreking bedraagt ten hoogste 14 uren. Er is een toeslag van 25 % in tijd voor de amplitudetijd boven de 12 uren. • De nieuwe chauffeurs worden pas in een dienstrooster geplaatst na de basisopleiding. • Het aantal T-dagen voor deeltijdsen wordt bepaald volgens het bericht 553/fn/522.00.06, ingangsdatum 01 januari 2006, opgemaakt te Oostende, 19 december 2005. • Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. • Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
1.1.2. Brugge • • • •
•
Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. De dienstrollen worden naar gebruik jaarlijks opgemaakt en minstens 3 weken vooraf bekend gemaakt, vóór het aanvragen van het verlof. De diensten voor de reservepersoneelsleden worden 3 weken vooraf voorzien op hun diensttabel. De diensten voorzien op de diensttabel dienen 5 dagen vooraf te worden uitgehangen. Dit uitgezonderd de dienstwijzigingen voor het reservepersoneel die dienen aangebracht te worden in onvoorziene gevallen die zich voordoen in de periode die aanvangt de 5de dag voor de dienst en eindigt op de dag van de dienst. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. De deeltijdse tewerkstelling wordt op volgende wijze geregeld: de dag is bepaald, met name de 5e werkdag.
• •
• • • • • •
Reservepersoneelsleden van de regio Brugge kunnen tewerkgesteld worden in de drie stelplaatsen: Assebroek, Koekelare en Zwevezele. De minimum duur van elke deelprestatie bedraagt 2 uren. De minimumprestatie per dag bedraagt 4 uren. Een onderbreking voor niet-betaalde pauze moet minstens 2 uren bedragen; kortere onderbrekingen worden doorbetaald op voorwaarde dat het personeelslid ter beschikking blijft van de verantwoordelijke. De gemiddelde dagelijkse prestaties met inbegrip van de tijd voor buiten- en binnenrijden, voor verplaatsingen en administratie, bedragen in de dienstrollen gemiddeld 37 uren per week, over een trimester gerekend. De dienstomvang (amplitude) met onderbreking bedraagt ten hoogste 14 uren. Er is een toeslag van 25% in tijd voor de amplitudetijd boven de 12 uren. De nieuwe chauffeurs worden pas in een dienstrooster geplaatst na de basisopleiding. Het aantal T-dagen voor deeltijdsen wordt bepaald volgens het bericht 553/fn/522.00.06, ingangsdatum 01 januari 2006, opgemaakt te Oostende, 19 december 2005. Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
1.1.3.
Kortrijk-Ieper
• Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. • De dienstrollen worden naar gebruik maandelijks opgemaakt. De diensttabel voor een maand wordt bekend gemaakt ten laatste op de 23ste van de voorgaande maand. • De diensten voor het reservepersoneel worden voorzien op de maandelijkse diensttabel. Dagen zonder voorziene diensten worden uiterlijk de 5de dag vooraf ingevuld. • De diensten voor het reservepersoneel voorzien op de diensttabel dienen uiterlijk de 5de dag vooraf te worden uitgehangen. Dit uitgezonderd de dienstwijzigingen voor het reservepersoneel die dienen aangebracht te worden in onvoorziene gevallen die zich voordoen in de periode die aanvangt de 5de dag voor de dienst en eindigt op de dag van de dienst. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. • De deeltijdse tewerkstelling wordt op volgende wijze geregeld: er wordt een vaste dag per week bepaald in overleg met het hoofd regioplanning. • De personeelsleden behoren tot sector Kortrijk of sector Ieper. Reservepersoneelsleden van sector Ieper kunnen tewerkgesteld worden in alle stelplaatsen van De Lijn van deze sector, zijnde Diksmuide, Geluwe en Ieper. • De minimumduur van elke deelprestatie bedraagt 2 uren. De minimumprestatie per dag bedraagt 4 uren. Een onderbreking voor niet-betaalde pauze moet minstens 2 uren bedragen; kortere onderbrekingen worden doorbetaald op voorwaarde dat het personeelslid ter beschikking blijft van de verantwoordelijke. • De gemiddelde dagelijkse prestaties met inbegrip van de tijd voor buiten- en binnenrijden, voor verplaatsingen en administratie, bedragen in de dienstrollen gemiddeld 37 uren per week, over een trimester gerekend. • De dienstomvang (amplitude) met onderbreking bedraagt ten hoogste 14 uren. Er is een toeslag van 25 % in tijd voor de amplitudetijd boven de 12 uren. • De nieuwe chauffeurs worden pas in een dienstrooster geplaatst na de basisopleiding. • Het aantal T-dagen voor deeltijdsen wordt bepaald volgens het bericht 553/fn/522.00.06, ingangsdatum 01 januari 2006, opgemaakt te Oostende, 19 december 2005. • Een prestatie in de dienstrollen mag niet meer dan 10 uren bedragen. • Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn. 1.2. Afdeling techniek • Een dienstrol bestaat uit roosters waarop de diensten zijn ingevuld. Een dienstrooster is een werksysteem met een opeenvolging van werk- en rustdagen. • De dienstrollen worden 14 dagen vóór het begin van de volgende maand bekendgemaakt
• De diensten voorzien op de diensttabel dienen vooraf te worden uitgehangen. In geval van wijzigingen wordt het personeelslid persoonlijk verwittigd. • De begindata van zomer, winter, hoogseizoen en halfseizoen worden jaarlijks bepaald, in functie van de schoolvakanties. • Zowel het invullen van open gekomen plaatsen en ter vervangen diensten, als het toekennen van wachtdiensten, gebeurt steeds in overleg. • De normale aanvangsuren zijn van 07.30u tot 16.00u voor rollend materieel en van 08.00u tot 16.30u voor vaste installaties. Hiervan kan worden afgeweken voor diensten uitgevoerd voor exploitatie (die gebeuren volgens de regels van exploitatie) enerzijds en anderzijds omwille van dienstnoodwendigheden, waardoor er nachtwerk, vroege en late diensten kunnen worden voorzien. Dit laatste gebeurt evenwel in overleg. • De minimumduur van elke deelprestatie bedraagt 2 uren. De minimumprestatie per dag bedraagt 4 uren. Bij normale tewerkstelling is er een verplichte middagpauze van 12.00u tot 12.30u. • Wie een regelmatige dienstrol heeft, wordt volgens prestaties betaald. Het gemiddelde van 37 uren wordt berekend over 4 weken. Wie een onregelmatige dienstrol heeft, wordt met een norm betaald, volgens een gemiddelde van 37 uur per week, over een trimester gerekend. • Wachtdiensten bestaan in de onderhoudscentra, de diensten wegen & werken en luchtlijnen onderstations. • De T-dagen worden voor wie betaald wordt met een norm, bepaald op 3 in het eerste trimester, 3 in het tweede trimester, 4 in het derde trimester en 3 in het vierde trimester. Voor wie volgens prestaties betaald wordt, wordt er een T-dag bepaald per 4 weken. • Het aantal T-dagen voor deeltijdsen wordt bepaald volgens het bericht 553/fn/522.00.06, ingangsdatum 01 januari 2006, opgemaakt te Oostende, 19 december 2005. • Men kan in de regio Kust, de regio Brugge en de regio Kortrijk-Ieper tewerkgesteld worden. • In geval van deeltijdse tewerkstelling is de werkwijze de volgende: er wordt een vaste dag bepaald, na overleg en volgens de dienstnoodwendigheden. • Een prestatie in de dienstrollen opgemaakt mag niet meer dan 10 uren bedragen. • Tussen 2 diensten dient de nachtrust minimaal 8 uren te zijn.
2. Roosters 2.1. Regio’s 2.1.1 Kust Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Dagdienst
AU 03, AU11, AU12 en AU13
Rooster over 30 dagen volgens vastgelegd schema
Verkoopbureau en balie Oostende
AU06
Rooster over 24 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kaaistation en Marie-Joséplein
AU24
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kaaistation en Marie-Joséplein
AU14
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Tijdelijken
AU16 – AU18
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kaaistation
AU31 Zomerdiensten lijnwinkel
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Blankenberge en Bredene Renbaan
AU32 Zomerdiensten lijnwinkel
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Knokke, Heist en Zeebrugge
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
AU39 – AU40 Zomerdiensten Lijnwinkels AU54 en AU56
Rooster over 60 dagen volgens vastgelegd schema
Verkoopbureau Oostende zomer
Vroege dienst Late dienst
Rooster over 30 dagen volgens vastgelegd schema
Balie en verkoopbureel zomer Oostende kaaistation
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Diverse diensten volgens opening lijnwinkel Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst
AU72 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Adinkerke station –Nieuwpoort Zonnebloem – St-Idesbald
AU73 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels De Panne centrum – De Panne Vroege dienst Esplanade – Nieuwpoort Zonnebloem – De Panne Late dienst centrum Dagdienst Gesplitste dienst
AU74 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Koksijde Bad – De Panne Golfstraat – Nieuwpoort Bad – Koksijde Bad
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
AU75 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Nieuwpoort Stad – Nieuwpoort Bad – Westende St-Laureins – Nieuwpoort Kerk
Late dienst Dagdienst
AU76 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Middelkerke Casino – Mariakerke Ravelingen – Mariakerke Bad – Oostende Media Center – Middelkerke Verhaeghelaan
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst
AU77 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Oostende Marie – Joséplein – Oostende Media Center
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
AU78 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Blankenberge station
Late dienst Dagdienst
AU80 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Nr.
