Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011 Bij de landelijke verkiezingen in juni 2010 zijn er 61 vrouwen in het parlement gekozen, zes meer dan bij de verkiezingen van 2003 en van 2006. Hoe zit dit bij andere verkiezingen? In dit dossier vindt u informatie over de deelname van vrouwen in de Nederlandse politiek. Traditiegetrouw onderzoekt het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) na elke verkiezing hoeveel vrouwen erin geslaagd zijn een zetel te behalen als volksvertegenwoordiger, respectievelijk in een politieke functie te worden benoemd. Hoeveel vrouwen zijn er gekozen: in de gemeenteraden, waterschapsbesturen, provinciebesturen, Eerste en Tweede Kamer, het Europees Parlement? Hoeveel vrouwen zijn er als minister, staatssecretaris, burgemeester of wethouder benoemd? Wat zijn de streefcijfers van de overheid? Zijn die gehaald? Hoe doet Nederland het in vergelijking met andere landen? Stemrecht Sinds 1919 hebben in Nederland vrouwen actief en passief stemrecht. Ze mogen hun stem uitbrengen (actief) en ze mogen zich kandidaat stellen (passief) op lokaal, provinciaal, landelijk en Europees niveau. Finland is het eerste Europese land waar vrouwen stemrecht kregen, dat was in 1906. Na de Eerste Wereldoorlog volgden andere landen zoals Duitsland, Luxemburg, Zweden en Oostenrijk. Maar in Frankrijk kregen vrouwen pas stemrecht in 1944, in België in 1948 en in Portugal in 1974. Streefcijfers De Nederlandse overheid vindt het belangrijk dat vrouwen vertegenwoordigd zijn in politieke functies. Achtereenvolgende regeringen hebben streefcijfers vastgesteld om het aandeel vrouwen in de politiek te verhogen. Het kabinet-Balkenende II heeft in december 2005 de laatste streefcijfers vastgelegd in het Meerjarenbeleidplan Emancipatie 2006-2010. Hiermee stimuleert de regering dat politieke partijen meer vrouwen op verkiesbare plaatsen zetten bij verkiezingen. Het doel is om meer vrouwen voor te dragen voor benoeming als minister, staatssecretaris, burgemeester, wethouder of commissaris van de koningin. Ook de vrouwen zelf worden gestimuleerd om zich kandidaat te stellen. Hoe staat het er in 2010 voor na de verkiezingen voor resp. het Europees Parlement (2009), de gemeenteraden en de Tweede Kamer (beiden in 2010)? En hoe verhouden de jongste cijfers zich tot de streefcijfers? De stand van zaken:
1
Functie
Kabinet (ministers en staatssecretarissen) Europees Parlement Eerste Kamer Tweede Kamer Provinciale Staten Gedeputeerde Staten Burgemeesters Gemeenteraden Commissaris der koningin Waterschapsbesturen
Situatie na laatste verkiezingen 2010, 20% (2007: 41%) 38% (2009) 35% (2007) 41% (2010) 36% (2007) 30% (2007) 20% (2010) 26% (2010) 8,5% (2010) 19% (2008)
Streven voor 2010 50% 50% 50% 50% 50% 50% 40% 45% 30% 30%
Tussen twee verkiezingen in veranderen de cijfers, na de coalitievorming en door tussentijds aftreden, resp. doorstromen. Om de cijfers te kunnen vergelijken, wordt als peildatum vastgehouden aan het resultaat van de opeenvolgende verkiezingen.
