In deze bundel vind je een aantal Themagesprekken. De gesprekken zorgen voor verdieping in de groep, zodat de groep optimaal voorbereid aan de start van het project verschijnt. Bij het vergaderen heb je het als plaatselijke groep meestal over acties en geld inzamelen. Logisch, want je wilt samen de deelnemersbijdrage bijeen brengen. Toch is het belangrijk om ook te werken aan ontwikkeling van de deelnemers en de voorbereiding op het project. Het hele traject is een proces waar deelnemers veel van kunnen leren. Doel De bedoeling van de Themagesprekken is dat de deelnemers inhoudelijk voorbereid worden op hun project. World Servants werkt vanuit het geloof in Jezus Christus. De missie van World Servants is om mensen vanuit dat geloof toe te rusten om zich dienstbaar in te zetten in de wereld. De Themagesprekken werken daaraan mee en zijn er om de deelnemers, vanuit dat geloof, toe te rusten en enthousiast te maken voor hun project. Praktisch De duur van de themagesprekken hangt af van de omvang van de groep en de intensiteit van het gesprek. Gemiddeld duurt het gesprek 20 minuten en de bijbehorende teambuildingsopdracht 10 minuten. De indeling van de gesprekken wijst zichzelf. Je kunt naar eigen smaak onderdelen weglaten of toevoegen. Veel gesprekken vergen voorbereiding, de ene meer dan de ander. Van jezelf, sommige ook van deelnemers. Houd daar rekening mee in je planning. Je kunt de gesprekken goed combineren met een reguliere vergadering met de groep. Als de groep te groot is om een overzichtelijke conversatie te hebben kun je de groep opdelen in subgroepen, met terugkoppeling naar elkaar. Ieder Themagesprek wordt afgesloten met een teambuildingsoefening die je de groep kunt laten doen. Als groepsleider kun je een coachende, reflecterende rol aannemen. Themagesprekken Themagesprek 1: Wie ben ik en wie ben jij? Themagesprek 2: De kracht van communicatie Themagesprek 3: God in je voorbereidingen Themagesprek 4: Missie en houding Themagesprek 5: Mijn naaste en ik Themagesprek 6: Grote verschillen Themagesprek 7: God op je project
Voorbereiden Dit is de eerste bijeenkomst van deze serie. Zorg dat de deelnemers goed voorbereid zijn en horen wat de bedoeling is van de bijeenkomsten. Maak ze enthousiast om mee te denken en mee te praten. Laat iedereen vóór de bijeenkomst online de Belbintest doen op thesis.nl/belbin. De test duurt maximaal 10 minuten. Laat de deelnemers hun uitslag meenemen. Om goed de diepte in te kunnen gaan bij het gesprek over de uitslag, raden we je aan je van tevoren te verdiepen in de Belbintest. Inleiding Tijdens de voorbereidingen voor je World Servants-project werk je samen met een groep. Een groep mensen die je misschien helemaal niet kent. Iedereen in die groep is goed in andere dingen. Dat iedereen eigen kwaliteiten heeft gekregen, daarover spreekt Paulus ook in zijn brief aan de Korintiërs, lees in 1 Kor. 12: 4-7. In deze bijeenkomst willen we naar elkaars kwaliteiten kijken. Weet jij welke gaven jij gekregen hebt? Verwerking Bespreek de uitkomsten van de Belbin-test. Ga iedereen langs en laat alle deelnemers vertellen wat zijn/haar uitkomsten zijn. Laat de betreffende persoon zelf conclusies trekken over wie hij/zij zelf is en bespreek dit daarna met de hele groep. Als een deelnemer zich niet herkent in de uitkomst, vraag dan wat er volgens hem/haar niet klopt en wat het dan zou moeten zijn. Vraag:
Noem jouw kwaliteit(en) op Herken je jezelf in deze uitkomsten? Wat zou jouw plaats/rol in de groep kunnen zijn? Vertrouw jij op jezelf dat je deze taak uit kunt voeren?
