MOURIK 2014-2
Voorwoord gelaars. Meer recent zijn er o.a. de acties van Wilfried de Jong en Ben Brouwer om draagvlak te creëren voor de Huiszwaluwen in Lent. Of de afspraken die wij – o.a. Jordy Houkes en Justin Jansen - proberen te maken met terreinbeheerders zoals het Gelders Landschap, Brabants Landschap en de zandontgrondingsmaatschappijen in de Kraaijenberse Plassen. Soms met meer en soms met minder succes.
De doorsnee VWG-er bestaat niet. Wat we gemeen hebben is de focus op vogels en dit dan ook weer op verschillende manieren. Altijd staat het genieten van de natuur voorop; de één kijkt behalve naar vogels naar vlinders of libellen, voor de ander zijn ze een verdieping van de wekelijkse boswandeling. Sommigen gaan voor de lijstjes of doen mee met een BIG DAY in het gebied. Ze bespreken trots hun resultaten. Weer anderen verdiepen zich in de biologie van de vogel en ontwikkelingen in hun leefomgeving, of zijn actief op het gebied van de weidevogelbescherming, voeren inventarisaties uit of stellen een prachtige AVIFAUNA samen.
In deze tijd van bezuinigingen staat de natuur vaak onder druk. We moeten de vensters open houden. Samen met instellingen als Sovon en IVN, met terreinbeheerders, burgers en gemeenten kunnen we het verschil maken. Oplettendheid is hierbij vereist. Plannen kunnen alleen in een vroegtijdig stadium worden beïnvloed. Doe mee. Wees alert. Zijn er veranderingen op komst in je omgeving? Neem contact op met Jordy Houkes. Hij zal vanuit het bestuur eventuele verdere acties coördineren.
De VWG staat bol van de activiteiten en in toenemende mate richten we ons ook op onze omgeving. Ik geef een aantal voorbeelden. Al jaren lang organiseren Peter Hoppenbrouwers en Sjaak van den Berg een vogelcursus voor belangstellenden. Ook al jarenlang presenteert de VWG een excursieprogramma op Een mooie zomer toegewenst, de dinsdagavond voor (veelal beginnende) vo- Arie van Dijk, voorzitter
Van de redactie onze digitale avifauna meer in de spotlight te zetten, plaatsen we in elke Mourik de tekst van een vogelsoort. Tot slot hebben we de pagina’s opgedeeld in twee kolommen. We hopen dat de Mourik er zo mooier en leesbaarder uit komt te zien. De redactie hoort graag of we zo een goede stap hebben gezet.
Voor u ligt alweer een nieuwe Mourik, vers van de drukker. Zoals u waarschijnlijk zal opvallen hebben we een aantal wijzigingen doorgevoerd. Dit alles ten behoeve van de leesbaarheid en lay-out. We hebben twee nieuwe rubrieken geïntroduceerd. Op de achterkant van de kaft hebben we een fotorubriek geplaatst; zo maken we optimaal gebruik van de enige kleurenpagina in de Mourik. Elke editie lichten we er een foto uit waarbij de fotograaf vertelt hoe en waar de foto gemaakt is en wat er bijzonder is aan deze opname. Verder: om
Veel leesplezier! Vincent Sanders, redactie Mourik
1
MOURIK 2014-2
Zwaluwinformatiebord onthuld in Lent
Wilfried de Jong (
[email protected])/Ben Brouwer (
[email protected]) het plantsoen voor het Thermion aan de Frankrijkstraat. Het bord geeft niet alleen informatie over de Huiszwaluw, maar ook over de Boerenzwaluw, Oeverzwaluw en Gierzwaluw. De onthulling door Arie van Dijk, voorzitter van de VWG, vond plaats op zaterdag 19 april 2014.
Huiszwaluwen metselen hun nesten graag onder de ruime dakranden van nieuwbouwwoningen aan de rand van steden en dorpen, liefst in de buurt van water. Zo hebben zich in de Lentse nieuwbouw tegelijk met de nieuwe bewoners ook de Huiszwaluwen gevestigd. Ze vormen daar ondertussen de grootste kolonie in de omgeving, zo’n 100 paar. Heel leuk, maar niet tot ieders genoegen, want de jonge vogels produceren een flinke hoeveelheid mest onder het nest. Om de acceptatie van de Huiszwaluwen te bevorderen is het van belang de bewoners informatie over deze vogels te verschaffen. Dit kan door stukjes in buurtkrantjes of door het verspreiden van een foldertje, zoals leden van de VWG inmiddels bij verschillende kolonies gedaan hebben. Dankzij een subsidie van Vogelbescherming Nederland is in Lent nu ook een informatiepaneel geplaatst in
De grootste concentraties van Huiszwaluwen in Lent zitten aan het Buske (de laatste jaren 35-45 nesten aan zeven woningen) en nu ook aan de Frankrijkstraat. Meteen na de oplevering van de woningen in begin 2012 kwamen daar al 11 bewoonde nesten, 24 in 2013 en op dit moment (begin juni 2014) al 49 nesten. Waarbij aan één woning maar liefst 14 nesten op en tegen elkaar gemetseld zijn. Maar ook op andere plaatsen binnen het werkgebied van de VWG zitten mooie
Arie van Dijk onthult zwaluwinformatiepaneel in Lent
2
Foto: Vincent Sanders
MOURIK 2014-2
Veertien huiszwaluwnesten aan de Frankrijkstraat in Lent
Foto: Wilfried de Jong
kolonies Huiszwaluwen. Zoals in Beugen (7090 paar), Kekerdom (50-60 paar), de stuw in Sambeek (40-60 paar), Molenhoek (Lb, Eikenlaan, 40-55 paar), Vlietberg (bij Ooij, 30-40 paar), Dorp Ooij (30-35 paar), Kantoor van de steenfabriek bij Erlecom (20-25 paar) en Bemmel (Essenpas, 30 paar). En onlangs meldde Jordy Houkes een prachtige kolonie van 53 nesten aan de kerk in Batenburg. Allemaal een bezoek waard, zeker als in de komende tijd de jongen gevoerd worden en uitvliegen. Huiszwaluwnesten aan de kerk van Batenburg Foto: Jordy Houkes
Voor flyers, advies, gratis kunstnesten en stukjes in buurtkrantjes is de huiszwaluwwerkgroep bereikbaar via
[email protected].
3
MOURIK 2014-2
Wie won De Gouden Bevertak 2014? Ria Vogels (
[email protected])
De wedstrijd Op zaterdag 5 april, een prachtige lentedag, kwamen ongeveer 25 mensen naar het Natuurmuseum in Nijmegen om de uitslag bij te wonen van de Natuurfotowedstrijd van de Vogelwerkgroep Nijmegen. De bijeenkomst luidde tevens de opening in van de expositie van de 25 voor de prijzen genomineerde foto’s. Voor de achtste keer hadden natuurfotografen hun mooiste en beste foto’s ingezonden van vogels, zoogdieren, planten, insecten en landschappen, gemaakt in het werkgebied van de Vogelwerkgroep. Deze editie ging om foto’s uit 2012 en 2013. Fotografen konden hun foto’s insturen voor twee categorieën, eentje voor foto’s van vogels en eentje voor alle andere onderwerpen, de categorie vrij. In totaal hebben 27 fotografen meegedaan aan de wedstrijd. Zij stuurden 172 foto’s in, 72 voor de categorie vogels en precies 100 voor de categorie vrij.
overall winnaar over de categorieën aan te wijzen. De uitslag van de publieksjury Achtereenvolgens werden de prijswinnaars bekend gemaakt van de twee categorieën volgens het publiek en de overall keuze van de vakjury. Dat laatste uitmondend in de uitreiking van de wisseltrofee De Gouden Bevertak. Op één na waren alle dertien genomineerde fotografen aanwezig, en het aardige is dat negen van hen in de prijzen zijn gevallen, maar een wel in het bijzonder: Loek van de Leur won zowel de 1e, de 2e als (een gedeelde) 3e prijs van de publieksjury in de categorie vogels. Zijn foto’s van de Heggenmus in de sneeuw, de Roodborsttapuit in de bloemen (zie cover) en de Steenuil in de boom (Vroeg uit de veren) vielen dus zeer in de smaak bij het publiek. Jos van de Leijgraaf kwam met zijn foto van de Patrijs in Bemmel als enige andere fotograaf op het podium met een gedeelde 3e plaats in die categorie. De uitslag van de categorie vrij had ook een verrassing in petto. Voor het eerst in de geschiedenis van de wedstrijd behaalde, in deze zeer brede categorie, een foto van een libel de eerste plaats (Staring Contest van Es&Faz) en de tweede plaats (Kiekeboe van Hans van Wijck). Ook hier deelden twee fotografen de derde plaats: Douwe Schut met een portret van een Rugstreeppad en Bart Balm met een foto van zwemmende Reeën (Gewaagd). Grappig detail is dat in alle vier de foto’s de nadruk ligt op de ogen, variërend van zelfverzekerd, brutaal, onverschillig tot angstig. Ga maar eens kijken!
De stemronde In de maand februari konden belangstellenden via de internetpagina van de Vogelwerkgroep alle ingezonden foto’s bekijken en stemmen uitbrengen op de foto’s van hun voorkeur (max. vijf stemmen in iedere categorie). Dat hebben, naast de drieleden van de vakjury, 53 bezoekers van de website gedaan, met als resultaat dat er bij de categorie vogels twaalf foto’s en bij de categorie vrij dertien foto’s aan top kwamen te staan. De categorie vrij kreeg er een meer op de nominatielijst vanwege de ex-aequo notering van twee foto’s op nummer 12. Vervolgens heeft de vakjury de genomineerde foto’s, nadat deze waren afgedrukt op groot formaat, nog een keer bestudeerd om een 4
MOURIK 2014-2
De uitslag van de vakjury De vakjury bestond dit jaar uit Peter Eekelder (voorzitter), Edwin Giesbers en Dick van Aalst. Helaas kon niemand van hen bij de uitreiking aanwezig zijn, waardoor Ria Vogels, als medeorganisator van de wedstrijd, de honneurs waarnam en het juryrapport voorlas. Zij werd direct zelf in het zonnetje gezet met een eervolle vermelding voor haar foto van de overstekende Vos in de Bruuk. De vakjury noemt de foto een prachtig voorbeeld van een beeld met een verhaal, dat je zelf kunt invullen. Op de derde plaats plaatsten zij Herfstlicht van David Brand. De jury vindt het knap om van een tamelijke gewone paddenstoel toch zo’n bijzonder beeld te maken. De mystiek van het herfstbos is, volgens hen, overduidelijk aanwezig. De tweede plaats was voor het Vuurvliegje
op de Duivelsberg van Douwe Schut. De originaliteit van het beeld oogstte speciale waardering: de kunst van het weglaten, de foto laat niet eens de hoofdrolspeler zien. De lijn van het lichtspoor doet denken aan een zojuist geworpen lasso of misschien wel een vissersnet. Volgens de vakjury is de foto prachtig van kleur en sterk van compositie. De fotograaf die op de eerste plaats eindigde en dus de Gouden Bevertak overhandigd kreeg, was Jan Versteeg voor zijn foto van twee Grote Zilverreigers, genaamd Wachten op de Zon. De jury roemt zijn beeld om een pure vorm van ultieme schoonheid: een schilderachtig goed ingekaderd beeld met associaties naar een Japans schilderij. Het roept een emotie van rust op, een ZEN moment. De jury is blij dat de fotograaf geen poging heeft gedaan om het contrast te verhogen.
Winnaar Gouden Bevertak 2014 Wachten op de zon - Jan Versteeg Jan Versteeg met zijn prijswinnende foto Foto: Harvey van Diek
5
MOURIK 2014-2
2e plaats Gouden Bevertak 2014 Vuurvliegje - Douwe Schut
3e plaats Gouden Bevertak 2014 Herfstlicht - David Brand 6
MOURIK 2014-2
De prijzen Naast de Gouden Bevertak ontving de eersteprijswinnaar van de vakjury een fotoboek van Jan Vermeer van het tijdschrift Natuurfoto Passie en een waardebon van Foto Verweij in Nijmegen. Ook voor de 2e en 3e prijs van de vakjury en de eersteprijswinnaars van de publieksjury waren er cadeaubonnen van Foto Verweij. De overige prijswinnaars kregen een mooie fles wijn van de Vogelwerkgroep. En Sjak Gielen overhandigde namens het
bestuur van de Vogelwerkgroep ook een cadeaubon aan Marcel Braam en Ria Vogels, als dank voor de organisatie van de wedstrijd en de expositie. De bijeenkomst werd afgesloten met de opening van de expositie en een borrel. Met een drankje in de ene hand en een borrelnootje in de andere werden de winnaars gefeliciteerd en de expositie bezichtigd en becommentarieerd. Het bleef nog lang gezellig….
