Vrijdag 19 december 2014 nummer 398
De illustratie 'Den Haag op stand' is van de Haagse kunstenaar Diederik Gerlach.
Rein
Den Haag op stand De verdeling van de stad in zand en veen is in feite al zo oud als Den Haag zelf, maar het lijkt alsof de scheiding nooit zo duidelijk wordt gevoeld als de afgelopen jaren. Aanvankelijk was het een markering die alleen in grafieken voorkwam, maar sinds de jaren tachtig is vrijwel iedereen ermee bekend. Het is de scheiding tussen welvarend en arm, tussen autochtoon en allochtoon, tussen blank en gekleurd. Kortom, het is een omschrijving die weinig subtiliteit kent. In de media gaat de meeste aandacht uit naar het veen. Vanwege de problemen die armoede voortbrengt (de Schilderswijk is de armste wijk van Nederland, bewoners sterven er veel eerder dan die in de Vogelwijk), de stadsvernieuwing, jongeren die in naam van de islam opstand prediken, de hoge misdaadcijfers enzovoort. Allemaal aspecten die goed zijn voor berichten, reportages en commentaren. Op het zand is het veel stiller. Een notabele rijdt wel eens dronken tegen een paaltje, maar nooit werpen de bewoners van de Archipelbuurt of het Statenkwartier gemaskerd barricaden op. En als ze in het Benoordenhout boos zijn op de gemeente, heeft dat een lawine aan brieven tot gevolg, veelal geschreven door gepensioneerde juristen. Hagenaars die nog steeds een beetje zijn zoals de keurige burgers in Slauerhoffs beroemde gedicht ‘In Nederland…’. ‘Het gaat mij daar te kalm en te deftig, men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig. En danst nooit op het slappe koord (…) ‘En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord’. Want ook onwenselijk gedrag is op het zand anders, het uit zich in hoge bonussen, een linke piramideconstructie, lucratieve fraude of burgerlijke ongehoorzaamheid. In Den Haag hebben wij twee werelden in één.
Weense voor h Reinildis van Ditzhuyzen studeerde geschiedenis en talen aan de universiteiten van Salzburg, Nijmegen, Wenen en Barcelona. In Duitsland geeft zij commentaar bij televisie-uitzendingen over het Nederlands vorstenhuis, in eigen land is zij een gekend schrijfster met een divers œuvre waarin ‘De dikke Ditz. Hoe hoort het eigenlijk’ het bekendste werk is. Onlangs verscheen van haar hand ‘OranjeNassau. Het biografisch woordenboek’. Momenteel werkt zij in Wenen op basis van door haar ontdekte brieven aan een historisch boek dat volgend jaar oktober verschijnt.
ls dit verhaal een film was, zouden we in het openingsshot een studente met een koffer in haar hand uit een treinwagon zien stappen onder de overkapping van een groot station. Wenen in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. De Oostenrijkse hoofdstad is vermoeid en heeft nog niet alle klappen verwerkt die de oorlog heeft toegediend. Het beeld vervaagt en verplaatst zich naar een andere tijd, de onze. Dezelfde vrouw, ouder, zelfbewuster, in haar koffer een verhaal over de twintigste eeuw. “De geschiedenis van een eeuw belichaamd door één man”, zegt de vrouw en stapt dan in een taxi. Het is geen film, maar het verhaal van de Haagse historica en auteur Reinildis van Ditzhuyzen, die in Wenen werkt aan een boek over de relatie tussen Mimi en Hermann. Een liefde tijdens de Eerste Wereldoorlog. In de jaren zeventig was zij in Wenen als studente en nu is ze terug. “Den Haag”, zegt ze bijna als afscheid, “raakt daardoor steeds meer op de achtergrond”. Alleen al de aanloop naar haar verhaal is er een waar schrijvers van dromen. “Ik kwam in contact met Frederik Enschedé, inderdaad van de drukkerij. Hij vertelde me dat hij een archief had geërfd via zijn Weense moeder. Of dat niet iets voor een boek was. Ik ben in Wenen gaan kijken. Als ik een lade opentrok, rolden de papieren eruit. Zo’n stapel! Alles ongeordend”. Dat boek moet zij nog schrijven, want er duikt ook nog een oude kluis op die een geheim bevat: 34 brieven van Mimi Rainer en haar minnaar de Jood Hermann Lilienfeld, negenentwintig van hem en vijf van haar. Alsof je via het deurtje van de kluis zo de geschiedenis binnenstapt. De briefwisseling begint in 1915. “Volgend jaar precies een eeuw geleden, een prachtig moment om met zoiets te beginnen, want de Eerste Wereldoorlog staat volop in de belangstelling”. Dat verhaal gaat dus voor. Ze schrijft het in het Duits omdat het in de eerste plaats een verhaal is voor de Duitse markt; een Midden-Europese geschiedenis die de schrijfster naar de randen van het oude Habsburgse Rijk brengt, naar landen die toen niet bestonden, of nu andere grenzen hebben. Naar steden en streken die tegenwoordig nieuwe namen dragen, zoals Lviv, dat toen Lemberg heette en nog een handvol andere namen had, maar ook naar Boekowina, Bratislava, Košice, Arolsen, Berlijn, Saarburg en Praag. Een reis door de oude atlas van Europa.
A
Poëtisch Maar in de eerste plaats zijn het de twee geliefden die haar intrigeren, en dan met name Hermann. “Van Mimi wist ik wel het een en ander, want ze was de moeder van mijn opdrachtgever. Maar wie was hij? Dat wilde ik weten”. Voortvarend ploegt zij archieven in Wenen door en ze reist zelfs af naar Lilienfeld, waar de burgemeester tracht alle naar zijn stad vernoemde families op te sporen. “Maar van mijn Hermann wist hij niets”. Zij zoekt verder, want de Oostenrijkse militair boeit haar mateloos. “Hij was officier, arts en dirigent, en hij schrijft zo mooi, heel poëtisch en literair, alsof je naast hem zit”. Als bewijs citeert zij een zin uit een brief van 20 november 1915. ‘Ik zoek altijd en overal de schoonheid. Ook in de oorlog. Die is afschuwelijk, maar toch zijn ook daar momenten en gevoelens die met het oog van de kunstenaar gezien, zo oneindig mooi zijn, dat gloeiende hartstocht en geluk je de tranen over de wangen doen lopen en je hart zwelt van hoop en hunkering’. “Hij kijkt als een dichter en schrijver”, stelt Van Ditzhuyzen vast. “Hij schrijft op hoe prachtig een paard met wilde manen bij een hek staat. Dat is een overlevingstruc. Door oog te hebben voor schoonheid
Voor deze bijlage hebben we een eigenzinnige keuze gemaakt. Niet het zand of het veen, ook niet allebei, we kozen voor een verkenning van de levens in de Haagse wijken vlak achter de duinen, waarbij we de rijkdom die de multiculturele samenleving ons bracht, niet zijn vergeten (zie pagina’s 10 en 11: ‘Hofleveranciers van het veen’). Het is een lichtvoetige bijlage waarvoor de prachtige schildering van Diederik Gerlach op de voorpagina de toon zet. Des Indes, Haus Mauritz, ’t Goude Hooft, het Binnenhof alias Grand Hotel Haager Hof en De Posthoorn opgetild naar het niveau van een chic wintersportoord in kersttooi. Inderdaad, Den Haag op stand.
‘Hij was officier, arts en dirigent, en hij schrijft zo mooi, heel poëtisch en literair, alsof je naast hem zit’
Casper Postmaa
2 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
nildis van Ditzhuyzen ontdekt in kluis vergeten correspondentie
e liefdesbrieven als leidraad het verhaal van een eeuw Door Casper
Postmaa
uitkering nodig had”. Van Ditzhuyzen hoeft zich niet aan overdrijving te bezondigen, daarvoor was het leven van Hermann Lilienfeld al dramatisch en kleurrijk genoeg. Zo slaagt hij er ook in om tussen alle pijnlijke bedrijven door aan een tweede carrière te beginnen. Na een opleiding aan het conservatorium krijgt hij voor tien jaar een aanstelling als dirigent in Lemberg. Het is inderdaad een verpletterend leven dat Van Ditzhuyzen De kluis waarin de brieven zijn aantrof en op papier zet in gevonden. Archieffoto het door haar zo geliefde Wenen. Dat voert terug naar de opmerking aan het begin, Den Haag dat op de achtergrond raakt, en haar liefde voor Wenen. De vrouw met koffer op het perron. “Dat gevoel heb ik nog steeds als ik er sta, alsof ik thuiskom. De bepalende jaren in mijn leven waren daar. Ik heb er ongelooflijk van genoten, ik leefde in de geschiedenis, het was een uithoek, een dooie boel, maar ik heb ge-no-ten! Ik zong in de Staatsoper met de groten der aarde, weliswaar in het koor, maar toch. Het was een ongelooflijk leuk leven, ik ging naar bals, debuteerde, toneel, muziek, opera, het niveau was ongelooflijk hoog en ik was er zo hongerig naar, nog steeds. Ik studeerde geschiedenis en woonde midden in de geschiedenis. Dat was heel bijzonder”. Voorlopig zal zij in Wenen blijven, want er wachten nog twee boeken, onder meer over de familie van haar Nederlandse opdrachtgever Frederik Enschedé. “Hij vond dat onderzoek naar Mimi en Hermann wel aardig, maar vroeg me op een gegeven moment toch: ‘Hoe zit het nou met het boek over mijn familie?’ Weet je wat, dacht ik, ik laat hem zien waar ik precies mee bezig ben. Met een powerpoint erbij heb ik het verhaal verteld. Na afloop zei hij: ‘Je hebt me zo gelukkig gemaakt, zo gelukkig’. Haar opdrachtgever is inmiddels op 89-jarige leeftijd overleden, Hermann en Mimi komen volgend jaar oktober weer tot leven.
Reinildis van Ditzhuyzen. Foto Bart Homburg
verdringt hij de gruwelijkheden van de oorlog”. Terwijl Hermann oog in oog met de vijand staat, tennist Mimi in Wenen. Haar brieven zijn anders, niet altijd vol begrip voor het lot van haar minnaar. Uiteindelijk zal het daarop stuklopen, maar dat verhaal moet het boek vertellen. Na de breuk zouden ze elkaar nooit meer zien, maar Mimi blijft hem in zekere zin trouw door de brieven altijd te bewaren. Ook de vijf die ze zelf schreef en die per kerende post terugkwamen omdat ze door de oorlogsomstandigheden niet konden worden bezorgd. “Vrouwen schreven vaak jammerbrieven, stortten hun ellende uit op papier. Mannen konden dat niet, die mochten niet schrijven dat het slecht ging, of dat ze gingen verliezen, want dat zou demoraliserend werken. Dat soort verwijzingen werden door de censuur onleesbaar gemaakt”. Interessant materiaal, maar de doorbraak blijft uit. Als ook spitwerk in het Weense Kriegsarchiv niets oplevert, krijgt zij een inval. Als Hermann arts is geweest, moet hij ook hebben gestudeerd. Wellicht aan de Universiteit van Wenen, en eindelijk, daar is het raak. “Ik was door het dolle heen. Ik heb hem! I’ve got him! Met zijn geboortedatum en alles erbij, zelfs een foto. Een knappe kerel!” Nu kan de onderzoekster de sporen naar het verleden pas echt lezen. “Ik heb zijn complete leven gereconstrueerd, soms denk ik wel eens dat ik meer van hem af weet dan hij zelf indertijd”. Ontheemd Het verhaal dat ze in vogelvlucht vertelt, is een typisch Habsburgse geschiedenis, maar is ook het verhaal van het drama van de Europese Joden. Als na de Eerste Wereldoorlog Frans-Josefs ‘Vielvölkerstaat’ verkruimelt, komt ook de grote Joodse gemeenschap in Wenen onder druk te staan. En na de Anschluss in 1938, waarbij Oostenrijk opgaat in het Derde Rijk, is het lot van de Joden bepaald. Vertwijfeling, angst, het kamp, en de mensen die het
overleven, Hermann is een van hen, wacht na de oorlog vaak een ontheemd bestaan. Terug naar Wenen, of naar Israël, of naar het veilige Amerika? Hermann kiest voor Argentinië en begint helemaal opnieuw. Reinildis van Ditzhuyzen volgt hem in haar boek op de voet. Zij vindt Hermann Lilienfeld ook terug in het amper bekende dwangarbeiderskamp in Vyhne, Slowakije. Zoals op veel plaatsen waar zij onderzoek deed, is ook hier sprake van een taalbarrière. “Ik heb gewoon iemand van de straat geplukt. Spreekt u Duits, Frans, Engels, Italiaans, Grieks?! ‘Italiano!’, riep iemand”. En zo kan zij het verhaal beluisteren over het werkkamp waar Hermann met driehonderd Joden is terechtgekomen tijdens een zwerftocht naar een door Adolf Eichmann beloofde vrijplaats. De laatste bitterkoude oorlogswinter brengt Hermann door in de Karpaten, waarheen hij samen met een aantal andere kampgenoten is gevlucht als de bewakers er na een door partizanen geleide opstand vandoor zijn gegaan. Het verblijf in de bergen is erger dan dat in het kamp, hoort Reinildis van Juliana Filova, die erbij is geweest en Hermann heeft gekend. “Een ooggetuige, het was allemaal zo verpletterend. Dat ik die vrouw heb gevonden, is een wonder. Toen ik haar een hand gaf, was ik één handdruk van hem verwijderd”. Het strijdbare leven van Hermann Lilienfeld krijgt een kleurrijk vervolg na de Tweede Wereldoorlog in Buenos Aires. Met zijn toenmalige echtgenote vertrok hij in 1948 vanuit Rotterdam. In Argentinië volgen een scheiding en een nieuw huwelijk. Zijn karige inkomen vult hij aan met een Duitse uitkering in het kader van de Wiedergutmachung. “Dat betekende dat hij daarvoor ook een aanvraag had ingediend waarin hij moest uitleggen wat er met hem in de oorlog was gebeurd. Die verklaring heb ik gelezen. Voor mijn verhaal was dat een belangrijke ondersteuning, al weet ik niet of hij de toon nog wat somberder had gemaakt omdat hij die
3 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
Mimi en Hermann in vervlogen tijden, toen alles nog goed was. Archieffoto
1 januari open 13.00 -18.00 uur
www.gemeentemuseum.nl
MUSIC
GENIET MET 20% KORTING VAN EEN SCHITTEREND OUDEJAARSCONCERT IN PATHÉ BUITENHOF! Begin uw oudejaarsavond extra bijzonder op woensdag 31 december om 17.15 uur in Pathé Buitenhof. U kunt dan getuige zijn van een uniek oudejaarsconcert live vanuit De Philharmonie uit Berlijn. Grootheden Sir Simon Rattle en Menahem Pressler zullen u deze avond betoveren met werken van onder andere Mozart, Rameau, Kodály en Dvorák. Knip vandaag nog deze voucher uit en koop uw tickets met maar liefst 20% korting aan de kassa van Pathé Buitenhof (vraag naar de voorwaarden). We wensen u een prachtige oudejaarsavond!