Vraag aan de groep: Herkennen jullie de persoon hierin? Teambuilding Maak duo’s van mensen die elkaar niet kennen. Laat hen elkaar interviewen en in vijf minuten zo veel mogelijk van elkaar te weten komen. Doe daarna een wedstrijd: kijk of de duo’s elkaar naam weten, elkaars schoenmaat, woonplaats, et cetera. Ieder duo dat faalt een kenmerk van elkaar te weten is af. Doelen Deelnemers: … weten wie ze zelf en wat hun kwaliteiten zijn … weten hoe ze zichzelf zien en of ze hun kwaliteiten durven te uiten … gaan denken over hun persoonlijke plaats en taken in de groep … kennen de medegroepsleden en hun kwaliteiten Bijbelteksten 1 Kor. 12 | In iedereen is de Geest zichtbaar aanwezig Spreuken 31: 30-31 | Ontzag voor de HEER, in je werk. Romeinen 12:4-8 | Lichaam met vele leden, ieder apart
Voorbereiden Zet voor aanvang, stoelen in een kring zodat iedereen elkaar kan zien. Leg op iedere stoel pen en papier klaar. Print de casussen uit bijlage 1 zo vaak uit als nodig voor de opdracht. Inleiding De omgang met mensen in een groep is van essentieel belang in het groepsproces. Jullie werken met een groep mensen die allemaal verschillend zijn. Iedereen heeft andere kwaliteiten en iedereen heeft een ander karakter. Het is dus belangrijk om op een goede manier met elkaar te communiceren. In deze bijeenkomst willen we het hebben over het geven van feedback. Introvraag Noem allemaal één karaktereigenschap waar je blij mee bent en één karaktereigenschap die je liever niet zou hebben. Feedback geven en ontvangen 1. Vraag de deelnemers wat hun eerste gedachtes zijn bij het geven van feedback en laat hen dat op papier zetten. 2. Maak groepjes van drie. Elke persoon in zo’n groepje heeft een andere functie: de feedbackgever, de feedbackontvanger en de observator. Ze spelen samen de casussen uit bijlage 1. 3. Laat de feedbackgever de casus lezen en voor zichzelf houden. De feedbackgever speelt zijn/haar casus en geeft feedback zoals hij of zij dat zou doen als het een echte situatie betrof. De feedbackontvanger reageert hierop. Daarna stopt het gesprek en bespreek je het gesprek met de observator. 4. Laat iedereen een andere rol aannemen en speel de volgende casus. Iedereen is een keer de feedbackgever, feedbackontvanger en observator. Herhaal nu stap 3. 5. Kom weer terug in de hele groep en bespreek de belevingen met elkaar. De deelnemers weten nu hoe zij feedback geven en hoe ze het vinden om feedback te ontvangen. 6. Ga met elkaar in gesprek over de punten die de deelnemers aan het begin op papier gezet hebben en hun ervaringen uit de casus. Samen met het bespreken van de feedbackregels (bijlage 2) krijgen de deelnemers een beter beeld van wat feedback geven is en waar je op moet letten. Teambuilding Laat de groep rondlopen in een afgezet gebied. Deelnemers geven elkaar een hand en noemen hun naam. Na het uitwisselen van de namen verwisselen de deelnemers van naam: ze hebben nu de naam van diegene die ze net een hand hebben gegeven. Wanneer een deelnemer zijn eigen naam weer tegenkomt mag hij of zij gaan zitten (in kleine groepen: wanneer een deelnemer zijn eigen naam twee/drie keer is tegengekomen). Overigens zal altijd blijken dat aan het einde van de oefening meerdere mensen dezelfde naam hebben. Doelen Deelnemers: … beseffen hoe belangrijk goede communicatie is in een groepsproces … ontdekken hoe ze zelf feedback geven en zouden willen ontvangen … weten van elkaars kwaliteiten en accepteren deze van elkaar Bijbelteksten Spreuken 27:5 | 9:9 | Feedback geven Spreuken 15:22 | Groepsproces Prediker 4: 9 | Samen sta je sterker
Bijlage 1: Casussen voor feedback geven Casus 1 Feedbackgever: Samen met twee andere deelnemers organiseer jij een belangrijke actie. De actie kost veel voorbereidingstijd en jij wil dat de taken goed verdeeld worden. Jij vindt dat een deelnemer erg weinig doet voor de actie en het lijkt of jij de enige bent die de handen uit de mouwen steekt. Je bent geïrriteerd en je wil de deelnemer hierop aanspreken. Casus 2 Feedbackgever: De vergaderingen in de groep vind jij heel belangrijk en boeiend maar je stoort je elke keer weer aan één persoon die altijd praat. Diegene reageert op alles en jij irriteert je daaraan. Je vind dat de persoon andere mensen niet aan het woord laat. Casus 3 Feedbackgever: Jij vindt dat jullie plaatselijke groepsleider erg dominant is en veel dingen zelf doet in plaats van dat de groepsleider dit de groep laat doen. Jij vindt dat de deelnemers, die op project gaan, het meest moeten doen. Je vindt dat de groepsleider meer op de achtergrond moet treden en dit wil je de groepsleider ook vertellen.
