GAUDEAMUS Verenigingsblad Maastrichts Mannenkoor Jaargang 68, nummer 3 - 2013
Voor(zitters)woord
Het seizoen en tevens het laatste deel van 2013 is weer voor ons koor begonnen en we hebben met veel enthousiasme onze nieuwe repetitieruimte, de Cellebroederskapel, in gebruik genomen. Ons eerste optreden (opluistering van de mis in de kapel van de Zusters o.d. Bogen) staat gepland voor zondag 20 oktober. Wat daarna volgt is in ieder geval ons kerstconcert in de zelfde kapel en tussentijds misschien nog een kort optreden bij de jaarlijkse dodenherdenking maar dat is nog niet zeker. Op ons jaarlijkse Caeciliafeest mogen we dit jaar weer een jubilaris huldigen: de heer R. Bons is 25 jaar aan ons koor verbonden. Vanaf deze plaats alvast proficiat ! Jammer genoeg hebben we kort geleden te horen gekregen dat onze 2e dirigent/repetitor W. Jongen om persoonlijke redenen heeft besloten om ons koor te verlaten. Het M.M. betreurt dit besluit en wenst hem voor de toekomst alle goeds. Dit betekent overigens dat we op zoek moeten naar vervanging. Op korte termijn hoop ik een (tijdelijke) opvolger te kunnen introduceren. Heel vervelend is het ook om te moeten melden dat wegens ziekte in het gezin enkele leden de repetities niet kunnen bijwonen. We wensen hen alle sterkte toe in deze moeilijke tijd. Ik hoop dat we desondanks een goed muzikaal seizoen tegemoet gaan en dat we het koor misschien kunnen versterken met enkele nieuwe leden. Evert Brouwer
2
PROFICIAT PROFICIAT OKTOBER 12. C. Spronck 30. L. Heuvels 31. H. Poolen NOVEMBER 14. P. Kostons 27. E. Waltjé
AGENDA zondag 20 oktober opluistering kapel Zusters o.d. Bogen aanvang 10.00 uur zondag 27 oktober dodenherdenking Begraafplaats Tongerseweg aanvang 12.00 uur ?? zondag 17 november Caeciliafeest aanvang 16.00 uur zaterdag 14 december Kerstconcert kapel Zusters o.d. Bogen aanvang 14.00 uur
Afmelden repetitie
Afmeldingen dienen te gebeuren liefst op maandag tussen 17.00 en 18.30 uur Bij Hans Smits, telefoon: 043 - 363 38 49 of 06 - 136 315 81
Maastrichts Mannenkoor
Dagelijks bestuur
- Opgericht op 15 december 1926 - Koninklijk goedgekeurd - Begiftigd met de Erepenning van Verdienste van H.M. de Koningin - Lid van het Koninklijk Nederlands Zangersverbond
Voorzitter E. Brouwer
Bankrelaties ABN-AMRO
43.96.29.837
Repetitielokaal CityCentrum, Capucijnenstraat 43, Maastricht-Centrum, T 043-3288588 Repetitie iedere maandagavond van 19.45 tot 22.15 uur Redactie Willem Janssen
[email protected]
Penningmeester J. Schrijnemaekers T 043-3479971 Redactie Secretariaat T 043-3634284 Sibemaweg 35b, 6224 DA Maastricht Dirigent J. Lambrechts Repetitor W. Jongen Advertenties Math Verjans T 043-3655254 Het verenigingsblad Gaudeamus verschijnt 4x per jaar
Nieuwe repetitieruimte MM de Cellebroederskapel Cellebroederstraat 4 (poort naast Brusselsestraat 58) 6211 PG Maastrich
Historie in kort bestek De geschiedenis van de Cellebroeders gaat terug tot 1360, toen zij zich vestigden in de wijk Tweebergen aan de Brusselsestraat. Hun kapel stamt uit 1512. Na secularisatie in 1797 heeft de kapel verschillende functies gehad, o.a. bank van lening, garage en kunstenaarsatelier. De Broeders van de Beyart redden de kapel en herstelden hem in oude luister. In 1995 werd het beheer overgenomen door Stichting Cellebroederskapel. De eerste berichten over de Maastrichtse Cellebroeders stammen uit 1360 en 1371. Ze woonden dan al aan de zogenaamde Bank van Tweebergen aan de Brusselsestraat en wijdden zich daar aan de verpleging van zieken en zwakzinnigen. Vanaf de Brusselsestraat liep een paadje naar de Stadswal, de nu nog bestaande Cellebroedersstraat. Aan dat paadje bouwden zij hun kleine klooster, waarvan alleen de kapel over is. Onderzoek naar de jaarringen in de noodbalk toont aan dat het hout gekapt is in 1511. De kapel is dus 500 jaar oud. Ook de stijlkenmerken wijzen in die richting. In dit klooster bleven de broeders hun liefdadige werken verrichten tot aan de Franse tijd in 1797 moesten ze plaats maken voor de vertegenwoordigers van de derde macht: Het Burgerlijk Armbestuur. In de loop van de 19e eeuw raakte het gebouw steeds verder vervreemd van zijn oorspronkelijke bestemming. Het diende toen ondermeer als gevangenis, brouwerij en bank van lening.
