VRIJE BASISSCHOOL ROOIERHEIDE Heidestraat 157 3590 Diepenbeek
Schoolreglement
www.vbrooierheide.be
Schooljaar 2010-2011 Inhoud 2010-2011
Pagina 1
1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
Onze school Het eigen opvoedingsproject 2.1 Werken aan een schooleigen christelijke identiteit 2.2 Werken aan een degelijk onderwijsinhoudelijk aanbod 2.3 Werken aan een doeltreffende didactische aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat 2.4 Werken aan de ontplooiing van elk kind, met brede zorg 2.5 Werken aan de school als gemeenschap en organisatie Schoolreglement 3.1 Algemene bepalingen 3.2 Schoolbestuur 3.3 Schoolraad 3.4 Klassenraad 3.5 Het CLB Inschrijven van kleuters 4.1 Eerste inschrijving 4.2 Instapdata Inschrijven van leerlingen Omgaan met leerling-gegevens Aanwezigheden Afwezigheden 8.1 Op wie is de regelgeving van toepassing? 8.2 Gewettigde afwezigheden 8.3 Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking 8.4 Problematische afwezigheden Te laat komen Voortijdig de school verlaten Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen Leerprestaties van de leerlingen Agenda en huistaken Rapporten Contacten ouders-school Onderwijs aan huis Getuigschriften basisonderwijs Verzekering Schadevergoeding Leefregels Rookvrije school Verkeersveiligheid Milieu Verjaardagen Lichamelijke opvoeding Na–en buitenschoolse activiteiten Ontheffing van de lessen Revalidatie tijdens de schooluren Vakantie- en vrije dagen Orde- en tuchtreglement 30.1 Ordemaatregelen 30.2 Tuchtmaatregelen Tuchtprocedure Tuchtdossier Speciale toelatingen Reclame en sponsoring Financiële bijdrageregeling Engagementsverklaring Goedkeuring van en wijzigingen aan het schoolreglement Verklaring van de ouders
2010-2011
3 4 5 6 7 8 9
10
11 12
14 15
16
17 18 19
20
21 22
23 25 26
Pagina 2
1. Onze school
Beste ouders,
In naam van ons schoolbestuur, de vzw I.S.D., heten we u van harte welkom op onze school. Wij verheugen ons erop dat u vertrouwen hebt in onze school en om dit vertrouwen te verstevigen zal het schoolteam zich ten volle inzetten voor de opvoeding en het onderwijs van uw kind.
U kan ervan uitgaan dat uw kind in onze school een christelijke geïnspireerde opvoeding en degelijk onderwijs krijgt. Om dit waar te kunnen maken is het ook noodzakelijk dat we goed met u kunnen samenwerken en dat we bij vragen en problemen zo spoedig mogelijk samen een gepaste oplossing zoeken.
We verwachten ook dat u uw kind aanmoedigt om de doelstellingen van onze school na te streven en de afspraken na te leven.
Namens het schoolbestuur, de schoolraad, de directeur en de leerkrachten.
2010-2011
Pagina 3
2. Het eigen opvoedingsproject van onze school In de context van een snel veranderende maatschappij wordt onze katholieke basisschool uitgedaagd om haar identiteit te expliciteren en om zich steeds opnieuw in haar eigenheid te profileren. Te midden van een geseculariseerde, pluralistische en multiculturele samenleving is het onze opdracht om trouw te blijven aan onze eigen katholieke identiteit. Maar tegelijk dienen we te groeien naar openheid in een mondiale wereld. Dit plaatst onze school voor een aantal uitdagingen:
2.1 Werken aan een schooleigen christelijke identiteit De vraag is hier: “Wie zijn wij? Waar staan we voor? Wat zijn onze uitgangspunten?” Onze katholieke basisschool stelt zich tot doel pedagogisch verantwoord onderwijs en kwaliteitsvolle opvoeding aan te bieden. Deze zijn geïnspireerd door het evangelie en de katholieke traditie als dienst van de kerkgemeenschap aan jonge kinderen. De school ontwikkelt haar identiteit in een schoolklimaat dat getekend is door de promotie van de menselijke persoon in zijn volle waardigheid. Een persoon wordt echter maar zichzelf in verbondenheid met anderen en met de wereld. Menswording krijgt daarom gestalte in een drievoudige verbondenheid: (1) met anderen (2) met de wereld (3) met zichzelf In deze verbondenheid wordt God ervaren als dragende grond en krijgt de verbondenheid met het mysterie concreet gestalte. Vanuit deze verbondenheid met God durft de katholieke basisschool de toekomst hoopvol tegemoet zien en mag ze vertrouwen dat haar inspanningen niet op niets uitlopen.
Vanuit haar christelijk geïnspireerd mensbeeld geeft ons team voorrang aan waarden als: • de uniekheid van ieder mensenkind, • de verantwoordelijkheid van ieder mens voor zijn handelen, • verbondenheid en solidariteit met anderen, • vertrouwen in het leven (hoop), • genieten van en dankbaar zijn voor wat ons gegeven is, • openheid, respect en zorg voor mens en natuur, • verwondering door het gewone als ongewoon te ervaren, • vergeving kunnen geven en ontvangen als herstel van verbondenheid, • zorgzame nabijheid en troost voor mensen in moeilijke situaties, Van de ouders wordt verwacht dat ze loyaal achter de identiteit van de school staan.
2010-2011
Pagina 4
De schooleigen identiteit krijgt gestalte in:
De brede identiteit: dat is de motivatie en de inspiratie achter onderwijskundige en organisatorische keuzes. Vb.: uniciteit van ieder kind – pedagogie van verbondenheid – pedagogie van de hoop.
De expliciete doorwerking van de identiteit • De school geeft expliciet uitdrukking aan haar identiteit en profileert zich door een gevarieerd en zinvol aanbod van pastorale activiteiten. Daartoe nodigen we leerlingen regelmatig uit op activiteiten die gericht zijn op: -
de ontmoeting van elkaar in verbondenheid; de verdieping in de Blijde Boodschap; de dienstbare en solidaire inzet voor anderen dichtbij en veraf; het vieren van belangrijke gebeurtenissen in het leven op school, in verbondenheid met elkaar en (waar het kan) in verbondenheid met God.
•
De lessen godsdienst zijn een ondersteuning van de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen. Ze hebben tot doel de leerlingen te helpen om gaandeweg competente vertellers te worden van hun eigen levensverhaal in levensbeschouwelijk opzicht. Daarvoor moeten ze niet alleen thuis zijn in de verhalen uit de eigen traditie, maar ook de verbinding leren leggen tussen deze verhalen en de existentiële vragen en grenservaringen uit het eigen leven en uit het leven van andere mensen. Dat veronderstelt communicatie. Het inzicht in de eigen traditie kan verdiept worden door de dialoog met andere levensvisies. Zonder de verankering in een traditie heeft de dialoog echter geen grond onder de voeten. Er bestaat geen levensbeschouwelijke benadering van de werkelijkheid los van een levensbeschouwelijke traditie. In de school opteren we daarom uitdrukkelijk voor de benadering van de levensbeschouwelijke dimensie vanuit de christelijke godsdienst en de katholieke traditie
•
Ook de zinvragen die zich aandienen in de andere leergebieden worden niet onbesproken gelaten.
