Vrouw en Sportvereniging Hoe kan Vrouw en Vaart de doorstroom van deelnemers aan sportactiviteiten naar sportverenigingen verbeteren? Juni 2015
Titel: Auteur: Studentnummer: Afstudeerproject: Opdrachtgever: Opleiding: Afstudeerdocent: Meelezer:
Vrouw en sportvereniging Sabine Ruigrok 500618228 1314-125 Vrouw en Vaart Hogeschool van Amsterdam Sport, Management & Ondernemen Henk Hille Anjo Veenstra
Titel: Auteur: Studentnummer: Afstudeerproject:
Vrouw en sportvereniging Sabine Ruigrok 500618228 1314-125
Opdrachtgever: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer:
Vrouw en Vaart, Joke Kop & Hanneke de Boer President Allendelaan 1068 VN Amsterdam 020-4100452
Opleiding:
Hogeschool van Amsterdam Sport, Management & Ondernemen Adres: Dr. Meurerlaan 8 Postcode: 1067 SM Plaats: Amsterdam Telefoonnummer: 020-5953400 Afstudeerdocent: Henk Hille Meelezer: Anjo Veenstra
Voorwoord Voor u ligt het adviesrapport Vrouw en sportvereniging. Dit adviesrapport is geschreven in opdracht van Vrouw en Vaart in kader van mijn afstuderen aan de opleiding Sport, Management & Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam. Voor dit adviesrapport heb ik veel vrouwen geïnterviewd. Dit vond ik het leukste onderdeel. Een aantal vrouwen gaf aan dat ze geen vragen wilde beantwoorden. Ze vonden dat ze de Nederlandse taal onvoldoende beheersten. Als ik ze vertelde dat dit geen probleem was en dat er altijd wel iemand in de buurt was die kon vertalen, vonden ze het goed om geïnterviewd te worden. Sommige vrouwen vertelden verhalen over hoe ze in Nederland zijn gekomen of over het leven van hun kinderen. Hierdoor duurden de interviews langer dan gepland. Dit adviesrapport had ik niet kunnen schrijven zonder hulp van anderen. Ik wil graag Vrouw en Vaart bedanken en dan in het bijzonder Joke Kop en Hanneke de Boer. Vanuit de opleiding Sport, Management & Ondernemen wil ik graag mijn afstudeerdocent Henk Hille bedanken. Dit adviesrapport kon niet tot stand komen zonder de hulp van de vrouwen bij Vrouw en Vaart. Ik wil hun graag bedanken voor hun medewerking. Veel leesplezier! Met vriendelijke groet, Sabine Ruigrok
3
4
Samenvatting Vrouw en Vaart biedt verschillende sport- en beweegactiviteiten aan in Amsterdam Nieuw-West. Er worden onder andere wandel- en hardlooptrainingen, aerobics- en fietslessen gegeven. Vrouw en Vaart bereikt hiermee veel vrouwen uit de omgeving, vooral allochtone vrouwen. Vrouw en Vaart heeft als doel om vrouwen (economisch) zelfstandig te maken en het doorbreken van het isolement van vrouwen. Dit wordt gedaan door activiteiten gericht op empowerment aan te bieden voor en door vrouwen. Een aantal projecten heeft de doorstroom naar sportvereniging als één van de doelen. Er is nog geen doorstroom. Dit adviesrapport is opgesteld om te kijken of er mogelijkheden zijn om deze doorstroom te verbeteren. De deelneemsters betalen € 1,00 of € 2,00 per keer voor de activiteiten bij Vrouw en Vaart. Om meer mogelijkheden te bieden werkt Vrouw en Vaart samen met diverse buurthuizen, fysiotherapie Osdorp, basisscholen, mannencentrum daadkr8 en Damsko Football Academy. Landelijk blijft de sportdeelname van de niet-westerse vrouwen achter in vergelijking met de autochtone en westerse vrouwen in Nederland. De meest beoefende sporten voor niet-westerse allochtone vrouwen zijn fitness en aerobics. Niet-westerse vrouwen zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan autochtone vrouwen. Voor islamitische vrouwen zijn de kledingvoorschriften en geen mannen in de ruimte een reden om niet te sporten. Lichaamsontwikkeling en het verbeteren van de conditie zijn de belangrijkste redenen om te sporten. Er zijn voor dit adviesrapport 115 vrouwen bij Vrouw en Vaart geïnterviewd. Hieruit kwam dat de belangrijkste reden om te sporten, het verbeteren van de gezondheid is. Zonder mannen willen sporten is de belangrijkste reden om niet te sporten. De vrouwen willen het liefst wandelen, hardlopen en zwemmen. Ze sporten of bewegen het liefst twee keer per week en willen hier niet meer dan € 10 per maand aan uitgeven. De vrouwen willen niet langer dan vijf km naar de sportaccommodatie reizen. Dit komt doordat de meeste vrouwen lopend naar de activiteiten komen. De sport- en beweegactiviteiten kunnen het best in de ochtend gegeven worden. De meeste vrouwen weten de sportenverenigingen in de buurt niet te benoemen. Wel kennen ze de locaties van de sportlessen van de kinderen of de vrouwensportactiviteiten. In Amsterdam Nieuw-West zijn 28 sportverenigingen die lessen voor vrouwen aanbieden. Met enkele sportvereniging is gesproken over de mogelijkheid om een vrouwengroep te beginnen of om allochtone vrouwen deel te laten namen aan al bestaande vrouwengroepen. De verenigingen die aangegeven hebben hier open voor te staan zijn de golfclub en de atletiekvereniging op Sportpark Ookmeer. Ook hebben een tafeltennisvereniging, een volleybal- en gymnastiekvereniging, een beachvolleybalvereniging en een zaalvoetbalvereniging aangegeven les te (willen) geven aan vrouwengroepen. In samenwerking met de zaalvoetbalvereniging wordt een meidengroep gestart. In samenwerking met Work2Move zijn twee loopgroepen gestart. Daarnaast werkt Vrouw en Vaart ook samen met Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam en Sportpark de Eendracht. Er is naar diverse good practises van sport- en beweegprojecten gekeken. Uit Meedoen alle jeugd door sport, Duizend en één kracht en Sportclub als buurthuis van de toekomst zijn succesfactoren naar voren gekomen. De verschillende succesfactoren zijn: samenwerking tussen bonden, verenigingen en gemeentes, een verenigingsondersteuner om de sportvereniging te 5
professionaliseren, maatschappelijke activiteiten vanuit de sportvereniging organiseren, het sportaanbod aan de doelgroep aanpassen, een allochtone projectleider aanstellen, kennismakingsactiviteiten in de wijk organiseren, flexibele lidmaatschappen aanbieden, persoonlijke begeleiding voor de vrouwen die vrijwilligerswerk willen doen en sport in een veilige en vertrouwde omgeving aanbieden. De volgende adviezen zijn opgesteld om de doorstroom vanuit Vrouw en Vaart naar sportverenigingen te verbeteren: - Bied introductielessen in de wijk aan - Laat sportverenigingen een introductieles geven bij Vrouw en Vaart - Pas de sportlessen aan de doelgroep aan - Stel een allochtone instructrice aan - Bied maatschappelijke activiteiten bij de sportvereniging aan - Bied betaalbare en flexibele lidmaatschappen aan - Bied sport- en beweegactiviteiten in de ochtend aan - Start zwemlessen
6
Abstract Vrouw en Vaart offers sports and other exercise activities in the Amsterdam district Nieuw-West. There are, among other things, walking and running trainings, aerobics lessons and cycling lessons. Vrouw en Vaart reaches a lot of women from the district with these activities, especially immigrant women. The mission of Vrouw en Vaart is for women to achieve (economical) independence and break through the isolation of women. This is accomplished by offering activities to and by women that are focusing on the empowerment. A number of projects have sport club membership as one of their goals. At present this these goals are not met. This advisory report has been written to find out whether there are opportunities to improve sports club membership among immigrant women after participating in Vrouw en Vaart activities. The participants pay € 1.00 or € 2.00 each time for the
activities at Vrouw en Vaart. To offer more opportunities Vrouw en Vaart does work together with various community centers like physiotherapy Osdorp, elementary schools, men center Daadk8 and Damsko Football Academy (soccer). Nationwide the sport participation of non-western immigrant women does stay behind compared to the native women and western immigrant women in the Netherlands. The most practiced sport by non-western immigrant women are fitness and aerobics. Non-western immigrant woman are less often members of sports clubs then native women. Islamic women do not exercise because of the clothing regulations and because they will not sport with men nearby. Body development and improving their shape are the most important reasons to exercise. 115 women were interviewed at Vrouw en Vaart for this advisory report. The most important reason for these women to exercise is to improve their health. The most important reason not to exercise is because they want to do sports without men. They prefer walking, running and swimming. They want to exercise two times a week and they do not want to pay more than € 10 a month. The women do not want to travel more than five kilometers to the sports facility. This is because most women walk to the activities. The best time giving the sports lessons is in the morning. Most women cannot name the sports clubs in the neighborhood. They only know the location of the sports lessons of their children and the women sports activities. In Amsterdam Nieuw-West there are 28 sport clubs that offer lessons for women. With some sport clubs there have been talks about the possibility to start women groups or to let immigrant women participate in existing women groups. The sports clubs that want to cooperate are the golf club and the athletics club at Sportpark Ookmeer. Also table tennis clubs, a volleyball and gymnastics club, beach volleyball club and an indoor soccer club have indicated that they want to give lessons to women groups. In cooperation with Work2Move, two walk and running groups have been started. Besides that Vrouw en Vaart also work together with Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam and Sportpark de Eendracht. Various good practices of sports and exercise projects have been studied as examples. The different success factors of the projects ‘Meedoen alle jeugd door sport’, ‘Duizend en één kracht’ and ‘Sportclub als buurthuis van de toekomst’ are: cooperation between sports federations, sports clubs and the local authority, a sports club assistant to professionalize the club, organization of social activities at sports clubs, adjusting the sports to the target group, appoint an immigrant project 7
leader, organize introduction activities in the neighborhood, offering flexible memberships, personal guidance for women who want to do volunteer work and offering sports in a safe and familiar environment. The following advices has been written to improve the sports club membership for participants at Vrouw en Vaart: - Offer introduction lessons in the neighborhood - Let sports clubs give an introduction lesson at Vrouw en Vaart - Adjust the sports lessons to fit the target group - Appoint an immigrant project leader - Offer social activities at the sports club - Offer affordable and flexible memberships - Offer sports and exercise activities in the morning - Start swimming lessons
8
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Samenvatting........................................................................................................................................... 5 Abstract ................................................................................................................................................... 7 1.
Inleiding ......................................................................................................................................... 11 1.1 Aanleiding en vraagstelling ......................................................................................................... 11 1.2 Werkwijze .................................................................................................................................... 12
2.
Vrouw en Vaart.............................................................................................................................. 13 2.1 Activiteiten .................................................................................................................................. 13 2.2 Deelnemers ................................................................................................................................. 14 2.3 Medewerkers .............................................................................................................................. 15 2.4 Missie en visie.............................................................................................................................. 16 2.5 Financiering ................................................................................................................................. 17 2.6 Huidige doorstroom naar sportverenigingen .............................................................................. 18 2.7 Andere welzijnsorganisaties in Amsterdam Nieuw-west ............................................................ 19 2.8 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 20
3.
Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West ............................................................................ 21 3.1 Sportverenigingen ....................................................................................................................... 21 3.2 Samenwerkingsverbanden sportverenigingen ............................................................................ 22 3.3 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 23
4.
Sportdeelname van allochtone vrouwen ...................................................................................... 25 4.1 Sportdeelname ............................................................................................................................ 25 4.2 Sporten ........................................................................................................................................ 28 4.3 Sportverband ............................................................................................................................... 31 4.4 Wel of niet sporten? .................................................................................................................... 35 4.5 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 37
5.
Good practices sport- en beweegprojecten .................................................................................. 39 5.1 Meedoen alle jeugd door sport ................................................................................................... 39 5.2 Duizend en één kracht................................................................................................................. 43 5.3 Sportclub als buurthuis van de toekomst.................................................................................... 45 5.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 47
6.
Behoefte deelnemers Vrouw en Vaart .......................................................................................... 49 6.1 Deelnemers ................................................................................................................................. 49
9
6.2 Onderzoeksvragen....................................................................................................................... 50 6.3 Resultaten.................................................................................................................................... 50 6.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 53 7.
Behoefte sportverenigingen .......................................................................................................... 55 7.1 Sportverenigingen ....................................................................................................................... 55 7.2 Onderzoeksvragen....................................................................................................................... 55 7.3 Resultaten.................................................................................................................................... 56 7.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 57
8.
Advies doorstroom van vrouwen naar sportverenigingen ........................................................... 59 8.1 Bouwstenen samengevoegd ....................................................................................................... 59 8.2 Adviezen ...................................................................................................................................... 60
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 63 Bijlage 1: Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West ..................................................................... 65 Bijlage 2: Tabellen sportdeelname van allochtone vrouwen ................................................................ 69 Bijlage 3: Interviewvragen deelneemsters Vrouw en Vaart .................................................................. 73
10
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en vraagstelling Vrouw en Vaart is een vrouwencentrum in Amsterdam Nieuw-West. Vrouw en Vaart heeft verschillende activiteiten voor vooral allochtone vrouwen, waaronder sportlessen, conversatielessen, opvoedcursussen, voedingsvoorlichtingen en een moestuin die wekelijks bijgehouden wordt. De meeste deelnemers zijn allochtone vrouwen, voornamelijk van Marokkaanse of Turkse afkomst. Daarnaast worden er ook vaak voorlichtingen of bijeenkomsten bij Vrouw en Vaart gegeven. Vrouw en Vaart heeft als missie om een bijdrage te leveren aan de empowerment van vrouwen in Amsterdam Nieuw-West. Er sporten veel vrouwen bij Vrouw en Vaart. Er zijn onder andere wandel-/hardloopgroepen, fietslessen en aerobicslessen. Dit is voor sommige vrouwen een eerste stap om te bewegen. Vooral aan de wandel- en hardloopgroepen en de fietslessen doen veel vrouwen mee. Vrouw en Vaart werkt samen met verschillende sportverenigingen om samen sportactiviteiten te organiseren. De Mokumse vrouwenloop is hier een voorbeeld van. Vanuit de Portugese zaalvoetbalvereniging Os Lusitanos kwam de vraag of zij in samenwerking met Vrouw en Vaart een nieuwe zaalvoetbaltraining voor Marokkaanse meiden konden starten. Dit is de directe aanleiding voor dit onderzoek. Os Lusitanos wilde graag meer meiden trainen van andere etnische achtergronden. Om dit te kunnen bereiken hebben zij contact opgenomen met Vrouw en Vaart. Naar aanleiding van dit contact wilde de manager van Vrouw en Vaart, Joke Kop, uitzoeken of er andere sportverenigingen in de buurt zijn die ook graag deze groep zouden willen bereiken. Voor dit onderzoek is nog een aanleiding. Bij Vrouw en Vaart werken twee buurtsportcoaches die de opdracht hebben gekregen om inactieve volwassenen in Slotermeer kennis te laten maken met een gezonde leefstijl, waarbij gezonde voeding en meer bewegen centraal staan. Deze opdracht komt vanuit de afdeling sport van de gemeente Amsterdam. Als Vrouw en Vaart de doorstroom naar de sportverenigingen kan bevorderen, wordt de doelstelling van de buurtsportcoaches eerder behaald. Vrouw en Vaart heeft meerdere trajecten lopen waarbij doorstroom een uitgangspunt is. Vrouw en Vaart doet in opdracht van de woningbouwvereniging Ymere in samenwerking met Thai- en kickboks Dojo Amsterdam een project (Buurt in Beweging) waarbij het doel is om door middel van sport en bewegen de maatschappelijke participatie te verhogen. Vrouw en Vaart verzorgt de sportlessen voor vrouwen en Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam geeft sportlessen aan jongeren. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de deelnemers doorstromen naar werk, stage, opleiding/cursus of een reguliere sportvoorziening. Op basis van het voorgaande is de volgende vraagstelling geformuleerd: Hoe kan Vrouw en Vaart de doorstroom van deelnemers aan sportactiviteiten naar de sportverenigingen verbeteren?
11
1.2 Werkwijze In hoofdstuk 2 is de organisatie Vrouw en Vaart beschreven. Vrouw en Vaart biedt diverse activiteiten voor de persoonlijke ontwikkeling van vrouwen. Er is een grote diversiteit aan deelnemers die bij Vrouw en Vaart komen. Dit geldt ook voor de medewerkers en vrijwilligers. Om alle medewerkers hetzelfde doel na te laten streven zijn er een missie, visie en doelstellingen opgesteld. Om al de activiteiten te kunnen continueren is er financiering nodig. Voor deze informatie zijn onder andere het meerjarenplan en het activiteitenboekje doorgenomen. Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van het sportaanbod in Amsterdam Nieuw-West. In dit overzicht zijn zowel de sportverenigingen als overig sportaanbod opgenomen. Met enkele van deze verenigingen is al een samenwerkingsverband. Bij Vrouw en Vaart komen veel vrouwen met diverse etnische achtergronden. In hoofdstuk 4 is gekeken naar de sportdeelname van allochtone vrouwen in Nederland. Ook zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen allochtone en autochtone Nederlanders beschreven. Er is gekeken naar het deelnemerspercentage, de sporten die ze doen, het sportverband waarin gesport wordt en waarom ze wel of niet sporten. Voor dit hoofdstuk zijn diverse onderzoeken en literatuur doorgenomen. In hoofdstuk 5 staan diverse sport- en beweegprojecten beschreven waarbij één van de doelstellingen is om de doorstroom naar sportverenigingen te verbeteren. In dit hoofdstuk is gekeken naar de succesfactoren en de verbeterpunten bij deze sport- en beweegprojecten. Er is een keuze gemaakt voor de volgende vier projecten: Meedoen alle jeugd door sport (MAJDS), Participatie allochtone vrouwen en Sportclub als buurthuis van de toekomst. Van deze projecten is er met tenminste één coördinator gesproken en zijn rapporten doorgenomen. In hoofdstuk 6 is de behoefte van de deelnemers van Vrouw en Vaart onderzocht. Hiervoor zijn 115 interviews onder de deelnemers aan de fietslessen, looptrainingen, aerobics en fitness afgenomen. Ook deelneemsters van buurthuiskamer Tante Ali en de Slootermeerschool zijn geïnterviewd. Er is onder andere onderzocht welke sporten de vrouwen graag willen doen en hoeveel ze ervoor willen betalen. In hoofdstuk 7 staat beschreven wat de behoeften van sportverenigingen zijn. Er is met elf sportverenigingen gesproken over de mogelijkheden om een nieuwe groep te starten of om de vrouwen aan te laten sluiten bij bestaande groepen. Het rapport wordt afgesloten met een advies over de mogelijkheden om vrouwen die deelnemen bij sport- en beweegactiviteiten bij Vrouw en Vaart door te laten stromen naar sportverenigingen. Dit advies is gebaseerd op de bouwstenen die in de voorgaande hoofdstukken zijn verzameld.