Bijlage 2: Feedbackregels 1. Richt de feedback op het gedrag in plaats van op de persoon. Feedback heeft altijd betrekking op concreet gedrag. Het is belangrijk dat je je richt op dat gedrag, niet op de persoon. Uitgaan van feiten voorkomt dat je de persoon gaat beoordelen. Zo is de ander minder snel geneigd in verdediging te schieten. Voorbeeld: ‘Ik heb je nu drie keer opgebeld en steeds zeg je dat je zult terugbellen’ is effectiever dan ‘Jij houdt je nooit aan je afspraken’. 2. Richt de feedback op waarnemingen in plaats van op gevolgtrekkingen en op beschrijvingen in plaats van beoordelingen. Feiten en zichtbare bewijzen zijn beter te vertrouwen en beter aanvaardbaar dan meningen en vermoedens. Voorbeeld: ‘De gegevens ondersteunen jouw opmerking niet’ is effectiever dan: ‘Je begrijpt het nog steeds niet hé?’ 3. Richt de feedback op gedrag in een specifieke situatie, bij voorkeur in het ‘hier en nu’, in plaats van in een vaag verleden of eerder vertoond gedrag. Het leidt alleen maar tot frustraties als men een bepaald voorval of gedrag, waar je naar verwijst, niet kan plaatsen. Ook is iets dat al gebeurd is niet meer te veranderen, dus is het te laat om er nog iets aan te doen. Voorbeeld: ‘Je moet het nog met de opmerkingen van de andere leden eens worden’ is effectiever dan ‘jij bent in dit team altijd een probleem geweest’. 4. Richt de feedback op het delen van ideeën en informatie in plaats van op het geven van adviezen, verwijten. Onderzoek samen de alternatieven. Vermijd het geven van directe instructies, tenzij daarom gevraagd wordt. Help daarentegen de ontvangers om zelf de veranderingen en verbeteringen aan te geven. Voorbeeld: ‘Wat vind je ervan om deze moeilijke situatie te doorbreken en door te gaan?’ is effectiever dan ‘Nu moeten we het zo doen’. 5. Richt de feedback op de hoeveelheid informatie die de ontvanger aan kan, in plaats van op de hoeveelheid informatie die jij kwijt zou willen. Als iemand teveel informatie krijgt, houdt hij op met luisteren. Te weinig informatie leidt tot frustraties en misverstanden. Voorbeeld: ‘Het lijkt erop dat je tot een conclusie bent gekomen voordat alle feiten op tafel zijn gekomen’ is effectiever dan ‘Hier zijn nog enkele gegevens die je mee zou moeten nemen, en hier zijn er nog een paar, en nog een paar, en nog een paar…’ 6. Richt de feedback op de waarde die dit voor de ontvanger kan hebben, niet op de emotionele ontlading die dat voor jou kan betekenen. Feedback geven moet nuttig zijn voor de ontvanger, niet alleen maar om zelf stoom af te blazen. Voorbeeld: ‘Ik moet zeggen dat jouw vele praten mij erg stoort en dit vind ik vervelend’ is effectiever dan ‘Jij bent een lummel en één van de veroorzakers van de problemen in de groep’. 7. Richt de feedback op tijd en plaats, zodat persoonlijke informatie op het geschikte moment kan worden uitgewisseld. Hoe specifieker de feedback of hoe beter de feedback bedoeld is voor een bepaald moment, des te nuttiger die feedback zal zijn. Voorbeeld: ‘Tijdens een pauze wil ik graag even met jou ergens over praten’ is effectiever dan ‘Ik wil je dit nu zeggen: jij denkt dat jouw functie je het recht geeft ons te dwingen het met jou eens te zijn, maar het maakt ons alleen maar boos’. 