Vrede zij met u De vooroordelen tegen moslims en de islaam zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dat vijandbeeld is vooral ontstaan omdat jihadisten overal in de wereld terroristische aanslagen plegen in naam van de zuivere islaam. De angst voor deze gewelddadige djihadisten is de grondstof waarmee politici als Wilders islamofobie (een algemene angst voor de islaam) bevorderen. Maimunah laat zien dat terrorisme en islaam niet samenvallen en dat de islam een godsdienst van de vrede is. Vrede zij met u, Maimunah van der Heide Een paar jaar geleden passeerde een bejaarde vrouw op een fiets mij. Toen zij op enige afstand was, riep ze mij toe: “Jullie zijn nog erger dan die geboren moslims! Ze zouden jullie het land uit moeten zetten.” Ik had wel vaker negatieve ervaringen op straat gehad vanwege mijn kleding, maar meestal van mannen. “Mevrouw, alstublieft, mag ik even met u praten?” Ze stopte en kwam met de fiets aan haar oude, trillende handen naar mij toe. Het idee dat iemand bang voor mij was vond ik onacceptabel. Dat wou ik meteen recht zetten. Toen ze voor mij stond vroeg ik haar waarom ze zo sprak. Ze zei: “Jullie willen ons dood hebben. Jullie willen een islamitische staat van dit land maken. Jullie noemen ons ongelovigen en willen djihaad tegen ons verrichten.” Het deed mij oprecht verdriet dat mijn uiterlijk deze denkbeelden opriep. “Maar mevrouw, islaam is een religie van vrede. Het is heel anders dan u denkt. De islaam verbiedt alles wat vrede verstoort, zoals drugs, alcohol, iemand uitlachen, roddelen, iemand zonder bewijzen beschuldigen of weerleggen, iemand beledigen, etc. Islaam is geen geloof van extremisme en de islaam heeft nooit anderen met geweld tot het geloof gedwongen.” We gingen met wederzijds begrip uit elkaar. Verbondenheid zit vooral in ethiek. Ik geloof heel diep dat wanneer de persoonlijke ethiek centraal wordt gesteld dit een belangrijke rol kan spelen bij de totstandkoming van (religieuze) verzoening. We moeten daarom terug naar die oorspronkelijke inspiratie. Als die ter sprake komt dan herkennen mensen zich weer in elkaar. Binnen de persoonlijke beleving en ervaringen zijn de verschillen klein. Dan is er wel dat gevoel van naastenliefde, compassie, medemenselijkheid. Terrorisme en islaam vallen niet samen De vooroordelen tegen moslims en migranten zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Er is een vijandbeeld tegen de islaam ontstaan, wat de multiculturele samenleving in gevaar brengt. Zolang de islaam en terrorisme in één adem worden genoemd, voelt de meerderheid van de moslims zich aangevallen. Westerse overheden moeten erkennen dat terrorisme en 1
islaam niet samenvallen en dat ook de bevolking in een land als Afghanistan lijdt onder de terreur van het fundamentalisme. De vergaande uitbreiding van de bevoegdheden van inlichtingendiensten staat op gespannen voet met democratische verworvenheden zoals het recht op privacy. In plaats van de budgetten voor defensie en inlichtingendiensten te verhogen kan beter geïnvesteerd worden in conflictpreventie. Alleen al in Nederland neemt 51 procent een negatieve houding aan tegenover moslims. In ons land staat een meerderheid van de bevolking ook negatief tegenover migratie uit het MiddenOosten en Noord-Afrika. Net als in Frankrijk en Duitsland is in Nederland een meerderheid verklaard tegenstander van EU-lidmaatschap voor Turkije. (bron) Twee handen die een geweer doormidden breken