12
2. Vrouw en Vaart Vrouw en Vaart is een vrouwenorganisatie in Amsterdam Nieuw-West. Vrouw en Vaart valt onder Sezo maatschappelijke dienstverlening. Sezo is werkzaam in alle wijken van Amsterdam Nieuw-West. Zij bieden maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en diverse andere spreekuren. In paragraaf 2.1 staat een overzicht met de verschillende activiteiten die bij Vrouw en Vaart plaatsvinden. Bij Vrouw en Vaart komen veel vrouwen met verschillende etnische achtergronden. Dit is in paragraaf 2.2 beschreven. In paragraaf 2.3 staan de verschillende taken beschreven die onder andere door medewerkers en participatiemedewerkers worden uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat iedereen hetzelfde wil nastreven zijn een missie, visie en doelstellingen opgesteld. Deze zijn in paragraaf 2.4 beschreven. In paragraaf 2.5 is de financiering uitgelegd die nodig is voor de activiteiten. Vrouw en Vaart heeft naast het huidige activiteitenaanbod ook een aantal projecten. Bij een aantal van deze projecten is één van de doelen om de deelnemers te laten doorstromen naar onder ander sportactiviteiten. In paragraaf 2.6 is de huidige doorstroom naar sportverenigingen in kaart gebracht. In paragraaf 2.7 staan andere welzijnsorganisaties in Amsterdam Nieuw-West. Met enkele van hen wordt samengewerkt. In paragraaf 2.8 zijn de bouwstenen voor het advies weergegeven.
2.1 Activiteiten Vrouw en Vaart heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de vrouwen in Amsterdam Nieuw-West. Om dit te bereiken worden diverse cursussen en activiteiten aangeboden. Naast het activiteitenaanbod binnen Vrouw en Vaart worden ook voorlichtingen en workshops gegeven. Dit zijn onder andere voorlichtingen budgetbeheer (Grip op je Geld), huiselijk geweld en uitkeringen. De voorlichting huiselijk geweld wordt in samenwerking met de politie gegeven. Ook zijn er momenten dat over verschillende onderwerpen gediscussieerd kan worden. Er worden dan onderwerpen zoals homoseksualiteit of radicalisering bespreekbaar gemaakt. Deze discussies zijn vaak in combinatie met een film of toneelstuk. De activiteiten bij Vrouw en Vaart worden ingedeeld in vier onderdelen: (op)voeding, sport en beweging, creatief en educatief (tabel 2.1). Bij (op)voeding zit onder andere voedingsadvies van een diëtiste van De Zoete Appel, opvoedtrainingen en -spreekuren. Bij creatief is er een atelier, brei- en textiellessen, kledingherstellingsoord en een vrouwenkoor. Onder educatief vallen diverse taallessen, conversatielessen, begeleiding van het inburgeringsexamen, computerlessen, empowermenttrainingen. Als sport- en bewegingsactiviteiten zijn er onder andere wandel- en hardloopgroepen (Be Interactive), fietslessen, meer bewegen voor ouderen en Zumba. Be Interactive is sinds 2011 aangesloten bij Vrouw en Vaart. Daarvoor was het een op zichzelf staande stichting. Zij organiseren diverse wandel- en hardlooptrainingen voor vrouwen. Het doel van Be Interactive is om de fysieke en mentale conditie en de sociale positie van vrouwen en meisjes te verbeteren en te versterken.
13
De lokalen en de beweegruimte worden ook verhuurd voor andere activiteiten. Eén van de activiteiten die door een andere organisatie wordt georganiseerd is het Meer Bewegen Voor Ouderen. (Op)voeding De Zoete Appel
Creatief Atelier Vrouw en Vaardig
Diverse trainingen opvoeding Muziek voor moeder en kind Opvoedspreekuur sezo Zwanger totaal / rondom de geboorte
De in-steek, breien en leren breien Kledingherstellingsoord Textielles Vrouwenkoor
Educatief Alfabetisering / conversatieles Arabische les Begeleiding inburgeringsexamen Computerlessen Conversatielessen Nederlands De Lesbo-Code EVC training, Eerder Verworven Competenties Engelse les, beginners Ik ontmoet mij, emotioneel lichaamswerk Koffieochtend voor Marokkaanse vrouwen Koffieochtend voor Turkse vrouwen Moestuin de groene vaart Nederlandse les / inburgering Nederlands lezen en schrijven Spaanse les
Sport en beweging Aerobics Be Interactive, wandelen hardloopgroepen Body dynamic yoga Dans en bewegen Fietsles Fitness Hatha yoga
Meer bewegen voor ouderen Sacraal dansen (meditatieve dans) Senioren yoga 60+
Sportlessen La Femme Tai Chi Total body shape 50 plus Zumba
Tabel 2.1 Activiteitenaanbod Vrouw en Vaart
2.2 Deelnemers Er is een grote diversiteit aan deelnemers binnen Vrouw en Vaart. Er komen veel vrouwen van Turkse of Marokkaanse afkomst, maar er komen bijvoorbeeld ook Nederlandse of Ghanese vrouwen. Tijdens de meeste activiteiten is de groep erg gevarieerd. Er zijn ook activiteiten specifiek voor één cultuur, bijvoorbeeld de Turkse koffieochtend. Buiten de gewone activiteiten worden er ook voorlichtingen gegeven. Dit kan gaan over de nieuwe regeling van de uitkeringen, maar ook over huiselijk geweld, gezonde voeding of andere onderwerpen. Bij deze voorlichtingen wordt er bijvoorbeeld voor een Turkse groep gevraagd of er een Turkse vrouw de voorlichting kan geven. Dit is om te voorkomen dat de vrouwen niet begrijpen wat er besproken wordt. 14
2.3 Medewerkers Vrouw en Vaart heeft acht betaalde medewerkers. Naast medewerkers zijn er ook participatiemedewerkers, stagiaires, vrijwilligers en mensen met een werk-oefenplek (WOP). Joke Kop is de manager van Vrouw en Vaart. De medewerkers van Vrouw en Vaart zijn in dienst van Sezo maatschappelijke dienstverlening. Bij Vrouw en Vaart werken bijna alleen maar vrouwen. Er is begin 2014 voor het eerst een man in dienst genomen. Hij is de buurtsportcoach voor mannen in Slotermeer en in Osdorp. Hij heeft samen met de vrouwelijke buurtsportcoach een tijdelijk contract. Binnen een periode van twee jaar moeten zij ervoor zorgen dat er in Slotermeer meer volwassenen en in Osdorp meer mannen een gezondere leefstijl aan gaan nemen. In totaal zijn er voor de sportactiviteiten vijf medewerkers in dienst, inclusief de buurtsportcoaches. Zij regelen onder andere de fietslessen en de wandelgroepen. Om elkaar op de hoogte te houden is er een maandelijks sportoverleg. Buiten de medewerkers zijn er ook nog trainsters actief. De medewerker die over die bepaalde sport gaat, is verantwoordelijk voor de trainsters. Deze trainsters hebben vaak nog een assistent bij de sport- en beweegactiviteiten. De rest van het team regelt de overige activiteiten. Er zijn twee vrouwen die alles voor de moestuin regelen. Er is ook een medewerker die zich met de conversatielessen en taallessen bezighoud. Eén vrouw regelt de kinderopvang in samenwerking met een participatiemedewerkster. Drie vrouwen beheren het gebouw waarvan één vrouw ook verantwoordelijk is voor de catering. Twee van deze vrouwen zijn participatiemedewerksters. De vrouw die ook verantwoordelijk is voor de catering heeft een vast contract. Twee vrouwen houden zich bezig met activiteiten rondom de persoonlijke ontwikkeling en ontmoetingsactiviteiten. Sommige medewerksters zijn verantwoordelijk voor meerdere onderdelen. Er is bijvoorbeeld één medewerkster die zich zowel met de sportactiviteiten als persoonlijke ontwikkeling bezighoudt. De vrouwen die een participatieplek bij Vrouw en Vaart hebben, zijn vrouwen die al een aantal jaren een uitkering hebben en weer willen c.q. moeten gaan werken. Als opstap naar een betaalde baan zijn participatieplekken voor deze vrouwen beschikbaar gesteld en kunnen zij weer wennen aan hoe het is om te werken. Naast de vrouwen met een participatieplek zijn er ook werk-oefenplekken (WOP). Deze plekken zijn voor vrouwen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en nog veel begeleiding nodig hebben om door te stromen naar betaalde arbeid. Sommige vrouwen hebben nog nooit gewerkt en willen dat graag wel. Andere vrouwen zijn nog niet zo lang in Nederland en willen graag de taal en cultuur leren. Om ervaring op te doen is er persoonlijke begeleiding vanuit Vrouw en Vaart. Deze vrouwen krijgen onder andere een Eerder Verworven Competentie training (EVC-training). Zij kunnen bij Vrouw en Vaart beginnen met werken bij de receptie, in de keuken of bij de kantine. Elk jaar worden er meerdere stagiaires aangenomen. De ervaring die de medewerkers hebben in het begeleiden van participatiemedewerksters komt goed van pas bij het begeleiden van stagiaires. Iedereen wordt op haar eigen niveau begeleid en er wordt gezocht naar passende stageopdrachten. Er zijn vooral veel stagiaires die de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening doen. Daarnaast zijn er ook stagiaires van bijvoorbeeld de opleiding toegepaste psychologie, sociaal cultureel werk. Vanuit Vrouw en Vaart wordt de cursus Leider Sport en Recreatie gegeven. De
15
deelneemsters lopen stage bij de sport- en beweegactiviteiten bij Vrouw en Vaart. Ook zijn er plekken voor snuffelstages mogelijk. Voor alle medewerkers, participatiemedewerkers en stagiaires is er één keer per maand een groot teamoverleg. Tijdens dit overleg worden de vorderingen besproken. Als er deelneemsters voor activiteiten nodig zijn dan wordt dit besproken en helpt iedereen met de werving. Naast het groot teamoverleg is er per afdeling ook een apart overleg, bijvoorbeeld het sportoverleg of het beheerdersoverleg. Iedere medewerker heeft elke twee of drie weken individueel een werkoverleg met de manager van Vrouw en Vaart. Vrouw en Vaart heeft veel vrijwilligsters. Zij helpen tijdens de activiteiten of zijn te vinden bij de kinderoppas. Op dit moment heeft Vrouw en Vaart ongeveer 85 vrijwilligsters (Sezo, 2014). De vrijwilligsters krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan één van de activiteiten bij Vrouw en Vaart. Ook is er een aantal keer per jaar een speciale dag voor de vrijwilligsters, bijvoorbeeld een verwendag of een winterontbijt.
2.4 Missie en visie Om met alle medewerkers de komende jaren een gezamenlijk doel na te kunnen streven zijn een missie en visie opgesteld. Vrouw en Vaart heeft als missie: “Een betekenisvolle bijdrage leveren aan de empowerment van vrouwen, met name in Amsterdam Nieuw-West” (Vrouw en Vaart, 2012, p. 7). De visie van Vrouw en Vaart is: “Vrouw en Vaart gebruikt haar contacten, expertise en mogelijkheden om vrouwen die sociaal en economisch niet zelfredzaam zijn te empoweren en om “anderen” (organisaties en instituties) toegang tot deze groep te verschaffen. Vrouwen krijgen de gelegenheid zich te ontwikkelen en een ‘eigen’ invulling aan hun bestaan te geven en de samenleving krijgt de mogelijkheid om gebruik te maken van de kracht van deze groep vrouwen” (Vrouw en Vaart, 2012, p. 7). Vrouw en Vaart heeft als doel om vrouwen (economisch) zelfstandig te maken en het doorbreken van het isolement van vrouwen. Dit wordt gedaan door activiteiten gericht op empowerment aan te bieden voor en door vrouwen. Naast de bestaande activiteiten van Vrouw en Vaart faciliteert en communiceert Vrouw en Vaart de mogelijkheden voor vrouwen die door andere organisaties worden aangeboden. Om de doelstellingen te bereiken zijn er drie routes bedacht. Deze routes zijn: een voorziening voor de ontwikkeling van vrouwen (het emancipatiecentrum), dienstverlening (het aanbieden van informatie, advies en projecten) en netwerkfaciliteiten aanbieden (het bij elkaar brengen van partijen).
16
2.5 Financiering De financiering van de activiteiten komt uit verschillende bronnen. De deelneemsters betalen voor bijna alle activiteiten een deelnemersbijdrage. Dit is vaak € 1,00 of € 2,00 per keer. Dit bedrag is niet genoeg om alle kosten te dekken. Toch is er voor dit bedrag gekozen omdat sommige deelnemers niet meer kunnen betalen. Vaak wordt er van dit bedrag een lunch of koffie en thee gekocht. Dan kunnen de deelneemsters na het sporten nog gezellig bijpraten of er worden onderwerpen met de groep besproken. Om alle activiteiten door te laten gaan is er financiering nodig. Dit gebeurt op verschillende manieren. Er zijn activiteiten die via subsidiegelden gefinancierd worden. Onder andere de Sportimpuls (financiering vanuit ZonMW, met NOC*NSF en NISB als adviserende partijen) wordt gebruikt als financieringsmogelijkheid. Op dit moment is één van de Sportimpuls-projecten, Ik Fiets, afgerond. Dankzij deze financiering konden er gedurende twee jaar fietslessen aan vrouwen gegeven worden. Van dit geld zijn fietsen aangeschaft, konden docenten worden opgeleid en betaald. Een ander project dat vanaf januari 2015 van start gaat is de Buurtsportlaan. Dit project wordt ook vanuit de Sportimpuls gefinancierd. In samenwerking met een mannencentrum, een football academy en Thai- en Kickboks Dojo wordt er een familieaanbod gecreëerd. Er wordt niet alleen gesport. De sportactiviteiten worden gecombineerd met onder andere voorlichtingen, conversatielessen en huiswerkbegeleiding. Binnen het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West bestaan verschillende subsidies die aangevraagd kunnen worden voor de activiteiten. Onder andere het vervolg van de fietslessen en de wandelgroepen worden gefinancierd vanuit het stadsdeel. Ook evenementen kunnen vanuit het stadsdeel gefinancierd worden. In samenwerking met AAC (Amsterdamse Atletiek Combinatie) wordt vanaf 2015 de Mokumse vrouwenloop georganiseerd. De organisatie hiervan werd voorheen door het stadsdeel gedaan. Vanaf 2015 is de organisatie volledig overgedragen aan AAC en Vrouw en Vaart. De wandelgroepen hebben naast de financiering vanuit het stadsdeel ook een sponsor gehad. Be Interactive heeft schoenen gesponsord gekregen van Nike. Deze schoenen worden doorverkocht aan de deelneemsters voor € 15,00. Op dit moment is Be Interactive op zoek naar een nieuwe sponsor voor sportschoenen. De Buurtsportcoaches worden vanuit de gemeente Amsterdam gefinancierd. Dit geld is alleen bedoeld voor de uren van de Buurtsportcoaches. Zij hebben als doel om inwoners van Slotermeer en Osdorp bewust te maken van een gezondere leefstijl. Hiervoor moet nieuw sportaanbod gecreëerd worden. Er zijn onder andere aerobics- en tennislessen gestart. Deze activiteiten worden gefinancierd door middel van bewonersinitiatieven, een fonds en een subsidie vanuit stadsdeel Nieuw-West. Subsidies voor bewonersinitiatieven kunnen aangevraagd worden bij het Huis van de Wijk. Dit geld kan door bewoners in de wijk worden aangevraagd voor diverse activiteiten, waaronder sportactiviteiten en ontmoetingsactiviteiten. De aanvraag wordt beoordeeld door een regiegroep. Bij de regiegroep zit onder andere de wijkcoördinator van stadsdeel Nieuw-West.
17
Het project Buurt in Beweging wordt gefinancierd door Woningcorporatie Ymere. Ymere financiert dit project met als doel om de bewoners door te laten stromen naar andere activiteiten waaronder sportlessen bij sportverenigingen, vrijwilligerswerk of een studie.
2.6 Huidige doorstroom naar sportverenigingen Er worden veel verschillende sport- en beweegactiviteiten aangeboden bij Vrouw en Vaart. Hiertussen zitten projecten zoals Buurt in Beweging waarbij het doel is dat er doorstroom ontstaat naar andere activiteiten. Buurt in Beweging is een project dat in samenwerking met Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam wordt gedaan. De bedoeling is om de bewoners in een bepaalde buurt aan het bewegen te krijgen. Thai- en Kickboksdojo Amsterdam verzorgt binnen dit project de lessen voor jongeren. Dit zijn niet alleen sportlessen, maar ook huiswerkbegeleiding en empowermenttrainingen. Vrouw en Vaart geeft onder ander fitness en aerobics, maar ook conversatielessen, EVC-trainingen en andere voorlichtingen. De doorstroom hoeft niet per se naar een andere sportactiviteit te zijn, maar het kan ook om een studie of vrijwilligerswerk gaan. Om de resultaten bij te houden worden er intakegesprekken en evaluaties uitgevoerd. Uit Rapportage Buurt in Beweging 2014 blijkt dat er van de 130 deelneemsters veertien deelneemsters doorstromen (Lajlufi & De Boer, 2015). Van deze veertien deelneemsters stroomt er geen één door naar een sportvereniging. De meeste doorstroom is naar bestaande activiteiten bij Vrouw en Vaart, vrijwilligerswerk of diverse trainingen. Er is een deelneemster die zich heeft aangemeld bij een reguliere sportschool. Uit Rapportage Buurt in Beweging 2012/2013 blijkt dat er van de 156 deelneemsters 21 zijn doorgestroomd naar overige activiteiten bij Vrouw en Vaart, vrijwilligerswerk en andere cursussen (Lajlufi & De Boer, 2014). Er zijn twee deelneemsters die zich hebben aangemeld bij een reguliere sportschool. De twee buurtsportcoaches zijn in dienst van Sezo maatschappelijke dienstverlening. Zij werken vanuit Vrouw en Vaart. Zij hebben als doel om volwassen inwoners van Slotermeer bewust te maken van een gezonde leefstijl en deze leefstijl aan te passen. Om dit te kunnen bereiken zijn zij bezig om een laagdrempelig sportaanbod in de wijk te creëren. Hierbij wordt ook de doorstroom naar sportverenigingen als doel gesteld. Er zijn nog geen deelnemers die naar een sportvereniging zijn doorgestroomd. Bij de wandel- en loopgroepen is er nog nooit een deelnemer geweest die is gaan sporten bij een sportvereniging. Er zijn wel vrouwen geweest die alleen of met vrienden of familie zijn gaan hardlopen. Ook schrijven vrouwen zich weleens zelfstandig in voor een hardloopwedstrijd.