✁
www.pathe.nl/buitenhof
‘Maar de man naast mij hield me tegen en fluisterde: dit is de 6de Markies van Salisbury’
Tennissen met de elite Door Theo
Ja, ik ben een tennisgek. Bovendien ben ik geïnteresseerd in de historie. Dertig jaar geleden las ik in een boek dat de voorloper van lawntennis nog gespeeld wordt en nu real tennis heet. Dat moest ik dus ook gaan doen. Vooral in Engeland zijn nog tientallen speciaal voor tennis gemaakte gebouwen. Het oudste staat naast Hampton Court Palace en is gebouwd in 1530. Hendrik VIII stond daarop een potje te spelen, toen hij het bericht kreeg dat zijn vrouw Anna Boleyn was onthoofd. Toen ook ik op die baan de oervorm van het tennis mocht gaan beoefenen, werd ik overvallen door het gevoel dat ik in een tijdmachine was gestapt. Het spel wordt nog precies zo gespeeld als vierhonderd jaar geleden. Voor aanvang van het potje begroeten de tegenstanders elkaar met een kleine buiging en een zwierige beweging van het zware houten racket. De bal is massief en is gemaakt van een bol katoen met daaromheen touw en vilt. Als je die bal goed weet te raken, zingt de bespanning een goddelijk geluid. Voeg daar de muziek van Purcell aan toe en dr. Emmett Brown’s DeLorean mag voorgoed wegblijven.
H
Bollerman
Real-tennisdubbel op Hardwick House. Foto's PR
atfield House is een kleiner paleis ten noorden van Londen, maar met een bijna net zo lange geschiedenis. Want het was ook een halve eeuw lang eigendom van Hendrik VIII. Zijn 19-jarige dochter Elisabeth I zat daar onder een boom te lezen, toen ze werd geroepen voor het koningschap. Het is sinds de 16de eeuw in bezit van de Markiezen van Salisbury, de familie Cecil, en aan hen geschonken door Elisabeth uit dankbaarheid voor de diensten van haar vertrouweling Robert Cecil. En ja, op dat terrein staat ook zo’n real-tennisgebouw. Ik speelde daar eens een toernooi en stond te borrelen met wat leden, toen een stokoude kerel met bijbehorende oude wandelstok binnen kwam schuifelen. Hij was sjofel gekleed en ik vond het grappig, dat de tuinman ook even kwam kijken. Ik wilde een praatje aanknopen, maar de man naast mij hield mij tegen en fluisterde me toe, dat dit de 6de Markies van Salisbury was. “Ik zal je zo aan hem voorstellen. Wedden, dat hij je dan een drankje aanbiedt? Dat mag ik dan gaan halen en afrekenen, want het concept geld is hem vreemd. Aan de muren van zijn huis hangen Rembrandts en Goya’s, maar hij heeft nog nooit een portemonnee vastgehouden”. Zijn voorspelling kwam uit. De cider smaakte me extra lekker door het aparte gevoel dat je in een zeer bijzonder toneelstuk mag figureren, alleen maar omdat het zo leuk is tegen een bal te slaan. Vorige maand konden we weer zo’n ronde langs de Londense banen maken. Eerst speelden we op de Queen’s Club. Dat is het belangrijkste racketsportcentrum van Engeland. Behalve natuurlijk de twaalf tapijtstrakke lawntennisbanen liggen er twee real-tennisbanen, twee racketsbanen en vijf squashcourts. Je komt er niet zomaar binnen. Je moet eerst aan de wachtpost uitleggen waarvoor je komt en pas daarna opent hij de slagboom, zodat je je Fordje kunt parkeren naast de Maserati’s, de Bentley’s, de Porsches en die Lotus. We speelden daar met een aardige kerel die vertelde dat hij de zoon was van een personeelslid, de dame die achter de balie werkt. Het kostte een duit, maar dat had hij er graag voor over. De volgende dag togen we naar Lord’s, het epicentrum van de cricketwereld. Ook daar staat een
real-tennisbaan. Wij waren uitgenodigd door Robert Muir, een lawyer in de ‘City’. De wachtpost aldaar was wat strenger. Blijkbaar trachten vele vreemdelingen zich zomaar toegang te verschaffen tot dit heiligdom, want we moesten hem zelfs onze rackets tonen. De tenniskleedkamers werden opgeknapt en we mochten ons omkleden in de kleedkamer bestemd voor het Engelse cricketteam, blijkbaar de grootste eer die een sportman in Engeland ten deel kan vallen. De Marylebone Cricket Club (MCC) heeft 18.000 leden woonachtig in vele landen en de wachttijd om lid te worden bedraagt gemiddeld 27 jaar. De kleedkamers bevinden zich op de eerste verdieping en door de ramen kon je het magnifieke stadion met de 25.000 witte kuipstoeltjes goed zien liggen. Na afloop dronken we natuurlijk een drankje. Onze gastheer had ons op het hart gedrukt jasje-dasje te verschijnen. Anders zouden wij niet eens het clubhuis in mogen. Daar zaten we na afloop opgedirkt op onze barkukken, toen hij met nog druipend haar aan kwam rennen. Hij keek opgelucht en bedrukt tegelijkertijd. Hij had namelijk zelf zijn das per ongeluk thuisgelaten en was benauwd geweest, dat hij niet toegelaten zou worden. En hij schaamde zich, wat wij overigens onzin vonden, dat hij ons zo had gecommandeerd netjes te verschijnen. Gekte Ook in Engeland zijn de muren tussen de sociale klassen een beetje aan het afbrokkelen. Je kunt met wat goede wil heus wel enkele treden klimmen op de sociale ladder. De voorwaarde is wel, dat je laat zien dat je bereid bent je aan te passen aan de hogerop heersende zeden en gewoonten. Het aantrekken van de juiste kleding is daar een duidelijk zichtbare uiting van. En natuurlijk is het bij die kleding behorende gedrag ook van belang. Het mooie van de Engelse elitaire sportclubs is echter een geheel andere voorwaarde, waar streng de hand aan wordt gehouden. Je moet aantoonbaar idolaat zijn van de betreffende sport, een goed niveau daarin bereikt hebben en bereid zijn in woord en daad je daarvoor in te zetten. Engelsen zijn er erg goed in die gekte bij anderen te herkennen en vanaf dat moment kun je
5 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
geen kwaad meer bij ze doen, zelfs al sla je ‒ onbewust ‒ diverse sociale flaters. Parkeerplaats Het meest extreme voorbeeld hiervan is de All England Lawn Tennis Club, dankzij het grandslamtoernooi van Wimbledon de rijkste tennisclub ter wereld. Ja, daar zijn natuurlijk ook mensen lid die tot de upper class behoren. Maar nog sterker dan bij de MCC geldt de eis dat je op jouw manier betekenis hebt voor in dit geval de tenniswereld. Tot de slechts 375 leden behoren behoorlijk wat tennisleraren, journalisten en oud-professionals. Voor iedereen geldt, dat je geacht wordt je in te zetten voor de club en te participeren in één van de vele vriendschappelijke wedstrijden. Want jaarlijks ontvangt de club zo’n 5000 invitaties uit de gehele wereld voor zo’n ontmoeting. Ieder verenigingsbestuur hoopt, dat het dan ook weer terug wordt genood voor een wedstrijd op het heilige gras. Mijn club OTC viel die eer enkele jaren geleden te beurt. De gastvrijheid was ongeëvenaard. De kleedkamers zijn overigens beduidend beter dan die van de MCC. De ‘kleedkamerbediende’ vraagt bijvoorbeeld na de wedstrijd beleefd of hij één van de acht ligbaden voor jou moet prepareren. Denk niet dat de man minzaam behandeld wordt. Hij wordt gekoesterd. Maar het mooiste moment van die trip was toch de aankomst, toen ik mijn auto mocht parkeren. Recht voor het clubhuis. Vlak voor het centercourt. De beste parkeerplek ter wereld. Ik kon niet meteen uitstappen, ontroering welde op.
Leden parkeren op Wimbledon.
ENA 9 One Touch ENA 9 One Touch
Genot Genot van van de de hoogste hoogste klasse klasse EEN MOOIE KLASSIEKE FEESTAVOND
ZO KLINKT KERST Vrijdag 19 & Zondag 21 December
BESTEL NU KAARTEN!
HET RESIDENTIE ORKEST SPEELT
BACH
residentieorkest.nl of 070 88 00 333 Dr Anton Philipszaal, Den Haag
De combi-uitloop, traploos in hoogte verstelbaar, is De combi-uitloop, traploos in hoogte verstelbaar, is uitgerust met state-of-the-art fijnschuimtechnologie. uitgerust met state-of-the-art Deze produceert een vederlichtfijnschuimtechnologie. melkschuim met een
Black Black
Deze produceert een vederlicht melkschuim een onweerstaanbare consistentie voor de met perfecte onweerstaanbare consistentie voor de perfecte cappuccino en is gemakkelijk los te koppelen en
Aktieprijs
cappuccino en is gemakkelijk los te uitlopen koppelenvoor en schoon te maken. Twee gescheiden schoon maken. Twee gescheiden koffie ente melk garanderen perfecte uitlopen resultatenvoor en koffie en De melk garanderen perfectegarandeert resultateneen en hygiëne. snelle Aroma+ molen + hygiëne. De snelle Aroma perfecte koffiekwaliteit. JURAmolen - If yougarandeert love coffeeeen perfecte koffiekwaliteit. JURA - If you love coffee
Aanstaande zaterdag speciale demodag
€ 999,1.069,1.069,-
Advies verkoopprijs: Advies verkoopprijs:
€ €
Geautoriseerd JURA-dealer: Geautoriseerd JURA-dealer:
Lucent Danstheater www.ldt.nl of 070 88 00 333 KASSA
INFORMATIE
www.ddddd.nu een coproductie met Holland Dance en het Lucent Danstheater
De stijl van decorateur Rob Piepers
‘Opzichtig, maar zonder tuttemerul’ Door Jasper
Rob Piepers in de Juffrouw Idastraat. Het klinkt als een sprookje en dat is het ook. Sinds bijna 25 jaar is Piepers decorateur van de beau monde, in Den Haag en daarbuiten. Van keukengordijnen tot complete paleisinterieurs: hij maakt het allemaal.