2.2 Werken aan een degelijk onderwijsinhoudelijk aanbod De vraag is hier: “Wat moeten kinderen leren om tot ‘goede’ mensen uit te groeien?” De uniciteit van iedere persoon uit het eigen mensbeeld wordt pedagogisch vertaald in een aanbod dat gericht is op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon: hoofd, hart en handen. Doorheen het aanbod worden kinderen in contact gebracht met alle componenten van de cultuur: de wereld van taal en de wereld van het communicatie samenleven de wereld van het muzische de wereld van verleden en de wereld van cijfers en feiten heden de wereld van de techniek de wereld van het goede de wereld van zingeving
2010-2011
Pagina 5
In het aanbod is een logische samenhang te vinden:
Verticale samenhang: dat is de logica van de leerlijn, waarbij het ene logische volgt uit het andere en men voortbouwt op wat kinderen reeds beheersen. Horizontale samenhang: dat is de aandacht voor de zinvolle samenhang van het geheel, voor de interferentie tussen de verschillende leergebieden en leerdomeinen.
De dimensie van het zijn, of de integratie van het aanbod in de persoon. Het is niet voldoende dat kinderen beschikken over een aantal weetjes of dat ze een aantal vaardigheden kunnen toepassen als de leerkracht het vraagt. Waar het uiteindelijk op aan komt, is dat kinderen leren met het oog op het leven. Dat ze de dingen die ze leren kunnen plaatsen en gebruiken in hun leven. Dat is leren dat zin heeft en zin geeft. 2.3 Werken aan een doeltreffende didactische aanpak en aan een stimulerend opvoedingsklimaat De vraag is hier: “Hoe kan dat leren best ondersteund en begeleid worden?” Kinderen nemen wij serieus. Hun positieve ingesteldheid is het uitgangspunt van onze opvoeding en onderwijs. Leren is in dat opzicht niet een vullen van vaten met alle mogelijke kennis. Kinderen zijn zelf actief betrokken in het leren. Ze bouwen nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden op, voortbouwend op wat ze reeds kennen en kunnen. Daarom wordt het opvoedingsklimaat gedragen door een visie op de mens en de toekomst (mensbeeld):
De uniciteit van ieder kind. Het aanbod en het leerproces worden zoveel mogelijk afgestemd op de ontwikkeling van ieder kind De pedagogie van verbondenheid. Leren is een sociaal gebeuren. Leren is samen leren, wederzijdse verrijking. De pedagogie van de hoop. Dat is de optimistische visie op de ontwikkeling van kinderen. Het is het geloof in de groeikansen van kinderen, dat ze ondanks hun grenzen hun beperkingen, hun onmogelijkheden, toch kansen hebben en begeleid kunnen worden in hun groei. De pedagogie van het geduld. Onderwijs en opvoeding afstemmen op de mogelijkheden van kinderen vraagt veel geduld opdat de hoop niet zou omslaan in wanhoop, want dan is opvoeding onmogelijk.
Consequenties voor de aanpak van de leerkracht:
model staan voor goed leren strategische vragen stellen aansluiten bij wat de leerlingen reeds beheersen zinvolle contexten aanbieden begeleiden van interactieprocessen peilen naar de vorderingen helpen en coachen
2010-2011
Pagina 6
2.4 Werken aan de ontplooiing van elk kind, met brede zorg De vraag is hier: “Hoe centraal staat het kind?” De zorg voor kinderen is de uitdrukking van de erkenning dat ieder kind beeld van God is. Onze leerkrachten omringen kinderen daarom met brede zorg. Ze tillen kinderen op en geven hun uitzicht op een veilige oever van welbevinden. (Dit veronderstelt opnieuw de pedagogie van de hoop en van het geduld) Brede zorg heeft twee dimensies
Zorgbreedte is de aandacht voor de ‘gewone zorgvragen’ van kinderen. Ieder kind is anders, uniek en heeft dus eigen vragen, problemen en mag daarvoor aanspraak maken op de nodige zorg. Leerkrachten worden dan ook uitgedaagd om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de noden van de kinderen, bijvoorbeeld door te diagnosticeren en te differentiëren.
Zorgbreedte wordt zorgverbreding voor kinderen wiens ontwikkeling anders verloopt dan verwacht (sneller of trager). Hier stoten leerkrachten op ‘bijzondere zorgvragen’. Voor deze bijzondere zorgvragen doet de school een beroep op de samenwerking met ouders, CLB, scholen voor buitengewoon onderwijs en gespecialiseerde centra.
2.5 Werken aan de school als gemeenschap en organisatie De vraag is hier: “Wie zijn de verschillende betrokkenen? Welke is hun verantwoordelijkheid? Hoe wordt alles best georganiseerd?” Verbondenheid binnen het team
De school wordt gedragen door het hele team onder de inspirerende leiding van de directie. In een geest van samenwerking en overleg maakt het team werk van voortdurende kwaliteitsbewaking en -verbetering. Verbondenheid met de partners van het schoolteam
De zorg voor kwaliteitsvol onderwijs deelt het team met anderen(zie informatiebrochure)
Met de ouders als eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Daarom streeft het team naar een goede communicatie en een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders bij de school; Met het schoolbestuur als eindverantwoordelijke voor het beleid van de school; Met externe begeleiders als ondersteuning van de permanente vorming en professionalisering van het team; Met de lokale kerkgemeenschap als concrete gemeenschap die verwijst naar de traditie en het geloof van waaruit in de school gewerkt wordt. Met de lokale gemeenschap als de omgeving waarin de school gestalte geeft aan haar opvoedings- en onderwijsopdracht.
2010-2011
Pagina 7
3. Schoolreglement 3.1 Algemene bepalingen ( Lexicon – BaO 17. 06. 97)
Voor de toepassing van het schoolreglement wordt verstaan onder :
1. Aangetekend: met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs. 2. Directeur: de directeur van de school of zijn afgevaardigden. 3. Getuigschrift van het basisonderwijs: getuigschrift uitgereikt aan regelmatige leerlingen waarvan de klassenraad oordeelt dat ze in voldoende mate de doelen die in het leerplan zijn opgenomen, hebben bereikt. 4. Klassenraad : team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde samen de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling. 5. Ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben. Met één van de ouders wordt steeds bedoeld de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of in rechte of in feite de minderjarige onder zijn/haar bewaring heeft. 6. Periode van normale aanwezigheid van de leerlingen: periode die loopt vanaf 15 minuten vóór de eerste les ’s morgens tot 15 minuten na de laatste les ’s middags en vanaf 15 minuten vóór de eerste les ’s namiddags tot 15 minuten na de laatste les ’s namiddags. 7. Regelmatige leerling kleuteronderwijs: een leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden én die slechts in één school is ingeschreven ( vanaf de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden tot de aanvang lager onderwijs). 8. Regelmatige leerling lager onderwijs: een leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en die slechts in één school is ingeschreven en die behoudens gewettigde afwezigheid, aanwezig is en, behoudens vrijstelling, deelneemt aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of zijn leerlingengroep georganiseerd worden. 9. Schoolbestuur: de inrichtende macht zoals bedoeld in artikel 24 § 4 van de grondwet. Dit is de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor de school. 10. Schoolreglement: document waarin de wederzijdse rechten en plichten van ouders en leerlingen en het schoolbestuur geregeld worden.