18
2.7 Andere welzijnsorganisaties in Amsterdam Nieuw-west Naast de sportverenigingen zijn er ook nog andere welzijnsorganisaties die sport- en beweegactiviteiten aanbieden. In tabel 3.6 staan de welzijnsorganisaties en activiteiten die zij voor volwassenen aanbieden. Er wordt onder andere wandel- en hardloopgroepen aangeboden in Huis van de Wijk de Aker, aerobics bij de Hippe Heks, yoga bij Huis van de Wijk de Honingraat, Zumba bij Huis van de Wijk het Anker en Sport voor vrouwen bij buurthuiskamer Pluspunt. Dit zijn enkele vrouwenlessen die aangeboden worden bij andere welzijnsinstanties. Welzijnsorganisatie De Aker (Huis van de Wijk) Daadkr8 mannencentrum De Hippe Heks De Honingraat (Huis van de Wijk)
De Schakel (buurthuiskamer) Het Anker (Huis van de Wijk)
Het Honk (buurthuiskamer) Meer Bewegen Voor Ouderen (MBVO)
Pluspunt (buurthuiskamer)
Tante Ali (buurthuiskamer)
Sporten Wandel- en hardloopgroep Hardlopen, zaalvoetbal Aerobics, bewegen en conditie verbeteren, yoga Chi kung, gymnastiek voor ouderen, hatha yoga, kickboksen, streetdance, taekwondo, tafeltennis, tai chi, volksdansen, yoga, zij beweegt Country linedance, gymnastiek Aerobics, bodyshape, gym voor vrouwen 55+, fit op muziek, Indiase klassieke dans, loopgroep, Nile Valley yoga, pilates, salsa voor actieve ouderen 50+, tafeltennis, yoga, yoga fysics, volwassenendans, Zumba Yoga Country-line danse, fitgym, fitness, gezelschapsdansen, gym in het water, gymnastiek, sportief bezig zijn, sportinstuif Bodyshape, conditietraining op muziek, dansgroep, literaire yoga, sporten voor mannen, sport voor vrouwen, total shape, wandelgroep, yogales Tennis
Doelgroep Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen, vrouwen, volwassenen
Volwassenen Vrouwen, volwassenen, 50+
Volwassenen 30+, 50+, 55+, 60+, 65+, vrouwen
Mannen, vrouwen, volwassenen
Mannen
Tabel 3.6 Andere sportaanbieders
Vrouw en Vaart heeft al een aantal samenwerkingsverbanden met andere welzijnsorganisaties. De wandel- en hardloopgroepen van Be Interactive worden niet alleen bij Vrouw en Vaart gegeven. Er zijn ook trainingen bij Huis van de Wijk de Aker, Huis van de Wijk de Honingraat, Huis van de Wijk het Anker en fysiotherapie Osdorp. Bij de Aker worden ook fietslessen van Vrouw en Vaart gegeven. Vanuit buurthuiskamer Tante Ali worden tennislessen aangeboden voor onder andere het klussenteam. De buurtsportcoaches werken regelmatig samen met de Honingraat. Bij de Honingraat kunnen bewonersinitiatieven worden aangevraagd. Op deze manier kunnen er diverse sportlessen worden 19
aangeboden. Hierdoor zijn onder andere de aerobicslessen voor moeders van de Slootermeerschool en kickbokslessen voor mannen gestart. Ook werken de buurtsportcoaches samen met basisschool de Veerkracht. Bij de Veerkracht kan de sportzaal voor onder andere aerobics worden gebruikt. Vanuit de Buurtsportlaan wordt niet alleen met sportverenigingen samengewerkt, maar ook met het mannencentrum Daadkr8 en Damsko Football Academy. Daadkr8 verzorgt bij de Buurtsportlaan de activiteiten voor mannen. Damsko regelt de activiteiten voor kinderen. Er worden bij Vrouw en Vaart ook door andere organisaties en zelfstandige trainers sport- en beweegactiviteiten aangeboden. Er zijn onder andere sportlessen die gegeven worden door Meer Bewegen Voor Ouderen.
2.8 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - Bij Vrouw en Vaart komen vooral allochtone deelneemsters. - Het doel van Vrouw en Vaart is om een bijdrage te leveren aan de empowerment van vrouwen in Amsterdam Nieuw-West. - Eén van de manieren waarop dit doel behaald wordt is door middel van sport. - Er is een aantal projecten waarbij de doorstroom naar sportverenigingen één van de doelen is. - Er is nog geen doorstroom naar sportverenigingen. Er zijn wel drie deelneemsters die naar een reguliere sportschool zijn gegaan. - De deelneemsters van de sport- en beweegactiviteiten bij Vrouw en Vaart betalen een bijdrage van € 1,00 à € 2,00 per keer. Meer kunnen sommige vrouwen niet betalen. - Vrouw en Vaart werkt samen met Huis van de Wijk de Aker, Huis van de Wijk de Honingraat, Huis van de Wijk het Anker, fysiotherapie Osdorp, de Slootermeerschool, basisschool de Veerkracht, mannencentrum Daadkr8 en Damsko Football Academy.
20
3. Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West Er zijn verschillende sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West. Om te weten of deelnemers van Vrouw en Vaart kunnen doorstromen naar sportverenigingen is het belangrijk om te weten welke sportverenigingen er zijn en of ze ook speciale vrouwengroepen hebben voor beginnende vrouwen. Vrouw en Vaart werkt met veel verschillende organisaties samen, waaronder ook enkele sportverenigingen In paragraaf 3.1 staan de sportverenigingen vermeld. De sportverenigingen waar Vrouw en Vaart al mee samenwerkt staan in paragraaf 3.2. De bouwstenen voor het advies staan in paragraaf 3.3.
3.1 Sportverenigingen In Amsterdam Nieuw-West zijn veel verschillende sportverenigingen die zijn gevestigd op Sportpark de Eendracht, Sportpark Ookmeer, Sportpark Sloten, Sportpark Spieringhorn of Sportpark Riekerhaven. Ook in Sportcentrum Caland zijn een aantal sportverenigingen gevestigd. Er zijn een aantal sportverenigingen die niet gevestigd zijn op de sportparken. Sportpark de Eendracht ligt in de wijk Geuzenveld. De verschillende sporten die worden aangeboden zijn american footbal, beachvolleybal, bodyfit, bowls, cricket, handbal, hardlopen, kaatsen, klimmen, rugby, tennis, voetbal en zaalvoetbal. In tabel 3.1 in bijlage 1 staan de verschillende verenigingen. Een aantal van deze verenigingen biedt trainingen aan voor vrouwen. De verenigingen die dit doen zijn Bodyfit, Aristos en AAC (rugby). Sportpark Ookmeer ligt in Osdorp. De sporten die aangeboden worden zijn atletiek, badminton, basketbal, bergsport, bowls, golf, handbal, handboog schieten, honkbal, korfbal, outdoor en BMX, paardensport, tennis, turnen en voetbal. In tabel 3.2 in bijlage 1 staan de verschillende sportverenigingen die op het sportpark aanwezig zijn. Een aantal verenigingen op Sportpark Ookmeer bieden ook trainingen aan voor vrouwen. De verenigingen die dit doen zijn AMVJ Amsterdam, Amsterdam Pirates, Turning Spirit, Bounz, Rksv DCG, A.V.V. Z.S.G.O.W.M.S, OSC Amsterdam en Devo ’58. Sportpark Sloten ligt in de wijk Sloten. Hier worden de volgende sporten aangeboden: american football en flag football, baanwielrennen, dansen, golf, handbal, hardlopen, sportief wandelen en nordic walking, honkbal, softbal, beeball en g-honkbal, kickboksen en boksen, turnen, voetbal en wielrennen en toerfietsen. De verenigingen die deze sporten aanbieden staan in tabel 3.3 in bijlage 1. Bij een aantal verenigingen zijn trainingen voor vrouwen. Deze trainingen worden aangeboden bij Mdance, Running club Amsterdam, AHC Quick, Turnace en SV Nieuw Sloten. Sportpark Spieringhorn ligt in de wijk Geuzenveld. Op sportpark Spieringhorn wordt hockey en voetbal aangeboden. In tabel 3.4 in bijlage 1 staan de sportverenigingen die op sportpark Spieringhorn zitten. Er zijn twee sportverenigingen op het sportpark die aan vrouwen les geven, AMHC Westerpark en A.S.V. Giram.
21
Sportpark Riekerhaven ligt in de wijk Sloten. Op het sportpark wordt handbal, voetbal, watersport en windsurfen aangeboden. De sportvereniging die op sportpark Riekerhaven zitten staan in tabel 3.5 in bijlage 1. Bij handbalvereniging Westsite zijn verschillende vrouwenteams. In Sportcentrum Caland worden verschillende sporten aangeboden door verschillende sportverenigingen. De sporten die aangeboden worden zijn: aikido, basketbal, gymnastiek en turnen, handbal, judo, karate, kickboksen, korfbal, taekwondo, tafeltennis, volleybal en wing tshung. De sportverenigingen die deze sporten aanbieden staan in tabel 3.5 in bijlage 1. De sportverenigingen die ook vrouwengroepen hebben zijn Harlem Lakers, FDO, West! en Westside. Er zijn nog meer sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West. Deze zitten niet op één van de sportparken. Sporten die buiten de sportparken aangeboden worden zijn aerobic, ballet, badminton, duiken, fitness, hockey, jeu de boules, kano, paardensport, schoonspringen, squash, tafeltennis, tennis, turnen en gymnastiek, vechtsporten en zelfverdediging, volleybal en watersport. In tabel 3.6 in bijlage 1 staan de overige sportverenigingen. Er is een aantal sportverenigingen dat vrouwentrainingen geeft. Deze trainingen zijn bij Sijavo, SBHC Xenios, gymnastiekvereniging Arma, C.G.V. Vlug en Vaardig Osdorp, Kick- en Thaiboksdojo Amsterdam en West.
3.2 Samenwerkingsverbanden sportverenigingen Vrouw en Vaart organiseert in samenwerking met sportverenigingen verschillende activiteiten. Eén van de activiteiten die jaarlijks wordt aangeboden is de Mokumse Vrouwenloop, een loopwedstrijd voor vrouwen. Sinds 2015 wordt de Mokumse Vrouwenloop in samenwerking met AAC georganiseerd. Voorgaande jaren werd dit door het stadsdeel Nieuw-West gedaan. De zevende editie was op 8 maart jongstleden. Er waren ruim 250 deelneemsters. De deelneemsters kwamen voor een deel bij de contacten van AAC vandaan en voor een deel bij Vrouw en Vaart. Dankzij financiering van het standsdeel Nieuw-West is het mogelijk om de Mokumse Vrouwenloop in ieder geval tot en met 2019 te organiseren. In 2014 is een Atletiek Battle georganiseerd. Deze Atletiek Battle was bedoeld als kennismaking met atletiek voor de vrouwen die bij Vrouw en Vaart meedoen aan verschillende activiteiten. De vrouwen mochten hun kinderen meenemen. Er waren 37 vrouwen die zich hadden aangemeld. De vrouwen waren erg enthousiast. Er waren drie onderdelen uitgezet: verspringen, sprint en balwerpen. Er was geen doorstroom naar de sportvereniging mogelijk. Dit komt doordat er geen trainingen voor beginnende volwassen vrouwen bij AAC wordt aangeboden. Wel is door deze dag het contact met Work2Move ontstaan. Work2Move is een project dat vanuit Amsterdam Atletiek is opgestart. Amsterdam Atletiek is een overkoepelende stichting met meerdere atletiekverenigingen in Amsterdam, waaronder AAC. Het Work2Move project komt voort uit een Sportimpulssubsidie. Work2Move biedt wandel- en hardlooptrainingen voor werkzoekenden aan. In 2014 zijn dankzij de samenwerking tussen Vrouw en Vaart en Work2Move twee nieuwe wandel- en hardlooptrainingen gestart. Work2Move leverde de trainers en Vrouw en Vaart had twee groepen vrouwen die graag mee wilden doen. Met Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam is in meerdere projecten een samenwerking. Buurt in Beweging is één van die projecten. Daarnaast wordt er ook samengewerkt in het project 22
Buurtsportlaan. Het project Buurtsportlaan is aangevraagd door Damsko Football Academy. Damsko Football Academy is een stichting. Bij de Buurtsportlaan is het idee om meerdere sportverenigingen van Sportpark Ookmeer bij het project te betrekken. Er is hiervoor al contact gelegd met diverse sportverenigingen. De fietslessen van Vrouw en Vaart worden op verschillende locaties gegeven. Eén van de fietslessen wordt op sportpark de Eendracht gegeven. Een andere locatie voor de fietslessen is bij het Sloterparkbad.
3.3 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - In Amsterdam Nieuw-West zijn vijf sportparken waar diverse sporten worden aangeboden. - Bij 28 sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West worden lessen voor vrouwen aangeboden. - Vrouw en Vaart werkt samen met AAC, Thai- en Kickboks Dojo Amsterdam en Sportpark de Eendracht
23
24
4. Sportdeelname van allochtone vrouwen Er is een verschil tussen mannen en vrouwen als het om deelname aan sport gaat. Ook tussen allochtone en autochtone Nederlanders zijn er verschillen. In kader van dit rapport wordt uiteindelijk gekeken naar de allochtone vrouwen in Nederland. Indien er cijfers beschikbaar zijn, is ook gekeken naar de verschillen in Amsterdam. In paragraaf 4.1 is gekeken naar de verschillen in de deelnemerspercentage. De verschillen in sporten die gekozen worden staan in paragraaf 4.2. Het sportverband staat uitgelegd in paragraaf 4.3. In paragraaf 4.4 staan de verschillen in motivatie om wel of niet te gaan sporten. In paragraaf 4.5 staan de bouwstenen voor het advies vermeld.
4.1 Sportdeelname Volgens Tiessen-Raaphorst (2015) is in Nederland een klein verschil in sportdeelname tussen mannen en vrouwen die wekelijks sporten. In 2013 sport 58% van de mannen wekelijks en bij de vrouwen is dit 53%. In tabel 4.1 staan de percentages van de afgelopen jaren.
Totaal Geslacht - Man - Vrouw
2001 52
2003 52
2006 54
2009 51
2012 57
2013 56
51 54
52 51
53 55
52 51
58 56
58 53
Tabel 4.1 Percentage mannen en vrouwen die wekelijks sporten, 12 tot 80 jaar, 2001 tot en met 2013 Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
In de afgelopen jaren zijn er meer mannen gaan sporten. In 2001 sportte 51% van de mannen, in 2013 is dit opgelopen tot 58%. Bij de vrouwen verandert het percentage dat sport jaarlijks. In 2001 sportte 54% van de vrouwen, in 2013 was dit 53%. Naast de mensen die wekelijks sporten zijn er ook mensen die minder vaak sporten of helemaal niet. Vrouwen sporten vaker niet dan mannen. Bij de mannen sport 5% één tot elf keer per jaar. Bij vrouwen is dit 6%. 18% van de mannen sport tussen de twaalf en 49 keer per jaar, terwijl 19% van de vrouwen zo vaak sport. Mannen sporten vaker meer dan 50 keer per jaar. Dit is 58% van de mannen en 54% van de vrouwen. Dit verschil is zichtbaar in figuur 4.1 in bijlage 2. Allochtone en autochtone Nederlanders Bijna 12% van de Nederlandse bevolking is van niet-westerse afkomst (Tiessen-Raaphorst, 2015). Het aantal westerse migranten in Nederland is 9%. De sportdeelname van de westerse migranten is vergelijkbaar met de autochtone Nederlanders. Bij de niet-westerse migranten is er wel een verschil. De niet-westerse volwassenen doen minder aan sport dan de autochtone Nederlanders. Dit verschil is sinds 2001 niet kleiner geworden. Wanneer de ouders in Nederland zijn opgegroeid en met de Nederlandse sportcultuur in aanraking zijn gekomen, is het eerder te verwachten dat de kinderen zullen gaan sporten.
25
Uit onderzoek van Vogels (2014) blijkt dat het grootste verschil in sportdeelname is tussen de autochtone Nederlanders en de Turkse- en Marokkaanse Nederlanders. Vogels heeft vooral gekeken naar de niet-westerse bevolking van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst (TMSA). Terwijl 58% van de autochtone Nederlanders wekelijks sport, ligt dit percentage bij de nietwesterse migranten een stuk lager (43%). Tabel 4.2 toont de sportdeelname van autochtone Nederlanders en Nederlanders van niet-westerse afkomst. Autochtoon Totaal sportdeelname Waarvan sportfrequentie: - ≥ 2x per week - 1x per week - ≥ 1x per maand Totaal geen sportdeelname Waarvan sportfrequentie: - < 1x per maand - < 1x per jaar, nooit
63
Totaal TMSA 48
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans Surinaams 32 45 57
Antilliaans 55
38 20 5 37
30 13 5 53
17 11 4 68
26 13 6 55
40 12 5 43
36 15 4 45
5 32
5 47
3 65
4 51
7 36
8 37
Tabel 4.2 Sportdeelname naar afkomst en frequentie van sporten, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Bron: Vogels, 2014
Onder de Nederlanders van niet-westerse afkomst is ook een verschil tussen de eerste en tweede generatie. De mensen van de eerste generatie sporten minder dan de mensen van de tweede generatie. De eerste generatie is opgegroeid in een andere cultuur waar sporten minder gebruikelijk is. De tweede generatie is met de Nederlandse cultuur opgegroeid. Zij komen in contact met sporten op school. Dit zorgt ervoor dat de tweede generatie eerder gaat sporten. Dit verschil is het grootst bij mensen met een Turkse achtergrond. In tabel 4.3 in bijlage 2 staan de procentuele verschillen. Mensen met een hoger opleidingsniveau en met een hoger inkomen sporten vaker. Dit verschil is zowel te zien bij autochtone als allochtone Nederlanders. Mensen die hun gezondheid als minder goed ervaren sporten ook minder vaak. De meeste niet-westerse migranten komen van het platteland, vooral de migranten vanuit Marokko en Turkije (Stokvis, 2011). Vaak werd in deze landen alleen in de grote steden regelmatig gesport. De steden zijn moderner waardoor er meer mogelijkheden zijn tot sport. De Surinaamse en Antilliaanse migranten waren beter bekend met het sporten. Dit verklaart waarom de Marokkaanse en Turkse Nederlanders in vergelijking met de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders achter blijven op het gebied van sportdeelname. Allochtone vrouwen In Nederland blijft de sportdeelname van Marokkaanse en Turkse vrouwen achter (Vogels, 2014). De niet-westerse migranten vrouwen doen minder aan sport dan de mannen (tabel 4.4). Het kleinste verschil is bij de Antilliaanse migranten.