B
Gramsma
Het draperiebehang achter het schilderij is van de Franse fabrikant Zuber die bekend is van adembenemende panoramawanden. Foto: PR
ij het betreden van de salon stap je een kakofonische wereld binnen van bloemdessins en tijgerprints. Elke muur is anders behangen, elk meubel anders gestoffeerd, maar alles is even uitgesproken. In de kastenwand liggen duizenden stofstalen, eveneens met bonte motieven. “Effen vind ik getuigen van een gebrek aan fantasie. Ik hou van druk en veel, op het randje van kitsch”, bekent Rob Piepers direct. Zijn voorliefde voor de empirestijl steekt hij letterlijk niet onder stoelen of banken. Begin negentiende-eeuwse meubels vullen de ruimte en aan de muur hangt een replica van misschien wel het bekendste schilderij van Napoleon door Jacques-Louis David. De decorateur licht toe: “Toen ik deze meubels kocht, was ik net in Malmaison geweest, het huis van Napoleon’s vrouw Joséphine de Beauharnais. Een fascinerend mens. De empire breekt met de voorgaande Lodewijkstijlen. Het is anders, opzichtig, maar toch redelijk strak zonder tuttemerul”. Het werd Piepers’ handelsmerk en is naar eigen zeggen één van de redenen waarom hij als laatste der Mohikanen nog bestaat. “Mijn commerciële gevoel is nul, dus in tegenstelling tot collega-decorateurs ben ik niet meegegaan in trends. Deze stijl is tijdloos en ik heb er consequent aan vastgehouden. Omdat ik een eigen atelier heb waar drie mensen werken, hoef ik bovendien geen concessies te doen aan kwaliteit. Wat ik bedenk, voeren we ook zelf uit”. Burgerlijk De eigenzinnige aanpak in combinatie met het assortiment van de soms duizelingwekkend kostbare wand-, vloer- en meubelbekleding werkt, want Piepers mag mensen uit de hoogste kringen tot zijn clientèle rekenen. “Ach, dat gaat van mond tot mond. Het is een klein wereldje”, vertelt hij. Zonder namen te noemen geeft de decorateur daarvan een voorbeeld. “Eén van de mensen voor wie ik werkte nam een vriendin mee, een keurige mevrouw die razend enthousiast was over wat ik maakte. Zij belde me op een gegeven moment om aan te kondigen dat ze met haar ‘werkgever’ langs zou komen. Ik vond dat vreemd en dacht dat ze de werkster bedoelde. Het bleek iemand van het Koninklijk Huis, die tot op de dag van vandaag klant bij me is”. Met zo’n klantenbestand maak je wat mee, zo heeft Piepers ervaren. “Er was eens een dame met een heel groot huis en personeel, iemand uit een andere tijd als het ware. Ze wilde trekkoorden voor haar gordijnen, maar die bleken alleen in het wit te krijgen. Dat vond ze te burgerlijk, dus ben ik gaan verven. Als dank voor mijn werk heb ik later een eettafel gekregen uit de dienstkeuken, die gebruik ik nog steeds”. En al pratende schiet hem nog een anekdote te binnen: “Oh ja! Een klant met echte kaarsen in de kerstboom had bij het uitblazen enorme vetvlekken gemaakt op haar kapitale gordijnen. Nou, daar ga je dan met keukenrol en strijkbout aan de slag. Altijd improviseren, dat is zo leuk”. Een deel van de klantenkring dankt Piepers aan een carrière bij de deftige woninginrichter Mesker, destijds in bezit van de oud-directeur van meubelfabriek Pander, waar hij voordien werkte. “Ik heb ontzettend veel geleerd van de Haagse chic die daar kwam. Als men vroeg om een ‘sousmain’ moest ik opzoeken dat er een bureauonderlegger bedoeld werd. Al die vreemde benamingen voor Engelse kastjes kende ik ook niet. De grootste rariteit die ik meemaakte was dat een dame tegen me zei: ‘Ik ben met mijn paard gekomen, want ik kan hier nergens parkeren’. Tja, je leert ook die mensen zelf echt kennen”. Veel van Piepers’ klanten bezitten
een landhuis of een ander historisch pand, waardoor er relaties van jaren ontstaan. “Mijn klanten pakken vaak het huis in verschillende fases aan, per kamer. En banken worden niet nieuw gekocht, maar opnieuw bekleed. Dat is precies het verschil tussen oud en nieuw geld”, legt hij uit. “Omdat die mensen dus al zo lang bij me komen, ontstaat er een persoonlijke band. Sommigen zijn zelfs vrienden geworden”. Om zijn werk goed te kunnen doen, is een klik volgens de decorateur heel belangrijk: “Ik vraag veel, zodat zij veel vertellen. Dat is nodig om te weten waar ik het zoeken moet tussen al die rollen in deze bijouterie. Er zijn stoffen bij van dertig euro de meter, maar ook dure van wel duizend euro. Aan een ‘mwah’ als antwoord heb ik niets, zeg voor mijn part ‘gadver’. Spreek je uit, dat triggert me”. Gobelinstof De opdrachten die Piepers krijgt, lopen zeer uiteen, blijkt als hij erover spreekt. “We zijn nu bezig met het interieur van het duurste en grootste jacht dat ooit in Nederland is gebouwd, maar onlangs maakten we nog een keukengordijntje”. Naast particuliere opdrachten, werkt de decorateur ook aan grote projecten. Zo werd hem gevraagd het baldakijn in de Ridderzaal van nieuwe bekleding te voorzien en nam hij het interieur van het Paleis op de Dam onder handen tijdens de laatste restauratie. “Lang geleden bezocht ik het paleis, ik vond het afgrijselijk. Het was opgeknapt in de zeventiger jaren met lelijke dingen en verkeerde verhoudingen. Mijn opdracht was om het zeventiende-eeuwse gebouw te verbinden met de empiremeubels – de mooiste collectie buiten Frankrijk – van tweehonderd jaar later. Daarop heb ik empiremotieven met veertien karaats gouddraad in gobelinstof laten weven, een techniek uit de tijd van het paleis. Die combinatie heeft nooit bestaan, maar het resultaat is spectaculair”. De voorbereidingen van het volgende project zijn ook alweer in volle gang: een fifties stijlkamer en een neo-renaissancekamer voor de Senaat. De jaren tikken door, Piepers is inmiddels 64. In zijn nicht Heleen Enschedé ziet hij een opvolger. Afgelopen zomer zegde zij haar baan als juriste op om haar oom bij te staan. Daarmee werd ‘Rob Piepers Decorateurs’ een familiebedrijf. “Op den duur wil ik stoppen, maar ik wil dat het bedrijf blijft bestaan. De mensen die hier werken wil ik niet met de zorgen opschepen. Net toen ik me afvroeg wat te doen, kwam Heleen met het idee om mij te helpen”. Enschedé over haar nieuwe rol: “Dit is een fantastisch bedrijf waar alles tegenovergesteld gaat dan elders. Wat is er fijner dan de hele dag met mooie materialen te werken voor interessante mensen? Met mijn komst wil ik het bedrijf naar deze tijd tillen, met behoud van identiteit. Want nieuwe klanten zoeken anders: men googlet eerst. Daarom zorg ik ervoor dat we meer naar buiten treden en beter vindbaar zijn op het internet”. De decorateur wil zelf zo weinig mogelijk te maken hebben met de zakelijke kant. Hij bouwt het liefst de hele dag aan zijn eigen droomwereld. Niet voor niets liet hij het woord ‘realité’ schilderen op de binnenkant van zijn atelierdeur. “Dan is de klap niet zo hard als je weer naar buiten loopt”. Meer informatie: Rob Piepers Decorateurs, Juffrouw Idastraat 23. Open: maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur, zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur. Advies op afspraak. www.robpiepersdecorateurs.nl.
7 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
MAAK NU KENNIS MET DE NIEUWE DIGITAL BRILLENGLAZEN VAN ZEISS en Kunn en je og itale ig het d perk tijd ? aan
Introductie-aanbieding: Nu tijdelijk € 50,- cadeau bij Zeiss Digital glazen.
LANGE POTEN 35; 2511CM DEN HAAG
De Digital glazen van Zeiss zijn speciaal ontwikkeld voor een optimaal kijkcomfort bij gebruik van apparatuur met een beeld-scherm. Brilservice informeert je graag over de verschillende mogelijkheden van deze Zeiss Digital glazen. Profiteer nu van de tijdelijke introductie aanbieding.
In deze Brilservice vestiging aan de Lange Poten in Den Haag wordt uitsluitend het merk Ray-Ban verkocht. Deze vestiging heeft zich gespecialiseerd in dit merk en beschikt over een zeer uitgebreide collectie brillen en zonnebrillen.
Fauteuil Wandkleed Karpet Kom naar de Finn Juhl Claudy Kasthall winkel in hartje Wassenaar, One Jongstra Langstraat Collection 29 (gratis 2u parkeren), kijk op de site: justhaasnoot.nl voor merken zoals Flexform, e15, Nils Holger Moormann, Cassina, Vitra en vele andere of bel voor een afspraak om u te laten adviseren door de studio van Just Haasnoot: 070 511 9226
Lamp Brokis Muffin
Het veen Door Daphne
Browne
O
Waar doen ‘het veen’ en ‘het zand’ hun oit was de stad off icieus verdeeld in ‘het veen’ en ‘het zand’, waarbij bewoners op het zand, het gedeelte ten noorden van de Laan van Meerdervoort, welgesteld en beschaafd waren, terwijl de bevolking van het veen geen cent te makken had. Tegenwoordig worden deze grenzen allang niet meer zo oppervlakkig getrokken en bevindt zich in elk gedeelte van de stad een bepaalde bevolkingsgroep met een bijbehorende smaak, traditie en portemonnee. Redacteuren Daphne Browne en Annerieke Simeone kozen elk een helft van de stad en onderzochten waar u de beste inkopen voor uw kerstdiner kunt doen. Te beginnen met het veen.
Vleescentrum Paradijs
V
iert u kerst met de hele familie, maar dan ook echt de héle familie? Bij vleescentrum Paradijs aan de Hoefkade gaat er per dag gemiddeld 75 kilo vlees over de toonbank. Met name lam, kalf en rundvlees, alles 100% halal. In de simpele zaak werken mannen in witte slagersjassen die rood zien van het bloed. Complete lamsbouten worden met de vleeszaag in stukken gehakt. Handen laten vlees verdwijnen in een gigantische gehaktmolen en het komt er als perfect gehakt weer uit. Een hele kip kost € 2,75, een kilo konijn € 5,75. Kortom, een ruige winkel voor flinke diners tegen groothandelsprijzen. Kwaliteit? U bent hier uw eigen keurmeester. Adres Hoefkade 791 A www.halalvleesparadijs.nl
Notenbar Saray
I
n deze kraam op de Haagse Markt is het altijd druk. Ruim 23 soorten olijven, gedroogde vruchten, noten en kruidige couscous. Wat hun specialiteit is? “Wijzelf”, grapt de bijdehante medewerker die voorbijgangers ondertussen handjes couscous uitdeelt (‘voor om te proeven’). De dolma’s (wijnbladeren gevuld met rijst of gehakt) zijn vandaag al uitverkocht maar een bakje olijven met saffraan, met gedroogde tomaten of feta is het zeker waard om bij de borrel voor het kerstdiner op tafel te zetten. Ook voor de vulling van uw kalkoen bent u hier aan het juiste adres, alle soorten noten, vijgen en dadels zijn hier voorhanden, en alles voor mooie prijsjes. Adres Haagse Markt / Herman Costerstraat, kraam 207
Ari Pastanesi Turkse Banketbakker
R
uim dertig verschillende soorten koekjes tellen we alleen al in één vitrine bij deze Turkse banketbakker. En dat zijn slechts de zoete koekjes, de meeste bestaan uit dunne laagjes filodeeg gevuld met pistache of walnoten, samengehouden door een zoete suikersiroop of honing, inderdaad zoals baklava. Probeer vooral eens de kadayif, een soort half gebakken deegsliertjes die overgoten worden met suikersiroop, een ware hit tijdens de Ramadan. Zoon Serkan en zijn vader, die 25 jaar geleden de winkel in de Schilderswijk opende, runnen de patisserie waar in 25 jaar qua inrichting ook niks veranderd is.