Decreet BasisOnderwijs (“BaO”) van 25 februari 1997
2010-2011
Pagina 8
3.2 Schoolbestuur Het schoolbestuur van de Gesubsidieerde Vrije School is een Vereniging Zonder Winstgevend doel met als benaming: Interparochiaal Schoolcomité Diepenbeek, afgekort vzw. I.S.D., met als maatschappelijke zetel 3590 Diepenbeek. Dit schoolbestuur is de eigenlijke organisator van het onderwijs in onze school. Zij is verantwoordelijk voor het beleid en de beleidsvorming en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs. Om het schoolgebeuren uit te bouwen doet ze beroep op een eigen begeleiding. Voor de samenstelling verwijzen we naar de schoolbetrokken informatiebrochure. 3.3 Schoolraad Vanaf 1 april 2005 is de schoolraad opgericht ter vervanging van de vroegere participatieraad. In het basisonderwijs bestaat de schoolraad uit vertegenwoordigers van de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap. De bevoegdheden van de schoolraad zijn : - rechten en plichten inzake informatie en communicatie; - adviesbevoegdheid; - overlegbevoegdheid. De schoolraad heeft zelf ook een communicatie- en informatieplicht over zijn werking. Voor de samenstelling verwijzen we naar de informatiebrochure. 3.4 Klassenraad Deze raad is samengesteld uit de directeur van de school, bijgestaan door de leerkrachten van dezelfde klasgroepen of afhankelijk van de situatie uit meerdere personeelsleden van de school. Voor een nominatieve opsomming verwijzen we naar de schoolbetrokken informatiebrochure. De opdracht van de klassenraad is het bespreken van de leerling in zijn leef- en leersituatie, dit te evalueren en de nodige beslissingen te treffen. Voor de samenstelling verwijzen we naar de schoolbetrokken informatiebrochure. 3.5 Vrij Centrum voor Leerlingen Begeleiding (“VCLB”) Regio Hasselt Vanaf 1 september 2000 zijn de diensten van PMS en MST samengevoegd tot het Vrij Centrum voor Leerlingen Begeleiding, verder VCLB genoemd. Zoals voorzien bij wet, worden de leerlingen op bepaalde tijdstippen door de equipe van het VCLB medisch onderzocht. Sommige activiteiten van het VCLB zijn verplicht, zoals: - bepaalde medische onderzoeken op het centrum en op de school - de maatregelen met betrekking tot de besmettelijke ziekten - de begeleiding van leerplichtproblemen (bij spijbelen). Zo is dit VCLB is een preventiedienst in de eerste lijn, die zich bezighoudt met de gezondheid van de schoolgaande jeugd en de kwaliteit van het schoolmilieu. Daarbij wordt door aangepaste acties getracht de kinderen en de jonge mensen te brengen tot een meer gezonde levenswijze. Er wordt nauw samengewerkt met de directeur, de leerkrachten, de VCLBverantwoordelijken en vooral met u, de ouders. Voor de naam van de arts, de verpleegkundige, adres en openingsuren van het VCLB verwijzen wij naar de infobrochure. Indien u een 2010-2011
Pagina 9
bijkomend onderzoek verlangt of bepaalde vragen wenst te stellen, neem dan gerust contact op met een equipelid. Indien u tegen de keuze van de equipeleden van uw kind verzet wenst aan te tekenen- recht dat de wet u toekent- dan bent u ertoe gehouden dit per aangetekend schrijven te laten weten binnen de vijftien dagen aan het VCLB. U moet vervolgens binnen de negentig dagen een andere schoolarts kiezen die verbonden is aan de door de Vlaamse Regering erkende equipe medisch schooltoezicht. Tevens kan verder een begeleiding door het VCLB op psycho-sociaal vlak worden opgestart als de leerling, de ouders of de school erom vragen. Voor tal van problemen kan je terecht in dit centrum. Voor nadere uitleg verwijzen we naar de schoolbetrokken informatiebrochure.
4. Inschrijven van kleuters
4.1 Eerste inschrijving Kleuters (2,5j) van eenzelfde geboortejaar mogen ten vroegste ingeschreven worden op de eerste schooldag van september van het voorafgaande schooljaar . De inschrijving moet gebeuren door de moeder, vader of voogd van het kind. Bij inschrijving in de basisschool worden de kinderen ingeschreven voor het verloop in de hele basisschool (kleuter én lagere school). Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind en de verwantschap aantoont (het trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas........) Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving/aanmelding opgenomen in het inschrijvings-/aanmeldingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Een kleuter die nog geen 2 jaar en 6 maanden is, kan ingeschreven worden. Maar pas wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2 jaar en 6 maanden oud zijn), wordt de kleuter opgenomen in het stamboekregister. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. 4.2 Instapdata zijn: - de eerste schooldag na de zomervakantie - de eerste schooldag na de herfstvakantie - de eerste schooldag na de kerstvakantie - de eerste schooldag van februari - de eerste schooldag na de krokusvakantie - de eerste schooldag na de paasvakantie - de eerste schooldag na het Hemelvaartweekend
Kleuters zijn niet leerplichtig, maar vanaf 1 september 2010 kunnen zesjarige leerlingen pas starten in het lager onderwijs van een Nederlandstalige lagere of 2010-2011
Pagina 10
basisschool als ze voordien voldoende Nederlandstalig kleuteronderwijs (220 halve dagen) gevolgd hebben of geslaagd zijn in een taaltest.
5. Inschrijven van leerlingen In september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd in het kleuteronderwijs blijft is het dus net als elk ander kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het C.L.B.. In het gewoon basisonderwijs kan een leerling minimum 5 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen. Om gezondheidsredenen kunnen er, in samenspraak met en goedkeuring door de directeur eventueel aanpassingen gebeuren. Het schoolbestuur kan de inschrijving van de betrokken leerling die het vorige of het daaraan voorafgaand schooljaar definitief werd uitgesloten in de school weigeren. Het schoolbestuur kan een leerling doorverwijzen, die blijkens een inschrijvingsverslag georiënteerd werd naar een type van het buitengewoon onderwijs, omdat de draagkracht van de school onvoldoende is om tegemoet te komen aan de specifieke noden van de leerling inzake onderwijs, therapie en verzorging (uitzondering type 8). Het schoolbestuur beslist deze doorverwijzing in overleg met de ouders en met inachtneming van: - de beschikbare ondersteunende maatregelen; - een advies van het CLB waardoor de school begeleid wordt. Onze school kan een specifiek inschrijvingsbeleid voeren: - wij kunnen elke bijkomende inschrijving weigeren wanneer deze omwille van de materiële omstandigheden de veiligheid van de leerlingen in het gedrang brengt; - wij kunnen elke bijkomende leerling waarvan de thuistaal niet of – afhankelijk van het geval – wél het Nederlands is, doorverwijzen om de vooropgestelde verhouding tussen beide leerlingengroepen te waarborgen.