8. Vervang negatieve woorden in normalere woorden. Soms kunnen de woorden die je gebruikt heel direct overkomen. Woorden kunnen heel negatief klinken, soms negatiever dan jezelf bedoelt. Vervang negatieve en overdreven woorden door normalere en neutralere woorden. Vervang bijvoorbeeld ‘nooit’ door ‘meestal’, ‘altijd’ door ‘soms’, ‘niet’ door ‘minder’, et cetera.
Voorbereiding Print de bijlage voor iedereen uit. Opening Bid van tevoren met de groep voor de bijeenkomst. Dit kan een beladen onderwerp zijn voor sommige mensen dus zorg voor ontspanning en een open sfeer. Begin met de kring rond te gaan en aan iedereen te vragen hoe het met hem of haar gaat en of ze zin in het project hebben. Inleiding Voor je op project gaat moet er altijd veel gebeuren. Er worden acties georganiseerd, je vergadert en doet inkopen.. Door de drukte schiet het betrekken van God in je voorbereidingen er vaak bij in. Toch is het betrekken van God in je voorbereidingen erg belangrijk. We geloven dat het dienen van anderen een Bijbelse opdracht is. Daarom willen we het deze keer hebben over het betrekken van God in je voorbereidingen. Verwerking In de eerste bijeenkomst hebben we kort gesproken over het geloof in God. Hier willen we nu verder over spreken. Laat iedereen de vragen uit de bijlage voor zichzelf invullen. Maak kleine groepjes en laat de deelnemers in de groepjes over de antwoorden praten. Zorg dat mensen die elkaar nog niet zo goed kennen bij elkaar zitten en vrienden uit elkaar. Kom daarna weer bij elkaar en ga nog even kort met elkaar in gesprek over hoe belangrijk God is in de voorbereidingen die jullie treffen voor het project. Hoe belangrijk vind jij het geloof in God, in het werk van World Servants? Welke rol speelt God in de voorbereidingen op het project? Wanneer deelnemers door willen gaan op dit onderwerp, kun je een vervolgbijeenkomst plannen. Laat elke deelnemer dan twee vragen meenemen die hij/zij wil bespreken. Teambuilding Zet een aantal mensen (6-10) op een rij. De achterste zit op een stoel met de zitting in de rug, alle volgende mensen sluiten aan met een stoel zijwaarts tegen de knieën van de persoon achter hen. Laat iedereen behalve de achterste persoon nu op de schoot van de persoon achter hen gaan liggen. Verwijder nu de stoelen. Doelen Deelnemers: … gaan nadenken over hoe hun eigen geloof in God eruit ziet … ontdekken hoe belangrijk zij het vinden om God te betrekken in de voorbereidingen op het project … ontdekken welke plaats God heeft in hun leven van elke dag … bespreken met elkaar hoe ze God als groep kunnen betrekken in hun voorbereidingen Bijbelteksten Spreuken 16:3 | Vertrouwen op God bij je werk Prediker 3:22 | Vreugde in alles wat je onderneemt Romeinen 12:11 | Enthousiasme, aanvuren door de Geest
Bijlage: Wie is God voor jou?