Adres Vaillantlaan 117
10 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
kerstinkopen? Bakkerij Marakesh Van Kleef
U
it buurtonderzoek gebleken: de beste en tevens eerste Marokkaanse bakker van de Schilderswijk. “In alle beheerstheid laten wij onze materialen rijpen en rijzen”, staat geschreven op een bord in de bakkerij, ambacht staat hier hoog in het vaandel. Hier bakken ze elke dag vers brood van griesmeel en diverse soorten Marokkaanse patisserie en zelfs oliebollen. De diverse Marokkaanse koekjes zijn toch wel de specialiteit van de bakker, echt een aanrader voor kerst. De koekjes zijn niet alleen verrukkelijk, zoet en verfijnd maar ze zijn ook nog eens een lust voor het oog. Zo proeven we briwat, een soort driehoekjes gemaakt van bladerdeeg en gevuld met een heerlijke amandelvulling. Of de Kaab el Ghazal, een koekje dat lijkt op pang sit, maar dan gemaakt van een zoet deeg gevuld met spijs en besprenkeld met sesamzaad. Adres Vaillantlaan 361 www.marakesh.nl
E
lk Haags kerstdiner moet afgesloten worden met op z’n minst één glaasje likeur van Van Kleef. Het enige nog bestaande jenever- en likeurenhuis uit de Residentie (sinds 1842) biedt een uitgebreid aanbod aan Haags gedestilleerd: jenevers, wodka, gin, bitters en ruim 30 verschillende likeuren. Proef de frambozenlikeur bij uw dessert of geniet van één van de verschillende room-likeuren zoals de crème caramel of het befaamde ‘roomnootje’: ‘een zijdezachte compositie op basis van verse room, vanille, karamel en hazelnoot, een verleidelijke romige traktatie’.
Adres Lange Beestenmarkt 109 www.vankleef.eu
Amazing Oriental
C
hinatown kent tal van supermarkten maar Amazing Oriental is wel echt een Aziatisch walhalla en biedt het meest uitgebreide assortiment van allemaal. Verse groenten van mini pak soi tot Chinese broccoli, goede dim sum uit de diepvries naast kilo-verpakkingen garnalen, maar ook zakken eendenvoetjes en eendentongen. Alle kruiden die je kan wensen zijn hier vindbaar, in kleine potjes of kilozakken. Een gangpad vol Japanse ingrediënten, naast een compleet schap vol met sambalsoorten uit de hele wereld. Amazing Oriental is een beleving op zich. Adres Grote Marktstraat 113 www.amazingoriental.com
Vishandel P. Bond & zonen
T
wintig meter viskraam met zo’n 200 soorten vis! Dat is de handel van Mr. Bond, Piet Bond uit Volendam. De zaak zit al sinds 1875 in zijn familie, die tegenwoordig kramen op markten in heel Nederland heeft. Piet importeert vis uit alle delen van de aarde, verse vis komt met het vliegtuig uit Spanje, Griekenland of Kroatië maar ook uit Indonesië of Senegal. 20% van zijn aanbod is diepgevroren, de overige 80% is vers. Piet biedt vis voor iedereen. Zijn karpers vinden vlak voor kerst gretig aftrek bij Poolse inwoners van Den Haag, karper is voor hen de kalkoen die de Hollanders met kerst op tafel zetten. Antillianen komen voor de wulken, zeeslakken die gewoon in de Noordzee voorkomen en uiterst smakelijk blijken te zijn en Afrikaanse klanten kopen graag de diepgevroren vissoorten. Coquilles zijn rond de feestdagen niet aan te slepen. Piet biedt deze lekkernij voor € 3,50 per ons, “dit is eigenlijk te goedkoop, maar omdat ik er dan zoveel verkoop, kan het”. Naast alle hele vissen en schaaldieren zijn er ook kant-en-klare maaltijden, salades en roerbakitems verkrijgbaar. Adres
Haagse Markt / Herman Costerstraat www.pbondenzonen.nl
Slagerij, poelier en kaashandel de Markthof
T
oen de Markthof echt nog een markt was (dan hebben we het over de jaren 60), waarbij de kramen ’s nachts gewoon bleven staan en bewaakt werden, stond deze kaasboer er al. De Purmer, échte kaas uit Noord Holland, is hier de specialiteit, bekroond met het ‘BOB’keurmerk (‘beschermde oorspronkelijke benaming’). “Koeien in Noord-Holland grazen op goeie, baggervette grond, wat weer zorgt voor mals gras en dát proef je terug in deze kaas”, aldus medewerker Jan Maaskant die al sinds 1985 in de winkel werkt. En Jan heeft gelijk, we proeven een heerlijke zachte, romige kaas met pit. Een tip voor kerst? “Ga lekker kaasfonduen, neem een stuk Emmentaler, Appenzeller en wat Purmer, olijfje erbij, hartstikke gezellig toch?” De kaasboer is onderdeel van de slagerij/ poelier die in dezelfde winkel gevestigd is. Eigenaar Hans (de beste man heet eigenlijk Sadat maar die naam vinden de medewerkers te ingewikkeld, vandaar deze bijnaam) presenteert een zeer uitgebreid assortiment. In de categorie rund, varken en lam biedt hij zo’n beetje alle gangbare delen aan en zijn wildaanbod omvat zo ongeveer alles: haas, konijn, fazant, gans, eend, parelhoen, patrijs, je noemt het en Hans heeft het. Hetzelfde geldt voor uw kerstkalkoen, maar bestel deze wel tijdig. Adres Gedempte Gracht 405/c
11 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
Het zand Door Annerieke
Simeone
Waar doen ‘het veen’ en ‘het zand’ hun Gebr. Ammerlaan
Scharrelslagerij ’t Oude Ambacht
H
uisgemaakte hazenpeper, gevulde kalkoen, eendenmousse met port, confit de canard. Een kerstmaaltijd is niet compleet zonder een bezoekje aan de gebroeders Ammerlaan. Hier liggen de beste wild- en gevogelteproducten van Den Haag. De biologische blauwe hoender, weten we uit ervaring, is in een handomdraai klaar. Als u dan ook nog een kant-en-klare wildbouillon koopt, hoeft u zich geen zorgen te maken over het voorgerecht. En wat betreft het dessert, loop gewoon even bij buurman Galerne naar binnen (zie elders op deze pagina).
V
akblad Vleesmagazine deelde dit jaar twee sterren uit aan Scharrelslagerij ’t Oude Ambacht. Gelet werd op kwaliteit, service, organisatie en klantgerichtheid. ’t Oude Ambacht, dat biologisch vlees verkoopt, heeft een speciale kerstlijst voor zijn klanten. Ons oog viel op de biefstuktrio’s: haas-hert-wild zwijn met spek, de overheerlijke lamsrollade gemarineerd met pesto dille en verse kruiden en de hartige vitello tonnato-taart met laagjes kalfsfricandeau, tonijnmayonaise, rucola en kappertjes.
Adres
Adres
Aert van der Goesstraat 26 www.poelierammerlaan.nl
Reinkenstraat 10 www.oudeambacht.nu
Una cena Italiana
D
e onbetwiste leider als het gaat om Italiaanse delicatessen is Italy aan de Piet Heinstraat. Fiorella Cristofoli is de derde generatie die deze oudste Italiaanse specialiteitenwinkel van Nederland runt. Al jaren halen we hier onze gevulde pasta’s, ambachtelijke saucijzen, taralli en burrata. Zo’n uitgebreid assortiment kent Eatalia niet. Maar de onlangs geopende zaak op het Noordeinde heeft wel een Siciliaanse kokkin in dienst die diverse pasta’s ter plekke prepareert. Voor de kerst maakt ze antipastischalen op. Die kunt u combineren met een van de vele wijnen van producent Lenotti. Nog op zoek naar iets lekkers voor na het diner? Pak een panettone (Italiaanse kerstcake) mee met een flesje Petrone, een koffielikeur op basis van buffelmelk. Smaakt als Baileys, maar dan lekkerder.
Italy Eatalia Adres Piet Heinstraat 20 www.italydenhaag.nl
Patissiers de La Haye
Z
e hebben allebei een verslavend lekker assortiment: Jarreau, Philippe Galerne en Michel. Vergeet dus die ingewikkelde kerstdesserts en kijk rustig even rond bij deze exquise patissiers. Gelukkig voor het veen zitten ze verspreid door heel de stad: in het Benoordenhout, het Statenkwartier en het centrum. Wat we daar halen? Bij Jarreau une framboise (amandelbiscuit met frambozenbavaroise), bij Phillipe une tartelette citron en bij Michel un éclair chocolat. Overigens hebben de Franse bakkers Philippe en Michel ook heerlijk knapperige broden.
Adres Noordeinde 117 www.eatalia.nl
Jarreau Adres Van Hoytemastraat 42 www.jarreau.nl
Michel
Simon de Vogel
Adres Oude Molstraat 17 & Breitnerlaan 2 www.michelfood.nl
Philippe Galerne
B
egonnen als een kaaswinkel en inmiddels uitgegroeid tot een van de meest gewaardeerde traiteurs van de stad. Simon de Vogel is al meer dan vijfendertig jaar op de Fred gevestigd. Naast alle worstjes, kazen en wijnen is om het makkelijk te maken een smakelijke kerstlijst samengesteld. Onze favorieten: coquilleschelp in kreeftenragout met Hollandse garnalen, gevulde kalkoen met truffeljus en paddenstoelen met aardappelgratin en chocolademousse met crémeux van passievrucht.
Adres
Adres
Aert van der Goesstraat 24 www.philippegalerne.nl
Frederik Hendriklaan 70 www.simondevogel.nl
12 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
kerstinkopen? Betjeman & Barton
G
oede thee is net wijn. Dat is de stellige mening van Marion van den Blik. Deze voormalige wijnspecialist promoot al jaren handgeplukte thee, die volgens haar toch heel anders smaakt én ruikt dan de fabriekszakjes die wij wekelijks uit de supermarktschappen trekken. Tussen de bijna tweehonderd soorten bevindt zich natuurlijk ook een speciale kerstthee. Zelf zijn we enthousiast over hardloper Pouchkine en over de Wulong Wuyi, die doet denken aan sushi-zeewier. Geen theeliefhebber? Dan is Betjeman & Barton ook een interessante plek voor kerstcadeaus. Van serviezen tot chocolade, van honing tot sirop de thé. Die laatste gaat niet in het theekopje, maar in een glas champagne. Adres
Kruid en Druif
E
en Aziatische kerst. Denk pittig, fris en kruidig. Denk chicken tikka masala, phad thai (noedels met zoetzure smaak, malse kip en knapperige taugé) of kari kari (Filipijnse variant van boeuf bourguignon). En je hoeft je geen zorgen te maken over een ellenlange boodschappenlijst, want bij Kruid en Druif wordt een kantenklaarpakketje zo aangereikt. Ook handig: voor elk gerecht is er een bijpassende wijn. Ons favoriete (vegetarische) gerecht: green curry & tofu, knapperige groenten en zachte tofu in een smaakvolle groene curry met een lichte chili bite. Voor € 16,95 staat er een gezonde maaltijd voor ruim twee personen op tafel. Adres Reinkenstraat 18 www.kruidendruif.nl
Denneweg 25C & Aert van der Goesstraat 1 www.betjemanandbarton.nl
Junkfood
M
et de crowd funding-actie Crowd About Now heeft de Haagse Brabander en lekkerbek Miguel Vroomen al meer dan tienduizend euro opgehaald voor een nieuwe keuken. En dat is hard nodig, want deze hippe toko met ‘post-avantgarde comfort food’ slaat aan. Magazines als Elle Decoration, Eigen Huis en Interieur wisten de voormalig beeldend kunstenaar al te strikken. En niet alleen vanwege de geinige inrichting. Dus als u uw eetpartners eens echt wilt verrassen, dan moet u hier zijn. Vanwege de hamburger met verse vijg en taleggio bijvoorbeeld. Of de kapsalon superdeluxe, met friet van schorseneer, pastinaak en bintje.
