VRIJHANDELSOPTIEK Zesde Jaargang | Week 09 2010 | 01-03-2010 | Pagina 1
Wake up call uurbalancering Concept toegangsregels Britned gepubliceerd Consumentenbond start met on-line energieprijsvergelijk 2009: goed jaar voor inzet van waardeloze stroom Utrecht 2040 gaat mee in hype
Wake up call uurbalancering In de maanden februari en maart dit jaar organiseert GTS diverse bijeenkomsten om proces en functionele ontwerpers voor te lichten over de systeemwijzigingen die op stapel staan. Deze bijeenkomsten zijn hard nodig zijn want de voorgenomen systematiek is uiterst gecompliceerd. De kans is daardoor groot dat essentiële aspecten gemist worden door ontwerpers die zich beperken tot het bestuderen van de 250 pagina's met procesbeschrijvingen die horen bij het nieuwe systeem. De bijeenkomsten kunnen daarom worden gezien als een wake up call en dat niet alleen voor de ontwerpers van IT-systemen. Met nog ruim een jaar te gaan tot de beoogde startdatum van april 2011, doen alle betrokkenen er goed aan zich nog eenmaal te bezinnen over nut en noodzaak van het beoogde systeem. Dit systeem is namelijk dermate ingewikkeld dat het waarschijnlijk over enkele jaren wederom een ander systeem nodig is. Nederland heeft niet bepaald een gelukkige hand in het ontwerpen van duurzame tariefsystemen voor het transport van aardgas. De systemen die de afgelopen 10 jaren van toepassing zijn geweest kenmerken zich door een korte levensduur en een hoge mate van complexiteit. Bij aanvang van de liberalisering was een commodity diensten systeem van toepassing waarbij derden een grote afhankelijkheid ondervonden van de destijds nog geïntegreerde leverancier en transporteur Gasunie. Dit systeem maakte plaats voor een trajectenstelstel waarbij transport van knooppunt naar knooppunt afzonderlijk moest worden gecontracteerd. Dit welhaast onmogelijke systeem werd vervangen door een entry/exit systeem, echter met een tijdsvertraging van twee uur tussen entry en exit, behalve op zogenaamde incentive dagen waarop entry en exit op uurbasis in balans moeten zijn. Mochten systeemontwerpers er al in zijn geslaagd goede programma's te schrijven voor de vigerende marktmodellen, dan nog hebben de meeste shippers
daar weinig baat bij vanwege het ontbreken van goede stuurinformatie. In dat opzicht lijkt het voorgenomen regime wel tot een verbetering te leiden. De vraag is wel of de systeemontwerpers overweg kunnen met de vele variabelen die GTS heeft ingebouwd om controle over de systeembalans te kunnen houden. Zo worden de dempingsformule en de zones donker groen, licht groen en oranje, de dag vooruit aan de actuele verwachtingen aangepast. Daarbij blijft het echter niet. Ook de prikkelcomponent en een 'call correction factor' hangen de PVpartijen boven het hoofd. Te vrezen valt dat het voorgenomen systeem zo topzwaar aan controlemogelijkheden is, dat het al snel aan vervanging toe is. Het ligt namelijk in de lijn der verwachting dat PV-partijen op zoek zullen gaan naar eenvoudige en veilige manieren om met de vele stelschroeven van het systeem uit de voeten te kunnen. Als bijvoorbeeld hoge eisen aan gasprogramma's worden gesteld met vergaande consequenties bij onvolkomenheden in de gasprogramma's, dan zullen PV-partijen in eerste instantie slechts pseudo programma's indienen. Met de werkelijke gasstromen hebben zulke pseudo programma's dan weinig van doen. Ze dienen louter om de rechten van de PV-partij op bijvoorbeeld de demping veilig te stellen en om tijd te winnen totdat de echte informatie voldoende gecontroleerd is. Als wijziging op het oorspronkelijke (pseudo) programma gaat dan op het laatste moment alsnog de correcte informatie naar GTS. GTS berekent in dat geval de beschikbare ruimte voor demping op basis van irrelevante informatie en kan de demping niet meer aanpassen nadat wel de correcte informatie is ontvangen. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat GTS op deze situaties zal reageren door steeds minder demping aan de marktpartijen ter beschikking te stellen. Het nieuwe systeem is rigide en ingewikkeld. Het is de vraag of GTS wel voldoende middelen heeft om de hierboven beschreven ‘pseudo effecten’ te managen, waarbij de markt mag hopen dat de stelschroeven nooit uigesteld raken. Zo ver hoeft het echter niet te komen. De nog resterende tijd kan worden benut om het ontwerp te vereenvoudigen. Niemand zit er op te wachten om over enkele jaren wederom veel geld en energie te moeten steken in de zoveelste ingrijpende systeemwijziging in luttele jaren tijd. Concept toegangsregels Britned gepubliceerd De NMa heeft de veilingregels gepubliceerd die Britned wil gaan hanteren. De 1000 MW kabel tussen Nederland en Brittannië wordt volgens planning eind dit jaar getest en in 2011 commercieel in gebruik genomen. Dat houdt in dat klanten van Britned toegang tot de transportcapaciteit van de kabel kunnen krijgen via een
Alle rechten voorbehouden. © 2009 SLEA BV. Het auteursrecht van deze uitgave berust bij SLEA. Informatie:
[email protected]; www.slea.nl; tel 033-4690435 Deze publicatie wordt mede mogelijk gemaakt door VOEG. De inhoud hoeft echter niet over een te stemmen met de standpunten van VOEG en/of individuele leden van VOEG. SLEA BV besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze publicatie. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. SLEA BV noch VOEG kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Verspreiding of doorgeleiding van deze informatie op welke manier dan ook is verboden.
VRIJHANDELSOPTIEK Zesde Jaargang | Week 09 2010 | 01-03-2010 | Pagina 2 combinatie van impliciete veilingen en expliciete veilingen. Hoe dat in zijn werk zal gaan staat in de gepubliceerde documenten. Binnenkort start de officiële marktconsultatie over de voorgenomen veilingregels. Voorafgaand aan het opstellen van de regels heeft Britned echter zijn oor al bij potentiële klanten te luister gelegd. De veilingregels zijn dan ook behoorlijk marktvriendelijk. In grote lijnen komen de regels overeen met de veilingsystemen die ook gelden voor de grenscapaciteit tussen België en Nederland. Dit houdt ook in dat de looptijd van een capaciteitscontract beperkt is tot maximaal het komende kalenderjaar. Daardoor is het niet zonder risico om lange termijn posities in het ene land in te nemen op basis van assets in het andere land. Dat is een gemiste kans, maar dat geldt voor heel Europa. Het is daarom begrijpelijk dat Britned aansluiting zoekt bij de gangbare praktijk. Toch zou overwogen moeten worden om een deel van de capaciteit uit te geven voor periodes van 3 tot 5 jaar. Britned sluit ook aan bij de gangbare praktijk van 'use it or sell it'. Dit houdt onder andere in dat nietgenomineerde maand- of jaarcapaciteit automatisch door de beheerder op de dagmarkt wordt verkocht. De inkomsten die de beheerder daaraan ontleent zijn voor de oorspronkelijke houder van de betreffende transportcapaciteit. Zodoende wordt de fysiek beschikbare capaciteit optimaal benut. Marktpartijen met jaar- en/of maandcapaciteit kunnen zodoende enigszins relaxt met de capaciteit omgaan waardoor wordt voorkomen dat de capaciteit op economisch inefficiënte wijze wordt benut. Helaas doet Britned serieuze afbreuk aan de voordelen van 'use it or sell it' met de bepaling dat er geen betaling volgt voor niet-genomineerde capaciteit als er capaciteitsbeperkingen optreden. Indien marktpartijen inschatten dat de kans op zulke beperkingen significant zijn, zullen ze niet vertrouwen op 'use it or sell it'. De kans op inefficiënt gebruik van de capaciteit neemt daardoor toe. De NMa verwacht dat over ongeveer twee weken de veilingregels officieel ter inzage worden gelegd. Marktpartijen hebben vervolgens vier weken de tijd om zienswijzen in te dienen. Dat zou genoeg mogelijkheden moeten bieden om de laatste vuiltjes in de veilingregels weg te werken. Consumentenbond start met on-line energieprijsvergelijk De Consumentenbond besteedt in de Consumentengids van maart 2010 veel aandacht aan energieprijzen en energieleveranciers De gids bevat de gebruikelijke overzichten van goedkoopste energiecontracten. Daarbij blijft het niet en dat is zonder meer toe te juichen. De gids