1.
Beschrijf in een paar woorden… …jouw geloof in God, persoonlijke relatie met God…
2.
…hoe belangrijk God en geloof in jouw leven is…
3.
…welke plaats God in jouw dagelijks leven heeft…
4.
… en op welke manier jij je geloof betrekt in je voorbereidingen voor je project.
Antwoord
Voorbereiding Print als voorbereiding beide bijlages uit, liefst op A3-formaat. Inleiding We zijn alweer een tijdje bezig. Misschien dringt nu pas tot je door waar je echt aan begonnen bent. Waarschijnlijk kost het je best veel tijd. Maar je weet waar je het allemaal voor doet. Je weet wat je motivatie is. Alleen, niet iedereen heeft dezelfde motivatie en niet iedereen heeft hetzelfde beeld bij ‘de ander dienen’. Om dit van elkaar (en voor jezelf) helder te krijgen gaat deze bijeenkomst over de missie van World Servants en over jouw houding. Verwerking Hang de Missie van World Servants (bijlage 1) en de tekening uit bijlage 2 op zodat de hele groep er naar kan kijken. Neem even een moment zodat iedereen de tekst en de tekening goed tot zich kan nemen. Vraag: Wat haal jij uit deze missie? In welk deel van de missie zie je jezelf terug? Hoe breng je dat in praktijk? Welke deelnemer(s) in de tekening lijkt het meest op jou, en waarom? Wat is belangrijk aan die rol? Welke rol zou je graag willen zijn? Teambuilding Laat een aantal mensen (4-8) in een kring gaan staan met de handen vooruit gestoken. Laat iedere hand een willekeurige andere hand vast pakken. De bedoeling is nu dat de groep weer in een nette cirkel komt te staan. Hoe groter de knoop, hoe langer de oefening duurt. Doelen Deelnemers: … zijn op de hoogte van de missie van World Servants en kunnen zich hierin vinden … worden bepaald bij de rol die zij in een groep vervullen. Bijbelteksten Spreuken 21:13 | Luisteren naar de armen Matteüs 25:35-40 | Doe het voor Jezus Kolossenzen 3: 12 | Medeleven en goedheid Galaten 6: 10 | Het goede doen
World Servants doet dat door het uitsturen van groepen die bouwprojecten realiseren in ontwikkelingslanden: Scholen, klinieken, huizen en waterprojecten. Deze bouwprojecten zijn onderdeel van programma’s van lokale partnerorganisaties en dragen bij aan het blijvend verbeteren van de levensomstandigheden van een hele gemeenschap. Zowel het bouwen als het overige programma, waarin thema’s als armoede, praktisch geloven en omgaan met cultuurverschillen een rol spelen, vinden plaats in nauwe samenwerking met de plaatselijke bevolking. Deelnemers hebben zo de kans om daadwerkelijk te ervaren wat dienstbaarheid inhoudt.
World Servants wil, vanuit het geloof in Jezus Christus, mensen enthousiast maken en toerusten om zich dienstbaar in te zetten in deze wereld.