6. Omgaan met leerlinggegevens De school houdt rekening met de privacywetgeving. Ouders krijgen de garantie dat alle persoonlijke gegevens enkele door de directie aangewend worden onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ouders hebben het recht deze gegevens op te vragen en zo nodig te laten verbeteren, voor zover ze betrekking hebben op hun kind en zichzelf. Documenten die gegevens opvragen krijgen de vermelding “Deze gegevens worden door de directie van de school strikt aangewend onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.” Ouders hebben het recht om informatie over hun kind op te vragen. Ook kan er in overleg met de school en met respect voor de privacy van het gezin een persoonlijk document opgemaakt worden om de overgang naar een andere school, een ander niveau optimaal te laten verlopen. Dit document kan relevante informatie bevatten over de onderwijsloopbaan van het kind zoals bijvoorbeeld gegevens over onderwijsproblemen, leerstoornissen, belangrijke gegevens van medische aard, schoolrapporten.
2010-2011
Pagina 11
7. Aanwezigheden De leerlingen zijn voor de aanvang van de lessen in de school aanwezig. Zij blijven in de school aanwezig tijdens alle verplichte lessen en alle verplichte activiteiten. Voor de uurregeling verwijzen we naar de infobrochure. Tijdens de schooluren onttrekt geen enkel kind zich aan het toezicht. Maatregelen kunnen genomen worden in het belang van het kind.
8. Afwezigheden In het kleuteronderwijs moeten afwezigheden, gelet op het feit dat er geen leerplicht is, niet gewettigd worden door medische attesten. Uit veiligheidsoverwegingen is het stellig aan te bevelen dat ouders de kleuteronderwijzer en/of de directeur, informeren omtrent de afwezigheid van hun kind. Naast de leeftijdsvoorwaarde van zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet een kleuter 220 halve dagen effectief aanwezig geweest zijn in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school of voldoen aan een proef die de (mondelinge) kennis van het Nederlands peilt. Leerlingen die ingeschreven zijn in een school en die leerplichtig zijn, moeten regelmatig aanwezig zijn in de school. Leerlingen die onwettig afwezig zijn, verliezen het statuut van regelmatige leerling. Dat heeft gevolgen voor de school (de leerling telt niet meer mee voor de personeelsformatie en voor de toelagen) en voor de leerling zelf als die in het zesde leerjaar zit (hij kan geen getuigschrift basisonderwijs krijgen). De regelgeving bepaalt in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en welke de verplichtingen van de ouders en de school zijn. 8.1 Op wie is de regelgeving van toepassing? De Belgische leerplichtwet bepaalt dat uw kind leerplichtig is vanaf 1 september van het kalenderjaar waarin het zes wordt. Daarnaast zijn ook kleuters die op vijf jaar reeds naar het lager onderwijs overstappen, eveneens leerplichtig. Als ouder bent u verantwoordelijk voor het feit dat uw kind aan de leerplicht voldoet. Voor het voldoen aan deze leerplicht hebt u gekozen voor inschrijving in een school. Een inschrijving alleen is evenwel niet voldoende: uw kind moet élke schooldag van het schooljaar daadwerkelijk op school aanwezig zijn, behalve bij gewettigde afwezigheden. Hierna vindt u in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en wat uw verplichtingen ter zake zijn. 8.2 Uw kind kan enkel gewettigd afwezig zijn in de volgende situaties: 1. Ziekte: Is uw kind meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek, dan is steeds een medisch attest vereist. Dit attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheerspecialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van 2010-2011
Pagina 12
een ziekenhuis of een erkend labo. Als het enkel gaat om een consultatie (zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), dan moet die zo veel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden). Wanneer een bepaald chronisch ziektebeeld leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine,…) kan na samenspraak tussen school en CLB één medisch attest die het ziektebeeld bevestigt volstaan. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een attest van de ouders. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan evenwel slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is steeds een medisch attest vereist. U verwittigt de school zo vlug mogelijk (bijv. telefonisch) en bezorgt ook het attest zo vlug mogelijk. 2. Van rechtswege gewettigde afwezigheden: 2.1. het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als uw kind, of van een bloed- of aanverwant van uw kind; 2.2. het bijwonen van een familieraad; 2.3. de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer uw kind gehoord wordt in het kader van een echtscheiding of moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); 2.4. het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); 2.5. onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (staking van het openbaar vervoer, overstroming,..) 2.6. feestdagen verbonden aan de levensbeschouwing van uw kind. Enkel de door de grondwet erkende godsdiensten komen hiervoor in aanmerking, te weten : de anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe en protestantse godsdienst. De anglicaanse, katholieke en protestantse feestdagen vallen in de vakantieperiodes. Voor de islam gaat het om: het Suikerfeest (1 dag) en het Offerfeest (1 dag); voor de joodse godsdienst om het Joods nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen) en het wekenfeest (2 dagen); voor de orthodoxe godsdienst betreft het Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodoxe Pasen niet samenvalt met het katholieke Paasfeest. Voor elke afwezigheid van rechtswege bezorgt u aan de school zo vlug mogelijk een officieel document (2.1. t.e.m. 2.5) of een door u geschreven verantwoording (2.6).
3. Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is: Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de directeur kan uw kind afwezig zijn in volgende omstandigheden : 3.1 voor het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als uw kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad van uw kind. Het betreft hier niet de dag van de begrafenis (deze is nl. vervat onder p.11.1), maar wel bijvoorbeeld een periode nodig om uw kind een emotioneel evenwicht te laten
2010-2011
Pagina 13
terugvinden (een rouwperiode) of om uw kind toe te laten een begrafenis in het buitenland bij te wonen; 3.2 actieve deelname aan culturele of sportieve manifestaties, indien uw kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Uw kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar); 3.3 de deelname aan time-outprojecten (code 0). Deze afwezigheden komen in het basisonderwijs zelden voor, maar in die situaties waarin voor een leerling een time-outproject aangewezen is, is het in het belang van de leerling dit als een gewettigde afwezigheid te beschouwen. Voor sommige leerlingen is er geen andere oplossing dan hen tijdelijk te laten begeleiden door een externe gespecialiseerde instantie. 3.4 in echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het kan gaan om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid); 3.5 afwezigheden wegens topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek. Dit kan slechts toegestaan worden voor maximaal 6 lestijden per week, mits het vooraf indienen van 1 dossier met de volgende elementen: - een gemotiveerde aanvraag van de ouders; - een verklaring van een bij de Vlaamse Sportfederatie aangesloten sportfederatie. - een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap. - Een akkoord van de directie. Indien aan al deze voorwaarden voldaan is kan de directie deze afwezigheid toestaan, hij/zij is hiertoe evenwel niet verplicht. Ook hier moet u steeds zo vlug mogelijk een schriftelijke verantwoording van de afwezigheid aan de school bezorgen. Opgelet: -
-
deze afwezigheden mits toestemming van de directeur zijn geen automatisme, geen recht dat u kan opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheid toe te staan. onder geen enkel beding kan toestemming verleend worden om buiten de schoolvakanties op verlof te gaan (vroeger vertrek of latere terugkeer).