Vrouwen in de lokale politiek Raadsleden Raadsleden worden gekozen. In maart 2010 zijn er 431 gemeenten in Nederland en 9382 gemeenteraadszetels. Bij de gemeenteraadverkiezingen van maart 2010 is het aandeel gekozen vrouwen op hetzelfde peil gebleven als in 2006: 26%. Daarmee is het streefcijfer voor 2010 (45%) lang niet gehaald. Het percentage vrouwen ligt al enkele verkiezingen achter elkaar rond de 25%. Het percentage vrouwen in de raden van de grote steden is hoger. In de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, zijn er samen 180 raadsleden, daarvan zijn er 68 vrouw, dat is 38% (in 2006: 41%). In de G31 ligt het aandeel vrouwen op 33%. Hoe groter de gemeente des te hoger is het percentage vrouwen. Opvallend is het teruglopend percentage vrouwen in de grote gemeenten. Vijf gemeenten in Nederland hebben helemaal geen vrouwen in de raad. Naar grootte van de gemeente inwoners x 1000 minder dan 5 5-10.000 10-20.000 20-50.000 50-100.000 100-150.000 150-250.000 plus 250.000 Nederland
aantal gem. raadsleden vrouw 6 60 11 39 507 113 129 2063 484 191 4332 1155 41 1409 390 13 507 159 8 324 102 4 180 68 431
9382
2482
% 2010 % 2006 18 18 22 22 21 23 27 25 28 28 31 32 31 36 38 41 26
26
2
Naar provincies Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Brabant Limburg Nederland
gemeenten raadsleden vrouw 23 421 108 31 555 162 12 298 77 25 629 174 56 1250 337 6 164 52 29 645 165 60 1266 381 74 1660 422 13 287 67 68 1471 377 34 736 160 431
9382
2482
%2010 26 29 26 28 27 32 26 30 26 23 26 22
%2006 26 28 28 28 24 25 29 30 27 19 23 20
26
26
Verdeeld naar politieke partijen In 2010 is het percentage vrouwelijke raadsleden per politieke partij als volgt: Partij CDA PvdA VVD GroenLinks D66 ChristenUnie SGP SP Lokaal & Overig
Aantal raadsleden 1.701 1.345 1.508 456 548 347 216 272 2.969
% vrouwen 25 33 26 39 35 25 0 35 23
Bron: www.decentraalbestuur.nl
Burgemeesters Burgemeesters worden benoemd. Van de 430 burgemeesters is op 1 november 2010 20% vrouw. Het aandeel vrouwen is de afgelopen jaren nauwelijks gewijzigd. In 2002 was het 19,4%, in 2005 18,5%. Vermoedelijk komt dit omdat de gemeenteraad grotere invloed heeft op wie er burgemeester wordt. De burgemeester wordt formeel benoemd door de minister maar die heeft minder rechtstreekse invloed. De minister heeft dan ook minder invloed op het aandeel vrouwen. Het streefcijfer van 40% in 2010 is lang niet gehaald. Hoe groter de gemeente is (met uitzondering van de zes gemeenten met minder dan 5000 inwoners) des te lager is het aandeel van vrouwelijke burgemeesters. In de 25 grootste gemeenten zijn er slechts drie vrouwelijke burgemeesters.
3
Naar grootte van de gemeente Inwoners x 1000 minder dan 5 5-10.000 10-20.000 20-50.000 50-100.000 100-150.000 150-250.000 plus 250.000 Nederland
Aantal gem. 6 39 128 191 41 13 8 4
vrouw 0 14 31 32 6 2 1 0
% 0 36 24 17 15 15 12,5 0
430
86
20%
Naar provincies Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Brabant Limburg
Gemeenten 23 31 12 25 56 6 29 60 73 13 68 34 430
vrouw
% 22 16 17 4 18 33 21 32 23 0 26 15 20
5 5 2 1 10 2 6 19 17 0 14 5 86
Naar politieke partij Partij CDA ChristenUnie D66 GroenLinks PvdA SGP VVD Friese Nationale Partij Lokale partij Partijloos
totaal vrouw % 146 22 8 0 25 4 9 4 115 26 7 0 113 29 1 0 2 0 4 1 430 86
15 0 16 44 23 0 26 0 0 25 20
De cijfers geven de stand per november 2010 weer.