Eervolle vermelding Ze zien me niet - Ria Vogels
De expositie
De expositie van de 25 genomineerde foto’s is nog tot eind augustus te bezichtigen in het Natuurmuseum, Gerard Noodtstraat 121 in Nijmegen. De foto’s hangen op de eerste verdieping. Foto: Harvey van Diek
7
MOURIK 2014-2
Excursie Zouweboezem 26 april 2014
Jeltine Jungheim (
[email protected]), fotografie: Renate van den Boom deze ochtend. Ik ben het helemaal met hem eens en geniet erg van de Bruine Kiekendieven die af en aan vliegen met nestmateriaal.
Terwijl de ene helft van de Nijmegenaren zich naar de Goffert spoedt voor het beste plekje op de rommelmarkt en de andere helft nog op één oor ligt, vertrekken 13 leden van de VWG Nijmegen e.o. om 06:30 uur naar de Zouweboezem bij Ameide aan de Lek. Het is rustig op de weg op deze eerste Koningsdag en rond 07.45 uur maken we de eerste stop op de Zouwendijk.
We gaan te voet verder en lopen over de Boezemweg die overgaat in de Zederikkade. Terwijl de koeien achter ons Bruine vers gemolken de Kiekendief wei in stappen, zien we boven ons een donkere roofvogel. “Wauw” denk ik en mijn uitroep van verwondering komt overeen met zijn naam: Zwarte wouw. Deze juveniel is op doortocht. In het riet zien we nog de Snor en verder Zwarte sternen in sierlijke vlucht. Ook zien we hier een Purperreiger overvliegen met de tenen karakteristiek uitgespreid. Vanaf een kleine vlonder gelegen aan de Zederikkade zien we nog een ander eierleggend organisme. Eentje van een andere stam dan die van de vogels. Het is een roodwangschildpad. Dit reptiel is uitgezet door een baasje dat genoeg van hem had. Aangezien ze zich niet in Nederland kunnen voortplanten, neemt het aantal exemplaren langzaam af. Het dier blijft keurig stil zitten en we hebben hem daarom goed kunnen bekijken. We gaan weer verder.
Bij het uitstappen komt een stortvloed van trillers en fluittonen ons tegemoet in dit ZuidHollandse waterrijke gebied. Een Rietzanger laat goed van zich horen en is zo nu en dan ook te zien. Verderop in een boom zit een Bruine Kiekendief. Het gebied staat onder meer bekend om zijn broedende Purperreigers en deze prachtige vogel zien we in de verte. We rijden een stukje verder voorbij de huizen van Sluis , om de auto’s te parkeren aan de Boezemweg. Een informatiebord over het gebied heet ons welkom. “In de late middeleeuwen was de Zouwe een veenstroompje dat uitmondde in de Lek. In de eeuwen daarna kreeg de Zouwe door het aanleggen van een aantal dijken een boezemfunctie”, leert het bord ons. “De Zouweboezem heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een zeer waardevol natuurgebied en in het overjarig riet broedt de grootste kolonie Purperreigers van Nederland.” Het is heerlijk wakker worden vanaf deze plek met een geweldig uitzicht. Vogels die we zoal waarnemen zijn: Tapuit, Blauwborst, Purperreiger, Fazant en Torenvalk. “Dit is echt vogelen,” hoor ik naast me, “een half uur ergens staan, geen meter verplaatsen en alleen maar vogels kijken.” Het is Paul Gnodde, de enthousiaste excursieleider van
Een fraai aangelegd vlonderpad door het riet leidt ons naar het vogelkijkscherm met openingen op hoogtes waar ik mij altijd over verbaas. Door respectievelijk op de tenen te staan of te hurken hebben we zicht op soorten als Kleine plevier, Bosruiter, Zomertaling 8
MOURIK 2014-2
en Pijlstaart. Met een lichte kramp in de rug vervolgen we onze tocht. De zon schijnt uitbundig en het wordt aangenaam warm. Bij een brede wetering hebben we een mooi weids uitzicht en hopen we op langs vliegende Purperreigers. Deze zien we hier helaas niet. Wel zien we een Boomvalk, een Koekoek en Ooievaars. Rond 11.15 uur stappen we weer in de auto’s. Een paar geluksvogels horen nog net een Sprinkhaanzanger. Thuis wachten een oranje tompouce en mijn Svensson’s vogelgids om de nieuwe waarnemingen in af te vinken. Mijn oogst van vandaag is zeven nieuwe waarnemingen. Het was een geslaagde excursie en ik weet: alle superlatieven over dit kleinste belangrijke vogelgebied van Nederland zijn waar.
Rietzanger
Purperreiger
9
MOURIK 2014-2
Opinie
De koers van de Vogelwerkgroep Nijmegen e.o. Justin JFJ Jansen (
[email protected])
Volgens Justin Jansen kampt de vogelwerkgroep met een gebrek aan actieve leden, bestuurders en vrijwilligers; een goed moment om eens diep in de ziel van de vogelwerkgroep te kijken.
heb geen gebied gevonden dat precies met het werkgebied overeenkomt. Historie lijkt daarom geen reden om het werkgebied zo te houden. 3. De gebieden. Ver van Nijmegen ligt het Land van Cuijk, waarvoor in 2001 een Avifauna geschreven is. Geen van de auteurs ervan woont nog in het gebied, waardoor slechts delen van het gebied actief op vogels bekeken worden. M.u.v. de gemeentes Grave en Cuijk is er nauwelijks enige binding met de vereniging. Voor het Duitse deel is er nu NABU Naturschutzstation e.V. in Kranenburg, waar men ook meer bekend is met Duitse wet- en regelgeving en dus gesprekspartner kan zijn. De kop van Noord-Limburg behoort sinds 1910 bij het Natuurhistorisch genootschap Limburg. Sinds 1989 is er zelfs een apart vogeltijdschrift (Limburgse Vogels) en recent (2006) verscheen nog een Avifauna van Limburg. Dus de noodzaak om de kop van Limburg onderdeel te laten vormen van het werkgebied is er niet echt. 4. Uit oude nummers van de Mourik valt op te maken dat de grenzen in het verleden vooral zijn bepaald door de woonplaatsen van een aantal leden. In de eerste jaargangen hoorden het Rijkswald, Duffelt, het grootste deel van de kop van Noord-Limburg en Oost-Brabant niet bij het werkgebied.
De druk die op dit ogenblik op natuur uitgeoefend wordt, is nog nooit zo groot geweest. Recentelijk werd bijvoorbeeld een Roekenkolonie vernietigd in Batenburg, de Oeverzwaluwen in het project Waal worden bedreigd en zo zijn er nog enkele voorbeelden. Het is nog nooit zo belangrijk geweest als juist nu om vanuit een solide beschermingsorgaan acties te voeren en een serieuze gesprekspartner bij natuurontwikkelingen te zijn. Binnen en buiten de vereniging wordt er al langer op aangedrongen om de gebiedsgrenzen van de VWG aan te passen. Toch blijven die ongewijzigd en dat is onbegrijpelijk. Hieronder zet ik op een rijtje welke bezwaren er zouden kunnen bestaan tegen het verkleinen van ons werkgebied: 1. Misschien dat sommigen bang zijn hun toppositie op ranglijstjes te verliezen als de grenzen aangepast worden. Nou, op het moment van schrijven sta ik nummer 2 (19 juni 2014), en zou mijn positie meteen verliezen. Maar daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. 2. Zijn die grenzen dan een historisch gegeven? Ik heb ijverig gezocht, maar 10
MOURIK 2014-2
De geschiedenis leert ons dus dat de grenzen altijd al flexibel zijn geweest. 5. De Avifauna online wordt teniet gedaan. Dit lijkt een van de weinige juiste argumenten om niet te tornen aan de grenzen. De avifauna kan echter ook aangepast worden, maar dit zal demotiverend werken bij de verschillende schrijvers (ik ben overigens ex-schrijver).
van misstanden? Waterschappen en andere overheden nodigen natuurwerkgroepen nadrukkelijk daartoe uit. Hier komen punt 1 en 3 om de hoek kijken. De doelen (1.6) kunnen we soms goed realiseren in en direct rond Nijmegen maar niet in andere delen van het werkgebied. Dit komt omdat het gebied zo groot is dat de vereniging niet op de hoogte is van wat er allemaal speelt, in het bijzonder op ruimtelijke ordening. Noord-Limburg, Duitsland en OostBrabant staan veel te ver van de vereniging af. Juist door het werkgebied kleiner en overzichterlijker te maken, weten we beter wat er speelt, kan er slagvaardig ingegrepen worden, en kunnen de punten onder 1.5 en 1.6 uit de statuten makkelijker gerealiseerd worden. De meeste activiteiten met directe gevolgen voor de leefomgeving voor soorten vinden plaats in en direct rond Nijmegen. Informatievoorziening kan dan prima werken, of de handen uit de mouwen. De Liendense Waard is een mooi voorbeeld.
Doelen Een kleiner werkgebied is sterker dan een groot gebied en helpt om de doelen uit de statuten te verwezenlijken.
Die statuten van de vereniging geven als doelen aan (1.5): 1. Het beschermen van vogels zoals die in de vrije natuur voorkomen en de biotoop waarin zij leven. 2. Het bevorderen van de kennis van vogels in relatie tot hun leefomgeving. 3. Het bevorderen van draagvlak voor een ruimtelijke inrichting in stad en buitengebied dat voorziet in een Toekomstige grenzen adequate habitat voor vogels in hun Het voorstel voor het werkgebied: de verscheidenheid. gemeenten Nijmegen, Beek-Ubbergen, Heumen, Groesbeek en Millingen aan de Rijn. Ik verwijs graag terug naar een recente Verder de gemeenten Beuningen en Wijchen. discussie op facebook. De eerste aanzet Dus het huidige werkgebied gelegen in de dateert van 23 mei 2014 toen er gepost werd provincie Gelderland maar exclusief de delen dat een klimophaag bij het Honigcomplex van de gemeentes Lingewaard, Overbetuwe verwijderd zou worden. In dit geval heb je en West Maas en Waal. Dit sluit ook prima het dus over een primair doel uit de statuten aan bij de Avifauna van Gelderland die in van de vereniging (punt 1). Op deze discussie voorbereiding is (Remco Wester in litt.). De werd door diverse bestuursleden op een niet- vereniging kan dan haar steentje bijdragen adequate wijze gereageerd, en het gevolg is door ontbrekende informatie naar boven dat de haag nu weg is. Het tweede betrof een te krijgen zoals onder (1.6) in de statuten foto waarin onderhoudswerkzaamheden van vermeld. Wel zullen er ‘accountmanagers’ Waterschap Rivierenland werden bekritiseerd. vanuit het bestuur benoemd moeten worden Waarom kan de vereniging niet een actieve voor deze gemeenten, en zal de vereniging gesprekspartner worden bij het tegengaan geregeld gesprekspartner moeten worden 11
MOURIK 2014-2
met Provincie, Waterschap.
Natuurverenigingen
en
Het is dan een idee om de Duitse delen en de gemeentes Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Lingewaard, Overbetuwe, West Maas en Waal, Mill & Sint Hubert, Sint Anthonis en Boxmeer te verwijderen uit het werkgebied. Dan kunnen we proberen een serieuze gesprekspartner te worden bij de resterende zes tot acht gemeenten. Zo kan de vereniging weer floreren. We hopen dat bestuur en leden deze wijze stap durven nemen en daarmee teruggaan Het huidige werkgebied naar de basis van de vereniging. Een enquête zou hiervoor een prachtig middel zijn.
Vogelaar bij grenspaal 657
Foto’s: Vincent Sanders
12
MOURIK 2014-2
Kijktip: gebiedjes binnen de VWG
Peter Hoppenbrouwers (
[email protected]) Deze keer niet één plek maar meerdere plekken waar wellicht leuke soorten te verwachten zijn. Waar kunnen we vogels gaan kijken van eind juni tot en met september? Ik zou zeggen, in ieder geval de bij de volgende ondiepe plassen langs de Maas en de Waal.
Verder komt in augustus het trektellen weer op gang. Door VWG-leden wordt er op verschillende plekken geteld wat er overvliegt. Bij goede dagen kan dit ronduit spectaculair zijn als er bijvoorbeeld duizenden zwaluwen langs vliegen! En het is een goede kans om meer te leren over verschillende piepjes en vliegbeelden van overvliegende vogels. Waar er precies geteld wordt, kun je vinden op trektellen.nl . In ieder geval wordt er geteld bij het zweefvliegveld van Malden, bij Groesbeek en in de Millingerwaard. Mocht je naar het zweefvliegveld gaan, bedenk dan wel dat hier regels gelden omtrent het betreden ervan. Zie daarvoor de website van de VWG. Op nijmegen.waarneming.nl kun je zien of er geteld is. Voor een paar trektelposten zijn er namen aangemaakt. Ga naar gebieden binnen www.nijmegen.waarneming.nl, typ het woord TREK in en je krijgt de trektelposten Bruuk en het Zweefvliegveld te zien.
