Verkeerd verbonden Knelpunten en mogelijke oplossingen voor een doorbraak van elektronisch betalen in het MKB inclusief een dringend beroep op aanbieders
Voorwoord Door PIN-betalingen te bevorderen kunnen we het betalingsverkeer in Nederland aanmerkelijk efficiënter en veiliger maken. Veel ondernemers van toonbankinstellingen ervaren PIN-acceptatie echter als duur. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de directe kosten die aan pinnen zijn verbonden en die ontbreken bij contante betalingen. Weinig ondernemers in het MKB zijn zich bewust van de indirecte kosten van contante betalingen. Vooral kleine en middelgrote toonbankinstellingen zijn nog terughoudend in het accepteren van PIN-betalingen van kleine bedragen. Denk maar aan bordjes bij de kassa met: ‘Pinnen onder de 15 euro kost u 25 eurocent’ en aan het ontbreken van PIN-terminals in veel bedrijven. Om dit te veranderen, moeten wij iets doen aan de relatief hoge kosten die ondernemers moeten betalen voor PIN-transacties van kleine bedragen.
“Nederland heeft een betalingsverkeer dat als een van de meest efficiënte in Europa te boek staat. Dat wil niet zeggen dat er geen mogelijkheden zijn tot verdere verbetering – in tegendeel!” Mr. J.Ph.W. Klopper, voorzitter Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), Rapportage MOB aan de minister van Financiën, april 2006.
De Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen (Stichting BEB) vindt dat aanbieders in onderlinge samenhang (terminal, telecommunicatie, banken in de vorm van een arrangement) zouden moeten komen tot passende oplossingen voor de doelgroep. Daardoor kan het pinnen in Nederland een flinke impuls krijgen. De Stichting BEB wil dat deze rapportage niet leidt tot ‘tegen denken’, maar dat zij aanbieders uitdaagt om creatief en constructief mee te denken. Zij doet een dringend beroep op individuele telecommunicatieleveranciers, terminalleveranciers, banken en processoren om in hun aanbod voorstellen op te nemen die voor alle potentiële acceptanten aantrekkelijk zijn, ook bij lage transactievolumes. Nog liever ziet de Stichting gecombineerde oplossingen van samenwerkingsverbanden uit deze groepen aanbieders. Wij rekenen op uw constructieve en creatieve bijdragen om het betalingsverkeer nog efficiënter te maken!
H. van den Broek, voorzitter Stichting BEB
Inhoud Samenvatting
6
Inleiding
9
Werkwijze
11
Huidige situatie
13
Voornaamste belemmeringen voor PIN-acceptatie
17
Mogelijke oplossingen en discussiepunten
23
Conclusies en aanbevelingen
29
Samenvatting Vooral kleine en middelgrote toonbankinstellingen zijn terughoudend in het accepteren van kleine betalingen via PIN. Om de oorzaken van deze terughoudendheid te achterhalen en om bij te kunnen dragen aan verbetering, heeft de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen onderzoek laten verrichten naar de huidige situatie ten aanzien van het pinnen in kleine en middelgrote toonbankinstellingen en naar mogelijke oplossingsrichtingen.
Oorzaken Uit het onderzoek blijkt dat de groei van PIN wordt belemmerd door een veelheid van factoren, waaronder: • de hoogte van de totale kosten voor pinnen, waarvan de telecom kosten een belangrijk deel uitmaken; • gebrek aan inzicht in de kosten van telecommunicatie voor PINbetalingen; • gebrek aan integrale oplossingen waarmee de ondernemer kan be sparen en af is van ‘rompslomp’ rondom elektronisch betalingsverkeer. Op dit moment is bij kleine en middelgrote toonbankinstellingen vaak sprake van een onoverzichtelijke wirwar van lijnen voor betalingen, telefonie, fax en/of internet. Bovendien kijken MKB-ondernemers zelden kritisch naar de telecomkosten van PIN-betalingen en betalen zij in veel gevallen onnodig veel voor datacommunicatie. Daar komt bij dat een overdaad aan abonnementen, vaak bij verschillende aanbieders, de kosten ondoorzichtig en onnodig hoog maakt. Naast het ontbreken van passende, integrale oplossingen voor deze doelgroep, is een belangrijke oorzaak de veelal gebrekkige voorlichting over overstapmogelijkheden naar andere telecomvarianten.
Oplossingen ‘Flat-feeoplossingen’ voor datacommunicatie bij PIN, dat wil zeggen: oplossingen met vaste periodieke kosten, ongeacht het aantal PINtransacties,
kunnen een belangrijke belemmering voor het accepteren van lage PINtransacties wegnemen. Om verbetering te brengen in de huidige situatie en het pinnen verder te bevorderen, stelt Stichting BEB voor om flat-fee voor kleine en middelgrote toonbankinstellingen mogelijk en aantrekkelijk te maken. Daarnaast stelt de Stichting onder meer de volgende maatregelen voor: • verbetering van de kwaliteit van de gegevens waarop een ondernemer zijn keuze baseert; • introductie van een goedkope ADSL-variant, gericht op pinnen voor kleine toonbankinstellingen; • onderzoek naar alternatieve oplossingen als pinnen via GSM/GPRS en via het open internet.
Conclusies De gesignaleerde belemmeringen voor verdere verspreiding van PINacceptatie in Nederland komen niet voort uit technische onmogelijkheden. Ze worden eerder veroorzaakt door onvoldoende samenwerking, onwetendheid en marketingoverwegingen die onbedoeld onvoldoende rekening houden met de belangen van kleine en middelgrote toonbankinstellingen en dus uiteindelijk met de belangen van de consument. De Stichting hoopt met dit document een begin te maken met het bestrijden van de onwetendheid en onachtzaamheid bij de betrokken partijen. Tevens vertrouwt zij erop met dit document bij te dragen aan het breed beschikbaar komen van de gewenste flat-feekostenstructuur. Daartoe rekent zij op het commitment van alle betrokkenen om gezamenlijk de nodige acties te ondernemen. Zelf neemt de stichting haar verantwoordelijkheid door het initiëren van onderzoek, het geven van voorlichting en het zoveel mogelijk ondersteunen van goede initiatieven in het kader van haar doelstelling. Verder doet de Stichting een openbare oproep om integrale oplossingen voor MKB-toonbankinstellingen uit te lokken. De Stichting zal deze oplossingen belonen.