3
Toen de bank in 1924 die huisvesting prijsgaf, waren de gebouwen er slecht aan toe. Zo slecht, dat uiteindelijk ze in de jaren 40 grotendeels gesloopt werden. Alleen de kapel en een klein restant van het oude klooster bleven gespaard. Deze kwamen vervolgens in bezit van de Broeders van de Beyart, die in de jaren zestig besloten tot algehele restauratie. In 1966 was de kapel weer in oude luister hersteld. Op 4 oktober 1995 droegen de Broeders van De Beyart de Cellebroederskapel over aan Stichting Cellebroederskapel, die speciaal werd opgericht om de kapel in stand te houden voor religieuze, culturele en maatschappelijke activiteiten.
4
liggen en moest Binvignat in zijn onderhoud voorzien met de verkoop van sterke drank. In de annalen staat hij dan te boek als ‘vendeur d’eau de vie’. Na de Franse bezetting bouwde hij een orgel voor onder meer de Sint-Matthiaskerk te Maastricht (1808). Joseph Binvignat overleed in 1837. Zijn zoon Adam nam het bedrijf over; hij legde zich meer toe op de verkoop van piano’s.
De Stichting Restauratie Atelier Limburg nam daarna nogmaals de kapel onderhanden. Tijdens de restauratie werden in het gewelf persbrokaten sterretjes ontdekt, die uniek zijn in Nederland. Het gewelf is op zich uniek omdat onder dikke kalklagen de originele beschildering te voorschijn kwam. In 2006 droeg de stichting de eigendom van de kapel over aan de landelijke Verenging Hendrick de Keyser, die tot doel heeft cultureel erfgoed in stand te houden. Stichting Cellebroederskapel treedt sindsdien op als beheerststichting. In 2007 is de kapel door de Gemeente Maastricht aangewezen als huis van de gemeente, waardoor het mogelijk is in de kapel wettelijke huwelijken te sluiten. Ook zijn ontvangstruimte en bovenzaal ingrijpen gerenoveerd. In 2012 werd het 500-jarig bestaan gevierd. De kapel werd ter gelegenheid daarvan voorzien van nieuwe kroonluchters, ontworpen door Pieter Spruyt.
Het Binvignat-orgel De geschiedenis van het monumentale orgel in de Cellebroederskapel, gebouwd door de Maastrichtse orgelbouwer Binvignat, gaat terug tot 1794. De toonhoogte van het orgel is 18 graden, ca. 446 Hz. Men kan in deze kapel niet om het fraaie orgel heen, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1794. Op 21 mei van dat jaar kocht orgelbouwer Joseph Binvignat een orgel met kast voor 1000 gulden. Binvignat werd op 26 juni 1755 geboren in het Noord-Franse Attigny in het departement Ardennes. Waar hij zijn opleiding als orgelmaker genoot, is niet bekend. Rond 1770 vestigde hij zich in Maastricht. Met zijn kompaan, meubelmaker Lambert Houdtappel, betrok hij een pand in de Plankstraat. Vóór de Franse inval (1794) vervaardigden de compagnons instrumenten voor o.m. de Sint-Jan te Maastricht (1778). Tijdens de Franse bezetting kwam de orgelmakerij uiteraard stil te
Wanneer men het orgelmeubel in deze kapel nader bestudeert, valt op dat het fronttype kenmerkend is voor orgels uit het Rijnland, het Land van Herve en Cornelimünster met zijn vijfdelig front, bestaande uit een ronde middentoren, tussenvelden en spitse zijtorens. Het houtsnijwerk vertoont diverse stijlen, bijvoorbeeld Louis XIV of (de vazen) Louis XVI. De conclusie dat het om een ouder meubel gaat van diverse oorsprong, ligt dan ook voor de hand. Er is wel verondersteld dat het orgel afkomstig zou zijn uit het Wittevrouwenklooster aan het Vrijthof, maar dat kan niet kloppen, omdat in dit klooster na 1794 nog melding wordt gemaakt van de aanwezigheid van een orgel. In 1879 werd het orgel door de Maastrichtse orgelmakers Pereboom & Leijser hersteld en een halve eeuw later (1930) wist bouwpastoor Janssen van de H. Antonius van Padua-kerk in Scharn het instrument aan te kopen en naar zijn kerk te verplaatsen. Toen men het instrument voor dit kerkgebouw te klein vond, bood de gemeente Maastricht de helpende hand door het concertorgel van de Dominicanenkerk in te ruilen voor het Binvignatorgel. Het stadsbestuur vond tenslotte in de jaren 1960 in de juist gerestaureerde Cellebroederskapel een geschikt onderkomen voor het Binvignat-orgel. Het duurde nog tot 1969 voordat het instrument grondig werd gerestaureerd
naar de achttiende-eeuwse toestand van het orgel. In 2009 vond de laatste grondige restauratie plaats. Stichting Cellebroederskapel Stichting Cellebroederskapel werd in 1995 opgericht door de toenmalige gebruikers, toen de Broeders van de Beyart de kapel wilden afstoten. Doel van de stichting is het in stand houden van dit monumentale erfgoed door verhuur ten behoeve van maatschappelijke, religieuze en culturele doeleinden. De eerste voorzitter was Job Cohen, die in 1998 werd opgevolgd door John Wevers.