De Liendense waard bij Batenburg blijft een hele mooie plek om van dichtbij steltlopers en andere watervogels te zien of te fotograferen (mits alle essentiële onderdelen in je fototoestel aanwezig zijn…) Daar de Kraaijenbergse plassen door verschillende VWG-leden goed in de gaten worden gehouden en er mooie slikrandjes en zandbankjes zijn valt hier wellicht ook het nodige geweld van voorbijtrekkende steltlopers te verwachten. Langs de Kerkdijk in de Ooijpolder zijn nu plasdras-plasjes aangelegd. Als die niet opdrogen in de komende maanden kun je hier lekker zittend in het gras op de dijk prima kijken naar doortrekkende steltlopers. Al meer dan een maand is een onvolwassen Zeearend aanwezig rondom de Kaliwaal bij Kekerdom die zich dagelijks laat zien. Vaak wel van een behoorlijke afstand, dus het blijft wel goed speuren met verrekijker langs de waterkant of in bomen. Wie weet blijft de arend hier de hele zomer zitten!
13
MOURIK 2014-2
Big Day 2014
Bram Ubels (
[email protected]) 15 mei 2006 wisten Peter Hoppenbrouwers, Remco Wester en Erik van Dijk vanaf het zadel een recordaantal van maar liefst 126 vogelsoorten te zien op één dag in onze regio. Dat is een waanzinnige score maar inmiddels wel wat gedateerd natuurlijk. Tijd voor een nieuwe poging het record te verbreken, en dat is gelukt! Uiteindelijk zijn vijf teams de strijd aangegaan om tussen 3 en 11 mei zoveel
mogelijk vogelsoorten in het werkgebied van de VWG Nijmegen binnen 24 uur te zien of te horen. Daarbij mocht voor het eerst ook gebruik gemaakt worden van een auto. Het team bestaande uit Bart Hoogesteger, Athol Burrill en Simon van Brunschot eindigde met een score van 106 soorten. De verslagen van de rest van de teams zijn hieronder te lezen. ed te zien!
Zaterdag 3 mei 2014 – Menno Hornman, Marijn Nijssen, Harvey van Diek & Twan Teunissen ‘Alles zit in Batenburg’ of ‘Wat doen we hier eigenlijk?...’ Op zaterdag 3 mei jl. werd het oude big day- maar na een telefoontje met Bram (er waren team bestaande uit Menno Hornman, Twan meer teams met een auto) besloten we om Teunissen, Marijn Nijssen en ondergetekende met de auto op pad te gaan. Het oude fietsreweer eens van stal gehaald om een dagje te cord van Remco e.a. zouden we dus niet kungaan big dayen in de regio. Michiel van der nen verbreken, maar ons doel werd een Weide, ook een van de vaste waarden, kon nieuw werkgebiedrecord neer te zetten. De dit jaar niet meedoen omdat-ie met vrouw lat lag met 127 soorten behoorlijk hoog, maar en kind naar Corsica op vakantie ging. De niet onhaalbaar, zo dachten we. Menige weklaatste keer, we hebben het nog opgezocht, ker ging op 3 mei om 4.15u af... Koffie werd was alweer in 2006 toen we een mooie score gezet en daar ging het los. Twan stond om 5 haalden van 121 soorten. Een paar dagen lat- uur op de stoep. De Merel was de eerste soort er werd dit record alweer om zeep geholpen van de lijst. Menno zouden we om 5.30u opdoor Erik van Dijk, Peter Hoppenbrouwers en pikken in Nijmegen en dan doorrijden naar de Remco Wester die het record aanscherptn tot Hamert. Twan en ik reden via de Kerkdijk, een knappe 126 soorten. Omdat Bram Ubels, vaste plek voor Steenuil -je kunt hem maar de nieuwe organisator en animator, schreef beter hebben- richting Nijmegen. Helaas was dat alle vervoer was toegestaan, bood dat de steenuil niet thuis. Door naar de volgende nieuwe kansen. Met de fiets kom je nooit op plek, aan de westkant van Ooij. Ook hier geen steenuil. Twan had al een Blauwborst gehooplekken als de Hamert of de Bergerheide. De route werd gepland, met name door het rd, die ik helaas miste. De Rietgors, doortastende optreden van Menno die een Sprinkhaanzanger en Grauwe Gans kwamen kaart van het werkgebied had geprint met wel op de lijst. We kwamen daardoor pas om daarop heel overzichtelijk allerlei plekken van 5.50u bij Menno die tijdens het wachten een notoir lastige soorten, zoals Kleine Bonte Grote Lijster, Roodborst en Heggenmus had Specht, Havik, Brandgans, Wulp en Wintertal- gehoord en mogelijk een Bosuil had zien vlieing. Eerst wilden we toch nog met de fiets, gen. Helaas deden deze allemaal niet mee 14
MOURIK 2014-2
omdat hij in zijn eentje was. Regels zijn regels. Vol goede moed begonnen we aan de rit naar de Hamert. Altijd een geweldig gebied om te zijn, maar eigenlijk net iets te ver weg. Rond 6.30u kon het dan echt beginnen. De Gekraagde Roodstaart, Bonte Vlieg en Fitis waren talrijk. Daarna reden we naar het pannenkoekenhuis om vanaf daar de Fluiter, Draaihals en Raaf te proberen. De Steltkluten, Zwarte Ruiter en Kleine Plevier pikten we mee bij het Nieuwe Heerenven. De fluiter en draaihals (was een week daarvoor nog gemeld) hielden hun snavel, de Raaf kwam gelukkig over de hei gevlogen. Op een van de meertjes zat een Dodaars. We hadden geen tijd om de trektelpost te bezoeken. Er vloog niet veel, dus konden we onze kostbare tijd beter besteden. In de verte zwaaiden we naar Jan Erik Kikkert die er uiteraard wel stond. De meeste soorten hadden we hier wel en we besloten richting Vilt te gaan. Daar zit al een hele tijd een Roodhalsfuut. Wordt niet altijd gemeld, maar hij zat er nog wel. Deze plek leverde ook de eerste Visdief, Gierzwaluwen en Huiszwaluwen op. Verder was het akelig stil in de lucht. Geen enkele trekkende roofvogel. Een rare eend aan de waterkant kon ontmaskerd worden als man Krakeend. Een Zomertortel begon te koeren en Menno en ik riepen in koor: ‘Zomertortel!’. Ook zo’n soort die niet gemakkelijk is tegenwoordig en die je maar beter kunt hebben. Nu moesten we keuzes maken, gingen we naar Heumensoord voor Kruisbek, Havik, Zwarte Mees en Fluiter of gingen we naar de Jansberg voor Middelste Bonte Specht, IJsvogel, Fluiter en Glanskop? We besloten tot het laatste. Heumensoord zou misschien later op de dag nog wel kunnen. We namen het pontje bij Cuijk. Toen ik richting de kerk van Cuijk keek zag ik ineens een Slechtvalk met prooi vliegen. Altijd leuk. Een wandeling tot de drie meertjes op de Jansberg leverde Fluiter en Vuurgoudhaan
op. Geen mibo of ijsvogel. Omdat Menno om 16.00u thuis moest zijn, vanwege een eetafspraak, togen we direct door naar Batenburg, want daar zou immers alles zitten. Wrn. nl werd gecheckt en er was ook een Rosse Grutto gezien. Dat zijn soorten die het verschil maken dus gaven we wat gas bij. Bij Batenburg kwamen we Athol Burrill tegen die zei dat er een paartje Zomertalingen zat. Ook die kun je maar beter hebben. In vlot tempo werden Zilvermeeuw, Kluut, Wintertaling, Rosse Grutto, Grutto, Gele Kwik, Tapuit bijgeschreven. Twan riep ineens ‘Regenwulp’ . En ja hoor naast de rosse grutto in zomerkleding liep een Regenwulp. Ook heel fijn. Het bleek, toen ik telde, exact nummer 100 te zijn en werd een hoogtepunt van de dag, een regenwulp en zomerkleed rosse grutto in een beeld in de regio. Van de zomertaling geen spoor. Toch nog maar even aan Athol, die verderop zat, de juiste plek vragen. ‘Zijn jullie met een Big Day bezig of zo?’ vroeg hij. ‘Neuh, niet echt’ jokten wij... Subtiel wisten we de exacte locatie van de Zomertaling te ontfutselen... Check! Een vage Wulp die ik had zien invallen, en waarvan we weten dat ie verrekte lastig kan zijn op een Big Day, werd door Menno teruggevonden. Zouden we ons oude record van 121 halen? Omdat er totaal geen trek was, hadden we er een hard hoofd in. Uit pure wanhoop reden we richting Bergharen voor die vermaledijde Zwarte Mees. Daar aangekomen zagen we nauwelijks naaldbomen dus knalden we door naar Weurt, de laatste plek waar Menno bij zou zijn. Hij is onze meeuwenman en wist vakkundig Stormmeeuw ( is erg lastig in het werkgebied in deze tijd van het jaar, Menno wist de enige goede plek), Pontische Meeuw, Geelpootmeeuw en Grote Mantelmeeuw op de lijst krijgen, maar ook de Zwarte Stern. Er vlogen er tientallen rond (evenals visdieven maar die hadden we al, dus die deden even niet mee). 15
MOURIK 2014-2
Een Graspieper was nu ook pas zeker. In de tuin van het politiebureau van Beuningen liepen twee Patrijzen. Ook steeds lastiger tegenwoordig. Omissies bleven Havik, Kleine Bonte Specht, Glanskop en Matkop. Menno zetten we thuis af met een tussenstand van 117 soorten en in Beek pikten we Marijn op. Op de Meerwijkselaan liep een Grote lijster op een paardenwei en we hoorden een Zwarte Mees. Nummers 118 en 119. Het was inmiddels 16.00u dus de tijd begon qua licht te dringen. Na twee van de heerlijke bakken koffie –man, wat kan die Marijn lekkere koffie zetten- bedachten we de volgende strategie. Via de stuwwal voor de Mibo naar het HDgemaal voor een vage poging voor een recent gemelde Grote Gele Kwik en daarna naar Bemmel. Volgens wrn.nl waren daar Casarca, Grote Zilverreiger en Bontbekplevier op te rollen. Allemaal nieuw voor de lijst. Helaas niets van dat al. Bemmel leverde helemaal niets op. Zonde van de tijd. De Middelste Bonte Specht, broedgeval op de Refter, tilde het aantal naar ongekende hoogte van 120 soorten. De Grote Gele Kwik lukte wonderwel wel bij het gemaal, nummer 121. Tegen 18.00u reden we de Ooij in. Chris van Turnhout had tijdens zijn Bisonbaai-rondes rondhangende Grote Zilvers in de strang van de Bisonbaai. Ook deze deed wat er van hem gehoopt werd. In beeld verschijnen. Soort 122. Snel door naar de Erlecomse Waard voor de eerder die dag gemelde Smient. Check, 123. Een mannetje kwam in beeld gevlogen. Bij de Kraaijenhof had Vincent Sanders, een van onze concurrenten, een Roodhalsgans gezien. Ook die was welkom en zat op de afgesproken plek. Dank je wel, Vincent! Daarmee hadden we ons oude record verbroken en stonden we op 124. Met nog twee uur licht moesten nog een paar reële soorten lukken. Op naar de Kerkdijk voor de IJsvogel, Bruine Kiek en Kleine Karekiet. Door het verkeer hoorden we
vanaf de weg niets, dus we liepen naar de ringplek van Bram Ubels. De IJsvogel (125) zat op de afgesproken plek en een vrouwtje Bruine kiek (126) hing rond. Door wat in mijn handen te klappen probeerde ik de kleine karekiet uit de tent te lokken. Helaas reageerde alleen een zenuwachtige waterral, maar die werd door Twan en Marijn niet gehoord. Een zachtjes pruttelende Bosrietzanger was een nieuwe jaarsoort en nummer 127. Wat nu te doen? Zoeken naar de Kleine Bonte Specht, Matkop, Beflijster en Boomvalk in de Millingerwaard in het laatste licht? Die kleine kar en waterral konden we eventueel later op de avond nog proberen. We doken bij de Kekerdomse kerk de Millingerwaard in. Een zacht ‘ tjuutjuu’ determineerde ik als Matkop, gelukkig hoorden de anderen hem ook, 128. Een hoera-smsje kon naar Menno want we hadden het record te pakken. We sjouwen ons een breuk maar van de Havik en Kleine Bonte Specht geen spoor. Wel bij een van de plasjes in het Oostelijk deel twee Wit-
16
MOURIK 2014-2
gatjes, 129. We moesten nog eten, maar omdat we de smaak nu flink te pakken hadden, gingen we nog een keer terug naar de Kerkdijk. Onderweg riep ik ineens uit mijn ooghoeken kijkend: ‘Hey, wat zit daar op het dak?’. ‘Steenuil!’ riepen de anderen in koor. Soort 130! Wat een score. In de schemer terug naar de Kerkdijk waar ook Menno nog even zou komen. Weer liepen we langs de rietkraag en nu hielp mijn geklap op het schrijfplankje wel. Binnen een minuut zowel de Kleine Karekiet als de Waterral. Nummers 131 en 132. Zouden we dan zoveel geluk hebben dat we ook nog wat uilen konden proberen? Een frietje oorlog werd in Beek snel naar binnen gewerkt en voor we het wisten stonden we weer op de stuwwal. Twan blijkt een goede bosuilenfluisteraar, want na een paar keer fluiten, reageerde een Bosuil,133! Om de dag helemaal af te maken reden we een paar rondjes door het Circul. Op de Kerkdijk
