Aanvullende vragen burgerraadslid mw. A. van Esch (fractie PK) betreffende plan van aanpak re-integratie van uitkeringsgerechtigden (n.a.v. Politieke avond d.d. 12 maart 2009) en beantwoording. Politieke avond 16 april 2009
Inleiding Om te kunnen beoordelen of er de goede speerpunten in het plan van aanpak worden geformuleerd, is het belangrijk om te weten wie de mensen zijn waarvoor dit plan geschreven is. Dit betekent niet dat het hier om een ieder individueel gaat, maar wel een overzicht van het WWB-bestand op hoofdlijnen. Het gaat er om een beeld te krijgen van een heel diverse groep mensen die onder de grote noemer WWB-uitkeringsgerechtigden wordt samengebracht.
Vragen en antwoorden 1. Iedere leeftijdsgroep heeft in de basis een eigen aanpak nodig. Om goed maatwerk te kunnen leveren is het van belang te weten hoe de leeftijdsopbouw eruit ziet. Kunt u ons vertellen hoe de leeftijd opbouw van het WWB-bestand eruit ziet, d.w.z. hoeveel mensen hebben we in de leeftijd tot 27, hoeveel mensen in de leeftijd vanaf 27 tot 45 jaar, vanaf 45 tot 60 jaar, hoeveel vallen er in de leeftijd groep 60-65 jaar en hoeveel mensen zijn er 65+ en ontvangen een aanvulling op hun AOW? Antwoord: Leeftijdsopbouw WWB-bestand: tot 27 jaar 27 tot 45 jaar 45 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 65+-ers
18 67 82 22 22
personen personen personen personen personen
2. Naast de leeftijd is een belangrijk onderscheid in een WWB-bestand de diverse doelgroepen. De gemeente Boxmeer onderscheid natuurlijk een aantal doelgroepen. Kunt u ons de lijst geven van de diverse doelgroepen die u onderscheid en daarbij aangeven hoeveel mensen er onder deze doelgroep vallen? Antwoord: Als gevolg van de invoering van het HOR-project (Heroriëntering op rechtmatigheid) is het WWB-bestand ingedeeld in profielen. De profielen A en C (68 personen) vormen de doelgroep met een reële kans op reguliere uitstroom binnen een jaar. De profielen B en D (143 personen) vormen de doelgroep met een aantoonbaar lagere kans op uitstroom vanwege belemmerende factoren. Binnen deze doelgroepen is er extra aandacht voor jongeren en alleenstaande ouders.
3. Re-integratie is natuurlijk niets nieuws en ook de afgelopen jaren zijn er mensen vanuit de WWB-uitkering weer aan het werk gekomen. Zoals we in de adviesnota hebben gelezen zijn er via het groenproject 17 personen uitgestroomd naar werk (regulier/WSW).
a. Hoeveel zijn er uitgestroomd naar werk bij andere projecten? Antwoord: In februari 2007 is de gemeente Boxmeer gestart met het groenproject dat wordt uitgevoerd door de IBN-groep. Een project op kleine schaal waarbij maximaal 8 deelnemers aan de slag zijn. In- en uitstroom zorgen voor doorstroming in dit project. Andere projecten zijn tot op heden niet opgestart. b. Hoeveel mensen zijn er in totaal uitgestroomd naar werk? Antwoord: In 2008 zijn 37 personen uitgestroomd naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervan zijn 7 personen uitgestroomd via het groenproject. De overige klanten zijn via de re-integratiebedrijven, CWI en uitzendbureaus uitgestroomd naar de arbeidsmarkt. Verder zijn 39 WWB-uitkeringen beëindigd met als reden: aanvang studie, bereiken 65-jarige leeftijd, verhuizing, overlijden, ontvangen uitkering arbeidsongeschiktheid, aangaan relatie, etc. Op 1 januari 2009 waren er nog 206 WWB-klanten.