26
Autochtoon Totaal Man Vrouw
63 64 63
Totaal TMSA 47 55 39
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans 32 45 42 53 22 37
Surinaams 57 68 48
Antilliaans 55 60 50
Tabel 4.4 Sportdeelname naar afkomst en geslacht, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Bron: Vogels, 2014
Van de Turkse migranten sport één op de vijf vrouwen. Bij de autochtonen is dit drie op de vijf. De reden hiervan is waarschijnlijk de culturele en religieuze verschillen (Elling, 2005). Sommige moslima’s sporten vanwege religieuze redenen niet samen met mannen en ook de kledingvoorschriften zijn moeilijk te combineren met sport. Vrouwen die hoofddoeken dragen doen minder aan sport dan vrouwen die geen hoofdoek dragen. Dit verschil is 25% ten opzichte van 32%. Dit geldt vooral voor de wat oudere vrouwen. Vrouwen tussen de 15 en 34 jaar die een hoofddoek dragen sporten net zoveel als vrouwen die geen hoofddoek dragen. Amsterdam Volgens Selten, Greven & Bosveld (2013) blijkt dat 67% van de Amsterdammers minimaal één keer per maand sport. Bij de mannen sport 70% minimaal één keer per maand. Bij de vrouwen ligt dit percentage op 62%. Deze verschillen staan in tabel 4.5.
Man Vrouw
2009 <18 80 70
18+ 63 57
Totaal 66 58
2013 <18 85 76
18+ 70 62
Totaal 72 64
Tabel 4.5 Percentage sporters naar geslacht, 2009 en 2013 Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Marokkaanse en Turkse Amsterdammers sporten minder. De meeste sporters in Amsterdam zijn autochtoon (tabel 4.6). De sportdeelname van Amsterdammers van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Antilliaanse afkomt is in vergelijking met 2009 hetzelfde gebleven. De sportdeelname van Amsterdammers uit overige niet-westerse landen is licht gestegen. Ook bij de Amsterdammers van westerse afkomst en de autochtone Amsterdammers is de sportdeelname gestegen. Het verschil tussen 2009 en 2013 staat in tabel 4.7 in bijlage 2. Sportdeelname
Geen sport ≥ 1x per jaar ≥ 1x per maand ≥ 1x per week ≥ 2x per week Bij sportvereniging
Surinaams Turks / Overig /Antilliaans Marokkaans nietwesters 39 49 33 61 51 67 57 46 61 54 42 52 47 30 39 17 13 15
Westerse allochton en 24 76 70 65 49 20
autochtonen Totaal
17 83 78 72 57 23
28 72 67 62 48 19
Tabel 4.6 Sportdeelname van Amsterdammers naar afkomst, 2013 (in procenten) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
27
4.2 Sporten Mannen en vrouwen hebben andere voorkeuren voor sporten die ze leuk vinden om te doen. Volgens Tiessen-Raaphorst (2015) hebben zowel mannen als vrouwen fitness bovenaan staan als meest beoefende sport, gevolgd door hardlopen. Vrouwen fitnessen vaker en mannen kiezen eerder voor hardlopen. Mannen gaan vaker voetballen en toerfietsen. Vrouwen kiezen eerder voor aerobics, zwemmen, gymnastiek of yoga. In tabel 4.8 staan de overige top twintig sporten voor de mannen en vrouwen. De top vijf meest beoefende sporten bij de mannen zijn fitness, hardlopen, voetbal, tennis en zwemmen. De top vijf van de vrouwen is fitness, hardlopen, zwemmen, yoga en tennis. Totaal Man Vrouw (n) 352.285 161.612 190.673 Fitness 21.8 20.9 22.7 Hardlopen 12.2 13.2 11.3 Tennis 5.0 5.4 4.7 Zwemmen 4.9 3.4 6.4 Voetbal 4.8 9.0 0.7 Yoga 2.7 0.6 4.9 Toerfietsen 2.2 2.8 1.6 Aerobics 1.9 0.1 3.8 Gymnastiek 1.7 0.7 2.7 Wandelen 1.7 1.1 2.3 Wielrennen 1.6 2.6 0.5 Golf 1.5 2.0 1.0 Dansen 1.5 0.5 2.4 Volleybal 1.2 1.4 1.1 Paardensport 1.1 0.3 1.8 Mountainbike 1.0 1.8 0.3 Hockey 0.9 1.0 0.8 Squash 0.9 1.5 0.3 Badminton 0.8 0.9 0.6 Schaatsen 0.5 0.8 0.2 Tabel 4.8 Twintig meest beoefende takken van sport voor mannen en vrouwen, 20 tot 80 jaar, 2012 (in procenten) Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
De meeste sporters in Nederland sporten door de weeks in de avond. De mannen sporten vaker in het weekend terwijl de vrouwen liever door de weeks overdag sporten. Tabel 4.9 in bijlage 2 laat de procentuele verschillen zien. Allochtone en autochtone Nederlanders Individuele sporten zijn het populairst bij zowel autochtonen als bij niet-westerse migranten (Vogels, 2014). Bij de Surinamers en Antillianen zijn individuele sporten populairder dan bij Turken en Marokkanen (tabel 4.10 in bijlage 2). Niet-westerse migranten doen in vergelijking met autochtonen vaker aan teamsporten. Autochtonen kiezen eerder voor duosporten dan niet-westerse migranten. Bij zowel allochtone als autochtone Nederlanders staat fitness c.q. aerobics bovenaan als meest beoefende sport (tabel 4.11). Bij de allochtone Nederlanders staat voetbal op de tweede plaats (21%). De autochtone Nederlanders hebben toerfietsen c.q. wielrennen op de tweede plaats staan met 17%. Bij zowel de allochtone als autochtone Nederlanders staat hardlopen op de derde plaats. De Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse migranten hebben dezelfde top twee. Turkse migranten fitnessen minder dan het gemiddelde van alle niet-westerse migranten. Zij doen vaker dan 28
gemiddeld aan zwemmen, wandelsport en voetbal. Marokkaanse migranten lopen minder vaak hard, maar doen meer aan voetbal, vecht- en verdedigingssporten en atletiek. Surinaamse migranten zijn vaker aan het hardlopen en gymnastiek c.q. turnen. Daarentegen voetballen zij minder vaak. Antilliaanse migranten doen vaker aan fitness en softbal c.q. honkbal terwijl zij minder vaak voetballen en zwemmen. Autochtoon Totaal Niet-westerse allochtonen TMSA Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Fitness / 31 54 43 54 56 60 aerobics Toerfietsen / 17 3 2 1 3 5 wielrennen Hardlopen / 15 10 9 6 16 8 trimmen Zwemmen 12 7 13 7 6 4 Wandelsport 12 6 11 4 4 6 Voetbal 12 21 34 27 15 15 Tennis 11 4 1 1 4 6 Gymnastiek / turnen 3 2 0 2 4 2 Vecht- en 3 6 5 7 6 5 verdediging sporten Atletiek 2 3 2 6 2 3 Basketbal 1 3 3 2 3 5 Softbal / honkbal 0 2 0 0 1 4 Tabel 4.11 Sportkeuze naar afkomst, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Bron: Vogels, 2014
Allochtone vrouwen Niet-westerse vrouwen sporten bijna alleen maar individueel (Vogels, 2014). De verschillen staan in tabel 4.12. Vooral de Turkse en Marokkaanse vrouwen sporten bijna niet in teamverband of als duo. De meest beoefende sporten van niet-westerse vrouwen zijn fitness en aerobics, gymnastiek en turnen, zwemmen en wandelsport. Autochtoon Totaal Niet-westerse allochtonen TMSA Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Individuele sporten - Man - Vrouw Duosporten - Man - Vrouw Teamsporten - Man - Vrouw
49
36
22
33
47
43
46 54 12 15 9 11 19 4
36 36 6 8 3 13 23 2
24 20 2 4 1 12 22 1
33 33 4 7 2 14 26 1
50 44 8 11 5 12 22 3
41 45 8 11 4 13 23 4
-
Percentage type sport tellen niet op tot 100%. Als er meerdere individuele sporten door één persoon worden beoefend dan telt dit als één, wanneer iemand zowel individuele sporten, duosporten en teamsporten beoefend telt dit drie keer mee. Tabel 4.12 Deelname aan type sport naar afkomst en geslacht, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Bron: Vogels, 2014
29
Amsterdam Een Amsterdamse sporter beoefent gemiddeld 3,1 sporten (Selten, Greven & Bosveld, 2013). De mannen doen gemiddeld aan 3,2 sporten. De vrouwen beoefenen gemiddeld 3 verschillende sporten. De top vijf meest beoefende sporten in Amsterdam zijn fitness, hardlopen, voetbal, zwemsport en wielrennen en toerfietsen. De top vijf bij de mannen bestaat uit fitness, hardlopen, wielrennen en toerfietsen, voetbal en zwemsport. De top vijf bij de vrouwen bestaat uit fitness, hardlopen, aerobics en steps, zwemsport en wandelsport. De percentages van het aantal deelnemers zijn te zien in figuur 4.2.
Figuur 4.2 Top vijf van meest beoefende sporten naar geslacht, 2013 (procenten van sporters) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Fitness en hardlopen staan bij zowel autochtonen als allochtone Amsterdammers in de top drie (Selten, Greven & Bosveld, 2013). Bij de autochtonen staan fitness, hardlopen, zwemsport, wielrennen en wandelsport in de top vijf (figuur 4.3). De westerse migranten hebben fitness, hardlopen, zwemsport, voetbal en wielrennen in hun top vijf staan. Bij de Turkse en Marokkaanse Nederlanders bestaat de top vijf uit fitness, voetbal, hardlopen, zwemsport en vechtsport. De Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders hebben fitness, voetbal, hardlopen, vechtsport en zwemsport in de top vijf staan. De meest beoefende sporten van de overige niet-westerse migranten zijn fitness, hardlopen, voetbal, zwemsport en aerobics.
Figuur 4.3 Top vijf meest beoefende sport naar afkomst, 2013 (in procenten) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
30
4.3 Sportverband Er is in Nederland een verschil tussen mannen en vrouwen in het verband waarin wordt gesport. Niet iedereen sport meer bij een sportvereniging. Er wordt vaker alleen gesport of in zelfgeorganiseerde groepen (Tiessen-Raaphorst, 2015). Ook bij de commerciële sportaanbieders wordt steeds vaker gesport. Mannelijke sporters zijn vaker actief bij de sportvereniging dan vrouwen. Vrouwen sporten vaker bij een fitnesscentrum of commerciële sportaanbieder. In tabel 4.13 staat de verdeling in percentages aangegeven. Alleen/ Informele ongeorganiseerd groep Bevolking Sportersa Geslacht - Man - Vrouw
50 63
38 49
Sportvereniging Fitnesscentrum/ commerciële sportaanbieder 33 18 43 24
64 62
50 47
47 39
20 27
Overige verbanden
18 18
14 18
a = heeft in de afgelopen 12 maanden minstens 12 keer gesport Tabel 4.13 Verband van sportbeoefening, 6 tot 80 jaar, 2012 (in procenten) Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
Het is altijd mogelijk om mee te doen aan lessen, competities of andere sportevenementen. Het sportverband is hierbij niet van invloed. Mannen en vrouwen doen even vaak mee aan dit soort activiteiten. Mannen kiezen vaker voor competities en toernooien. Vrouwen kiezen eerder voor het volgen van lessen en trainingen. Het verschil in percentages staat in tabel 4.14.
Gehele bevolking Sportende bevolkinga Geslacht - Man - Vrouw
Deelname aan training, les, competitie, toernooien of sportevenementen 46
Les of training
Competitie
37
18
Waarvan deelname aan toernooien of sportevenementen 16
60
49
25
21
59 61
44 55
30 19
25 16
a = heeft in de afgelopen 12 maanden minstens 12 keer gesport Tabel 4.14 Deelname aan trainingen en wedstrijden, 6 tot 80 jaar, 2012 (in procenten) Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
De keuze met wie mannen of vrouwen sporten is verschillend. Mannen sporten vaker alleen of met kennissen. Vrouwen kiezen eerder om met gezinsleden of familie en kennissen te sporten. De procentuele verschillen staan in tabel 4.15 in bijlage 2. Allochtone en autochtone Nederlanders Het aantal lidmaatschappen bij autochtonen is in 2007 gelijk gebleven vergeleken met 2003 (tabel 4.16). Bij de allochtone Nederlanders is dit afgenomen.
31
Sportende bevolking totaal Autochtonen Allochtonena
1995 53
1999 50
2003 49
2007 47
53 49
51 46
50 42
50 38
a. De groep allochtonen bestaat uit 72% westerse allochtonen en 28% niet-westerse allochtonen Tabel 4.16 Lidmaatschap van een of meerdere sportverenigingen naar afkomst, 6 tot 80 jaar, 1995 tot en met 2007 (in procenten Bron: Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008
Autochtonen beoefenen sport vaker in trainings- en competitieverband dan allochtone Nederlanders. In 2007 sportte 41% van de sportende bevolking in trainings- en competitieverband. Bij de autochtonen is dit 43%. Bij de allochtone Nederlanders is dit 33% (tabel 4.17).
Sportende bevolking totaal Autochtonen Allochtonen
1995 43
1999 38
2003 42
2007 41
44 41
38 34
43 39
43 33
a. De groep allochtonen bestaat uit 72% westerse allochtonen en 28% niet-westerse allochtonen Tabel 4.17 Sporten in trainings- of competitieverband naar afkomst, 6 tot 80 jaar, 1995 tot en met 2007 (in procenten) Bron: Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008
In 2006 was 58% van de autochtone Nederlanders lid van een sportvereniging (tabel 4.18). Bij de allochtone Nederlanders was dit 48%. De Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders zijn boven gemiddeld lid van een sportvereniging (53% en 49%). De Surinaamse Nederlanders zijn net zo vaak als het gemiddelde van de niet-westerse allochtonen lid van sportverenigingen (48%). De Turkse Nederlanders zijn minder vaak lid van een sportvereniging (43%).
Totaal
Autochtonen Totaal TMSA 58 48
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans Surinaams 43 53 48
Antilliaans 49
Tabel 4.18 Lidmaatschap van sportverenigingen van de sportende bevolking naar afkomst, 15 tot 80 jaar, 2006 (in procenten) Bron: Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008
Autochtonen nemen vaker deel aan competities, wedstrijden en toernooien (26%). Bij de nietwesterse allochtonen ligt dit percentage op 22%. De Antillianen nemen vaker deel aan competities, wedstrijden en toernooien (25%). De Surinamers nemen hier minder vaak aan deel (19%). De verschillen staan in tabel 4.19.
Totaal
Autochtonen Totaal TMSA 26 22
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans Surinaams 23 23 19
Antilliaans 25
Tabel 4.19 Deelname aan competitie, wedstrijden en toernooien van de sportende bevolking naar afkomst, 15 tot 80 jaar, 2006 (in procenten) Bron: Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008
32
Allochtone vrouwen Bij de Turkse vrouwen is 32% lid van een sportvereniging. Bij de Marokkaanse vrouwen is dit 45%. Bij de Surinaamse en Antilliaanse vouwen is 46% lid van een sportvereniging. De percentages staan in tabel 4.20. Het verschil tussen de mannen en de vrouwen is het kleinst bij de Surinaamse Nederlanders.
Totaal Man Vrouw
Autochtonen Totaal TMSA 58 48 62 52 55 43
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans 43 53 50 58 32 45
Surinaams 48 49 46
Antilliaans 49 51 46
Tabel 4.20 Lidmaatschap van sportverenigingen van de sportende bevolking naar afkomst en geslacht, 15 tot 80 jaar, 2006 (in procenten) Bron: Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008
Cijfers uit 2011 (Vogels, 2014) laten zien dat de autochtone vrouwen iets vaker deelnemen aan competities, toernooien en wedstrijden (tabel 4.21). Dezelfde cijfers laten zien dat niet-westerse vrouwen dit minder vaak doen. De Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse vrouwen nemen vergeleken met 2006 minder vaak deel aan competities, wedstrijden en toernooien terwijl Surinaamse vrouwen dit juist vaker doen. Autochtoon Totaal Geslacht - Man - Vrouw
31
Totaal TMSA 23
Niet-westerse allochtonen Turks Marokkaans Surinaams 28 18 22
Antilliaans 24
42 21
33 8
40 3
34 12
26 4
33 9
Tabel 4.21 Deelname aan competities, toernooien of wedstrijden in het afgelopen jaar naar afkomst en geslacht, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Bron: Vogels, 2014
Amsterdam In Amsterdam is 22% van de volwassenen lid van een sportvereniging (Tiessen-Raaphorst, 2015) Mannen zijn vaker lid van een sportvereniging dan vrouwen. De minste lidmaatschappen zijn te vinden in stadsdeel Nieuw-West. De cijfers gaan over een brede definitie van lidmaatschappen. Dit zijn zowel actieve als slapende lidmaatschappen. Mensen met een slapend lidmaatschap kunnen onder andere bestuursleden zijn of leden die langdurig afwezig zijn. Als er wordt gekeken naar de cijfers van alleen de actieve leden dan ligt het percentage van volwassenen op 14%. In tabel 4.22 in bijlage 2 worden de percentages tussen de brede definitie lidmaatschap en actief lidmaatschap weergegeven. Vrouwen sporten vaker bij een sportschool. Mannen kiezen eerder voor een sportvereniging, sporten vaker individueel of met vrienden. De percentages staan in tabel 4.23.
Mannen Vrouwen
Sportvereniging 23 18
Sportschool 33 40
Met vrienden 26 19
Individueel 37 31
Tabel 4.23 Organisatieverband waarin gesport wordt naar geslacht, 18 jaar en ouder, 2013 (in procenten) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
33
Volwassen mannen nemen vaker deel aan competities en toernooien dan vrouwen. Vrouwen volgen vaker lessen en trainingen. In tabel 4.24 zijn de verschillen weergegeven.