bij de enige boerderij waarvan ik wist dat er vorig jaar nog een kerkuil had gebroed, stonden we minutenlang op de weg te luisteren. Ineens vanuit de schuur de angstkreet van een Kerkuil, nummer 134. Dat de Ransuil niet meer lukte, namen we maar voor lief. Met 134 soorten konden we terugkijken op een geweldige dag met heel veel lol en fanatiek gespeur. Enkele relatief makkelijke soorten die we misten waren: Havik, Glanskop en Boomvalk. Toppers waren: Steltkluut, Roodhalsgans, Roodhalsfuut, Rosse Grutto en Middelste Bonte Specht. We zijn benieuwd of en hoe snel dit aantal wordt gebroken. Twan wist nog te melden dat we maar 11 soorten van alle soorten die op 3 mei op wrn. nl waren ingevoerd hadden gemist. Dan hebben het toch niet slecht gedaan. Mannen, in mijn agenda staat 2 en 9 mei 2015 geblokt, bij jullie ook? - Harvey van Diek
17
MOURIK 2014-2
Dinsdag 6 mei 2014 - Vincent Sanders & Jochem Kühnen Dinsdag 6 mei waren we allebei vrij, dus kozen we deze dag uit om er onze Big Day van te maken. We begonnen om twaalf uur ’s nachts en fietsten tot half drie door de Ooijpolder. Zo konden we drie uilensoorten noteren! De Kerkuil en Steenuil hoorden we in de polder. Net als Nachtegalen en een Bosrietzanger overigens. Onderaan de stuwwal in Beek, we hadden het al bijna opgegeven, kwam nog nèt zichtbaar een uil langs vliegen! Het duurde een kwartier voordat de uil van zeer dichtbij begon te roepen, hierdoor konden we vaststellen dat we de Bosuil voorbij hadden zien komen. Na slechts twee uurtjes slapen zijn we van half zes tot kwart over negen te voet door het bos bij Beek gegaan. Appelvink, Glanskop en een Bonte Vliegenvanger werden waargenomen. Helaas konden we geen Zwarte en Middelste Bonte Specht, Fluiter of Vuurgoudhaan noteren. Vervolgens gingen we te fiets via de Kerkdijk en Erlecomse Waard naar de Millingerwaard. Op de Kerkdijk zagen we een mooi Paapje, voor ons allebei de eerste van het jaar. In het riet bij de Ooijse Graaf zat een man Bruine Kiekendief. Toen we op het bankje bij de Erlecomse waard even uitrustten kwam uit het niets de Roodhalsgans van Kraaijenhof voorbijvliegen! In de Millingerwaard maakten we
een flinke wandeling waarbij leuke waarnemingen waren Kleine Bonte Specht (twee exemplaren), Blauwborst, Rietzanger, Boomvalk, Witgat en een bij de kijkhut landende Kleine Zilverreiger! Die laatste had Vincent misschien al eerder gezien toen we over de dijk fietsten en hij iets wits door de wilgen heen zag. ‘Daar komen we straks nog wel langs’. Helaas geen Spotvogel en door koud, winderig weer geen Zomertortel tijdens lunchpauze. Zo rond half één gingen we te fiets via Duitsland naar Beek. Onderweg helaas geen Patrijs. Inmiddels hadden we 58 km in de benen zitten en pakten we in Beek de auto. We reden naar de Kraaijenbergse Plassen. De eerder daar waargenomen Roodhalsfuut en Geoorde Fuut kregen we helaas niet te zien. Vanuit de kijkhut bij plas 5 konden we erg fraai een Oeverloper en Visdieven bekijken (samen op één vlotje, maar beide soorten hadden we al kunnen noteren). Op naar de Liendense Waard waar we op weg naar het kijkscherm al een Temmincks Strandloper op zagen vliegen! Naast veel Oeverlopers zagen we daar nog Kluut, Wintertaling en Slobeend. Na een felle regenbui konden we met hulp van Jordy Houkes nog Brandgans bijschrijven. Die bracht de uiteindelijke teller op 109 soorten, voor een eerste Big Day voor ons beiden zeker geslaagd. - Jochem Kühnen
Oeverloper
Kleine Zilverreiger 18
MOURIK 2014-2
Woensdag 7 mei 2014 - Marcel Bingley & Clemens Heijmen Direct na het lezen van de oproep van Bram ontstond bij mij het idee om eens in het Brabantse een poging te wagen. Idee was met de trein naar Boxmeer, starten in de Vilt en via de hotspots in het land van Cuyk een weg te vinden naar de Liendense Waard. Dan in Ravenstein met de trein terug naar Nijmegen om misschien nog wat Ooij of Heumensoord mee te pakken. Helaas, er viel geen vrij weekend te ontdekken en dus werd van de nood een deugd gemaakt: Clemens en ik moesten de Millingerwaard nog verkennen i.v.m. een excursie voor de beginnerscursus. Dat zou dus onderdeel van de Big Day worden. Ik kon Clemens makkelijk overhalen en zo begonnen we op woensdagochtend in Heumensoord. De te verwachten soorten liepen eenvoudig binnen, en eigenlijk lieten alleen Havik en Kleine Bonte niet van zich horen. De Goudvink bij het zweefvliegveld was echter een leuke opsteker. Rustig peddelden we(want we deden natuurlijk alles fietsend!) via het Groesbeekse richting Millingen. De Bruuk leverde niet de gehoopte Geelgors op, maar dat lukte even later bij de grens weer wél. De Millingerwaard was eigenlijk verrassend goed begaanbaar. Kleine Zilver een mooie bonus, en in de categorie zilver kwam ook de meeuw over. Die ons deed realiseren dat dit de eerste meeuw was die we bewust waarnamen. Enigszins zorgelijk, maar Kaliwaal, Er-
lecom en Oude Waal kwamen er aan, dus... Een andere zorgelijke categorie waren de roofvogels: we hadden alleen nog maar Buizerd in de pocket. En in mijn achterhoofd tolde constant de misser van mijn eerste (en enige) big-day rond: Waterhoen! Kaliwaal: geen meeuwen. Oh ja, toch. Een Stormmeeuw scharrelde rond, en wat was dat voor klein beestje. Waar? Daar! Oh nee, die Kleine Plevier jaagt ‘m weg. Ah, daar is ie weer.... shit, regen! en zo hielden regen en de Drieteenstrandloper (want dat bleek het later te zijn) ons ruim een uur aan de Erlecomse waard gekluisterd. We schuilden achter een blok bakstenen van de steenfabriek. Vanaf dat tijdstip stokte het heel verrassend een beetje: hoe we ook speurden, we vonden geen meeuwen meer, en ook de omweggetjes langs Hezelstraat en Groenlanden leverden weinig meer op. De Rietzanger bij Tiengeboden hadden we ook al bijna opgegeven toen, heel in de verte, we toch nog een paar strofes konden ontwaren. En bij de vistrap: gelukkig, het Waterhoen! Een loden last gleed van onze schouders. De totaalscore bleef steken op 96. Voor mij niet de gehoopte honderd soorten, maar het doel van een relaxte big-day zonder gejakker werd ruimschoots gehaald: volgende keer weer en dan wel de 100! – Marcel Bingley
19
MOURIK 2014-2
Zaterdag 10 mei 2014 – Jeroen Veeken, Erik van Dijk & Peter Hoppenbrouwers Zwanenbroekje Daar bleek de invloed die het weer die dag zou hebben. De dagen ervoor zat er een zingende Rietzanger (geen gemakkelijke soort in de regio), dus die zouden we wel even vinden. Waarschijnlijk zat hij er ook nog wel toen wij er stonden, maar met alleen maar halve stukjes zang, durfden we hem eigenlijk niet af te maken. Net als een waarschijnlijke Waterral die zich eventjes iets liet horen, maar niet genoeg om op de lijst te mogen. En dat soort waarnemingen zouden we nog wel een paar keer doen die dag. Ook de Zomertalingen die er zouden moeten zitten, gaven niet thuis. Gelukkig werd aan de andere kant van het Zwanenbroekje alsnog een luid zingende Rietzanger gevonden, ratelde een Sprinkhaanzanger speciaal voor ons met de wind mee, vloog er een Lepelaar over en mocht een Nachtegaal die aanvankelijk vaag in de verte werd gehoord, maar terug bij de auto onze Start Dat lukte. Op 10 mei 2014 zou in Heumen om trommelvliezen haast doorboorde, een kruis4.15u de wekker afgaan, dat heet dan uitsla- je achter zijn naam noteren. Het was nog pen. Afgaan deed die wekker echter niet, dus droog, dus snel door naar Millingen. het mag een wonder heten dat ik toch om 5.00u in de Antiloopstraat arriveerde (Erik Via de polder naar de Millingerwaard stond al buiten, zodat we met twee man vak- Want als de Matkop dit jaar weer niet lukt… kundig de Merel konden binnentikken). Pe- Havik en Sperwer over de Ooijpolder heen, ter sloot al mopperend aan (het was niet zijn Blauwborst (toch ook niet gemakkelijk in eerste vieruuropstaandag die week) en nadat mei) en Veldleeuwerik naast de auto en de eerst een achter ons geparkeerde auto moest Grote Gele Kwikstaart zong vanonder het worden aangetikt, begon de queeste. In de HD-gemaal. Zwarte Sterntjes en Slobeenden auto verzonnen we hoe we het oude record op de Oude Waal, een Braamsluiper voorbij (126 soorten, ‘per fiets’, moet er dan bij wor- de Groenlanden en toen kwamen we aan op den gezegd…) zouden verpulveren. Gezien de Kerkdijk, bij de netten van Bram met een de weersomstandigheden en -vooruitzichten kwartelgeluid eronder… Een appje leerde ons (heel veel wind, nog meer regen) een op- dat een uur eerder de geluidsapparatuur was gave die gedoemd was tot mislukken. Maar uitgezet, dus het bleek gelukkig te gaan om de eerste was al binnen, dus op naar het een echte Kwartel. Een Pontische Meeuw en een Kolgans op de Kraaienhof en even Zwanenbroekje! later ook een koppeltje Patrijzen, een Kluut Hoe het begon Natuurlijk had ik er wel eens over nagedacht, maar ruim honderdtwintig kilometer op een fiets zitten, gaat me -hoe zacht het zadel ook is- echt te ver. En vierentwintig uur vogelen is natuurlijk volstrekt belachelijk! Stelletje malloten! Het moet wel leuk blijven. Bovendien zit ik in de eerste twee weken van mei in het buitenland. Kortom, een beslissing die gemakkelijker te nemen is, is niet denkbaar. Maar toen begon er van alles te knagen. Bram was zo aardig om ook de zwaksten onder ons te bedienen: de auto werd als vervoermiddel toegestaan. Vierentwintig uur is, als je je team goed kiest, een rekbaar getal. En dat laatste weekend van de eerste twee weken van mei ben ik gewoon weer in het werkgebied. Eens kijken of ik Erik van Dijk en Peter Hoppenbrouwers zo gek kan krijgen…
20
MOURIK 2014-2
opvliegend op de Erlecomse Waard en geen Roodhalsgans. En geen Steenuil. De Millingerwaard leverde een Zwarte Roodstaart, een paar Ringmussen, de nodige Zomertortels, een Kleine Bonte Specht, een Slechtvalk die een Zwarte Stern ving en geen Matkop. Alweer geen Matkop.
nog even bewonderd. Hamert De Hamert, die alle vogelsoorten naar beneden trekt, kon op een dag als deze natuurlijk ook niet ontbreken. Het Heerenven was goed voor Temmincks Strandloper, Bontbekplevier, Grote Lijster en Grote Zilverreiger. Geen Pijlstaart of Bosruiter. Het restaurantje van de Hamert was vooral goed om even droog te zitten met een pannenkoek en op de Hamert zelf noteerden wij Goudvink, Bonte Vliegenvanger, Boompieper, Wielewaal, Gekraagde Roodstaart, Glanskop, Raaf, Boomleeuwerik en uiteindelijk ook Appelvink. De maker van een ijl liedje dat sterk aan een Grauwe Vliegenvanger deed denken, kregen we helaas niet in beeld, maar die zou later nog wel komen. Uhum... De andere kant van de Hamert was goed voor Kuif- en Staartmees, maar niet voor de Pijlstaarten die toch aanwezig zouden moeten zijn geweest. Verder hoorden we geen Fluiter en zagen we geen Boomvalk of Wespendief. Het was inmiddels 17.00u geworden. De eerste honderd soorten waren binnen en vanaf dat moment zou het moeilijk worden. Heel moeilijk.