Het bestuur bestaat thans uit Mevr. O. Wolfs, voorzitter Mevr. mr. C. de Koster, secretaris W. Christophe, penningmeester Mevr. V. Sonnen, lid J. Spee, lid J. Eijssen, beheerder/verhuuradministratie De stichting is een vrijwilligersorganisatie, die geen enkele structurele ondersteuning ontvangt. Het bestuur komt minimaal vier keer per jaar bij een te weten: in januari, maart (vaststellen jaarverslag en jaarrekening, voorbereiden gebruikersvergadering), mei (tevens gebruikersvergadering) en oktober (vaststellen jaarplan en begroting). Vrienden van de Cellebroederskapel Stichting Cellebroederskapel wordt ondersteund door de Vriendenkring Cellebroederskapel. Vrienden en hun partner hebben recht op 50% korting op de entreeprijs van zondagmiddagconcerten. De ondersteuning kan bestaan uit * een jaarlijkse financiële bijdrage van € 40, * sponsoring van een concert of de aanschaf van inventaris * vrijwiliige inzet voor administratieve werkzaamheden, kassabezetting, aanwezigheid bij activiteiten, het optreden als musicus, etc. Bij grotere donaties is in overleg het gratis gebruik van de kapel een optie. Wil u lid worden van de Vriendenkring, neemt u dan contact op met de secretaris. Vrienden worden per post of digitaal geattendeerd op de activiteiten van de stichting. Ook een vaste kring concertbezoekers wordt op deze wijze geïnformeerd over de zondagmiddagconcerten.
5
6
De geschiedenis van
“De Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus”. Op 20 oktober gaan we de H. Mis opluisteren bij en voor de zusters onder de bogen. Al enkele jaren zijn de zusters de gastvrouw voor ons kerstconcert en niet iedereen zal op de hoogte zijn hoe deze congregatie is ontstaan. Belangrijkste bron voor de geschiedschrijving van de congregatie Heilige Carolus Borromeus zijn de aantekeningen die de stichteres Elisabeth Gruyters heeft nagelaten. Zij schreef haar herinneringen in een schoolschrift, waarvan de eerste bladzijden al waren gebruikt voor andere notities. Dit authentiek geschrift wordt bewaard in het archief van de congregatie.