Inleiding Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen De Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen (Stichting BEB) helpt banken en belangenbehartigers van winkeliers, horeca en benzinestations (de toonbankinstellingen) bij hun streven naar een efficiënter en veiliger betalingsverkeer. Daartoe bevordert de Stichting maatregelen die consumenten en ondernemers prikkelen tot een zo efficiënt en veilig mogelijk betaalgedrag. Dit moet leiden tot verlaging van de maatschappelijke kosten voor het betalingsverkeer, rekening houdend met de veiligheid en de belangen van alle partijen. Concreet omvat dit onder meer het streven naar meer betaalterminals voor PIN en meer PIN betalingen1.
De maatschappelijke kosten van betalingsverkeer zijn hoog. Alle betrokkenen, met name toonbankinstellingen, consumenten en banken, hebben belang bij efficiencyverhoging. De Stichting BEB draagt daartoe bij met acties gericht op het verlagen van de kosten voor het accepteren van PIN-betalingen. De kosten van het accepteren van PIN-betalingen bestaan voor een belangrijk deel uit de tarieven van banken en de tarieven van de telecombedrijven. In het kader van het convenant tussen banken en detailhandel zijn de tarieven die banken hanteren voor PIN-betalingen, onlangs verlaagd met ten minste één eurocent per transactie. Deze bancaire tarieven zijn bovendien relatief inzichtelijk voor de ondernemer. De kosten die samenhangen met telecommunicatie en ter minals daarentegen, blijken moeilijk te doorgronden en zijn vrijwel onbekend bij de toonbankinstellingen. Reden voor de Stichting om de telecomkosten en de daarmee samenhangende opstellingen van betaalterminals en telecomverbindingen onder de loep te nemen.
Knelpunten oplossen De Stichting is van mening dat de verdere groei van PIN wordt belemmerd door: • gebrek aan inzicht in de kosten van telecommunicatie voor PIN-betalingen; • gebrek aan integrale oplossingen (combinaties van terminals en abonnementen) waarmee de ondernemer onder andere slim op telecomkosten kan besparen en ‘ontzorgd’ wordt voor het elektronisch betalingsverkeer. Met dit document wil de Stichting bewerkstelligen dat op basis van inzicht in de huidige situatie: • het gewenste, maar nog ontbrekende gecombineerde terminal-/ telecomaanbod voor PIN-betalingen wordt ontwikkeld en op de markt komt; • de knelpunten in de dienstverlening op het gebied van telecommunicatie voor PIN-betalingen worden opgelost; •d e telecommunicatiekosten geen drempel meer vormen voor het accepteren van PIN betalingen van kleine bedragen. 1
Uitgangspunt van dit document vormen de huidige marktomstandigheden. Daarin is in Nederland een hoog efficiencyniveau bereikt met het PIN-product. De Stichting BEB is zich ervan bewust dat de overgang naar een Europees systeem voor elektronische betalingen in het kader van SEPA gevolgen zullen hebben voor het Nederlandse PIN-product.
Het oplossen van knelpunten is van algemeen maatschappelijk belang. De veiligheid is immers gebaat bij het afnemen van de contante geldstroom. Consumenten zijn uiteindelijk goedkoper uit, want de kosten voor het betalingsverkeer zijn van invloed op de verkoopprijzen. Als de drempels voor acceptatie zijn weggenomen, hoeven consumenten zich ook niet langer schuldig te voelen over het pinnen van lage bedragen. Aanbiedende partijen hebben eveneens belang bij het oplossen van knelpunten. Steeds meer ondernemers zullen immers elektronisch betalen gaan aanbieden en daarvoor producten en diensten nodig hebben, terwijl maatschappelijk inefficiënte contante betalingen worden teruggedrongen.
Inspanningen tot dusver van banken en toonbankinstellingen De Stichting BEB doet via deze rapportage een beroep op aanbieders. Banken en toonbankinstellingen nemen uiteraard ook zelf verantwoordelijkheid voor het bevorderen van elektronisch betalen in het MKB. Zo hebben de toonbankinstellingen de website www. betaalterminal.nl (van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel) opgezet om ondernemers objectieve informatie te geven over het aanbod van betaalterminals en keuzecriteria daarbij. In vakbladen verschijnen regelmatig artikelen met achtergrondinformatie voor ondernemers en informatie over nieuwe ontwikkelingen. De banken dragen met de 1 cent korting-actie bij tot vergroting van de aantrekkelijkheid van het pinnen en hebben het initiatief genomen tot de website www.vanstripnaarchip.nl over EMV. Ter verdere stimulering reikt de Stichting BEB onderzoeksgegevens, voorlichtingsmateriaal en promotiemiddelen aan.
10
Werkwijze In opdracht van de Stichting BEB heeft het onderzoeksbureau M&I/Partners de huidige situatie van telecommunicatie voor PIN-betalingsverkeer in kaart gebracht. In het bijzonder heeft M&I/Partners onderzocht wanneer kleine toonbankinstellingen kunnen in- of overstappen naar acceptatie van PINbetalingen tegen vaste periodieke telecommunicatiekosten, ongeacht het aantal transacties.
Deskresearch, gesprekken en praktijkcases M&I/Partners heeft zijn rapport, behalve op al bestaande documenten van en gesprekken met deskundige organisaties, gebaseerd op een twintigtal praktijkcases van ondernemingen die PIN accepteren. Deze cases beschrijven onderzoek dat M&I/Partners bij toonbankinstellingen ter plaatse heeft verricht naar de situatie ten aanzien van het pinnen en de daarbij gebruikte telecomdiensten. Daarbij is vooral gelet op zaken als: • aantal PIN-transacties; • verwachte groei; • gebruikte datacommunicatietechnologie; • voor de ondernemer beschikbare informatie over kosten, technische mogelijkheden en abonnementen. Tevens is gebruikgemaakt van onderzoeksmateriaal over ondernemingen die hun klanten nog geen PIN aanbieden.
Commentaar M&I/Partners heeft zijn onderzoeksbevindingen vastgelegd in een rapport, dat in september 2006 is voltooid. Dit rapport is, conform het advies van M&I/Partners, voorgelegd aan Currence en Equens Nederland BV (voorheen: Interpay Nederland BV) met de vraag of zij opmerkingen hebben of kanttekeningen bij het rapport willen plaatsen. Zowel Currence als Equens heeft blijk gegeven van de wil om mee te werken aan het zoeken naar oplossingen. Beide organisaties hebben gedegen commentaar op het rapport geleverd. Het rapport van M&I/Partners en het commentaar van Currence en Equens vormen samen de basis voor dit document, waarin is geprobeerd om de hoofdpunten weer te geven. Over deze hoofdpunten bestaat een hoge mate van consensus tussen de Stichting BEB en de genoemde organisaties. Op relevante plaatsen is aangegeven over welke zaken verschil van inzicht bestaat.