8.3 Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden. Deze categorie is enkel van toepassing op kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners Behoort u tot deze categorie, dan verbindt u zich door de inschrijving van uw kind in een school er, net als de andere ouders, toe dat uw kind elke schooldag op school aanwezig is (behoudens de gewettigde afwezigheden uit punt 1 t.e.m. 3). 2010-2011
Pagina 14
Niettemin kunnen er zich in echt uitzonderlijke omstandigheden situaties voordoen waarbij het omzeggens onvermijdelijk is dat uw kind tijdelijk met u meereist. U moet deze situatie op voorhand goed met de school bespreken. U moet met de school duidelijke afspraken maken over hoe uw kind in die periode met behulp van de school verder onderwijstaken zal vervullen en hoe u met de school in contact zal blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen uzelf en de school neergeschreven worden.
Enkel als u uw engagementen terzake naleeft, is uw kind gewettigd afwezig. Behoort u tot de trekkende bevolking, maar verblijft u ter plaatse (bijv. op een woonwagenpark), dan moeten uw kinderen uiteraard elke dag op school aanwezig zijn. Aangezien de organisatie van het schooljaar door de overheid wettelijk bepaald is en de schooldirectie daarop geen afwijking kan toestaan, is het onder geen enkele omstandigheid toegelaten om vroeger dan de vastgestelde vakanties uw kind van school weg te houden of het later te laten terugkeren. Ouders die dit toch doen overtreden de leerplichtwet en kunnen hiervoor gesanctioneerd worden. 8.4 Problematische afwezigheden. Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. Leerlingen die ongewettigd aanwezig zijn (d.w.z. problematische afwezigheden die niet omgezet worden in gewettigde afwezigheden) verliezen hun statuut van regelmatige leerling overeenkomstig van het decreet basisonderwijs. Dit houdt in dat de betrokken leerling in het zesde leerjaar geen getuigschrift basisonderwijs kan krijgen en dat de school de betrokken leerling niet kan meetellen voor de personeelsformatie en de toelagen. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid en deze afwezigheid melden aan het VCLB. School en VCLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen. Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is stelt de school samen met het VCLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs.
9. Te laat komen Te laat komen stoort het klasgebeuren. Indien het toch eens voorvalt, zullen de ouders die hun kind zelf naar school brengen hun kind begeleiden tot aan de klasdeur en de klastitularis hierover inlichten. Indien de leerling zelfstandig naar school komt zal de leerkracht het te laat komen in de agenda van de leerling noteren.
10. Voortijdig de school verlaten In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, op aanvraag van de ouders of de voogd, de school voor de einduren verlaten, mits toestemming van de directeur.
2010-2011
Pagina 15
11. Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen. De klassenraad beslist, in overleg en in samenwerking met het CLB dat onze school begeleidt, of een leerling kan overgaan naar een volgende leerlingengroep. Het is de klassenraad die beslist in welke leerlingengroep een leerling, die in de loop van zijn schoolloopbaan van school verandert, terechtkomt. Leerlingengroepen kunnen heringedeeld worden op basis van gewijzigde instroom, bv in de kleuterschool na een instapdatum).
12. Leerprestaties van de leerlingen Dagelijks krijgen de leerlingen lesopdrachten mee naar huis. De ouders zorgen ervoor dat deze lessen planmatig en regelmatig geleerd of herhaald worden. Regelmatig houden de titularissen toetsen om na te gaan of de leerstof voldoende gekend en begrepen is. De leerkracht heeft het recht dit te controleren en eventueel te sanctioneren. Leerlingen, waarbij leermoeilijkheden vastgesteld worden door de klasleerkracht en de zorgcoördinator begeleid en ondersteund in hun leren.
13. Agenda en huistaken De lessen, de huistaken en eventuele andere mededelingen worden in de schoolagenda opgetekend. De ouders kijken dit document regelmatig na en zijn verplicht minstens éénmaal per week te ondertekenen. De controle gebeurt door de klastitularis.
14. Rapporten De synthese van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport en bezorgd aan de ouders, al dan niet gevolgd door een bespreking. Voor het aantal rapporten per schooljaar en de wijze van het meegeven verwijzen we naar de informatiebrochure.
15. Contacten ouders-school In vaste regelmaat zijn er contacten met de ouders (zie informatiebrochure), meestal na een rapportuitreiking. De ouders nemen kennis van het rapport en één van hen ondertekent telkens voor kennisneming en bezorgt het via de leerling terug aan de klastitularis. Bij het vaststellen van ernstige leer-, ontwikkelings- of gedragsmoeilijkheden van hun kind, kunnen ouders eventueel in overleg met het multidisciplinair team een afspraak maken. Dit kan via een schriftelijke notitie in de schoolagenda . Gesprekken met de leerkrachten of met het multidisciplinair team kunnen alleen maar tijdens momenten die door de directeur bepaald worden.
16. Onderwijs aan huis(BaO/97/5) Leerlingen vanaf 5 jaar (d.w.z. leerlingen die vijf jaar of ouder geworden zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar) hebben recht op tijdelijk onderwijs aan huis (kleuter- of lager onderwijs; 4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: 1. De leerling is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig wegens ziekte of 2010-2011
Pagina 16
ongeval (vakantieperiodes meegerekend). 2. De ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool. De aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet of minder dan halftijds kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen. 3. De afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km. Specifieke situatie bij chronische ziekte (=een ziekte die een continue of repetitieve behandeling van minstens 6 maanden noodzaakt): 1. voor chronisch zieke kinderen vervalt de wachttijd van 21 kalenderdagen. Deze kinderen hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve schooldagen afwezigheid (moeten niet in een ononderbroken periode doorlopen). Telkens het kind daarop opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aanhuis; 2. voor chronisch zieke leerlingen moet bij de eerste aanvraag tijdens het betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheerspecialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van deze chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw medisch attest vereist. Er dient wel een nieuwe aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis ingediend te worden.
17. Getuigschriften basisonderwijs. Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan de regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen, heeft bereikt om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. De ouders kunnen evenwel deze beslissing aanvechten. Hiervoor dienen ze binnen de zeven kalenderdagen zich tot de directeur te wenden die de klassenraad binnen de drie dagen opnieuw bijeenroept. De voltallige aanwezigheid van alle leden van de klassenraad is evenwel niet noodzakelijk. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd over het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling krijgt bij het voltooien van het lager onderwijs een Baso-fiche om een vlotte overgang naar het secundair onderwijs te verzekeren.