Autovogelen Behalve de wind ging -vanaf het moment waarop we de Millingerwaard achter ons lieten- ook de regen zich met ons bemoeien. Van de buienradar werden we niet vrolijk: een grote blauw met rode vlek die zich gedurende het grootste deel van de rest van de dag recht boven ons zou bevinden. Gelukkig biedt ons enorme werkgebied de mogelijkheid om grote afstanden in de auto af te leggen en gelukkig kent ons werkgebied een paar plekjes die ook vanuit de auto prima te bekijken zijn. De Liendense Waard bijvoorbeeld, waar al een paar dagen een Rosse Grutto zat. Net als een paar andere steltlopertjes (heel veel Oeverlopers!), werd deze snel gevonden, evenals wat Visdiefjes, een Geelpootmeeuw en een Wintertaling. De regen werd harder, dus we moesten door een brievenbus kijken (het autoraampje net ver genoeg open om nog steeds geen klap te kunnen zien, maar ondertussen wel zeiknat te worden) of Erik naar buiten sturen (‘Roep maar als je een tweede man nodig hebt.’ Dat had hij niet). Op weg naar de Kraaijenbergse Plassen kwam een leuk bericht langs: Kanoet en Drieteenstrandloper bij de KBP. Jordy wees de weg, waarna ze mochten worden bijgeschreven (geen kruisje, want op deze soorten had ik niet gerekend). Twee gemakkelijke soorten als Kokmeeuw en Torenvalk (we zouden ons schamen als we die niet hadden kunnen vinden) ontbraken vanaf dat moment ook niet meer. De Roodhalsfuut bij KBP7 bleek iets lastiger, maar werd in een tweede poging ook
Schrapen Die nog steeds ontbrekende Matkop zat ons niet lekker. Het zou kunnen bij de Beugense Vilt. Daar riep hij kort, maar lang genoeg. Twee Zilvermeeuwen vlogen over en een half uurtje later zagen we ook eindelijk een paar Kleine Mantelmeeuwen. Bemmel in de regen voor Dwerggans, Grutto’s of Witgatten bleek geen succes, dus voor Grutto’s gingen we naar het meest noordelijk deel van het werkgebied: tussen Elst en Huissen, maar net onder de Linge vlogen een paar Grutto’s rond. En daar in de buurt, blunderden we tegen een vijftal Regenwulpen aan. 121 soorten en niet veel daglicht meer te gaan. 21
MOURIK 2014-2
De Millingerwaard was dan de enige logische optie. Onderweg stopten we nog eenmaal bij de Kraaienhof, want die Roodhalsgans zou er toch echt nog moeten zitten. Na lang turen, zagen wij zijn kopje boven het gras uitsteken. In de Millingerwaard mochten Zomertaling, Tapuit en Bosrietzanger op de lijst, waarna Erik de woorden ‘Nou, dan moet een Grauwe Vliegenvanger ook nog wel kunnen’ sprak. Een paar tellen later keken we omhoog, waar inderdaad een koppeltje Grauwe Vliegen het laatste licht benutte om nog wat beestjes uit de lucht te pikken. En ook voor ons ging het licht uit. We zouden nog een paar uilen proberen (maar geen enkele liet zich zien of horen) en een Waterral zou misschien nog wel kunnen (kaken stijf op elkaar), maar het was mooi geweest. Een mogelijke Nachtzwaluw bewaren we voor volgend jaar. Conclusie Voorbereidingen in volle gang van team Menno, Marijn, Het doel was natuurlijk om te winnen, maar Harvey en Twan. soms moet je, geholpen door een waslijst aan excuusjes (veel wind, veel regen, geen dagtrek, te laat in mei, te moe) je meerdere erkennen. Uiteindelijk konden we tot 126 soorten tellen: in elk geval een evenaring van het oude record. Maar het was vooral een erg leuke en geslaagde dag. Volgend jaar meer? En beter? - Jeroen Veeken
22
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
Soort Team 1 Dodaars Fuut Roodhalsfuut Aalscholver Kleine zilverreiger Grote zilverreiger Blauwe reiger Ooievaar Lepelaar Knobbelzwaan Kolgans Grauwe gans Grote canadese gans Brandgans Roodhalsgans Bergeend Smient Krakeend Wintertaling Wilde eend Zomertaling Slobeend Tafeleend Kuifeend Bruine kiekendief Havik Sperwer Buizerd Torenvalk Boomvalk Slechtvalk Patrijs Kwartel Waterral Waterhoen Meerkoet Scholekster Steltkluut Kluut Kleine plevier Bontbekplevier Kievit Kanoet Drieteenstrandloper Temminck's strandloper Kemphaan Grutto Rosse grutto Regenwulp Wulp Zwarte ruiter Tureluur Groenpootruiter Witgat Bosruiter Oeverloper Kokmeeuw Stormmeeuw Kleine mantelmeeuw Geelpootmeeuw Pontische meeuw Zilvermeeuw Grote mantelmeeuw Visdief Zwarte stern Holenduif Houtduif Turkse tortel Zomertortel Koekoek Kerkuil Steenuil Bosuil Gierzwaluw Ijsvogel Groene specht Zwarte specht Grote bonte specht Middelste bonte specht Kleine bonte specht Boomleeuwerik Veldleeuwerik Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Boompieper Graspieper Gele kwikstaart Grote gele kwikstaart Witte kwikstaart Winterkoning Heggenmus Roodborst
Team 2
Team 3
Team 4
74 Gierzwaluw 75 Ijsvogel 76 Groene specht 77 Zwarte specht 78 Grote bonte specht 79 Middelste bonte specht 80 Kleine bonte specht 81 Boomleeuwerik 82 Veldleeuwerik 83 Soort Oeverzwaluw Team 1 84 Boerenzwaluw 1 Dodaars 85 Huiszwaluw 2 Fuut 86 Boompieper 3 Roodhalsfuut 87 Graspieper 4 Aalscholver 88 Gele kwikstaart 5 Kleine zilverreiger 89 Grote zilverreiger gele kwikstaart 6 Grote 90 Witte kwikstaart 7 Blauwe reiger 91 Winterkoning 8 Ooievaar 92 Heggenmus 9 Lepelaar 93 Knobbelzwaan Roodborst 10 94 Kolgans Nachtegaal 11 95 Grauwe Blauwborst 12 gans 96 Grote Zwartecanadese roodstaart 13 gans 97 Brandgans Gekraagde roodstaart 14 98 Paapje 15 Roodhalsgans 99 Bergeend Roodborsttapuit 16 100 Tapuit 17 Smient 101 Beflijster 18 Krakeend 102 Merel 19 Wintertaling 103 Zanglijster 20 Wilde eend 104 Grote lijster 21 Zomertaling 105 Sprinkhaanzanger 22 Slobeend 106 Rietzanger 23 Tafeleend 107 Bosrietzanger 24 Kuifeend 108 Kleine karekiet 25 Bruine kiekendief 109 Braamsluiper 26 Havik 110 Grasmus 27 Sperwer 111 Zwartkop 28 Buizerd 112 Tuinfluiter 29 Torenvalk 113 Fluiter 30 Boomvalk 114 Tjiftjaf 31 Slechtvalk 115 Fitis 32 Patrijs 116 Goudhaan 33 Kwartel 117 Vuurgoudhaan 34 Waterral 118 Grauwe vliegenvanger 35 Waterhoen 119 Bonte vliegenvanger 36 Meerkoet 120 Staartmees 37 Scholekster 121 Glanskop 38 Steltkluut 122 Matkop 39 Kluut 123 Kuifmees 40 Kleine plevier 124 Zwarte mees 41 Bontbekplevier 125 Pimpelmees 42 Kievit 126 Koolmees 43 Kanoet 127 Boomklever 44 Drieteenstrandloper 128 Boomkruiperstrandloper 45 Temminck's 129 Wielewaal 46 Kemphaan 130 Gaai 47 Grutto 131 Ekstergrutto 48 Rosse 132 Kauw 49 Regenwulp 133 Roek 50 Wulp 134 Zwarte ruiter kraai 51 Zwarte 135 Raaf 52 Tureluur 136 Spreeuw 53 Groenpootruiter 137 Huismus 54 Witgat 138 Ringmus 55 Bosruiter 139 Vink 56 Oeverloper 140 Groenling 57 Kokmeeuw 141 Putter 58 Stormmeeuw 142 Kneu mantelmeeuw 59 Kleine 143 Goudvink 60 Geelpootmeeuw 144 Appelvink meeuw 61 Pontische 145 Geelgors 62 Zilvermeeuw 146 Rietgors 63 Grote mantelmeeuw
Team 5
23
64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
MOURIK 2014-2
Team 2
Team 3
Team 4
Team 5
Visdief Team 1 stern = Harvey van Diek,Menno Hornman,Twan Teunissen, Marijn Nijssen Zwarte Team 2 = Athol Burrill, Bart Hoogesteger, Simon van Brunschot Holenduif Team 3 = Peter Hoppenbrouwers, Erik van Dijk, Jeroen Veeken Houtduif Team 4tortel = Vincent Sanders en Jochem Kuhnen Turkse Team 5 = Marcel Bingley en Clemens Heijmen Zomertortel Koekoek Kerkuil Steenuil Bosuil Gierzwaluw Ijsvogel Groene specht Zwarte specht Grote bonte specht Middelste bonte specht Kleine bonte specht Boomleeuwerik Veldleeuwerik Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Boompieper Graspieper Gele kwikstaart Grote gele kwikstaart Witte kwikstaart Winterkoning Heggenmus Roodborst
MOURIK 2014-2
Ander faunanieuws
Peter Hoppenbrouwers (
[email protected]) Sjak Gielen (
[email protected]) Libellen Rondom Nijmegen is het libellenjaar rustig en normaal begonnen. In de Hatertse Vennen vliegen weer de Maanwaterjuffers, diverse soorten witsnuitlibellen, Smaragdlibellen en Viervlekken. Voor één soort, de Gevlekte witsnuitlibel, zou het een spannend jaar kunnen worden. Twee jaar geleden, in 2012, had de soort zich spectaculair verspreid over meerdere delen in het Rijk van Nijmegen. Misschien is het gelukt zich voort te planten en dan zouden we het dit jaar moeten gaan zien. Larven van de soort komen na twee jaar uit het water om te veranderen in een libel. Helaas is tot nu toe nog geen libel gezien op die nieuwe plekken.
Wim Schurink. De zakken waren gevuld met uitwerpselen, braakballen en ander materiaal dat bijeen was geschraapt in een Kerkuilenkast langs de Hezelstraat in de Ooijpolder. Cox had de hoop en het vermoeden dat het wel eens wat zou kunnen gaan opleveren. Zijn geduld werd enkele maanden later beloond toen er liefst 123 micro’s uit de prut tevoorschijn kwamen. Het betrof de zeldzame soort Trichophaga tapetzella (het Roomtipje) uit de familie van de zgn. ‘echte motten’ of Tineidae. Op de bijgevoegde foto is het Roomtipje afgebeeld.