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels De Haan aan Zee – Bredene aan Zee – Wenduine Manitoba – Vosseslag
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst
AU81 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Blankenberge Park – Wenduine Manitoba – Blankenberge Pier
AU82 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Bredene Renbaan – Blankenberge Station – Knokke station – Heist Heldenplein
AU83 - Zomerdiensten Lijnwinkels
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Zeebrugge Kerk - Heist Heldenplein – Vroege dienst Blankenberge Sealife – Oostende Renbaan. Late dienst Dagdienst
AU84 - Zomerdiensten distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Distributie
Dagdienst
AU85 - Zomerdiensten distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Distributie
Dagdienst
AU86 - Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Distributie
Dagdienst
AU87– Zomerdiensten Planton
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Planton kaaistation
Vroege dienst Late dienst
AU88 – Zomerdiensten distributie augustus
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Distributie ½ prestatie – ½ prestatie lijnwinkel
Dagdienst
AU90 - Zomerdiensten distributie augustus
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Distributie ½ prestatie – ½ prestatie lijnwinkel
Dagdienst
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
AU92 – AU93 en AU94 Host(ess) zomer
Rooster over 18 dagen volgens vastgelegd schema
Host(ess) zomer
Dagdienst
LW 01 – Zomerdiensten Distributie Nr.
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Nieuwpoort Bad - Oostduinkerke bad – Koksijde Bad – De Panne Dijk
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
LW 02 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Knokke station – Wenduine Centrum
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 03 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Oostende MJ – De Haan a zee – Aubette Oostende - Aubette Oostende
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 04 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Adinkerke Station
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 05 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Oostende MJ-plein – Mariakerke Ravelingen – Oostende Station – Aubette Oostende
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 06 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Oostende MJ-plein – Mariakerke Ravelingen – Aubette Oostende
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 07 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Oostende MJ-plein – Aubette Oostende
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 08 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Middelkerke Casino – Westende Bad
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 09 –
Rooster over 12 dagen volgens
Lijnwinkels Oostende MJ-plein – Mariakerke
Vroege dienst
Zomerdiensten Distributie
vastgelegd schema
Ravelingen – Middelkerke Degreefplein
Late dienst Dagdienst
LW 10 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Westende Bad – Nieuwpoort Bad
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 11 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Middelkerke Casino – Mariakerke Ravelingen – Westende Bad
LW 12 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Blankenberge Station – Heist Heldenplein – Blankenberge Park
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 13 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel de Haan A/ Zee
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 14 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Middelkerke Casino – Middelkerke Degreefplein – Nieuwpoort Stad
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 15 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Westende Bad – Adinkerke Station – Nieuwpoort Stad – Mariakerke Ravelingen
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 16 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Blankenberge Station – Heist Heldenplein – Blankenberge Park
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 17 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Nieuwpoort Bad – Oostende MJ-plein – Middelkerke Degreefplein – Te commanderen
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 18 –
Rooster over 12 dagen volgens
Lijnwinkels Middelkerke Degreefplein –
Vroege dienst
Zomerdiensten Distributie
vastgelegd schema
Nieuwpoort Stad – Mariakerke Ravelingen – te commanderen
Late dienst Dagdienst
LW 19 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels Mariakerke Ravelingen – Middelkerke Degreefplein – Oostende MJ-plein
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LW 20 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels te commanderen
LW 21 – Zomerdiensten Distributie
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Lijnwinkels te commanderen
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
LB
Loopbaanonderbreking 100%
/
/
DP 13 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 42 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Adinkerke 5/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
DP 12 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Adinkerke 4/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
A001 tot A027
Rooster over 6-dagen volgens vastgelegd Reservepersoneel Adinkerke 4/2 systeem schema. Alle diensten worden manueel toegekend.
Diverse diensten
DP14 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 36 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden tram Adinkerke 4/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
BT13 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 42 dagen volgens vastgelegd schema
Reservepersoneel Knokke 5/2 systeem
Diverse diensten
BT15 Winter + halfseizoen
Rooster over 42 dagen volgens vastgelegd schema
Reservepersoneel Knokke 5/2 systeem dienst 15
Gesplitste diensten
KNO9 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 18 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Knokke 4/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Nr. K001 tot K041 KN12 Winter + halfseizoen + zomer
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Rooster over 6-dagen volgens vastgelegd Reservepersoneel Knokke 4/2 systeem schema. Alle diensten worden manueel toegekend. Rooster over 18 dagen volgens Vaste personeelsleden tram Knokke 4/2 systeem vastgelegd schema
TA 13 Winter + halfseizoen + zomer RA02
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
RE01 t.e.m. RE93 R100 t.e.m. R185
Rooster over 6 of 48 dagen volgens Reservepersoneel Oostende 4/2 systeem vastgelegd schema. Alle diensten worden manueel toegekend. Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd Tankdienst Oostende 4/2 systeem schema
TA51
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Diverse diensten Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Tankdienst Knokke 4/2 systeem
Late dienst
Vaste rangeerders Oostende 4/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Diverse diensten Nachtdienst
TA52
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Nachtwerker Oostende 4/2 systeem
Nachtdienst
TA53
Rooster over 6 dagen volgens vastgelegd schema
Nachtwerker / tankdienst Oostende 4/2 systeem
Nachtdienst
T13
Rooster over 24 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden tram Oostende 4/2 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst
BT01 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 42 dagen volgens vastgelegd schema
Reservepersoneel Oostende 5/2 systeem
BT02 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 126 dagen volgens vastgelegd schema
Reservepersoneel Oostende 6/1 systeem
B01 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 32 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Oostende 3/1 systeem
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
B02 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 18 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Oostende 4/2 systeem
B03 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Oostende 4/2 systeem
B04 Winter + halfseizoen + zomer
Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Vaste personeelsleden bus Oostende 3/1 systeem
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst
2.1.2 Brugge Nr.
AA01
AB01
AC01
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Dienstrol over 75 weken met minimum Stadsdiensten een rustdag per zeven dagen. De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Dienstrol over 50 weken met minimum Alle diensten een rustdag per zeven dagen. De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Dienstrol over 15 weken met minimum
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst Vroege dienst
AH02
een rustdag per zeven dagen. Meestal voor stads- en streekdiensten De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Rooster 3W - 3R of 2W-4R Stad- en streekvervoer
AH03
Rooster 3W-3R of 2W-4R
Stad- en streekvervoer
AR07
Rooster over 20 dagen volgens vastgelegd schema
Extra rustdagen op alle zon- en feestdagen
Nr. AL02 AL03 AL04 AN01 AN02 AP01
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Diensten lijnwinkel stelplaats Assebroek
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Tankdiensten
Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Dagdienst
Meestal hulp lijnwinkel + gedeeltelijke rijprestaties Dagdienst Diensten lijnwinkel stelplaats Assebroek Meestal lijnwinkel Dagdienst Diensten lijnwinkel stelplaats Assebroek Nachtdienst
Diensten onderhoud halten + gedeeltelijke rijprestatie
Late dienst Nachtdienst Dagdienst
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
AR06
Rooster over 28 dagen volgens vastgelegd schema
AR08
Rooster over 20 dagen volgens vastgelegd schema
AR09
Rooster over 20 dagen volgens vastgelegd schema
AS01
Dienstrol over 10 weken met minimum een rustdag per zeven dagen. De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Dienstrol over 5 weken met minimum een rustdag per zeven dagen. De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Dienstrol over 5 weken met minimum een rustdag per zeven dagen. De opeenvolgende diensten en rustdagen worden bepaald volgens een vastgelegd schema. Rooster over 12 dagen volgens vastgelegd schema
Streekdiensten
Deeltijdse medewerkers (halftijds brugpensioen)
Enkel stadsdiensten
AT01 K001
Z001
NT02
AH04
Tankdiensten Streekdiensten Stelplaats Koekelare
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Nachtdienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Late dienst Nachtdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst
Streekdiensten Stelplaats Zwevezele
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst
Reservetableau nacht- en tankdienst
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Gesplitste dienst
2.1.3. Kortrijk-Ieper Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/K0010
Rooster over 30 weken volgens vastgelegd schema
Streekvervoer
E/K0040
Rooster over 15 weken volgens vastgelegd schema
Streek- en stadsvervoer
E/K0020
Rooster over 50 weken volgens vastgelegd schema
Stadsvervoer
E/K0050
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Planton
E/K0051
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Planton
Vroege dienst Late dienst
E/K0052
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Planton, streek- en stadsvervoer, lijnwinkel
Vroege dienst Late dienst
E/K0055
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Nachtwerker
Nachtdienst
E/K0056
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Nachtwerker en streek- en stadsvervoer
E/K0060
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Kasdienst stelplaats Kortrijk
Vroege dienst Late dienst Nachtdienst Vroege dienst
E/K0061
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kortrijk station, streek- en stadsvervoer
Nr.