4
Wethouders Wethouders worden benoemd door politieke partijen. Het aandeel vrouwelijke wethouders stijgt heel langzaam. In 2002 was dit 16%, in 2005 16,7% en in 2008 18%. In 2010 is het aandeel vrouwelijke wethouders gestegen naar 19,5%.
PROVINCIE Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Brabant Limburg Nederland
gemeenten 23 31 12 25 56 6 29 60 74 13 68 34
% Vrouwelijke wethouders 24 25 18 20 19 16 29 24 20 11 15 14
431
19,5
Bron wethouders : www.decentraalbestuur.nl
Vrouwen in waterschapsbesturen Na de waterschapsverkiezingen van 2008 is voor de eerste keer door het IPP onderzocht hoeveel vrouwen in de besturen zitten. Van de 26 Dijkgraven is er één vrouw, van de algemene bestuursleden is 18,6% vrouw, van de dagelijkse bestuursleden is 13,4% vrouw. Vóór de verkiezingen van 2008 was het aandeel vrouwen in de algemene besturen 17,9%, in de dagelijks besturen 14,4%. Het streefcijfer voor 2010, 30%, is lang niet gehaald.
Vrouwen in provinciebesturen Provinciale Staten De leden van de Provinciale Staten worden gekozen. Het aantal leden is in 2007 omlaag gegaan van 764 naar 564. Men zou verwachten dat het aantal vrouwen dat in 2007 in de Provinciale Staten is gekozen overeenkomstig minder zou worden. Dat blijkt niet zo te zijn. Vóór de verkiezingen van 2007 zaten er 210 vrouwen in de staten, na de verkiezingen 201. Verhoudingsgewijs is het aandeel vrouwen gestegen van 27% naar 36%. Na de verkiezingen zijn er 191 minder mannen in de Staten gekomen. Het streefcijfer van 2010, 50%, is niet gehaald. Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland
Leden Vrouw 43 14 43 18 41 13 47 16 53 21
% 33 42 32 34 40
5
Flevoland Utrecht NoordHolland Zuid-Holland Zeeland Brabant Limburg Totaal 2007 2003
39 47 55
12 21 20
31 45 36
55 39 55 47 564 764
17 11 25 13 201 210
31 28 45 28 36% 27%
Partij Leden Vrouw CDA 151 54 PvdA 114 50 VVD 101 30 SP 83 31 ChristenUnie 38 10 GroenLinks 32 16 SGP 0 14 D66 3 9 Partij voor de Dieren 9 5 Friese Nationale Partij 2 5
% 36 44 30 37 26 50 0 33 56
40
Gedeputeerde Staten Gedeputeerden worden door partijen benoemd. Het aantal gedeputeerden is na de verkiezingen gelijk gebleven: 69. Het aantal vrouwen is gestegen van 15 naar 21, oftewel van 22% naar 30%. De provincie Friesland loopt op kop met 60% vrouwelijke gedeputeerden; alleen de provincie Zeeland heeft geen vrouwen in de Gedeputeerde Staten.
Provincie Leden Vrouw Groningen 6 1 Friesland 5 3 Drenthe 6 2 Overijssel 6 1 Gelderland 6 2 Flevoland 4 1 Utrecht 6 2 NoordHolland 7 2 Zuid Holland 7 3 Zeeland 5 0 Brabant 6 3 Limburg 5 1
% 17 60 33 17 33 25 33
2007 2003
30 22
69 69
21 15
29 43 0 50 20
6
Verdeeld naar politieke partijen Partij CDA PvdA VVD Christen Unie GroenLinks SGP
leden vrouw % 25 6 24 22 10 45 13 4 31 6 2 1
1 17 0 0 0 0
Commissaris van de koningin In 2010 zijn er twee nieuwe commissarissen van de koningin benoemd, in Brabant en in Noord-Holland. Beiden zijn man. In november 2010 is er één vrouwelijke commissaris, in Zeeland. Dit is 8,5%. Het streefcijfer voor 2010 is 30%.