geeft namelijk ook aanwijzingen hoe consumenten het overstappen moeten aanpakken. Op nuchtere wijze wordt daarbij de illusies weggenomen dat het afnemen van groene stroom het milieu ten goede zou komen. Tenslotte kondigt de Consumentenbond aan dat de leden vanaf eind maart op de website van de Consumentenbond terecht kunnen voor prijsvergelijk gekoppeld aan de mogelijkheid om met een korting meteen over te stappen. Het lijkt erop dat de Consumentenbond de handschoen oppakt die de Energiekamer in september 2009 heeft toegeworpen. Uit het Brattle rapport dat de Energiekamer destijds publiceerde, kon worden opgemaakt dat passieve consumenten jaarlijks 350 tot 700 mln EUR laten liggen. Met de huidige oproep om jaarlijks te switchen en daarbij de consumenten zelfs de helpende hand te reiken, draagt de Consumentenbond actief bij aan het doorbreken van die passiviteit. Voor de marktwerking is dat een positieve ontwikkeling. 2009: goed jaar voor inzet van waardeloze stroom In diverse gremia wordt nagedacht over mogelijkheden om elektriciteit op te slaan in de vorm van waterstof, samengeperste lucht of door middel van een pompcentrale. Onderwijl wordt in de gebouwde omgeving, de tuinbouw en de industrie grote hoeveelheden aardgas ingezet voor toepassingen waarvoor ook elektriciteit kan worden gebruikt. Daarbij moet vooral worden gedacht aan ruimteverwarming en de productie van stoom. Die toepassingen zijn bruikbaar als virtuele opslag van elektriciteit. Door bij (extreem) lage elektriciteitsprijzen over te schakelen op elektriciteit kan aardgas worden uitgespaard. Dit uitgespaarde aardgas kan dan op een later tijdstip eventueel voor elektriciteitsproductie worden gebruikt. Zodoende verschilt de werking van deze virtuele opslag in wezen nauwelijks van opslag in bijvoorbeeld waterstof. Helaas is flexibel inzetten van elektriciteit voor verwarmingsdoeleinden veel minder sexy dan 'de waterstof economie' of 'de pompcentrale'. Rendementstechnisch is de virtuele opslag via uitgespaarde aardgas misschien wel gunstiger dan de exotische oplossingen. Een verder voordeel is dat deze vorm van virtuele opslag snel en tegen relatief lage kosten gerealiseerd kan worden. Bovendien is de opslag gemakkelijk op of af te schalen. Dat is een belangrijke eigenschap want de werkelijke behoefte aan opslag is moeilijk in te schatten. Al deze voordelen lijken het helaas af te leggen tegen het gevoel dat elektriciteit te kostbaar is om er laagwaardige warmte of stoom mee te maken. Bovendien lijkt het feit dat de benodigde IT structuur grotendeels reeds geïmplementeerd is in de vorm van programma verantwoordelijkheid, eerder tegen te werken dan
Alle rechten voorbehouden. © 2009 SLEA BV. Het auteursrecht van deze uitgave berust bij SLEA. Informatie:
[email protected]; www.slea.nl; tel 033-4690435 Deze publicatie wordt mede mogelijk gemaakt door VOEG. De inhoud hoeft echter niet over een te stemmen met de standpunten van VOEG en/of individuele leden van VOEG. SLEA BV besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze publicatie. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. SLEA BV noch VOEG kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Verspreiding of doorgeleiding van deze informatie op welke manier dan ook is verboden.