Omschrijving rooster
Bijkomende elementen
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Type diensten in het rooster
(benaderende begin- en einduren) Vroege dienst Late dienst
E/K0063
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kortrijk station, kasdienst Kortrijk, planton en stadsvervoer
E/K0062
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Kortrijk station, kasdienst Kortrijk, planton en stadsvervoer
E/K0064
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel Roeselare, streek- en stadsvervoer
E/K0067
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Halte uitrusting zonder weekendwerk
Vroege dienst Late dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Dagdienst Dagdienst
E/K0068
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
2e dienst halte uitrusting zonder weekendwerk
Dagdienst
E/K0071 tem 0074
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Rooster zonder weekendwerk
E/K0075 tem 0082
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Rooster zonder zondagwerk
E/K0101 0105 0108 0109 0115 0116 0121 0126 0129 0130
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Reserven
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Nachtdienst
E/I 0110
Rooster over 36 weken volgens vastgelegd schema
Streekvervoer Vervangingsdiensten lijnwinkel:
E/I 0504
Rooster over 36 weken volgens vastgelegd schema
Lijnwinkel
E/I 0700 0702 0703
Rooster over 7 weken volgens vastgelegd schema
Reserven
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst Dagdienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/D 0307
Rooster over 27 weken volgens vastgelegd schema
Streekvervoer 7 zondag diensten
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/D 0308
Rooster over 27 weken volgens vastgelegd schema
Streekvervoer 8 zondag diensten
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/D 0330
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Bureau en streekvervoer zonder weekendwerk
Dagdienst Gesplitste dienst
E/D 0800
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema
Reserven
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/G 0401
Rooster over 15 weken volgens vastgelegd schema
Streekvervoer
Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/G 0410
Rooster over 10 weken volgens vastgelegd schema Rooster over 15 weken volgens vastgelegd schema
Bureau en streekvervoer zonder weekendwerk
Vroege dienst Gesplitste dienst Vroege dienst Late dienst Gesplitste dienst
E/G 0412
Streekvervoer zonder zondagwerk
2.2. Afdeling techniek Nr T1 T2 T Geb T Wh OC Oostende
Omschrijving rooster W&W LL OS
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag.
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Dagdienst
T4
Onderhouds centrum Oostende + Exploitatie Onderhoudscentrum Oostende
Nr Onderhoudscentrum Brugge
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag.
Combinatie wegen & werken en exploitatie
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag.
Omschrijving rooster rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag.
Dagdienst
Vroege diensten van maandag t.e.m. donderdag: van 5.00 u tot 13.00 u op vrijdag van 5.00 u tot 12.00 u Late diensten: van maandag t.e.m. donderdag: van 10.00 u tot 18.00 u op vrijdag van 11.00 u tot 18.00 u
Bijkomende elementen
Type diensten in het rooster (Benaderende begin- en einduren) Vroege dienst: van maandag t.e.m. donderdag: vroege dienst van 5.00 u tot 13.00 u op vrijdag van 5.00 u tot 12.00 u Late dienst: van maandag t.e.m. donderdag: late dienst van 13.00 u tot 21.00 u op vrijdag: late dienst van 14.00 u tot 21.00 u
Geen werk op zondag Norm of prestatiebetaald
Dagdienst van maandag t.e.m. donderdag: van 7.30 u tot 12.00 u en van 12.30 u tot 16.00 u op vrijdag: van 7.30 u tot 12.00 u en van 12.30 u tot 15.00 u Vroege dienst Late dienst Dagdienst
Onderhoudscentrum Brugge
rooster over 7 dagen, werken van maandag t.e.m. zaterdag.
Onderhoudscentrum Brugge + Exploitatie
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag
Dagdienst
Onderhoudscentrum Kortrijk & Ieper Onderhoudscentrum Kortrijk & Ieper + Exploitatie
rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag. rooster over 7 dagen, geen weekendwerk werken van maandag t.e.m. vrijdag.
Dagdienst Dagdienst
BIJLAGE 8 BEDRIJFSCAO’S VOOR HET PERSONEEL VAN DE VLAAMSE VERVOERMAATSCHAPPIJ -
Toekenning van arbeidseretekens en dienstvrijstelling op de dag van uitreiking van de eretekens, ondertekend op 23 juli 1996; Loonkostenontwikkeling en de opleiding van het personeel, ondertekend op 30 mei 1997; Loopbaanonderbreking, ondertekend op 30 mei 1997; Stoffelijke schade bij arbeidsongeval, maaltijdcheques, indexering syndicaal fonds, dotatie sociaal fonds, aanpassing pensioensalaris, ondertekend op 30 mei 1997; Verhoging eindejaarstoelage met 5.000 BEF bruto, ondertekend op 1 december 1998; Opzegtermijnen loontrekkenden, ondertekend op 1 februari 2000. Koopkrachtverhoging, ondertekend op 23 februari 2001 Bedrijfscao 2009-2010, ondertekend op 6 mei 2009
BIJLAGE 9 GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENSTE INTIMITEITEN OP HET WERK 1. Wettelijke basis -
Wet van 10 januari 2007 tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Wet van 6 februari 2007 tot wijziging van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat de gerechtelijke procedures betreft. Koninklijk Besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
2. Definities o
Geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is, psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.
o
Pesterijen op het werk: meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming.
o
Ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijke gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
3. Principe Alle medewerkers dienen zich te onthouden van elke daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De directie van De Lijn aanvaardt dit niet. Alle personeelsleden worden verzocht bij oproep tot gesprek door de bevoegde preventieadviseur of vertrouwenspersoon in te gaan op dit verzoek en bij te dragen tot een vlot en discreet verloop van de procedures. De doelstelling van de wet en de interne procedures is het grensoverschrijdend gedrag te doen ophouden met medewerking van alle partijen. 4. Bevoegde Preventieadviseur Er wordt een preventieadviseur aangesteld die deskundig is op het vlak van psychosociale aspecten van het werk om de bij wet voorziene opdrachten bij De Lijn te vervullen. Al naargelang hun beschikbaarheid staan de volgende bevoegde preventieadviseurs van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk van CBMT v.z.w. ten dienste van de onderneming.
Nederlandstalig : Thomas Dierickx Wondelgemkaai 9, 9000 Gent 02/738.75.43 – 09/258.19.19
[email protected] Sylvie De Meyer Ad. Lacomblélaan 52/7, 1030 Brussel 02/738.75.48
[email protected] 5. Vertrouwenspersonen In elke entiteit werden interne vertrouwenspersonen aangeduid om in het kader van ‘geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk’ volledig onafhankelijk op te treden: Antwerpen : Marc Broddin : 03/218 14 22
[email protected] Vicky Beirinckx : 03 /218 14 76
[email protected] Oost-Vlaanderen : Natacha Hoste : 09/ 211 96 63
[email protected] Greet Verbrugge 09/211 96 62
[email protected] Vlaams Brabant : Lien Oliviers : 016/ 31 36 86
[email protected] Joke Distelmans: 016/31 36 83
[email protected] Limburg : Josée Bauwen : 011/ 85 02 78
[email protected] Dimitri Bruninx : 011/ 85 02 79
[email protected] West-Vlaanderen : Michel Saelens : 059/ 56 53 20
[email protected] Stéphane Longueville : 059/56.52.88
[email protected]
Elke Carrein : 059/56 53 16
[email protected] Voor de centrale diensten wordt eveneens verwezen naar de vertrouwenspersonen van VlaamsBrabant 6. Interne procedure Basisbeginselen Wanneer een werknemer meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hij beroep doen op een procedure die intern is aan de onderneming of instelling, volgens de hierna nader bepaalde regels. Een werknemer van een onderneming van buitenaf die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk vanwege een werknemer van de werkgever in wiens inrichting hij permanent werkzaamheden uitvoert, kan een beroep doen op de interne procedure van de werkgever bij wie de werkzaamheden worden uitgevoerd. De werknemer die het voorwerp is geweest van een daad van geweld door een derde krijgt passende psychologische ondersteuning waarvan de werkgever de kosten draagt onder voorbehoud van andere wettelijke bepalingen. Procedureverloop 1. Eerste contact met de werknemer De werknemer die meent het voorwerp te zijn van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, neemt contact op met de vertrouwenspersoon of de bevoegde preventieadviseur. Dit eerste contact kan persoonlijk, telefonisch of via mail, brief of fax gebeuren. 2. Persoonlijk onderhoud De vertrouwenspersoon/de bevoegde preventieadviseur hoort de werknemer binnen een termijn van 8 kalenderdagen na het eerste contact. De werknemer wordt geïnformeerd en kan opteren voor een informele of een formele procedure. 3. Keuze van de procedure 3.1 Informele procedure De vertrouwenspersoon/de bevoegde preventieadviseur informeert de werknemer over de mogelijkheid om op informele wijze een oplossing te bekomen via: een interventie door een lid van de hiërarchische lijn; een verzoening met de aangeklaagde. De vertrouwenspersoon/de bevoegde preventieadviseur handelt enkel met het akkoord van de werknemer. Het verzoeningsproces vereist het akkoord van de partijen. Indien de werknemer niet wenst dat er op informele wijze gezocht wordt naar een oplossing, indien de werknemer aan deze procedure een einde wil stellen, indien de verzoening of interventie niet leidt tot een oplossing of indien de feiten hierna blijven bestaan, kan de werknemer die verklaart het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
een met redenen omklede klacht indienen bij de vertrouwenspersoon/de bevoegde preventieadviseur. 3.2 Formele procedure 3.2.1 Indienen van een met redenen omklede klacht De werknemer kan enkel een met redenen omklede klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of de bevoegde preventieadviseur, indien hij voorafgaand aan de indiening van de met redenen omklede klacht een persoonlijk onderhoud heeft gehad met ten minste één van deze personen. De vertrouwenspersoon of de bevoegde preventieadviseur bij wie de met redenen omklede klacht zal ingediend worden, evenals de werknemer die de met redenen omklede klacht wil indienen, zorgen ervoor dat het persoonlijk onderhoud plaats vindt binnen een termijn van 8 kalenderdagen vanaf het ogenblik dat de werknemer zijn wil uitdrukt om een met redenen omklede klacht in te dienen. Al naargelang het geval, ondertekent de vertrouwenspersoon of de bevoegde preventieadviseur een kopie van de met redenen omklede klacht en overhandigt deze aan de werknemer. Deze kopie die geldt als ontvangstbewijs, vermeldt dat het persoonlijk onderhoud heeft plaats gevonden. Wanneer de vertrouwenspersoon de met redenen omklede klacht in ontvangst neemt, stuurt hij deze onmiddellijk door naar de preventieadviseur psychosociale aspecten. a. Informatie aan de werkgever De bevoegde preventieadviseur deelt onmiddellijk de identiteit van de werknemer en het feit dat deze beschermd is tegen ontslag of eenzijdig wijzigen van de werkomstandigheden door de werkgever, behalve voor redenen vreemd aan de klacht, mee aan de werkgever. Er wordt geen kopie van de met redenen omklede klacht naar de werkgever gestuurd. b. Inhoud en vorm van de met redenen omklede klacht Een met redenen omklede klacht is een gedateerd en gesigneerd document. Het omvat volgende elementen: 1. 2. 3. 4.