Mannen Vrouwen
<18 jaar Lessen en trainingen 88 88
Competitie en toernooien 65 47
18+ Lessen en trainingen 46 51
Competitie en toernooien 31 21
Tabel 4.24 Deelnamevorm naar geslacht, 2013 (in procenten) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Turkse en Marokkaanse Amsterdammers zijn het minst vaak lid van een sportvereniging (Selten, Greven & Bosveld, 2013). Autochtonen zijn het vaakst lid van sportverenigingen. Westerse allochtonen zijn vaker lid van een sportvereniging dan niet-westerse allochtonen (tabel 4.25 in bijlage 2). In Amsterdam Nieuw-West wonen vergeleken met andere stadsdelen, veel Amsterdammers van niet-westerse afkomst. Hierdoor zijn er in stadsdeel Nieuw-West minder lidmaatschappen dan in andere stadsdelen. Niet-westerse allochtonen sporten het liefst bij een sportschool (figuur 4.4). Bij Antilliaanse, Surinaamse, Turkse en Marokkaanse Amsterdammers staat de sportvereniging op de tweede plek. Bij de overige niet-westerse allochtonen staat individueel sporten op de tweede plaats. De Westerse allochtonen en de autochtonen sporten het liefst individueel. Zij hebben allebei de sportschool op de tweede plaats staan.
Figuur 4.4 Sportverband naar afkomst (meest beoefende sporten), 2013 (in procenten) Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
34
4.4 Wel of niet sporten? Redenen voor niet-sporters om niet of weinig te sporten zijn vooral het gebrek aan tijd, gezondheidsproblemen of omdat ze al genoeg bewegen (Van den Dool, Elling & Hoekman, 2009). In tabel 4.26 in bijlage 2 staan de overige redenen om niet te sporten. De belangrijkste reden om niet te sporten bij mannen is het hebben van geen tijd vanwege werk of gezin. Bij de vrouwen is de belangrijkste reden dat de gezondheid het niet toe laat. Vrouwen en mannen hebben verschillende redenen om wel te gaan sporten (tabel 4.27). Vrouwen sporten vaker om af te vallen terwijl mannen vaker sporten om zichzelf te verbeteren en voor de competitie.
Lichaamsbeweging, gezondheid Leuke activiteit, plezier Opbouw conditie, kracht en/of lenigheid Gezelligheid, sociale contacten Uitlaatklep voor dagelijks leven, ontspanning Lekker buiten zijn Prestatie, jezelf verbeteren Niet duur Afslanken Leren nieuwe vaardigheden Competitie, meten met anderen Goede voorzieningen Weinig, geen reistijd nodig Advies van arts, fysiotherapeut Kan met specifieke aandoening doen Zakelijke contacten Aanzien, status
Totaal 86
Volwassenen 89
Man 86
Vrouw 87
75
73
75
75
65
67
66
64
55
54
57
52
52
51
55
49
48 37
50 39
53 43
43 31
34 30 27
37 34 23
34 25 28
34 34 26
25
25
32
17
24
25
26
22
23
25
24
22
18
20
16
20
12
14
10
15
5 5
6 6
6 5
4 5
Tabel 4.27 Motivatie deelnemers om te sporten, 5 tot 80 jaar, 2008 (in procenten)Bron: Van den Dool, Elling & Hoekman, 2009
35
Allochtone en autochtone Nederlanders Autochtonen en allochtone Nederlanders hebben verschillende redenen waarom zij niet of weinig sporten (Van den Dool, Elling & Hoekman, 2009). Bij zowel de autochtone als de westerse en nietwesterse allochtone Nederlanders is werk en gezin de belangrijkste reden om niet te sporten (tabel 4.28). Op de tweede plek staat een slechte gezondheid. Westerse allochtonen vinden sporten vaker te duur. Autochtonen vinden vaker andere bezigheden leuker. Niet-westerse allochtonen vinden sport vaker niet nodig.
Vanwege werk en/of gezin Vanwege gezondheid Voldoende beweging Weet niet, geen gewoonte Andere bezigheden leuker Te duur Te oud Kan niet goed sporten Sport niet nodig Kent geen mensen om mee te sporten Weet niet welke sport past Reistijd te lang Ziet tegen ontmoeten nieuwe mensen op Ziet tegen leren sport op Kent mogelijkheden omgeving niet Zwangerschap Wil (weer) gaan sporten Anders
Totaal
Autochtonen 25
Westerse allochtonen 31
Niet-westerse allochtonen 27
26 24
24
28
22
23
24
21
18
20
20
19
19
19
20
12
15
17 10 9
16 10 10
22 9 5
19 7 7
9 9
9 9
5 5
13 9
6
6
2
5
3 3
2 3
3 1
8 2
2
2
1
1
2
1
1 1
1 1
1
3 2
2
1
3
2
1
Tabel 4.28 Redenen niet of weinig sporten van niet-sporters naar afkomst, 16 tot 80 jaar, 2008 (in procenten) Bron: Van den Dool, Elling & Hoekman, 2009
36
Allochtone vrouwen De reden om niet te sporten is bij vrouwen vaak omdat ze last hebben van hun gezondheid (Elling & Van den Dool, 2010). Er is geen verschil tussen allochtone en autochtone vrouwen. Een andere reden waarom vooral islamitische vrouwen niet sporten is vanwege de kledingvoorschriften en omdat er geen mannen in de ruimte mogen zijn (Elling, 2005). Dit houdt dus in dat er in een afgesloten ruimte gesport moet worden en dat er een vrouwelijke lerares nodig is. Lichaamsontwikkeling en conditieverbeteringen is één van de belangrijkste motieven om aan sport te gaan doen (Van de Burgwal, 2011).
4.5 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - De sportdeelname van de niet-westerse vrouwen blijft achter. - Niet-westerse vrouwen doen het liefst individuele sporten. - Niet-westerse vrouwen doen het liefst aan fitness c.q. aerobics, gymnastiek c.q. turnen, zwemmen en wandelsport. - Niet-westerse vrouwen zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan autochtone vrouwen. - Niet-westerse vrouwen geven aan dat ze niet sporten vanwege de gezondheid. - Niet-westerse vrouwen geven aan dat het verbeteren van de conditie de belangrijkste reden is om te (gaan) sporten. - Sommige islamitische vrouwen sporten vanwege religieuze redenen niet samen met mannen en ook de kledingvoorschriften zijn moeilijk te combineren met sport.
37
38
5. Good practices sport- en beweegprojecten Bij een groot aantal sport- en beweegprojecten is doorstroom naar sportverenigingen één van de doelstellingen. Om te bepalen wat succesfactoren van andere projecten zijn, zijn drie projecten uitgekozen om te bestuderen. Per project is er met tenminste één persoon gesproken. Bij het project Meedoen alle jeugd door sport en Duizend en één kracht is met Willie Westerhof van het NISB gesproken. Bij Meedoen alle jeugd door sport zat zij in de projectgroep die coördinatie van het project had. Bij Duizend en één kracht heeft zij samen met de KNVB een stappenplan en brochure om vrouwen te kunnen werven voor vrijwilligerswerk gemaakt. Bij Sportclub als buurthuis van de toekomst is met Louk Burgers, Sandra Schenk en Albert Jan Schiphorst gesproken. Zij hebben een training gegeven over het opstarten van deze interventie en over de ervaringen vanuit de Sportbank. Louk Burgers is de oprichter van de Sportbank. Sandra Schenk is de projectleider van de Sportclub als buurthuis van de toekomst. Ook begeleid zij organisaties die deze interventie willen opstarten. Albert Jan Schiphorst is ook een trainer voor deze interventie. In paragraaf 5.1 staat het project Meedoen alle jeugd door sport beschreven. Paragraaf 5.2 gaat over het project Duizend en één kracht. In paragraaf 5.3 wordt de interventie van de Sportbank, Sportclub als buurthuis van de toekomst, uitgelegd. Uit deze paragrafen komen bouwstenen voor het advies. Deze bouwstenen staan in paragraaf 5.4 beschreven.
5.1 Meedoen alle jeugd door sport In 2008 werd het project Meedoen allochtone jeugd door sport gestart (Hoekman, Elling, Van der Roest & Van Rens, 2011). Dit project werd ontwikkeld naar aanleiding van de sportnota Tijd voor Sport. In deze nota werden drie belangrijke maatschappelijke waarden van sport benoemd: gezondheid, meedoen en presteren. Sport werd ingezet als integratie van allochtonen. Doel en doelgroep In 2008 werd het project opgestart met als doel om meer allochtone jeugd te laten sporten. De doelgroep is na vragen vanuit de Tweede Kamer en de sportbonden aangepast naar alle jeugd. Om de verenigingen goed aan te kunnen sturen werden er vanuit de sportbonden projectplannen opgesteld die moesten voldoen aan de doelstellingen van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) en het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI). De doelstellingen van VWS en WWI waren om ontmoeting, binding, opvoeding en integratie door middel van sport te bevorderen onder de allochtone jeugd en de ouders. Deze moesten later aangepast worden naar alle jeugd. De activiteiten moesten wel in voornamelijk achterstandswijken uitgevoerd worden. Iedere bond kon het projectplan zelf invullen. Bij de ene bond was het werven van nieuwe leden het hoofddoel terwijl bij andere bonden kwaliteitsverbetering noodzakelijker was. Aanpak Om het doel te bereiken zijn negen sportbonden en elf gemeenten uitgekozen om mee te doen met dit project (tabel 5.1). De negen sportbonden die meededen waren: Judo Bond Nederland (JBN), Atletiekunie, Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB), Koninklijke Nederlandse Gymastiek Unie (KNGU), Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie (KNKF), Koninklijke Nederlandse Korfbal Verbond (KNKV), Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB), Koninklijke 39
Nederlandse Zwem Bond (KNZB) en de Nederlandse Basketbal Bond (NBB). De elf gemeenten die onderdeel van het Meedoen project waren: Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Zaanstad. De gemeenten zijn geselecteerd op het aantal allochtone inwoners in de gemeente. Gemeenten en sportbonden werkten voor een groot deel samen om de deelnemende sportverenigingen uit te zoeken. Uiteindelijk deden 538 verenigingen mee aan Meedoen. De sportverenigingen hadden als doel om het aantal leden te vergroten en het sporttechnisch kader te verbeteren.
Amsterdam Arnhem Den Haag Dordrecht Eindhoven Enschede Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Zaanstad Overige Totaal
JBN 5 2 3 1 2 2 2 3 2 2 1 25
Atlet. 4
KNBSB 2
2 2 2 1 1 2 2 3 1
1 1 1 1
20
2 1 1
10
KNGU 6 2 2 1 3 2 3 2 1 1 23
KNKF 16 7 10 4 9 10 7 12 10 11 4 100
KNKV 2 3 2 2 2 4 1 3 1 20
KNVB 54 8 39 8 12 15 10 41 11 22 13 43 276
KNZB 4 2 5 1 4 1 1 5 3 4 2 32
NBB 9 2 2 1 2 2 2 3 2 5 2 32
Totaal 102 23 67 21 37 36 23 75 34 52 23 45 538
Tabel 5.1 Aantal Meedoen-verenigingen per bond, 2010 Bron: Hoekman, Elling, Van der Roest & Van Rens, 2011
Het geld van Meedoen allochtone jeugd door sport kwam vanuit de overheid. Het NISB kreeg de coördinatie van dit project. Het Mulier Instituut heeft de monitoring gedaan. Een groot deel van het geld kwam bij de bonden terecht die het vervolgens verdeelden over de deelnemende sportverenigingen. Hierdoor konden onder andere extra materialen en communicatiemiddelen aangeschaft worden en kon deelgenomen worden aan opleidingen. Bij de meeste bonden zijn projectmedewerkers of verenigingsondersteuners aangenomen. Bij de uitvoering was de aansturing van de bonden belangrijk. De bonden hadden de taak gekregen om met de gemeentes samen te werken. De verenigingen werden op verschillende manieren aangestuurd. De ene bond hield de aansturing vooral landelijk terwijl de andere bond de verenigingen lokaal aanstuurde. De gemeentes accepteerden deze verschillende manieren van werken van de verschillende bonden. De meeste bonden zetten in op verenigingsondersteuning en kaderopleidingen, kennismakingsactiviteiten op scholen en in de buurt en de promotie hiervan, het inzetten van vrijwilligers en flexibele lidmaatschappen. Er zijn verschillende promotiemiddelen ingezet om tot meer ledenwinst te komen. Hiervoor zijn verschillende activiteiten georganiseerd. Eén van de succesvolle promotieactiviteiten was de turn- en dansmaand. De kinderen mochten een maand gratis meedoen aan de turn- en danslessen bij de deelnemende sportverenigingen. Deze maand werd gestart met een grote kick-off met onder andere clinics. Aan het eind van deze maand konden de deelnemers een proefabonnement afsluiten voor 6 weken. Om zoveel mogelijk deelnemers te bereiken is het aanbod van de verenigingen uitgebreid. Er
40
werd onder andere freerunning en Zumba aangeboden. Met dit project werden 1.200 kinderen bereikt. 15% van de deelnemende kinderen is lid gebleven van de sportvereniging. Een andere manier om ledenwinst te behalen is door vernieuwend sportaanbod te creëren. Honkbal heeft Meedoen gebruikt om BeeBall aan te bieden. Bij BeeBall kunnen kinderen van vijf tot twaalf jaar kennis maken met het honkballen. De spelregels zijn simpeler gemaakt en de bal kleiner zodat de kinderen de bal kunnen vangen. Door BeeBall te introduceren zijn er in twee jaar tijd veertig nieuwe leden bijgekomen bij de vereniging PSV Honkbal. Sportverenigingen hadden naast het doel om meer leden te werven ook het doel om het kader te verbeteren. Dit werd onder ander gedaan door een verenigingsmanager aan te stellen. Sommige gemeentes deden dit door een combinatiefunctionaris aan te stellen. Een verenigingsmanager werd vaak voor meerdere sportverenigingen aangesteld. De verenigingsmanager en combinatiefunctionaris hebben de taak om verbindingen te leggen. Dit kunnen verbindingen zijn met de gemeente, bond of scholen. Ook hebben zij de taak om samen met de vereniging een visie te ontwikkelen of te verbeteren. Succesfactoren Aan het eind van het project is een rapport opgesteld met de eindresultaten van Meedoen. De voornaamste opbrengsten zijn: de vereniging is de initiatiefnemer voor de maatschappelijke meerwaarde van de sport, de samenwerking tussen de bonden, gemeenten en verenigingen, de samenwerking met scholen, de kracht van sport gebruiken voor maatschappelijke doelen en het versterken van de sportverenigingen. Alle deelnemende gemeenten zien een groei in het aantal sporters, zowel allochtone als autochtone sporters (tabel 5.2). Amsterdam heeft de grootste groei. In Amsterdam zijn 7.388 extra sporters. Nijmegen blijft met 703 extra sporters achter op de andere gemeenten. In Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Tilburg en Zaanstad zijn er meer allochtone dan autochtone sporters bij gekomen. In Dordrecht, Enschede, Nijmegen en Utrecht zijn er meer autochtone sporters bijgekomen.
41
Autochtoon Nietwesterse allochtonen Westerse allochtonen Onbekend Totaal Autochtoon Nietwesterse allochtonen Westerse allochtonen Onbekend Totaal
Totaal 13.028 13.504
Amsterdam 3.423 3.787
Arnhem 149 714
Den Haag 1.128 2.202
Dordrecht 533 302
Eindhoven 871 1.052
631
106
15
102
49
31
-39 27.121 Enschede 850 622
72 7.388 Nijmegen 385 297
2 880 Rotterdam 955 1.759
19 3.451 Tilburg 506 730
0 884 Utrecht 2.199 1.721
7 1.961 Zaanstad 612 785
91
13
114
65
45
49
16 1.580
7 703
-33 2.796
-1 1.301
10 3.975
7 1.453
Tabel 5.2 Verandering in ledenaantallen per gemeente, tussen de 0- en 3-meting Bron: Hoekman, Elling, Van der Roest & Van Rens, 2011
De sportbonden zien het ledenaantal groeien (tabel 5.3). De KNVB heeft de meeste nieuwe leden. Zij hebben 13.135 nieuwe leden sinds de start van Meedoen geworven. De KNKV heeft met 13 nieuwe leden de kleinste verandering. Bij de niet-westerse allochtonen zijn er vooral meer Marokkaanse kinderen gaan sporten. De KNBSB en de KNKV hebben een afname van autochtone leden. De KNKF heeft het grootste aantal nieuwe allochtonen leden. Etniciteit Autochtoon Nietwesterse allochtonen - Turks Marokkaans - Surinaams - Antilliaans / Arubaans Overig nietwesters Westerse allochtonen Onbekend Totaal
JBN 731 618
AU KNBSB 220 -127 352 334
KNGU 361 808
KNKF 2.250 5.626
KNKV -59 65
KNVB 9.219 3.917
KNZB 158 883
NBB 275 901
Totaal 13.028 13.504
93 143
55 88
5 0
211 152
1.229 2.292
35 9
154 1.257
238 298
287 88
2.307 4.327
159 27
78 55
5 299
83 99
715 318
-4 8
0 0
113 53
122 59
1.271 907
196
76
25
263
1.072
15
2.505
182
355
4.689
139
50
-3
26
260
16
0
100
43
631
0 1.195
120 8.256
-7 13
0 13.135
-25 0 -39 1.116 1.219 27.121
-127 0 0 1.361 622 204
Tabel 5.3 Verandering in ledenaantallen bij de sportbonden tot 23 jaar, tussen de 0- en 3- meting Bron: Hoekman, Elling, Van der Roest & Van Rens, 2011
Ook bij de sportverenigingen groeit het ledenaantal (tabel 5.4). In totaal zijn er 27.121 extra leden lid geworden. Dit zijn gemiddeld vijftig nieuwe leden per sportvereniging. Van deze vijftig nieuwe leden zijn er gemiddeld 25 nieuwe niet-westerse allochtone leden per vereniging bij gekomen. 42
Bond
Verenigingen
Extra leden
Gemiddeld per club
Gemiddeld per club
54 31 20
Extra nietwesterse allochtone leden 618 352 334
JBN AU KNBS B KNGU KNKF KNKV KNVB
25 20 10
1.361 622 204
23 100 20 276
KNZB NBB Totaal
32 32 538
1.195 8.256 13 13.13 5 1.116 1.219 27.12 1
Gemiddeld per club
25 18 33
Extra nietwesterse allochtone meisjes 131 171 109
52 83 1 48
808 5.626 5 3.917
35 56 3 14
578 2.010 15 514
25 20 1 2
35 38 50
883 901 13.504
28 28 25
442 329 4.299
14 10 8
5 9 11
Tabel 5.4 Aantal extra leden tot 23 jaar, tussen 0- en 3-meting Bron: Hoekman, Elling, Van der Roest & Van Rens, 2011
Deze resultaten zijn bereikt dankzij diverse succesfactoren. Met behulp van een verenigingsondersteuner werden verbindingen gelegd met onder andere sportverenigingen, scholen en gemeenten. De verenigingenondersteuner zorgde voor een professionalisering van de sportvereniging. De samenwerking tussen bonden, verenigingen en gemeentes heeft voor verbeteren van het sportaanbod en het werven van nieuwe leden gezorgd. Door de kennismakingsactiviteiten in de wijk is de naamsbekendheid van de sporten verbeterd bij de bewoners. Dit werkt het best wanneer de activiteiten gratis aangeboden worden. Flexibele lidmaatschappen zorgen voor meer deelnemers. Sommige verenigingen hebben nieuw sportaanbod gecreëerd. De sportactiviteiten werden aangepast aan de doelgroep. Honkbal heeft BeeBall geïntroduceerd. Dit leverde een extra doelgroep op voor de sportverenigingen.
