Votum groet Zingen Tien Woorden (morgen) Gebed Schriftlezing Zingen Prediking Zingen Geloofsbelijdenis (middag) Dankgebed Collecte Slotzang Zegen
Datum 160605 Ps 25: 2,6,7 GK 176b
De doop van onze vaderen als voorbeeld voor ons
1 Kor 10: 1-14 Ps 105: 3,5,21 1 Kor 10: 1-6 Ps 86: 4,7 GK 179b
Gods belofte geeft vreugde. vraagt geloof. Een krachtig voorbeeld. De rots Christus met ons.
GK 160
1 Broeders en zusters, ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal door de wolk werden beschermd en allemaal door de zee trokken, 2 dat ze zich allemaal in de naam van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee. 3 En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel 4 en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde-en die rots was Christus. 5 Toch wees God de meesten van hen af, want hij liet hen bezwijken in de woestijn. 6 Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij. 7 Dien geen afgoden, zoals een deel van hen, over wie geschreven staat: ‘Het volk ging zitten om te eten en te drinken en het stond op om te dansen.’ 8 Laten we geen ontucht plegen, zoals een aantal van hen, want daardoor stierven er op één dag drieëntwintigduizend. 9 En laten we Christus niet tarten, zoals anderen deden, want daardoor werden ze door slangen doodgebeten. 10 En kom niet in opstand, zoals weer anderen deden, want daardoor werden ze door de doodsengel vernietigd. 11 Wat hun overkomen is, moet ons tot voorbeeld strekken; het is geschreven om ons, voor wie de tijd ten einde loopt, te waarschuwen. 12 Laat daarom iedereen die denkt dat hij stevig overeind staat oppassen dat hij niet valt. 13 U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan. 14 Om deze reden moet u, geliefde broeders en zusters, u verre houden van afgodendienst.
1
Gemeente, als kinderen gedoopt worden zijn we blij. * Ze ontvangen Gods belofte van vergeving. Ze zijn ingeschreven als burgers van Gods rijk. Maar hoe gaan ze zelf verder? * We zien dat sommige jongeren de kerk niet meer bezoeken. Ze maken als volwassenen een eigen keuze. Ze gaan tegen ouders en opvoeders in op eigen wegen. Zij haken af van de kerk en soms ook van geloof. Dat wil niet zeggen dat ze ineens ‘goddeloos’ en ‘slecht’ leven. Ondertussen voelt het voor familie en gemeente niet goed. * We willen ze er graag bij houden. Ze zijn gedoopt en onder het Woord van God groeit je in geloof. Daarom bidden we voor hen, dat ze met God willen leven. We willen onze jongeren het goede voorbeeld geven. Daarin voelen we onze eigen zwakheid. We konden als gemeente ze niet vasthouden. Vooral als je als ouders terugkijkt op de opvoeding. Al doen we ons uiterste best het had altijd beter gekund. We hebben zelf onze zwakheid en geen volkomen geloof. Maar de weg van genade hebben we wel gewezen. Wij zijn uit onszelf niet sterk en hebben Gods reddende hand nodig. Dat brengt me bij deze tekst van Paulus.
De doop van onze vaderen als voorbeeld voor ons * Gods belofte 1. geeft vreugde. 2. vraagt geloof. 3. Een krachtig voorbeeld. 4. De rots Christus met ons.