Bijlage 1: Missie World Servants
Bijlage 2: Tekening
Voorbereiden Voor deze bijeenkomst is het een keer leuk dat jullie als groep met elkaar gaan eten. Bijvoorbeeld bij iemand thuis. Zorg dat iedereen meedoet met het eten koken. Deel bijvoorbeeld de groep in tweetallen en laat elk tweetal voor een gerecht zorgen. Om echt in de stemming van het project te komen kun je deelnemers vragen een gerecht te koken dat past bij het land waar ze naar toe gaan. Inleiding Tijdens je project met World Servants gaat het niet alleen om jezelf, maar vooral om de ander, de mensen waarvoor je bouwt. Je bent niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Je zet jezelf dienstbaar in voor die ander. Je stelt jezelf op gelijke hoogte met de ander, zodat je hem of haar echt kunt ontmoeten. Dit is ook wat Jezus ons duidelijk wil maken. Hij draagt ons op om te kijken naar de armen, de zondaars en de zieken in deze wereld. Dienstbaar zijn is niet voor iedereen gemakkelijk. Hier in Nederland zijn wij er zo aan gewend dat wij het goed hebben en alles kunnen krijgen wat we maar willen, dat we vaak niet letten op mensen die het minder hebben dan wij. Jezus was en is God, maar toen Hij op aarde rondliep stelde hij zich dienstbaar op tegenover de mensen die geen goede positie in de samenleving hadden. God maakte Zich aan hen gelijk. Laten wij dit voorbeeld proberen te volgen. Verwerking Vandaag ga je als groep eten met elkaar. Er moeten veel dingen gedaan worden: er moet eten gekocht en gekookt worden, de tafel moet gedekt worden, het eten moet geserveerd worden en natuurlijk moet er afgewassen worden. Help elkaar bij deze taken. Laat de gastheer of vrouw niet al het werk doen, maar steek zelf ook je handen uit de mouwen. Bespreek tijdens het eten de volgende punten met elkaar: Vraag: Wat betekent dienstbaarheid voor jou? Gelijkwaardigheid, hoe zie jij dit en hoe breng jij dit in praktijk? Tijdens je project leer je veel mensen uit de lokale gemeenschap tegen. Hoe ga jij je opstellen ten opzichte van hen? Lees met elkaar Filippenzen 2: 1-11. Sta extra stil bij het begin van vers 2, het einde van vers 3 en vers 7. Vraag: Wat vind je van deze tekst? Wat spreekt jou persoonlijk aan? Wat leer jij uit dit stukje? Hoe kun je hier aan werken? Lees bij het eindigen van de maaltijd de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan: Lucas 10: 30-37. Dit verhaal kan een persoonlijke opdracht van Jezus voor jou zijn tijdens je project. Teambuilding Twee rijen deelnemers staan tegenover elkaar. De voorstel deelnemers van iedere rij spelen tegen elkaar. De spelleider geeft een letter. De deelnemers moeten zeggen ‘ik heet…, ik woon…, ik handel…’, met op de stippellijntjes een begrip met de gegeven letter. Bijvoorbeeld ‘ik heet Ad, ik woon in Appingedam, ik handel in Appels’. Diegene die als eerste klaar is mag blijven staan, de ‘verliezer’ moet achteraan sluiten in zijn of haar rij.
Doelen Deelnemers: … weten wat het is om dienstbaar te zijn … leren zichzelf niet op de eerste plek te, zetten maar juist de ander … leren op een goede manier met andere mensen om te gaan Bijbelteksten 1 Petrus 2:21-22 | In de voetsporen van Jezus Filip. 2: 4-9 | Het belang van de ander voor ogen hebben 1 Joh. 3: 16-19 | Niet liefhebben met de mond maar met daden
Voorbereiden Download het filmpje ‘Een dag uit het leven van…’ op worldservants.nl/themagesprekken. Neem post-it briefjes, stiften en een flip over-blok mee. Inleiding Deze keer gaan we een aantal vraagstukken behandelen die in de huidige samenleving veel voorkomen. De vraagstukken die langskomen zijn niet per direct dingen waar je tijdens het project tegenaan zult lopen maar dit is wel mogelijk. Het is goed om vóór je project bij jezelf te ontdekken hoe jij tegenover deze moeilijke problematiek staat. Ook hoe je hiermee omgaat tijdens je project. Verwerking Bekijk het filmpje en ga daarna met