Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BETREFFENDE DE BIJSTANDSREGELING
Art. 1. Het VSOA - Politie, hierna de organisatie genoemd, verdedigt de belangen van haar leden. Hiertoe kunnen de leden beroep doen op de plaatselijke afgevaardigden. De bijstand bestaat maar voor zover het personeelslid lid is van de organisatie en dit zowel op het ogenblik van de feiten als gedurende de periode tijdens dewelke de bijstand wordt toegekend. Het verlies van de hoedanigheid van lid van de organisatie stelt automatisch een einde aan de bijstand. Art. 2. De bijstand bestaat uit: a. Een bijstand voor handelingen gesteld in het kader van de uitoefening van hun beroepsbezigheden als lid van de geïntegreerde politie. Deze bijstand omhelst zowel een administratieve hulp bij het opstellen van documenten eigen aan de geïntegreerde politie zoals: plaatsaanvragen evaluaties verweerschriften ongevallendossiers aanvragen tot rechtsbijstand van de Staat dossiers zaakschade invaliditeitsdossier rustpensioen … als een tussenkomst bij de bevoegde administratieve of disciplinaire overheid. b. Een bijstand voor handelingen gesteld in het privé-leven, binnen de bepalingen van dit reglement en bovendien enkel voor procedures intern aan de geïntegreerde politie. Art. 3. De bijstand kan bestaan in: 1. een interne bijstand, d.w.z. iedere vorm van bijstand vanwege een afgevaardigde of desgevallend een ander lid van VSOA Politie. 2. een externe bijstand; d.w.z. iedere vorm van bijstand vanwege een deskundig persoon vreemd aan de geïntegreerde politie zoals een advocaat, geneesheer, … .
Minervastraat 8, 1930 Zaventem • T. 02 660 59 11 • F. 02 660 50 97 •
[email protected] • www.vsoa-pol.be
2
Art. 4. Voor de bijstand beschikt de organisatie over nationale en provinciale bijstandsverantwoordelijken. Per verantwoordelijke wordt er een plaatsvervanger aangewezen. Zij worden aangewezen, naar gelang van het geval, door de nationale of provinciale comités. De provinciale voorzitters dienen de namen van de provinciale verantwoordelijken ter kennis te brengen van de nationale bijstandsverantwoordelijke. Art. 5. De provinciale bijstandsverantwoordelijke staat in voor het beheer van zowel de interne als de externe bijstandsdossiers, evenwel met dien verstande dat de aanwijzing van de externe raadslieden geschiedt overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. Om de provinciale bijstandsverantwoordelijke toe te laten zijn taak naar behoren te vervullen dient iedere afgevaardigde, en desgevallend ieder lid, aangesproken door een ander lid om enige vorm van bijstand te bieden, deze verantwoordelijke hiervan onmiddellijk in te lichten. De bijstand zal vervolgens worden waargenomen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. Art. 6. In beginsel wordt de interne bijstand steeds toegekend. Art. 7. De interne raadsman wordt aangewezen door de provinciale bijstandsverantwoordelijke in beginsel uit de provinciale afgevaardigden. Op uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoek van het lid, kan de bijstand worden waargenomen door een afgevaardigde van een andere provincie. Dergelijke aanwijzing geschiedt in onderling akkoord tussen beide provinciale afdelingen. Steeds worden de gebeurlijke kosten van de bijstand gedragen door de provincie waartoe het lid behoort. Ten uitzonderlijk titel en bij afwezigheid van de provinciale verantwoordelijke of van zijn plaatsvervanger, wordt de interne raadsman toegewezen door de nationale verantwoordelijke of zijn plaatsvervanger. Art. 8.