5.2 Duizend en één kracht Duizend en één Kracht is een project waarbij allochtone vrouwen begeleid worden om vrijwilligerswerk te gaan doen met uiteindelijk het doel om een betaalde baan te krijgen (Brouwer & Westerhof, 2011). De vrouwen kunnen vrijwilligerswerk doen bij voetbal- en turnverenigingen. Het project Duizend en één Kracht is geïnitieerd door de ministeries Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Doel en doelgroep Het doel van Duizend en één Kracht is om binnen drie jaar 50.000 allochtone vrouwen deel te laten nemen in de maatschappij. Eén van de gebieden waar deze vrouwen kunnen deelnemen is bij de sportverenigingen. Vanuit de ministeries zijn de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) uitgekozen. Beide bonden hebben vier verenigingen uitgekozen waarbij de vrouwen ervaring met vrijwilligerswerk kunnen krijgen. Dit zijn sportverenigingen uit Amsterdam en Arnhem. Zowel de deelnemende vrouwen als de sportverenigingen kunnen veel uit dit project halen (tabel 5.5). Voordelen voor de allochtone vrouwen zijn onder andere de eigen ontwikkeling, Nederlands taal verbeteren, nieuwe contacten 43
opdoen, andere culturen leren kennen en leren hoe de Nederlandse sportvereniging in elkaar zit. Voordelen voor de sportvereniging zijn onder andere meer betrokkenheid van de ouders bij de kinderen, meer vrijwilligers en meer leden. Voordelen voor de vrouwen Betrokkenheid bij de ontwikkeling van de kinderen Eigen ontwikkeling en positiever zelfbeeld Een beter beeld van de sport en de spelregels Zicht op hoe de organisatie van de sportclub in elkaar steekt Nieuwe vaardigheden leren door activiteiten waaraan wordt meegewerkt Andere culturen leren kennen en eigen waarden en normen uitdragen De Nederlandse taal leren spreken Nieuwe contacten opdoen en deel uitmaken van een groep Bijdragen aan de omgeving door hulp aan anderen te bieden
Voordelen voor de verenigingen Meer betrokkenheid van de ouders bij hun kinderen Meer begrip voor de vereniging en de organisatie daaromheen Meer allochtone vrouwelijke leden, zowel meisjes als vrouwen Minder uitval van jeugdleden, vooral meisjes Uitwisseling van verschillende culturen, waardoor er een betere sfeer op de club komt Extra hulp bij activiteiten Nieuwe vrouwelijke allochtone vrijwilligers Nieuwe activiteiten en meer creativiteit
Tabel 5.5 Voordelen voor de allochtone vrouwen en voor de sportverenigingen Bron: Brouwer & Westerhof, 2011
Aanpak Om allochtone vrijwilligers te werven is er een stappenplan opgesteld door het NISB en de KNVB (2011). De eerste stap is elkaar in beeld krijgen. Niet iedere allochtone vrouw kent de sportverenigingen in de buurt. Ook zijn er vrouwen waarvan de kinderen lid zijn van een sportvereniging maar nooit komen kijken bij hun kinderen. Om deze vrouwen te benaderen zijn er laagdrempelige activiteiten nodig. Dit kunnen sportlessen voor de moeders zijn op het moment dat de kinderen sporten, een sportmiddag in de buurt, moeder-kind activiteiten of bij de inschrijving van het kind de ouders voor een intakegesprek uitnodigen. De tweede stap is het organiseren van een kennismakingsbijeenkomst voor vrouwen. Tijdens de kennismakingsbijeenkomst kan het onder andere gaan over de structuur van de sportvereniging, de ouderbetrokkenheid en het doen van vrijwilligerswerk. Tijdens de derde stap worden losse activiteiten ingezet. Om de vrouwen niet meteen af te schrikken met een vrijwilligerscontract kan eerst een keer hulp gevraagd worden. Vrouwen kunnen bijvoorbeeld gevraagd worden om de gastvrouw bij een wedstrijd te zijn of limonade in te schenken. Stap vier is de overgang naar structureel vrijwilligerswerk. Denk hierbij aan een kantinemedewerkster, deelname aan een commissie of een vaste coach of trainer van een team. De stap naar een bestuursfunctie is vaak te groot om in één keer te nemen. Dit is de laatste stap. Een allochtone vrouw in het bestuur werkt goed bij het werven van vrijwilligers onder de allochtone leden.
44
Succesfactoren In het verlengde van Duizend en één kracht is in 2008 het project Participatie allochtone vrouwen in de sport opgestart. Participatie allochtone vrouwen in de sport heeft dezelfde doelstelling als Duizend en één kracht. Duizend en één kracht is uitgebreid naar meerdere gemeenten. Binnen drie jaar tijd zijn er landelijk 50.000 allochtone vrouwen bereikt. Het bereiken van de allochtone vrouwen is een moeilijke factor binnen het project. Het kost veel tijd om de vrouwen te bereiken. Dit is iets wat de verenigingen vaak niet hebben. Het helpt als er een allochtone projectleider is. Communicatiemiddelen waar een foto van een sportende vrouw met een hoofddoek opstaat spreekt de doelgroep meer aan. Als de vrouwen eenmaal binnen zijn is het moeilijk om ze vast te houden. De vrouwen hebben veel persoonlijke begeleiding nodig. Vaak waren er te weinig structurele taken bij de sportvereniging die door de vrijwilligsters gedaan konden worden. Hierdoor bleef het vooral bij vrijwilligerswerk tijdens wedstrijden of andere activiteiten. Contact met vrijwilligerscentra en organisaties waar veel allochtone vrouwen komen, heeft geholpen bij de werving van nieuwe vrouwen.
5.3 Sportclub als buurthuis van de toekomst De Sportbank is in 2004 opgericht door Louk Burgers (De Sportbank, 2011). De Sportbank investeert in de kracht van mensen. De Sportbank houdt zich bezig met het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van de sportverenigingen. Sportclub als buurthuis van de toekomst is één van de projecten van de Sportbank. Het project is in 2007 geïntroduceerd. De initiatiefnemer van de Sportbank was bij een ontmoeting van een Turkse en Marokkaanse voetbalclub. Hier zag hij dat er ook een sociale functie bij de sportclub lag. Vervolgens is er een haalbaarheidsonderzoek gedaan bij hvv B.M.T. over de wensen voor de invulling van hun ideale Buurthuis van de toekomst. Hier kwam een top -25 uit. Om tot een top -10 te komen is er panel van Smaakmakers (een klankbordgroep) samengesteld. Deze top-10 bestond onder andere uit volksdansles, naschoolse opvang, taallessen en buurtfeesten. Deze activiteiten werden naast de sportlessen georganiseerd. Zo kwam er een soort buurthuis waar naast sport ook andere activiteiten aangeboden werden. Doel en doelgroep De interventie richt zich op alle wijkbewoners ongeacht de leeftijd in een achterstandswijk (Schenk, 2014). Deze interventie wordt vooral ingezet in wijken waar veel inactieve mensen met een lage sociaaleconomische status wonen. Vervolgens kan ieder afzonderlijk project of wijk een subdoelgroep kiezen, bijvoorbeeld niet-westerse vrouwen. De sportaanbieder wordt daarbij een veilige plek waar mensen samenkomen. De interventie gaat uit van de behoeftes van de bewoners van de wijk. Het verhogen van de sport- en beweegparticipatie van wijkbewoners met een lage sociaaleconomische status en een positieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk is het hoofddoel van Sportclub als buurthuis van de toekomst.
45
Naast het hoofddoel zijn er ook enkele subdoelen voor de doelgroep en voor de sportaanbieder geformuleerd. De subdoelen voor de doelgroep zijn: - Er is een breed sportaanbod dat aan de behoeften van de doelgroep is aangepast - De doelgroep kan sporten in een veilige en vertrouwde omgeving - De doelgroep kan deelnemen aan gezamenlijk niet sport-gerelateerde activiteiten aangepast aan de behoeften van de doelgroep, bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding - Sociale contacten worden bevorderd door contact met andere deelnemers De subdoelen voor de sportaanbieder zijn: - Er worden nieuwe verbindingen gelegd met andere organisaties waarmee de sportaanbieder de maatschappelijke functie kan vergroten door andere activiteiten aan te bieden - De sportaanbieder zet de accommodaties en sportvelden efficiënter in zodat meerdere organisaties hier gebruik van kunnen maken voor verschillende doelgroepen - Wijkbewoners worden actief bij de organisatie van het activiteitenaanbod betrokken door de sportaanbieder Aanpak De interventie heeft drie fases: 1. de voorbereiding, 2. de uitvoering en 3. continuering. De eerste fase duurt twee tot drie maanden. De eerste stap hierin is het in kaart brengen van de wijk en het bepalen van de bestaande en gewenste situatie. Vervolgens wordt er een klankbordgroep samengesteld die het netwerk vormt. De laatste stap in de eerste fase is het inzetten en uitvoeren van de meetinstrumenten. Dit zijn de interne scan, de partnerscan en de wijkenquête. Met deze scans worden de krachten, kansen en uitdagingen van de sportaanbieder, mogelijke partners en de wijkbewoners zichtbaar. De tweede fase is de uitvoeringsfase en duurt vier tot zes maanden. Er wordt een kantineontmoeting georganiseerd waar de resultaten van de eerste fase worden gedeeld met de wijkbewoners en mogelijke partners van het project. Vervolgens wordt er een actieplan geschreven. In het actieplan worden de activiteiten, de specifieke doelgroep en de rol en taken van alle partners benoemd. Dit actieplan wordt vervolgens in de tweede fase uitgevoerd. De laatste fase is de continuering- en borgingsfase. De interne scan wordt opnieuw gedaan. Er wordt vervolgens een evaluatie gedaan. Na afloop is het de bedoeling dat de interventie door blijft gaan met behulp van de buurtsportcoach. Succesfactoren Sinds eind 2007 is de Sportbank één van de proeftuinen van het NOC*NSF. Een proeftuin is een sportaanbieder die experimenteert met vernieuwend sport- en beweegaanbod. De proeftuinen worden als voorbeeld gebruikt om in te kunnen zetten bij andere sportaanbieders. Er wordt dan gekeken naar de leerervaringen en de goede punten van het project. Sportclub als buurthuis van de toekomst werkt dankzij de sociale functie van de sportclub. Activiteiten worden ingezet als sociaal bindmiddel in de wijk en tussen de verschillende culturen. Dit is gelukt doordat het sportaanbod aangepast is aan de doelgroep en hun behoeftes. De deelnemers kunnen daardoor sporten in een veilige en vertrouwde omgeving. Ook het aanbieden van 46
maatschappelijke activiteiten heeft geholpen. Dit zijn activiteiten zoals taallessen, naschoolse opvang.
5.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - Samenwerking tussen bonden, verenigingen en gemeentes kan helpen tot het verbeteren van het sportaanbod en het werven van nieuwe leden. - Met behulp van een verenigingsondersteuner kunnen verbindingen worden gelegd met onder andere sportverengingen, scholen, gemeenten. - De sportclub heeft naast sportlessen ook een sociale functie. Ze kunnen activiteiten inzetten als sociaal bindmiddel in de wijk en tussen de verschillende culturen. Hiervoor worden maatschappelijke activiteiten ingezet. - Om meer deelnemers te trekken is het belangrijk om het sportaanbod aan de doelgroep aan te passen. - Om meer allochtone vrouwen als vrijwilliger bij de vereniging te betrekken is een allochtone projectleider een must. - Kennismakingsactiviteiten in de wijk leveren meer bekendheid van de sporten op bij de bewoners, vooral als deze activiteiten gratis zijn. - Flexibele lidmaatschappen zorgen voor meer deelnemers. - Om de vaardigheden van de vrouwen die vrijwilligerswerk willen doen te verbeteren is persoonlijke begeleiding van belang. - De deelnemers moeten kunnen sporten in een veilige en vertrouwde omgeving.
47
48
6. Behoefte deelnemers Vrouw en Vaart Hebben de deelnemers van de sportactiviteiten bij Vrouw en Vaart behoefte om door te stromen naar een sportvereniging? Er zijn 115 vrouwen geïnterviewd om hier een antwoord op te krijgen. In paragraaf 6.1 is uitgelegd met welke deelnemers gesproken is en op welke manier het onderzoek gedaan is. Om duidelijkheid te krijgen over de behoefte van de vrouwen zijn verschillende vragen gesteld. De vragen staan in paragraaf 6.2 beschreven. In paragraaf 6.3 staan de behoeftes van de deelnemers van Vrouw en Vaart beschreven. In paragraaf 6.4 zijn bouwstenen voor het advies opgesteld.
6.1 Deelnemers Bij Vrouw en Vaart zijn verschillende sport- en beweegactiviteiten. Om erachter te komen wat de behoeften van de vrouwen is met betrekking tot sporten bij sportverenigingen, zijn 115 vrouwen geïnterviewd. De vrouwen namen deel aan aerobics, fitness, fietslessen en wandel- en hardlooptrainingen. Dit zijn activiteiten die door medewerkers en vrijwilligsters van Vrouw en Vaart worden aangeboden. Er zijn ook interviews afgenomen bij vrouwen die deel willen nemen aan activiteiten bij Vrouw en Vaart. Van de 115 vrouwen volgen vijftig vrouwen fietslessen, twaalf vrouwen volgen de aerobics- en fitnesslessen of doen een wandel- en hardlooptraining (Buurt in Beweging) en 26 vrouwen van de wandel- en hardloopgroepen (Be Interactive). Er zijn 10 vrouwen van de ouderraad van de Slootermeerschool geïnterviewd. Voor hun is een nieuwe aerobicsles gestart. Bij buurthuiskamer Tante Ali zijn 17 vrouwen geïnterviewd. Voor deze vrouwen is een nieuwe wandelgroep gestart. De vrouwen van de Slootermeerschool en bij Tante Ali zijn via een groepsinterview geïnterviewd. De overige vrouwen zijn afzonderlijk geïnterviewd. In figuur 6.1 staan de verdeling van de geïnterviewde vrouwen in procenten weergegeven. De meeste geïnterviewde vrouwen nemen deel aan de fietslessen.
Geïnterviewde deelnemers naar deelname aan sport- en beweegactiviteit 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Fietslessen
Buurt in Beweging
Be Interactive
Aerobics Wandel- en Slootermeerschool hardloopgroep Tante Ali
% van het aantal geïnterviewde vrouwen Figuur 6.1 Geïnterviewde deelnemers naar deelname aan sport- en beweegactiviteit(in procenten)
49
De meeste vrouwen die geïnterviewd zijn van Marokkaanse afkomst. De meeste deelneemsters zijn tussen de 30 en 45 jaar. Er wordt vaak één of twee keer per week gesport door de vrouwen die sporten. De vrouwen die deelnemen aan de fietslessen zien dat niet als sport en geven dan ook aan dat ze niet sporten. De sporten die beoefend worden zijn aerobics, fitness, hardlopen en wandelen en zwemmen.
6.2 Onderzoeksvragen Er zijn verschillende vragen aan de vrouwen gesteld. Om te beginnen zijn er bij de individuele interviews vragen gesteld over de leeftijd en afkomst. Daarna zijn er vragen gesteld over of ze sporten en zo ja, hoe vaak ze sporten. Ook is er gevraagd welke sporten ze doen en waar ze sporten. Als de vrouwen bij Vrouw en Vaart sporten is gevraagd wat de reden is dat ze daar sporten. Om erachter te komen of de vrouwen weten welke sportmogelijkheden er in de buurt zijn is er gevraagd of hun kinderen sporten en of ze wel eens komen kijken bij de sportlessen. Ook is er gevraagd welk sportaanbod ze in de buurt kennen. Hierbij is specifiek ook naar sportverenigingen gevraagd. Er is naar de motivatie om te sporten gevraagd. Ook is er gevraagd naar de belemmeringen die de vrouwen ervaren om te gaan sporten. Een andere vraag die gesteld is gaat over welke sporten de vrouwen graag zouden willen doen. Ook de vraag hoe vaak ze per week willen sporten is gesteld. Er is gevraagd hoeveel geld de vrouwen maximaal willen betalen om te kunnen sporten. Ook is er gevraagd naar de afstand die ze maximaal willen reizen en op welke manier de vrouwen bij de sportvereniging komen. Er is gevraagd op welk dagdeel de vrouwen het liefst sporten.
6.3 Resultaten Sporten is goed voor mijn gezondheid wordt als de belangrijkste reden benoemd om te gaan sporten. In figuur 6.2 zijn de procenten zichtbaar. De vrouwen willen een slank lichaam en zien sport als een goed middel om af te vallen. Bij de wandel- en hardloopgroepen wordt gezelligheid net zo vaak als reden om te sporten benoemd als de gezondheid. De meeste vrouwen geven aan dat ze zonder mannen willen sporten. Dit is de belangrijkste reden om niet te sporten. De sportactiviteiten die alleen voor vrouwen zijn, bijvoorbeeld damesfitness, wordt vaak te duur gevonden. Een andere reden die veel genoemd werd, is geen tijd hebben. In figuur 6.3 zijn de belangrijkste redenen om niet te sporten in percentages afgebeeld. De overige redenen zijn onder andere geen oppas kunnen vinden, niet goed Nederlands kunnen praten of niet weten welke sportmogelijkheden er voor alleen vrouwen zijn.
50
Belangrijkste redenen om te (gaan) sporten 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 Goed voor mijn gezondheid
Gezelligheid
Goed voor mijn Na sporten voel Sporten is leuk figuur ik mij fit
% van het aantal geïnterviewde vrouwen Figuur 6.2 Belangrijkste redenen om te (gaan) sporten (in procenten) Het totaal is boven de 100% vanwege de meerdere antwoordmogelijkheden per deelnemer.
Belangrijkste redenen om niet te sporten 40 35 30 25 20 15 10 5 0
% van het aantal geïnterviewde vrouwen Figuur 6.3 Belangrijkste redenen om niet te sporten Het totaal is boven de 100% vanwege de meerdere antwoordmogelijkheden per deelnemer.
