3e concept (maart 2014)
Visiedocument toekomst ZWN/VSDH
NB: dit visie-document start vanuit een brede scope en gaat uit van de situatie voor de stichting vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN). Daarmee gaat de visie breder dan alleen de fusie voor ZWN/VSDH, om andere varianten ook in beeld te kunnen krijgen. Hierbij moet aangegeven worden dat dit het halve verhaal is: bestuurder en Raad van Toezicht hebben ook de verantwoordelijkheid om het optimale model vanuit stichting De Vrijeschool Den Haag – primair onderwijs (VSDH) te bezien. 1. Aanleiding Inhoudelijke aanleiding Het gaat goed met de vrijescholen in Nederland: waar andere scholen te maken hebben met krimp, groeit het aantal ouders en leerlingen dat geïnteresseerd is in vrijeschool onderwijs. De wens bij de bestaande besturen is om deze groei verder te faciliteren en te ondersteunen. Verkent wordt in dit document of deze wens tot groei ook een bestuurlijke vertaling dient te krijgen. Procesmatige aanleiding Naar aanleiding van een tweetal trajecten (fusie zwn/vsdh en samenwerking Rijnstreek) is duidelijk geworden dat behoefte is aan een gedragen toekomst visie. Dit document is opgesteld op basis van inzichten die in de afgelopen jaren in diverse gremia zijn besproken (binnen directieoverleg, binnen toenmalige besturen en binnen de huidige raad van toezicht en ten aanzien van het traject Wonnebald/Widar/Ridderslag vooral met de MRAbbenbroekweg, omdat daar de impact het grootse zou kunnen zijn, de MR ZWN is steeds geïnformeerd over de oriëntaties, zij zijn inhoudelijk nog niet betrokken, omdat er bestuurlijk nog zo veel beweging was en er nog geen duidelijke contouren waren). Verder zijn deze onderdelen nader geactualiseerd. In het onderstaande document wordt ingegaan op de voorgeschiedenis en de landelijke ontwikkelingen. Vervolgens worden uitgangspunten voor de toekomst beschreven: deze vormen één onderdeel van de visie. Op basis van de uitgangspunten worden varianten beschreven, die vervolgens gewaardeerd worden: dit vormt het andere onderdeel van de visie. Met name de waardering van de varianten zal in breder verband moeten plaatsvinden en hiervoor zal draagvlak moeten zijn, om uit te kunnen groeien – na desgewenst een bijstelling – tot de gezamenlijke visie.
2. Voorgeschiedenis Het denken over samenwerking/fusie in vrijescholen is reeds een aantal jaren gaande, zowel binnen de regio Zuid-Holland, als op landelijk niveau. Hierbij een zeer gecomprimeerde impressie: - Periode 2004-2006: verkenning tussen Wonnebald, Widar en VSDH/ZWN om te komen tot een fusie. Hierbij is een onderzoek gedaan naar financiële noodzaak door de VBS, waarbij de conclusie was dat deze noodzaak (door invoering van lumpsum) niet onverkort aanwezig was. Bijkomend knelpunt was dat een fusie problemen mbt de ondergrens van het leerlingenaantal kon opleveren door de deelname van de school in Terneuzen (maakte toen onderdeel van VSDH) - Periode 2007-2008: bestuurlijke verkenning samenwerking Rijnstreek PO, Rotterdam PO, en VSDH/ZWN: door interne problematiek van Rijnstreek en Rotterdam is dit gestaakt - Periode 2008-2010: zeer uitgebreide verkenningen tussen (aanvankelijk) Wonnebald, Widar, Ridderslag (Gouda) en VSDH/ZWN om te komen tot samenwerking cq één stichting. Omdat de scholen nog in erg ongelijksoortige bestuurlijke stadia bevindingen
Visie document toekomst ZWN/VSDH
1
-
kiest VSDH/ZWN er voor om voorlopige even pas op de plaats te maken. Uiteindelijk stapt ook Gouda niet in, maar haken de Rotterdamse PO-scholen wel aan. Een latere poging om nader tot elkaar te groeien wordt getemporiseerd omdat het POcluster opteert voor een formalisering vooraf en ZWN/VSDH een meer organisch gegroeide samenwerking voor staat. Periode 2009-2010: omzetting van de vereniging VSDH naar stichting VSDH, met als doel om de weg vrij te maken om de praktische verwevenheid tussen VSDH en ZWN ook bestuurlijk te faciliteren. Vervolgens zijn de statuten van VSDH en ZWN gesynchroniseerd en is in de statuten vastgelegd dat de bestuurder en de raad van toezicht van beide stichtingen uit dezelfde personen dienen te bestaan (zgn. personele unie).