18. Verzekering Indien uw kind op school of tijdens een schoolse activiteit een ongeval overkomt, is het verzekerd. Het wat en hoe leggen we hier uit. - Zo snel mogelijk wordt, indien nodig, medische tussenkomst geregeld. Eén van de ouders, betaalt alle onkosten voor dokter, ziekenhuis, geneesmiddelen zelf en zorgt 2010-2011
Pagina 17
ervoor de nodige kwijtingen voor de betaalde bedragen te ontvangen. Zonder verwijl neemt één van de ouders, of de leerling contact op met secretariaat van de school, waar men een aangiftedossier opstelt en de nodige formulieren voor verdere tussenkomst bezorgt. - Indien het ongeval op school gebeurt, verwittigt de school één van de ouders. - De schoolverzekering dekt enkel persoonlijk lichamelijk letsel, maar GEEN materiële schade ( bv. aan kledij, fietsen, ….) Opgelet: De persoonlijke Burgerlijke Aansprakelijkheid van de leerlingen moet worden ten laste genomen door de familiale verzekering van de ouders. Als uw kind verantwoordelijk is voor een schadegeval ( bv. hij duwt een vriendje van de trap en die belandt met een breuk in het ziekenhuis), dan kan dit niet worden vergoed door de schoolverzekering.
19. Schadevergoeding Voor opzettelijke beschadigingen van gebouwen, meubilair en materiaal kan aan de leerlingen een schadevergoeding gevraagd worden, gelijk aan de kosten van de herstelling. Schade die het gevolg is van persoonlijke nalatigheid wordt eveneens door de ouders vergoed.
20. Leefregels •
Uiterlijk voorkomen: Kleding, schoeisel en haartooi zijn eenvoudig, stijlvol en hygiënisch. Het uiterlijk mag geen middel zijn om zich te distantiëren van de medeleerlingen. In die geest wordt er duidelijk afstand genomen van modische en/of ideologische bewegingen die zich uitwendig manifesteren (kleding, haartooi, insignes, pearcings,symbolen).
•
Hoffelijkheid: De leerlingen gedragen zich overal steeds beleefd, vriendelijk en correct tegenover het schoolbestuur, de directie, de leerkrachten, alle personeel en tegenover elkaar. Vrijpostig of uitdagend gedrag wordt in de school niet aanvaard. Bezoekers aan de school worden steeds hoffelijk benaderd.
•
Leerlingenvervoer: De leerlingen staan onder toezicht op de autobus zelf: het toezicht houdt op van het ogenblik dat zij de bus verlaten. De ouders dragen de volledige verantwoordelijkheid over hun kind vanaf het ogenblik dat het de bus afstapt. Op de bus gedragen de leerlingen zich naar de onderrichtingen van de begeleider en/of de buschauffeur. Op- en uitstappen gebeurt tuchtvol. De kinderen uit de parochies Centrum, Rooierheide en Lutselus kunnen enkel gebruik maken van de bus naar de school van hun parochie indien de op- of afstapplaats op het grondgebied van de parochie gelegen is.
•
Verantwoordelijkheid in verband met schoolmateriaal en persoonlijke voorwerpen: Leerboeken en schoolbehoeften worden gratis aan de leerlingen verstrekt. Schooluitrusting, schoolgerei, zowel dat van de school als persoonlijke voorwerpen en kleding worden met zorg behandeld. Wie schade berokkent op dit punt, is ertoe gehouden deze te vergoeden. Om zo weinig mogelijk de aandacht af te leiden voor wat er op school essentieel is, worden voorwerpen vreemd aan het schoolleven, zoals speelgoed, elektronische apparaten en luxespelletjes, thuis gelaten. De leerlingen
2010-2011
Pagina 18
brengen ook geen boeken of geschriften mee waarvan de inhoud onverzoenbaar is met het opvoedingsproject van de school. De school kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke diefstallen. Persoonlijk materiaal wordt getekend. Indien het nodig is geld mee te brengen, zullen de leerkrachten één van de ouders schriftelijk verwittigen. Bovendien wordt er nooit geld achtergelaten in jassen of schooltassen.
21. Rookvrije school Vanaf 1 januari 2008 moeten alle scholen rookvrij zijn. Op school mag er niet gerookt worden tussen 6.30 en 18.30 . Dit zowel in het gebouw als op de speelplaats. Dat verbod geldt ook tijdens het oudercontact, een feestje in de refter van de school… Indien na een gesprek met de directie de roker zich niet aan de afspraken houdt, zal de directeur de nodige maatregelen nemen om de gezondheid van de kinderen niet in gevaar te brengen.
22. Verkeersveiligheid De verkeersopvoeding van het kind begint bij de ouders. Zij zijn het die de eerste begrippen van verkeer moeten bijbrengen: zich als voetganger leren gedragen, zich aan het drukke straatbeeld aanpassen en oog hebben voor gevaarlijke toestanden Voor de praktische afspraken van onze school verwijzen we naar de schoolbetrokken informatiebrochure.
23. Milieu We vragen eerbied te hebben voor het milieu. Hiervoor zullen actiepunten uitgewerkt worden, waardoor de leerlingen milieubewuster worden.
24. Verjaardagen Verjaardagen van leerlingen en leerkrachten of andere bijzondere gebeurtenissen vieren is een sociaal gebeuren.(zie informatiebrochure)
25. Lichamelijke opvoeding, zwemmen en turnkledij Turnkledij is verplicht voor elke school ressorterend onder het schoolbestuur die dit in de informatiebrochure als verplichting heeft opgenomen. Het kan in de school aangekocht worden. Kinderen die niet kunnen deelnemen aan de lessen lichamelijke opvoeding en/of aan de zwemles dienen hiervoor een doktersattest of een schriftelijke verklaring van één van de ouders af te geven aan de leermeester lichamelijke opvoeding of aan de begeleidende leerkracht. De leerling mag zich niet onttrekken aan de schoolplicht en dient aanwezig te zijn in de school, waar voor de nodige opvang wordt gezorgd.
26. Na- en buitenschoolse activiteiten Op geregelde tijdstippen organiseert de school na- of buitenschoolse activiteiten. Deelname is vrijblijvend doch sterk aanbevolen. Soms kan er een tussenkomst in de deelnamekosten gevraagd worden. Voor deze activiteiten zijn de deelnemers voor onze school verzekerd door de schoolverzekering.
2010-2011
Pagina 19
27. Ontheffing van de lessen De leerlingen volgen alle lessen en activiteiten die voorzien zijn in het schoolwerkplan. Tijdelijke afwijkingen (zie ook lichamelijke opvoeding en zwemmen) zijn slechts mogelijk op schriftelijk verzoek van één van de ouders en mits schriftelijk akkoord van de directie. Definitieve vrijstelling kan slechts gebeuren volgens de regels voorzien in het decreet basisonderwijs art. 29-30.
28. Revalidatie tijdens de schooluren Revalidatie tijdens de lesuren kan in uitzonderlijke omstandigheden, dit is nadat er een multidisciplinair overleg is geweest tussen alle betrokken partijen. Pas na deze samenkomst, gevolgd door een positieve beslissing, kan overgegaan worden naar revalidatie tijdens de schooluren.