VRIJHANDELSOPTIEK Zesde Jaargang | Week 09 2010 | 01-03-2010 | Pagina 3 behulpzaam te zijn. Smartgrids en wasmachines die zelf in energie handelen spreken meer tot de verbeelding dan grootindustriëlen die met tientallen megawatten tegelijk overtollige elektriciteit uit het net zuigen. Een blik op de marktprijzen van 2009 leert dat een significant deel van de tijd elektriciteit nauwelijks iets waard was. Sterker nog, op de onbalansmarkt betaalde TenneT tijdens ruim 1800 kwartieren grof geld om van een overschot aan elektriciteit af te komen. Een aardgasverbruiker die in deze 5% van de tijd aardgas had kunnen vervangen door elektriciteit tegen onbalansmarktprijzen, was een ware spekkoper geweest. Kostbaar aardgas uitgespaard en gemiddeld 32 EUR toe gekregen op elke afgenomen MWh elektriciteit. Als de afnemer bereid was geweest om maximaal 10 EUR per MWh te betalen, dan zou maar liefst tijdens ruim 4600 kwartieren elektriciteit zijn afgenomen tegen een prijs van min 10 EUR/MWh. De navolgende grafieken illustreren de lage marktprijzen in 2009. Prijzen 2009 (EUR/MWh) € 20 €0 € 20 1
1001
2001
€ 40
3001
4001
5001
6001
7001
€ 80 € 100 € 120 € 140
APX
€ 160
TenneT
€ 180
"aardgas"
€ 200
Figuur 1: de onderkant van de prijscurve 2009; bron: APX & TenneT Prijzen 2009 (EUR/MWh) € 20 € 10 €0 1
1001
2001
3001 4001 5001 aantal kwartieren
6001
7001
€ 20 APX
€ 30 € 40
Het concept van virtuele opslag stuit niet alleen op emotionele bezwaren. Naast de technische uitdaging van naadloos overstappen van aardgas naar elektriciteit en omgekeerd, zitten ook de transporttarieven tegen. Bij middenspanning moet tot 10 EUR/MWh aan variabele kosten worden betaald waardoor het concept voor deze aangeslotenen nauwelijks interessant is. In zoverre door de flexibele elektriciteit consumptie ook een hogere transportcapaciteit nodig is, worden aangeslotenen op alle spanningsniveaus geconfronteerd met hoge extra transportkosten. Dat zou goed te voorkomen zijn als de tariefdrager zou worden beperkt tot het capaciteitsbeslag tijdens piekuren. Hiervoor ontbreekt helaas draagvlak. Liever zet men de kaarten op exotische vormen van opslag (zie ook het volgende artikel).
Utrecht 2040 gaat mee in hype
aantal kwartieren
€ 60
€ 10
gemiddeld min 2 EUR/MWh, terwijl bij inkopen op de APX de inzet van elektriciteit beperkt zou blijven tot 5% van de tijd en tegen gemiddeld 9,40 EUR/MWh. Idealiter wordt de flexibele inzet van elektriciteit dus rechtstreeks aan TenneT's systeem van regelvermogen gekoppeld. Daarmee zou de flexibele inzet van elektriciteit tevens een bijdrage leveren aan het verhogen van de leveringszekerheid.
TenneT "aardgas"
Figuur 2: Uitvergroot deel van figuur 1; bron: APX & TenneT
De illustraties laten zien dat het voordeel dat behaald kon worden bij inkopen op de APX beduidend geringer is dan bij inkopen op de onbalansmarkt. Als de break-even op 15 EUR/MWh ligt (rode lijn) dan kon 20% van de tijd elektriciteit via TenneT worden betrokken tegen
Volgens gedeputeerde Wouter de Jong wil de provincie Utrecht werk maken van een schone economie en vindt 1 het daarbij zaak om niet mee te gaan in een hype . Voorzichtige stappen zijn daarom geboden. Deze realiteitszin lijkt echter op gespannen voet te staan met de adviesopdracht die de provincie Utrecht heeft verstrekt aan goeroe Jeremy Rifkin. Van deze Amerikaanse hoogleraar economie wordt verwacht dat hij samen met zijn team van 25 CEO's eind maart een 'Masterplan schone economie' oplevert. Als dit plan gebaseerd wordt op de peilers waarop dhr. Rifkin ook zijn concept van 'De derde industriële revolutie' baseert, dan heeft Utrecht hier weinig goeds van te verwachten. Met inspiratie alleen komt de schone economie namelijk niet van de grond. Opvallend aan de aanpak van Utrecht is dat de speciale website www.utrecht2040.nl op zichzelf al een hype creëert ten aanzien van de aangetrokken adviseur. Alsof het probleem al bijna is opgelost omdat een beroemdheid komt helpen. Wellicht kan deze beroemdheid meer krachten in de samenleving losmaken dan Utrechtenaren zelf kunnen, maar de kans op een deceptie is groot. In dat geval kan ook goodwill verloren gaan voor projecten die wel een bijdrage aan een schonere economie zou kunnen leveren.