§1.Externe bijstand wordt toegekend voor zover: 1. het lid geen aanspraak kan maken op kosteloze rechtshulp overeenkomstig de wet op het politieambt; 2. het procedures betreft extern aan de geïntegreerde politie. Voor interne procedures kan een externe bijstand toegekend worden rekening houdend met o.m. de zwaarwichtigheid van het dossier, een gebeurlijke samenloop tussen interne en externe procedures, en indien de bijstand van de externe raadsman een substantiële meerwaarde betekent; 3. het lid, prima facie, geen (zware of) opzettelijke fout begaan heeft; 4. de ten laste gelegde feiten, gebeurtenissen of negatieve beslissingen of gevolgen voldoende ernstig zijn; 5. de door het lid opgelopen schade opweegt tegen de gebeurlijke kosten van de externe bijstand; 6. het dossier kans op slagen maakt; 7. het lid een verklaring ondertekent waarin het bevestigt de rechtsplegingsvergoeding af te staan aan de organisatie, Minervastraat 8, 1930 Zaventem • T. 02 660 59 11 • F. 02 660 50 97 •
[email protected] • www.vsoa-pol.be
2
ongeacht de gekozen raadsman. De rechtsplegingsvergoeding is eenvergoeding die door de rechter wordt toegekend ten voordele van de winnende partij tot (gedeeltelijke) vergoeding van de kosten van de advocaat. Worden evenwel uitgesloten van iedere vorm van externe rechtsbijstand, alle aanvragen tot rechtsbijstand voor personeelsleden die het slachtoffer zijn van smaad. Bovendien wordt, voor wat de in artikel 2, b. bedoelde handelingen betreft, de externe bijstand enkel toegekend voor zover het lid geen strafrechtelijke feiten heeft gepleegd. §2. Indien, rekening houdend met de in §1 gestelde criteria, twijfel bestaat omtrent de toekenning van een externe raadsman, zal deze laatste in beginsel niet worden toegekend. Evenwel, kan er tussen de organisatie en het lid een overeenkomst worden afgesloten waarbij de organisatie er zich toe verbinden, in geval van vrijspraak of klassering zonder gevolg, de door het lid gemaakte kosten voor de bijstand ten aanzien van voornoemde maatregelen geheel of gedeeltelijk terug te betalen overeenkomstig dit reglement. Worden er onderwijl ten opzichte van het lid administratieve of tuchtrechtelijke maatregelen genomen alvorens een strafrechtelijke beslissing gevallen is, dan kan het lid steeds beroep doen op interne bijstand. §3. Voor wat de deelname aan manifestaties, politieke of burgerlijke onlusten, of acties omtrent collectieve arbeidsconflicten betreft, wordt externe bijstand maar toegekend indien dergelijke activiteiten of de deelname hieraan georganiseerd worden door de organisatie. §4. Van deze voorwaarden kan worden afgeweken voor dossiers van algemeen belang die, gelet op hun inhoud, een algemene en principiële draagwijdte hebben. Art. 9.§1. De provinciale bijstandsverantwoordelijke mag een externe raadsman pas toekennen na uitdrukkelijk akkoord van de nationale verantwoordelijke. Bij hoogdringendheid en voor zover de aanwijzing van de externe raadsman geen uitstel toelaat kan de provinciale bijstandsverantwoordelijke de externe raadsman toekennen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. De nationale verantwoordelijke of het nationaal secretariaat moeten hier echter onmiddellijk van in kennis worden gesteld. De organisatie neemt nooit de kosten en honoraria ten laste die het lid heeft aangegaan zonder het akkoord van de nationale bijstandsverantwoordelijke of diens vervanger of bij hoogdringendheid van de provinciale bijstandsverantwoordelijke. Er is geen sprake van hoogdringendheid indien deze te wijten is aan het stilzitten van het lid Minervastraat 8, 1930 Zaventem • T. 02 660 59 11 • F. 02 660 50 97 •
[email protected] • www.vsoa-pol.be
2