Los van de bovenstaande plannen voor samenwerking is sinds de start van ZWN in 2000 gekeken hoe De Vrije School Den Haag (bestaande uit een PO-deel en een VO-deel) weer bestuurlijk verenigd kan worden. In 1923 is de school als één school gestart en in 2000 is daar in bestuurlijke zin een einde aangekomen, als zodanig afgedwongen door de overheid. In de praktijk is het echter in veel aspecten één school gebleven: er is een periodiek managementoverleg tussen de beide schoolleiders en de bestuurder (voorheen algemeen directeur Vrije School Den Haag), er is een gezamenlijke financiële en leerlingenadministratie, sommige leraren geven/gaven op de beide scholen les, er worden gezamenlijke pedagogische vergaderingen gehouden (zeker op de hoogtijdagen), er worden gezamenlijke kerstspelen gehouden voor ouders en leerlingen, er is een gezamenlijke schoolkrant (Bijblijven), er wordt een gezamenlijke opening en sluiting van het schooljaar gehouden, er is een gezamenlijke steunstichting, er is een gezamenlijke website en een gezamenlijke schoolgids. Veel ouders en (oud-)leerlingen ervaren de school als één, óók als dit in de loop der tijd soms minder vanzelfsprekend was dan vroeger. In 2010 is na een intensief traject besloten om de Vereniging De Vrije School Den Haag (die alleen over het PO ging) om te zetten in een stichting, om zo de weg vrij te maken voor her-aansluiting bij het VO Den Haag: voor de leden (ouders en leraren) van de toenmalige vereniging was dit een belangrijke voorwaarde om akkoord te kunnen gaan met de omzetting van vereniging naar stichting. De bestuurder en de raad van toezicht die sindsdien het stokje hebben overgenomen, hebben steeds getracht deze voorwaarde (her-aansluting met het VO Den Haag) hoog in het vaandel te houden en het geschikte moment gezocht om stappen te zetten in deze richting. Met her-aansluiting van VO en PO wordt recht gedaan aan één van de oorspronkelijke uitgangspunten van Rudolf Steiner om te komen tot een doorlopende leerlijn van 4 tot 18 jaar. 3. Ontwikkelingen - Landelijk is vanuit de zorg voor “zwakke scholen in het PO” vanuit de vereniging voor vrijescholen (daartoe mede gestimuleerd door OCW) een impuls gestart om te komen tot versteking van de bestuurskracht door middel van samenwerking/fusie. Dit heeft geleid tot nieuwe samenwerkingsverbanden en samenwerkingsverbanden die zich hebben doorontwikkeld. Bij al deze organisaties is gekozen voor het Rvt-model , waarbij sprake is van een college van bestuur en en een raad van toezicht: o Ithaka, gevestigd te Haarlem en met 10 aangesloten vrijescholen in: Alkmaar, Bergen, Hillegom, Hoorn, Zaandam, Oudorp, Haarlem (2x), Hoofddorp en Purmerend; o Samenwerkende vrijescholen Zuid-Holland, gevestigd in Rotterdam, met 7 scholen gevestigd in Rotterdam (2x), Krimpen, Dordrecht, Oud-Beijerland, Delft en Den Haag o Athena, gevestigd in Deventer, met 12 aangesloten vrijescholen in Almelo, Apeldoorn, Arnhem, Brummen, Deventer, Emmen, Enschede, Groningen, Leeuwarden, Meppel, Oldenzaal en Winterswijk
Visie document toekomst ZWN/VSDH
2