11
Huidige situatie
Huidige situatie Het probleem van relatief hoge telecomkosten per PIN-transactie, zoals geschetst in de inleiding, geldt niet voor de meeste grootwinkelbedrijven. Zij beschikken vaak over een eigen netwerk voor datacommunicatie en hebben de tarieven voor telecomverkeer als bundel ingekocht. Tot dusver gebeurde dat via een X.25 oplossing en steeds vaker via internettechnologie: pinnen via het internetprotocol (PoIP).
Wirwar van lijnen In het MKB vinden wij dergelijke IP-oplossingen nauwelijks terug. Vaak wordt hier gebruikgemaakt van stand-alone betaalterminals die communiceren middels een inbelverbinding met Equens. Daarnaast is bij kleine en middelgrote toonbankinstellingen vaak sprake van veel aparte lijnen voor betalingen, telefonie, fax en/of internet. Soms is of was een aparte lijn nodig in verband met de gewenste beschikbaarheid, maar lang niet altijd en niet voor alles. Het resultaat is niet zelden een onoverzichtelijke wirwar van lijnen en een situatie waarin niemand meer weet wat precies per telecomdienst wordt betaald.
Weinig ondernemers gaan calculerend om met telecomkosten M&I/Partners constateert dat MKB-ondernemers zelden kritisch kijken naar de telecomkosten van PIN-betalingen en zelden van technologie of aanbieder veranderen om geld te besparen. Voor sommige ondernemers zijn de besparingsmogelijkheden beperkt en is de bestaande situatie niet alarmerend. Anderen gooien echter flinke sommen geld over de balk als gevolg van overbodige en inefficiënte lijnen of abonnementen.
Het terminalpark in Nederland In Nederland zijn ongeveer 230.000 betaalterminals in gebruik, deels in het grootbedrijf, deels in het MKB. Betaalterminals variëren naar het telecomkanaal waarlangs zij communiceren met Equens. Voor het MKB was tot nu toe vooral communicatie via Beatel relevant. Bij Beatel communiceert de terminal met Equens via het gewone, analoge telefoonnetwerk of via het spraakkanaal van het digitale ISDN-netwerk (ISDN-B). Bij 117.000 toonbankinstellingen staan in totaal 127.000 van zulke Beatel-betaalterminals. Deze zijn zelden geschikt voor andere telecomverbindingen. Aangenomen wordt dat er in het MKB, naast de Beatel-terminals, nog pakweg 25.000 terminals zijn die communiceren met behulp van X.25 via ISDN-D.
Typen terminals Toonbankinstellingen kunnen kiezen uit verschillende typen terminals voor het afhandelen van PIN-verkeer. In algemene zin wordt onderscheid gemaakt tussen stand-alone systemen (vooral in gebruik in het MKB), gekoppelde systemen (waarbij de betaalterminal gegevens uitwisselt met de pc-kassa, maar nog wel een afzonderlijk kastje is) en volledig geïntegreerde systemen. De gekoppelde en geïntegreerde systemen hebben als voordelen dat fouten bij het invoeren van het te betalen bedrag
13
zijn uitgesloten en dat minder handelingen nodig zijn bij het afrekenen. De laatste jaren neemt het aantal gekoppelde systemen en geïntegreerde oplossingen in het MKB toe. Nader onderscheid kan worden gemaakt tussen: 1. Terminals op een vaste plek • een terminal bestaande uit twee eenheden: een kassierseenheid (met telecomverbinding en printer) en een klanteenheid (PINpad); • een terminal waarbij de klant-en de kassierseenheid zijn gecombineeerd (met telecomverbinding en printer); • een terminal bestaande uit een klanteenheid (met telecomverbinding) voor integratie met een pc-kassa; • een terminal bestaande uit een softwarematige kassierseenheid (voor integratie met kassasoftware) met afzonderlijke klanteenheid (PINpad). 2. Terminals met draagbare kassierseenheden • een terminal bestaande uit een vast basisstation (met telecomverbinding) met een draadloze (Bluetooth) koppeling naar een draagbare klant-/kassierseenheid (met printer). Aan een basisstation kunnen verschillende draagbare eenheden worden gekoppeld. Dit type wordt onder meer gebruikt in de horeca. 3. Mobiele terminals • een complete mobiele terminal bestaande uit een gecombineerde klant-/kassierseenheid (met telecomverbinding en printer). Dit type wordt onder andere gebruikt bij leveranties aan huis en op de markt.
55.000 potentiële overstappers naar pinnen via het internetprotocol In het MKB is het op dit moment voor ongeveer 55.000 betaalterminals (30.000 met een Beatel- en 25.000 met een ISDN-D-aansluiting) rendabel2 om over te stappen naar een oplossing die is gebaseerd op pinnen via het internetprotocol (PoIP). Hoewel de desbetreffende ondernemers zo nu al kosten kunnen besparen, doen zij dat nog niet massaal. Voor bijna 100.000 terminals is het nu nog niet rendabel om over te stappen. Dan is er nog een groot aantal ondernemingen dat momenteel geen mogelijkheid tot pinnen aanbiedt, vaak bedrijven met een groot aantal lage transacties. Voor deze ondernemingen is PIN financieel nog niet aantrekkelijk. Lage transactiekosten, onder meer door flat-feeoplossingen voor het telecomaandeel in de totale kosten, kunnen deze ondernemingen overhalen in te stappen, met een hoog aantal potentiële transacties. Overigens zal flat-fee niet voor iedereen de aantrekkelijkste oplossing zijn. Bij een zeer beperkt aantal transacties per maand kan een variabele doorbelasting goedkoper blijven.
2
14
Dit gezien het aantal PINbetalingen dat zij maandelijks accepteren (zie Kader “Kantelpunt” op bladzijde 18)
Weinig ondernemers in het MKB nemen de moeite om wegwijs te worden in de complexe opbouw van de totale kosten van pinnen. Om de meerderheid van de ondernemers over te halen tot het accepteren van zowel hoge als lage PIN-transacties, zijn integrale pakketten voor PINacceptatie, met één bedrag en één factuur, wellicht het effectiefst.
Voorlichtingskanalen Ondernemers kunnen voor informatie over betaalterminals en algemene informatie over telecommunicatie voor PIN-betalingen terecht op www. betaalterminal.nl van het HBD. Currence biedt sinds oktober 2006, op de website www.currence.nl, actuele informatie over beschikbare, door Currence gecertificeerde betaalterminals. Een vergelijkingssite over telecomoplossingen voor ondernemers ontbreekt nog en facturen van telecomaanbieders bieden zelden (voor ondernemers begrijpelijk) inzicht in de kosten van PIN-transacties. Veelal is de voorlichting over overstapmogelijkheden naar andere telecomvarianten gebrekkig. Het gevolg is dat veel ondernemers meer betalen dan nodig is. Daar komt bij dat een overdaad aan abonnementen, vaak bij verschillende aanbieders, de kosten ondoorzichtig en onnodig hoog maakt.