zelf. De beslissing omtrent de hoogdringendheid komt de nationale bijstandsverantwoordelijke toe. Iedere kennisgeving of iedere aanvraag dient schriftelijk te geschieden of schriftelijk te worden bevestigd. Rekening houdend met wat in artikel 10 bepaald is omtrent de kosten, bezit het lid de vrije keuze van externe raadsman. In overleg met de provinciale bijstandsverantwoordelijken wordt er op het nationaal niveau een algemene lijst opgesteld van externe raadgevers. Deze lijst wordt iedere provinciale voorzitter en iedere bijstandsverantwoordelijke ter beschikking gesteld. §2. De aanvraag tot bijstand van een externe raadsman geschiedt door middel van het aan dit reglement gevoegde aanvraagformulier. Dit formulier bevat inlichtingen omtrent de feiten, de aanvrager en de gekozen raadsman, alsook een opgave van de gebeurlijk door het lid geleden schade. Alle mogelijke stavingstukken worden hier aan toegevoegd. Bij de aanvraag wordt tevens de bij artikel 8., §1., 7° bedoelde verklaring tot afstand van de rechtsplegingsvergoeding gevoegd. §3. De nationale verantwoordelijke neemt schriftelijk contact op met de externe raadsman en meldt deze laatste dat de organisatie de kosten zal dragen. Bovendien vraagt hij hem op de hoogte gehouden te worden van de evolutie van het dossier. §4. Zowel het nationaal als het provinciaal niveau lichten elkaar in over de evolutie in het dossier. Art. 10.§1. De organisatie neemt de volgende kosten ten laste: a. op het provinciaal niveau: de kosten van een interne raadsman b. op het nationaal niveau, de kosten verbonden aan de bijstand door een externe raadsman zoals: de kosten voor het aanleggen en het opvolgen van het dossier de honoraria en de kosten van de externe raadsman en de externe procedures. De provinciale verantwoordelijke licht de nationale verantwoordelijke onmiddellijk in van iedere tussenkomst tot bijstand die aanleiding zou kunnen geven tot een kostenstaat ten laste van het nationaal niveau. §2. Voor de leden die een beroep doen op een externe raadsman die voorkomt op de algemene lijst, worden alle kosten en honoraria gedragen door VSOA Politie.
Minervastraat 8, 1930 Zaventem • T. 02 660 59 11 • F. 02 660 50 97 •
[email protected] • www.vsoa-pol.be
2
Voor de leden die een beroep doen op een externe raadsman die niet voorkomt op voornoemde lijst, wordt de tussenkomst in de kosten en honoraria van de organisatie beperkt tot de hierna bepaalde grenzen die gelden per instantie en volgens het betrokken gerecht: politierechtbank, vredegerecht: 650,00 Euro; rechtbank 1ste aanleg, correctionele rechtbank, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel, raadkamer, kort geding: 1.200,00 Euro; hof van beroep, arbeidshof: 1.500,00 Euro; assisenhof, raad van state, hof van cassatie en Grondwettelijk Hof: 2500,00 Euro. Art. 11. Op straffe van het beëindigen van de bijstand moet het lid:
de organisatie onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van ieder geschil en de oorsprong ervan; uit eigen beweging of op verzoek van de organisatie of haar afgevaardigde, alle voor de behandeling van het dossier nuttige inlichtingen verstrekken; meteen na ontvangst alle berichten, brieven, oproepingen, deurwaardersakten, dagvaardingen of processtukken die hem worden toegestuurd, afgegeven of betekend aan de organisatie bezorgen.
Het lid verbeurt alle rechten op dekking voor het geschil in kwestie en zal de uitgaven moeten terugbetalen als het zich te kwader trouw schuldig maakt aan onjuiste verklaringen of verzwijgingen. Na onderzoek van alle gegevens van het geschil brengt de organisatie advies uit over het gevolg dat aan het verzoek om tegemoetkoming moet worden gegeven met het oog op een minnelijke, gerechtelijke of scheidsrechtelijke oplossing.
Minervastraat 8, 1930 Zaventem • T. 02 660 59 11 • F. 02 660 50 97 •
[email protected] • www.vsoa-pol.be