Pallas, gevestigd in Uden met 13 aangesloten vrijescholen in Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond, Helmond, Nijmegen, Ede, Wageningen, Uden, Tiel, ’s Hertogenbosch, Roosendaal en Oosterhout De financiële druk op scholen neemt toe, mede door bezuinigingen. Professionalisering van bestuur en management wordt steeds belangrijker, van organisaties wordt gevraagd meer en meer toekomstgericht te werken. Daarnaast nemen de lasten en risico’s die op scholen rusten steeds verder toe: werkgeverslasten (bijvoorbeeld stijging pensioenpremie) en eigen risico’s bij ziekte en ontslag . De inkomsten vanuit het rijk worden steeds grilliger: enerzijds worden er met groot gemak forse bezuinigingen (vaak sluipenderweg) op scholen afgewenteld, anderzijds kan een het einde van het kalenderjaar onverwacht nog een bedrag worden toegevoegd. Deze grilligheid noopt scholen tot een grotere zelfvoorzienendheid door zich te oriënteren op andere bronnen van inkomsten, maar ook meer financiële stabiliteit van de eigen organisatie, onder meer blijkend uit de schaal waarop de scholen georganiseerd zijn. Demografische ontwikkeling en steeds bewuster kiezende ouders/leerlingen leidt tot verhevigde strijd om de leerling: grote stichtingen kunnen voor scholen die dit nodig hebben een fors PR-pakket vrijmaken. VO-scholen intensiveren het contact met de toeleverende scholen, sommige onder meer in de vorm van bestuurlijke fusies (voorbeeld: Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden waarbij 10 PO-scholen en 5 VOscholen zijn gefuseerd (www.scoleiden.nl). Het Onderwijsgroep Zuid Hollandse Waarden (OZHW) uit Barendrecht en omgeving heeft het voornemen om met ca. 7 VO scholen te fuseren met ca 15 PO-scholen. Het aantal PO-leerlingen dat van de vrijeschool naar het VO gaat neemt jaarlijks af, hierdoor komt de oorspronkelijke pedagogische gedacht (onderwijs van 4 tot 18) onder druk te staan. Daarbij vormen vrijeschool basisschoolleerlingen een belangrijke bijdrage in het “in de vorm krijgen” van de nieuwe zevende klassen (en verder): door deze ontwikkeling kan dit “evenwicht” ook onder druk komen te staan. Langzaamaan ontstaat er een gevoel voor een gewenste schaal/omvang die nodig is voor verdergaande professionalisering (bijvoorbeeld facilitaire zaken/huisvesting, bovenschoolse inkoop, personeelszaken, ICT etc), risicobeheer en slagkracht. Een leerlingenaantal tussen de 2.000 en 3.000 lijkt daarbij een minimale omvang voor een stevige en stabiele basis voor de toekomst. Ook voor de spreiding van risico’s is een grotere omvang dan de huidige omvang gewenst. De belangstelling voor vrijescholen neemt toe, ook in regio’s waar op dit moment nog geen VO vrijeschool is. In Roermond en Zwolle is hier een oplossing voor gevonden door aan te sluiten bij een reguliere school die oprecht de wens heeft om in een aanpalende klas vrijeschoolonderwijs aan te bieden. Daarnaast blijkt dat ook in regio’s waar voorheen reistijd op de koop toe werd genomen, ouders de wens hebben om een school in de eigen woonplaats te hebben. Een voorbeeld hiervan is het initiatief in Delft. Voor het bestaande bestuur (ic ZWN) is dit echter geen kans tot uitbreiding of groei. Het stichten van nieuwe vrijescholen in het VO is zeer complex gebleken Zo is gebleken dat het nagenoeg onmogelijk is om als ZWN een nieuwe dependance te openen in Delft: daarvoor is een overeenstemming