Er bleek echter nog een andere soort in het materiaal aanwezig te zijn. Minder markant getekend en veel schuwer. Na enig speurwerk Nachtvlinders konden de beestjes ontmaskerd worden als Nachtvlinderaar Anton Cox kreeg onlangs Tinea columbariella (Egale Pelsmot). Waar op zijn verzoek twee vuilniszakken aange- Kerkuilen al niet goed voor kunnen zijn. leverd van onze uilenmannen Jan Spies en
Roomtipje, Ooijpolder
Foto: Anton Cox
24
MOURIK 2014-2
Dagvlinders Het fraaie voorjaarsweer had ingrijpende gevolgen voor de jaarlijkse fenologie. Veel soorten vlogen duidelijk eerder dan normaal. De eerste Kleine Parelmoervlinders werden dit jaar al in april gesignaleerd. De Zilveren Manen vlogen vanaf 14 mei en waren daarmee ook wat eerder dan doorgaans. Vanaf het begin was het dit jaar gelijk raak want in dezelfde week konden dankzij het prachtige weer al zo’n 150 (!) imago’s geteld worden. Dit jaar werden er weer meerdere Grote Vossen gezien in. Op minstens acht verschillende plekken werden, vooral in maart, imago’s gezien en gefotografeerd. Daarmee lijkt de soort weer een vaste plek gekregen te hebben onder de standvlinders in Nederland en ons werkgebied. Vanaf 1 april vlogen de Groentjes weer volop in de Hatertse Vennen. De rigoureuze kap heeft ze blijkbaar geen kwaad gedaan. Af en toe werden op De Hamert ook imago’s waargenomen. Van de Bruine Eikenpage werden nog slechts eitjes gevonden die veelal gepredeerd waren door sluipwespen. Het zou dus wel eens ein-
de verhaal kunnen zijn voor deze soort in het werkgebied. Beter lijkt het de Sleedoornpage te vergaan. Het Hooibeestje rukt ook op in het werkgebied. Op veel plekken in het werkgebied kan de soort, soms in grote aantallen, worden aangetroffen. De uitzetacties van vorig jaar in de Gelderse Poort hebben vooralsnog tot succes geleid, met name in de Millingerwaard. Succesvolle herintroductie is echter meestal een kwestie van lange adem. Een Bruin Blauwtje (vanaf half april vlogen ze dit jaar in Nederland) werd gefotografeerd op 25 april in de Millingerwaard waar later grote aantallen konden worden waargenomen. Half mei werden er drie Aardbeivlinders gezien in het werkgebied. Deze soort was er nog nooit eerder gezien voor zover bekend. Spectaculair was de Grote Weerschijnvlinder die op 11 juni gefotografeerd werd in De Bruuk. Geelspriet- en Zwartsprietdikkopjes werden op resp. 11 en 12 juni voor het eerst gezien. Het grasperceel in Nijmegen – Driehuizen maakte een beloftevolle start voor deze soorten. Het Groot Dikkopje lijkt, evenals de Citroenvlinder, een goed jaar te hebben.
Grote weerschijnvlinder, De Bruuk
25
Foto: Rob Zweers
MOURIK 2014-2
Kevers De Coleoptera of kevers vormen met zo’n 4000 soorten de bulk binnen de insectenwereld van Nederland. De snuitkevers zijn een omvangrijke, leuke maar lastige groep binnen die megaorde. Wie goed rond kijkt in het veld kan vaak tegen de fraaiste en wonderlijkste soorten aanlopen. Met de mooie website www.kerbtier.de zijn die meermaals op naam te brengen. Wat bijvoorbeeld te denken van de twee Menierode Zuringspitsmuisjes (Apion frumetarium)? Daar kan toch geen vogel tegen op!
Zoogdieren Na de winterwaarnemingen van de Otter heeft men nu in de Rijnstrangen twee Otters uitgezet (en er volgen nog twee). Wie weet komen ze onze kant uit. Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de Otter van afgelopen winter oorspronkelijk afkomstig was uit de Weerribben.
Menierode Zuringspitsmuisjes, Heilig Landstichting
Reptielen en amfibieën Een melding van een Adder in het vennengebied. Dat moet zeker een losgelaten exemplaar zijn geweest. De Gladde slag op de Mulderskop laat zich ook weer zien. Mocht je er daar eentje tegenkomen of -liever nog- buiten dat gebied, maar dan een foto van de kop en zet die op waarneming.nl! Elke slang is namelijk uniek getekend en zo kunnen we zien welke slang zich waar ophoudt.
Foto: Rico Otten
Sprinkhanen en krekels Het heerlijke geluid van de Veldkrekel klinkt nu dit jaar opeens op de Mulderskop. Daar de dichtsbijzijnde populatie toch nog een eindje verderop in Limburg zit, vermoeden we dat deze exemplaren uitgezet zijn. Wel een verrijking voor het voor de soort geschikte gebied!
26
MOURIK 2014-2
Avifaunasoort in de schijnwerpers
Kwartel De digitale avifauna van de vogels van ons werkgebied is een ware schatkamer van kennis en informatie (te vinden op www. vogelwerkgroepnijmegen.nl). Al meer dan 250 vogelsoorten staan beschreven. In elk nummer van de Mourik zetten we een soort in de schijnwerpers. Dit keer: de Kwartel. Tekst: Sjak Gielen Voorkomen in de broedtijd
Kwartel, Ooijse graaf, 5 augustus 2012 Foto: H. van Diek
de Kwartel, zoals blijkt uit jachtverslagen, in sommige delen van het werkgebied een algemene broedvogel geweest zijn. De stand lijkt vanaf de eeuwwisseling wat terug te zijn gelopen maar het beeld is niet geheel duidelijk.
Huidig voorkomen Voor het succesvol inventariseren van de Kwartel is men aangewezen op roepactiviteiten in de (ochtend)schemering. Gevoegd bij het feit dat de soort door het optreden van (regionale) invasies in zeer wisselende aantallen tot broeden kan komen is het lastig om een betrouwbaar beeld van de verspreiding te krijgen. Daar komt nog bij dat de soort weliswaar een duidelijke voorkeurshabitat heeft maar in uiteenlopende biotopen tot broeden kan komen.
Landelijk liep de stand na 1940 sterk terug met een opleving in de jaren tachtig en negentig die niet goed te duiden is.
Regionaal konden in sommige jaren zoals 1978 tot 10 territoria worden vastgesteld in met name het westelijke deel van de Ooijpolder. Dit maakt het ook moeilijk om gefundeerde In andere jaren was de spoeling veel dunner. uitspraken te doen over trends in de aantallen. Evenals in de Ooijpolder was de Kwartel in de Duitse Düffel een onregelmatige broedvogel. Biotoop Met name van Salmorth zijn enkele clustertjes De Kwartel is een broedvogel van het bekend uit de jaren negentig. boerenland en geeft de voorkeur aan open graangebieden en min of meer extensieve In Noord-Brabant broedde de soort vooral in graslanden. Zandgronden zijn daarbij favoriet. de graanpercelen van de Tongelaar (3 territoria In kleinere aantallen is de soort ook aan in 1991) en in de Princepeel (5 territoria in te treffen op (vergraste) heidegebieden in 1986). De intensivering van de landbouw en Noord-Limburg (De Hamert en Bergerheide). de afname van het landbouwareaal graan heeft hier waarschijnlijk niet in het voordeel Veranderingen van de Kwartel gewerkt. Ook uit de omgeving Tot 2000 van Sint Anthonis, Oploo, de Oeffeltse Weiden In het tweede deel van de 19e eeuw moet en het Maasheggengebied zijn territoria 27
MOURIK 2014-2
bekend.
De lijngrafiek laat dit wisselende beeld goed zien voor de Ooijpolder en De Hamert.
Vanaf 2000 In de Ooijpolder duikt de Kwartel jaarlijks in wisselende aantallen en op wisselende plaatsen op. Mogelijk trekken roepende vogels elkaar aan. Zoals in figuur 1 is te zien waren de jaren 2005 en 2011 hier duidelijke piekjaren met respectievelijk 15 en 13 territoria. Het gemiddelde jaarlijkse aantal ligt in de periode 2000-2011 op 5 maar de spreiding is groot (1-15).
Ook op basis van het aantal doorgegeven roepwaarnemingen op Waarneming.nl kan worden vastgesteld dat 2004, 2007, 2009 en 2010 erg magere Kwarteljaren zijn geweest voor het werkgebied in deze eeuw. In Park Lingezegen waren de graanakkers direct ten zuiden van de rivier in 2011 goed voor 7 territoria.
Figuur 1 - Kwartelterritoria in de Ooijpolder (BMP) en op De Hamert (J. Kooistra)
Voorkomen buiten de broedtijd
In juni en juli kunnen dan ‘s nachts roepende, overtrekkende Kwartels gehoord worden. Trektijd Deze nachtelijk overtrekkende Kwartels zijn De eerste Kwartels worden doorgaans gehoord dan ook de oorzaak van waarnemingen in de in de laatste decade van april of de eerste bebouwde kom. decade van mei. Bij hoge uitzondering is dat eerder. Erg vroege waarnemingen komen uit De najaarstrek vindt voornamelijk plaats in het Circul van de Ooijpolder (9 april 2010 en de maand augustus. In veel jaren ontbreken septemberwaarnemingen. Bijzonder laat een roepwaarneming op 12 april 2003). was de waarneming van een uit het weiland De volledige voorjaarsfenologie is te zien op opvliegende vogel op 29 september 1998 de volgende: http://nijmegen.waarneming. in de Ooijpolder achter de Oude Waal. Er is één oktoberwaarneming: 1 oktober 2007 nl/soort/feno/287 twee vogels ter plaatse op de Springberg Opgemerkt moet worden dat veel Kwartels (Bergerheide). binnen één broedseizoen tot trekbewegingen kunnen komen bij verstoring door maaien Uitzonderlijk maar niet uniek is de waarneming en oogsten. Ook kan dit gebeuren bij goede van 9 november 1969 toen in Boven-Leeuwen broedresultaten aan het begin van het seizoen. een Kwartel werd gezien door L. v.d. Bergh. 28
MOURIK 2014-2
Op de vier trektelposten is de Kwartel nog nooit als trekker waargenomen. De soort trekt ’s nachts en jaarlijks wordt deze nachttrek ook wel geregistreerd aan de hand van de roep van overvliegende vogels. Een beeld van de trek kan ook worden gekregen met behulp van de Kwartelvangsten op ringplekken.
die van 4 op 5 augustus met 8 exemplaren. Verder werden er regelmatig ‘s ochtends nog roepende mannen aangetroffen rondom de ringplek die wel af waren gekomen op het geluid maar niet in de netten waren gevlogen. Bij ongeveer tweederde van de vangsten betrof het eerstejaarsvogels.
Van de kust is bekend dat trekkende Kwartels ‘s nachts gevangen kunnen worden. In 2012 heeft Bram Ubels, in navolging van een succesvol experiment van een Belgische ringplek in het binnenland waar het lukt om enkele honderden Kwartels per jaar te ringen, voor het eerst in de Ooijse Graaf geprobeerd om Kwartels te vangen. Dat die poging succesvol is geweest blijkt ook uit de foto die bij deze tekst is geplaatst. De vogels werden gevangen door ‘s nachts mistnetten te plaatsen in open weiland met geluid erbij. Kwartels kunnen gevangen worden van eind juli tot half september, gelijk aan de najaarstrekperiode. In totaal zijn er 24 vangstpogingen gedaan (in juli 2 en in augustus 22) Er werden in totaal 35 Kwartels gevangen. De beste nacht was
Onder de gevangen Kwartels was één terugvangst: een adulte man die op 5 augustus werd gevangen was 52 dagen daarvoor geringd bij de Groote Peel. Voorkomen buiten de broedtijd Er worden bij uitzondering in Nederland ook Japanse Kwartels (Coturnix japonica) waargenomen. Deze soort vertoont door de iets kortere vleugels minder trekvermogen en -drang dan onze Kwartel (Coturnix coturnix). Beide soorten kunnen onderling hybridiseren en een verband met extreme fenologische waarnemingen is niet ondenkbaar. Deze hypothese kan echter nog niet met gedocumenteerde waarnemingen uit het werkgebied onderbouwd worden.
Figuur 2 - Verspreidingskaart Kwartel 2000 - 2012
29
MOURIK 2014-2
Vogelbescherming steunt vogelwerkgroepen met IJsvogelfonds Chris van der Heijden (
[email protected])
Vogelbescherming Nederland ondersteunt vogelwerkgroepen bij het realiseren van initiatieven om vogels te beschermen. Daarvoor is in 2011 met behulp van de Nationale Postcode Loterij het IJsvogelfonds opgericht. Een mooie kans voor VWG Nijmegen om een project gefinancierd te krijgen.
trekken ook veel Boerenzwaluwen aan. Zelfs de Zwarte stern die een polder verderop broedt, profiteert hiervan. Financiële bijdrage IJsvogelfonds: € 1.000 Mobiele geluidsbox Gierzwaluwen In Eindhoven worden een aantal flats aan de Schubertlaan gerenoveerd. Na overleg met de woningbouwvereniging, worden door de Stichting Stadsnatuur Eindhoven, een honderdtal nestkasten opgehangen aan de zijgevels van de flats. Hierbij ook nestkasten voor Gierzwaluwen. Omdat die er nog niet broeden, gaat men met een geluidskast proberen de vogels te verleiden er te broeden. Hierbij wordt de opgewekte energie van de zonnepanelen opgeslagen in een accu, en met een tijdsklokje wordt er geregeld dat het geluid op voor Gierzwaluwen belangrijke tijdstippen wordt afgespeeld.