Adres Piet Heinstraat 82a www.junkfoodkitchen.com
Plop-up store
W
aar een hobby al niet toe kan leiden. Voormalig KLM-purser Ineke van der Poort spaarde jarenlang capsules van champagnekroondoppen en raakte zo in de ban van deze mousserende wijn, dat ze besloot er zelf in te gaan handelen. Zes kleine wijnboeren vond ze in de Marnevallei midden in het bekende bubbelgebied. En nu is er een plop-up store met vrij onbekende namen. De boeren, die hun druiven verbouwen op slechts enkele hectaren, zijn blij met Van der Poort. Ze hoeven nu niet meer met hun waar te leuren bij lokale salons. Van der Poort, die de winkel runt met vriendin Joke Heeneman, is een ware levensgenieter. Naast andere alcoholische versnaperingen gaan er per week er toch wel twee flessen doorheen, laat ze desgewenst weten. Tijdens Oud en Nieuw kiezen de dames voor Vielles Vignes van Robert Allait a € 42,84. De naam dankt deze champagne aan zijn wijnstokken, die rond 1920 zijn gepland. Adres
Frederik Hendriklaan 132 (t/m half januari) www.onlinechampagnebestellen.nl
13 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
Gedistilleerd
delicaat
Ketel 1 jonge jenever 1 liter Rutte Oude Jenever 1 liter Vodka Smirnoff 1 liter Famous Grouse Blended Whisky 1 liter Bacardi Blanco Rum 1 liter Jameson Blended Irish Whiskey 1 liter Malibu Coconut 1 liter Met gratis originele mok! OP=OP Amaretto di Saronno Originale 0,7 liter Bailey’s Original Irish Cream 0,7 liter Drambuie Whiskylikeur 0,7 liter Captain Morgan Black 1 liter Jägermeister 0,7 liter Gordon’s Gin 1 liter Cognac Peyrat V.S. 0,7 liter Mooie delicate Cognac, gemaakt van een speciale selectie druiven uit de Petite Champagne en Fins Bois regio. Cognac Baron de Otard V.S.O.P. 0,7 liter
€ 10,00 KORtInG!!!
14,60 voor € 11,50 17,50 voor € 13,95 17,95 voor € 14,50 21,50 voor € 16,98 21,95 voor € 16,98 25,95 voor € 20,50 17,95 voor € 13,95 16,95 voor € 13,50 15,95 voor € 12,75 26,95 voor € 19,95 22,95 voor € 17,50 14,55 voor € 11,50 19,95 voor € 15,95 25,40 voor € 19,95
42,35 voor € 32,35
Voor de grootverbruikers: Bacardi Blanco Rum Vodka Smirnoff
3 literfles
77,50 voor € 57,50
3 literfles
64,50 voor € 49,50
Coca Cola Regular en Light Fanta Orange Per 1,5 literfles van 1,75 voor 1,39
dorstlessers
HeIneKen BLIKBIeR per tray à 24 blik van 24,95 voor 12,50
OP=OP
Whisky Specials Chivas Regal 12Y blended Whisky O,7 liter van 31,95 voor € 25,00 Johnnie Walker the Spice Road 1 liter van 109,00 voor € 69,50 Speciale editie van de Explorers Club Collection. Geweldige smaken van honing, kruidnagel en vanilla. Royal Lochnagar 12Y Single Malt/Highland O,7 liter van 38,45 voor € 29,95 Deze koninklijke Single Malt is middelzwaar, moutig en fruitig, met wat rook en specerijen. Laphroaig Quarter Cask Single Malt/Islay O,7 liter € 10,00 KORtInG!!! van 47,55 voor € 37,55 Non-chill filtered 48% Single Malt. Intense krachtige Islay, in de lange afdronk proeft u door de 2e lagering op Sherryvaten een elegante, lichtzoete smaak. Glenmorangie nectar D’Or 12Y 46% Single Malt 1 liter van 78,25 voor € 62,50 Bijzondere Single Malt! Smaaksensaties van gember, nootmuskaat en geroosterde amandelen. Door de 2e rijping van Sauternes vaten ontstaan smaken van honing en fruit.
beauties
Acties
n e g a d t s r e k e g i ett r p ...wenst u goed 2015 en en een e jk i l e t s e fe t e m u t ...verwen edingen! aanbi
geldig van 17 t/m 31 december 2014
wij hebben ook leuke boomcadeaus
SODeSPARKLInG wat goedkoop! Bollinger Brut Special Cuvée Champagne 75cl van 52,95 voor € 42,95 € 10,00 KORtInG!!! Perrier-Jouët Grand Brut Champagne 75cl van 41,75 voor € 32,50 Zeer verfijnde Champagne uit Epernay. Smaken van exotisch fruit, honing en de florale accenten geven de Champagne frisheid en inhoud. Champagne testulat keuze uit Brut of Demi-Sec 75cl van 29,95 voor € 24,50 Champagne testulat Rosé Cuvée Charlotte 75cl van 33,80 voor € 27,50 Champagne testulat Blanc de Blancs Brut nature 75cl van 37,20 voor € 29,50
OVErIGE WIJNLaNDEN Castello Vicchiomaggio FSM Merlot 2006 – toscane/Italië van 127,80 voor € 95,00 absoluut de top van Toscane! Te vergelijken met een Grand Cru Classé Bordeaux. 100% Merlot druiven. Slechts 5850 genummerde flessen, ondertekend certificaat. In origineel houten kistje. Amarone della Valpolicella Zonin 2008 – Veneto/ Italië van 41,75 voor € 29,50 eisacktaler Pinot Grigio – Süd tirol/Alto Adige/ Italië van 15,15 voor € 11,50 Maior de Mendoza Albariño – Rias Baixas/ Spanje van 13,45 voor € 9,45 Rento 2004 Bodegas Mattaromera – Ribera del Duero/Spanje van 48,30 voor € 36,50 Zeer complex, krachtig, mooie lange afdronk. Cyan 8 meses – toro/Spanje van 10,20 voor € 7,50 Rioja Monte Real Reserva 2007 Per fles van 18,50 voor € 14,95 Per karton à 3 € 37,50 Raiken Cabernet Sauvignon ultra 2009 – Colchagua Valley/Chili van 29,95 voor € 22,50 Een unieke tanninerijke krachtpatser. Cloudy Bay Sauvignon Blanc 2012 – Marlborough/nieuw-Zeeland van 32,50 voor € 25,00
nIeuW In Het ASSORtIMent!
100% Chardonnay, strakdroge, bloemige Champagne zonder restsuikers. Moët & Chandon Brut Impérial 75cl van 42,95 voor € 34,50
‘Grote Wijnen’ uit alle continenten FraNKrIJK
Overige Sparkling Prosecco Frizzante Zonin D.O.C./Italië 75cl van 9,55 voor € 6,75 Cava torreblanca extra Brut Reserva/Spanje 75cl van 18,50 voor € 12,95 Crémant d’Alsace Brut Willm/Frankrijk 75cl van 17,50 voor € 12,50 Crémant d’Alsace Blanc de noirs/Frankrijk 75cl van 19,80 voor € 13,95 Rueda Carrasviñas espumoso/Spanje 75cl van 15,60 voor € 11,50 Gemaakt van 100% Verdejo druiven. Frisse, strakdroge Sparkling.
den haag Prinsestraat 57 070 364 29 25
*
Voorhout
* Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Sancerre Gitton Père & Fils Galinot/Loire 75cl van 29,45 voor € 21,50 zeer kleine oplage Sancerre, genummerde flessen. Bijzondere volle elegante witte wijn met een lang rijpingspotentieel. Pouilly Fumé Gitton Père & Fils Péchignolles/ Loire 75cl van 21,75 voor € 15,50 Chablis 1e Cru Dufouleur 2010/Bourgogne 75cl van 28,30 voor € 19,95 Beaune 1e Cru Hospices de Beaune Clos des Avaux 2009/Bourgogne 75cl van 41,30 voor € 32,50 Savigny-Les-Beaune Hospices de Beaune 2009/ Bourgogne 75cl van 41,30 voor € 32,50 Pouilly-Fuissé Hospices de Beaune Cuvée Françoise Poisard 2010/Bourgogne 75cl van 57,60 voor € 42,50 Cuvee Clémence Bordeaux Blanc entre deux Mers 2012/2013 nu van 10,95 voor € 8,50 Chat. La Haye 2010 A.O.C. St. estephe van 32,80 voor € 27,50 Chat. Marquis d’Alesme Margaux Gr. Cr. Cl. 2009 van 57,50 voor € 49,95
noordwijk
* Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
verfijnd
oegstgeest Lange Voort 19 071 301 55 83
Voor de extra openingstijden van onze winkels, zie onze website
www.drinkland.nl
‘Het al
K
“
Het Aloysius College was katholiek tot in zijn diepste vezels. In de beginjaren van de school richtten de jezuïeten hier ook een Maria Congregatie op. Op deze actieve vereniging was speciale aandacht voor Maria, met als doel om een beter mens te worden. Hier een foto uit 1926 van pater Gielen met leerlingen van het AC. Foto: fotoarchiefac.nl
16 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
Pater Kurris over zijn ‘grote liefde’
t Aloysius College was veel meer dan lleen maar een middelbare school’ Door Marc
Konijn
De kas is leeg, de rector heeft ontslag genomen en leerlingen lopen weg. Het Aloysius College vecht voor zijn bestaan. Ooit was het een school van naam en faam, een instituut in de stad, opgericht en geleid door de jezuïeten. Frans Kurris is één van de twee laatste paters die nog leeft. Den Haag Centraal zocht hem op. “Het Aloysius was veel meer dan alleen maar een middelbare school”.
ijk, hier stonden de jongens in een lange rij voor de schoolfoto”, wijst Frans Kurris met een breed armgebaar. “Dan had je altijd van die belhamels die achter de rij langs weer naar voren renden, om stiekem voor een tweede keer op de foto te gaan”. Kurris kan er nog altijd om grijnzen. “En daar aan de muur is het beeld van de heilige Aloysius. Zijn hoofd was hét mikpunt, als het gesneeuwd had”. Frans Kurris is voor heel even terug in Den Haag. De 86-jarige pater woont in klooster Berchmanianum in Nijmegen, maar is gevraagd een uitvaart te verzorgen in de Duinzichtkerk in het Haagse Benoordenhout. Op een paar honderd meter voor aankomst stapt Kurris uit bij wat hij later zijn grote liefde noemt: het Aloysius College. De gewrichten zijn wat stram, maar de loop is nog kwiek. Met charme, interesse spreekt hij een groepje brugklassers aan. De kinderen hangen aan zijn lippen. De geur in de fraaie hal van de school, de indrukwekkende trap, het gedempte licht uit het glas in lood; twaalf jaar heeft hij er gewoond en gewerkt. Maar Kurris is niet zo van de nostalgie. “Wij jezuïeten reizen altijd en hechten ons niet zo snel”. Bovendien moet hij naar zijn afspraak in de Duinzichtkerk. “Dat is toch een protestantse kerkgemeenschap? Die mensen komen altijd een kwartier eerder, zodat de mis precies op tijd kan beginnen”, grijnst hij. ,,Kom, laten we gaan!” Een paar dagen later zitten we op de kamer van Kurris, op de tweede verdieping van het fraaie Berchmanianum in Nijmegen, een enorm complex dat veel weg heeft van het Aloysius College. Het is in dezelfde tijd gebouwd, en ook in opdracht van de jezuïeten legt Kurris uit. “In de oude tijd was dit het opleidingscentrum van onze orde. Je had hier collegezalen, laboratoria, en alles wat erbij hoort. Je kunt je het haast niet voorstellen, maar we waren met 63 studenten, allemaal jonge mannen die zich geroepen voelden. Nu is het een rusthuis geworden voor oude paters. We zijn nu nog met vier jezuïeten over”. Frans Kurris werd in 1928 geboren in Maastricht en groeide met zijn zus en drie broers op in een gezin met een muzikale moeder en een hardwerkende vader, die chemisch ingenieur was, en die ondanks een zesdaagse werkweek iedere zondagochtend inruimde voor hulp aan de armen. De kleine Frans had er nooit over gedacht priester te worden, maar toen hij op zijn veertiende in aanraking kwam met de jezuïeten, veranderde dat. “Dat waren duidelijk geen echte kloosterlingen, zoals ik in mijn hoofd had, van die griezelige typen die in kazernes leefden. Ik zag jonge, ontwikkelde mensen die in een normaal huis woonden, die midden in de wereld stonden, zonder persoonlijk bezit, en daar als het zout der aarde werkten. Dat sprak me enorm aan”. Kantelmoment Het kantelmoment kwam op de eerste zondag van januari 1943. “Ik weet het nog goed. Het gerucht was al door de stad gegaan: pater Robert Regout was overleden in Dachau. Deze jezuïet, hoogleraar, zoon van een beroemde familie uit Maastricht, had zijn leven gegeven om op te komen voor het internationaal recht. Hij was