29. Vakantie- en vrije dagen Deze dagen worden tijdig medegedeeld in de schoolbetrokken informatiebrochure.
30. Orde- en tuchtreglement Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze schoolgemeenschap te vrijwaren. 30.1 Ordemaatregelen Indien een leerling door zijn gedrag de goede orde in de school in het gedrang brengt kan een ordemaatregel worden genomen. Gewone ordemaatregelen kunnen zijn: • een mondelinge opmerking; • een schriftelijke opmerking in de schoolagenda die de ouders ondertekenen voor gezien ; • een pedagogisch verantwoorde straf Deze opsomming sluit niet uit dat een meer aan het specifiek laakbaar gedrag van de leerling aangepaste maatregel wordt genomen. Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door de directeur of elk personeelslid van de school met een kindgebonden opdracht. Verdergaande ordemaatregelen kunnen zijn: • een gesprek tussen de directeur en de betrokken leerling. • de groepsleraar en / of de directeur nemen contact op met de ouders en bespreken het gedrag van de leerling. • een afzondering uit de klas, bij beslissing van de directeur, onder toezicht en voor maximum één dag. Dit wordt via de schoolagenda meegedeeld aan de ouders. De directeur kan een leerling preventief schorsen telkens voor maximum 5 opeenvolgende 2010-2011
Pagina 20
schooldagen in afwachting van een tucht - maatregel. De directeur moet vooraf het advies inwinnen van de klassenraad en de leerling en de ouders horen. De beslissing van de directeur moet met redenen omkleed zijn. Ten laatste de werkdag volgend op het nemen van de beslissing wordt deze aangetekend aan de ouders meegedeeld. Ingeval van preventieve schorsing wordt de leerling uit de leerlingengroep, waartoe hij behoort, verwijderd. Hij moet op de school aanwezig zijn onder toezicht. Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk. 30.2 Tuchtmaatregelen Het laakbaar gedrag van een leerling kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel noodzakelijk maken. Een tuchtmaatregel kan worden opgenomen indien het gedrag van de leerling: • het ordentelijk verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt; • de verwezenlijking van het pedagogisch project van de school in het gedrang brengt; • ernstige of wettelijke strafbare feiten uitmaakt; • de naam van de instelling of de waardigheid van het personen aantasten; • de instelling materiële schade toebrengt. Tuchtmaatregelen zijn: 1. de schorsing Een schorsing betekent dat een leerling gedurende een bepaalde periode ( meer dan één dag en maximum twintig schooldagen binnen één schooljaar) de lessen en activiteiten niet mag volgen in de leerlingengroep waartoe hij behoort. Hij moet wel op school aanwezig zijn onder toezicht. 2. de uitsluiting Uitsluiting betekent dat de leerling definitief uit de school wordt verwijderd. De uitsluiting gaat in vanaf het moment dat de leerling in een andere school is ingeschreven, uiterlijk één maand ( vakantieperioden niet inbegrepen) na schriftelijke kennisgeving. In afwachting bevindt de betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling. Zowel schorsing als uitsluiting kunnen slechts nadat de tuchtprocedure werd gevolgd. Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke leerling moet afzonderlijk behandeld worden.
31. Tuchtprocedure Tuchtmaatregelen worden genomen door de directeur. Hij volgt daarbij volgende procedure: • Hij vraagt advies aan de klassenraad die het tuchtdossier beoordeelt. • De klassenraad stelt een gemotiveerd advies op. • Indien de klassenraad adviseert om de leerling te schorsen of uit te sluiten, deelt de directeur aan de ouders mee dat een tuchtprocedure wordt ingezet. • Deze beslissing en het gemotiveerd advies worden binnen de drie werkdagen na de bijeenkomst van de klassenraad aangetekend verstuurd aan de ouders. • In dit schrijven worden zij opgeroepen tot een onderhoud met de directeur over de vastgestelde feiten en de vooropgestelde maatregel.
2010-2011
Pagina 21
De ouders en de leerling kunnen vóór het onderhoud kennis nemen van het tuchtdossier in het bureau van de directeur na afspraak. Het onderhoud moet uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden. Het onderhoud tussen directeur, de ouders en de leerling gebeurt enkel op basis van elementen uit het tuchtdossier. Bij de uiteindelijke beslissing kan geen rekening worden gehouden met de gegevens die vooraf zijn bekendgemaakt en / of die geen deel uitmaken van het tuchtdossier. Na dit onderhoud neemt de directeur een gemotiveerde beslissing omtrent de tuchtmaatregel die aangetekend, binnen de drie werkdagen na het onderhoud meegedeeld wordt aan de ouders. Alleen tegen uitsluiting kan aangetekend beroep worden ingesteld bij het schoolbestuur binnen de vijf werkdagen na ontvangst van de mededeling. Binnen de tien werkdagen na het instellen van beroep wordt de beslissing van het schoolbestuur aangetekend aan de ouders meegedeeld. De tuchtmaatregel gaat in daags nadat de termijn om beroep aan te tekenen verstreken is of daags na de uitspraak van het schoolbestuur. Voor de beroepscommissie van onze school kan u zich wenden tot: DSKO, Beroepscommissie Basisonderwijs. Bij een definitieve uitsluiting kunnen de ouders, bij het zoeken naar een andere school, worden bijgestaan door de directeur of door het begeleidend VCLB-centrum. Het tuchtdossier kan niet worden overgedragen naar een andere school. Tijdens de procedure kunnen de ouders zich laten bijstaan door een raadsman. Dit kan geen personeelslid van de school zijn.
32. Tuchtdossier Een tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur. Het tuchtdossier omvat een opsomming van: • • • • •
gedragingen de reeds genomen ordemaatregelen; reacties van de ouders op eerder genomen maatregelen; het gemotiveerd advies van de klassenraad het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake.
33. Speciale toelatingen Het verspreiden van aankondigingen of drukwerk via de leerlingen kan alleen maar via de Jejo-krant ( zie infobrochure Diepenbeek). Voor het aanbrengen van affiches of berichten in de school, voor het inzamelen van geld of het houden van verkoopacties dient steeds de toelating gevraagd te worden aan de directeur of aan het schoolbestuur.
34. Reclame en sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een schoolbestuur, directie, leraren, …. waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor bij opvoeringen of activiteiten ter gelegenheid van het schoolfeest. Sponsoring kan enkel indien ze niet tegenstrijdig zijn met het opvoedingsproject. 2010-2011
Pagina 22
Leerlingen zijn geen dragers van reclameboodschappen (T-shirts, stickers op boekentassen,…)
35. Financiële bijdrageregeling Vanaf dit schooljaar geldt de nieuwe regeling i.v.m. de maximumfactuur. Wij onderscheiden de scherpe maximumfactuur, de minder scherpe maximumfactuur voor meerdaagse uitstappen en de bijdrageregeling. De scherpe maximumfactuur Dit wil zeggen dat de school maximum 20 euro voor een kleuter of 60 euro voor een kind van de lagere school mag vragen aan de ouders voor verplichte activiteiten zoals zwemmen, leeruitstappen, sportactiviteiten,… (per schooljaar). De school dient deze raming vooraf aan de ouders mee te delen. De minder scherpe maximumfactuur voor meerdaagse uitstappen De school mag maximum 360 euro vragen aan ouders voor meerdaagse activiteiten zoals bos- en zeeklassen gedurende de ganse lagere school. De kinderen van onze school gaan op boerderijklassen en bosklassen. Dit betekent dat wij de kostprijs van 100 euro twee keer aanrekenen gedurende de lagere schoolperiode. Zo blijven onder de maximumfactuur van 360 euro. De bijdrageregeling De school biedt ook services aan die niet verplicht zijn zoals drankjes, tijdschriften, vakantieblaadjes,… Er is geen maximumbedrag vastgelegd omdat de ouders vrij zijn om al dan niet van deze diensten gebruik te maken. De school beperkt echter bewust het aanbod van tijdschriften en andere commerciële uitgaven. Kostenraming Voor een overzicht van de verschillende kosten die wij in het schooljaar 2010-2011 zullen aanrekenen, verwijzen we naar de informatiebrochure.