Voordat ik moslim werd was ik actief in de vredesbeweging. Ik liep samen met mijn moeder in vredesdemonstraties mee en droeg gedurende mijn puberteit een broche van twee handen die een geweer doormidden braken. Ook na mijn bekering tot de islam was ik principieel tegen de waterpistolen voor kinderen en werd ik boos op mijn moeder toen zij er eentje had gekocht voor mijn zoontje. Wanneer je kijkt naar hun oorspronkelijke inspiratiebronnen dan gaan alle religies uit van het principe van naastenliefde. Het doden van de medemens is bij alle geloofsovertuigingen uit den boze. Maar zodra religie in een politieke context wordt geplaatst blijken dergelijke uitgangspunten er plots niet meer toe te doen. Dit soort mechanismen zijn natuurlijk al zo oud als de mensheid. Tegenstanders worden gedehumaniseerd om de tegenspraak tussen religieuze ethiek en geweld te verhullen. De vijanden zijn geen echte mensen, dus mag je die wel doden. Dat zagen we bij de nazi’s en bijvoorbeeld ook bij de Thaise boeddhisten voor wie de Cambodjaanse communisten niet meer waren dan vee. Geen dwang
Het is een grote misvatting dat islaam verspreid zou zijn door het gebruik van geweld. Ik weet niet waar of van wie men gehoord heeft dat de islaam verspreid werd door het zwaard. In de koran staat dat er geen dwang bestaat in het islamitische geloof. (2: 256) En in een ander vers staat opnieuw: “En als jouw Heer het had gewild, hadden wie er op de aarde zijn allen geloofd. Of kun jij de mensen dwingen gelovigen te worden?” (10: 99) Een bewijs voor deze tolerantie is de eeuwenlange aanwezigheid van joden en christenen in de islamitische wereld tot vandaag de dag. Sterker nog, toen de tijd van de Jodenvervolging en de inquisitie aanbrak vluchtten veel joden naar de islamitische landen op zoek naar veiligheid en vrede. Ik denk niet dat een verstandig, rechtvaardig mens die enige kennis heeft van de geschiedenis deze vanzelfsprekende zaken zal betwisten. De bekende historicus De Lacy O’Leary schreef in zijn boek Islam at the crossroads: “De geschiedenis maakt het duidelijk, dat de legende van de fanatieke moslims die gewelddadig de 2
wereld rondgingen en de islaam met het zwaard aan de andere rassen opdrongen één van de meest bizar absurde mythes is die de historici ooit hebben herhaald.” (p. 8) Het Reader's Digest ‘Almanac’ jaarboek 1986 geeft de statistieken van de groei van de grote religies van de wereld in een halve eeuw. In de periode 1934-1984 was de islaam toegenomen met 235% en het christendom met 47%. Men kan zich afvragen welke oorlog zich afspeelde in deze eeuw, die zoveel miljoenen bekeerde tot de islam? Vandaag de dag is de islaam de snelst groeiende religie in Amerika en in Europa. Welk zwaard dwingt mensen in het Westen om de islaam in zulke grote aantallen te accepteren? Heilige oorlog en djihad
De islaam maakt de relaties tussen individuen, tussen groeperingen en tussen naties een relatie van vrede en veiligheid, zowel voor moslims onderling als tussen moslims en niet moslims. De relatie van moslims met niet-moslims is een relatie van elkaar leren kennen, elkaar helpen, oprecht zijn en rechtvaardig met elkaar omgaan. “Wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt opdat jullie elkaar zouden kennen.” (49: 13) En de koran zegt het volgende in verband met vriendelijkheid en rechtvaardigheid: “Allaah verbiedt niet dat jullie hen die niet wegens de godsdienst tegen jullie gestreden hebben en die jullie niet uit jullie woningen verdreven hebben, met respect en rechtvaardig behandelen. Allaah bemint hen die rechtvaardig handelen.” (60: 8) Hoewel moderne islamwetenschappers djihad tegenwoordig vooral als een geestelijke strijd uitleggen, heeft de huidige antiwesterse stemming in de islamitische wereld de oude theorieën rond djihad nieuw leven ingeblazen. De term djihad wekt in het Westen over het algemeen heel negatieve associaties op. Maar dit strookt niet met de gangbare islamitische uitleg van het begrip djihad. Islamistische groeperingen gebruiken wel de term ‘heilige