opgepakt door de Duitsers vanwege zijn kritische artikelen. Dat heeft op mij diepe indruk gemaakt. Met al die heiligen had ik nooit zoveel op, maar deze sympathieke man was een martelaar. De hoogmis op die zondag was overweldigend. De kerk zat stampvol, met tweeduizend mensen”. Het besluit stond vast: Frans werd ook jezuïet. In de winter van 1944 meldde hij zich na een lange omweg op zijn gelapte schoenen vlak achter de bezette linies bij de jezuïetenschool in Grave. Na een lange opleiding, belandde Kurris via het bezinningswerk in Spaubeek uiteindelijk op het Aloysius College. Het eerste lesuur, dat was op 7 december 1970, negen uur in de ochtend, godsdienstles, dreunt hij moeiteloos op. “Ik weet het nog goed. Ik stelde me aan de klas voor, en vroeg of er misschien al vragen waren. Een slungel achter in de klas stak zijn hand op, met zo’n achteloos gebaar, en vroeg: moet je zondags eigenlijk naar de kerk? Ik was radeloos. Wat moest ik hier nou toch mee? En toen hoorde ik mezelf zeggen: ‘Dat moet niet, maar dat doen wij hier zo.’ Het werd even doodstil. Maar toen ik vertelde dat ze de vrijheid hadden niet naar de mis te gaan, dat de kerk daar helemaal niet mee zat, maar dat ze zich daarmee wel distantieerden van het wij, toen ontstond er iets. Zo hadden ze de zaak nog nooit bekeken. Dat was leuk om mee te maken”. Furore Het Aloysius College maakte furore, en dat was achteraf ook niet zo vreemd, stelt Kurris. “De paters brachten iets extra’s. Zij waren vaak na het onderwijs actief met allerlei clubs. Er was een lange traditie in hoogstaand toneel, in debating en in schaken vooral, met de beroemde pater Ed Krekelberg. Er was allerlei sport, zoals voetbal, hockey, zeeverkennerij. En je had de roemruchte kampen. Het AC was veel meer dan alleen een onderwijsinstituut. Er zat een enorme culturele kop op. Het was een hele sterke leefgemeenschap van docenten en leerlingen, waar altijd wat gebeurde”. En ook voor het onderwijs hadden de paters een passie. Het intellectuele niveau was hoog, blikt Kurris terug, met veel gepromoveerde paters. “De Haagse jezuïeten hadden een naam: de paters op het AC schreven schoolboeken die tientallen jaren in het hele land gebruikt werden. De geschiedenisboeken van Beemsterboer, de biologie van Verschuren, daar zijn toch hele generaties mee opgegroeid. En zo waren er meer. Die paters deden dat omdat zij beter onderwijs wilden. Zij stonden met die school op, en gingen ermee naar bed”. Maar die rijke voedingsbodem begon langzaam te verschralen, doceert Kurris. “Het College veranderde. Toen ik in 1970 begon, had de school achthonderd leerlingen, en telde ik zestien paters – dat was een kwart van het lerarenkorps. Dat waren er nog maar twee of drie toen ik vertrok. Je zou kunnen zeggen dat met ieder sterfgeval de school weer een klein beetje verzwakte. Daar kwam nog eens bij dat wij ook minder tijd kregen voor schoolzaken, omdat de paters steeds vaker de gewone parochies in de stad moesten bijstaan”. Tot midden jaren zeventig werkte de oude
formule nog goed, daarna begon de zaak te kantelen. Kurris: “Het niveau bleef hoog, omdat wij heel veel goede lekenleraren hadden. Die pasten bij ons. Het waren vaak docenten die nog als leerling op school hadden gezeten. Rector Holleman was een halve jezuïet, die kwam vaak bij ons eten. Ik durf te zeggen dat de helft van de leraren boven het gewone niveau was, met een stuk of vijftien knotsgoede leraren. Die hebben de school lang draaiend gehouden”. Ministers Het Aloysius College heeft grote mannen voortgebracht, waaronder politici als Norbert Schmelzer en Ben Bot. Kurris haalt er zijn schouders over op. “Ach, mensen noemen dan altijd dezelfde namen. Maar het is grote quatsch dat jezuïeten altijd onderwijs geven aan ministers en aan elite”. De wijsvinger gaat omhoog, de stem verheft zich. “Want pas op, houdt de zaak zuiver. Het was beslist geen opleiding ván de elite. Nee, het Aloysius College was veel meer een opleiding tót de elite. Veel oud-leerlingen vind je terug in de hogere bestuurslagen, vooral op de departementen”. Natuurlijk, het kan niet anders dat die statige school in het welgestelde Benoordenhout ook veel kinderen van de elite aantrok. Maar het grootste deel van de leerlingen kwam toch wel uit lagere kringen, vertelt Kurris, die behalve leraar Frans en godsdienst ook mentor was van de havo. “Als mentor bracht ik één keer per jaar een huisbezoek aan alle leerlingen, en de eerste kan ik mij nog goed herinneren. Ik moest naar Adam, zoon van een marktkoopman, die in een klein straatje in de Schilderswijk woonde. Ik kende dat milieu nog niet, maar ik heb een kostelijke avond gehad. Zijn moeder gaf me een zak met de lekkerste sinaasappelen mee. Het was geen toeval dat ik juist daar begon. Ik denk dat zeker de helft van de leerlingen uit de lagere middenstand kwam”.
In de jaren tachtig verliet Frans Kurris het Aloysius, naar eigen zeggen omdat het onderwijs hem niet veel voldoening meer gaf. “We hadden een hele sterke sectie Frans, met eerstegraadsdocenten. Dat betekende dat ik vooral de brugklassen deed. Op een gegeven moment had ik het wel gehad met ‘le’ en ‘la’ en de subjonctif. Ik zag ook mijn pensioen naderen, en ik wilde niet al het rusthuis in om de hele dag met de rozenkrans door de tuin te wandelen en televisie te kijken. Maar toen kon ik de Franse parochie in Marlot gaan leiden, de kerk waar Franse expats uit het hele land naartoe kwamen voor een dienst. Dat heb ik met heel veel plezier gedaan, tot mijn tachtigste”. Borrel Zo, en dan is het nu tijd voor de borrel, vóór het warme middagmaal. Frans Kurris veert op uit zijn stoel, trekt zijn jasje aan en beent door de kloostergangen van het Berchmanium naar de recreatiezaal op de begane grond. Het zuidelijke accent van Kurris galmt zachtjes langs de gewelven. Het wordt een rode port, de tijd van de anekdotes breekt aan. “Wist je dat het schoolgebouw eigenlijk veel groter zou worden? Maar het geld was ineens op. Het was belegd in Rusland, en dat was door de Revolutie in een klap waardeloos geworden”. Bij de zalm en pasta met broccoli wordt de neergang van de school nog eens onder de loep genomen. Het is een complex verhaal, vinden ook de andere paters. Feit is dat de grote bruidsschat – voor de school achtergelaten door de jezuïeten ‒ helemaal verbrast is, en dat de goede leerkrachten niet gekoesterd zijn “Het is een totaal andere school geworden, met docenten die niet op dezelfde manier voor de school leven, iets wat ook niet meer kan. De mensen die de school nu open willen houden, hebben dat oude beeld van het Aloysius College nog voor ogen. Het is goed bedoeld. Maar het is onmogelijk die tijd terug te krijgen. Daarvoor is de wereld teveel veranderd”.
Pater Frans Kurris is weer even terug in Den Haag en spreekt met brugklassers op het plein van het Aloysius College. Foto: Eveline van Egdom
17 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
advertentie
‘Ik geef mijn maatje de regie terug over haar financiën’ Tientallen Hagenaars zetten zich in om als budgetmaatje stadsgenoten te helpen grip op hun financiën te krijgen. Budgetmaatje Sander Horsman van Budgetmaatjes070 startte onlangs zijn tweede maatjestraject en er is altijd plek voor nieuwe maatjes. “Ik vind dat we elkaar als maatschappij moeten helpen.” Tekst: Ellen Mannens “Weet je wat me vooral opviel aan het project Budgetmaatjes070? De mensen van wie we maatje zijn, hebben lang niet altijd een laag inkomen. Het zijn in mijn geval mensen van wie het leven van de ene op de andere dag veranderde door een ongeluk. Ze hoefden nooit op hun uitgaven te letten, omdat er genoeg binnenkwam, maar dat is nu veranderd.” Aan het woord is Sander Horsman (27). Sinds augustus 2013 maatje in het project Budgetmaatjes070 (voorheen Vandebankaf) van Stek – voor stad en kerk. Hij is niet het type dat ‘s avonds thuis op de bank gaat zitten. Dus is Sander naast zijn werk op het Ministerie van OCW ook BHV’er, lid van de sportdagcommissie én maatje. “Ik wilde vrijwilligerswerk doen. Daarom ben ik gaan nadenken wat ik kan met mijn financiële achtergrond. Zo kwam ik op het idee mensen te helpen die schulden hebben.” Via de meest logische weg – google – kwam Sander bij Stek terecht. Sinds 2010 koppelt de organisatie vrijwilligers aan mensen met schulden om hen te helpen grip te krijgen op hun financiën. “Ik houd zelf sinds mijn vijftiende mijn inkomsten en uitgaven bij. In het maatjesproject merk ik dat dat lang niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Daarmee kan ik mensen dus helpen.”
Zijn eerste jaartraject met zijn maatje heeft hij inmiddels afgerond, het tweede jaar met een nieuw maatje is twee maanden geleden begonnen. “Dat begint altijd met een kennismakingsgesprek. Het belangrijkste gesprek, want als de klik er niet is, gaat het niet werken. Tot nu toe heb ik steeds een goede match gehad.” Daardoor leerde hij zijn maatje niet alleen met financiën om te gaan, maar leerde hij ook iets over zichzelf. “Wat voor mij belangrijk is, is geduld. Ik werk meestal snel naar een resultaat toe, maar je moet ook rekening houden met het proces van je maatje. Mijn huidige maatje wist dat ze schulden had, maar durfde haar bankrekening niet te openen en er lag een flinke stapel post. Toen we alle inkomsten en uitgaven op een rijtje hadden, moest ze daar echt even van bijkomen.” Een ander leerpunt is het feit dat Sander ontdekte dát hij het leuk vond om mensen te helpen. “De uitdaging daarin is om niet de redder te worden. Tijdens de tweedaagse training voorafgaand aan het project leer je de verschillende vormen van een vertrouwensband opbouwen. De redder doet alles voor zijn maatje, maar daardoor wordt je maatje niet zelfstandig. In eerste instantie ben je een redder, doordat je orde aanbrengt, maar daarna geef je je maatje langzaam de regie weer terug over zijn financiën.” Wat voor type moet je zijn om budgetmaatje te worden? “Ik denk niet dat er één type aan te wijzen is. Er zijn ook zoveel soorten cliënten. Ik ga uit van de kracht van mensen zelf. Als iemand het even niet redt, moet de maatschappij bijspringen. Daarmee bedoel ik niet de overheid, maar wij Maatje Sander Horsman: “Sinds mijn vijftiende houd ik mijn inkomsten en uitgaven bij. In het maatjesals maatschappij zelf. En als je er zo over denkt, project merk ik dat dat lang niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Daarmee kan ik mensen dus helpen.” moet je je dus wel inzetten voor een ander.” Om privacyredenen is de persoon op de foto niet Sanders werkelijke cliënt. Foto: Floris Scheplitz
Word ook budgetmaatje Stek organiseert vier keer per jaar een tweedaagse training voor nieuwe maatjes. Voor informatie en aanmelding, neem contact op met Pauline Eggink of Annemieke Leidekker via (06) 511 070 70 /
[email protected] of
[email protected] Kijk ook op www.stekdenhaag.nl/budgetmaatjes070
Amsterdam, Arena • Den Haag, Spui Leiderdorp, WOOON Rotterdam, Alexandrium III
• www.hulshoffwonen.nl
1001 kado-ideeën Wij wensen u prettige feestdagen en veel plezier van uw aankoop!
