> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
2513AA22XA
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 F 070 333 44 00 www.rijksoverheid.nl
Onze referentie 2016-0000137742
Datum 7 juni 2016 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Ulenbelt over het bericht dat de extreem lage rente ook bij de specialisten hard aan komt. Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Ulenbelt (SP) over het bericht dat de extreem lage rente ook bij de specialisten hard aan komt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Jetta Klijnsma
Pagina 1 van 6
2016Z09870 Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de extreem lage rente ook bij de specialisten hard aan komt. (ingezonden 20 mei 2016)
Datum 7 juni 2016 Onze referentie 2016-0000137742
1 Wat is uw reactie op het bericht “Extreem lage rente komt ook bij specialisten hard aan”? 1) 2 Deelt u de mening dat De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) geheel zelf verantwoordelijk zijn voor de problemen bij hun pensioenfondsen? Antwoord Sociale partners bepalen – in samenspraak met fondsbestuurders – welke pensioenambitie zij nastreven en welke premie zij daarvoor opzij willen leggen. Ook maken zij de keuze voor de mate van risico die genomen wordt in het beleggingsbeleid. Hierbij speelt de afweging van de kosten voor pensioen versus de ambitie en de afweging van de mate van gewenste zekerheid versus de ambitie. Door de dalende rente zijn deze afwegingen voor sociale partners en fondsbestuurders steeds lastiger geworden. Een (structureel) lage rente vergroot het spanningsveld tussen premie, risico en ambitie. Bij een lagere rente moet ofwel de premie verhoogd worden, ofwel meer beleggingsrisico genomen worden, ofwel de ambitie verlaagd worden. Dat geldt ook voor de fondsen van pensioenspecialisten en de toezichthouders. Uit de rapportage van DNB die ik recent naar uw Kamer heb gestuurd blijkt dat de diversiteit onder pensioenfondsen groot is.1 Dat hangt onder meer samen met de samenstelling van het fondsbestand. Ook de keuzes die sociale partners en pensioenfondsen (in het verleden) hebben gemaakt bij de afweging tussen premiehoogte, aanspraak/ambitie en de mate van risico in het beleggingsbeleid spelen daarbij een belangrijke rol. Fondsen dienen in hun beleggingsbeleid – binnen de kaders van het financieel toetsingskader - een afweging te maken tussen risico en rendement. Een risicovoller beleggingsbeleid leidt gemiddeld tot een hoger rendement, maar ook tot een hoger risico op tegenvallers. In de huidige financieel-economische situatie zullen pensioenfondsen die meer risico hebben genomen in het beleggingsbeleid en bijvoorbeeld het renterisico minder afdekten er nu in het algemeen slechter voor staan. 3 1
Bijlage bij Kamerstuk II 2015/2016, 32 043, nr. 326. Pagina 2 van 6
Zo nee, wat zijn de oorzaken van de problemen bij deze fondsen en wat gaat u doen om dit op te lossen? Antwoord Ik wil niet ingaan op de situatie van individuele pensioenfondsen. In zijn algemeenheid geldt dat de financiële positie van veel pensioenfondsen momenteel onder druk staat. De eerste maanden van 2016 is de dekkingsgraad verder gedaald door tegenvallende beleggingsresultaten en een verder dalende rente. Recent is het financieel toetsingskader herzien. Hierdoor hoeven fondsen niet direct te reageren op schommelingen op financiële markten en mogen pensioenfondsen in hun herstelplannen schokken uitsmeren over tien jaar, waardoor eventuele kortingen minder abrupt zullen zijn.
Datum 7 juni 2016 Onze referentie 2016-0000137742
Bij de invoering van het nieuwe ftk is aangegeven dat dit een noodzakelijke tussenstap is en dat verder nadenken over de aard van de pensioenovereenkomst onvermijdelijk is. De herziening van het ftk biedt namelijk geen oplossing voor het onderliggende fundamentele probleem, dat de huidige uitkeringsovereenkomst meer zekerheid suggereert dan kan worden waargemaakt. Dit is mede de aanleiding dat de SER bezig is met het uitwerken van alternatieve vormen van pensioenovereenkomsten. Een andere pensioenovereenkomst schept andere mogelijkheden om met de afweging tussen premie, risico en ambitie om te gaan. Dat betekent bijvoorbeeld dat wordt gekeken hoe de rentegevoeligheid van het huidige contract kan worden verminderd. Daar staat echter wel tegenover dat de onzekerheid toeneemt. Het kabinet zal voor de zomer een reactie geven op de SER-verkenning over persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling.
1) http://fd.nl/economie-politiek/1152132/boosdoener-is-de-lage-rente
Pagina 3 van 6
Boosdoener is de lage rente
Nelleke Trappenburg
Datum 7 juni 2016 Onze referentie 2016-0000137742
donderdag 19 mei 2016, 6:00Update: donderdag 19 mei 2016, 7:30 Krantentitel: ‘Extreem lage rente komt ook bij specialisten hard aan’ Zelfs de pensioenfondsen van de pensioenspecialisten zijn niet opgewassen tegen de huidige marktomstandigheden. Op de vraag waarom de fondsen in onderdekking zijn geraakt, is het antwoord steevast: de renteontwikkeling. Mede als gevolg van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is de rente al enige tijd extreem laag. Voor pensioenfondsen is dit funest. Hoe lager de rente, hoe meer geld ze in kas moeten hebben om hun pensioenbeloftes aan de deelnemers waar te kunnen maken. Als dit geld er niet is, raakt een fonds in onderdekking en moet het een herstelplan bij DNB inleveren. Pensioenfondsen kunnen zich beschermen tegen de negatieve gevolgen van een rentedaling door het renterisico af te dekken met obligaties en rentederivaten. Dat gaat echter wel ten kosten van mogelijke beleggingswinsten. Afhankelijk van de wensen en karakteristieken van de deelnemers bepalen fondsen de mate van renteafdekking. Actuarissen Bij het fonds van pensioenadviseur Mercer hebben ze voor een relatief hoge renteafdekking gekozen, stelt Marc Heemskerk, secretaris van het pensioenfonds. ‘Mercer heeft veel actuarissen in dienst en die staan niet bekend om hun risicobereidheid’, aldus Heemskerk. Toch is het fonds in onderdekking geraakt. Volgens Heemskerk komt dit doordat het Mercer-fonds veel jonge deelnemers heeft. Hun verplichtingen liggen ver in de toekomst en daardoor is het fonds extra gevoelig voor de lage rente.