De nauwkeurige omschrijving van de feiten. Het ogenblik en de plaats waarop elk van deze feiten zich hebben voorgedaan. De identiteit van de aangeklaagde. De vraag aan de werkgever om gepaste maatregelen te treffen om een einde te stellen aan de daden.
3.2.2 Onderzoek van de met redenen omklede klacht a. De aangeklaagde De bevoegde preventieadviseur deelt zo snel als mogelijk aan de aangeklaagde mee wat hem of haar ten laste wordt gelegd. De aangeklaagde ontvangt een kopie van zijn verklaring. b. De getuigen De bevoegde preventieadviseur hoort de getuigen of elke andere persoon die hij nuttig acht om te horen. De getuigen krijgen een kopie van hun verklaring. De bevoegde preventieadviseur brengt onmiddellijk de werkgever op de hoogte van het feit dat de werknemer die een getuigenverklaring heeft afgelegd in de zin van artikel 32tredecies, § 1, 5° van de wet, de bescherming geniet zoals bedoeld in dat artikel en deelt aan de werkgever diens identiteit mee. Er wordt geen kopie van zijn of haar verklaring naar de werkgever gestuurd.
3.2.3 Advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten a. Inhoud van het geschreven advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten De bevoegde preventieadviseur overhandigt een geschreven advies aan de werkgever dat de volgende elementen bevat: 1. De samenvatting van de feiten. 2. In voorkomend geval, het resultaat van de verzoeningspoging. 3. Indien mogelijk een gemotiveerd advies met betrekking tot de grond van de zaak. Gaat het hier over geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk of andere zaken? 4. De analyse van de primaire, secundaire en tertiaire oorzaken van de feiten. 5. De maatregelen die moeten worden getroffen om, in het individuele geval, een einde te stellen aan de feiten. 6. De andere toe te passen preventiemaatregelen. b. Termijn voor het onderzoek van de met redenen omklede klacht. De bevoegde preventieadviseur verstrekt binnen maximaal 3 maanden na de kennisgeving van de klacht advies aan de werkgever. Indien er gerechtvaardigde redenen zijn en indien deze schriftelijk aan de werkgever worden overgemaakt, dan kan deze termijn driemaal verlegd worden. Het advies wordt dus maximaal twaalf maanden na de kennisgeving van de klacht verstrekt. c. Verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever informeert de klager en de aangeklaagde over de individuele maatregelen die hij overweegt te nemen. 2. Indien deze maatregelen de arbeidsvoorwaarden van de werknemer kunnen wijzigen, deelt de werkgever een afschrift van het advies van de bevoegde preventieadviseur met uitzondering van de voorstellen betreffende de collectieve preventiemaatregelen mee aan de werknemer en hoort hij deze werknemer die zich kan laten bijstaan tijdens dit onderhoud. 3. Wanneer er individuele preventiemaatregelen moeten getroffen worden ten aanzien van een werknemer van een onderneming van buitenaf, dan legt de werkgever in wiens inrichting permanent werkzaamheden worden uitgevoerd de nuttige contacten met de werkgever van de onderneming van buitenaf, opdat deze maatregelen daadwerkelijk zouden kunnen getroffen worden. 4. De werkgever deelt aan de werknemer die overweegt een rechtsvordering in te stellen een afschrift mee van het advies van de bevoegde preventieadviseur met uitzondering van de voorstellen betreffende de collectieve preventiemaatregelen. 7. Externe procedures Personeelsleden hebben eveneens de mogelijkheid zich te richten tot externe partijen: 7.1 Rechtbank De directe toegang tot de arbeidsrechtbank voor alle belanghebbenden is enkel bedoeld in volgende gevallen: de werkgever heeft geen preventieadviseur aangewezen de werkgever heeft geen interne procedure opgesteld voor de behandeling van een met redenen omklede klacht de interne procedure wordt niet correct toegepast de werknemer heeft de interne procedure uitgeput
De arbeidsrechtbank die immers vaststelt dat de werkgever een interne procedure heeft opgesteld en dat ze wettig kan worden toegepast, kan de werknemer bevelen om eerst de interne procedure te volgen. De gerechtelijke procedure wordt opgeschort tot de interne procedure is beëindigd. Opmerking: De werknemer kan tijdens het verloop van de interne procedure nog steeds een vordering tot staking voor de arbeidsrechtbank instellen en deze loopt volgens de regels zoals in kortgeding. De rechter kan dan het bevel geven aan de dader om de feiten te staken. Ook de vordering om voorlopige maatregelen te treffen ten opzichte van de werkgever verloopt via kortgeding. 7.2 De Inspectiedienst “Toezicht op het welzijn op het werk” De inspecteurs onderzoeken of de werkgever de wetgeving naleeft. Indien er een bevoegde preventieadviseur is aangewezen, zal deze de met reden omklede klacht onderzoeken. Wanneer er geen bevoegde preventieadviseur is aangewezen kan de inspectie ervoor kiezen de werkgever in gebreken te stellen om er één aan te duiden binnen een bepaalde termijn of het individuele geval onderzoeken en individuele of organisatorische maatregelen voorstellen. 8. Ontslagbescherming 8.1 Wie is beschermd? De werkgever mag, behalve om redenen die vreemd zijn aan de klacht, de rechtsvordering of Getuigenverklaring, de arbeidsverhouding van volgende werknemers niet beëindigen of de arbeidsvoorwaarden op ongerechtvaardigde wijze eenzijdig wijzigen: de werknemer die een met redenen omklede klacht heeft ingediend bij de preventieadviseur de werknemer die een klacht heeft ingediend bij de met het toezicht belaste ambtenaar de werknemer die een klacht heeft ingediend bij de politiediensten, een lid van het O.M. of de onderzoeksrechter de werknemer die een rechtsvordering instelt de werknemer die optreedt als getuige Niet elke persoon die gehoord wordt door de preventieadviseur tijdens zijn onderzoek moet beschouwd worden als een getuige. Om hiervoor in aanmerking te komen: moet de persoon de feiten zelf gezien of gehoord hebben moeten deze verklaringen worden opgetekend in een gedateerd en ondertekend geschrift 8.2 Vanaf wanneer? De werknemer is beschermd vanaf: het ogenblik dat hij een klacht heeft ingediend of het ogenblik dat hij een getuigenverklaring heeft afgelegd De preventieadviseur brengt de werkgever hiervan onmiddellijk op de hoogte. Andere personen (bv. arbeidsinspectie) die de klacht in ontvangst nemen, zijn verplicht zo snel mogelijk de werkgever op de hoogte te brengen van het feit dat een klacht werd ingediend en dat de betrokken personen dus de bescherming genieten vanaf de indiening van de klacht. Voor de getuigen in rechte begint de bescherming te lopen vanaf het moment waarop de betrokkene wordt opgeroepen of gedagvaard. De werknemer moet zelf zijn werkgever verwittigen. De oproeping of de dagvaarding zal dit uitdrukkelijk vermelden. 8.3 Verzoek tot re-integratie Een werknemer die een klacht indient wegens geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag is beschermd tegen represailles van de werkgever. Het verzoek tot re-integratie is niet verplicht.
8.4 Beschermingsvergoeding De beschermde werknemers hebben recht op een beschermingsvergoeding in volgende gevallen: wanneer zij hun re-integratie in hun oorspronkelijke functie aanvragen en die wordt hen geweigerd of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden wordt niet ongedaan gemaakt + de rechter oordeelt dat het ontslag of de eenzijdige wijziging onterecht is wanneer zij hun re-integratie in hun oorspronkelijke functie niet hebben aangevraagd, dan volstaat het dat de rechter oordeelt dat het ontslag of de eenzijdige wijziging onterecht is. De bewijslast ligt bij de werkgever. 9. Sancties Aan de werknemer die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van het werk, kan de werkgever of zijn lasthebber inzake personeelszaken – na verloop van de hierboven vermelde bemiddeling- en klachtenprocedure en het advies van de bevoegde preventieadviseur – een sanctie opgenomen in het arbeidsreglement opleggen. 10. Misbruik van voormelde klachtenprocedure en van andere wettelijke actiemogelijkheden Bij manifeste kwaadwilligheid en/of ongegrondheid van bedrijfsinterne klachten en/of van andere wettelijke actiemogelijkheden, kan de werkgever of zijn lasthebber inzake personeelszaken, gebruik maken van de sancties opgenomen in het arbeidsreglement.