oorlog’, een begrip dat in het vocabulaire van de klassieke shariah niet voorkomt en zeer waarschijnlijk is overgenomen uit de geschiedenis van het christendom. De Arabische vertaling van ‘heilige oorlog’ is ‘harbun muqaddasatu’ of ‘al-harbu almuqaddasatu’ en niet ‘djihad’. Het ‘heilige’ zou alleen van toepassing kunnen zijn op de door de koran en de soennah ingestelde morele principes. Het woord ‘djihad’ is gebouwd rond de wortel (j-h-d) en betekent: veel moeite doen, zich inspannen, hard werken om een doel te bereiken. In islamitische religieuze context wordt het begrip djihad gebruikt om uitdrukking te geven aan elke inspanning die men doet om Allaah te behagen en om Allaah’s zaak vooruit te helpen. Het is djihad om goede werken te doen, het beste te kiezen tussen twee alternatieven, respect te hebben voor ouderlingen, zich in te zetten voor het opbouwen van een rechtvaardige maatschappij, met zorg om te gaan met dieren, zich te gedragen in overeenstemming met koranische waarden
3
zoals geduld, minzaamheid, verdraagzaamheid, tolerantie en zelfbeheersing. Het is dus een persoonlijke, psychologische en morele djihad met als doel een beter mens te worden. Verzet tegen onrecht
De djihad kent verschillende vormen. De ‘Djihad aludh-dhulm’ is er een die ik zelf heel erg belangrijk vind en waar ons werk binnen onze stichting Vangnet ook onder valt. Deze djihad spoort aan tot inzet voor sociale rechtvaardigheid en tegen onrecht: doe goede werken om onrecht te lenigen en toon sociaal of politiek engagement om onrecht bij de wortel aan te pakken en in de toekomst te voorkomen. Volgens de Profeet Muhammed is een djihad door middel van de waarheid de manier bij uitstek om politiek onrecht aan te pakken. Dit politieke verzet uit zich dus in de taal, in dialoog. Hij zei: “De grootste djihad is het spreken van het woord van waarheid tegen een tiran.” (Mishkat, Book of Rulership and Judgment, hoofdstuk 1, sectie 2.) Het is volgens de islaam dus niet voldoende om slechts jezelf te verbeteren door bijvoorbeeld rechtvaardiger te worden, maar dient men er ook naar streven de omgeving waarin men leeft te verbeteren, door mee te werken aan een betere, rechtvaardige samenleving. Godsdienstvrijheid
Het vers “In de godsdienst is er geen dwang” (2: 256) vormt de hoeksteen van de godsdienstvrijheid die door de koran aan alle inwoners van een moslimstaat gegarandeerd wordt. Ook andere verzen bevestigen dit principe: “Vermaan dan; jij bent slechts een vermaner. En jij bent geen heerser over hen.” (88: 22-23) De godsdienstvrijheid houdt ook de vrijheid in ongelovig te zijn: “Wie het wil, die moet dan geloven en wie het wil, die moet maar ongelovig zijn.” (18: 29) Maar hoe zit het dan met sommige verzen die expliciet lijken te gaan over een strijd tegen ongelovigen? De koran bevat 109 verzen die met oorlogsrecht te maken hebben. De betekenis van die verzen kan niet begrepen worden als je niet weet in welke specifieke situatie zij geopenbaard zijn. Het zijn verzen die alleen van toepassing zijn op de vijand in een oorlogssituatie. Vaak worden enkele verzen uit oorlogstijden eruit gelicht en geeft men vervolgens de indruk dat dit algemene regels zijn. De hoofdregel in de islaam is dat alle leven heilig is. De koran stelt dat wie iemand doodt, het is “alsof hij de hele mensheid heeft gedood.” (5: 32) Vers 47: 4 vormt daarop een uitzondering: in een oorlogssituatie is het doden van de vijand onder bepaalde omstandigheden toegestaan, bijvoorbeeld wanneer het om logistieke of militaire redenen niet mogelijk is de vijand gevangen te nemen. Zonder dit uitzonderingsvers, zou men zich ook ten tijde van oorlog niet gewapenderhand mogen verdedigen en zou men zich moeten laten doodslaan of doodschieten.