4. Zoals we in de IWI-stukken konden lezen kregen niet alle uitkeringsgerechtigden een traject aangeboden. a. Kunt u mij vertellen hoeveel mensen er in Boxmeer een traject krijgen aangeboden? Antwoord: In principe krijgen alle WWB-klanten een traject aangeboden. Na het intakegesprek (en eventueel vervolggesprek(ken) bij inname van de WWBaanvraag wordt de klant door de klantmanager geplaatst op een werkplek of krijgt een traject aangeboden. Afhankelijk van de individuele situatie van de klant is het aanbod: een re-integratietraject dat direct leidt naar werk; een re-integratietraject dat indirect leidt naar werk of een zorgtraject. b. Hoeveel hiervan zijn er gericht op werk en hoeveel trajecten zijn gericht op sociale activering? Antwoord: In 2008 hebben 59 WWB-klanten een traject gevolgd richting reguliere arbeidsmarkt. Hierbij is gebruik gemaakt van de modules: regulier werk, begeleid werk (waaronder het groenproject) en werken op proef. 71 klanten hebben een traject gevolgd dat indirect leidt naar werk. Gebruik is gemaakt van de modules: Wiw-dienstbetrekking, trajecten voor sociale activering en motivering, trajecten voor oud-komers en inburgeringstrajecten. c. En hoeveel mensen krijgen er geen traject aangeboden? Antwoord: Uitgangspunt is dat alle klanten van de gemeente Boxmeer een traject krijgen aangeboden. In principe wordt direct bij aanvang van de uitkering een traject opgestart. In de persoon gelegen omstandigheden kunnen er toe leiden dat het een traject op een later tijdstip start.
5. Landelijk wordt er vaak gesproken over een granieten bestand (een groep mensen waarvan de problematiek zo groot is dat er niet van hen kan worden verwacht dat ze uitstromen naar werk/WSW). Landelijk wordt er vaak gezegd dat het om 25% van het totale WWB-bestand gaat en dat deze mensen vaak worden vergeten. a. Kunt u mij vertellen hoeveel mensen er in Boxmeer binnen het granieten bestand vallen?
Antwoord: Het granieten bestand van de gemeente Boxmeer bestaat uit WWB-klanten die een zorgtraject volgen. Zoals ook uit landelijke onderzoeken blijkt, vindt vanuit dit bestand weinig uitstroom plaats naar de reguliere arbeidsmarkt. De afdeling Sociale Zaken blijft met deze klanten in gesprek en pakt de problematiek aan om hen ‘in beweging te houden’ en te voorkomen dat zij in een sociaal isolement terecht komen. b. En hoeveel van deze mensen een traject krijgen? Antwoord: In 2008 zijn 81 WWB-klanten op een zorgtraject geplaatst. Deze zgn. ‘blijvers’ hebben veelal te maken met belemmeringen die van invloed kunnen zijn op hun activering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om belemmeringen van fysieke of psychische aard, schuldenproblematiek, verslaving of een detentieverleden. Zij hebben o.a. gebruik gemaakt van een hulpverleningstraject (verslaving) via Novadic/Roder Consult, opvang bij het Verdihuis of schuldhulpverleningstraject via de GKB of het RMC. Ook is er in enkele situaties sprake geweest van een combinatie van trajecten. c. Mochten ze geen traject krijgen hoe zorgt de gemeente er dan voor dat deze mensen niet worden vergeten? Antwoord: Klanten die niet op een traject worden geplaatst dat direct of indirect leidt naar werk worden op een zorgtraject geplaatst. Via het onderzoeksplan blijft elke klant structureel onder de aandacht van de klantmanager van Sociale Zaken.