De belangrijkste reden die de vrouwen opgeven waarom ze bij Vrouw en Vaart sporten of activiteiten volgen is vanwege de gezelligheid. Andere redenen die aangegeven worden zijn dichtbij, omdat ze graag willen leren fietsen, mensen ontmoeten, Nederlands praten, nieuwe dingen leren of omdat ze de lerares zo leuk vinden. De vrouwen die de lerares zo leuk vinden doelen op de lerares van aerobics. Het grootste deel van de vrouwen geeft aan te willen wandelen, hardlopen of zwemmen. Andere sporten die de vrouwen graag willen doen zijn aerobics, fietsen en fitness. De vrouwen die voor zwemmen of fietsen kiezen hebben het vaak over les. Een enkele vrouw kan al zwemmen of fietsen en wilt dit zelfstandig doen. In figuur 6.4 zijn de percentages van de sporten die de geïnterviewde
51
vrouwen het liefst willen sporten. De overige sporten die vermeld staan in figuur 6.4 zijn onder andere basketbal, volleybal, tennis of badminton en gymnastiek.
Sporten die de vrouwen willen doen 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
% van het aantal geïnterviewde vrouwen Figuur 6.4 Sporten die de geïnterviewde vrouwen het liefst willen doen (in procenten) Het totaal is boven de 100% vanwege de meerdere antwoordmogelijkheden per deelnemer.
De vrouwen willen het liefst twee keer per week sporten. Bijna alle vrouwen willen maximaal € 10 per maand betalen. Een deel geeft aan nog wel € 15 of € 20 per maand te willen betalen voor bijvoorbeeld zwemlessen. De vrouwen van de wandelgroep en bij buurthuiskamer Tante Ali geven aan maximaal € 1 of € 2 per keer te willen betalen. De meeste vrouwen willen niet langer dan vijf kilometer reizen. De vrouwen die met de auto komen willen nog iets langer reizen. De meeste vrouwen komen lopend naar de sportlessen. De vrouwen die fietsles volgen komen vaker met de auto. Sommige vrouwen hebben zelf een rijbewijs, andere vrouwen worden gebracht door hun man. Het beste moment van de dag om de sportlessen te geven is in de ochtend. In de middag is ook mogelijk zolang het binnen schooltijd is. Tijdens schooltijd hebben vrouwen met kinderen tijd voor zichzelf. Wanneer de sportlessen ’s avond of in het weekend zouden zijn, zijn zij met het huishouden en de familie bezig. De meeste vrouwen weten niet welke sportverenigingen er in de buurt zitten. Vaak weten ze wel waar de sportscholen waar alleen vrouwen sporten zijn. Zelfs wanneer de kinderen sporten weten ze de sportvereniging niet te noemen. Ze weten dan vaak alleen een straatnaam of hoe het gebouw heet, zoals sportcentrum Caland. De helft van de moeders gaat, als de kinderen al sporten, met de kinderen mee naar de sportlessen. De sportlessen die bij buurthuiskamers gegeven worden kennen ze vaak wel. Het probleem dat bij deze activiteiten benoemd wordt is de afwezigheid van een professionele trainer. Ze geven aan dat ze maar wat doen tijdens die activiteiten.
52
6.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - De vrouwen willen het liefst wandelen of hardlopen en zwemlessen volgen. - De vrouwen willen het liefst twee keer per week sporten. - De vrouwen willen niet meer dan € 10 per maand uitgeven. - De vrouwen willen niet langer dan 5 km reizen. Ze gaan vaak lopend naar de activiteiten. - De vrouwen willen in de ochtend sporten. Als dat niet mogelijk is in de middag tijdens de schooltijden. - De vrouwen geven aan dat sporten goed voor de gezondheid is. Dit is voor hun de belangrijkste reden om te sporten. - De vrouwen geven aan dat de belangrijkste reden om niet te sporten is, omdat ze geen mannen in de buurt willen hebben. - De vrouwen sporten bij Vrouw en Vaart vanwege de gezelligheid. - De vrouwen weten de sportverenigingen in de buurt niet te benoemen. Wel kunnen ze de locatie benoemen en kennen ze de sportlessen in de buurthuizen.
53
54
7. Behoefte sportverenigingen Is er binnen sportverenigingen behoefte aan een les voor beginnende allochtone vrouwen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is tijdens een bijeenkomst voor de sportverenigingen gevraagd of er behoefte is aan allochtone vrouwen bij de sportvereniging. Er is tijdens deze bijeenkomst met acht bestuursleden van sportverenigingen gesproken. De coördinator van de combinatiefunctionaris heeft dezelfde vraag aan de combinatiefunctionarissen in Amsterdam Nieuw-West gesteld. Hier kwamen vier reacties op. Met twee van deze verenigingen is contact geweest. Als laatste is er contact gezocht met de voorzitter van een zwemvereniging. In paragraaf 7.1 worden de sportverenigingen besproken en de werkwijze van dit onderzoek. De vragen die gesteld zijn aan de sportverenigingen staan in paragraaf 7.2. In paragraaf 7.3 staat de behoefte van de sportverenigingen beschreven. Om een advies te kunnen geven staan in paragraaf 7.4 bouwstenen voor het advies.
7.1 Sportverenigingen In Amsterdam Nieuw-West zijn verschillende sportparken met veel sportverenigingen aanwezig. Sportpark Ookmeer heeft een sportpark overleg met alle sportverenigingen die op het sportpark zitten. Tijdens dit overleg is gesproken met diverse sportverenigingen. Er is onder andere gesproken met verschillende voetbalverenigingen, de atletiekvereniging, de golfclub en de korfbalvereniging. Bij deze vergadering was van elke sportvereniging een bestuurslid aanwezig. Er is contact geweest met de coördinator van de combinatiefunctionarissen in Amsterdam NieuwWest. De coördinator heeft tijdens een overleg met de combinatiefunctionarissen de vraag voorgelegd of er behoefte is aan volwassen allochtone deelneemsters. Hij heeft dit vervolgens teruggekoppeld. Na de eerste keer kwam er weinig respons. Hij heeft het vervolgens nog een paar keer aan de combinatiefunctionarissen gevraagd. SV West, beachvolleybalvereniging Beeveestrand, zaalvoetbalvereniging Os Lusitanos en Tafeltennisvereniging Amsterdam hebben aangegeven interesse te hebben in damesgroepen of al bestaande damesgroepen te hebben. Naar aanleiding van deze informatie is er contact gezocht met een bestuurslid van SV West. Zij bieden volleybal- en gymnastieklessen aan. Met Os Lusitanos was er al contact. Doordat veel vrouwen aangeven zwemlessen te willen krijgen, is er contact gezocht met zwemvereniging Atlantis. Zij bieden zwemlessen voor vrouwen aan. Bij zwemvereniging Atlantis is contact geweest met de voorzitter.
7.2 Onderzoeksvragen Om erachter te komen wat de behoeften van de sportverenigingen zijn, zijn er verschillende vragen gesteld. Als eerste is gevraagd of de vereniging ervaring heeft met allochtone vrouwen. Vervolgens is gevraagd of er behoefte is aan allochtone vrouwen. Ook is er gevraagd of het mogelijk is om een sportles overdag te geven voor vrouwen met een vrouwelijke trainster. Er is gevraagd naar een mogelijkheid om de contributie voor de vrouwen aan te passen. Bij iedere sportvereniging zijn andere vragen gesteld. Dit komt door de verschillende mogelijkheden bij de sportverenigingen. 55
Wanneer de sportverenigingen geen plek hadden om extra lessen aan te bieden is er niet verder gevraagd naar de andere mogelijkheden.
7.3 Resultaten De meeste sportverenigingen geven aan dat het al moeilijk is om de allochtone jeugd uit de wijk naar de sportvereniging te krijgen. De meeste verenigingen geven aan dat ze veel gedaan hebben om de jeugd binnen te krijgen. Er zijn onder andere activiteiten in de wijk en op scholen georganiseerd. De bedoeling was dat de kinderen een aantal lessen op school of in de wijk kregen en vervolgens door zouden stromen naar de vereniging. Tijdens het overleg van Sportpark Ookmeer gaf één vereniging aan geïnteresseerd te zijn in de doelgroep, de golfclub. Vanuit de combinatiefunctionarissen is interesse getoond door een tafeltennisvereniging, een volleybal- en gymnastiekvereniging, een beachvolleybalvereniging en een zaalvoetbalvereniging. Met de zaalvoetbalvereniging zijn afspraken gemaakt en gaat er een groep meiden beginnen. Deze les wordt opgezet vanuit de Buurtsportlaan. De financiering en de locatie kan vanuit de Buurtsportlaan geregeld worden. De trainster komt vanuit de zaalvoetbalvereniging. Een volleybal- en gymnastiekvereniging gaf aan dat er al aparte vrouwenlessen zijn. De deelneemsters van Vrouw en Vaart kunnen hierbij aansluiten. Als er een groep vanuit Vrouw en Vaart wil beginnen is het mogelijk om een aparte les te verzorgen. De contributie kan niet aangepast worden. Er is contact geweest met zwemverenigingen in het Sloterparkbad. Er wordt elke zondag zwemles voor vrouwen aangeboden. Tijdens de zwemles zijn alle ramen geblindeerd en er zijn alleen vrouwen aanwezig. Het lesgeld is € 330 per jaar. Dit bedrag moet in maximaal twee keer betaald worden en binnen twee maanden na de start van het jaar. Het lesgeld kan niet omlaag en het kan ook niet in meerdere termijnen betaald worden. De golfclub op sportpark Ookmeer geeft aan dat extra leden altijd welkom zijn. Ook allochtone vrouwen zijn welkom bij de club. De atletiekvereniging op sportpark Ookmeer heeft overdag een loopgroep voor vrouwen. De voorzitter geeft aan dat deze groep nogal gesloten is voor nieuwe leden. Wel loopt er een sportimpuls-project bij Amsterdam atletiek, Work2move. Work2move geeft hardlooptrainingen voor mensen die werkzoekend zijn. Tijdens een traject van 14 weken worden er hardlooptrainingen aangeboden. Daarnaast hebben de deelnemers een onlinecoach. Voor en na afloop van het traject wordt er een gezondheidstest gedaan. Na contact met de projectleider van Work2move zijn er twee groepen gestart in samenwerking met Vrouw en Vaart. De trainingen worden gratis aangeboden.
56
7.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: - Op sportpark Ookmeer hebben de golfclub en de atletiekvereniging interesse in allochtone vrouwen als lid. - Een tafeltennisvereniging, volleybal- en gymnastiekvereniging, een beachvolleybalvereniging en een zaalvoetbalvereniging geeft aan les te geven aan vrouwengroepen of les te willen geven. - De zwemvereniging biedt zwemlessen voor vrouwen aan. De contributie hiervan kan niet verlaagd worden. - Vrouw en Vaart start in samenwerking met een zaalvoetbalvereniging een meidengroep op. - Vrouw en Vaart heeft In samenwerking met Work2move vanuit Amsterdam Atletiek twee loopgroepen opgestart.
57
58
8. Advies doorstroom van vrouwen naar sportverenigingen in paragraaf 8.1 van dit hoofdstuk worden de bouwstenen uit de voorgaande hoofdstukken samengevoegd. In paragraaf 8.2 staan de adviezen voor Vrouw en Vaart. Met deze adviezen wordt de vraagstelling beantwoord: Hoe kan Vrouw en Vaart de doorstroom van deelnemers aan sportactiviteiten naar de sportverenigingen verbeteren?
8.1 Bouwstenen samengevoegd Uit landelijke cijfers blijkt dat niet-westerse vrouwen in Nederland minder sporten dan de autochtone Nederlanders en dan mannen. De sporten die niet-westerse vrouwen graag beoefenen zijn fitness, aerobics, gymnastiek, turnen, zwemmen en wandelsport. Niet-westerse vrouwen zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan de autochtone Nederlanders en de Westerse vrouwen. De belangrijkste reden om te sporten is omdat ze hun conditie willen verbeteren. Islamitische vrouwen sporten vanwege religieuze redenen niet samen met mannen en ook de kledingvoorschriften zijn moeilijk te combineren met sport. De projecten bij de good practises hebben verschillende manieren ingezet om allochtone mensen bij sportverenigingen te betrekken. Per project kunnen verschillende succesfactoren genoemd worden. Bij Meedoen alle jeugd door sport waren dit de samenwerking tussen de vereniging, gemeenten en bonden, gebruik maken van een verenigingsondersteuner om de sportvereniging te professionaliseren, het organiseren van kennismakingsactiviteiten in de wijk, flexibele lidmaatschappen aanbieden en de sport aanpassen aan de doelgroep. De succesfactoren bij Duizend en één kracht zijn het aanstellen van een allochtone projectleider, communicatiemiddelen met daarop een foto van een sportende vrouw met hoofddoek en persoonlijke begeleiding voor de vrijwilligers. Bij Sportclub als buurthuis van de toekomst zijn de volgende succesfactoren ingezet: activiteiten inzetten als sociaal bindmiddel van de wijk, het sportaanbod aanpassen aan de doelgroep, sporten in een veilige en vertrouwde omgeving en maatschappelijke activiteiten aanbieden bij de sportvereniging. De geïnterviewde vrouwen bij Vrouw en Vaart geven aan dat ze graag willen hardlopen, wandelen en zwemmen. Vrouw en Vaart biedt in samenwerking met Work2move wandelen en hardlopen aan in de wijk. Vrouw en Vaart heeft zelf ook meerdere wandel- en hardloopgroepen. Zwemlessen worden nog niet aangeboden vanuit Vrouw en Vaart. De vrouwen bij Vrouw en Vaart geven aan dat ze sporten omdat het goed is voor hun gezondheid. De belangrijkste reden waarom ze bij Vrouw en Vaart sporten is vanwege de gezelligheid. De belangrijkste reden voor de meeste vrouwen om niet te sporten is vaak omdat er geen sportlessen worden aangeboden voor alleen vrouwen. De vrouwen geven aan dat ze twee keer per week willen sporten. De meeste vrouwen kunnen alleen in de ochtend sporten. De meesten gaan lopend naar de sportlocatie, vandaar dat de afstand tot de locatie niet langer dan 5 km mag zijn. Voor de sportactiviteiten willen ze niet meer dan €10 per maand betalen. De vrouwen kunnen vaak de contributie van een sportvereniging niet betalen. Op het moment dat de vrouwen iets leren, zoals zwemmen of fietsen, willen ze hier iets meer voor betalen.
59
Toch blijft de contributie van de zwemlessen die door zwemvereniging Atlantis worden aangeboden te hoog. De zwemvereniging kan de contributie niet aanpassen. De golfclub en de atletiekvereniging die op sportpark Ookmeer zitten, hebben interesse in vrouwelijke leden. De atletiekvereniging is vooral geïnteresseerd in deelnemers voor het project Work2Move. Ook een tafeltennisvereniging, volleybal- en gymnastiekvereniging, een beachvolleybalvereniging en een zaalvoetbalvereniging in Amsterdam Nieuw-West geven aan les aan vrouwengroepen te geven en hier nieuwe leden bij te kunnen plaatsen. De vrouwen die bij Vrouw en Vaart sporten zijn welkom bij deze sportverenigingen. In Amsterdam Nieuw-West zijn er buiten de sportverenigingen die hebben aangegeven om extra vrouwelijke leden les te kunnen geven ook 28 andere sportverenigingen met vrouwengroepen. Deze zitten vooral op de vijf sportparken.
8.2 Adviezen Bied introductielessen in de wijk aan Vrouw en Vaart kan in samenwerking met sportverenigingen introductielessen in de wijk aanbieden. De vrouwen maken op deze manier kennis met de sport en de trainer. De stap naar een sportvereniging wordt hierdoor kleiner. De introductielessen kunnen bijvoorbeeld bij de buurthuiskamers of scholen worden gegeven. Op het moment dat er afspraken worden gemaakt over het geven van de lessen in de wijk, is het belangrijk om ook afspraken over het vervolg te maken. In eerste instantie is het goed om de verenigingen hierbij te betrekken die aangegeven hebben geïnteresseerd te zijn in de doelgroep. Vervolgens kunnen er ook afspraken met de 28 andere sportverenigingen die vrouwengroepen hebben gemaakt worden. De introductielessen worden in de wijk aangeboden om de reisafstand te verkleinen. Wanneer de sportvereniging niet geïnteresseerd is om de les te geven, kan Vrouw en Vaart zelf de introductielessen opstarten en in een later stadium de sportvereniging erbij betrekken. Laat sportverenigingen een introductieles geven bij Vrouw en Vaart Sportverenigingen kunnen een introductieles geven bij bestaande activiteiten in Vrouw en Vaart. Dit hoeft niet per se bij een sport- en beweegactiviteit te zijn. De vrouwen maken kennis met de sport en de trainer. Vrouw en Vaart moet met de sportvereniging goede afspraken maken over het vervolgtraject naar de sportvereniging. In het begin kunnen de sportverenigingen die aangegeven hebben om les te willen geven aan deze doelgroep worden benaderd. Vervolgens kunnen ook de 28 andere sportverenigingen gevraagd worden om deze lessen te geven. Pas de sportlessen aan de doelgroep aan De sportlessen moeten geschikt zijn voor de vrouwen. De training moet laagdrempelig aangeboden worden. Dit kan door de intensiteit van de training laag te houden en de oefeningen simpel te laten beginnen. Op het moment dat de vrouwen vaker meegedaan hebben kan de intensiteit en de moeilijkheid van de oefeningen verhoogd worden. Ook zal de trainer rekening moeten houden met de kleding van de vrouwen. Stel een allochtone instructrice aan De stap om te gaan sporten is voor de meeste allochtone vrouwen kleiner als een allochtone trainster voor de groep staat. De taalbarrière verdwijnt hiermee en de cultuurverschillen zijn minder 60
groot. De trainster weet waar ze rekening mee moet houden bij het geven van een training aan allochtone vrouwen. Bied maatschappelijke activiteiten bij de sportvereniging aan Bij de sportverenigingen zouden maatschappelijke activiteiten georganiseerd kunnen worden. Er kan bijvoorbeeld Nederlandse taalles voor moeders aangeboden worden terwijl kinderen sporten bij de verenigingen. Vrouw en Vaart kan deze lessen verzorgen. Op deze manier maken de vrouwen kennis met het verenigingsleven en is de stap om mee te doen met een bestaande activiteit kleiner. Bied betaalbare en flexibele lidmaatschappen aan Om de vrouwen bij de sportverenigingen of bij Vrouw en Vaart te laten sporten is het belangrijk om betaalbare en flexibele lidmaatschappen aan te bieden. Vrouw en Vaart kan met de sportverenigingen afspraken maken over de lidmaatschappen. Voor de vrouwen is het makkelijker om een strippenkaart te kopen of per keer te betalen. Ook korting op het lidmaatschap in ruil voor vrijwilligerswerk is een optie voor de vrouwen. Voor de vrouwen die vrijwilligerswerk gaan doen is dan wel goede begeleiding nodig. Bied sport- en beweegactiviteiten in de ochtend aan De vrouwen geven aan om sport- en beweegactiviteiten op een doordeweekse dag in de ochtend te willen doen. Dat is voor de meeste vrouwen het beste moment om mee te kunnen doen. ’s Avonds en in het weekend kunnen de vrouwen niet. Dan zorgen ze voor hun gezin. Start zwemlessen Vrouw en Vaart kan in samenwerking met zwemvereniging Atlantis kijken wat de mogelijkheden zijn om de vrouwen deel te laten nemen aan zwemlessen. Voor zwemvereniging Atlantis is het belangrijk dat er extra financiering komt. Hierdoor kunnen de contributies voor de vrouwen worden aangepast. Om extra financiering te krijgen kan een subsidie worden aangevraagd of een fonds worden aangeschreven. Bij de zwemlessen is het belangrijk dat er geen mannen aanwezig zijn en dat de
vrouwen in een afgesloten ruimte les krijgen.