verplicht met de schoolbesturen in zowel Den Haag als Delft (een zogenaamd Regionaal Plan Onderwijs Onderwijsvoorzieningen (RPO)). In een tijd waarin de “strijd om de leerling” steeds heviger wordt is de bereidheid van besturen om elkaar zaken te gunnen steeds geringer. De enige route die resteert is het zoeken van een reguliere school die bereid is een vrijeschool-variant te adopteren, zoals in Roermond en Zwolle is gebeurd. Met deze groei zijn vrijeschoolleerlingen en ouders gebaat (mits de kwaliteit op orde is), maar dit komt de stabiliteit van de bestaande stichtingen niet ten goede, sterker nog dit kan een bedreiging vormen). De huidige situatie (bestuurlijk en getalsmatig) in Zuid Holland is opgenomen in de bijlage 1. o
-
-
-
-
-
-
-
Visie document toekomst ZWN/VSDH
3
4. Uitgangspunten De bovenstaande ontwikkeling en voorgeschiedenis samennemend is er bestuurlijk gezien behoefte aan een verdere versteviging van de basis. In de afgelopen jaren is hier hard aan gewerkt, hetgeen zijn vruchten heeft afgeworpen bijvoorbeeld in het beter op orde krijgen van de financiën van zowel ZWN als VSDH. Dit proces van professionalisering, stabilisering en kwaliteitsgroei zal ook in de toekomst verder geïntensiveerd moeten worden. Maar gegeven de huidige omvang en de slechts geringe groei die daarbinnen mogelijk is (bijvoorbeeld tgv de huidige huisvesting en de gewenste menselijke maat), heeft deze verdere stabilisering en kwaliteitsgroei zijn grenzen. Bij deze groei moet natuurlijk rekening gehouden worden met schaduweffecten. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat groei niet zaligmakend is en zeker rekening moet houden met de menselijke maat. In dat kader kunnen randvoorwaarden geformuleerd worden waar bij verdere groei rekening gehouden moet worden. Te denken valt aan de volgende randvoorwaarden: -
-
-
-
-
De oorspronkelijke scholen moeten hun eigenheid kunnen behouden, de bestuurlijke structuur moet geen keurslijf worden waarin sprake is van een eenheidsworst. Dit betekent dat steeds wordt uitgegaan van een besturenfusie (fusie op bestuurlijk niveau) en niet van een scholenfusie; Belangrijke met name pedagogische beslissingen moeten – binnen de landelijke en bestuurlijke kaders – op de school genomen kunnen worden; De menselijke maat moet ervaarbaar blijven binnen de afzonderlijke scholen; Leren van elkaar en op elkaar afstemmen (bijvoorbeeld aansluiting klas 6 en klas 7 en aansluiting van het leerplan) wordt gezien als relevant verbeterpunt. Uitgangspunt is dat dit “van onder op/buttom up” ontstaat . Bestuurlijk kan dit proces gefaciliteerd worden. Het bestuur dient dienstbaar te zijn/blijven aan de scholen: bij verdere groei zal het behoud van de huidige vrijeschoolgerichte bestuurscultuur en ethiek geborgd moeten zijn. (Groeiende) Bestuurlijke omvang en professionalisering (zowel binnen de afzonderlijke stichtingen als binnen de vereniging voor vrijescholen) heeft als belangrijk nevendoel om binnen het maatschappelijke discours een vuist te kunnen maken en de belangen van vrijescholen beter te kunnen behartigen en zo tegenwicht te bieden. De regio Zuid Holland is een goede maat voor overzienbare spreiding, waarbij de onderlinge afstanden overbrugbaar zijn.
