vra2007ocw-36 31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over de Strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid d.d. 23 november 2007 (Kamerstuk 31 288, nr. 1). De voorzitter van de commissie, Van de Camp De adjunct-griffier van de commissie, Van Marion
NDS14750 0708tkndsvra2007ocw-36
1
1 Is de strategische agenda ook een integrale reactie op het rapport van de commissie Chang? Zo ja, kunt u per aanbeveling van het rapport aangeven wat daarmee is gedaan en waarom de aanbeveling (niet) is overgenomen? 2 Is de strategische agenda ook een integrale reactie op de strategische nota van NWO? Zo ja, kunt u dan van de afzonderlijke elementen van de strategische nota aangeven of en waarom u dit element wel of niet steunt? 3 Wanneer vindt de evaluatie van NWO plaats en welke procedure wordt daarvoor gevolgd? 4 Wat wordt beoogd met het advies van de commissie Cohen die zich over de alfa- en gammawetenschappen buigt? Kunt u de opdracht aan de Kamer doen toekomen en is het de bedoeling om van binnenuit verbeteringen te realiseren of wilt u die van bovenaf opleggen? 5 Waar worden de uitgetrokken middelen voor alfa/gamma-onderzoek precies voor ingezet en op welke manier wilt u kwetsbare opleidingen in onder andere de geesteswetenschappen gaan ondersteunen? 6 In de strategische agenda wordt nauwelijks tot niet verwezen naar drie recente adviezen van het AWT, namelijk die over hoofdlijnen onderzoeksen innovatiebeleid, alfa- en gammastralen en investeringen in onderzoek en innovatie. Kunnen wij hierop, zoals gebruikelijk, nog afzonderlijke uitgebreide reacties verwachten? Zo neen, kunt u dan voor de afzonderlijke aanbevelingen in deze rapporten aangeven wat daarmee is gedaan en waarom de aanbeveling (niet) is overgenomen? 7 Kunt u aangeven om hoeveel FES middelen het gaat? 8 Hoeveel universiteiten en HBO’s geven eerlijke informatie over studiekosten van opleidingen? 9 Welke wettelijke norm wordt gehanteerd voor te maken studiekosten (bijvoorbeeld boeken en excursies)? 10 De minister wil de uitval van studenten in het hoger onderwijs beperken en het rendement verhogen. Tegelijkertijd moeten er meer studenten dan ooit tevoren worden opgeleid en staat het niveau van de instroom onder druk. De verschillende ambities staan op gespannen voet met elkaar. Vooral het hoger beroepsonderwijs krijgt te maken met studenten die bij aanvang niet op alle terreinen over het gewenste startniveau beschikken. Deelt de minister de mening dat de doelstelling rond de terugdringing van uitval (– 30% in 2011, – 50% in 2014) slechts gerealiseerd kan worden indien nadere maatregelen genomen worden om de kwaliteit van de instroom te verbeteren? Zo ja, welke maatregelen zal de minister nemen?
2
11 Waar in de plannen van de minister wordt gesproken over differentiatie, gebeurt dit vooral in het licht van excellentie, waarvan de uitwerking in het rapport uitgebreid is weergegeven. Waarom blijft differentiatie vanuit het perspectief van diversiteit van instroom en maximale participatie in het rapport onbesproken? En welke concrete stappen wil de minister op dit terrein zetten? 12 Opvallend is de afwezigheid van een heldere ambitie ten aanzien van de internationalisering van het hoger onderwijs. Klopt het dat is afgesproken dat er in de komende periode gestreefd zal worden naar een gezamenlijke internationaliseringsagenda van OCW, HBO-raad en VSNU.? En zo ja, wat moet hier in hoofdlijnen in staan? 13 In Europees perspectief loopt Nederland inmiddels achter op het terrein van een Leven Lang Leren. Waar andere landen in de afgelopen jaren een forse groei hebben gekend van het aantal onderwijsdeelnemers in deze categorie, heeft Nederland nauwelijks winst kunnen boeken. In deze strategische agenda wordt hier echter niets over gezegd. Gaat de minister iets doen om deze achterstand in te lopen, en zo ja wat dan? 14 Wat is de definitie van een excellente student? Wat is de definitie van een excellente opleiding? 15 Wat zijn joint degrees? 16 Welke concrete maatregelen worden genomen om ook in het hoger onderwijs de uitval van allochtone studenten te beperken? 17 U spreekt in de strategische agenda over extra investeringen en aandacht voor excellente studenten. Hoe groot is de groep studenten die u hierbij voor ogen heeft? In de strategische agenda noemt u een percentage van 37 % tot 50 % van de studenten dat behoefte heeft aan méér uitdaging. Is dit ook de groep die in aanmerking komt voor het FES-geld Excellentie in onderwijs, of gaat het om een kleinere groep? 18 U verwijst in dit rapport naar de CPB-studie «Excellence for productivity» (juni 2007), waarin aangetoond zou worden dat investeren in de beste studenten economisch loont (blz. 22). In het CPB-rapport wordt gesproken over investeren in het bovenste kwart van de gehele leeftijdsgroep. Bedoelt u dat met «de beste studenten»? En indien niet, naar welke groep in het CPB-rapport verwijst u dan? 19 Hoeveel studenten ontvangen momenteel een beurs uit het Huygens programma en hoeveel wilt u er met de verhoging van € 5 miljoen mee bereiken? Hoeveel Nederlandse en buitenlandse studenten kunnen er dan (gemiddeld) gebruik van maken? Wat betekent dat voor de verhouding op de universiteiten en hogescholen van Nederlandse/buitenlandse studenten? 20 Wat zijn de effecten van deze maatregelen op de bureaucratie?