61
62
Literatuurlijst Breedveld, K. & Kamphuis, C. & Tiessen-Raaphorst, A. (2008). Rapportage Sport 2008. http://www.scp.nl/Publicaties/Terugkerende_monitors_en_reeksen/Rapportage_sport Brouwer, S. Westerhof, W. (2011). Duizend en één kracht. http://beheer.nisb.nl/cogito/modules/uploads/docs/54081415624613.pdf Burgwal, B. van de (2011). Sportmonitor 2010. http://www.amersfoort.nl/4/feitenencijfers/Publicatiesonderzoek/Sport,-Cultuur-enRecreatie/Vrijetijdsmonitor-2010.html De Sportbank (2011). De maatschappelijke meerwaarde van de sportvereniging. De Sportbank De Sportbank (z.d.). Uitleg meetinstrumenten. De Sportbank Dool, R. van den, Elling, A. & Hoekman, R. (2009). Sportersmonitor 2008. http://www.valuenetwork.org.uk/Documents%20for%20Website/Bibliog%20docs/Sportersm onitor%202008.pdf Elling, A. (2005). Het zwembad. In: Hoving, I., Dibbits, H. & Schrover, M. Veranderingen van het alledaagse 1950-2000. https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=3162&m=1422883305&action=file.downlo ad Elling, A., Jong, M. de & Wisse, E. (2010). ‘We zijn nog wel een beetje zoekende’. http://www.mulierinstituut.nl/publicaties/publicatie-detail.html?publication_id=12010 Elling, A. & Kemper, F. (red.) (2011). ‘Het kost veel tijd en je wordt er moe van’. Arko Sports Media Gemeente Amsterdam Nieuw-West (2015). Adressen sportverenigingen 2015. http://www.nieuwwest.amsterdam.nl/vrije_tijd_en_sport/sport/adressen/ Gemeente Amsterdam Nieuw-West (2015). Programma Sport Nieuw-West januari t/m juni 2015. Gemeente Amsterdam Nieuw-West (2015). Sportparken. http://www.nieuwwest.amsterdam.nl/vrije_tijd_en_sport/sport/sportparken/ Hoekman, R. & Elling, A. & Roest, J. van der & Rens, F van (2011). Opbrengsten van Meedoen. http://kic.nisb.nl/site/catalogus/show/11987 Lajlufi, H & Boer, H. de (2015). Rapportage BiB 2012/2013. Vrouw en Vaart Lajlufi, H & Boer, H. de (2015). Rapportage BiB 2014. Vrouw en Vaart Ruigrok, S. (2014). Paper Sport and community development. Schenk (2014). Handleiding Sportclub als Buurthuis van de Toekomst. De Sportbank Stelten, R., Greven, J. & Bosveld, W. (2013). Sportmonitor 2013. www.o.s.amsterdam.nl Tiessen-Raaphorst, A. (2015). Rapportage sport 2014. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2015/Rapportage_Sport_2014 Tiessen-Raaphorst, A., Dool, R. van & Vogels, R. (2014). Uitstappers en doorzetters. http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2014/Uitstappers_en_doorzetter s Vrouw en Vaart (2012). Van plusvoorziening naar basisvoorziening. Vrouw en Vaart. Westerhof, W., Palen, L. van de, Beck, R., Crevel, S., Buiting, B., Takken, K., Mooij, A. de & Hoedemaker, C. (2011). Leren van Meedoen. NISB Westerhof, W., Felkers, I., Elling, A. & Luijt, R. (2008). Club zoekt kleur!. NISB Wijngaarden, M. (2011). Meedoen met Meedoen. http://www.nocnsf.nl/meedoen
63
64
Bijlage 1: Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West In hoofdstuk 3 wordt naar onderstaande tabellen verwezen. In deze tabellen staan de sportverenigingen die in de sportparken en overige locaties aangeboden worden. Per sportvereniging staat aangegeven of er aparte vrouwengroepen zijn. Tabel 3.1 Sportverenigingen Sportpark de Eendracht Sport Sportvereniging American footbal Amsterdam Panthers Beachvolleybal, footvolley BeeVeeStrand Bodyfit (aerobics en steppen) Bodyfit Bowls A.B.C. Aristos Cricket Qui Vive Handbal Aristos Hardlopen Sportclub de Eendracht Kaatsen Kaatsclub Amsterdam Klimmen Project Adventures Rugby AAC Rugby A.S.R.V. Ascrum Tennis TV Geuzenveld Voetbal A.S.V. de Germaan Voetbal Real United Voetbal S.C. Eendrach’82 Voetbal S.C. Fenerbahce Voetbal S.V. Nieuw-West Voetbal S.V. Parkstad Voetbal Urban voetbalschool Zaalvoetbal Os Lusitanos
Vrouwengroepen Nee Nee Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Tabel 3.2 Sportverenigingen op Sportpark Ookmeer Sport Sportvereniging Atletiek AAC Badminton Energia Basketbal AMVJ Amsterdam Bergsport NKBV Bowls Bowlsclub Osdorp Golf Golfclub Ookmeer Golf Golschool Vasco Tilon Handbal SV Heracles Handboog schieten Concordia Honkbal, softbal Amsterdam Pirates Korfbal CKV MIK Korfbal Rohda Outdoor en BMX Griffioen outdoor Paardensport Manage Geuzeneiland Paardensport Manage Vredeshoeve Tennis TV Osdorp Turnen (trampolines) Bounz Turnen/gymnastiek GTV de Badhoeve
Vrouwengroepen Nee ? Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee
65
Vervolg tabel 3.2 Sportverenigingen op Sportpark Ookmeer Sport Sportvereniging Turnen Turning Spirit Voetbal AGB Voetbal A.V.V. Z.S.G.O.W.M.S. Voetbal Cvv Vlug en Vaardig Voetbal Damsko Footbal Academy Voetbal Devo ‘58 Voetbal OSC Amsterdam Voetbal R.k.s.v. D.C.G. Tabel 3.3 Sportverenigingen op Sportpark Sloten Sporten Sportverenigingen American Football en Flag Amsterdam Crusaders Football Baanwielrennen Amsterdamse Baanwielerschool Baanwielrennen Het Velodrome Dansen M-dance Golf Golfclub Sloten Handbal D.S.G. Hardlopen, sportief wandelen Running club Amsterdam en nordic walking Honkbal, softbal, beeball en g- AHC Quick honkbal Turnen Turnace Voetbal FC Blauw-Wit Amsterdam Voetbal FC Portugal Voetbal SV Nieuw Sloten Voetbal VV de Beursbengels Wielrennen en toerfietsen A.S.C. Olympia Wielrennen en toerfietsen RTC Olympia Wielrennen en toerfietsen Wielervereniging Amsterdam
Vrouwengroepen Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja
Vrouwengroepen Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee
Tabel 3.4 Sportverenigingen op Sportpark Spieringhorn Sporten Sportverenigingen Hockey AMHC Westerpark Voetbal AFC - DWS Voetbal ASC SDW Voetbal A.S.V. Giram
Vrouwengroepen Ja Nee Nee Ja
Tabel 3.5 Sportvereniging op Sportpark Riekerhaven Sporten Sportverenigingen Handbal Westsite Voetbal FC Chabab Voetbal Seref spor Watersport Onklaar Anker Windsurfen Amsterdam Windsurfing
Vrouwengroepen Ja Nee ? Nee Nee
66
Tabel 3.5 Sportverenigingen in Sportcentrum Caland Sporten Sportverenigingen Aikido Aikikai Aikido Aikido Ki-Aikido Development Federation Basketbal Anoeta Basketbal Harlem Lakers Gymnastiek/turnen FDO Gymnastiek/turnen West! Handbal DSG Handbal Westside Judo Tenkaichi Karate Karateschool Fightin’ Nabil Kickboksen Ajuau & Etta Gym Kickboksen Martial Arts Amsterdam Korfbal AKC Rohda Korfbal CKV Mik Taekwondo Cobra Taekwondo José Taekwondo Academy Taekwondo Martial Arts Holland Tafeltennis Patrios Volleybal West! Wing Tshung Wing Tshung Kungfu Tabel 3.6 Overige Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West Sporten Sportverenigingen Aerobics, ballet, etc. Sijavo Aikido/karate/tai ki ken Shin-shinbuken Badminton Badmintonvereniging Slotermeer Boksen/kickboksen/thaiboksen Ajuau Etta Gym Duiken Duikvereniging O.J.C. Amsterdam Duiken Duikteam Manta Fitness Asena Sports Fitness Ontspannings VerenigingSlotervaart Hockey SBHC Xenios Jeu de Boules Les Bohémiens de Pétanque Judo Judo Academie Amsterdam Judo Judo Yushi Judo Toradoshi Kano Kanovereniging Sloterplas Karate Stichting Budo Lifestyle Kickboksen Kick- en Thaiboksdojo Amsterdam Kickboksen/taekwondo Martial Arts Health Sports Taekwondo Kickboksen/taekwondo Martial Arts Taekwondo Amsterdam Kickboksen/Muay thai Samurai Sports
Vrouwengroepen ? Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee ? Nee Nee ? Nee Nee Nee Nee
Vrouwengroepen Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja ? ? Ja 67
Vervolg Tabel 3.6 Overige Sportverenigingen in Amsterdam Nieuw-West Sporten Sportverenigingen Vrouwengroepen Kickboksen Sportvereniging v.d. Vathorst Nee Kung fu Golden Dragon ? Kung fu Kenkungfu ? Kung fu Ngok Fei Kung-Fu school Nee Paardensport Manege de Ruif Nee Pencak Silat Sile Tuo ? Schoonspringen Zwemvereniging de Dolfijn ? Squash Squashvereniging Amsterdam Nee Tafeltennis TTV Amsterdam 78 Nee Tennis ATC Slotervaart Nee Turnen/gymnastiek C.G.V. Vlug en Vaardig Osdorp Ja Turnen/gymnastiek Gymnastiekvereniging Arma Ja Turnen/gymnastiek Gymnastiekvereniging F.D.O. Nee Turnen/gymnastiek GV DOS Nee Watersport Watersportcentrum de Nee Duikelaar Watersport Watersportcentrum Sloterplas Nee Wing-Chun Associatie Wing-Chun Kung-Fu Nee
68
Bijlage 2: Tabellen sportdeelname van allochtone vrouwen Figuur 4.1 Frequentie van sporten naar geslacht, vanaf 25 jaar, 2012 (in procenten)
Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
Tabel 4.3 Sportdeelname naar afkomst, sport tenminste één keer per maand, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Autochtoon Totaal Niet-westerse migranten TMSA Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Totaal 63 47 32 45 57 55 1e generatie 40 24 37 52 50 e 2 generatie 62 50 62 67 69 Opleidingsniveaua - Laag 42 32 22 30 43 42 - Middelbaar 62 49 31 49 57 54 - Hoog 78 64 42 68 69 66 b Inkomen - Laag 45 34 28 27 45 36 - Midden 48 36 22 38 48 44 - Hoog 69 60 43 57 62 68 Ervaren gezondheid - Goed 69 54 38 51 63 61 - Slecht 44 28 17 24 39 35 a. Verdeling opleidingsniveau: laag = bao, vbo, mavo, middelbaar = havo, vwo, mbo, hoog = hbo, wo b. Verdeling inkomen: laag = tot € 1.000 per maand, midden = € 1.000 = € 2.500, hoog = € 2.500 of meer Bron: Vogels, 2014
69
Tabel 4.7 Sportdeelname van Amsterdammers naar afkomst, 2009 en 2013 (in procenten) 2009 2013 < 18 18+ Totaal <18 18+ Totaal Surinaams/ 71 54 57 73 55 57 Antilliaans Turks/ 59 44 47 66 41 46 Marokkaans Overig niet74 55 59 75 58 61 westers Westerse 83 59 62 86 68 70 allochtonen Autochtonen 89 66 68 94 76 78 e 1 generatie 69 50 51 allochtonen 2e generatie 73 61 65 allochtonen Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Tabel 4.9 Moment van sporten over een week, 12 tot en met 79 jaar, 2011 (in procenten) Door de week, Door de week Weekend (vrijdag 18 overdag (7-18 uur) avond/nacht (zondag- uur – zondag 18 uur) donderdag 18-7 uur) Totaal 34 35 30 Geslacht * - Man 32 34 34 - Vrouw 37 37 26 Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
Tabel 4.10 Deelname aan type sport naar afkomst en geslacht, 15 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Autochtoon Totaal Niet-westerse migranten TMSA Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Individuele 49 36 22 33 47 43 sporten - Man 46 36 24 33 50 41 - Vrouw 54 36 20 33 44 45 Duosporten 12 6 2 4 8 8 - Man 15 8 4 7 11 11 - Vrouw 9 3 1 2 5 4 Teamsporten 11 13 12 14 12 13 - Man 19 23 22 26 22 23 - Vrouw 4 2 1 1 3 4 Bron: Vogels, 2014
Tabel 4.15 Gezelschap bij sportdeelname, 12 tot 80 jaar, 2011 (in procenten) Totaal Man Alleen 36 37 Gezinsleden 14 14 Kennissen 43 45 Familie en kennissen 6 5
Vrouw 35 15 42 8
Bron: Tiessen-Raaphorst, 2015
70
Tabel 4.22 Percentage lidmaatschap van sportverenigingen naar geslacht, 2013 Brede definitie lidmaatschap Actief lidmaatschap <18 18+ Totaal <18 18+ Man 63 26 31 61 17 Vrouw 48 18 21 43 12
Totaal 23 15
Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Tabel 4.25 Lidmaatschap van een sportvereniging naar afkomst, (in procenten) Brede definitie lidmaatschap Actief lidmaatschap <18 18+ Totaal <18 18+ Surinaams / 43 16 20 43 13 Antilliaans Turks / 32 9 14 30 8 Marokkaans Overig niet45 17 21 41 10 westers Westerse 64 24 28 60 15 allochtonen Autochtonen 79 27 32 74 18
Totaal 17 13 15 20 23
Bron: Selten, Greven & Bosveld, 2013
Tabel 4.26 Redenen niet/weinig sporten van niet-sporters, 5 tot 80 jaar, 2008 (in procenten) Totaal Man Vrouw Geen tijd vanwege werk/gezin 26 29 23 Laat gezondheid niet toe 24 20 28 Heeft voldoende beweging 23 23 22 Eigenlijk onbekend, geen gewoonte 20 23 18 Andere bezigheden leuker 19 20 18 Te duur 17 13 20 Voor sporten ben ik te oud 10 12 8 Ik kan niet goed sporten 9 9 10 Vind sporten niet nodig 9 10 8 Kent geen mensen om mee te sporten 9 9 9 Weet niet welke sport past 6 7 5 Reistijd naar sportgelegenheid te lang 3 3 3 Ziet tegen leren kennen nieuwe 3 3 2 mensen op Ziet tegen leren (nieuwe) sport op 2 1 2 Kent mogelijkheden in omgeving niet 1 2 0 goed Zwangerschap 1 2 Anders 2 2 1 Bron: Van den Dool, Elling & Hoekman, 2009
71
72
Bijlage 3: Interviewvragen deelneemsters Vrouw en Vaart Onderstaande vragen waren een leidraad voor het gesprek. Er zitten antwoordmogelijkheden bij de vragen. De antwoordmogelijkheden zijn tijdens sommige interviews als voorbeeld gebruikt. Dit was nodig als de geïnterviewde de vraag niet begreep. De antwoordmogelijkheden zijn er neergezet uit eerdere interviews en waarschijnlijke antwoordmogelijkheden. 1. 2. 3. 4.
5. 6.
7. 8. 9.
10.
11.
12. 13.
14.
Naam Leeftijd Geboorteland Doet u aan sporten of bewegen? a. Ja b. Nee Hoe vaak sport of beweegt u gemiddeld per week? Welke sport doet u? a. Fitness b. Wandelen/hardlopen c. Aerobics d. Fietsen Waar sport u? Waarom sport u bij Vrouw en Vaart? Wat vind u belangrijk aan sport en bewegen? a. Sporten is goed voor mijn conditie/gezondheid b. Sporten vind ik gezellig c. Sporten is goed voor mijn figuur d. Met sporten verbeter ik mijn prestaties e. Na sporten voel ik mij fit Sporten uw kinderen? a. Ja b. Nee Wat voor sport doen uw kinderen? a. Fitness b. Schoolsport c. Voetbal d. Vechtsporten e. Zwemmen Waar sporten uw kinderen? Gaat u met uw kinderen mee als ze sporten? a. Ja b. Nee Waarom sport u niet of welke belemmeringen heeft u om te gaan sporten? a. Ik ervaar geen belemmeringen b. Ik vind sporten te duur c. Ik heb geen tijd om te sporten d. Ik moet er te lang of te ver voor reizen 73
15.
16. 17.
18.
19.
20.
21.
e. Ik wil zonder mannen sporten f. Ik heb vaak pijn tijdens het sporten g. Ik kan geen oppas voor mijn kinderen vinden Welke sport- of beweegactiviteit zou u willen doen? a. Aerobics b. Dansen c. Fitness d. Hardlopen/wandelen e. Tennis f. Volleybal g. Zwemmen Hoe vaak per week zou u het liefst willen sporten? Hoeveel wilt u maximaal per maand betalen voor de sport- en beweegactiviteiten? a. € 0 - € 10 per maand b. € 10 - € 15 per maand c. € 15 - € 20 per maand d. € 20 of meer per maand Hoe ver zou u willen reizen tot de sportlocatie? a. 0 – 5 km b. 5 – 10 km c. 10 – 15 km d. 15 km of meer Hoe gaat u naar de locatie? a. Lopend b. Fiets c. Auto d. Openbaar vervoer Op welk moment sport u het liefst? a. Ochtend b. Middag c. Avond d. In het weekend Welke sportverenigingen kent u in de buurt?
74