BIJLAGE 10 PROTOCOL ROND HET GEBRUIK VAN INTERNET EN E-MAIL BIJ DE LIJN
I. Inleiding Dit protocol bevat een aantal regels rond het gebruik van internet (“surfen”) en de elektronische post (“e-mail”) die van toepassing zijn op alle personeelsleden van De Lijn, ongeacht de plaats van tewerkstelling, en de personen die werken voor rekening van De Lijn. Deze tekst zal als bijlage aan de arbeidsreglementen van alle entiteiten worden opgenomen. II. Algemene principes rond het gebruik van internet en e-mail 1. Professioneel gebruik 1.1.
U krijgt beschikking over internet en e-mail enkel voor professioneel gebruik.
1.2.
Als regel is het verboden bedrijfsconfidentiële zaken te versturen via e-mail. Het is immers niet altijd veilig vertrouwelijke informatie via de elektronische post te bezorgen. U mag uw verbinding niet gebruiken voor zaken die schade kunnen toebrengen aan De Lijn.
1.3.
U mag geen bedreigende, intimiderende, en discriminerende -zoals racistische of seksistische- boodschappen versturen. Boodschappen van politieke of commerciële aard die geen verband houden met de uitoefening van uw functie zijn eveneens verboden. Wanneer u dergelijke berichten ontvangt, dient u deze onmiddellijk en definitief te wissen.
1.4.
Het syndicaal gebruik van het bedrijfsnetwerk is enkel toegestaan binnen de afspraken uit te werken op ondernemingsvlak.
2. Opvolging/registratie van het gebruik van internet en e-mail 2.1.
De Lijn kan het algemeen internetgebruik (lijst van geraadpleegde sites) en elke overdracht van gegevens via de elektronische post (verzendings- en bestemmingsadres, tijdstip van verzending) opvolgen. Deze opvolging van gegevens gebeurt alleen om onderstaande redenen: -
het voorkomen van ongeoorloofde of lasterlijke feiten, feiten die strijdig zijn met de goede zeden of de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden; de bescherming van de economische, handels- en financiële belangen van de onderneming die vertrouwelijk zijn, alsook het tegengaan van ermee in strijd zijnde praktijken; de veiligheid en/of de goede werking van de IT-netwerksystemen, met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan, alsook de fysieke bescherming van de installaties van de onderneming; het te goeder trouw naleven van de in dit protocol opgenomen bepalingen.
Deze opvolging gebeurt tot op het niveau van de afdeling. 2.2.
De Lijn zal geen systematische en a priori controles uitvoeren op het individueel gebruik dat u maakt van internet en e-mail.
Enkel indien bij de voormelde anonieme opvolging op het niveau van de afdeling wordt vastgesteld dat er aanwijzingen zijn die doen vermoeden dat er misbruik wordt gemaakt van dit instrument, kan er effectief een controle worden uitgevoerd op het individuele gegevensverkeer. Het individueel computergebruik kan evenwel zonder toestemming van de betrokkene worden nagaan als uit de algemene gegevens blijkt dat een personeelslid zich bezondigt aan lasterlijke praktijken, het belang van De Lijn schaadt of het netwerk in gevaar brengt. Deze controle zal evenwel steeds in overeenstemming zijn met de ernst en de aard van de feiten. 2.3.
De registratie en eventuele bewaring van gegevens is onderworpen aan de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en gebeurt uitsluitend om bovenvermelde redenen. De wet van 8 december 1992 geeft u een recht van toegang tot en van verbetering van de door de werkgever bewaarde informatie. Om inzage te verkrijgen in de gegevens die over u worden bijgehouden, dient u zich te richten tot de directeur van uw entiteit. Personeelsleden van de centrale diensten wenden zich tot de directeur personeelsbeleid.
3. Gebruikersidentificatie Uw toegang tot internet en e-mail is persoonlijk geregistreerd. Iedereen is dus verantwoordelijk voor alles wat onder zijn gebruikersidentificatie gebeurt. Het is verboden: - om uw eigen usernaam en paswoord door te geven aan derden, - om het e-mailadres van iemand anders te gebruiken, - om uw identiteit als verzender of het e-mailadres van verzending te proberen verhullen. Om misbruiken te voorkomen is het aangeraden om bij het verlaten van uw werkplek een beveiliging in te stellen: typ gelijktijdig “Ctrl” “Alt” “Delete” en druk op “Lock workstation”. III. Internet 1. De toegang tot het internet moet steeds gebeuren via de firewall. Het omzeilen of uitschakelen van de firewall is verboden. 2. Bepaalde categorieën van voor De Lijn niet-professionele sites zijn ontoegankelijk voor het personeel. 3. Het downloaden en installeren van software (shareware – payware – freeware) of andere uitvoerbare bestanden via het internet is verboden. Indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening van uw functie, neemt u contact op met de local support van uw entiteit die zal nagaan of er geen operationele of contractuele implicaties zijn en/of de software niet reeds aanwezig is. IV. E-mail 1.
De elektronische post is een uiterst handige vorm van communicatie. Toch besteedt u het best aandacht aan de volgende punten: 1.1.
Vraag u telkens af of e-mail wel het meest geschikte medium is voor de boodschap die moet doorgegeven worden.
Tijdens een rechtstreeks gesprek krijgt de geadresseerde veel meer informatie dan alleen de letterlijke tekst. Een gedachtewisseling verloopt gemakkelijker en efficiënter via de telefoon of in een persoonlijk gesprek. 1.2.
Let erop dat u e-mail pas gebruikt voor zover geen andere afspraken bestaan om uw boodschap via een ander kanaal te communiceren (afspraken rond briefwisseling, verspreiding berichten e.d.).
1.3.
Bezorg alleen de relevante informatie aan de bestemmeling. Beperk ook het aantal ontvangers tot dié personen waarvan je een reactie verwacht. Personen die louter moeten geïnformeerd worden, ontvangen uw bericht in kopie.
1.4.
Het verzenden van een bericht naar meerdere ontvangers houdt niet zonder meer in dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het bericht wordt gedeeld.
2. De maximum grootte van een e-mail werd vastgelegd op 5Mbyte. Aan de hand van een Zip-programma kan de omvang van een mail beperkt worden. Voor vragen rond het gebruik hiervan kunt u terecht bij de local support van uw entiteit. de
3. Mails- zowel ontvangen als verzonden mails- zullen geblokkeerd worden wanneer zij één van volgende bestanden als bijlage bevatten: -
uitvoerbare bestanden (met als extensie b.v. .exe, .com, .pif, .scr, .vbs, .eml, .bat, …) bestanden die omwille van hun grootte capaciteitsproblemen kunnen veroorzaken (> 5Mbyte) bestanden die virussen bevatten.
Voor het deblokkeren van dergelijke mails dient u contact op te nemen met de local van uw entiteit.
support
4. Ook "spams" kunnen een bedreiging vormen voor het bedrijfsnetwerk. Spamming is het ongevraagd toesturen van berichtjes, meestal in heel grote hoeveelheden. Het is verboden te antwoorden op dergelijke berichtjes, zelfs niet met de vraag niets meer te versturen. De afzender is er dan zeker van dat hij een juist adres heeft gevonden en zal zeker nog berichten sturen. Spams dient u onmiddellijk te verwijderen. 5. U mag geen kettingbrieven openen en/of verzenden via e-mail. Kettingbrieven dient u onmiddellijk te verwijderen. 6. Bij elke uitgaande mail wordt er automatisch van uitgegaan dat u optreedt als personeelslid van De Lijn en dat u als dusdanig De Lijn met uw boodschap verbindt. V. Maatregelen bij niet-naleving van het protocol Bij niet-naleving van het protocol kan de directie van De Lijn overgaan tot: - het intrekken van de toegang tot internet en e-mail - disciplinaire maatregelen (zie arbeidsreglement De Lijn). De Lijn behoudt zich tevens het recht voor schadevergoeding te eisen of andere rechtsmiddelen aan te wenden bij zeer ernstige misbruiken.
AANVULLING BIJ HET PROTOCOL ROND HET GEBRUIK VAN INTERNET EN E-MAIL BIJ DE LIJN – SYNDICAAL GEBRUIK VAN E-MAIL
1. Inleiding Het ontwerpprotocol rond het gebruik van internet en e-mail bij De Lijn bepaalt in punt 1.4. “Het syndicaal gebruik van het bedrijfsnetwerk is enkel toegestaan binnen de afspraken uit te werken op ondernemingsvlak.” Deze nota bevat de regels rond de wijze waarop de syndicale organisaties en de personeelsvertegenwoordigers gebruik kunnen maken van e-mail als communicatiemiddel. 2. Hoe kan gebruik worden gemaakt van het netwerk? In welke mate de syndicale organisaties gebruik kunnen maken van het bedrijfsnetwerk is een evenwichtsoefening: aan de ene kant staan de werkorganisatie en het eigendomsrecht van de werkgever over de apparatuur, aan de andere kant het recht van meningsuiting en informatierecht van de vakbondsafgevaardigden. De Lijn wil de syndicale organisaties in het kader van de huidige wetgeving maximale mogelijkheden bieden, en dit op een in de praktijk hanteerbare manier. Zij stelt hiervoor de volgende principes voorop: 2.1.
De Lijn gaat ervan uit dat de rechten van de syndicale organisaties “online” op dezelfde wijze moeten bekeken worden als de rechten “offline”.
2.2.
De syndicale organisaties hebben het recht om informatie te verstrekken aan het personeel en het recht mondelinge of schriftelijke mededelingen te doen aan het personeel. Het informatierecht moet zo gezien worden dat de syndicale organisaties op een “normale wijze” kunnen communiceren met de werknemers. Dit betekent dat zij voor het verspreiden van informatie gebruik moeten kunnen maken van de gebruikelijke communicatiemiddelen bij De Lijn, waaronder communicatie op elektronische wijze.