Vogelbescherming nodigt vogelwerkgroepen uit om innovatieve projecten in te dienen bij het IJsvogelfonds. Twee maal per jaar maakt het fonds bekend welke projecten gehonoreerd worden. Het bedrag dat toegekend wordt, varieert van 500 tot 5000 euro. De eerstvolgende deadline is 15 oktober 2014. Dit lijkt me een mooie kans voor onze vogelwerkgroep. Om een idee te geven welke projecten er de afgelopen jaren zijn gehonoreerd en ter inspiratie, hierbij enkele voorbeelden. Bloemrijke oevers voor weidevogels In een van de Reeuwijkse polders, de Middelburgse polder (200 ha.) treft de Weidevogelgroep Reeuwijk e.o. nog jaarlijks veel weidevogels aan. Om het gebied te versterken met extra voedsel voor de weidevogels is een agrariër bereid gevonden om twee percelen deels in te zaaien met speciaal kuikenlandzaad, en met toevoegingen van andere zaden die voor andere soorten vogels ook aantrekkelijk zijn. De bloemen
Financiële bijdrage IJsvogelfonds: € 485 Bescherming Steenuil in Noord- en MiddenLimburg De Vogelwacht Limburg voert een nestkastenproject uit voor de Steenuil in het heuvelland van Zuid-Limburg. Om van daaruit de kolonisatie van Midden- en NoordLimburg mogelijk te maken gaat men er o.a. ‘Steenmarter-proof’ nestkasten plaatsen, om in ieder geval een gebrek aan (veilige) 30
MOURIK 2014-2
nestgelegenheid op te lossen. Daarnaast zal men onder erfbewoners de ‘Erfwijzer Steenuil’ actief promoten, met daarin tal van tips hoe het leefgebied van Steenuilen veiliger en aantrekkelijker te maken.
Vogelwerkgroep KNNV-Tilburg hebben het gebied beoordeeld op potentieel geschikte locaties voor kunstmatige IJsvogelwandjes. Daarbij is uitgegaan van ongeveer één nestplaats per kilometer. Dit resulteert voor de Dongevallei in een planopzet met 3-5 locaties. De gemeente Tilburg, Landschap Noord-Brabant nemen ieder een derde van de kosten hiervan voor hun rekening.
Financiële bijdrage: € 1.500 Overijsselse Vogelaarsdag De Vogelwerkgroep IJsselstreek organiseerde in 2013 de Overijsselse Vogelaarsdag. Alle Overijsselse vogelaars werden uitgenodigd voor deze dag. Het programma was een mix van inhoudelijke en meer luchtige onderwerpen. Tevens werd het jaarboek ‘Vogels in Overijssel’ gepresenteerd.
Financiële bijdrage: € 1.500 Wie heeft er een goed idee? De deadline is dus 15 oktober. Op onze Facebookpagina (waar inmiddels al 120 VWG-leden actief zijn) zal dit bericht ook geplaatst worden. Daar kunnen we elkaar inspireren met ideeën en wie weet rolt er wel een mooie aanvraag uit. Richtlijnen voor de projectvoorstellen en het deelnameformulier van het IJsvogelfonds zijn te vinden op de website van Vogelbescherming. (www.vogelbescherming. nl/vogels_beschermen/vogelwerkgroepen/ ijsvogelfonds).
Financiële bijdrage: € 1.000 IJsvogelwandjes in de Dongevallei In het kader van natuurcompensatie voor de aanleg van de Tilburgse wijk Reeshof is De Donge over ca.3,5 km weer grotendeels meanderend gemaakt. Leden van de
IJsvogel
Foto: Vincent Sanders
31
MOURIK 2014-2
Waarnemingoverzicht februari t/m mei 2014 Bram Ubels (
[email protected])
Dit voorjaar vlogen twee Purperreigers over de regio en wel op 16 april over telpost De Bruuk en 24 april over de KBP. Op 5 mei vloog zowel over Millingen als over Mulderskop een Zwarte Ooievaar. Vooral eind februari en maart kwamen wat Ooievaars door in de regio waarbij de groep van 17 exemplaren over Oeffelt de grootste was. Eind april en begin mei werd enkele malen een ongeringde Heilige ibis in de Ooijpolder gezien, het zou toch niet he…. Nee inderdaad, het zou niet, maar wel een leuke regio-exoot. Vanaf 3 maart waren Lepelaars aanwezig in de regio maar eigenlijk hielden alleen in de Staartjeswaard bij Beuningen zich wat hogere aantallen op. Alleen begin februari werden nog lage aantallen Kleine Zwanen gemeld in het Brabantse deel van het werkgebied. Hetzelfde geldt voor Wilde Zwanen waarvan er 1 februari nog negen bij Mill zaten. 16 Februari sliepen nog 4000 Toendrarietganzen op het Nieuw Heerenven samen met 8000 Kolganzen. Op de leemput bij Milsbeek bleven ten minste tot en met half mei drie Toendrarietganzen hangen maar de laatste waarneming van deze soort was die van 18 mei bij Langenboom. Op 12 februari werden in de gemeente Bergen (Limburg) liefst 14 Kleine Rietganzen gevonden verdeeld over enkele groepjes waarvan die van zes stuks de grootste was. Daarna nog een vogel in de Gendtse polder, één bij Afferden en een groepje van vijf bij de KBP op 22 februari. Met name in de Ooijpolder en de KBP bleven, maar ook daarbuiten, bleven lage aantallen Kolganzen hangen, al dan niet met gebroken vleugel. Het zwikkie tamme Dwergganzen in de regio heeft in de voorgaande waarnemingoverzichten al veel te veel aandacht gehad. Op 2 februari verbleef een meer welkome gast in de vorm van een Rotgans in
Dit waarnemingoverzicht beschrijft het staartje van de winter en het voorjaar van 2014. De periode kenmerkte zich door de zachte winter die eraan vooraf ging. Het voorjaar kwam bijzonder snel op gang. Het waarnemingen overzicht gaat in op zeldzame en schaarse soorten, opmerkelijke aantallen, fenologie en voorjaarstrek. Op 11 april vloog een Roodkeelduiker op uit de Drutensche Waarden richting de Waal. 22 Februari zwommen nog 101 Futen rond op de Kraaijenbergse Plassen plas 5 (KBP5). De inmiddels bekende Roodhalsfuut van de Kleine Vilt bij Beugen liet zich van 7 maart tot 31 mei onregelmatig zien. Van 4 tot en met 11 mei zat vermoedelijk dezelfde vogel op de KBP7. Op 9 april zat de eerste Geoorde Fuut weer op het Reindersmeer. Verder zaten alleen op de KBP twee vogels en wel op 4 en 5 mei. Op 7 mei werd toch wel een spectaculaire vondst gedaan van een aangespoelde adulte Janvan-gent op de Ewijkse plaat. De vogel kon de dag erna succesvol getwitcht worden. In februari en maart stond een Roerdomp verdekt opgesteld in het Zwanenbroekje en bij de KBP. Ook leuk zijn de twee waarnemingen van s ’nachts overvliegende vogels die door roep opgepikt konden worden. Op Bevrijdingsdag hield een Kleine Zilverreiger zich op bij de KBP. De dag erna vertoefde een vogel in de Millingerwaard die de hele maand in die hoek van de Ooijpolder bleef hangen en onregelmatig gezien werd. 26 Mei zat tot slot een vogel op de Hamert. Grote Zilverreigers zijn niet meer te remmen, de afgelopen vier maanden kwamen liefst 1022 waarnemingen van deze soort binnen waaronder een slaapplaats van 17 stuks bij Well en een slaapplaats van 10 bij de KBP. Na half mei zat er alleen nog een vogel in de Ooijpolder en twee op de Hamert. 32
MOURIK 2014-2
Jan-van-gent, 7 mei 2014, Ewijkse plaat Foto’s: Erik van Dijk
het Circul en 24 maart deed een vogel bij Bemmel hetzelfde. Op 22 februari zat een Roodhalsgans in de Overbetuwe, 14 maart één bij de Ooijse Graaf, van 3 tot 21 mei zat een dubieus beest bij de Kraaijenhof dat menig Big Day-team een stapje omhoog hielp en tot slot een waarneming van een vogel bij Velp op 30 mei. Door bijna de hele regio zijn wel kleine aantallen Casarca’s gezien tot negen exemplaren op De Hamert. Zeker op vijf locaties was in mei nog een Smient aanwezig. Tot en met eind mei zat een mannetje Pijlstaart op De Hamert. Een vogel die is blijven hangen van de groep van 130 stuks die daar
eind maart rondzwom? Op 11 maart werden in twee gebieden de eerste Zomertaling van het jaar gezien. Een leuke groep van 14 vogels zat begin april in de Ambtswaard. Op zes plekken werden maximaal twee Krooneenden waargenomen. Een paartje op de KBP bleef bijna twee weken hangen. De vrouw Witoogeend van het Blindeninstituut bij Grave verbleef daar tot half februari. Op 9 en 29 maart zwom een mannetje rond op de Kraaienhof. De spectaculaire wintergroep Toppers op de KBP verbleef daar tot begin maart en bereikte in deze periode een hoogtepunt met 14 exemplaren. Bijna een maand 33
MOURIK 2014-2
lang, tot en met 22 april, zat op plas 5 van de KBP een man Grote Zee-eend. Aanvankelijk werd de laatste Brilduiker gezien op 24 april op de KBP tot 25 mei ineens nog een vogel werd gevonden in de Gendtse polder, leuk! Op 10 februari zat bij Heijen een mooie groep van 25 Nonnetjes. In februari hing ook een man Rosse Stekelstaart rond in het Brabantse
deel van de regio. 2 Mei vloog de eerste Wespendief van het jaar de regio binnen via De Hamert. Op 25 mei vlogen er daar 28 over. Zeker 50 Zwarte Wouwen, waaronder een groepje van vier, kwamen door tussen 30 maart en 24 mei waarvan verreweg de meeste in april. Waarschijnlijk zijn vogels die langere tijd rondhingen bijvoorbeeld in de Ooijpolder
Brilduiker, 25 mei 2014, Gendtse polder
wel dubbel geteld maar ik heb geprobeerd die er zoveel mogelijk uit te halen. Tussen 3 februari en 23 mei vlogen zeker 48 Rode Wouwen door het werkgebied. 28 Februari vloog een Zeearend over de Lindenholt in Nijmegen, 31 maart zat een vogel ter plaatse in de Lage Wijth, 2 april één bij Sambeek, 9 april werd een vogel gefotografeerd in de Millingerwaard. Op 14 mei vloog een vogel over de Kaliwaal. Diezelfde dag zat een vogel ter plaatse bij de KBP, dezelfde? Hoe dan ook, de dag erna, 15 mei dus, was weer een Zeearend ter plaatse in de Lage Wijth en vanaf 21 mei hangt een tweede kalenderjaar vogel rond in
Foto: Mark Wilkinson
de Ooijpolder en Millingerwaard. De vogel wordt het meest waargenomen bij de Kaliwaal en sleept zelf met takken…! Hoe lang zou het nog duren? 20 Mei werd een claim van een Slangenarend over De Bruuk mooi bevestigd door overtuigende foto’s! Half maart kwam de eerste Bruine Kiekendief door. Een paartje heeft een tijd rondgehangen in de Ooijse Graaf waarbij het mannetje baltste en ook met takken is gezien maar dat is uiteindelijk geen broedgeval geworden. Op 18 april werd een adult mannetje Steppekiekendief gemeld over de KBP richting NO vliegend. 23 april hing in de Lage Wijth een 34
MOURIK 2014-2
mannetje Grauwe Kiekendief rond die menig vogelaar heeft laten schrikken (aanvankelijk werd aan Steppekiekendief gedacht). 25 April vloog een man over Boxmeer, 21 mei één over Heijen en over de Hamert werden in totaal vier verschillende vogels gezien. Over De Hamert ook wat Sperwertrek van het voorjaar met onder andere 23 vogels op 30 maart. Onder de Buizerds niet echt opvallende waarnemingen of het moeten de 40 vogels zijn die 4 maart over De Hamert vlogen. Wel blijkt de Buizerd een erg populaire soort om in te voeren, liefst 2065 meldingen werden gedaan deze periode! De eerste Visarend van het jaar werd 30 maart opgepikt boven de Millingerwaard. Daarna zouden nog zeker 35 vogels volgen. Smellekens zijn schaars in de Regio, toch werden 20 vogels gezien. in de Ooijse Graaf konden in mei in totaal in elf pogingen 39 Kwartels geringd worden waarvan één met Belgische ring. De beste nacht was die van 19 op 20 mei met elf gevangen Kwartels. De eerste veldwaarneming was die van 14 mei bij Milsbeek. 5 Februari vlogen 34 Kraanvogels over De Hamert. Daarna bleef het een tijdje stil tot 24 februari de eerste dag met goede voorjaarstrek van deze soort was over Nederland en de regio met 148 waarnemingen. 25 Februari een kleine nawee van de dag ervoor. Wederom een kleine twee weken stil, tot 7 maart weer een klein groepje over vloog. Het was een voorbode voor de dag erna (21 waarnemingen) en dat was weer een voorbode voor de dag dáárna. Op 9 maart kwamen namelijk 150 waarnemingen binnen van in totaal enkele duizenden vogels. In de loop van maart en april werden nog enkele kleinere groepjes waargenomen en in mei werden nog twee waarnemingen gedaan. Vanaf half april tot en met eind mei fourageerde regelmatig een paartje Steltkluten op De Hamert. Bij Batenburg zijn heel wat paartjes Kluten tot broeden gekomen. Op 1
april werden er 32 baltsende vogel geteld. 9 Maart liet een vroege Kleine Plevier zich betrappen op aanwezigheid. De vogel hield zich op bij de Bergerheide. 13 April zaten er 22 op De Hamert wat het hoogste aantal was deze periode. In maart en in mei werden met name op De Hamert, maar ook daarbuiten Bontbekplevieren gezien met een maximum van zeven. In april kwam slecht één waarneming van deze soort binnen en was de soort dus zo goed als afwezig. Weinig Goudplevieren maar van ’t voorjaar. We moesten het doen met twee handjes vol waarnemingen waarvan 80 over de KBP op 24 februari kwantitatief de beste was. Op 18 april hield een Zilverplevier zich op in de uiterwaarden van Oeffelt , de enige melding van deze soort. Tussen 10 en 14 mei zorgde het buiige weer ervoor dat doortrekkende steltlopertjes naar beneden kwamen en zich lieten zien op meerdere voor stelt- en strandlopers geschikte stukken. Zo konden deze dagen drie solitaire Kanoeten worden ontdekt (KBP, Hamert en Ressen). Zo kwamen ook zeker zes keer Drieteenstrandlopers naar beneden waarvan drie bij Milsbeek en zes bij het Grote grindgat te Weurt. Solitaire vogels konden bewonderd worden in de Erlecomse Waard, KBP, Batenburg en op De Hamert. 9 Mei fourageerde ook één Kleine Strandloper op De Hamert. Tussen 24 april en 19 mei werden negen Temmincks’ Strandlopers opgemerkt waarvan een clubje van drie op De Hamert. Vanaf begin maart kwamen ongeveer het hele voorjaar Bonte Strandlopers door al bleven de aantallen wel laag. Voornamelijk in april werden Kemphanen gezien. Toch kwamen de hoogste aantallen uit maart met 16 vogels op De Hamert, 14 over de KBP en 14 bij Batenburg. 16 Maart werden maar liefst elf Bokjes opgetrapt uit het Zwanenbroekje. Een laat Bokje werd 28 april nog gezien bij De Kuilen, een bekende plek voor de soort. Voorjaarstrek 35
MOURIK 2014-2
van Watersnip liep eind april wel op het eind. Begin mei werden nog drie waarnemingen gedaan en geen enkel Big Day-team zag de soort dan ook. 16 Mei werd toch nog een vogel gezien in de Hatertse vennen. Op 1 april werd een opvliegende Poelsnip gemeld uit de Millingerwaard. Ondanks het feit dat het geen 1 aprilgrap was kon de vogel niet terug worden gevonden, helaas… Op 25 februari startte het voorjaar definitief met de eerste Grutto’s. Bij Lingewal verzamelde zich het hoogste aantal, namelijk 92 vogels. In de eerste helft van mei werden ten minste vier Rosse Grutto’s gezien. In april en mei kwamen kleine aantallen Regenwulpen door. De laatste dag van
maart werd de eerste Zwarte Ruiter gezien voor 2014; op De Hamert zaten er half april 18. Dezelfde dag waren ook 36 Groenpootruiters aanwezig. De plasjes langs de Kerkdijk liggen er mooi bij voor steltlopertjes en waren goed voor een groep van 29 Witgatjes op 11 april. Begin mei bezocht een mooie groep van 24 Bosruiters De Hamert. In dezelfde tijd was Batenburg goed voor 42 Oeverlopers, ook een spectaculair aantal. In het voorjaar verbleven vijf Zwartkopmeeuwen kortstondig in de regio waarvan het merendeel in maart. In april en begin mei kwamen wat Dwergmeeuwen door. Van dit geniaal mooie meeuwtje vlogen er 22 april 22 boven de KBP.