1
zie: http://www.utrecht2040.nl/87542.aspx
Alle rechten voorbehouden. © 2009 SLEA BV. Het auteursrecht van deze uitgave berust bij SLEA. Informatie:
[email protected]; www.slea.nl; tel 033-4690435 Deze publicatie wordt mede mogelijk gemaakt door VOEG. De inhoud hoeft echter niet over een te stemmen met de standpunten van VOEG en/of individuele leden van VOEG. SLEA BV besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze publicatie. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. SLEA BV noch VOEG kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Verspreiding of doorgeleiding van deze informatie op welke manier dan ook is verboden.
VRIJHANDELSOPTIEK Zesde Jaargang | Week 09 2010 | 01-03-2010 | Pagina 4
Peilers waar Rifkin vaak over spreekt zijn gebouwen en auto's als krachtcentrales, energiesystemen op basis van waterstof en smartgrids voor decentrale elektriciteitsopwekking. Blijkens de documenten die te vinden zijn op de website van Utrecht 2040 laten Rifkins en zijn team zich daarbij weinig gelegen liggen aan praktische bezwaren tegen de aangedragen suggesties. Zo mogen architectonisch verantwoorde windmolens wellicht bijdragen aan het creëren van meer draagvlak voor windmolens, in zoverre het rendement van de molens daardoor daalt, kan het draagvlak juist dalen omdat er vanwege het architectonisch verantwoorde juist veel meer windmolens nodig zijn. Vooral in de windstille provincie Utrecht kan dat snel tot grote problemen leiden. Ook de opslag van elektriciteit in de vorm van waterstof is niet zonder gevaren en bovendien onnodig zolang er nog grote hoeveelheden aardgas worden ingezet voor toepassingen waarbij ook elektriciteit zou kunnen worden benut (zie ook het vorige artikel). Het jaar 2040 is nog erg ver weg. Misschien wel te ver omdat het ruimte geeft om weg te dromen. Dromen over een samenleving waarin de windmolen nauw samenwerkt met de auto op de oprit. De windmolen maakt dan voor netstabilisatie dankbaar gebruik van de accu terwijl de eigenaar denkt dat diezelfde accu nog steeds volledig is opgeladen wanneer de eigenaar de auto nodig heeft. Onderdeel van die droom is natuurlijk dat tegen die tijd een oplossing is gevonden voor de forse conversieverliezen die momenteel de financiële bodem wegslaan onder het 'vehicle to grid' concept. Op zichzelf is er is niets mis met visionair denken over wat de verre toekomst kan brengen. Visionair denken kan echter wel een groot probleem zijn als de provincie Utrecht claimt geen hype te willen volgen maar werkelijk op weg te willen naar een schone economie. Dan zal de provincie moeten aantonen dat het turen naar de horizon er niet toe leidt dat de mogelijkheden onder handbereik worden genegeerd. European Power & Dutch Gas Indications: Mid Market Closing Prices 26 feb 2010
Q2-10 Q3-10 Q4-10 Q1-11 Q2-11 Q3-11 Q4-11 Q1-12 Cal-12
IPE Brent
Gasoil 0.1% FOB Barges NWE
LSFO 1.0% FOB Barges NWE
US $ / BBL US $ / BBL 78,65 79,91 80,86 81,73 82,52 83,03 83,44 83,80 84,38
US $ / MT US $ / MT 637,08 652,86 667,79 680,34 688,23 697,03 703,68 710,04 718,15
US $ / MT US $ / MT 465,75 481,25 486,50 492,75 495,75 498,38 501,00 502,88 506,06
1,3644 1,3640 1,3635 1,3633 1,3639 1,3647 1,3655 1,3663 1,3667
Nordpool Power
NOK / USD
API #2
TTF
US $ / MT
EUR/MWh
Euro / MWh Q2-10 Q3-10 Q4-10 Q1-11 Q2-11 Q3-11 Q4-11 Q1-12 Cal-12
46,50 48,70 49,40 41,10 37,25 41,25 44,25 40,06
6,915 6,990 7,060 7,168 7,291 7,413 7,528 7,548
80,75 85,50 89,25 92,60 95,95 99,20 101,55 105,00
EUR / USD