2.3.
De mededelingen moeten van syndicale of professionele aard zijn en mogen de organisatie van het werk niet verstoren.
2.4.
De syndicale organisaties moeten de voornoemde rechten op een redelijke en billijke wijze uitoefenen.
2.5.
Er zal een Lotus Notes database worden aangemaakt , als “elektronische variant” van het traditionele prikbord of berichtenkastje. Via deze database kunnen de syndicale organisaties iedere werknemer informeren, zonder dat dit de werkorganisatie belast. Er zijn immers geen mailtjes rond te sturen. Wie de berichten wenst te lezen, kan naar de database gaan. Volgende documenten zouden b.v. in de database worden opgenomen: agenda, uitnodigingen en verslagen voor en vanuit C.P.B.W. en de OR, jaarverslag preventie en bescherming op het werk, e.d..
2.6.
Elke syndicale organisatie kan per technische bedrijfseenheid (entiteit) één van hun vertegenwoordigers – personeelslid aanduiden die documenten in de database kan inbrengen (“author”). De andere vertegenwoordigers en de overige personeelsleden hebben uitsluitend toegang tot de database om documenten te raadplegen (“reader”). De secretaris van de ondernemingsraad, resp. het comité voor preventie en bescherming op het werk zullen “author” toegang hebben tot de database.
BIJLAGE 11 PROTOCOL ROND HET GEBRUIK VAN NOTEBOOKS BIJ DE LIJN
I. Inleiding Dit protocol bevat een aantal afspraken rond het gebruik van notebooks. Deze zijn van toepassing op alle personeelsleden van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, ongeacht de plaats van tewerkstelling, en op alle personen die werken voor rekening van de maatschappij. Deze tekst zal zoals het protocol rond het gebruik van internet en e-mail bij de V.V.M.De Lijn als bijlage aan het arbeidsreglement worden toegevoegd. II. Aanvraag notebook De personeelsleden kunnen mits het advies van het betrokken afdelingshoofd en het akkoord van de hiërarchische directeur een notebook verkrijgen, desgevallend in de plaats van een desktop. De notebook wordt toegekend voor zover de functie dit vereist. De aanvraag verloopt overeenkomstig de procedure voor de bestelling van ICT-materiaal. III. Toegangsmodaliteiten Voor de personeelsleden die gebruik maken van de notebook binnen de lokalen van De Lijn zal de notebook op die wijze geïnstalleerd worden dat dezelfde configuratie wordt aangeboden als op de eigen werkplek. Dit betekent dat toegang kan verkregen worden tot onder meer de G:- en H:-schijf, Lotus Notes, Portaal, Internet, AS-400 en eventuele bijkomende toepassingen. De personeelsleden die de notebook gebruiken buiten de lokalen van De Lijn, kunnen alleen na akkoord van het afdelingshoofd en de directeur, dezelfde informatie raadplegen als op de eigen werkplek. Het gebruik van de notebook buiten de lokalen van De Lijn vereist het gebruik van een Digipas. Aangezien dit “inbellen” bekostigd wordt door De Lijn, dient te worden bekeken of naast de basistoepassingen ook andere tools zoals internettoegang ter beschikking moeten gesteld worden. De aanvraag voor een Digipas verloopt overeenkomstig de procedure voor de bestelling van ICTmateriaal. IV. Algemene principes rond het gebruik van internet en e-mail Zodra via de notebook gebruik kan gemaakt worden van e-mail, en het Internet kan geraadpleegd worden, is het “protocol rond het gebruik van internet en e-mail bij De Lijn” van toepassing.
Internet en e-mail worden enkel voor professioneel gebruik ter beschikking gesteld.
De afspraken rond het gebruik van internet en e-mail, alsook het controlerecht van de werkgever hierop, zoals opgenomen in het voormelde protocol, zijn onverminderd van toepassing. V. Installatie van software De software, initieel geïnstalleerd door De Lijn mag niet verwijderd worden, tenzij na overleg met de local support van de entiteit. Voor elke installatie van software wordt steeds een beroep gedaan op de local support. Hij zal bekijken wat de mogelijkheden zijn, alsook of er implicaties zijn in het kader van de licenties. Het downloaden en installeren van software of andere uitvoerbare bestanden is verboden. De cd-rom mag enkel gebruikt worden voor het lezen van databestanden VI. Beheer van de bestanden De personeelsleden wiens notebook verbonden is met het netwerk maken het best gebruik van de G:- of de H:-schijf voor het beheer van de bestanden. De back-up van deze bestanden wordt beheerd door de local support van de entiteit. Verloren of beschadigde bestanden kunnen -althans de vorige versie- op de schijf worden teruggeplaatst. De personeelsleden wiens notebook niet verbonden is met het netwerk maken voor het beheer van de bestanden gebruik van de lokale harde schijven (C:- en D:-schijf) en/of de externe A:-schijf (diskette). Hiervoor kan geen automatische back-up gebeuren. De gebruiker van de notebook dient hiervoor zelf in te staan. De Lijn is niet verantwoordelijk voor het verlies van deze bestanden. VII. Netwerk De notebook is desgevallend aangesloten op het netwerk van De Lijn. Om veiligheidsredenen zijn verbindingen met andere netwerken niet toegestaan. VIII. Antivirus Elke notebook is uitgerust met de “Norton Antivirus scanning software”. Deze software scant alle schijven en alle bestanden op de lokale schijven op de mogelijke aanwezigheid van virussen. De antivirussoftware wordt up-to-date gehouden. Nieuwe virusdefinities kunnen alleen geïnstalleerd worden als de notebook op het netwerk van De Lijn is aangesloten. Derhalve dient elke gebruiker minimaal één keer per week verbinding te maken met het netwerk. IX. Oplossen van problemen Bij technische problemen kan de gebruiker zich wenden tot de local support van de entiteit. Indien de installatie van de notebook niet meer in overeenstemming is met de bepalingen van dit protocol of de regelgeving inzake installatie van notebooks, zal er een volledige herinstallatie van uw notebook gebeuren. De voormelde regelgeving kan opgevraagd worden bij de local support van de entiteit.
X. Aansprakelijkheid van het personeelslid voor verlies notebook Het personeelslid dient zorg te dragen voor zijn/haar notebook als een “goede huisvader”. Het bewaren van de notebook achter slot, ook binnen de gebouwen van De Lijn, is dan ook noodzakelijk. Bij een zware fout of bedrog in hoofde van het personeelslid kan deze financieel aansprakelijk gesteld worden voor het verlies/diefstal van de notebook. Het onbeheerd achterlaten van de notebook in een voertuig zal steeds als een zware fout in hoofde van het personeelslid worden beschouwd. In overmachtssituaties zal de waarde van de notebook niet worden aangerekend aan het personeelslid. Bij verlies/diefstal van de notebook dient het personeelslid de afdeling informatiebeheer en de directeur personeelsbeleid hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte te brengen. De gebruiker van de notebook is verantwoordelijk voor de vertrouwelijke informatie die hij desgevallend op de notebook wenst te bewaren.
BIJLAGE 12.1 WISSELEN VAN DIENSTEN BIJ CHAUFFEURS WEST-VLAANDEREN
1 Regel Vanaf 01 januari 2010 wordt de werkelijk uitgevoerde dienst gepunteerd. Van zodra de wissel werd goedgekeurd wordt de gewisselde dienst de voorziene dienst. Er zal altijd rekening gehouden worden met de trimestriële afrekening 6 Alle wissels die voor gevolg hebben dat de lopende rekening op het einde van het trimenster onder -10 daalt of boven +20 uitstijgt worden geweigerd. 2
Voorwaarden
waaraan
de
wissel
moet
voldoen
2.1 algemene regels -De nachtrust tussen 2 diensten moet minimaal 8 uren bedragen. -- De werknemers die wisselen hebben het vereiste attest hebben voor het rijden met het voertuig dat in de gewisselde dienst wordt ingezet en/of de nodige bekwaamheid hebben voor de uitoefening van de gewisselde dienst. -- Na 6 dagen met prestaties moet 1 rustdag voorzien worden. De periode van achtereenvolgende dagen met een prestatie kan in uitzonderlijke situaties maximaal 12 dagen bedragen, wanneer op deze periode minimaal 2 rustdagen volgen. De werknemers die wisselen moeten controleren of zij aan de algemene regels voldoen voor zij een wissel indienen. De personeelsleden die instaan voor de organisatie van de diensten (incl. het wisselen ervan) en voor de controle op de uitvoering van de diensten, en de chauffeurs moeten elk hun verantwoordelijkheid opnemen. 2.2 dienst voor dienst op de zelfde dag -- De gewisselde diensten moeten gelijkwaardig zijn, d.w.z. niet meer dan 2 uren verschillen. 2.3 dienst voor rustdag -- Volledige diensten wisselen met een dag zonder prestatie kan enkel met X- en T-dagen -- Het wisselen met rustdagen gebeurt bij voorkeur in het zelfde trimester. Maximaal kunnen 2 gewisselde rustdagen in het volgende trimester teruggewisseld worden.
6 De trimestriële afrekening houdt in
-- Het negatieve saldo op het einde van het eerste, tweede en derde trimester dat 10 uren overstijgt wordt op 10 uren in negatief gebracht, op het einde van het vierde trimester wordt het volledige negatieve saldo kwijtgescholden -- Het positieve saldo op het einde van het eerste, tweede en derde trimester dat 20 uren overstijgt wordt uitbetaald, op het einde van het vierde trimester wordt het volledige positieve saldo uitbetaald. -- Er wordt overloon voor trimestriële overschrijding betaald. De trimestriële overschrijding is het verschil tussen de som van de gewijzigde norm van de drie maanden van het trimester en de som van de te betalen uren van dat trimester, na aftrek van het aantal uren in het trimester waarvoor al een andere vorm van overloon wordt betaald.