Gemiste kans bij grootschalige terminalvervanging Terminals hebben een veiligheidscertificaat met een beperkte geldigheidsduur. Met het oog op fraudepreventie moet de terminal worden vervangen zodra het veiligheidscertificaat is verlopen. Zo moeten begin 2007 ongeveer 30.000 terminals van het type Telepas zijn vervangen, omdat het certificaat is verlopen. Voor insiders kwam dit gegeven niet onverwacht, maar de ondernemers met een Telepas werden laat geïnformeerd. Dit leidt tot een ‘crash-vervanging’ waarbij deze groep de kans wordt ontnomen om naar IP te migreren. Eind 2008 vervalt het certificaat voor nog eens 70.000 terminals (bron: Currence). Misschien wordt voor een deel van deze terminals het certificaat verlengd, een ander deel moet worden vervangen. Alles moet in het werk worden gesteld om de ondernemers die hun terminal(s) moeten vervangen, te interesseren voor PoIP of andere flat-feeopties.
15
“..... dan mis ik nog een plaatje dat in datzelfde hoofdstuk zou passen: de slechte rekeningen en voorlichting waar de ondernemer niet uit wijs kan worden. Suggestie: blauw poppetje heeft groot vel voor zich met abracadabra of gekke tekens erop...”
Voornaamste belemmeringen voor PIN-acceptatie Sinds de introductie midden jaren tachtig maakt pinnen een enorme groei door. Met ruim anderhalf miljard betalingen per jaar is pinnen na contant betalen de meest gebruikte betaalvorm. De som van de uitgaven die in het toonbankbetalingsverkeer via PIN worden afgerekend, evenaart inmiddels die van contante betalingen. Maar pinnen kan nog niet altijd en overal. Een aantal aanwijsbare factoren staat verdere verspreiding van pinnen, in het bijzonder voor kleinere bedragen, in de weg. We noemen er tien, in willekeurige volgorde.
1. Telefoonfacturen zijn niet inzichtelijk Om de juiste keuzes te kunnen maken, moeten ondernemers inzicht hebben in hun huidige kosten en in de financiële consequenties van hun keuzes. De facturen van telecomaanbieders bieden hiertoe over het algemeen te weinig of onduidelijke informatie. Zo wordt uit deze facturen veelal niet duidelijk hoeveel voor het PIN-verkeer moet worden betaald.
2. Goede algemene informatie ontbreekt Het ontbreken van juiste en voldoende informatie over de verschillende telecommunicatiemogelijkheden en gerelateerde kosten, maakt het voor de ondernemer moeilijk om de juiste keuze te maken. Terminalleveranciers informeren ondernemers veelal niet of onvoldoende over de mogelijkheden om over te stappen naar PoIP. Het ontbreekt vaak aan actieve voorlichting van de banken over PoIP en op de websites van banken ontbreekt informatie over het bancaire tarief voor IP-betalingen.
3. Geen belang bij het opruimen van de wirwar van lijnen Zoals gezegd verdiepen ondernemers zich onvoldoende in telecomlijnen. Als zij een nieuwe dienst in de onderneming aanschaffen waarvoor datacommunicatie nodig is (beveiliging, communicatie met de inkooporganisatie, fax, internet, elektronische overheidsdiensten), nemen zij vaak gewoon een lijn erbij. De aanbieder van deze nieuwe dienst of de installateur heeft geen belang bij het opruimen van de oude lijnen of het laten verlopen van nieuwe diensten over bestaande lijnen. Het gevolg is een ‘lijnen-spaghetti’. Als datacommunicatielijnen echter voor meer toepassingen worden gebruikt dan alleen voor PIN, hoeven niet alle telecomkosten te worden toegerekend aan het betalingsverkeer. Dit betekent lagere kosten.
4. T e weinig telecomkosten besparende betaalterminals beschikbaar Tot nu toe boden betaalterminalleveranciers het MKB vooral Beatel- en ISDND-oplossingen aan. Bij vervanging van Beatel-terminals zijn zij tot dusver geneigd om opnieuw nieuwe Beatel terminals aan te bieden: de gemakkelijke, maar niet de optimale weg. Overgang op PoIP is immers technisch en organisatorisch complexer.
5. Geen voordelige flat-fee voor het MKB Voor de meeste grootwinkelbedrijven zijn er op telecomgebied geen be lemmeringen voor het accepteren van kleine PIN-betalingen, omdat zij flat-fee telecomoplossingen gebruiken. Het aantal PIN-transacties is dan alleen van invloed op de bancaire kosten voor het accepteren van PIN-betalingen (tenzij ook 17
daarvoor een flat-fee-afspraak is gemaakt). Voor toonbankinstellingen met lage transactieaantallen is echter nog geen voordelige flat-feeoplossing beschikbaar. De trend is bovendien dat flat-fee voor kleine gebruikers eerder duurder dan goedkoper wordt. In de onderzoeksperiode van het M&I-onderzoek (april-september 2006) zette KPN het goedkoopste product dat voor PoIP is gecertificeerd niet meer actief in de markt. In plaats daarvan werd een nieuwe, duurdere productlijn geïntroduceerd: InternetPlusBellen-XL. Deze productlijn gaat voorbij aan de behoeften van kleine gebruikers. Kennelijk ontbrak een duidelijk signaal aan de telecommarkt dat banken en detailhandel flat-fee zien als gewenste oplossing voor een groot aantal toonbankinstellingen, inclusief kleine gebruikers.
Kantelpunt M&I/Partners heeft het aantal transacties berekend, waarbij overstappen op een flat-feeoplossing via ADSL voordelig wordt. Bij de huidige tarieven ligt dit ‘kantelpunt’ tussen 200 en 650 PIN-transacties per maand, 200 transacties als alle vaste kosten volledig worden toegerekend aan alle gebruikte toepassingen, 650 transacties als alle vaste telecomkosten van ADSL worden toegerekend aan PIN-betalingen. Met de huidige tarieven is flat-fee via ADSL volgens M&I/Partners voor 50 à 75 procent van de huidige Beatel-gebruikers financieel niet interessant genoeg. Zelfs als we uitgaan van een verdubbeling van het aantal PINtransacties, is dit voor de helft van de Beatel-gebruikers nog steeds niet interessant. Verlaging van het kantelpunt kan meer ondernemers overhalen en dus het pinnen bevorderen.