Pagina 4 van 6
Bij het pensioenfonds van pensioenadviseur Ortec gaat hetzelfde verhaal op, stelt Gerrit Timmer, voorzitter van het Ortec-fonds. ‘Doordat de gemiddelde leeftijd van de deelnemers erg laag is, is het fonds extreem gevoelig voor rentewisselingen. De dalende rente had daardoor grote consequenties voor het fonds’, aldus Timmer. Hij voegt er wel aan toe dat door de jonge deelnemers de herstelkracht tegelijkertijd ook groot is, dat wil zeggen dat er nog veel tijd is om eventuele verliezen goed te maken. Het Ortec-fonds staat met de actuele dekkingsgraad flink onder de 100%. De dekkingsgraad geeft weer in hoeverre fondsen in staat zijn de pensioenen nu en in de toekomst te betalen. Volgens Timmer krijgt Ortec-Finance overigens nooit specifieke vragen over de situatie bij het eigen pensioenfonds van klanten.
Datum 7 juni 2016 Onze referentie 2016-0000137742
Het fonds van pensioenuitvoerder MN Services stelt bewust voor een gedeeltelijke renteafdekking gekozen te hebben, omdat het ook wat risico in de beleggingsportefeuille wil blijven nemen. ‘Dat past bij ons streven naar een koopkrachtbestendig pensioen’, aldus Rob Heerkens, voorzitter van pensioenfonds MN Services. Deze keuze heeft de afgelopen maanden echter bijzonder ongelukkig uitgepakt. Het fonds van MN Services staat met een dekkingsgraad van 90,65% (stand eind maart) nog maar net boven de grens waarbij kortingen in zicht komen. ‘De rente is forser gedaald dan we hadden verwacht.’ Bijstorting Het is niet voor het eerst dat het MN-fonds in de problemen zit. Het fonds heeft eerder al een keer een bijstorting gehad en een keer gekort. De bijstorting wekte destijds wat wrevel op bij de deelnemers van de metaalfondsen PME en PMT, voor wie MN Services de pensioenen beheert. De metaalwerkers werden toen namelijk gekort op hun pensioenen en moesten toezien hoe het fonds van MN Services –mede dankzij de vergoedingen van PME en PMT- uit de brand werd geholpen. Later is er ook nog een keer gekort bij het fonds van MN Services. Volgens Heerkens is het een voordeel dat de deelnemers zelf ook in de pensioensector werken. ‘Daardoor is een korting goed uit te leggen.’ Herstelplan Pagina 5 van 6
Ironisch genoeg moet het pensioenfonds van DNB nu ook een herstelplan bij DNB inleveren. Afgelopen maart is het fonds namelijk in een reservetekort terechtgekomen. Dat betekent dat de dekkingsgraad nog wel boven de 105% is (grens voor dekkingstekort), maar dat er niet voldoende buffers zijn (grens van 116% bij het DNB-fonds). De toezichthouder berispte de pensioenfondsen onlangs nog dat ze hun lage dekkingsgraden niet mogen afschuiven op het rentebeleid van de Europese Centrale Bank. De fondsen waren zelf verantwoordelijk voor de tekorten, doordat ze zich niet voldoende hadden ingedekt tegen een dalende rente, aldus DNB-divisiedirecteur Bert Boertje afgelopen maart.
Datum 7 juni 2016 Onze referentie 2016-0000137742
Volgens de zegsman van DNB zijn de taken van het pensioenfonds en de toezichthouder overigens intern allemaal goed van elkaar gescheiden, zodat het niet kan voorkomen dat een toezichthouder toeziet op zichzelf als fondsbestuurder. Beurs De andere pensioentoezichthouder Autoriteit Financiële Markten tobt al jaren met zijn pensioenen. Aanvankelijk was AFM één van de deelnemers van het Mercurius pensioenfonds, het fonds van de beurs. Dat fonds worstelde met een sterk schommelende en meestal veel te lage dekkingsgraad. Toen Mercurius uiteen viel, ging AFM tegen wil en dank alleen verder, omdat het niet lukte om aansluiting te vinden bij anderen. Voor de toezichthouder die kritisch is op kleine fondsen, was dit een pijnlijke situatie. Vervolgens vielen de kosten hoog uit en inmiddels staat de dekkingsgraad ook weer gevaarlijk laag. Een poging om samen te gaan met het DNB-pensioenfond is onlangs gestrand. Het bestuur beraadt zich nu op de toekomst en verwacht hier in de tweede helft van 2016 meer informatie over te kunnen geven, stelt de zegsman van het AFM-fonds.
Pagina 6 van 6