2.4 Wisselen van schorsingsdagen -- Wisselen met dagen zonder prestatie in toepassing van vermindering van prestaties ( DA, LO, LB01, e.a.) en CG-dagen kan niet worden toegestaan. Deze dagen kunnen wel vervangen worden door de eerstvolgende of laatst voorafgaande T- of X-dag. De normale procedure voor het verplaatsen van een dag zonder prestatie in toepassing van vermindering van prestaties moet dan worden gevolgd. -- Wisselen met dagen verlof (AV, CV, HU, e.a.), wettelijke vakantie (WV, ), ziekte-dagen, e.a. wordt niet toegestaan. 3 Werkwijze -- Het wisselen wordt aangevraagd met het voorziene formulier van de entiteit West-Vlaanderen. -- Het formulier wordt afgegeven in de stelplaats, 48 uren voor de wissel. Iedere verantwoordelijke kan aftekenen voor ontvangst, enkel een medewerker van de dienst planning kan tekenen voor akkoord. In iedere regio wordt een administratieve procedure vastgelegd. -- Het aanvraagformulier wordt zo volledig mogelijk ingevuld, en door beiden ondertekend. Wanneer de tweede persoon niet kan tekenen, kan hij zijn akkoord bevestigen aan de medewerker dienst planning per mail of telefonisch. De tweede handtekening moet dan later geplaatst worden. 4 Gevolgen -In geval van ziekte wordt de gewisselde dienst behouden. -- Alle premies en vergoedingen van de nieuwe gewisselde dienst worden toegekend (hitte-uren, nachtwerk, …). 5 Wissels die nooit toegestaan worden -Wissels die gebeuren tussen 3 personen. -- Systematische wissels voor bepaalde diensten, bepaalde lijnen of bepaalde voertuigen. Wie het nodig heeft kan een bijkomende opleiding in de rijschool vragen. -Wissels voor een gedeelte van een dienst. 6 Wissels van vòòr 01 januari 2010, met tegenwissel vanaf 01 januari 2010. De wissels van vòòr 01 januari 2010 die teruggewisseld worden in 2010 worden bezoldigd volgens de uitgevoerde dienst. De personeelsadministratie zal een regeling van het loon opmaken. Gezien het bericht van 10 mei 2007 voorzag dat een wissel binnen de 6 maanden terug moet worden gewisseld, komen enkel de wissels vanaf 02 juli 2009 in aanmerking. De periode van 6 maanden waarin de wissel moet gebeuren blijft behouden. De betrokkenen tekenen bij het indienen van de wisselaanvraag dat zij er mee akkoord gaan dat een regeling van het loon die een terugvordering inhoudt onmiddellijk wordt uitgevoerd. 7 Uitzonderlijke maatregelen -- Uiterlijk tot en met 30 juni 2010 kunnen de werknemers die nog moeten terugwisselen van een wissel van vòòr 02 juli 2009 een aanvraag doen om de terugwissel te laten plaatsvinden. Zij gebruiken daarvoor het document dat bij dit bericht wordt gevoegd. Alle regels in dit bericht zijn van toepassing. Beide werknemers tekenen op dit document. Het loon van de betreffende maand wordt geregeld. Een regeling van het loon die een terugvordering van een bedrag tot gevolg heeft zal automatisch worden toegepast, zonder dat betrokkene hiervan verder op de hoogte wordt gebracht. Deze vermelding staat ook op het voorziene document. Het afdelingshoofd exploitatie beslist over het al dan niet toestaan. -- Wanneer de wissel niet binnen de 6 maanden kan worden teruggewisseld kan gevraagd worden om een afwijking op de regel toegestaan te worden. De betrokken personeelsleden bezorgen aan de regiomanager een schriftelijke vraag, met een uiteenzetting van de reden waarom de terugwissel niet kan gebeuren. Hierbij worden alle nuttige bewijsstukken gevoegd, en de aanvraag wordt door beiden ondertekend. De voorwaarden wat betreft de invloed op de trimestriële afrekening blijft behouden. De beslissing over het al dan niet toestaan wordt genomen door het afdelingshoofd exploitatie. 8 Wisselen van diensten door seizoenstijdelijken en jobstudenten De seizoenstijdelijken volgen de reglementering van het wisselen van diensten door chauffeurs. Bijkomend moet de wissel uitgevoerd zijn tijdens de looptijd van de overeenkomst. Het terugwisselen kan dus niet in een volgende overeenkomst. Vb 1 e wissel in september 2010 (contract zomerperiode), terugwissel in december 2010 (contract kerstvakantie) is niet mogelijk. Jobstudenten kunnen niet wisselen van diensten.
Voor seizoenstijdelijken en jobstudenten is het vanaf 01 januari 2010 niet mogelijk om terugwissels van voor de lopende overeenkomst uit te voeren. Er is geen regeling voorzien.
9 Opmerkingen -- Wissels kunnen geannuleerd worden op de zelfde wijze als waarop deze aangevraagd worden, de 2 betrokkenen moeten tekenen. Het annuleren van een wissel gebeurt voor zover er geen invloed is op de regel dat het saldo tussen de grenzen -10 en +20 moet blijven. -- Bij verkeerde toepassing van het wisselen van diensten kan het recht op wisselen tijdelijk worden geschorst door het afdelingshoofd exploitatie. -- Wie de afgesproken regels inzake het wisselen van diensten niet naleeft brengt de veiligheid van de reizigers en andere weggebruikers in gevaar. -- Het verkopen van diensten en het ruilen van badges zullen beschouwd worden als een zware fout en verantwoordt een onderzoek met mogelijks ontslag om dringende reden tot gevolg. 10
Te gebruiken documenten Als bijlage aan dit bericht -- het document te gebruiken voor de aanvraag van een wissel van diensten -- het document voor het aanvragen van een wissel in toepassing van punt 6 en 7 van dit bericht.
Oostende, 25 februari 2010 Luc De Man Directeur
BIJLAGE 12.2 WISSELEN VAN DIENSTEN BIJ MEDEWERKERS BELBUSCENTRALE WEST-VLAANDEREN.
1 Regel De wissel wordt aangevraagd en wordt toegestaan door de teamleider van de belbuscentrale. Van zodra de wissel werd goedgekeurd wordt de gewisselde dienst de voorziene dienst. 2 Voorwaarden waaraan de wissel moet voldoen 2.1 rustdagen -- Na 6 dagen met prestaties moet 1 rustdag voorzien worden. De periode van achtereenvolgende dagen met een prestatie kan in uitzonderlijke situaties maximaal 12 dagen bedragen, wanneer op deze periode minimaal 2 rustdagen volgen. De werknemers die wisselen moeten controleren of zij aan deze regel voldoen voor zij een wissel indienen. De personeelsleden die instaan voor de organisatie van de diensten (incl. het wisselen ervan) en voor de controle op de uitvoering van de diensten, en de medewerkers moeten elk hun verantwoordelijkheid opnemen. 2.2 dienst voor dienst op de zelfde dag -- (geen voorwaarden). 2.3 dienst voor rustdag -- Volledige diensten wisselen met een dag zonder prestatie kan enkel met X- en T-dagen -- Het wisselen met rustdagen gebeurt binnen een periode van 1 maand. Per maand moet het voorziene aantal weekenddiensten behouden blijven. 2.5 Wisselen van schorsingsdagen -- Wisselen met dagen zonder prestatie in toepassing van vermindering van prestaties ( DA, LO, LB01, e.a.) en CG-dagen kan niet worden toegestaan. Deze dagen kunnen wel vervangen worden door de eerstvolgende of laatst voorafgaande T- of X-dag. De normale procedure voor het verplaatsen van een dag zonder prestatie in toepassing van vermindering van prestaties moet dan worden gevolgd. -- Wisselen met dagen verlof (AV, CV, HU, e.a.), wettelijke vakantie (WV, ), ziekte-dagen, e.a. wordt niet toegestaan.