Vrouwen in de Tweede Kamer 2010 Er zijn bij de verkiezingen in juni 2010 61 vrouwen in het parlement gekozen, dat zijn er zes meer dan bij de verkiezingen van 2003 en van 2006. 61 vrouwen betekent dat er 40,6% vrouwen in het parlement komen. Twee vrouwen zijn dankzij voorkeurstemmen in de Tweede Kamer gekozen. Met deze uitslag komt Nederland op de zesde plaats van de wereldranglijst van het aandeel vrouwen in de parlementen. Welke landen staan boven Nederland? Rwanda met 56% vrouwen, Zweden 46%, Zuid-Afrika 44,5%, Cuba 43% en IJsland 43%. Verdeeld naar partijen: Partij
Zetels
Vrouwen
%
CDA PvdA SP VVD PVV GroenLinks ChristenUnie D66 Pvd Dieren SGP Totaal
21 30 15 31 24 10 5 10 2 2 150
9 15 5 13 4 6 2 5 2 0 61
43 50 33, 42 17 60 40 50 100 0 41
Vrouwen in de Eerste Kamer
7
Op 29 mei 2007 heeft de verkiezing voor de Eerste Kamer plaats gevonden, een getrapte verkiezing, de leden van de Provinciale Staten kiezen de Eerste Kamer. In de Eerste Kamer zijn 26 vrouwen gekozen. Daarmee gaat hun aandeel van 29% in 2003 naar 35%. Het streefcijfer van het Meerjarenbeleidplan 40% vrouwen in de Eerste Kamer in 2004, 50% in 2010, is daarmee niet gehaald.
Fractie
leden
Vrouw
CDA PvdA VVD D66 SP GroenLinks ChristenUnie SGP LPF Onafhank.Senaatsfrac tie Partij vd Dieren
21 14 14 2 12 4 4 2 0
6 7 6 0 4 2 1 0 0
1 1
0 0
Totaal 2003
75 75
26 = 35% 22 = 29%
Vrouwen in de regering Op 14 oktober 2010 stond het kabinet-Rutte met Koningin Beatrix op het bordes: twaalf ministers, negen mannen en drie vrouwen. Niet op het bordes maar wel onderdeel van het kabinet zijn de acht staatssecretarissen: zeven mannen en een vrouw. Het streefcijfer van het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie voor het aandeel vrouwen in het kabinet was voor 2010 50%. Dit is niet gehaald, het kabinet-Rutte blijft steken op 20%. In 2007 was het percentage vrouwen in het kabinet 40,7%. Verdeeld naar de regeringspartijen ziet het er als volgt uit:
Partij
Ministers 6 6
Waarvan vrouw 2 1
Staatssecretarissen 4 4
Waarvan vrouw 0 1
VVD CDA Totaal
% 20% 20%
12
3
8
1
20%
8
28 Jaar Diversiteit in het Kabinet Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aandeel vrouwen in de afgelopen 28 jaar in de achtereenvolgende kabinetten-Lubbers, -Kok, -Balkenende en het huidige kabinet-Rutte. Kabinet
Periode
Samen stelling
Lubbers I
19821986 19861989 19891994 19941998
CDA VVD CDA VVD CDA PvdA PvdA VVD D66 PvdA VVD D66 CDA LPF VVD CDA VVD D66 CDA VVD CDA PvdA CU VVD CDA
Lubbers II Lubbers III Kok I
Kok II
19982002
Balkenende I
2002-03
II
2003-06
III
2006-07
IV
2007-10
Rutte
2010
Totaal aantal ministers 14
Waarvan vrouw
Staatssecretarissen
Waarvan vrouw
% vrouwen
2
16
3
17
14
1
10
3
17
14
3
12
2
19
14
4
10
4
33
15
4
14
4
28
15
1
14
5
21
16
5
10
5
38
16
5
7
3
35
16
5
11
6
41
12
3
8
1
20
n.b. Cijfers bij aantreden van het Kabinet.