5. Varianten Als de bovenstaande uitgangspunten samengevat worden, is het centrale thema groei, kwaliteit en stabiliteit. Beiden kunnen op een aantal manieren gerealiseerd worden: 1. Groei binnen de huidige context 2. Groei door fusie met gelijksoortige vrijescholen (VO-VO) en (PO-PO) 3. Groei door fusie met niet-vrijescholen (VO-VO) en (PO-PO) 4. Groei door fusie vrijescholen binnen de regio (VO-PO) Ad 1. Groei binnen de huidige context Hiermee wordt bedoeld dat de huidige scholen de groei die zij de afgelopen periode te zien gaven verder door zetten. Als we daarbij rekening houden met de randvoorwaarden (menselijke maat) is duidelijk dat deze groei zijn grenzen kent: de school moet een zekere mate van beschutting bieden voor haar leerlingen (zeker in de eerste jaren), waarvoor het van belang is dat iedereen elkaar nog kent/kan kennen. In het platform voor rectoren van vrijescholen wordt in dit kader vaak gesproken van een maximale omvang op circa 800-900
Visie document toekomst ZWN/VSDH
4
leerlingen, al ligt vrijeschool VO Zutphen daar net iets boven, doordat twee scholen in de afgelopen jaren te klein bleken om zelfstandig door te kunnen gaan en nu gefuseerd zijn tot een school van ca. 1.100 leerlingen. Uiteraard is dit een vrij subjectief cijfer, maar in de beleving wel relevant. Voor Rotterdam en Den Haag zou dit een verdere groeimogelijkheid betekenen van 100-200 leerlingen, voor Leiden is dit 300 leerlingen. Knelpunt hierbij in het verleden is steeds de huisvesting gebleken: de beschikbaarheid vanuit de gemeente voor uitbreiding verloopt zeer traag: pas als blijkt dat de groei stabiel is (formeel over 15 jaar) komt de gemeente in actie. Met de huidige krimp zijn gemeenten extra terughoudend in het bieden van extra huisvesting. Ad 2. Groei door fusie met gelijksoortige vrijescholen (VO-VO) en (PO-PO) Binnen Zuid Holland zijn op dit moment geen andere VO vrijescholen. Het initiatief in Delft bleek niet binnen afzienbare termijn (wens ouders) mogelijk binnen ZWN, het starten van nieuwe dependances is zeer complex, omdat hiervoor de instemming van de omliggende besturen van reguliere scholen noodzakelijk is. Alternatief is het aangaan van samenwerking met andere stichtingen, bijvoorbeeld Vrijescholen Noord Holland. Door grote afstand lijkt de synergie hiervan (te) gering: op dit moment worden binnen ZWN de relevante zaken binnen drie beleidswerkgroepen voorbereid: personeel, bedrijfsvoering en onderwijs. Deze groepen komen geregeld bijeen. Na jarenlange samenwerking is geleidelijk aan synergie ontstaan en wordt meer gezamenlijk besloten, zonder dat dit van boven hoeft te worden opgelegd. Dit proces zou geheel opnieuw gestart moeten worden als er 3 nieuwe scholen uit Noord Holland bij komen, dit lijkt niet direct effectief, al is dit het onderzoeken waar als hier brede belangstelling voor is. Ad 3. Groei door fusie met niet-vrijescholen (VO-VO) en (PO-PO) Hierbij kan gedacht worden aan fusie met scholen van een andere denominatie, bijvoorbeeld montessorischolen of scholen als het Grotius in Delft die geïnteresseerd zijn in het openen van vrijschoolse klassen. De ervaring met reguliere scholen is tot nu toe dat het lastig is om het eigen karakter overeind te houden: de wijze waarop gedacht wordt over de inrichting van het onderwijs en de toedeling van middelen wijkt fundamenteel af van hoe de vrijescholen hier mee om gaan. Desondanks zijn er in het VO goede voorbeelden waarbij dit gelukt is: vrijeschool VO Breda en vrijeschool VO Maastricht zijn voorbeelden van goed lopende scholen met een grote mate van autonomie binnen een regulier bestuur, tegelijk is de ervaring dat dit feitelijk een gedoogbeleid: de reguliere besturen zijn zeer beperkt op de hoogte van de vrijeschoolse karakteristieken en in tijden van bezuiniging of herziening van onderwijsuitgangspunten is de vraag of deze besturen voldoende de belangen van de vrijescholen kunnen/zullen behartigen. Er zijn nog weinig voorbeelden van een vrijeschool PO die samen valt onder een regulier bestuur: recent is in Breda een start gemaakt, maar hier zijn nog geen ervaringen van bekend. Ad 4. Groei door fusie vrijescholen binnen de regio (VO-PO) Hierbij kan gedacht worden aan de voorgestelde fusie tussen ZWN en VSDH, maar ook met Rijnstreek en/of Rotterdam/Widar/Wonnebald en/of Gouda. Dit kan verschillende doelen hebben: - het delen van een professionele infrastructuur (leerlingenadministratie, financiële administratie, p&O-kennis, ict-kennis, facilitaire kennis: allerlei zaken die dan beter op centraal niveau gefaciliteerd kunnen worden. - Vergroten van de kans op doorstroming van PO naar VO - Verbetering van de aansluiting tussen PO en VO, enerzijds tussen klas 6 en 7, anderzijds aansluiting en afstemming vanuit het leerplan
Visie document toekomst ZWN/VSDH
5
-
Uitwisseling van kennis en ervaring: PO kan van VO leren en andersom: de meerwaarde zit in respectvolle wederzijdse de uitwisseling, zoals de Waldorf-scholen ooit begonnen zijn.