Duinpieper, 27 april 2014, Princepeel Foto: Harry Claasen
Grauwe Kiekendief, 23 april 2014, Boxmeer Foto: Coen van Raaij
Op 20 april werden vier overvliegende Reuzensterns gemeld over Batenburg. 30 April was het wederom raak in de Liendense Waard toen twee vogels langere tijd ter plaatse verbleven. Nog meer sternengeweld want 3 mei werden twee Grote Sterns over De Hamert gemeld. Het moet een fantastisch gezicht zijn geweest hoe begin mei 40 Visdiefjes boven het Grote Grindgat bij Weurt fourageerden. Ook elders werden grote aantallen gemeld. 15 Mei inspecteerde de eerste Zwarte Stern de regio weer. Er zouden er meer volgen, 15 mei dansten er maar liefst 105 boven het Grote Grindgat! Een dag later vlogen er maar liefst zes Witvleugelsterns bij Heijen en één exemplaar boven de Kaliwaal. Op 18 mei vloog er eentje boven het grindgat van Weurt,
later op de dag werd deze teruggevonden bij de Oude Waal. Vanaf 18 april kon men (gelukkig nog) Zomertortels horen koeren, gaaf geluid! Vanaf 10 april lieten ook Koekoeken zich weer horen. 14 februari vloog een Velduil op van De Hamert. De gebruikelijke heideterreinen zijn weer bezet door Nachtzwaluwen. Op 14 april gierde de eerste Gierzwaluw over de Oude Waal. Op 5 mei vlogen twee Bijeneters langs Weurt en 30 mei werden Bijeneters gehoord over de Lage Wijth. 31 Mei werden wederom Bijeneters gemeld langs Weurt maar nu betrof het drie exemplaren. Op 21 en 22 april kon op twee locaties in Nijmegen Draaihals als tuinsoort bij worden geschreven. Van het vroege voorjaar kwamen meldingen van Middelste Bonte Spechten van de bek36
MOURIK 2014-2
dijk en 21 mei een mannetje bij de Kraaienhof in de Ooijpolder. Ondanks de zachte winter bleven toch maar weinig Zwarte Roodstaarten hangen. Vanaf half maart begonnen beesten terug te komen en was er zangactiviteit. Maar weinig Paapjes van het voorjaar waarvan de eerste op 19 april werd gezien, daarna nog zo’n dertig vogels verspreid over de regio. In februari werden redelijk wat Roodborsttapuiten gezien, deze soort is duidelijk wel meer blijven hangen dan in voorgaande strengere winters. Tussen 16 maart en 19 mei kwamen Tapuiten door. Beflijsters kwamen wat gepiekter door en ook met iets meer waarnemingen. Tussen 29 maart en 5 mei kon men tegen deze mooie lijstersoort aanlopen. Op 21 april vlogen er elf over De Kampen en 19 april tien over De Hamert. De derde week van april vormde de doortrekpiek. Tot eind april ‘overwinterde’
ende plekken en ook werd er weer gebroed. In de Princepeel werd 27 april een Duinpieper ter plaatse fraai gefotografeerd. 21 Maart vond er mooie Graspiepertrek plaats toen er 1667 over telpost De Hamert kwamen. Na 19 april zijn geen Waterpiepers meer waargenomen. In de Millingerwaard, op De Hamert en bij Weurt werd een Engelse Kwikstaart gevonden. Op laatst genoemde locatie zaten er 11 april twee. Noordse Kwikstaarten komen over het algemeen later door. Het eerste groepje kwam langs De Hamert op 25 april en was gelijk de grootste van het voorjaar (12 vogels). Bij het Hollands-Duits gemaal heeft het voorjaar weer een paartje Grote Gele Kwikstaarten gezeten. Op 20 februari fourageerde een mannetje Rouwkwikstaart in een groepje Witte kwikken nabij Nederasselt. Op 29 maart werd een vogel gefotografeerd bij Bemmel, 9 mei één langs de Kerk-
Witvleugelstern, 18 mei 2014, Weurt
37
Foto: Vincent Sanders
MOURIK 2014-2
de Kramsvogel hier. Eén groepje heeft echter iets anders uitgespookt want 25 mei vlogen nog acht Kramsvogels over De Hamert, opmerkelijk. Ook Zanglijsters hadden geen last van kou, logisch, want die was er ook niet. Begin februari waren ze al lekker aan het zingen. Na half april werden nog maar twee Koperwieken waargenomen, de rest was toen al een tijdje teruggetrokken. Vanaf half april trokken wat Rietzangers door waarvan enkele mannetjes kort zingend te horen waren. Alleen bij de KBP en bij Tiengeboden in de Ooijpolder bleven vogels lange tijd territoriaal. In de ochtend en middag van 22 mei zongen een Grote Karekiet in de Millingerwaard. Een doortrekker zo bleek helaas achteraf want de dag erna was de vogel alweer gevlogen. Het eerste golfje Zwartkoppen kwam zo rond half maart binnen. Hiervoor waren al een aantal winterwaarnemingen gedaan waarvan twee in februari. Tjiftjaf bleef in grotere aantallen overwinteren. In februari en maart werden enkele tientallen vogels gezien. De steeds zeldzaam wordende Buidelmees vloog 29 maart over telpost De Hamert om zich vervolgens niet meer te laten zien. 18 Mei zat een solitaire man Grauwe Klauwier op De Hamert bij de Gertenkamp, een plek waar ze vaker worden gezien. Hierna geen vervolgwaarnemingen meer. Half maart trokken overwinterende Klapeksters zich langzaam terug en druppelden één voor één het werkgebied uit. Op naar het noorden. Op
30 maart werd bij Nieuw-Bergen de alleraller laatste gezien. Tot in oktober. Gedurende het hele voorjaar zwierven Raven door de regio. Met name De Hamert was een vaste plak om ze te zien. Begin maart werden er vier baltsende vogels gezien. Aanvankelijk leek het er op dat er in mei geen Kepen meer gezien zouden worden. De laatste waarneming dateerde van 30 april. Niets bleek echter minder waar. 25 Mei werd een vrouwtje gezien op De Hamert. Misschien toch wel spannend? Wat ook spectaculair is te noemen is de kepentrek op 15 maart. Maar liefst 8094 Kepen passeerden De Hamert. Van ’t voorjaar werden we bezocht door vier Europese Kanaries en wel op 11 april over Nijmegen-oost, 23 april een zingende man bij Druten, 8 mei een man ter plaatse te Ressen en tot slot op 10 mei eentje over De Hamert. Tot 22 februari zijn de (te) druk bezochte Grote Kruisbekken van Mulderskop zuid gezien. Zingend en zelfs met nestmateriaal in de snavel zijn ze op een gegeven moment gezien maar ik begreep dat verdere zoekacties naar eventueel broedende beesten op niets uitliepen. Bij het CDNA werd nog een waarneming ingediend van een zingende man op 6 maart bij Afferden. 25 April vloog een man Ortolaan op van de Mookerschans en 29 april bevond een vogel zich bij de Bisonbaai. Een aantal zomergasten zonder uitzonderlijk hoge aantallen of anderzijds bijzondere waarnemingen staat vermeld in tabel 1.
38
MOURIK 2014-2
Soort Boomvalk Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Boompieper Gele kwikstaart Nachtegaal Blauwborst Gekraagde roodstaart Sprinkhaanzanger Bosrietzanger Kleine karekiet Spotvogel Braamsluiper Grasmus Tuinfluiter Fluiter Fitis Grauwe vliegenvanger Bonte vliegenvanger Wielewaal
Datum eerste waarneming 13 april 23 maart 21 maart 1 april 28 maart 23 maart 11 april 22 maart 28 maart 5 april 30 april 12 april 4 mei 2 april 7 april 9 april 16 april 22 maart 20 april 6 april 26 april
Gebied De Hamert Batenburg Kleine Vilt Nijmegen De Hamert Millingerwaard Tongelaar De Hamert Ooijpolder Millingerwaard Tongelaar Millingerwaard Millingen KBP KBP Alverna Maldens Vlak Langenboom Millingen Nijmegen Langenboom
Tabel 1 - Fenologie van een aantal zomergasten die niet in de tekst vermeld worden.
39
MOURIK 2014-2
Activiteitenagenda zomer/herfst 2014 Op onze website staat de meest recente informatie. Augustus 2014 Zaterdag 23 Dutch Bird Fair 2014 Oostvaardersplassen Zondag 24 Dutch Bird Fair 2014 Oostvaardersplassen September 2014 Zaterdag 27 Tweede Gelderse Vogelaarsdag Vanaf deze maand zal er weer regelmatig getrekteld worden op de diverse telposten in het werkgebied (Maldens Vlak, De Hamert, De Kampen, De Bruuk, Millingerwaard) Oktober 2014 Programma wordt nog nader ingevuld (zie website) Excursies per auto worden meestal gelimiteerd tot 3 of 4 auto’s waarbij leden voorrang hebben boven niet-leden. Info over vertrektijd, –plaats en waar je je moet opgeven is (ook) te vinden op de website. Er worden ook diverse excursies georganiseerd door de FF Gelderse Poort, de KNNV en het IVN.
Sluitingsdatum kopij volgende Mourik: 15 november 2014
40