SINDS 1891
Den Haag, Spui Gratis parkeren parkeergarage Stadhuis
Zondag open
Klassieke smockjurkjes. Mogelijk van TAA, maar daar is men te discreet er iets over te zeggen. Wassenaar, 5 juli 2010: De Prinsessen CatharinaAmalia, Alexia en Ariane tijdens de fotosessie op De Eikenhorst, Landgoed de Horsten. Foto: RVD
De missie van Tesselschade-Arbeid Adelt:
‘... om in voorkomende gevallen in haar eigen levensonderhoud te voorzien’
D Door Vilan
van de Loo
e winkel aan het Noordeinde is sinds mensenheugenis open. Tesselschade-Arbeid Adelt (TAA) verkoopt er succesartikelen als smockjurken, theemutsen en slaapkonijnen. Alles met de hand gemaakt, dus stuk voor stuk uniek. TAA heeft in totaal acht van deze winkels en verder bezit ze in Nederland 31 afdelingen die bij elkaar een groot aantal verkooppunten bezitten. Is het dus een handwerkclubje? Verre van dat. TAA is de oudste landelijke vrouwenvereniging van Nederland, opgericht in 1871. Achter de verkoop van het authentieke handwerk schuilt een verhaal over emancipatie, economische zelfstandigheid en over opeenvolgende vorstinnen van Oranje. Op het grote TAA-symposium van november kwam het allemaal aan de orde. First things first. Het heden. TAA is een vrouwenvereniging met een traditioneel aanzien en een hypermodern verhaal. Waar het vanaf de eerste dag om ging, was vrouwen hun eigen geld te laten verdienen. Anno 1871 was dat een radicaler geluid dan anno 2014, maar de essentie van autonomie is identiek. Wie dat idee steunt, kan (ook als man) lid worden van TAA, geld doneren of gaan winkelen. Bij de vereniging blijft buiten de gebruikelijke onkosten niets aan de strijkstok hangen; de gelden worden netjes beheerd, een jaarlijkse accountantsverklaring bevestigt dat. Die typische TAA-vermenging van oud en nieuw zit in de hele vereniging. TAA is aanwezig op YouTube en Facebook, en daar zijn filmpjes van handwerk te zien. Dat is afkomstig van de groep ‘handwerksters’, degenen die daarmee iets bijverdienen. Met simpele sokken breien kom je bij TAA niet binnen. Wel wanneer je wit op wit kunt borduren of weet hoe je een muizentandje haakt. Handwerk op dit niveau is een ambacht en een kunstvorm tegelijkertijd, nu en vroeger. Zo zijn de leunkussens in de Gouden Koets ooit door handwerksters van de vereniging gemaakt. Jaarlijks verdient TAA tienduizenden euro’s met het handwerk. Voor een belangrijk deel gaat dat naar de
‘kandidaten’, vrouwen die een subsidie ontvangen waarmee ze een opleiding kunnen volgen om zo economisch zelfstandig te zijn. Dat is de hoofdeis die de vereniging stelt. Pretstudies betaal je maar zelf. Nu dat symposium. Daarmee vierde het Betsy Perk Opleidingsfonds haar 75-jarig bestaan en indirect het feit honderden vrouwen een steun in de rug te hebben gegeven. Het leek zo feestelijk maar toch stemde het tot nadenken om te horen hoeveel meisjes en vrouwen financieel van de partner afhankelijk waren. En wie is er in de meeste gevallen beroerd aan toe als er een scheiding komt? Precies. Wat dat betreft, is er in al die tijd niets veranderd. Motto Het was de Delftse feministe Betsy Perk (1833-1906 ), die op 17 oktober 1871 de Algemeen Nederlandsche Vrouwenvereeniging ‘Arbeid Adelt’ oprichtte. De naam was een motto. Destijds bleven veel jonge vrouwen uit de midden- en hogere klassen ongehuwd, zonder dat ze in staat waren om zelf geld voor hun levensonderhoud te verdienen. Wanneer ze dat wel konden, gebeurde dat vaak in het geheim. Men schaamde zich. Het heette onvrouwelijk. Betsy verdroeg dat slecht en besloot tot handelen over te gaan. Tegelijkertijd met de vereniging kwam een tentoonstelling, waarop handwerk van deze vrouwen te koop was, en daarbij stond de naam van de maakster. Koningin Sophie (1818-1877) kwam kijken en kopen, en zij werd de eerste koninklijke beschermvrouwe. Met deze vorstelijke steun moest het prille Arbeid Adelt wel tot bloei geraken. In Den Haag werd de bekende schrijfster Thérèse Hoven (1860-1941) lid van Arbeid Adelt, om daar minstens dertig jaar lang de drijvende kracht achter de afdeling te zijn. Hoven schreef al het plaatselijke verenigingsnieuws, begeleidde jonge studerende vrouwen en verwerkte het verenigingsbelang in haar romans. Vooral dankzij haar tomeloze inzet bloeide de Haagse afdeling. Zijzelf was een uitgesproken rolmodel. Zo vond ze: “De vrouw moet, evenals de man, leeren werken en haar
19 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
brood verdienen. [...] Voor haar eigen geluk, voor haar gevoel van eigenwaarde en ook voor haar huwelijk is het naar mijn meening absoluut noodig, dat ieder meisje grondig een beroep leert, al was het alleen maar om in voorkomende gevallen in haar eigen levensonderhoud te voorzien”. Maar er waren ook ruzies in Arbeid Adelt. Discussies. Niet iedereen kon zich vinden in de leuze dat de arbeid inderdaad zou adelen; al snel werden stemmen gehoord die zeiden dat discretie toch óók van belang was, en dat men rekening diende te houden met de maatschappij. Binnen een jaar scheidde een nieuwe vereniging zich af, die als Tesselschade grotendeels hetzelfde werk ging verrichten. Pas in 1953 zou men elkaar weer vinden in een fusie. De Haagse afdeling hield in alle tijden stand. Eind 2013 telde ‘Den Haag’ 350 leden. Marketing Zoals het toen was, is het nog bij TAA. De vereniging is trouw aan de uitgangspunten van weleer. Dat heeft voordelen. Het is geen organisatie die ten onder zal gaan aan de hype van de dag zoals dat kan gebeuren met hippe internetbedrijfjes. Het heeft ook nadelen. De verenigingscultuur kent een traditie van vrouwelijke bescheidenheid, waardoor afdelingen moeite hebben zichzelf onder de aandacht te brengen. In de jaarverslagen staan bijvoorbeeld indrukwekkende cijfers (er gaan tienduizenden euro’s om in TAA), maar op de website zijn die nauwelijks terug te vinden. Er is een webshop in ontwikkeling, maar ook die heeft straks reclame nodig. En krijgen de donateurs wel uitgelegd hoe urgent hun bijdrage is? Wat doet de Haagse winkel, waar net als bij veel andere winkels de omzet het afgelopen jaar teruggelopen is? Het gevoel voor marketing is, inderdaad, bescheiden. Wat dat op termijn voor de vereniging betekent, zal de toekomst uitwijzen. Meer informatie: www.tesselschade-arbeidadelt.nl
Kerst aan het Spuiplein Lucent Danstheater | Dr Anton Philipszaal | Nieuwe Kerk
Dans
Muziek
Familie
Dino Jaws
Bestel n uw kaart u en!
Eten of gegeten worden?
Ballet
kerst
@TheaterDenHaag aanhetspuiplein
tm 6 sep 2015
070 88 00 333 www.philipszaal.nl
35 miljoen songs 365 dagen Zaterdag 1 systeem Demodag Alleen bij De vries Elektro
Alles van Sonos uit voorraad leverbaar
HET GEHEUGEN PALEIS
tentoonstelling 16.10.2013 - 04.01.2015
met je hoofd in de archieven
laatste kans! op 4 januari sluit het geheugenpaleis definitief de deuren We pakken op 3 en 4 januari nog eens goed uit met speciale rondleidingen van Ad van Liempt, Jacco Hogeweg, Marie-Charlotte le Bailly en Renger de Bruin. Ook organiseren we verschillende workshops, zoals papier maken.
1. Nu gratis een jaar lang Deezer
2. Maak kans op een gratis Play1 twv 199,-
Bij aankoop van een Play1, Play3, Play5, AMP, Connect of Playbar
Deze aktie loopt t/m 31 december 2014, kom naar de winkel voor meer informatie
Kijk op gahetna.nl/agenda voor meer informatie
gahetna.nl
La Haye diplomatique et mondain
‘Buitensporig veel winkels in banket en chocoladeartikelen’ Door Jan
n geen van de Nederlandse grote steden telde het verschil tussen rangen en standen zo zwaar als in Den Haag. Dat was al zo sinds Den Haag de regeringsstad was van ons land. Hier telde je mee als je tot de adel behoorde, of later, tot de groep aanzienlijke burgers die regenten werden genoemd. In de tijd dat zij ons land regeerden als republiek, deed de adel overigens nog volop mee. De adel had vooral informele politieke invloed en ook speelden edelen een rol aan het hof van de Oranjes. Dit stadhouderlijk hof gaf Den Haag een allure die ongewoon was in burgerlijk Nederland. De vooraanstaande burgers deden hun best de levensstijl van de adel na te volgen, maar in Nederland probeerde de adel juist weer ‘gewoner’ te zijn in vergelijking met elders. Zo kwam het dat het 251 jaar geleden veel moeite kostte om Wolfgang Amadeus Mozart over te halen enkele concerten te komen geven in het cultureel ietwat barre Den Haag. In de negentiende eeuw veroverde de ‘gewone’ burger steeds meer macht. De afnemende invloed van de elite was waarschijnlijk de aanleiding om vast te leggen wat er nog over was aan aristocratie. In 1903 begon het Centraal Bureau voor Genealogie en Heraldiek met het jaarlijkse ‘Nederland’s Adelsboek’. Deze serie gaf een overzicht van alle leden van de gehele Nederlandse adel. Het boekje kreeg een felrode omslag en daardoor niet de bijnaam het Rode Boekje in plaats van een adellijk blauw boekje. Naast dit Rode Boekje kwam er een echt Blauw Boekje, toen het Centraal Bureau in 1910 begon met de uitgave in blauwe omslag van het Nederland’s Patriciaat. Hierin werden opgenomen de leden van niet-adellijke families die generaties lang een belangrijke rol speelden in ons land.
I
Pagina’s uit ‘La Haye diplomatique et mondain’
Rijker In de gegoede wijken van Den Haag leefde je in een wereld van louter Rode en Blauwe Boekjes. Hier had je niet een paar straten, maar hele wijken met aristocratie. En ook buiten die wijken straalde de glans van welvarend Den Haag af. Met buitensporig veel winkels in banket en chocoladeartikelen, meer privéchauffeurs en personenauto’s dan elders en meer geschoolde arbeiders was Den Haag duidelijk rijker dan andere steden. Het was dus niet vreemd dat de in de Jan van Nassaustraat wonende baron Snouckaert van Schauburg brood zag in een Haagse versie van het Rode en Blauwe Boekje. De in genealogie en heraldiek geïnteresseerde baron startte in 1923 met ‘La Haye diplomatique et mondain’, ofwel, het Groene Boekje. De complete serie tot en met 1940 bevindt zich in de collectie van het Haags Gemeentearchief. Het Groene Boekje vermeldt jonkheren, baronnen en alle andere edelen en aanzienlijke burgers die in Den Haag woonden. Wie wel en wie niet tot de Haagse elite werd gerekend, is niet bekend. Maar ook uit het boekje wordt duidelijk dat Den Haag rijk was aan adel en aanzienlijke, rijke burgers. Geld was misschien geen zelfstandig criterium om vermeld te worden, maar de opgenomen personen kwamen steevast uit de betere buurten. Ook de advertenties in het boekje waren specifiek gericht op de Haagse elite. Een jaarlijks herhaalde opsomming van alleen namen was saai en de uitgever begon het boekje al na enkele jaren op te fleuren met foto’s. Het begon met een enkele geüniformeerde en ongenaakbaar kijkende heer en een ongeoefend zwoel kijkende dame. De heer in uniform bleef in latere jaren gehandhaafd, maar de enkele
21 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
van Wandelen , Haags Gemeentearchief
broeierige dame maakte plaats voor pittige dames uit de elite, meestal jong en fotogeniek en met meerdere portretjes op een pagina. Zwoel was uit, zo was misschien uit marktonderzoek gebleken. Het Groene Boekje geeft met zoveel uit de geschiedenis bekende namen de indruk dat de Nederlandse elite toen vooral in Den Haag woonde. Het waren veel politici, diplomaten, intellectuelen en een enkele ondernemer. Op een van de weinige paginagrote foto’s staat mevrouw De Geer née Voorhoeve afgebeeld. Haar foto vestigt de aandacht op de ongelukkig opererende jonkheer De Geer, die tijdens de Tweede Wereldoorlog korte tijd ministerpresident was, maar werd ontslagen om zijn defaitistische houding tegenover Hitler-Duitsland. Hij dacht dat de oorlog niet te winnen zou zijn en meende dat samenwerking dan de beste oplossing zou zijn. De Geer was een van de vele mensen uit het boekje die lid waren van de Christelijk Historische Unie. Dit was dé partij van de adel. Kunstcollectie Een echt aristocratisch-conservatief CHU-lid was mr. B.C. de Jonge. De jonkheer had geen hoge dunk van veel leden van het Nederlandse parlement, maar had geen ambities om daarin het goede voorbeeld te geven. Hij weet zijn gebrek aan ambitie aan het feit dat hij geen betaalde baan nodig had, maar hij maakte toch carrière. Hij werd gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en vervulde die functie als een echte aristocraat. Hij besliste bij voorkeur zelf en had weinig op met de Indische Volksraad. Voor het allochtone Indonesië had hij weinig belangstelling en voor zover er Indonesische invloed op het bestuur kon zijn, moest die via de Indonesische regenten lopen. Dat waren de nazaten van de vroegere heersers. De jonkheer was niet alleen kritisch over anderen, hij kende ook zijn eigen tekortkomingen. Anthony George Kröller was (ooit) een van de rijkste mensen uit het Groene Boekje. Hij trouwde met de dochter van zijn baas en nam de leiding van diens rederij Müller over. In 1900 verplaatste hij het hoofdkantoor van Müller en Co naar Den Haag, naar verluidt omdat hij gesteld was op de groene omgeving van Den Haag. Het echtpaar Kröller-Müller bouwde een uitgebreide kunstcollectie op en hun Museum Kröller op de hoek van het Lange Voorhout en de Kneuterdijk was volgens de Baedeker-reisgids het ‘bedeutendste holländische Privatbesitz an Werken der neueren Malerei’. De crisis van 1929 deed het bedrijf de das om en het rijk moest de kunstcollectie en het op de Veluwe geplande nieuwe museum redden. De familie Kröller-Müller keek vanuit hun woning recht in de Parkstraat, waar volgens het Groene Boekje Adrienne barones d’Aulnis de Bourouill nog bij haar moeder woonde. Adrienne werd een van de oprichters van de Nederlandse Stichting Vrijwillige Euthanasie (NVVE) en zou promoveren op het onderwerp euthanasie. Ze nam deel aan autorally’s en zeilde naar Chatham om een van de weinige Nederlandse successen in een zeeoorlog tegen Engeland te herdenken. Volgens dr. Leo Fretz heeft zij “met haar geschriften een onschatbare bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het abortus- en euthanasiedebat”. In het Groene Boekje stonden meer intellectuelen, maar onder hen was professor Anne Anema een buitenbeentje. De Friese boerenzoon was niet lid van de aristocratische CHU, maar van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Zijn lidmaatschap van de partij die opkwam voor de protestantse kleine man lijkt tegen zijn opname in het Groene Boekje te spreken, maar zijn professoraat en zijn lidmaatschap van het Permanent Hof van Arbitrage sprak daar nu juist weer voor. Hij was weinig aristocratisch, rechtlijnig en rechtzinnig en zag bijvoorbeeld weinig in de voor sommigen aantrekkelijk overzichtelijke wereld van het fascisme. Er waren meer mensen in ‘La Haye diplomatique et mondain’ die in denken of doen afweken van wat gebruikelijk was onder de Haagse elite. Wat voor de buitenstaander in andere wijken van Den Haag een hechte groep leek, was in werkelijkheid een verzameling individuen die binnen de groep ook weer werden gerangschikt in onderlinge rangen en standen.