6. Voor- en nadelen en beoordeling van de varianten 6.1 Voor- en nadelen Voordat de varianten zinvol beoordeeld kunnen worden, is wordt overzicht van de voor- en nadelen per variant gegeven. De mate waarin de voor- of nadelen doorslaggevend zijn bij de uiteindelijke keuze, kan worden aangegeven bij de beoordeling (punt 6.2)
VRIJESCHOOL IDENTEIT EN KWALITEIT Huidige context VO-VO en PO-PO
Voordelen
Nadelen
Beperkte groei, weinig effect Versterking van onderlinge uitwisseling met andere VS-scholen (nu reeds via Platform VO, dan meer geïntensiveerd)
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO
Weinig voordeel, omdat het VSgehalte niet toeneemt
VO-PO Zuid Holland
Versterking/doorontwikkeling van een uniek aspect van de Vrijeschool: de pedagogische doorlopende leerlijn
Zekere stilstand Voor ZWN geldt hier dat de mogelijkheden voor groei binnen VO beperkt zijn: bij andere clusters leeft deze vraag minder, ook door de geografische afstand Risico van verwatering en rekening moeten houden met eisen regulier onderwijs Risico van grotere schaal, waardoor menselijke maat in gevaar komt
NB: de NOODZAAK om de kwaliteit en de identiteit van de vrijescholen de komende jaren te bewaken wordt urgent door de aanzienlijke uitstroom van kwaliteit (pensioneringsgolf van leraren met zeer veel ervaring en kwaliteit de komende 5-10 jaar) en de verder gaande groei van de scholen: hier zijn nieuwe leraren voor nodig, terwijl de leraren met vrijeschoolkwaliteiten steeds moeilijker te vinden zijn. * De komende jaren komen onderwerpen op de agenda te staan die cruciaal zijn voor vrijescholen. De Onderwijsraad heeft hier reeds een eerste aanzet toe gegeven. Gedacht kan worden aan het belang om zoveel mogelijk, soepele overgangen tussen onderwijssoorten te behouden, goede begeleiding bij opleidingskeuze en uitgestelde determinatie in (bieden van zo laat mogelijke keuzes voor VMBO/Havo/vwo en/of het opnieuw mogen stapelen als leerlingen pas wat later opbloeien. Voor ZWN en VSDH biedt dit uitgelezen kansen om dit gedachtengoed verder te ontwikkelen. ONDERWIJS Huidige context
VO-VO en PO-PO
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO VO-PO Zuid Holland
Voordelen Grotere omvang leidt tot meer mogelijkheden om gezamenlijk te investeren in verbeteringen Samenwerkende scholen begrijpen elkaar, moeten de zelfde knelpunten oplossen en kunnen elkaar daarin versterken. Leren van reguliere scholen (ramen open zetten) -Samenwerkende scholen kunnen het leerplan met de doorlopende leerlijn nader vormgeven (USP) - Versterking aansluiting - Meer gezamenlijke actie doorstroom PO-VO
Visie document toekomst ZWN/VSDH
Nadelen -Geen nieuwe externe impulsen -Groei is relatief beperkt Verder uitelkaar groeien van VO-PO doordat de sectoren zich meer op elkaar gaan richten Geen winst in VS-kwaliteit Risico van verwateren van kerngedachte VS Risico: uiteindelijke (mogelijke) omvang (4000-5000 leerlingen) bedreigt de menselijke maat (te ondervangen door individuele scholen kleinschalig te houden)
6
PERSONEEL Huidige context VO-VO en PO-PO