6. Er is veel te doen omtrent de rendabiliteit van de re-integratietrajecten. Re-integratie levert te weinig voordeel op. a. Kunt u mij vertellen hoe de rendabiliteit van de re-integratietrajecten binnen Boxmeer is? Antwoord: De gemeente Boxmeer heeft samen met de gemeenten Land van Cuijk, in 2005 een aanbesteding re-integratiediensten afgegrond met de gunning van een 18-tal modulaire diensten aan 7 re-integratiebedrijven. De modulaire diensten bestaan o.a. uit regulier werk (totaal traject van intake tot en met nazorg), werken als sociale activering, opleidingen zoeken, motiveren, leren spreken en schrijven, etc. Een goede dienstverlening en service (bijv. het nakomen van afspraken), het meedenken met de klant, levert aanmeldingen voor een bedrijf op. Bedrijven die niet presteren worden direct afgerekend en zijn daarom niet in de tabel opgenomen (Salus en Hudson). Rendabiliteit wordt bij de gemeente Boxmeer op 2 manieren gemeten: 1. de uitstroom naar regulier werk, 2. het bereiken van de volgende sport op de werkladder1. Zie ook de bijlage: beheerstekst jaarrekening 2008: 140.10.10 werk en activering. Re-integratie Instroom Uitstroom Groenproject 12 7 regulier werk en WSWdienstbetrekking, (rendabiliteit 58%) IBN regulier werk 4 53% uitstroom naar regulier werk IBN leren en werken B 12 81% uitstroom naar regulier werk, dan wel begeleid werk 1
Werkladder kent 5 sporten: zorg. sociale activering, re-integratie, gesubsidieerde arbeid, regulier werk
Activering Stichting Actief ROC de Leijgraaf (NT2)
Instroom 16 7
Bounce (centrum werk en psyche
20
Uitstroom Zitten nog op traject 57% heeft de startkwalificatie gehaald 2 start re-integratietraject
b. En mocht deze achter blijven wat dan uw visie is om dit te verbeteren? Antwoord: Zoals het Ministerie SZW al heeft aangekondigd zullen de gemeenten marktgerichter moeten gaan werken. Dit kan door het toepassen van resultaatfinanciering waardoor de kwaliteit verbetert. In Boxmeer is op dit moment sprake van een productfinanciering. Een nadeel van deze financieringvorm is veel administratief werk om de klant te volgen. Bij productfinanciering kan een klant langer op een traject gehouden worden, wat niet bevorderlijk is voor de zelfredzaamheid. Bij resultaatfinanciering wordt het resultaat beoordeeld en betaald. Er is geen financiële stimulans om klanten langer in traject te houden en teveel producten in te zetten. De kortste weg naar resultaat is voor de uitvoerder het meest efficiënt. Met het oog op de WWB is resultaatfinanciering voor de gemeenten dus gunstiger.
7. Naast de groep uitkeringsgerechtigden heeft de gemeente ook de plicht om niet uitkeringsgerechtigden te helpen aan een baan. Dit was voor de komst van de WWB een belangrijk speerpunt voor veel gemeenten, maar is door de komst van de WWB en de daarbij horende financiële consequenties naar de achtergrond geraakt. Kunt u mij vertellen hoeveel mensen zonder uitkering in Boxmeer gebruik van maken de re-integratiemiddelen om weer aan het werk te komen en welke trajecten zij aangeboden krijgen van de gemeente? Antwoord: Zeer sporadisch melden zich niet-uitkeringsgerechtigden (zgn. nug-gers) voor ondersteuning bij re-integratie. In 2008 hebben 3 nug-gers een traject aangeboden gekregen: 1x scholing, 1x (succesvolle) arbeidsbemiddeling en 1x sociale activering.
8. In juni 2008 is er afgesproken dat er een concreet plan van aanpak t.a.v. de reintegratie van uitkeringsgerechtigden zou komen. Dat hierin het maatwerk de basis vormt is ook voor de PK een vaststaand gegeven. Echter om maatwerk te kunnen bieden hebben de consulenten ook instrumenten nodig in de vorm van projecten of ingekochte trajecten. a. Kunt u ons vertellen welke projecten/ ingekochte producten de consulenten nu al tot hun beschikking hebben? Antwoord: Vanaf 1 januari 2005 hebben de klantmanagers van Sociale Zaken de volgende diensten/modules in hun ‘re-integratiekoffer’. De integrale dienst: regulier werk. Verder de losse modulaire diensten (waarmee naar behoefte van de klant een traject kan worden samengesteld): begeleid werken (waartoe ook het groenproject behoort), werken op proef, leren en werken A, leren en werken B, werken als sociale activering, zoeken naar werk, leren spreken en schrijven, leren met de computer, opleidingen zoeken, motiveren en verminderen van psychosociale belemmeringen. b. En welke projecten/aanpakken worden er de komende tijd onderzocht en ontwikkeld? Antwoord:
Onlangs heeft een eerste oriënterend gesprek plaatsgevonden met ROC de Leijgraaf. Doel van dit gesprek was om te onderzoeken of het mogelijk is een project op te starten voor alleenstaande ouders.