1. Gods belofte geeft vreugde * We lezen in onze tekst dat onze voorouders zich lieten dopen. Dat gaat over het volk Israël in het oude verbond. Ze werden gedoopt in de wolk en trokken door de rode zee. Ze aten allemaal hetzelfde voedsel dat van God kwam water en manna. Paulus zegt: ze dronken allen uit dezelfde geestelijke rots ‘Christus’. Ze leven omdat God hen verloste en in leven hield. 2
God ging met hen mee. * Want God wil uit dat volk de Heer Jezus laten komen. Toch klinkt dan ook de waarschuwing: niet allen bereiken het beloofde land. Sommigen luisteren niet naar God maar komen tot zonde. Dat kan ons allen overkomen als we niet naar God luisteren. We bedenken dan dat onz.de jongeren ook gedoopt werden. * De Drie-enige God liet zijn liefde en genade zien. Een geweldige blijde belofte! Zondige onvolmaakte mensen mogen met God leven. God belooft vergeving en een nieuw leven – tot in eeuwigheid. Dat is de (!) reden voor uitbundige blijdschap in de gemeente: Gods belofte! Gods belofte werkt niet automatisch. Want er zit er ook een andere kant aan de doop. De Heer geeft zijn belofte met de oproep tot geloof en bekering. * God vraagt onze trouw, dat wij Hem liefhebben. Dat wij Hem toegewijd leven in alles, altijd en overal met alles in ons. We beloven de dopelingen te leren leven in geloof – onder Gods liefde Maar de wereld trekt en de duivel trekt - ook aan ons. We weten dat gedoopte mensen kunnen afhaken. Dan verdwijnen ze in de wereld en keren God, kerk en geloof de rug toe. Daarom worden we ook opgeroepen om het goede voorbeeld te geven. Als ouders, opvoeders, gemeente hebben we grote verantwoordelijkheid. * We beloven onze kinderen te vertellen van Gods grote daden. De doop is geen lege doos! We leven met God en hebben vreugde in het dienen van Hem. We luisteren naar zijn stem in de Bijbel en tijdens de kerkdiensten. We spreken vertrouwelijk met Hem over de dingen die ons bezig houden. Zo laten we met ons voorbeeld zien hoe je in alles voor Hem leeft. Ons voorbeeld is voor de jongeren een leerboek voor het leven met God. We willen ze leren wat het betekent om kind van God te zijn. Dat blijkt in hoe je over God spreekt en hoe je met elkaar omgaat. Hoe je geniet van Gods liefde en van de omgang met Hem. Het leven onder Gods belofte geeft vreugde. Dat straal je uit in woord en daad. 3
2. Gods belofte vraagt geloof. * Want als je ontrouw bent val je in Gods straffende handen. Dan mis je het heil dat God belooft. * Paulus heeft reden om de gemeente ernstig te waarschuwen. Dat blijkt wel uit zijn opmerkingen eerder in de brief. Korinte is een havenplaats waar alles bruist van leven. Daar vinden in de heidense tempels ook feestelijke maaltijden plaats. Er waren vakbondsfuifjes met seksuele uitspattingen. Op die feestjes kun je handel drijven en plezier hebben. Het offervlees dat je at was gewijd aan afgoden. De goden deden daar iets voor terug: je kreeg hun hulp. Men geloofde dat in dit gewijde vlees magische krachten werkte. Dat was goed voor je gezondheid, voor je zaak en je succes. Met die waarschuwing wil Paulus de weg terug wijzen. Het is nooit te laat om weer op het goede spoor terug te komen. De cultuur van toen is ons vreemd. Maar ook wij leven in een wereld die ons van God wil losmaken. * De wereld van uitgaan, feesten rond sport en werk, alcohol en drugs. Je telt mee, als je er aan meedoet en dan krijg je kansen. De gemeente Korinte wil net als wij in deze wereld met God leven. Enkelen daar voelden zich zelf sterk – in geloof verbonden aan Jezus. Ze zeiden: afgoden bestaan niet – magie met goden is onzin. Wij kunnen rustig meedoen en gewijd offervlees eten op die feesten. Dat klinkt wel gelovig, maar Paulus zag de zwakken in de gemeente. Je kunt gemakkelijk terugvallen in bekende patronen uit de cultuur. Die kunnen je van God aftrekken. Je kunt wel lacherig doen over het offervlees: ‘Afgoden bestaan niet’ Nee, maar demonen wel! Je kunt wel zo overtuigd zijn dat je sterk staat…, maar kijk uit dat je niet valt. En wat als die zwakke broeder het niet aan kan? Ook al heb je vrijheid in Christus zoek de verleiding niet op. Ontvlucht de verleiding en ga voor de goede band met God. De Heer vraagt dat je in geloof leeft uit zijn Woord. Geloven is een werkwoord: het vraagt inspanning. * 4