3 Werkwijze -- Het wisselen wordt aangevraagd met het voorziene formulier van de entiteit West-Vlaanderen. -- Het formulier wordt afgegeven aan de verantwoordelijke, 48 uren voor de wissel. Iedere verantwoordelijke kan aftekenen voor ontvangst, enkel de teamleider belbuscentrale of zijn aangeduide vervanger kan tekenen voor akkoord. -- Het aanvraagformulier wordt volledig ingevuld, en door beiden ondertekend. Wanneer de tweede persoon niet kan tekenen, kan hij zijn akkoord bevestigen aan de teamleider per mail of telefonisch. De tweede handtekening moet dan later geplaatst worden. 4 Gevolgen -- In geval van ziekte wordt de gewisselde dienst behouden. -- Alle premies en vergoedingen van de nieuwe gewisselde dienst worden toegekend (hitte-uren, nachtwerk, …). 5 Wissels die nooit toegestaan worden -- Wissels die gebeuren tussen 3 personen. -- Systematische wissels voor bepaalde diensten -- Wissels voor een gedeelte van een dienst. -- Wissels met S1- en S2- diensten zodat in een periode van 1 maand de betrokken medewerker geen S1- of S2- dienst zou uitvoeren. 6 Opmerkingen -- Wissels kunnen geannuleerd worden op de zelfde wijze als waarop deze aangevraagd worden, de 2 betrokkenen moeten tekenen. -- Bij verkeerde toepassing van het wisselen van diensten kan het recht op wisselen tijdelijk worden geschorst door het afdelingshoofd exploitatie. -- Het verkopen van diensten en het aanloggen met een andere gebruikersnaam zullen beschouwd worden als een zware fout en verantwoordt een onderzoek met mogelijks ontslag om dringende reden tot gevolg. 7 Te gebruiken documenten Als bijlage aan dit bericht het document te gebruiken voor de aanvraag van een wissel van diensten
Oostende, 03 mei 2011
Luc De Man Directeur
BIJLAGE 13 BELEIDSVERKLARING PREVENTIEF ALCOHOL-EN DRUGSBELEID
Het voeren van een beleid om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen is een geïntegreerd onderdeel van het algemene beleid van De Lijn. Een ver doorgedreven preventief alcohol- en drugsbeleid maakt hier deel van uit. Dit is ingegeven door het feit dat werkgerelateerd gebruik van alcohol of drugs één van de factoren is die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers en hun omgeving negatief kunnen beïnvloeden. De aard van de activiteiten van De Lijn en de specifieke risico’s die het gebruik van alcohol of drugs hierdoor voor de veiligheid van werknemers, klanten en weggebruikers inhoudt, en het imago van De Lijn maken een verregaand preventief alcohol- en drugsbeleid met een nultolerantie inzake gebruik noodzakelijk. Uitgangspunt bij de vaststelling van het preventief alcohol- en drugsbeleid is het disfunctioneren op het werk ten gevolge van alcohol- of drugsgebruik collectief te voorkomen en te verhelpen voor alle werknemers en andere op de werkplek aanwezige personen door middel van de volgende primaire doelstellingen en acties: -
-
-
bewustmaking via de geëigende kanalen en het bespreekbaar maken van de problematiek binnen onze onderneming; het voorkomen dat sociaal gebruik overgaat in probleemgebruik; een verbod op het gebruik van alcohol of drugs op de werkplaatsen van De Lijn en het voorkomen dat medewerkers zich aanbieden op het werk onder invloed van alcohol of drugs. Bij speciale aangelegenheden is het gebruik van alcohol op de werkplek uitzonderlijk mogelijk na schriftelijke toelating van de directeur; zorg dragen voor een zo vroeg mogelijke herkenning van probleemsituaties, met bijzondere aandacht voor de bepalende rol van de hiërarchische lijn hierin; procedures bepalen die gevolgd moeten worden bij vaststelling van disfunctioneren op het werk ten gevolge van mogelijk alcohol- of drugsgebruik of bij de vaststelling van de overtreding van deze regels; een werkwijze en procedure vastleggen die bij vaststelling van werkonbekwaamheid van een werknemer moeten gevolgd worden met betrekking tot het vervoer van de betrokkene naar huis, zijn begeleiding en de kostenregeling; het voortzetten van de bestaande reglementering en het toepassen van de reglementair voorziene grenzen, zoals opgenomen in het bericht “951/515.01.01 - Procedure voor de vaststelling van alcoholintoxicatie of staat van dronkenschap bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en gebruik van drugs, medicijnen en andere toxicomanieën”; adequate opvang en begeleiding van probleemgebruikers, in overleg met de preventiedienst(en) en de curatieve sector. Een informeel onderhoud met de maatschappelijke dienst is te allen tijde mogelijk op dezelfde wijze als bepaald in het arbeidsreglement in geval van grensoverschrijdend gedrag.
De hierboven opgesomde doelstellingen en acties gelden voor alle personeelsleden van onze organisatie. De Lijn is van mening dat de uitvoering een gedeelde verantwoordelijkheid is van de directie en de werknemers. Iedereen wordt verwacht, binnen de hem of haar toebedeelde taken en verantwoordelijkheden, mee te werken aan de realisatie van deze doelstellingen en acties. Iedereen zal daarom de nodige informatie, opleiding en middelen krijgen om deze taken en verantwoordelijkheden aan te kunnen.
BIJLAGE 14 BORSTVOEDINGSVERLOF
De werkneemsters die borstvoeding willen geven kunnen gebruik maken van de hierna vermelde regelingen. Het is wenselijk dat zij vooraf contact opnemen met de maatschappelijk assistent of de personeelsadministratie om volledig geïnformeerd te zijn over de praktische uitwerking. 1. Borstvoedingspauzes In het hierbijgevoegd bericht 951/561.08 van 01 juli 2002 wordt de mogelijkheid beschreven van het opnemen van borstvoedingspauzes. 2 Borstvoedingsverlof Het bericht 951/FV/542.07 van 01 september 2000 voorziet in de mogelijkheid om verlof zonder bezoldiging te nemen om zich aan de eigen kinderen te wijden. 2.1 Reglementering De tekst van dit bericht wordt hierna weergegeven. Dit soort verlof kan worden toegekend aan de werkneemsters die de tewerkstelling willen schorsen om borstvoeding te geven. De termijn voor het indienen van de aanvraag wordt in dit geval teruggebracht tot 1 maand. “ 2. Basis 2.1. Verlof zonder bezoldiging om zich aan zijn kinderen te wijden. C.A.O. 6 november 1992 betreffende het basisreglement van het loontrekkend personeel, punt 17.1; C.A.O. 6 november 1992 betreffende het basisreglement van het weddetrekkend personeel, punt 17.1. 3. Begunstigden Alle personeelsleden. 4. Toekenningsvoorwaarden 4.1. Verlof zonder bezoldiging om zich aan zijn kinderen te wijden. AANVRAAG De principiële beslissing van toestemming of weigering zal zo spoedig mogelijk worden genomen en ten laatste binnen de maand die volgt op het indienen van de aanvraag. Om De Lijn toe te laten eventueel een vervangingsovereenkomst af te sluiten, dient het personeelslid zijn aanvraag schriftelijk in te dienen bij het afdelingshoofd personeel van zijn entiteit, en dit drie maanden vóór de aanvang van het verlof. De duur van het verlof moet voorafgaandelijk bepaald zijn. DUUR Het verlof wordt toegekend voor een maximumperiode van vier jaar; er wordt alleszins een einde aan gesteld wanneer het kind, waarvoor de aanvraag werd ingediend, de leeftijd van 5 jaar bereikt. De maximumduur wordt op zes jaar gebracht en eindigt ten laatste wanneer het kind de leeftijd bereikt van 8 jaar, indien het kind minder-valide is en voldoet aan de voorwaarden om de bijkomende kinderbijslag, toegekend aan minder-valide kinderen, te genieten. Als zowel de vader als de moeder personeelslid van De Lijn zijn, kunnen zij het verlof onder elkaar verdelen; de totale duur ervan mag echter het voorziene maximum niet overschrijden. BEROEP In geval van gemotiveerde weigering vanwege De Lijn, zal een commissie, bestaande uit afgevaardigden van De Lijn en van de erkende vakbondsorganisaties, samengeroepen worden op vraag van één van deze laatsten ten einde de betwiste gevallen te regelen. De uitspraak in beroep vindt plaats binnen de 10 dagen na de indiening van het beroep. GEVOLGEN VAN DE AFWEZIGHEID De arbeidsovereenkomst wordt geschorst voor de overeengekomen duur. Het personeelslid geniet geen bezoldigingen, noch andere geldelijke voordelen. De administratieve en geldelijke loopbaan wordt geblokkeerd voor de duur van de schorsing. De werknemer mag geen enkele winstgevende activiteit uitoefenen op straffe van als ontslagnemer te worden beschouwd. Deze schorsingsperiode komt niet in aanmerking voor de opbouw van enige voordelen uit het
pensioenplanreglement WEDERINDIENSTTREDING De werknemer dient minstens één maand voor het verstrijken van het verlof een schriftelijke aanvraag te richten aan het afdelingshoofd personeel tot wederindiensttreding. Ingeval binnen de opgelegde termijn geen wederindiensttreding wordt aangevraagd, wordt de betrokkene als ontslagnemer beschouwd. De werknemer moet elke aangeboden functie aanvaarden die overeenstemt met zijn kwalificaties en met het functieniveau dat hij bekleedde voorafgaand aan het verlof. Er bestaat geen enkele waarborg omtrent de mogelijkheid om zijn vroegere functie opnieuw in te vullen. Op het ogenblik van wederindiensttreding moet de betrokkene de algemene voorwaarden vervullen die hij had moeten blijven vervullen indien hij in dienst zou gebleven zijn. “ 2.2 Opmerkingen: Ingevolge de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst ontvangt de werknemer geen maandelijkse bezoldiging van De Lijn en wordt er geen persoonlijke werknemersbijdrage in de IBP De Lijn OFP gestort. De in dit plan voorziene dekkingen (overlijden, arbeidsongeschiktheid) worden van rechtswege opgeschort. Bij werkhervatting worden alle dekkingen terug van kracht. Inzake de dekking bij overlijden heeft de werknemer de mogelijkheid om gedurende de periode van de onderbreking een individuele polis af te sluiten bij een verzekeraar naar keuze. Indien de werknemer dit wenst kan de werknemer de overlijdensverzekering bij de huidige verzekeraar verder zetten aan groepstarief op individuele basis. De dekking voorzien door de hospitalisatieverzekering wordt opgeschort van zodra de periode van onderbreking van de prestaties minimum 3 maanden bedraagt. De vzw Lijnwerk stuurt een brief naar de werknemers die in dit geval zijn.
Oostende, 02 september 2009 Luc De Man directeur