12,23 15,05 17,26 15,08 14,93 17,78 20,03 17,03
APX Baseload Power
APX Peakload Power
EEX Baseload Power
EEX Peakload Power
Euro / MWh Euro / MWh 36,63 39,38 46,30 48,85 40,95 43,70 52,42 54,22 49,81
Euro / MWh Euro / MWh 44,91 48,92 58,00 61,98 50,28 53,76 64,45 68,02 62,06
Euro / MWh Euro / MWh 36,72 39,63 46,55 49,60 41,95 45,20 53,42 56,17 51,76
Euro / MWh Euro / MWh 45,91 50,75 60,75 64,98 53,28 58,76 69,45 73,02 67,06 CO2 Emissions
Dec-10 Dec-11
Euro / MT 12,99 13,45
DISCLAIMER: De prijsinformatie is beschikbaar gesteld door Morgan Stanley. De informatie vormt in geen enkel opzicht een aanbieding voor koop of verkoop van een of meerdere van de genoemde producten. SLEA BV noch Morgan Stanley kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Gelieve bij vragen over prijzen en/of producten rechtstreeks contact op te nemen met Morgan Stanley. Contactpersoon is Brieuc Raskin, tel +442076777965, email
[email protected] Alle rechten voorbehouden. © 2009 SLEA BV. Het auteursrecht van deze uitgave berust bij SLEA. Informatie:
[email protected]; www.slea.nl; tel 0334690435 Deze publicatie wordt mede mogelijk gemaakt door VOEG. De inhoud hoeft echter niet over een te stemmen met de standpunten van VOEG en/of individuele leden van VOEG. SLEA BV besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze publicatie. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. SLEA BV noch VOEG kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Verspreiding of doorgeleiding van deze informatie op welke manier dan ook is verboden.
VRIJHANDELSOPTIEK Zesde Jaargang | Week 09 2010 | 01-03-2010 | Pagina 5
Wilt u de Vrijhandelsoptiek elke twee weken ontvangen? Dat kan dat door een abonnement te nemen: Bestelformulier: Vrijhandelsoptiek ___________________________________________________________________
Hierbij abonneer ik mij, met onmiddellijke ingang en tot wederopzegging, op de tweewekelijkse publicatie Vrijhandelsoptiek. Ik/wij zullen de publicatie per e-mail ontvangen. Het verschuldigde bedrag zal ik voldoen na ontvangst van de factuur. De kosten bedragen per kwartaal: 245 EUR voor de eerste lezer plus 19,75 EUR voor iedere extra lezer. Bij betaling eens per jaar, is het verschuldigde bedrag 950 EUR plus 75 EUR voor iedere extra lezer. Alle genoemde bedragen zijn excl. BTW. Ik accepteer dat SLEA’s Algemene voorwaarden voor levering van publicaties op deze overeenkomst van toepassing zijn. Ik zal de e-mail adressen van de extra lezers actueel houden en doorgeven via
[email protected] Ik wens eens per jaar/kwartaal te betalen. (doorhalen wat niet van toepassing is.) Aantal lezers: Voornaam of voorletters: Achternaam: Telefoon: E-mail adres: Naam organisatie: Adres:
Factuuradres (indien afwijkend): t.a.v.:
Handtekening/plaats en dagtekening:
Gaarne dit formulier per fax toezenden aan: 033 469 1931 Of gescand naar
[email protected] Alle rechten voorbehouden. © 2009 SLEA BV. Het auteursrecht van deze uitgave berust bij SLEA. Informatie:
[email protected]; www.slea.nl; tel 0334690435 Deze publicatie wordt mede mogelijk gemaakt door VOEG. De inhoud hoeft echter niet over een te stemmen met de standpunten van VOEG en/of individuele leden van VOEG. SLEA BV besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze publicatie. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. SLEA BV noch VOEG kunnen op de inhoud van de publicatie worden aangesproken. Verspreiding of doorgeleiding van deze informatie op welke manier dan ook is verboden.