Voordelen Meer financiële armslag om bezuinigingen te voorkomen - Meer doorgroei mogelijkheden (carrière) - Meer aandacht voor professionaliteit Meer oplossingsrichtingen bij personele knelpunten
Nadelen Groei is beperkt door huisvesting - Geografische afstand maakt het lastig om personele winst te realiseren - Risico van gedwongen overplaatsing bij dreigend faillissement - VS-personeel is niet goed “inwisselbaar” met reguliere personeel: beperkte winst - Risico van gedwongen overplaatsing bij dreigend faillissement - Twee CAO’s geeft complexiteit - Risico van gedwongen overplaatsing bij dreigend faillissement
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO
- Meer doorgroei mogelijkheden (carrière) - Meer aandacht voor professionaliteit - Meer oplossingsrichtingen bij personele knelpunten
VO-PO Zuid Holland
Meer doorgroei mogelijkheden (carrière) - Meer aandacht voor professionaliteit - Meer oplossingsrichtingen bij personele knelpunten
FINANCIEN Huidige context
Voordelen Meer leerlingen is meer inkomsten, overhead blijft gelijk Overhead kosten delen met meer scholen Spreiding van risico’s over meer scholen Overhead kosten delen met meer scholen Spreiding van risico’s over meer scholen Overhead kosten delen met meer scholen Spreiding van risico’s over meer scholen Oplossen risico BTW-vordering Vereenvoudiging financiële administratie/begroting
Nadelen Totale budget en dus risico neemt toe Totale budget en dus risico neemt toe
Voordelen Iets meer armslag om zaken bovenschools te regelen/financieren Winst/schaalvoordeel mbt inkoop, huisvesting, ict etc
Nadelen Beperkte voordelen
VO-VO en PO-PO
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO
VO-PO Zuid Holland
BEDRIJFSVOERING/Facilitair Huidige context VO-VO en PO-PO
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO
Winst/schaalvoordeel mbt inkoop, staf huisvesting, ict etc
VO-PO Zuid Holland
Winst/schaalvoordeel mbt inkoop, staf, huisvesting, ict etc Aantal relevante gemeenten is beperkt, synergie-voordeel met gemeente Den Haag/Rotterdam en Leiden (PO contacten benutten voor VO-contacten)
Visie document toekomst ZWN/VSDH
Totale budget en dus risico neemt toe
Totale budget en dus risico neemt toe
Geografische afstand en veelheid aan gemeenten maakt dit complex Risico dat bedrijfsvoering reguliere scholen gaat overheersen Complexiteit doordat regelgeving (bijv. rond huisvesting verschilt)
7
6.2 Criteria en beoordeling van varianten Er kan op verschillende manieren naar mogelijkheden voor groei, kwaliteit en stabiliteit gekeken worden. Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten zijn hieronder – niet limitatieve lijstje – de volgende beoordelingscriteria beschreven: - Doorlopende leerlijnen - Leren van elkaar - Kwalitatief beter (vrijeschool) onderwijs - Bijdrage aan financiële stabiliteit - Bijdrage aan pedagogisch klimaat in de klas - Negatieve neveneffecten (bijvoorbeeld ontvlechtingskosten/verhoging kosten ZWN als VSDH niet zou fuseren met ZWN) NB: bovenstaande criteria en onderstaande waardering zijn “in progress”: verkend moet worden of hiervoor draagvlak is: zowel de criteria als de waardering kunnen worden bijgesteld.