elkaar in gesprek. Vraag: Wat vind je van het filmpje? Wat heeft jou geraakt in dit filmpje? Wat vond je mooi aan het filmpje? Post-It Geef iedereen een aantal post-it briefjes en een pen. Laat iedereen opschrijven wat hij/zij zou kopen als hij/zij de loterij zou winnen. Hang drie grote vellen papier aan de muur en schrijf boven de drie vellen: Nodig; handig; niet nodig. Laat iedereen zijn/haar post-it briefjes plakken op het vel waar ze denken dat het beste past. Ga met elkaar in gesprek over de uitkomst. Wat is echt nodig, wat is luxe? Is er een verschil tussen rijkdom hier en rijkdom in een arm land? Teambuilding Laat de groep door elkaar heen lopen in een bepaalde ruimte. Iedereen legt een muntje op z’n kin, dat daar zonder het aan te raken moet blijven liggen. Vervolgens lopen de deelnemers door elkaar heen en mogen ze elkaar aanraken. Diegene wiens muntje het langste blijft liggen wint. Doelen Deelnemers: … gaan nadenken over grote verschillen in de wereld … gaan voorafgaand aan het project nadenken hoe ze hiermee omgaan tijdens het project … denken na over wat nu echt belangrijk is in het leven Bijbelteksten Leviticus 25:35 | Armen helpen Spreuken 11:4 | Geen rijkdom maar rechtvaardigheid redt Spreuken 13:23 | Armoede door onrecht Spreuken 14:21 en 31 | Gelukkig hij die de armen helpt
Voorbereiden Print de bijlage voor iedereen één keer uit en print tien vellen papier met daarop (groot) de cijfers 1 tot en met 10. Inleiding Dit is de laatste bijeenkomst van de reeks. Tijdens de afgelopen bijeenkomsten hebben we veel verschillende onderwerpen behandeld. Onderwerpen die nuttig zijn voor je project en de voorbereiding daarvan. Hopelijk hebben de Themagesprekken je wat opgeleverd en ben je goed voorbereid voor je project. Het laatste thema dat we gaan behandelen is het betrekken van God op je project. Op welke plaats zet jij God tijdens je project? Verwerking 1 Laat iedereen de vragenlijst invullen. Neem hier 5 minuten de tijd voor. Ze hoeven de antwoorden niet te delen met anderen. Vraag: Welke plaats geef jij God tijdens je project? Waarom? Sta jij open voor geloofsgesprekken tijdens je project? Beschrijf in één zin wat jij wil bereiken tijdens je project. Verwerking 2 Leg de vellen met de getallen met voldoende tussenruimte er tussen op de grond. Lees een voor een de onderdelen van een project uit de lijst hieronder op, en vraag hen om op de schaal van 1 tot en met 10 aan te geven hoe belangrijk dat onderdeel voor hen is. Zorg ervoor dat ze op dezelfde tijd gaan lopen, zodat ze elkaar niet beïnvloeden. Vraag bij ieder onderdeel een aantal deelnemers waarom ze juist bij dat cijfer zijn gaan staan. Bouwen Kinderprogramma Cultuurprogramma Dienstbaarheid
Gebed God Gesprekken Contact met de lokale bevolking
Teambuilding Geef alle deelnemers vijf pinda’s, muntjes, of iets dergelijks. Laat ze door elkaar heen lopen en elkaar vragen stellen, die ze niet met ja of nee (of iets dergelijks) mogen beantwoorden. Indien ze een fout maken, geven ze een pinda aan de ander. Diegene die na een vooraf bepaalde tijd de meeste pinda’s heeft wint. Doelen Deelnemers: … laten weten hoe belangrijk zij enkele activiteiten tijdens het project vinden … gaan nadenken over welke plaats zij God geven tijdens het project … bespreken wat zij willen bereiken tijdens het project
Bijbelteksten Prediker 7:14 | God geeft goede maar ook slechte dagen. Kol. 3:23 | doe als je werk alsof het voor de Heer is en niet voor mensen.
Bijlage: Vragenlijst 1x
2x
3x
4x
Niet/nauwelijks
Per dag bid ik… Voor het project bid ik… Tijdens het project denk ik te bidden… Erg onbelangrijk Ik vind God in mijn leven… Ik vind God in mijn projectvoorbereiding… Ik vind God tijdens mijn project… Ik vind de dag beginnen met gebed… Ik vind de ervaringen van de dag bij God brengen… Ik vind met een mededeelnemer praten over God…
Onbelangrijk
Belangrijk
Heel belangrijk