3
21 In hoeverre wordt ons binaire stelsel behouden wanneer praktijkgericht onderzoek van hogescholen wordt versterkt en HBO-masters worden gefinancierd? 22 Welke maatregelen zijn concreet bedoeld voor het verhogen van de diversiteit in kwaliteit, waarvan sprake is bij de bespreking van de investeringen? 23 In de nota wordt gesteld dat de overheidsbekostiging wordt teruggebracht tot één bachelor en één master. Betekent dit dat studenten niet langer met rijksbekostiging meerdere studies kunnen volgen? 24 Kunnen alle studenten nu tegelijkertijd een tweede studie volgen? Welke financiële consequenties betreft dit voor studenten en instellingen? 25 Van welke problemen en lacunes in de alfa- en gammawetenschap is precies sprake? 26 Op welke termijn wordt het onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden voor aanpassing van de wetgeving rond intellectueel eigendom uitgevoerd? 27 Waar is het budget voor de programmadirectie Kennis en Innovatie ondergebracht en hoe groot is dat budget? 28 Hoeveel HBO-docenten hebben nu een masterniveau? Hoeveel zijn gepromoveerd? 29 Wat zijn de consequenties indien de streefwaarden met betrekking tot het niveau van de docenten niet worden gehaald? 30 Hoe worden universiteiten aangesproken wanneer niet wordt voldaan aan de afgesproken uitvalreductie? 31 Wat meet de bureaucratiemeter precies? Wat wordt verstaan onder het begrip bureaucratie? 32 Wat zijn de financiële consequenties voor studenten die na 2 of 3 jaar van hun opleiding verwijderd worden door een bindend studie advies? 33 Wat is nu de student/stafratio op het HBO en op het WO? Wanneer exacte gegevens ontbreken, kan dan een schatting worden gegeven? 34 Zijn de gereserveerde middelen op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën gegarandeerd?
4
35 Wat zijn excellente masteropleidingen? 36 Wat wordt precies verstaan onder «contactuur»? 37 Hoe duur zijn zomercursussen rekenen en taal voor PABO-studenten? Hoeveel studenten nemen deel aan deze cursussen? 38 Hoe groot zijn de vertraging en de uitval op universiteiten tijdens de bachelorfase? Hoe groot zijn de uitval en vertraging tijdens de masterfase? 39 Waarop wordt de stelling gebaseerd dat groei van deelname aan het hoger onderwijs met name mogelijk is wanneer meer MBO-ers een HBO-opleiding gaan doen? 40 Worden de stagebedrijven gecompenseerd voor de begeleiding die zij de studenten bieden? 41 Kan de regering aangeven wat de kosten zijn van het afschaffen van de bijverdiengrens voor studenten die recht hebben op studiefinanciering? Kan daarbij inzicht worden gegeven in de feitelijke kosten die het betreft, doordat er meer beurzen verstrekt zullen worden als wel de uitvoeringskosten die gemaakt worden voor het controleren van de bijverdiengrens? Kan de regering aangeven hoeveel studenten dit betreft en welke aanzuigende werking de regering verwacht? 42 Er wordt gesproken over een gebrek aan vaardigheden, waardoor faillissementen ontstaan. Om welke vaardigheden gaat het precies? Gaat het om vaardigheden die wel in het curriculum zijn opgenomen? Zo ja, wat mankeert daar dan aan? 43 Wordt «internationalisering» meegenomen in het kader van de beoordeling door de NVAO? 44 Waar denkt de minister aan wanneer hij schrijft dat de er ook in de masterfase meer eigen verantwoordelijkheid bij de student gelegd kan worden? 45 Ontvangen universiteiten meer geld voor buitenlandse studenten dan voor Nederlandse studenten? 46 Zijn er situaties waarbij de buitenlandse studenten de Nederlandse studenten verdringen, bijvoorbeeld vanwege een numerus fixus? 47 Studenten hebben tot het moment van afstuderen het recht om tegen het wettelijk collegegeld te studeren. Hierna wordt gesteld: «Mocht na invoering blijken dat studenten hiermee strategisch omgaan, dan zullen