36. Engagementsverklaring Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar in ruil verwachten we wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. Ouders en school zullen op afgesproken momenten de engagementen en het effect ervan evalueren.
Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw kind. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Daarvoor plannen we bij het begin van het schooljaar een infoavond in de klas van uw kind. U kan er kennis maken met de leerkracht van uw kind en met de manier van werken. 2010-2011
Pagina 23
We willen u op geregelde tijden informeren over de evolutie van uw kind. Daarvoor organiseren we 4 keer per schooljaar individuele oudercontacten. Jullie krijgen dan telkens de mogelijkheid tot een gesprek met de klasleerkracht, de differentiatieleerkracht, de leerkracht lichamelijke opvoeding en de zorgleerkracht. Ook de directeur is op die avonden aanwezig. Bij het begin van elk schooljaar laten we u weten op welke data die doorgaan. Wie niet op het oudercontact kan aanwezig zijn kan een gesprek aanvragen op een ander moment. Als u zich zorgen maakt over uw kind of vragen hebt over de aanpak dan kan u op elk moment zelf een gesprek aanvragen met de leerkracht van uw kind, met de directeur of met de zorgcoördinator. De telefoonnummers van de leerkrachten vindt u in de informatiebrochure. Wij informeren u op geregelde tijden ook schriftelijk over de evolutie van uw kind. Dit gebeurt via de schoolagenda of andere briefwisseling. Wij verwachten dat u zich als ouder samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw kind en steeds ingaat op onze uitnodiging tot oudercontact. Wij engageren ons om steeds te zoeken naar een alternatief overlegmoment indien u niet op de geplande oudercontactmomenten kan aanwezig zijn. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw kind. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw kind.
Aanwezig zijn op school en op tijd komen. De aanwezigheid van uw kind op school heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage en voor de toelating tot het eerste leerjaar. Meer hierover kan u lezen in de onthaalbrochure. Daarvoor moeten wij de afwezigheden van uw kind doorgeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. Wij verwachten dat uw kind dagelijks en op tijd op school is. Wij verwachten dat u ons voor 8.35 verwittigt bij afwezigheid van uw kind. Het CLB waarmee wij samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. U kan zich niet onttrekken aan deze begeleiding. Wij zullen op de hierna volgende wijze samenwerken met u en met het CLB. De klasleerkracht, de zorgcoördinator of de directeur verwittigt het CLB. Het CLB neemt vervolgens contact met u op. In overleg wordt er een datum vastgelegd voor een gesprek. U kan steeds bij ons terecht bij problemen. We zullen samen naar de meest geschikte aanpak zoeken. Individuele leerlingenbegeleiding. Onze school voert een zorgbeleid. Dit houdt ondermeer in dat we gericht de evolutie van uw kind volgen. Dit doen we door het werken met een leerlingvolgsysteem. Sommige kinderen hebben op bepaalde momenten nood aan gerichte individuele begeleiding. Ander kinderen
2010-2011
Pagina 24
hebben constant nood aan individuele zorg. We zullen in overleg met uw als ouder vastleggen hoe de individuele begeleiding van uw kind zal georganiseerd worden. Daarbij zullen we aangeven wat u van de school kan verwachten en wat wij van u als ouder verwachten. Wij verwachten dat u ingaat op onze vraag tot overleg en de afspraken die we samen maken opvolgt en naleeft.
Positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal. Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun kind het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij als school engageren er ons toe alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun kind, ook in de vrije tijd, te stimuleren bij het leren van Nederlands. Dit kan ondermeer door : • Zelf Nederlandse lessen te volgen. • Uw kind naschools extra Nederlandse lessen te laten volgen. • Te zorgen voor een Nederlandstalige begeleiding van uw kind bij het maken van zijn huistaak, bij het leren van zijn lessen. • Bij elk contact met de school zelf Nederlands te praten of er voor te zorgen dat er een tolk is. ( volgens de gemeentelijke regels). • Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige jeugdbeweging. • Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige sportclub. • Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige cultuurgroep. • Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige academie (-muziek, woord, plastische kunsten,…) • Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige tv-programma’s te laten kijken en er samen met hem over te praten. • Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige radioprogramma’s te laten luisteren. • Uw kind met Nederlandstalige computerspelletjes te laten spelen. • Elke avond voor te lezen uit een Nederlandstalig jeugdboek. • Geregeld Nederlandstalige boeken uit te lenen in de bibliotheek en er uit voor te lezen of ze uw kind zelf te laten lezen. • Binnen de school en bij elke schoolactiviteit enkel Nederlands te praten met uw kind, met andere kinderen, met het schoolpersoneel en met andere ouders. • Uw kind, in zijn vrije tijd, geregeld te laten spelen met zijn Nederlandstalige vriendjes. • Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige vakantieactiviteiten. • Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige taalkampen.
37. Goedkeuring van en wijzigingen aan het schoolreglement Dit schoolreglement en elke wijziging ervan wordt aan één van de ouders ter ondertekening voorgelegd. In geval de ouders het schoolreglement niet wensen te ondertekenen, zijn ze gehouden kenbaar te maken met welk onderdeel van dit reglement zij niet akkoord kunnen gaan. Het niet ondertekenen van het schoolreglement kan voor het schoolbestuur een reden zijn om de inschrijving van de betrokken leerling te weigeren. Wijzigingen aan het schoolreglement worden door het schoolbestuur aangebracht voor zover zij dat noodzakelijk acht. Alvorens hiertoe over te gaan zal het steeds het advies inwinnen van de directeur en de schoolraad.
2010-2011
Pagina 25
Vzw ISD campus Rooierheide Heidestraat 157 3590 Diepenbeek Tel. 011.32.19.48 Fax 011.33.33.21 e-mail
[email protected] website: www.vbrooierheide.be
VERKLARING VAN DE OUDERS Ik ondergetekende (naam+voornaam) ………………………………………………………………………………………………… Wonende te …………………………………………………………………………………. ouder/voogd van …………………………………………………………………………… klas: ……………………… verklaar kennis genomen te hebben van het schoolreglement en bevestig dat ik daarmee akkoord ben.
Voor akkoord,
Datum:
Handtekening:
………………………….
…………………………………………..
Gelieve dit formulier volledig ingevuld en ondertekend terug te bezorgen aan de klastitularis.
N.B. Indien u met een of meerdere artikels van het reglement niet akkoord bent en daardoor het reglement niet kan ondertekenen, dient u dit kenbaar te maken aan de directeur. 2010-2011
Pagina 26