6. Initiatieven richten zich te veel op de bovenkant markt De stichting Nederland Breedbandland (NBL) heeft initiatieven genomen om breedband in het MKB te promoten. In overleg met brancheorganisaties heeft NBL ook oplossingen laten ontwikkelen waarbij het afhandelen van PIN-betalingen is inbegrepen. Het ontbreekt tot nu toe aan oplossingen voor de toonbankinstellingen met lage bonbedragen. M&I/Partners noemt de voorlichting van NBL over de kosten van pinnen misleidend.
7. Goedkope ADSL niet geschikt voor PoIP Over een goedkope ‘consumenten-ADSL’-lijn mag geen PIN-verkeer lopen, want communicatielijnen voor pinnen moeten gecertificeerd zijn en dit brengt kosten met zich mee. Certificatie is volgens Equens nodig in verband met de eisen ten aanzien van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid. MKB ondernemers zijn zich hiervan niet bewust. Telecomaanbieders adverteren met pakketten waar ‘alles’ in zit, internet en (internet)telefonie, en waarop ‘alle’ apparaten kunnen worden aangesloten. Pas als deze pakketten worden aangeschaft, blijkt dat de telecomverbinding niet werkt voor de betaalterminal. Als een ondernemer de goedkoopste variant van zakelijk InternetPlusBellen van KPN kiest, is er een ander probleem: de meegeleverde aansluitbox ondersteunt PoIP niet. Het gevolg is dat de winkelier of horeca- winkelondernemer na een verkeerde keuze ‘oude’ oplossingen voor PIN-verkeer handhaaft, inclusief het bordje ‘Pinnen onder de 15 euro kost u 25 eurocent’3. 3
18
Uiteraard moeten we deze 25 eurocent zien als een all-in-prijs, die uit meer bestaat dan alleen telecomkosten.
“....Dan liever een keer duidelijk een afrekensituatie op een terras of bij een tafeltje in een restaurant erbij (mobiele terminal)...”
19
Winkelier probeert intrenet kabel in zijn terminal te steken, maar dit past niet
8. Installateurs zijn niet ingespeeld op PoIP De aansluiting van betaalterminals op een ADSL-verbinding vereist nieuwe computerbekabeling. Om orde aan te brengen in een lijnenspaghetti is vaak het nodige installatiewerk vereist. Installateurs zijn echter nog niet ingespeeld op PoIP en missen de benodigde kennis.
9. Glasvezelnetwerken niet voor betaalterminals Bij de aanleg van glasvezelnetwerken wordt geen rekening gehouden met betaalterminals. Op geen van deze glasvezelnetwerken zijn kleine of middelgrote winkeliers, of horeca-ondernemers aangesloten. Aansluiting kan niet, want er zijn geen netwerkprotocollen gecertificeerd en geïmplementeerd op glasvezeltransmissienetwerken. Evenmin zijn er betaalterminals met een directe glasvezelinterface verkrijgbaar en de eisen voor inbraakalarmering over glasvezel zijn nog onduidelijk. Het Ministerie van Economische Zaken is sponsor van het E-norm-project voor glasvezelinfrastructuur, waarin ontbrekende kennis wordt geïnventariseerd. De betaalterminal staat echter niet op de agenda. Dit is zorgwekkend; het moment is in zicht dat op bedrijventerreinen alleen glasvezelaansluitingen beschikbaar zullen zijn. Een toonbankinstelling die zich op zo’n bedrijventerrein vestigt, een bandenspecialist bijvoorbeeld, kan straks alleen nog kiezen voor mobiele terminals.
10. 06760-nummers uitgesloten van flat-fee In 2005 heeft Equens de ‘gewone’ inbelnummers voor vrijwel alle Beatelgebruikers vervangen door 06760-nummers, met als doel verlaging van de telefoniekosten voor de betaalterminal. Bij Beatel is sprake van een door Opta gereguleerd starttarief. Dit betekent dat bij elke opgebouwde verbinding een vast basistarief in rekening wordt gebracht. Dit maakt kort durende verbindingen relatief duur. De 06760 nummers die Equens in 2005 heeft ingesteld, hebben geleid tot een beperkte verlaging van de telecomkosten, maar hebben (vanwege Opta-regulering) niets veranderd aan die startkosten. De telecomkosten voor pinnen via Beatel blijven daardoor relatief hoog. De verlaging is in elk geval onvoldoende om het pinnen van lage bedragen aantrekkelijk te maken. M&I/Partners wijst erop dat overschakeling naar 06760-nummers een vervelend en ongetwijfeld onbedoeld neveneffect had. De afgelopen jaren ontstonden aanbiedingen waarbij al het telefoon- en dataverkeer voor een vast bedrag kon worden afgekocht. Als gevolg van de huidige Opta-regulering rondom interconnectietarieven zijn onder andere 06760-nummers van deze mogelijkheid uitgesloten. Dit betekent dat geen enkele Beatel-gebruiker toegang heeft tot deze mogelijkheid.
21
Mogelijke oplossingen en discussiepunten In het voorgaande zijn de voornaamste belemmeringen geïnventariseerd. Voor u is de ene belemmering wellicht herkenbaarder dan de andere. In elk geval is er behoefte aan integrale oplossingen waardoor de winkelier of horeca-ondernemer niet te veel telecomkosten betaalt voor zijn PIN-betalingsverkeer en waarbij hij niet wordt ontmoedigd om kleine PIN-betalingen te accepteren. Dergelijke oplossingen zijn mogelijk, al zal het de nodige inspanningen en creativiteit kosten voordat voldoende duidelijk is welke oplossing per situatie voldoet. Minstens nog eens zo veel inspanningen zijn nodig voordat de juiste oplossing daadwerkelijk ter beschikking staat van de kleine of middelgrote toonbankinstelling. De Stichting BEB heeft niet dé oplossing. Hieronder presenteren wij oplossingsrichtingen die tot nu toe naar voren zijn gebracht, inclusief een aantal discussiepunten. De Stichting beseft dat rijp en groen door elkaar staan en dat talloze mitsen en maren mogelijk zijn. Wij herhalen de eerder gemaakte opmerking dat dit rapport is bedoeld om aanbieders uit te dagen tot creatief en constructief meedenken. Wij doen een beroep op hen om te komen tot, bij voorkeur gecombineerde, oplossingen. De Stichting laat het niet bij dit beroep alleen, maar ontplooit zelf ook acties om knelpunten op te lossen. Zo verspreidt de Stichting voorlichtingsteksten, onderzoeksresultaten en promotiemateriaal om de doelgroep de weg te wijzen naar PIN-acceptatie. De PIN-korting van ten minste 1 eurocent die banken verlenen, is eveneens een belangrijke bijdrage aan het verlagen van de kosten. Daarnaast zal de Stichting initiatieven naar aanleiding van het beroep in deze rapportage ‘belonen’, onder andere door deze initiatieven onder de aandacht van de doelgroepen te brengen.