4
Het doden van een vijand in oorlogstijd is echter op zich geen algemene oorlogsregel: als het mogelijk is, beveelt de koran de vijand gevangen te nemen en niet te doden. Verkeerd begrepen verzen
De koran bevat verschillende verzen die, wanneer ze uit hun context worden gerukt, gemakkelijk verkeerd begrepen worden. Die verzen gaan niet over de strijd tegen de ongelovigen, maar over een defensieve oorlog om zich te verzetten tegen een aanval, bezetting of vervolging. De islaam staat geen offensieve oorlog toe. Enkel wanneer moslims aangevallen worden, en wanneer alle andere mogelijkheden om de aanval af te slaan (zoals het opstarten van vredesonderhandelingen) op niets uitdraaien, mag men zich met wapens verzetten - en dan nog gelden zeer strikte regels. Geweld is de allerlaatste optie. Het volgende vers legt uit wanneer fysiek geweld is toegestaan. Het gaat hierbij om de ‘djihad met het zwaard’ in onderscheid van de jihad met het woord, het hart, de pen, de waarheid, enz: “Aan hen die bestreden worden is *de strijd+ toegestaan omdat hun onrecht is aangedaan; Allaah heeft de macht hen te helpen, die zonder recht uit hun woningen verdreven zijn, alleen maar omdat zij zeggen: “Onze Heer is Allaah” en als Allaah de mensen elkaar niet had laten weerhouden dan waren kluizenaarsverblijven, kerken, synagogen en moskeeën waarin Allaah’s naam vaak genoemd wordt zeker verwoest. Maar God zal hen die Hem helpen zeker helpen; Allaah is krachtig en machtig.” (22: 39-40) Dit vers geeft aan wanneer gewapend verzet is toegestaan: de vijandigheden moeten door anderen gestart worden tegen de gelovige moslims. Alleen wanneer moslims ‘bestreden worden’ mogen zij zich verzetten. Het gaat dus om een defensieve oorlog, niet om een offensief. Het doel ervan is het beschermen van de rechtvaardige gematigde gemeenschap. Het vers verwijst dus naar godsdienstvervolging, waarbij moslims vervolgd worden enkel omdat zij zeggen dat ze in Allaah geloven. Oorlog is dus alleen toegestaan als verdediging tegen het onrecht dat veroorzaakt is door een aanval of bezetting, verdrukking of godsdienstvervolging. In alle andere situaties is fysiek geweld niet gelegitimeerd. De vijand die een vriend wordt
Gewapende djihad moet echter altijd getemperd worden door een djihad met het hart door het nastreven van vergevingsgezindheid, genade en rechtvaardigheid. Dit blijkt duidelijk uit een tweede vers dat toelating geeft tot gewapend verzet maar er onmiddellijk bij zegt dat men niet over de grens mag gaan: “En bestrijdt op Gods weg hen die jullie bestrijden, maar overtreedt de grenzen niet, God bemint de overtreders (van de grenzen) niet.” (2: 190) Diezelfde toon vindt men terug in een vers dat zegt dat men mild moet zijn ten aanzien van de vijand, want op een dag kan hij je vriend worden: 5
“Misschien dat God tussen jullie en hen die jullie als vijand beschouwen genegenheid zal brengen” (60: 7) Dit komt ook tot uiting in de hadieth: “Haat uw vijand op milde wijze, hij kan op een dag uw vriend worden.” (At-Tirmidhie) Bovendien is de djihad in oorlogssituaties onderworpen aan een hele reeks strikte voorschriften die gebaseerd zijn op de koran en de soennah. Bijvoorbeeld: dood geen vrouwen, kinderen, bejaarden, zieken. Hak geen bomen om of verbrand ze niet, vooral als het fruitdragende bomen zijn (ook de oogst mag niet vernield worden). Verniel geen onbewoonde plaatsen. Dood geen dieren behalve voor voedsel. Verbrand geen bijen en drijf hen niet uiteen. Steel niets van de zaken die in beslag genomen werden gedurende de strijd. En handel niet laf. Prof. Dr. Ahmed Akgündüz heeft dit haarfijn uitgelegd in zijn artikel ‘Koran, Geweld en Fitna’ op deze site. Uit andere overleveringen blijkt dat Abu Bakr vond dat priesters en kloosterlingen met rust gelaten moesten worden en dat men hun gebedshuizen niet mocht vernielen. Ook civiele constructies moesten gespaard blijven. Abu Bakr zei dat men zelfs de melk van de dieren niet mocht gebruiken tenzij men de toestemming had van de eigenaars van de dieren. De islaam kent een zeer uitgebreid stelsel van dierenrechten. Tijdens de oorlog mogen dieren niet gedood worden, tenzij voor voedsel, omdat een oorlog een zaak tussen mensen is en dieren daar niet het slachtoffer mogen van zijn. Ik ervaar islaam daarom niet anders dan als vrede. Islam onderwijst geen hardheid, wraak, geweld, of welke vorm van onrecht dan ook. We dienen in vrede met onszelf en met ieder schepsel te leven, zoals de Koran ons heel mooi beveelt: “En als zij geneigd zijn tot vrede, wees daar dan ook toe geneigd en stel je vertrouwen op God.” (8: 61)
6