Paulus gebruikte al even het beeld van een hardloopwedstrijd in het stadion. Je moet zo trainen en lopen dat je de eindstreep als eerste haalt. Laat je niet afleiden van je doel – anders mis je de prijs. Laat je niet inpakken door begeerte en gebrek aan zelfbeheersing. Zodat je de band met God prijs geeft. En de prijs van het eeuwige leven mist. 3. Een krachtig voorbeeld. * Paulus zegt waarschuwend tegen de gemeente: dit moet u weten! (!) U bent gedoopt in Jezus Christus, maar loop nu het eeuwig heil niet mis. Dan wijst hij als voorbeeld naar ‘onze voorouders’ uit het Oude Testament. Zij kregen zoveel van God, maar uiteindelijk kregen ze de prijs niet. Onze voorouders, dat zijn de Israëlieten. En ook wij zijn door geloof kinderen van Abraham. De Korintiërs en wij horen door geloof bij Gods volk van eeuwen. We horen tot 5 x toe van onze voorouders ‘allemaal’! * Allemaal 1. door de wolk beschermd, 2. door de zee getrokken, 3. in wolk en zee gedoopt. 4. aten geestelijk voedsel 5. dronken water uit de geestelijke Rots Christus. Allemaal ontvangen ze Gods zegen in vele gaven. Zo leven ook wij met onze kinderen onder Gods zorg en liefde. Toch staat er in vs 5 die waarschuwing. * God liet de meesten van hen omkomen in de woestijn om hun zonde. Uiteindelijk misten ze de prijs van de toegang tot het beloofde land. Dan hoor je in vs 6 de conclusie voor ons: dit alles strekt ons tot voorbeeld. * Er staat zoiets als: dit is een stempel, een afdruk. Wat daar gebeurde is een voorafbeelding voor later, voor nu. De voorouders lieten zich in Mozes naam dopen in de wolk en de zee. * Dat is het stempel van Gods redding en de voorafbeelding voor de doop nu. Israël stond onder de wolk die hen door de Rode Zee leidde Egyptenaren wilden hen in het watergraf van de Rode Zee drijven. Maar ze lopen tussen de watermuren door – angstig en vertrouwend. Dan komen ze aan de overkant en gaan richting het beloofde land. 5
Zo zijn wij in Christus dood gedoopt om met Hem nieuw te leven. Het leven kan vol moeite en gevaar zijn, doodlopende wegen. Geloven in Jezus is tegelijk spannend en betrouwbaar. We zijn in Christus gedoopt en volgen Jezus op de levensweg. Daarin gaan we onze kinderen voor. Nog zo’n stempel van Gods verzorging is de geestelijke maaltijd * Het manna dat onze voorouders aten was Christus! God zelf zorgde met hemels voedsel ervoor dat zijn volk in leven bleef. Jezus zelf zegt (Joh 6) Ik ben het brood dat uit de hemel neerdaalde. Zo onderhoudt Hij zijn volk vandaag nog, Hij geeft elke dag genoeg voor wat we nodig hebben op onze levensreis. Wij leren onze kinderen dat we in alles afhankelijk zijn van God. Vooral van zijn liefde en genade. 4. De rots Christus met ons. * Paulus noemt nog zo’n stempel van Gods bescherming. Hij gaf zijn volk water uit de rots! * Paulus zegt: die geestelijke rots was Christus die hen volgde. Christus was voortdurend als de geestelijk rots dichtbij hen. Uit de rots Jezus kun elke dag drinken. Paulus plaatst de kerk van toen op één lijn met de kerk van nu. De Messias Christus, Gods Zoon was toen steeds bij zijn volk. De volken rondom hebben Gods glans rond zijn volk gezien! Jezus is met zijn Geest nu ook steeds bij zijn gemeente. Gods volk toen en wij nu staan door de doop op de weg van het leven. Christus zelf is met zijn Geest voortdurend bij ons Hij is – onze wolk, zee, rots. * Dat is wat ons bij de doop zo rijk en blij maakt. En toch klinkt Paulus waarschuwing. Velen mochten het beloofde land niet in. Ook dat is een waarschuwende voorafbeelding voor ons. Kijk aandachtig naar dat voorbeeld van de vaderen. Je ziet daarin een voorbeeldfilmpje van jezelf. Je kunt in de kerk komen, gedoopt zijn, naar het avondmaal gaan. Maar dat betekent nog niet dat je de prijs bij de finish al hebt gehaald. 6
Paulus zegt: kijk naar het voorbeeld van onze voorouders. Hoe zie je dan jezelf. * Je bent gezegend met Gods liefde en bescherming in de doop. Naar zo’n filmpje kijk je graag! Christus is met zijn Geest steeds dichtbij. Maar je kunt daarin ook zien als je in dezelfde fout gaat als zij. We krijgen bij de doop belofte en oproep mee. Je mag zeker zijn van Gods belofte en er enthousiast in leven. Tegelijk geldt de waarschuwing. Denk maar niet in overmoed dat jij het wel redt op eigen kracht. Doe maar niet alsof je er al bent, want de wereld is vol verleiding. Soms zoek je de verleiding niet op, maar het komt op je af. Dan werpt de duivel een net om je heen. Bij alle beproeving mag je vertrouwen op Christus. * Ga tot Hem in gebed. Hij zorgt in moeite voor uitkomst en bevrijdt je. Hij blijft dichtbij ons en Hij wil gebeden zijn. Je mag Hem ook steeds vragen om behoud: Van jezelf, je geliefden, en velen om je heen. God is getrouw: Hij kan het zaad van zijn Woord laten ontkiemen. Niemand van ons staat sterk in eigen schoenen. Maar allen zijn we afhankelijk van Gods genade. Wij mogen onze jongeren Gods liefde leren kennen. Hen het voorbeeld geven om naar Gods wil te handelen. Hen voorgaan op de weg van het nieuwe leven. En voor hen bidden. Want wat Hij beloofd heeft blijft van kracht. Amen.
7