23
Inzicht in de kosten Het vinden van een passende oplossing voor een bepaalde toonbankinstelling begint met het inzichtelijk maken van de huidige situatie. M&I/Partners heeft in het kader van zijn studie een rekenmodel opgesteld om de ‘total cost of ownership’ bij diverse varianten inzichtelijk te maken. Het heeft veel moeite gekost om alle informatie bijeen te krijgen en, gezien de snelheid van ontwikkelingen in de datacomwereld, is het niet mogelijk om het model actueel te houden. Als het voor een gerenommeerd adviesbureau al lastig is de kosten op een rijtje te krijgen, dan is dat voor een individuele winkelier of horecaondernemer al helemaal ondoenlijk. Dit belemmert het maken van een doordachte keuze uit het telecommunicatieaanbod. De Stichting BEB vindt dat de kwaliteit van de gegevens waarop een winkelier of horecaondernemer zijn keuze baseert, aanzienlijk moet worden verbeterd. Inzichtelijke telecomfacturen en betere overzichten van PIN-betalingen kunnen daarbij helpen. Daarnaast is te overwegen om – tegelijk met het maandelijkse overzicht dat een ondernemer ontvangt van zijn huisbankier of, namens zijn bank, van Equens – inzicht te geven in de groei. Groei is een belangrijke parameter voor een goede keuze van een betaalterminal. Op een overzicht elektronisch betalen kan bijvoorbeeld staan: In vergelijking met vorige maand x % meer/minder PIN-betalingen. In vergelijking met dezelfde periode van één jaar geleden y % meer/minder PIN-betalingen.
Onafhankelijke telecomadviseur en deskundige installateur Ondernemers zouden enorm geholpen zijn door deskundige adviseurs/ installateurs die hun telecommunicatiesituatie onder de loep nemen en lijnen die niet langer bruikbaar zijn, opruimen of combinaties van lijnen maken. Die, kort gezegd, een efficiënt geheel maken van de lijnenspaghetti.
Bundelen van IP-toepassingen De economische aantrekkelijkheid van PoIP neemt toe door, waar mogelijk, andere toepassingen mee te laten migreren naar IP. Dergelijke toepassingen zijn vooral moderne telefonieoplossingen (VoIP of VoDSL), alarmeringsdiensten (AoIP) en winkellogistiek op basis van IP. De mogelijkheden van bundeling van applicaties voor kleine winkelomgevingen verdienen nader onderzoek. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden om verschillende ondernemers (in een winkelcentrum of -straat) één telecomaansluiting te laten delen.
Lagere toeslag voor PIN bij DSL Bij een flat-feetelecomabonnement voor de betaalterminal vormen de telecomkosten niet langer een reden om kleine PIN-betalingen te ontmoedigen. Daarom moet het kantelpunt, het aantal transacties waarbij overstappen op een flat-feeoplossing voordelig wordt, worden verlaagd. Overigens is het verstandig rekening te houden met het veel voorkomende, gelijktijdige gebruik van de verbinding voor PIN-betalingsverkeer voor andere betaalproducten. Dit is van invloed op het kantelpunt. KPN berekent bij ADSL-aansluitingen een toeslag van e 10,- voor pinnen over IP. Voor dat bedrag mag men tot drie betaalterminals aansluiten, terwijl niet iedereen daar behoefte aan heeft. M&I/Partners stelt dat deze toeslag eerder is ingegeven door marketingoverwegingen dan door de werkelijke kosten. Wellicht vormen deze constateringen reden voor KPN om de toeslag te 24
verlagen, maar ook andere telecomaanbieders kunnen hierop inspelen. Meer concurrentie tussen telecomaanbieders kan leiden tot een lagere toeslag en daarmee tot verlaging van het kantelpunt. De betaalterminalmarkt kan voor diverse telecommunicatieaanbieders (waaronder eventuele nieuwe toetreders) interessant zijn. Dit geldt vooral als wordt gestimuleerd dat betaalterminals die nu gebruikmaken van een minder kosteneffectieve verbinding, migreren naar de juiste (flat-fee)technologie. Iedere betaalterminal die overgaat naar een kosteneffectievere flat-feetelecomaansluiting, draagt bij aan het op gang brengen van het gewenste sneeuwbaleffect.
Minder bandbreedte: ADSL-mini Voor een groot deel van de doelgroep is ADSL-technologie kostentechnisch nog niet aantrekkelijk. De Stichting stelt voor de door M&I/Partners aangedragen oplossing van een goedkopere ADSL-variant te introduceren. Het betreft hier een 128/128 kbps ADSL-verbinding voor de ondernemer die alleen beschikt over een PIN-apparaat, telefoon, fax en eventueel inbraakalarmering, dus geen pc waarvoor een internetverbinding nodig is. Wil de ondernemer later meer bandbreedte of IP-kwaliteit, dan moet hij dit eenvoudig kunnen bijkopen.
GSM/GPRS-verbindingen als alternatief Voor een grote groep van de huidige Beatel-gebruikers zijn GSM en GPRS wellicht geschikte (voorlopige) opvolgers van Beatel via het vaste net, zolang ADSL kostentechnisch (nog) niet aantrekkelijk is. Van belang is uiteraard dat er voldoende bereik is voor deze mobiele verbindingen. GSM en GPRS kosten bij 250 transacties per maand ruwweg de helft van Beatel via 06760. Bovendien is volgens M&I/Partners een geleidelijk migratiepad zonder obstakels van GSM naar flat-fee-GPRS mogelijk. Betaalterminalleveranciers zouden vaste terminals (dus werkend op 230 volt) met GSM/GPRS als telecomkanaal op de markt kunnen brengen. Op termijn kan een PoIP-oplossing via een vaste verbinding toch goedkoper worden. De te ontwikkelen ‘vaste GSM/GPRS-terminals’ moeten daarom flexibel zijn. De GSM-GPRS-module kan bijvoorbeeld worden vervangen door een Bluetooth-kaart. Via een lokale draadloze verbinding kan dan alsnog worden aangehaakt aan een vaste verbinding. Het is zaak deze oplossingsrichting goed tegen het licht te houden, vooral als het gaat om het bereik en de consequenties voor de kosten van transactieverwerking.