9. Uitkeringsgerechtigden zijn natuurlijk ook zelf actief om hun mogelijkheden te onderzoeken naar werk. a. Kunt u ons vertellen of het voorkomt dat mensen zelf, met een zelfontwikkeld traject, van een re-integratiebureau waar de gemeente geen overeenkomst mee heeft, komen? Antwoord: Incidenteel meldt zich een persoon met een scholings-/opleidings- of reintegratietraject. b. Als dit voorkomt kunt u ons dan vertellen hoe er gehandeld is? Antwoord: Over het algemeen wordt door de gemeente een baangarantie geëist. Als een werkgever een baangarantie afgeeft voor de individuele uitkeringsgerechtigde beoordeeld deze de haalbaarheid van het traject positief. Daarom wordt hier zoveel mogelijk aan meegewerkt. De voorwaarden met betrekking tot de baangarantie, de trajectduur en de kosten zijn bepalend bij de beoordeling van het verzoek. Scholing, werken met behoud van uitkering en loonkostensubsidie zijn middelen die ingezet kunnen worden. Als een re-integratiebureau betrokken is in het proces gelden dezelfde voorwaarden. Als dit nog nooit is gebeurd wat is dan de richtlijn voor als het gebeurt? Antwoord: Zie antwoord bij vraag 9b.
140.10.10 Werk en activering Doelstelling beheersproduct: Het terugdringen van de werkloosheid door middel van het activeren van de uitkeringsgerechtigden. Wat willen we bereiken? Wat gaan we doen? Wat meten we?
Wat hebben we gedaan?
Gerealiseerd
Speerpunten
Producten
Indicatoren
Normen
Producten
Normen
Zelfstandig verwerven van inkomen bevorderen. (Wettelijk, hoge beleidsvrijheid)
Klanten helpen aan een baan
Uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt
10% van het uitkeringsbestand op peildatum 01-012008
Inzet van de volgende instrumenten/producten: - groenproject; modules reintegratiediensten; uitzendbureaus
Aantal WWBklanten op 01012008: 211. Uitstroom 37 personen (dienstbetrekking/z elfstandige) = 18% uitstroom.
Deelname aan reïntegratietraject- Aantal klanten dat 20% van het op een activiteit uitkeringsbestand reïntegratietraject is op peildatum geplaatst dat direct leidt naar werk
Bevorderen dat mensen die (tijdelijk) geen reguliere arbeid kunnen verrichten, reïntegreren door middel van andere vormen van maatschappelijke deelname. (Wettelijk, hoge beleidsvrijheid)
Jongeren terugleiden naar school Jongeren een startkwalificatie laten behalen
Alle
Sociaal activerings- en of scholingstraject (motiveren, activeren,begeleiden en bemiddelen)
Aantal klanten dat op een traject is geplaatst dat indirect leidt naar werk
35% van het uitkeringsbestand op peildatum
Aanbieden van een zorgtraject met als doel mogelijkheden van klanten benutten
Aantal klanten dat 45% van het op een zorgtraject is uitkeringsbestand geplaatst op peildatum
Inzet van modules als: regulier werk, begeleid werk, werken op proef
59 klanten (=28%) met een reintegratietraject richting reguliere arbeid
Hiervan wordt geen Inzet van het Leer-werkloket door registratie bijgehouden, echter Werkbedrijf UWV jongeren worden altijd op een passend traject gezet Toegepaste producten: Indirect werk: 71 - Wiw-dienstbetrekking personen (= 34%) - Inburgeringstraject/NT2 - trajecten sociale activering en motivering - trajecten voor oudkomers Zorgtrajecten o.a: - hulpverleningstrajecten (verslaving) via Novadic/Roder Consult - opvang bij het Verdihuis - Schuldhulpverlening
Zorgtraject: 38% (=81 personen)
Het bieden van een passende Aanbieden van Wswwerkomgeving voor mensen met dienstbetrekkingen een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap. (Wettelijk, lage beleidsvrijheid)
Aantal plaatsingen buiten eigen swbedrijf
Afname WSWwachtlijsters
Op 01-01-2008 aantal Wswplaatsingen 180 FTE, hiervan werkzaam buiten de IBN-groep 26,11 FTE Op 31-12-2008 aantal Wswplaatsingen 192 FTE, hiervan werkzaam buiten IBN-groep 24,11 FTE . 10% van het totale Op 01-01-2008 aantal aantal wachtlijsters wachtlijsters 47. Op 31-12-2008 op peildatum aantal wachtlijsters 11. 5% van het totale aantal FTE's op peildatum 01-012008
Op 01-01-2008 14,5% van het totale aantal FTE’s Op 31-12-2008 12,5% van het totale aantal FTE Een afname van 76,5%