omroepwest.nl/feestdagen 8 t/m 26 december
Het Kersthuis
Jet Sol bezoekt zeer opmerkelijke kersthuizen.
Kerst Kookhulplijn
15 t/m 19 december
Met Dr. Food Pierre Wind, die problemen rond Kerstdiners thuis komt oplossen.
24 & 25 december
Kerstconcerten Kerstavond:
Atheneum Kamerorkest
Eerste Kerstdag: Oude Kerk Delft met Jan Vayne, Dario Fo en Ernst Daniel Smid
Het Jaar van West
27 t/m 30 december
Jaaroverzicht 2014.
31 december & 1 januari
Vaarwel 2014 Het jaar uit met Sjaak Bral.
LIVE Nieuwjaarsduik En extra uitzendingen TV West Nieuws vanaf 7.00 uur. Alle uitzendtijden en meer informatie vind je op Omroepwest.nl/feestdagen
Jan Hein FurnEe schreef boek over beschaafd vertier in de Hofstad
De Franse opera in 19 -eeuws Den Haag: elitair én democratisch de
en van top tot teen aristocratische, deftige stapelplaats van al wat rijk en chique is’, zo werd de hofstad in 1874 in het boekje ‘Den Haag en de Hagenaars’ puntig gekarakteriseerd. Daar zat wel wat in. Het hof, de landsregering, de deftige woonbuurten op het zand, de fraaie omliggende natuur en vooral de rijke uitgaanscultuur en de luxe winkelstraten oefenden al eeuwen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op de Nederlandse ‘crème de la crème’. In de tweede helft van de negentiende eeuw nam die aantrekkingskracht alleen maar toe. Edellieden, hoge staatsfunctionarissen, welgestelde renteniers, maar ook deftige gepensioneerde ambtenaren, officieren en Indischgasten – je struikelde erover. De hogere standen hielden van Den Haag omdat zij zich hier zo prettig konden ontspannen. Maar echt ontspannen ging het er niet aan toe. Louis Couperus wist in zijn romans haarfijn de subtiele in- en uitsluitingsmechanismes binnen de hogere standen bloot te leggen. Wie Haagse dagbladen, raadsnotulen, ledenlijsten en ander archiefmateriaal uit die tijd doorpluist, ontdekt al snel dat hij geenszins overdreef. In bekende ontmoetingsplaatsen als De Witte, de Koninklijke Schouwburg, de dierentuin of het Kurhaus draaide het vaak maar om één ding: hoe houden wij hier onze stand op? De voorstellingen van het ‘Théâtre français’ in de Koninklijke Schouwburg bieden een treffend voorbeeld hoe de hogere standen hun bevoorrechte positie in de Haagse samenleving markeerden. In de intieme en tegelijk glansrijke schouwburgzaal, waar ruimte was voor aanvankelijk 700 en later ruim 1000 bezoekers, genoten Haagse operaliefhebbers driemaal per week – op maandag, donderdag en zaterdag – van een meeslepend aanbod aan avondvullende, spectaculaire grand opera’s als ‘La Juive’, ‘Les Huguenots’ en ‘Guillaume Tell’ aan opéra comiques, luchtige operettes, incidentele toneelstukken en aan vrolijke vaudevilles. Uitgevoerd door een keur aan Franse zangers en zangeressen en opgetuigd met fraaie balletten, koorscènes en verrassende theatrale effecten vormden de voorstellingen een nauwelijks weg te denken brandpunt van het toenmalige Haagse uitgaansleven.
E
‘
Door Jan
Hein FurnEe
De Koninklijke Schouwburg aan het Korte Voorhout, 1844.
Het publiek van het Théâtre français, bij de laatste voorstelling van het seizoen, mei 1900.
Koninklijke Schouwburg, ca. 1870. Pieter Oosterhuis. Foto's: Haags Gemeentearchief
Gemeentebudget Zo hadden de koning en het stadsbestuur het ook precies bedoeld. Willem II spendeerde in de jaren 1840 jaarlijks ruim een ton aan de opera: een bedrag dat gelijk stond aan een kwart van het jaarlijkse gemeentebudget. Stadsbestuurders staken in 1880 nog steeds negen procent van het gemeentebudget in het Franstalige vertier. Alles om de allerhoogste kringen van buitenlandse diplomaten en lokale aanzienlijken te plezieren, inclusief zichzelf. Maar het was ook een welbewuste – en succesvolle! – strategie om het vestigingsklimaat van de hofstad te bevorderen voor welgestelde plezierzoekers, die zowel de kas van de lokale middenstand als die van de stad konden spekken. De winterse voorstellingen van het ‘Théâtre français’ werden in de negentiende eeuw door een opvallend brede dwarsdoorsnede van de Haagse bevolking bezocht: van de hoogste aristocratie, deftige ambtenaren tot kleine winkeliers, geschoolde arbeiders en dienstboden aan toe. Opeengepakt in een intieme zaal beleefde het heterogene publiek op deze avonden een sterke mate van sociale cohesie. Maar zeker ook afstand en hiërarchie. De Haagse ‘crème de la crème’ bevestigde in haar fraaie, halfgesloten loges op de eerste rangen bij elke voorstelling haar vooraanstaande positie in de Haagse maatschappij, ten overstaan van ‘gewone’ burgers in de parterre en het minst koopkrachtige publiek op de derde rang. En dat was niet het enige. Ook op de eerste rang hielden de abonnees uit de Haagse ‘beau monde’ angstvallig hun onderlinge hiërarchie in de gaten. Pal naast de loge van Prins Frederik, vanuit de zaal direct rechts van het toneel, trof men in 1850 twee loges van Franse en Spaanse diplomaten, vervolgens twee Haagse baronnen, daarna een lid van de Raad van State (die wel
23 Vrijdag 19 december 2014 Den Haag Centraal
rijk maar niet van adel was), en ten slotte twee steenrijke renteniers die een adellijke geboorte noch een aanzienlijke positie hadden. In het zicht van de koninklijke loge aan de overzijde van de zaal kenden deze heren met hun dames dus allemaal keurig hun plaats. Honderddertig avonden per jaar, want zoveel voorstellingen zaten er in het abonnement. ‘Volksvoorstellingen’ De sociale verhoudingen in de schouwburgzaal lagen niet volledig vast. Vanaf de jaren 1860 werd het ‘Théâtre français’ door sterke prijsdalingen op de derde rang en de introductie van ‘volksvoorstellingen’ op zondag een stuk toegankelijker voor kleine burgers en arbeiders. Het toenemend aantal bezoekers met losse kaarten ten opzichte van de abonnees wijst eveneens op een verbreding van het publiek. Tegelijkertijd trad er in de schouwburgzaal een geleidelijk proces van verdeftiging op. Dat kwam met name door de uitbreiding van de dure stalles en het zogenaamde ‘parquet’ die het traditionele burgerlijke parterrepubliek geleidelijk door de deftige standen verdreef. Dames uit de betere kringen, die zich vanouds niet in het parterre konden vertonen en voor wie ook de tweede rangen steeds meer een ‘no go area’ was geworden vanwege de elegante prostituees, leverde deze verdrijving van de kleine burgers een onverwachte terreinwinst op. De Haagse aristocratie, die vaak halverwege de avond arriveerde en ongegeneerd door de muziek bleef babbelen, schroomde niet zichzelf als vanzelfsprekend middelpunt van de voorstellingen te manifesteren. De opera was er voor de elite, zo werd de rest van het publiek te verstaan gegeven. Het meest extreme voorbeeld was een initiatief van Frederik baron van Hogendorp, hoofdredacteur van het Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage en voorzitter van de conservatieve kiesvereniging Vaderland en Koning. In 1887 riep hij de Haagse aristocratie op om voortaan op donderdagavond in gala naar de opera te gaan, net zoals in Parijs. Hij keerde zich hiermee expliciet ‘tegen de huidige strekking om alles te democratiseeren en te nivelleeren’, en riep de Haagse aristocratie op om een krachtig tegenwicht bieden tegen ‘de voortdurende ambtenaars- en parvenus-immigratie uit de provincie [die] de aloude bevolking van de residentie dreigt te overvleugelen’. Of, zoals hij later schreef: ‘’s-Gravenhage te behouden voor de Hagenaars en de Hofstad voor de hoffelijken’. Van Hogendorps oproep kreeg bij de toenmalige operadirecteur een gewillig oor. Bij de eerste gala-avonden in 1888 bleken de eerste rangen goed bezet, maar de overige rangen leger dan ooit. Een Haagse journalist stelde ietwat opgelucht vast: ‘’t Is alsof de overige bevolking zegt: indien de aristocratie haar eigen avond wil hebben, dan zullen wij haar niet hinderen met ons gezelschap en haar het terrein vrijlaten. Dat komt ervan als men in onzen tijd weer dikke strepen wil gaan trekken tusschen de verschillende standen en klassen, in plaats te streven naar vereeniging en samensmelting.’ Erg succesvol was het aristocratische offensief uiteindelijk niet. Opera ís niet elitair, maar mensen máken het elitair. Sinds kort wekt het innovatieve gezelschap Opera2Day de Franse operatraditie in de Koninklijke Schouwburg opnieuw tot leven. Als we een voorbeeld willen nemen aan de negentiende eeuw, laat het dan niet die bekende elitaire distinctiedrang zijn, maar het vanzelfsprekende enthousiasme waarmee een groot deel van de bevolking de opera toen in de armen sloot. Jan Hein Furnée is universitair docent Moderne Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en deeltijdhoogleraar Geschiedenis aan de Open Universiteit. Zijn boek ‘Plaatsen van beschaafd vertier. Standsbesef en stedelijke cultuur in Den Haag, 1850- 1890’ (Amsterdam 2012) werd afgelopen jaar bekroond met de Die Haghe Prijs.
December vier je in de Koninklijke Schouwburg As you like it
Blauwdruk voor een nog beter leven
William Shakespeare
Ilja Leonard Pfeijffer
van
van
regie
regie
16 t/m 21 en 23 t/m 26 december in de Koninklijke Schouwburg
laatste voorstellingen 28 januari t/m 1 februari in de Koninklijke Schouwburg
nationaletoneel.nl/asyoulikeit
nationaletoneel.nl/blauwdruk
Theu Boermans
Johan Doesburg