Vrouwen in het Europees Parlement Nederland heeft 26 leden in het Europees Parlement. Na de verkiezingen van 2009 zijn er 16 mannen en 10 vrouwen naar Brussel afgevaardigd. Partij
Aantal leden
Waarvan vrouw
PvdA CDA VVD GroenLinks SP PVV D66 SGP ChristenUnie Totaal
3 5 3 3 2 5 3 1 1 26
2 3 0 1 1 1 2 0 0 10= 38%
In de vorige periode had Nederland 44% vrouwen in het Europees Parlement.
9
Invloed van politiek stelsel op aandeel vrouwen in parlement
Top 10 van landen met het hoogste percentage vrouwen in het parlement Nr
Land
% vrouwen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Rwanda Zweden Zuid Afrika Cuba IJsland Nederland Finland Noorwegen België Mozambique
56,3 45 44,5 43,2 42,9 40,7 40 39,6 39,3 39,2
Bron: www.ipu.org
Hoe komt het dat in het ene land veel meer vrouwen in het parlement zitten dan in het andere land? Waarom staan landen als de Engeland (22%), Frankrijk (18,9%,) en Verenigde Staten (16,8%), niet in de top 10, zelfs niet in de top 50? Het kiesstelsel en het hanteren van quota hebben grote invloed. Kiesstelsel In Nederland hebben we het systeem van ‘evenredige vertegenwoordiging’. Dit betekent dat het totaal aantal stemmen dat een partij in het land behaalt bij verkiezingen bepaalt hoeveel zetels die partij krijgt. In verschillende landen is er een meerderheidsstelsel. De partij die in een bepaald gebied (een kiesdistrict) de meerderheid van de stemmen haalt, of - in sommige landen - de meeste stemmen haalt, mag haar vertegenwoordiger(s) naar het parlement sturen. De verliezende partijen blijven met lege handen achter. In een meerderheidsstelsel willen de partijen altijd hun beste man (!) boven aan de lijst hebben. In zo’n kiesstelsel is het moeilijker voor vrouwen, allochtonen en nieuwe partijen om in het parlement te komen. Frankrijk, de Verenigde Staten en Engeland hebben een meerderheidsstelsel. Alle landen in de bovengenoemde top 10 hebben het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Quotasysteem In dit systeem worden voor de verkiezingen afspraken gemaakt hoeveel plaatsen op de lijst worden vastgesteld voor vrouwen. Dit kan een aantal zijn, bv. 30 vrouwen, of een percentage, bv. 30%. Dergelijke afspraken kunnen ook gemaakt worden voor allochtonen of andere groepen die ondervertegenwoordigd zijn in politieke functies. Dit kan in de wet geregeld worden. Het komt ook voor dat partijen quota stellen. Jarenlang hebben de Scandinavische landen en Nederland bovenin de top 10 gestaan. In deze landen zijn er partijen die een quotasysteem hanteren. De laatste jaren zijn er landen uit Afrika en Latijns Amerika in de top10 terecht gekomen. Dit is het gevolg van het hanteren van quota bij de parlementsverkiezingen.
10
Conclusie Het wil nog niet vlotten met het aandeel vrouwen in de politiek. Op alle niveaus gaapt er een groot gat tussen de streefcijfers voor 2010 en de werkelijkheid in 2010. Op regeringsniveau is er sprake van een grote achteruitgang. Op lokaal niveau, in de gekozen gemeenteraden en bij de benoemde burgemeesters en wethouders, blijven de cijfers al jaren op gelijk, laag, niveau. Er is slechts één vrouwelijke Commissaris van de Koningin. Hoewel in de nieuwe Tweede Kamer van 2010 een record aantal vrouwen is gekozen liggen we ook hier achter op het schema, 40,6% vrouwen in plaats van de beoogde 50%.
Lisette Dekker, 1 januari 2011 Instituut voor Publiek en Politiek
[email protected]
11