5
aanvullende maatregelen worden getroffen». Wat wordt bedoeld met «strategisch omgaan»? En wat wordt bedoeld met «aanvullende maatregelen»? 48 De terugbetaling zal nooit meer dan welk percentage van het jaarinkomen bedragen? 49 Wat is een instemmingsrecht precies en in hoeverre is een College van Bestuur verplicht zich hieraan te houden? Wat is een adviesrecht precies en in hoeverre is een College van Bestuur verplicht zich hieraan te houden? En wat zijn de mogelijkheden voor studenten om zich op te beroepen als het College van Bestuur zich hier niet aan houdt? 50 Er wordt aangegeven dat studenten instemmingsrecht krijgen op de regelingen van het profileringsfonds (met uitzondering van de omvang). Is dat nu niet al zo bij de voorloper van dit fonds, de beurzensystematiek? 51 Hoe en op welke manier wordt er gecontroleerd of de rechten van (studentleden van) medezeggenschapsorganen ook daadwerkelijk verbeteren? 52 Welke wetsartikelen worden aangepast naar aanleiding van het voornemen van de minister om de rechten van (studentleden van) medezeggenschapsorganen te verbeteren? 53 De NVAO ziet «goede mogelijkheden» om de extra kwaliteit van de opleidingen te beoordelen. Welke zijn dat? 54 In de passage over medezeggenschap wordt aangegeven dat studenten adviesrecht krijgen op de hoogte van het instellingscollegegeld. Is dat nu niet ook al het geval? Hoe bindend is een adviesrecht? 55 In de passage over medezeggenschap wordt aangegeven dat instellingen verplicht worden (studentleden van) de medezeggenschapsorganen te ondersteunen. Wat verandert hier concreet? 56 Worden de rechten van (studentleden van) medezeggenschapsorganen die aan universiteiten verbonden zijn gelijkgetrokken met de rechten van (studentleden van) medezeggenschapsorganen op HBO-instellingen? 57 Vallen opleidingscommissies ook onder de noemer «medezeggenschap»? Zo neen, waarom niet? 58 Kunt u voorbeelden geven van studenten die blijkens hun gedrag ongeschikt zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening en daarom van de opleiding verwijderd kunnen worden?
6
59 Kan worden toegelicht of een schakeljaar dat geïntegreerd wordt in de bacheloropleiding nu wel of niet bekostigd wordt? In hoeverre worden er met terugwerkende kracht inschrijvingen bekostigd? 60 Op blz. 50 wordt gesteld dat het open bestel in Nieuw-Zeeland het meest ver is doorgevoerd. Hoe is het open bestel daar vormgegeven? 61 U waarschuwt voor het gevaar dat de matching van de € 50 miljoen die beschikbaar komt voor excellente studenten kan leiden tot uitholling van de reguliere opleiding. Wilt u maatregelen treffen om dit te voorkomen? Zo ja, welke? 62 Komt de minister nog voor de behandeling van de strategische agenda met een reactie op het bursale stelsel voor promovendi? 63 Hoe ziet de Nederlandse positie met betrekking tot participatie van vrouwen en allochtonen in de wetenschap ten opzichte van de ons omringende landen (Duitsland, Denemarken, UK, Frankrijk) eruit? 64 Welk van de 8 participerende departementen is leidend bij het onderwerp nanotechnologie? 65 Wat wordt verstaan onder «excellentie en stabiliteit in het onderzoek en onderwijs» waar het gaat om de gammawetenschappen? 66 Welke «mechanismen» zijn ontwikkeld om nationale prioriteiten te stellen, massa te ontwikkelen op belangrijke thema’s en aan te sluiten op de beleidsagenda’s?
7