Vaste terminal met mobiel netwerk Productinnovatie kan de kosten van PIN-betalingsverkeer via GSM en GPRS verder verlagen. Op dit moment gaan aanbieders er nog veelal van uit dat een mobiel netwerk bij een mobiele terminal hoort en omgekeerd. Er is echter niets op tegen om een vaste betaalterminal te laten communiceren via een mobiel netwerk. Mobiele terminals, dus terminals die niet aan een vaste locatie zijn gebonden, hebben (net als elke moderne mobiele tele-foon of laptop) een accu nodig. Als de betaalterminal wel aan een vaste plek is gebonden, kan die (kostbare en kwetsbare) accu vervallen en loopt de voeding via het stopcontact, terwijl de communicatie via een mobiel netwerk verloopt.
25
… of glasvezel of kabel Op dit moment is PIN-betalingsverkeer via coaxnetwerken nog niet mogelijk. Misschien verandert dit in de toekomst. Dit kan een welkome bijdrage leveren aan de gewenste concurrentie en het flat-fee-aanbod. Wellicht ziet de Vecai, de brancheorganisatie van kabelexploitanten, een kans om kabelnetwerken te laten certificeren voor PoIP. En uiteraard is het gewenst om glasvezelnetwerken zodanig op te zetten dat ze geschikt zijn voor PIN-verkeer.
Flat-fee voor Beatel mogelijk? Een andere mogelijke oplossing is een flat-fee afspraak voor Beatel. Voor gewone telefonie ontstaan, onder druk van flat-fee-IP, al tal van oplossingen waarbij alle verkeerskosten worden afgekocht. Dat de Optaregulering dit via de huidige constructie belemmert, betekent niet dat er geen constructies denkbaar zijn.
Alternatief voor Beatel via 06760? Beatel via 06760-nummers sluit flat-feeoplossingen defacto uit. M&I/Partners adviseert de Stichting BEB te bewerkstelligen dat de huidige Beatel 06760-optie, vanwege de hoge kosten, snel wordt uitgefaseerd. Deze moet dan worden vervangen door een nieuwe – bij het Ministerie van Economische Zaken aan te vragen – nummerreeks, zonder belemmeringen voor tariefsystemen voor telefonie met afgekocht verkeer. Dit kan alleen, met medewerking van Equens, worden gerealiseerd door een telecompartij die een businesscase ziet in het aanbieden van een nieuwe inbelinfrastructuur. Equens heeft laten weten hier tot nu toe weinig heil in te zien.
Open internet Evenals bij andere goedkope oplossingen, lijkt het nuttig te onderzoeken in hoeverre open internet kan voldoen aan de kwaliteitseisen voor een verbinding voor PIN betalingsverkeer. M&I/Partners heeft hierover geschreven in zijn onderzoeksrapportage en tegelijk kanttekeningen geplaatst. Equens en Currence hebben zich eveneens kritisch uitgelaten. Toch verdient deze mogelijkheid nadere studie en een risicoanalyse.4
Kanttekeningen open internet voor betalingsverkeer Het is in principe mogelijk om een betaalterminal aan te sluiten op het open internet en extra te beveiligen met Secure Socket Layer (SSL), een encryptiemethode voor het IP-transportkanaal. Terminalleveranciers leveren dergelijke betaalterminals in andere landen. De ondernemer kan dan kiezen voor een goedkoop ADSL abonnement. Voordat dit in Nederland uitvoerbaar is, moeten onder meer de volgende zaken worden opgelost; • PIN via open internet moet binnen de generieke eisen van Currence vallen. Tot nu toe heeft geen enkele telecomleverancier zich bij Currence gemeld met het verzoek een op het open internet gebaseerde netwerkoplossing te certificeren. • Equens is niet verbonden met het open internet en zal daar waarschijnlijk ook niet voor kiezen. Dit betekent dat er toch weer een ‘flessenhals’ (gateway) moet worden gemaakt, die wordt beheerd door een telecomaanbieder. Als deze telecomaanbieder daarvoor e10,- euro per maand vraagt, is er weinig vooruitgang geboekt.’ • De ondernemer moet niet alleen de keuze voor open internet zelf 26
beheren, maar tevens die voor het aansluitapparaat (router). Weinigen beschikken over de kennis die nodig is om een router smalbandig en breedbandig verkeer te laten combineren.’ • SSL biedt onvoldoende bescherming tegen het dupliceren van data en geen bescherming tegen ‘denial of service’-aanvallen, waarbij een server van buitenaf wordt gesaboteerd door middel van een bombardement van dataverkeer. • De beschikbaarheid is bij deze oplossing wellicht onvoldoende gegarandeerd. Anderzijds zou aan winkeliers en horecaondernemers zelf de keuze kunnen worden gelaten of ze daar problemen mee hebben. In dat geval kunnen ze kiezen voor een oplossing die de gewenste beschikbaarheid wel garandeert.
Kostenverlaging door slimme oplossingen
B ON IJ BED DE R BER R DE AGEN 2 EXT EKENE 0 EU RA N W RO VO KOS IJ TE O PIN R HET N NE N
Wij besluiten dit deel met een aantal losse suggesties die ondernemers geld kunnen besparen. • Verschillende draadloze terminals kunnen worden aangesloten op één basisstation. Aandachtspunten daarbij zijn de mogelijkheden voor kassakoppeling en de beveiliging van het lokale draadloze netwerk. De eerste verantwoordelijkheid voor de veiligheid van een lokaal draadloos netwerk ligt momenteel bij de toonbankinstelling. Het telecomaansluitnet biedt geen standaardbeveiligingsconcept. • Wellicht is het mogelijk om bestaande terminals uit te rusten met een aanvullende module, waardoor ze toch geschikt worden voor IP-communicatie. • Het lijkt logisch om terminals, net als pc’s, uit te rusten met diverse communicatiekaarten, waardoor ze flexibeler te gebruiken zijn. Hier en daar komen zulke terminals al op de markt. • Onderzoek de mogelijkheden om verschillende toonbankinstellingen één telecomaansluiting te laten delen.
4
De Werkgroep Technologie van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer heeft een dergelijke studie verricht, waarvan het resultaat is vastgelegd in de notal ‘IP in het elektronische toonbankbetalingsverkeer’, verschenen in juli 2005.