Maria Elizabeth Gruyters (1789 – 1864) de Stichteres van de Congregatie werd geboren op 1 November 1789 in het dorpje Leut bij de Maas heden ten dagen gelegen in Belgisch Limburg. Haar Ouders, Nicolaas Gruyters en Maria Borde noemden haar Maria Elizabeth . Zij werd geboren in een groot gezin als vierde dochter van 8 broers en 4 zussen. Maria Elizabeth was de 4de van de meisjes. Toen zij veertien dagen oud was werd zij in de kerk gedoopt. De Ouders waren trouwe gelovigen en onderhielden de christelijke traditie in groot geloof. Het Gruyters gezin had jarenlang in Belgisch Limburg gewoond. Zij behoorden tot de belangrijkste inwoners van het dorp en waren er een van de eerste inwoners van. Haar Vader was een Rentmeester, een soort Kasteelbeheerder in Leut. Deze functie gaf hem een belangrijke taak in het organiseren van de bezittingen van de Kasteelheer. De Familie was zeer bekend, niet alleen vanwege zijn positie als rentmeester maar tevens vanwege hun persoonlijke kwaliteiten, de Familie was erg gastvrij en gaf gasten een warm onthaal. Ook waren ze voor de behoeftigen graag behulpzaam. Hun relatie met de dorpsbewoners was zeer goed. We weten weinig over de jeugd van Elizabeth Gruyters. Ofschoon gebaseerd op historische feiten in het algemeen in het land en in het bijzonder die van de omgeving, moeten wij constateren dat ze een moeilijke jeugd had. Toentertijd was de politieke situatie over het algemeen in Europa zeer moeilijk. Er waren oorlogen, geweld en veel lijden in Frankrijk met als resultaat overal verwarring. Toen Elizabeth Gruyters 9 jaar oud was, (1796) bezette Frankrijk België en de Kerk werd vervolgd. Toen ze 12 jaar
7
was veroverde Napoleon België. Het was het dieptepunt van de oorlog. Tot op de dag van vandaag kunnen wij in de kelderruimten van het Kasteel in Leut zien, dat deze ruimten werden gebruikt als schuilplaatsen voor de slachtoffers van geweld, speciaal voor jongeren die gedwongen werden tot werk voor de vijand. Wat betreft het onderwijs weten wij dat Elizabeth onderwijs heeft genoten hoe weinig ook. Dat bewijst het feit dat ze kon lezen en schrijven. Hierover twijfelen we niet omdat wij het verhaal van de Stichting van de Congregatie kunnen lezen dat door haarzelf geschreven is. Dit bewijs is geleverd door de eerste en tweede paragraaf in het boek dat zij achterliet als een erfenis voor de Congregatie. Zij schrijft “Het lijkt me dat voor ik hier begin te schrijven” Later, als ze 32 jaar is (1821) verlaat ze Leut om naar Maastricht te gaan. In deze stad is de situatie niet zo veel anders, Maastricht lijdt ook onder de gevolgen van de Franse onderdrukking van Napoleons regiem. Het resulteerde in de sluiting van kloosters en in kerken kon men niet langer meer de Eucharistie vieren. Kloosterlingen verdwenen, langdurige bezetting en plundering putten Maastricht uit. Militairen namen alles in beslag en de bevolking was overgeleverd aan armoede en ontbering. In Maastricht werkte ze vele jaren als huishoudster bij de zeer rijke familie Nijpels. Dat wat ze deed was in feite meer dan het werk van een huishoudster, haar instelling was als die van een dienares Gods. Dit is duidelijk als we de ervaringen lezen tijdens haar verblijf bij de Heer en Mevrouw Nijpels. Zij zorgde niet alleen voor hun dagelijkse behoeften maar was ook zeer bezorgd voor hun geestelijk heil en het welzijn van de familie.
8
Als ze vrije tijd had op Zondag ging ze naar Calvarië om met de zieken de rozenkrans te bidden. De ervaringen van haar ontmoetingen met zowel de familie Nijpels als met de zieken in Calvarië, waren de grondslag van haar toewijding aan God om door te dienen speciaal hen die ellende en nood te verduren hadden. Haar vurig verlangen sinds 1820 zoals ze schreef, was het verlangen om toegelaten te worden in een klooster. Het verlangen echter veranderde langzamerhand in de wens: “ Dat er een klooster zou worden gesticht in de stad Maastricht waar God oprecht gediend zou worden”. Op 15 Augustus 1836 de feestdag van Maria’s hemelopneming werd haar gebed verhoord. Haar verlangen werd werkelijkheid door de oprichting van de Congregatie van de Zusters van Liefde van de H, Carolus Borromeus, die zij oprichtte samen met de Deken van de St. Servaaskerk, Paulus Antonius Van Baer. De leden van de Congregatie zouden zich toewijden aan zorg voor de zieken, de behoeftigen en onderwijs aan arme kinderen. Haar verlangen werd werklelijkheid bij de oprichting van haar klooster en gesteund door P.A. van Baer, die in 1836 benoemd werd tot pastoor-deken van de St. Servaaskerk. Deken Van Baer nam Elisabeth Gruyters aan als ‘liefdezuster van den H. Vincentius à Paulo’. Uit latere geschiedschrijving blijkt dat vanuit Rome bezwaar werd gemaakt tegen deze titel. Elisabeth en Van Baer werden voor de keuze gesteld aan te sluiten bij de door St. Vincentius gestichte congregatie of de H. Carolus Borromeus als patroon aan te nemen. Zij hebben gekozen voor het laatste. De H. Carolus Borromeus wordt genoemd als patroon, maar ook de H. Vincentius à Paulo blijft vermeld. Ook op het gedachtenisprentje na het overlijden van Elisabeth staat de H. Vincentius uitdrukkelijk vermeld. Voor de congregatie is Vincentius altijd de ‘tweede patroon’ gebleven. Elizabeth Gruyters overleed 26 Juni 1864. Intussen had ze andere vrouwen geïnspireerd die zich, zoals zijzelf, geroepen voelden God oprecht te dienen door hun naasten te dienen. Vandaag de dag hebben de Zusters van de Congregatie van Moeder Elizabeth zich verspreid over vele gebieden van de wereld en proberen haar voetsporen te volgen en haar charisma handen en voeten te geven naar gelang de noden van de mensen in de tijd waarin men leeft en de plaats waarop men staat.