Doorlopende leerlijnen Leren van elkaar Kwalitatief beter onderwijs Financiële stabiliteit Financiële stabiliteit Pedagogisch Negatieve neveneffecten
Huidige context 0
VO-VO en PO-PO +
Niet-vrijescholen VO-VO en PO-PO --
VO-PO Zuid Holland ++
0
+
-
++
0
+
-
++
+
++
++
++
+
++
++
++
0 0
+ -
--
+ +
0= neutraal, + = verbetering, ++ = grote verbetering, - = verslechtering, -- is grote verslechtering
7. Voorlopige conclusie en verdere route Op basis van de bovenstaande verkenning kunnen een aantal gezamenlijke voorlopige conclusies getrokken worden: - In de komende jaren is het zinvol om te verkennen op welke wijze de vrijescholen in Zuid Holland hun onderlinge positie kunnen versterken door middel van (vergaande) samenwerking/fusie. - Belangrijke redenen voor een dergelijke fusie kunnen zijn o.a.: o Versterken van de kwaliteit van het onderwijs, door meer stabiliteit en betere afstemming op onderwijskundig niveau, met behoud van ieders identiteit o Aanbieden van een uniek pedagogisch concept van 4-19 jaar, waarbij sprake is van een goed onderbouwde en gefundeerde doorlopende leerlijn en waarbij gewerkt kan worden aan verbeteringen in de aansluiting (niet alleen in de aansluiting tussen klas 6 en 7, maar vanuit het gehele curriculum)
Visie document toekomst ZWN/VSDH
8
Meer bestuurlijke continuïteit en financiële stabiliteit, waardoor de scholen de toekomst beter aan kunnen, gegeven het feit dat er steeds meer risico’s op scholen worden afgewenteld Aangezien een landelijke VO-fusie vooralsnog niet aan de orde is (deze vraag leeft niet bij de andere clusters) en verdere groei van de huidige VO-scholen niet tot de mogelijkheid behoord ivm wet- en regelgeving ligt samenwerking met het PO voor de hand. Verder gaande fusie roept veel vragen op, die vervolgens in een breder forum verkend moeten worden om vervolgstappen te kunnen zetten op het niveau van Zuid Holland *Snel kunnen schakelen op “trends” die passend zijn voor het eigen aanbod ( verbeterde aansluiting, ruimte voor talent in brede zin, meer ruimte voor uitgestelde opleiding/richtingskeuze o
-
-
-
De voorlopige deelconclusie is dat de hier geschetste toekomstige ontwikkelingen vooralsnog (deels) vergezichten zijn, die verder gaan dan het aanvankelijke instemmingsverzoek met betrekking tot ZWN/VSDH. Om meer zicht op het draagvlak voor (de verschillende varianten binnen deze) vergezichten te verkrijgen zal de bestuurder contact opnemen met de andere bestuurders om te komen tot een informele verkenning op Zuid Hollandsniveau. Los van dit traject lijken er geen zwaarwegende bezwaren vanuit visie-optiek om de bestaande samenwerking tussen ZWN en VSDH verder te formaliseren. Hierbij zijn echter wel twee randvoorwaarden genoemd: - Het zou voor betrokkenen acceptabel moeten zijn als deze fusie het eindplaatje wordt: het zou niet op voorhand als “opstap naar” verdere samenwerking geïnterpreteerd moeten kunnen worden - Tegelijk zou deze keuze ook niet op voorhand als eindplaatje moeten worden gezien en eventuele verdere stappen om te komen tot verdere samenwerking/fusie in de weg staan. - Vervolgens zal uiteraard het concept-fusierapport besproken moeten worden: nagegaan moet worden hoe aan gekeken wordt tegen de huidige situatie en de toekomstige situatie in de beschreven situaties. Kortom: het is niet de bedoeling om deze stap als een beleidsmatige voorbode voor één van de mogelijke richtingen te zien: daarvoor zullen – desgewenst – separate trajecten gestart moeten worden. De klankbordgroep heeft de behoefte om deze voorlopige conclusie af te stemmen met vertegenwoordiger van de Abbenbroekweg: van belang is om vast te stellen welke visie zij hebben op de toekomst en in hoeverre deze stap daarin past. Afhankelijk van deze uitkomsten kan dit document nog nader worden aangepast.
Visie document toekomst ZWN/VSDH
9
BIJLAGE: Huidige situatie in Zuid Holland In het onderstaande schema zijn de VO en PO scholen benoemd, met een globale schatting van het aantal leerlingen dat aan de desbetreffende scholen verbonden is. De vrijeschool in Hillegom is de enige school in Zuid Holland die hier niet is meegenomen, omdat deze school onder Ithaka valt. Voor St Rijnstreek geldt dat nog geen formele RvT is geïnstalleerd, voor Gouda is dit onbekend.
Visie document toekomst ZWN/VSDH
10