27
Samenwerking tussen vele partijen ten behoeve van het MKB
Conclusies en aanbevelingen De huidige IP-dienstverlening van telecomaanbieders biedt alleen soulaas voor toonbankinstellingen met een bepaald minimumaantal transacties. Een voorlopig minimum van 200 per maand is genoemd als men toch al ADSL nodig heeft voor andere toepassingen dan betalingsverkeer. Anders wordt gesproken over een minimum van 650 transacties. Voor de overige Beatel-gebruikers is het nog niet rendabel om over te stappen en voor ‘kleine’ instappers is het nog niet rendabel om direct IP te nemen. Om de doelstellingen van de Stichting BEB te verwezenlijken voor huidige en nieuwe PIN acceptanten, zijn initiatieven van telecomaanbieders en betaalterminalleveranciers nodig. De Stichting BEB doet een dringend beroep op alle betrokken partijen. De Stichting ontplooit zelf uiteraard ook activiteiten – vooral op voorlichtings- en onderzoeksgebied – om knelpunten op te lossen en ondernemers de juiste richting te wijzen. Daarbij is de Stichting van harte bereid haar middelen in te zetten om door aanbieders aangedragen oplossingen van de hiervoor vermelde knelpunten breed te promoten bij ondernemers. Hieronder wordt eerst aangegeven wat de Stichting van àlle partijen verwacht. Daarna worden per speler in dit veld specifieke aanbevelingen gedaan.
Allen • Alle partijen moeten voorkomen dat ondernemers nu beslissingen nemen die het op een later moment overschakelen op flat-fee bemoeilijken. • Alle partijen moeten samenwerken, gezamenlijk zoeken naar de mogelijkheden van applicatiebundeling, in het bijzonder voor kleine winkelomgevingen. • Alle partijen moeten de Beatel-gebruikers waarvoor het huidige marktaanbod mogelijkheden biedt en die redenen hebben om spoedig over te stappen naar IP, hiertoe aanmoedigen. ‘Show-cases’ kunnen dienen als voorbeeld voor andere toonbankinstellingen. Showcases die worden aangedragen aan de Stichting BEB, kunnen worden gepubliceerd op de site van de Stichting. De Stichting zal ook andere kanalen gebruiken om de cases voor het voetlicht te brengen. • Alle partijen moeten werken aan verbetering van de informatievoorziening en foute en onvolledige voorlichting te bestrijden. • Alle partijen moeten zich buigen over de wijze waarop een onafhankelijke advies- en ontzorgdienst voor ondernemers kan worden opgezet.
Terminalleveranciers •H oud bij het samenstellen van het aanbod en vooral bij de voorlichting hierover aan toonbankinstellingen rekening met huidige en toekomstige technische ontwikkelingen, in het bijzonder PoIP. • Voorkom dat ondernemers op korte termijn beslissingen nemen die het later overschakelen op PoIP bemoeilijken. • Maak duidelijk in hoeverre en tegen welke kosten betaalterminals die een minder kostenefficiënte telecomverbinding gebruiken, kunnen worden gemigreerd naar een efficiëntere technologie. • Bedenk oplossingen voor flexibele, generieke betaalterminals. • Bedenk in samenspraak met telecomleveranciers en Currence oplossingen voor betaalterminals die communiceren over het open internet. 29
•O ntwikkel nieuwe typen betaalterminals waarmee winkeliers en horecaondernemers slim op telecomkosten kunnen besparen, die extra functionaliteit combineren met lage telecomkosten en die meer ‘telecomflexibiliteit’ bieden. • Overweeg het uitrusten van terminals met diverse datacommunicatie mogelijkheden.
Telecomaanbieders •V erruim het marktaanbod voor flat-feeoplossingen met specifieke producten voor toonbankinstellingen met kleine transactieaantallen en lage bonbedragen. Denk aan smalbandige ADSL (‘ADSL-Mini’) en ADSL diensten met tariefdifferentiatie naar het aantal aangesloten terminals. • Maak de informatie op facturen inzichtelijker. • Onderzoek de businesscases voor het ontwikkelen van nieuwe inbelinfrastructuren als alternatief voor de 06760-inbelstructuur.
Banken •S tuur in de tarifering richting IP. Momenteel wordt de afhankelijkheid van het telecomkanaal in PIN-transactietarieven niet expliciet gecommuniceerd. Het ligt voor de hand om tariefverschillen te hanteren tussen efficiënte kanalen (zoals IP) en minder efficiënte kanalen (zoals Beatel). • Voeg extra informatie toe aan de maandelijkse overzichten van PIN betalingen. • Verbeter de informatie over PIN mogelijkheden en PIN-tarieven op de websites.
Installateurs • Verdiep u in PoIP en bied diensten aan om orde te scheppen in de lijnenspaghetti. Besteed daarbij evenveel aandacht aan besparingsmogelijkheden door het opruimen en opzeggen van lijnen als door het aanleggen van nieuwe lijnen.
Currence •D enk actief mee over stappen die marktwerking bevorderen. Participeer in overleg met de NLB en processoren over betaalterminals die communiceren via het open internet. • Onderzoek de mogelijkheden voor nieuwe toetreders bij Beatel-inbelverkeer.
Equens •G a, samen met de banken, na of extra informatie kan worden toegevoegd aan de maandelijkse overzichten van PIN-betalingen. • Werk actief mee aan onderzoek naar alternatieven voor Beatel via 06760.
Toonbankinstellingen •O p het Hoofdbedrijfschap Detailhandel wordt een beroep gedaan om de website www.betaalterminal.nl waar nodig te actualiseren en uit te breiden. • Vertegenwoordigende partijen moeten ieder voor hun eigen achterban meewerken aan een voorlichtingscampagne over flat-feemogelijkheden en het opschonen van telecommunicatie binnen bedrijven. • Kleine en middelgrote ondernemers doen er verstandig om hun telecomfacturen niet langer direct door te sturen naar de boekhouder, zoals velen gewend zijn. Zij moeten deze bestuderen en analyseren, en bij vragen, opmerkingen of onduidelijkheden op onderzoek uitgaan.
30
Tot slot De Stichting BEB wil tot besluit ook een beroep doen op de overheid. De maatschappij heeft immers alle belang bij het stimuleren van PIN-betalingen. De overheid zou meer betrokkenheid moeten tonen bij de problematiek. Zij zou bij het toekennen van subsidies rekening moeten houden met de effecten op het betalings- en acceptatiegedrag en het indirect subsidiëren van inefficiënte oplossingen moeten vermijden. Zo zou bijvoorbeeld de betaalterminal op de agenda moeten komen van het project e-Norm en van eventuele toekomstige, soortgelijke projecten. Daarnaast beschikt de overheid over instrumenten om gewenste oplossingen in ondernemingen te stimuleren. Die zou zij kunnen inzetten. De overheid behoort in algemene zin maatregelen die verbetering brengen in het elektronische betalingsverkeer te combineren met maatregelen die het chartale verkeer afremmen.
31