Uit de oude doos
9
Hier had uw advertentie kunnen staan!!!!
Uit Gaudeamus jaargang 31/1 1977 en Gaudeamus jaargang 33/6 1979 Foto,s MM: Jean Clermonts
10
Algemene informatie over Amica ‘Gewoon veur de lol’ begonnen de vier vriendinnen uit het Basilicakoor in 2007 hun kwartet. Marie-Claire Lobbes, Irmgard Roebroeks, Anke Waltmans en Ans Slangen zongen bij de doop van de dochter van één van hen. Rob Waltmans, organist in de Basiliek, begeleidde hen en was enthousiast. ‘De stemmen komen mooi samen, en er is veel meerstemmige muziek voorhanden voor sopranen.’ Hij bood aan te helpen met repeteren en met het uitbreiden van het repertoire. Sindsdien heeft Amíca onder grote belangstelling vele optredens verzorgd met organist Rob Waltmans, als ook met organist Eric Halein en met de bekende tenor Hubert Delamboy.
Wilt u meer weten van Amica? Mail ons op
[email protected] of neem contact op met Irmgard Roebroeks, 043.409.41.24. Wij hopen u gauw tijdens een van onze optredens te ontmoeten!
Rob Waltmans Waltmans studeerde schoolmuziek en orgel aan het Maastrichts Conservatorium. Hij sloot de orgelstudie af met het einddiploma solospel orgel. Sinds 1964 is hij organist aan de basiliek in Meerssen. In zijn periode als organist zijn er twee orgels gebouwd in de basiliek: het koororgel in 1980 en het grote orgel in 1991. Hij geeft concerten in nagenoeg alle landen van Europa en in Mexico en verleende verder zijn medewerking aan diverse c.d.’s en aan opnames voor radio en tv. Van hem verschenen de c.d.’s “Orgels in Meerssen” en “Rob Waltmans bespeelt de orgels van de H.Petruskerk in Roggel, de Gertrudiskerk in Lottum en de Annakerk in Heerlen”. Hij was docent aan het Romboutscollege in Brunssum en de Japanse Teikyo-University in Maastricht en hij bekleedt verschillende bestuursfuncties. Zo is hij o.a. vice-voorzitter van de S.O.L. ( de Samenwerkende Orgelvrienden Limburg ) en is hij lid van C.M.M., de orgelkring, die in de gemeente Meerssen orgelconcerten organiseert.
Van 1997 tot 2012 was hij dirigent van het Meerssens Mannenkoor. In 2007 werd hij Titulair Hoofdorganist van de H. Martinuskerk te Geulle. Info: www.robwaltmans.nl
11
Reizen van het Maastrichts Mannenkoor Aken 1953, 1962, 1966 Barcelona 1961, 1995 Berlijn 1964, 1967 Boedapest 1970 Brussel 1946 Davos 1982 Debrecen (H) 1970 Esbjerg 1973 Essen 1936 Fano 1973 Florence 1963 Freistadt 1958 Gdansk (P) 1992 Genève 1989 Hamburg 1954, 1973 Harderslev 1954 Helsingborg 1954 Karlsbad 1966 Keulen 1953 Kopenhagen 1954 Luik 1930, 1939, 1946, 1980, 1985 Lüdenscheid Rhaderformwald 1986 Luzern 1957 Malmö 1954 Mariënbad 1966 Mechelen (B) 1972 Moresnet 1970,1971 Neckarsulm 1958, 1963, 1980 Nordenham 1973 Parijs 1989 Poznan 1978 Praag 1966, 1999 Regensburg 1985 Reims 1989 Rome 1963 Starogard GD (P) 1992 Stuttgard 1957, 1966 Tongeren 1988 Vaticaanstad 1963 Velbert 1976 Wenen 1958, 1985 Worms 1957 Wuppertal 1965 Zürich 1982 Salzburg 2003 West-Vlaanderen 2006 Trier 2008 Westende,Roeselaere 2010
12